sa lil moet je heilig worden? morgen n PEUPLE IMMENSE VA (HANTANT WEEKhartig INGEKOMEN BRIEVEN heden B I) '°,X «SS ^oettocht- he rinneringeEi vo°lbe Sïlniï" ^6prikt en er P]eis" m it Qespreksstof van de Pax Christi-tocht Gocls roep DAGjesmens De stalen kern Ti ZATERDAG io A PR TE 1958 PAGINA 11 O Pk,"EJ laatste Hoog bezoek ^iiurn TE ETEN had i£d ter on fe r„°"i fa:?»* ,mensen lijden? 9en' ikedlndfca« iets De groeten Rugzakken Gazon Koe Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag SNIPPERS van een grool verbroederingsfeest "vrv Sok fh!?0it' Op rechte eind ,D I^cn klem '.n.m«n wollen wandel- ter Raefeae]it,Uinhek §ezeten heeft zus- i .Om de scène enigs- ten Zin °p ns een riv^lii ue scene en TSn' deed ,k^ftlS{Che kracht te »c" ?°,6n haaldl 7! 'k zeer veel leed. ze onHpr m+ i klein ge- ieed. (metv u r ult haar knaP" flesje e andmiddelen) een De tocht ïy'en het"Let nu toch voorbij, we n' is zeer meer nodig hebben. S>hek heb .Yerfterkend." Op dat fdperbe serirlk ,toen Vieux Cognac a® rector 'vfn ?n'- Misschien van ni ,ZUster werkt z,ekenhuis, waar toe. maar dat doet er kan een heel Kdrakter hebben. er aange- hoog ik een steelpan bij me. De t een -I0 krom toen de B.B. ^akte Ti°/me schep zuurkool op J" zondal een gehaktbal. Dat was ik aï?°rgen één uur' de tijd. uSlJrige i-f?frers' zondags gekleed, K6,rs van JEle geniet met wat lek- /kaagliiP banketbakker in een rt°°r «tfn l S 0el" Hoe heb ik het d? °nder aft tUnnen krijgen- Mid" aehtig f n kree2 onze schil- P de Parade neergestre ken route bezoek van de Aartsbis schop. Ik herinner me met een volle mond hem gezegd te hebben, dat we hem een liedje wensten te offreren. Met de vork heb ik gedirigeerd, in de andere hand moest ik de steel pan rechthouden en met het oog in de rechterhoek monseigneur in de gaten houden, opdat hij niet onder de voet gelopen zou worden. Hij zal wel gedacht hebben: er zijn vreemde situaties mogelijk. <31 "i-na g: 7 et "loet Hoe moet je heilig worden?" is te vergelijken met een vraag als: 18 rijk worden?" Daar is ook zo maar niet een antwoord op te geven. 1 W heil^°g-VGe* moeaVker' mysterieuzer. 5 '((e Wat is voor mij persoonlijk de weg naar de heiligheid? BnHn i er", d<m van mVn kerkbuur? TLiar j„ '°n zi-'n er v°l te schrijven. e Le „00r;;7^ gauw in alleen maar theorie. Paar hl omschreven gespreksstof van de Pax-Christi-voettocht geeft jijden praktijk, die voldoende zijn om ver te vorderen op het t 0oOr heeft u er iets aan. eSeii0t) e duiden waar de fout in onze houding ligt kun je het positieve jq e e zeW eindenen aan het werk gaan! ToutLschvld bekennen Ik hd fh ^Üien eJjifnkeie mijze afhanke- f> <lJ Tl. '°d ter ltrom 9ebiauhla f?,od Seen betere we- naf Jern.aaki-> m"" yKen oetere we- ^'(io»0nschnM,vt^aa'"orn hmt God toe Jaa+01» ,UL(tige mensen y*r°:ntwoording roe- p«ld 171 heeft A -S wereld zo rot? (L e-n. - niet F een 00rl°9 toe? %i(,',2eker nietVan aanwezi9~ ^zigheid n zorgende Als ih 'znnü Befêhl ist Befehl! in,., "c doe't^-1171 lets van mij zeg- FWcht is Ptotr.v.1 I. ndat het 'it zonü ""-""n wi DejtHi; xk n,*lidags M "aar de kerk ga lJ" Vhchfeen vlees eet, dan doe einel (/p,.„.en moet God my wel he l 1l Seven. rQi iii (j_ hrQ.^"Xn de11l°deTne wetenschap de sppf6'1- Wel£ena*e uitsluiten. Niet "ik e" en et is de rol die ik moet hek Very,,. mogen anderen van KerF Znc%? Maar vel: Wat hld%wat heb ik de lk aan de anderen? ',Ohn„ Te" zelfvertrouwen, yiug '-mentaliteit. aktno m tm?edigd zijn door t:en h de merkelijkheid. F.t(lritisrne^e Van a"es studeren, 9ann Bang zü'„ dromerijen. e" uitrei v ver9issing te be- eph 9"i noivf te morden, de initintin* lets Pr°beren, nooit ^U>al. i nemen. Stuurlui aan "n "ie 2epn' mohhen Ze begrij- ^leiey.;- het "e^ee4^i. Groot doen in 0Pzicht. Ze doen al- Niemand boven zich dulden Niet ondergeschikt kunnen zijn. Een ander niet vrij laten. Een ander dwingen om jou sympathiek te vinden. Huisduivel en straaten gel zijn. Anderen het goede niet gun nen. Het geluk en het goed van an deren beschouwen als gestolen van hen zelf. Wij hadden dat eigenlijk moeten hebben. Ongemanierdheid, brutaliteit, woede. Niet kunnen geven om te ge ven. Niet kunnen lenenSteeds zijn plan trekken ten koste van ande ren. alleen nemen. Steeds pra ten over zijn rechten en nooit den ken aan zijn plichten. Onder het mom van dienstbaar te willen zijn, misbruikt men de an der.... omdgt men een levensvul ling zoekt, een taak om de taak. Niet kunnen weggaan wanneer men ziet dat een ander het beter kan. Lichaam en zinnen onderwer pen aan het plezier. i Zich laten gaan. Zich vervelen. Niet spreken wanneer men zou moeten spreken. Een rustig leven willen leiden, want God vraagt niet te veel van een mens. Je mag toch ook wel eens een lolletje hebben. Ik laat de an deren met rust, dat ze mij ook met rust laten. Niet meer doen dan ik moet doen. De eigenlijke zondaar is de in liefde loosheid verharde egoist, wiens zonde bestaat in hebzucht en harteloosheid, in haat of sociale uitbuiting of in hoog moed. Het wezen van de zonde is zelf handhaving tegenover God en de even mens, zelfzucht als het contrast van de liefde (prof. W. Grossouw in Bijbelse Vroomheid pag. 130). ER WAS EENS een jongen, die op een college ergens in Noord- Holland zat. Hij schreef in zijn schoolblad niet zulke aangename dingen over de Voettocht voor deze nog begonnen was. Met name had hij iets tegen de romantiek van zo'n tocht en kon niet inzien waarom er een tocht nodig was om tot een ge sprek te komen. Nu verkopen ze ergens in één van de plaatsen waar routiers bij elkaar waren ansichtkaarten met een paar oude pijprokende ventjes erop, bab belende op het Marktplein. U kent die soort prentjes. Zo'n ansicht kaart hebben ze toen naar die jon gen van dat schoolblad gestuurd, met de groeten van de routiers. FABRIKANTEN van rugzakken in het meer goedkope genre, wordt verzocht iets te ver zinnen op de aanhechting van de schouderriem op het rugvlak. On deraan in de hoeken gebeurt er nooit iets. maar bovenaan Het ongeluk gebeurt bij voorkeur bij meisjes, die dan hulpeloos rond kijken als het stiksel heel langzaam losgaat en de zak naar beneden kie pert- Sommigen vragen om 'n touw waarschijnlijk zonder te weten, wat je er in dit geval mee moet doen. De jongens zijn reuze solidair. VOOR HUIZE ST.-JOZEFZORG te Esch, dat is een rustig gelegen pension voor oudere mensen, lag een mooi bijgehouden gazon, langs tweekanten een strook rozenstrui ken. Toen het verbroederingsfeest begon liep de boeman van het dorp rond om te zien of niemand zijn schoenzolen op de fraaie grasmat had gezet. Allemaal netjes langs het randje blijven staan. Op het einde toen het bovendien te donker was om rozen, grint en gras van elkaar te onderscheiden, hosten er een man of vierhonderd over het gazon, rond mgr. Bekkers. Zondagmiddag spraken we de bur gemeester of hij al naar het gazon met de rozenstruiken was gaan kij ken. Die zaak had hij maar tot de vol gende week laten liggen. Bovendien vond hij dat de pastoor op de eerste plaats moest gaan kijken; die had de trekkers binnengehaald. Als ik me de gezichten herinner van die burgemeester, die pastoor en die nonnetjes-eigenaressen, geloof ik wel dat de sporen van zoveel op rechte vreugde met begrip zuilen worden uitgewist. NAKLETSEN tot diep in de nacht na een mooie dag is een schoon ding. Maar geen medaille heeft zo n sombere keerzijde. De andere dag kan je bijna het stro en het hooi niet uit. Maar wat het gezond ver stand niet vermag, vermag wel een koe. Bij aankomst van een groep in een boerderij om er te overnachten vroeg de boer om stilte en rust. De jongens sliepen boven een koe die aan het kalven was. Waarom ook niet solidair met de koeien? DAGELIJKS WORDEN stromen van woorden over ons uitgegoten. We be hoeven 's morgens de knop van de radio maar aan te zetten en het be gint al: de nieuwsberichten. En verder afwisselend de gehele dag door. Dan hebben we nog de kranten, welke thuis bezorgd wordenwaardoor we op de hoogte gehouden worden van de wereldgebeurtenissen, beschouwingen worden gegeven over godsdienst en politiek en ik weet al niet wat. Al gauw zijn we dan ook geneigd het woord, hetzij geschreven, hetzij gespro ken te beschouwen als een mededeling van gedachten. „Ik zeg iets aan iemand", wil dan zeggen: ik deel iets mee. In de H. Schirft heeft het woord een enigszins andere functie, zonder de betekenis van mededeling te willen uitsluiten. Daar betekent het op de eerste plaats aanroep, oproep. Als er dan gesproken wordt over Gods Woord, zoals dit gesproken wordt via de pro feten of het ongeschapen Woord van God, dat vlees geworden is, dan is hier ook op de eerste plaats mee bedoeld: God roept de mens aan. Het woord is hier dynamischer dan in onze aller daagse betekenis. Als God iemand aanroept, dan moet degenendie aan geroepen wordt luisteren, en dat niet alleen: hij moet gehoorzamen, hij moet zich overgeven, hij moet tot God toe treden, hij moet geloven. Dat zijn al lemaal woorden, waarmee in de Schrift de reactie van de mens op Gods Woord, wordt uitgedrukt. Dat alles zit dus in het woordje geloven in. Geloven is dus niet uitsluitend of zelfs niet op de eer ste plaats een voor kennisgeving aan vaarden, wat God mij meedeelt, maar tegelijk en vóór alles een zich overge ven. Wanneer in de Schrift staat, dat het geloof uit het gehoor, uit de Pre diking is, dan wil dat zeggen, dat God tot de mens spreekt in het mysterie der christelijke Prediking, via dit mensen woord gesproken door de heraut van God, de gezondene dat Gods Woord is. ER ZIT ZO in het geloven iets dy namisch in: men luistert en geeft ge hoor", keert zich naar Christus. De geloofsbeslissing, welke dan ook ge vraagd wordt, is altijd op een of an dere wijze een bekering, een „om keer". De mens, die echt luistert naar God en Zijn Woord, keert zich om, treedt uit de toestand van zondigheid. Dat wil niet alleen zeggen, uit de dood zonden, de dagelijkse zonden, maar uit geheel de overtollige gehechtheid aan deze wereld, het formalisme, de routine. Daarom noemt men het ge loven ook wel een ontmoeting met Christus, met God. Daaruit vloeit een persoonlijke geloofshouding voort, welke langzamerhand moet doordrin gen tot in het gehele leven, dit leven moet ordenen en onder de God van het Heil plaatsen, zodat van de chris ten werkelijk kan gezegd worden, dat hij leeft vanuit het geloof, vanuit deze ontmoeting, vanuit deze persoonlijke verbondenheid. Dat is dan ook wel heel iets anders dan het geloven als „we geloven het wel", zoals we dat bij vele christenen vinden. Dit is gewoon een karikatuur van geloven. Een ge loof als wij bedoeley. houdt de christen niet rustig, maar roept hem tot de daad om consequent te zijn, roept hem tot de persoonlijke liefde en tot daden van liefde. Iemand, die zo gelooft, kan geen rustige burger meer blijven, die het geloof hoogstens interessant en belangrijk vindt, maar hij moet iets doen, heeft geen rust meer. Er is vroeger al eens gereageerd op deze pagina en deze rubriek door iemand, die meende, dat, wanneer de christen niet op de eerste plaats, zich zou trainen en offers brengen, hij pas sief zou worden- Het tegendeel is het geval: iemand die zich overgeeft aan Christus, werkelijk IN Hem gelooft, staat gespannen, om geheel zijn leven roekeloos in dienst van Christus te stellen. Een dergelijk geloof vraagt vanuit dit geloven juist de hoogste ac tiviteit, roept alle zedelijke krachten van de christen op. H. B. Waar liefde is en genegenheid, daar Is God. (Uit de liturgie van de openings plechtigheid). Enige maanden geleden schreef een leer ling van het Triniteitslyceum te Haarlem een zeer negatief en pessimistisch artikel over de te houden Pax Christi-tocht die zondag jl. werd gesloten. Hij heeft bepaald een vooruit ziende blik gehad, want het was zaterdag 12 april snert op de Parade in Den Bosch, maar dan heerlijke snert, die de B.B. in grote hoe veelheden verstrekte aan de ruim 1000 hon gerige routiers. Als ik zeg, dat deze eerste Voettocht van jonge mensen hier in ons land een succes is geworden, dan is dit nog maar zwak uitgedrukt. Neem bijvoorbeeld kapittel 8, van Route V. Deze kleine groep bestond uit 12 meisjes en 8 jongens, afkomstig uit het hele land, van Groningen tot Heerlen en van Nu'.and tot Ruurlo. Niemand had elkaar ooit tevoren gezien of gesproken, maar donderdag avond, toen we bij elkaar kwamen was het na een uur al, of we elkaar jaren kenden. Hier is het overtuigend bewijs geleverd, dat de jeugd van nu nog wel degelijk weet wat naas tenliefde en solidariteit is. De kameraadschap onder elkaar was overrompelend en ontroe rend. TOT VOLGEND JAAR Ik overdrijf niet wanneer ik beweer, dat iedere tochtgenoot voor zijn medetrekker door het vuur zou zijn gegaan. Er is veel gebeden, aandachtig en dringend, veel gedebatteerd, veel gelachen ook. Iedere deelnemer verzucht te bij het slot: „Duurde het nog maar langer". Toch was er geen opgejut enthousiasme, geen opgedreven hysterie. Maar al lopende en pra tende met elkaar, terwijl af en toe de sneeuw in je ogen dwarrelde of de zon de machtige bossen in een vurige gloed zette, kwam je tot het besef wat het betekent, een naaste te heb ben. De echte christelijke liefde bloeide weer puur en rein op in zo'n ontstellende schoon heid, dat je er warm van werd. Zó, stel ik me voor, was het in de eerste eeuwen, toen het woord christen" geen holle frase was, maar dieplevende werkelijkheid. Geen wanklank werd gehoord en de centrale post in Den Bosch kon met de armen over elkaar zitten, zo per fect was de organisatie, zo uitstekend kon men met elkaar overweg. Volgend jaar komen deze routiers niet meer in aanmerking voor deze tocht voor eindexamenkandidaten, omdat ze dan al geslaagd zijn. Maar iedereen zei zo vol vertrouwen: „Tot volgend jaar", dat ik der.k, dat de leiding van de Pax Christi wel zal zwichten voor deze enthousiaste drang. HARRY C. M. VAN SEUMEREN Schietbaanlaan 84b, Rotterdam. Zijn we de vorige week in meer dan een opzicht met Toon Hermans ge ëindigd, deze week willen wij vrij naar Wim Kan beginnen met de uitroep: ,,'t Was me 't weekend wel, lieve mensen, 't was me 't weekend wél". Maar zelden hebber, wij een toon zo hoog horen aan slaan en terecht moeten wij zeggen. We hebben hem gezien en gehoord van al zijn kanten en dat zijn er heel wat. Hoe veel mensen zullen hem niet gezien hebben? Ook zij immers, die geen tele visietoestel bezitten hebben er een op gezocht, indachtig het woord van Wim Sonneveld „De börre zörge drevör" Het is wel verbluffend, dat een man, die geen Wim heet en die bovendien geen tandarts is het zover gebracht heeft in de lichte-muze-wereld en hij gaat het nóg verder brengen. „Breng het niet te ver" zouden we Toon Hermans willen vragen, waarmee we natuurlijk niet wil len zeggen, dat we hem zijn succes mis gunnen. Integendeel. Persoonlijk ge loven wij, dat het nog ooit inderdaad de moeite waard gaat worden, aandach tig de stoel te bekijken, waarop slechts de zuster van deze man gezeten heeft. In dit geloof gaan we over tot de en springen daarmee van Toon gelijk over op Abe en Faas en Coen, die ook al «gezorgd hebben, dat we in het afgelopen weekend niet met lege handen zaten. Slechts zelden, bij ons weten, hebben de Nederlanders in de hel van Deurne zoveel zachte eieren gekookt en de ro de duivels waren in het zachte lentezon netje zo mak als lammetjes, hetgeen overigens maar weinig aan het glans van de overwinning ontnam. Zelden heb ben we na afloop ook de Belgische top mannen zo horen jubelen overhet Nederlandse spel, over het algemeen gespeeld door mensen, die het ook ver gebracht en gehaald) hebben. Eerlijk gehaald dan altijd in een rui ge, sportieve strijd om het bestaan. Twee robuuste knapen in Rotterdam wilden het minder sportief proberen. Zij hebben een taxichauffeur van achte ren bij de keel gegrepen en hem dusda nig toegetakeld, dat deze laatste door de geneeskundige dienst behandeld moest worden. Nu vinden wij, om het eerlijk te zeggen, dat een man, die van achteren bij de keel gegrepen kan wor den, zich al veel eerder onder behande ling had moeten stellen, maar ja, er zijn van die mensen, die altijd wachten tot het te Iaat is. De twee duistere sujetten zijn inmiddels ook gegrepen. De één 'ge woon van voren bij de neus, de ande re daarentegen van onderen in zijn kraag. „(Ver)grijp u rijk" hebben die twee gedacht, maar de politie dacht er anders over. De Spoetnik 2 is zo goed als zeker naar de maan. wat in dit speciale geval wil zeggen, dat het voorwerp vermoedelijk in zee is gestort. De bemanning vap een Nederlands schip heeft de kunstmaan vermcedeiijk zien vallen, maar daar zij In de buurt van het Maagdeneiland voe ren, geven wij om die mededeling geen snars. „Jonges daar valt de kunstmaan" riep de kapitein, want hij had geen mas ten genoeg, om er al zijn bemannings leden aan vast te binden, om zo aan de lokroep van de sirenen te kunnen weer staan. Zo iets zal het heus wel geweest zijn. Hemeltjelief, wat dwalen we weer afschuwelijk af. Terwijl de lucht zo goed als zeker vol zit met radio-activi teit, ten gevolge van een mislukte raket proef van de Russen, zitten wij ons ge zapig met de mythologie bezig te houden. Dat geeft toch geen pas. Op zo'n ma nier is het dode spoor af en de schilders willen het grondontwerp van hun C. A. O. gedekt zien met een ministerieel tintje. Al met al blijkt wel dat „het trekken van Suur- hoff" minder wordt gewaardeerd dan het „Trekken van Drees" om die uit drukking dan maar weer eens te ge bruiken. Ja excellentie, de tijd vliegt. Nu is het alweer Hoe is het mogelijk, dat de mensen zich problemen scheppen rond de vrije tijdsbesteding. Alsof de tijd te splitsen is in werktijd en vrije tijd. Hoe kunnen de mensen tijd over houden, vragen wij ons af. We kunnen het niet genoeg her halen: De mens heeft de tijd niet in handen, maar de tijd heeft de mens in de hand. De tijd laat ons geen vrije tijd, ze laat ons hoogstens de tijd, om iets te doen, dat niet onder het hoofdstuk „werk" is onder te brengen, maar onder het hoofdstuk „rust" of „ontspanning". Die hoofdstukken blijven hoofdstukken en geen naschriften of aanhangsels of iets van dien aard. Vrije tijd is geen tijd, waarin we vrij zijn, het is hoog stens tijd, die we vrij kunnen besteden, zonder dat ons hiertoe opdrachten door derden verschaft worden, maar beste den moeten we haar. Als u des avonds thuis komt, moet er iets van u uit gaan. Neem eens een voorbeeld aan meneer van Drumme ien? Kent u meneer van Drummeien? Nou als die 's avonds thuiskomt gaat er iets van hem uit. Zijn jas en zijn hand schoenen. Later gaat er nog meer van hem uit: zijn colbertje, zijn schoenen en zijn sigaar een paar keer. Kijk, dat Is nu wat we hebben moeten. Ook in uw vrij te besteden tijd moet er iets van u uit gaan. Een verkoper, in dienst van een waren huis in Haarlem heeft f. 130.000 aan goe deren ontvreemd bij zijn werkgever en heeft daarmee zijn werkgever handen vol werk gegeven. Het schijnt nl. nogal een ingewikkelde geschiedenis te zijn, waarin de verduisteraar ook zijn buurafdeling betrokken heeft. Het schijnt dat het administratiesysteem daartoe voldoende ruimte liet; de in- en verkoopchef van de afdeling heeft ook meegedaan met verduisteren, onder het motto „Verduister en Deel". De volle melk krijgt rode capsules, om het onderscheid te vergemakkelij ken. Dat wordt een rode kroon op het werk van minister Vondeling. Als er nu nog kopers komen ook voor die melk, dan is ie voor zijn roodkoperen. „Twee flessen rood" kunnen de huisvrouwen voortaan zeggen, als ze twee flessen vol le melk willen hebben. Al meer hebben wij betoogd, dat melkboeren een kleur rijk bestaan hebben. Daar wordt ge beld. „Wie is daar?" roepen wij. De voor we er erg in hebben, want de tijd staat niet stil. Hij rent maar verder en verder en door, verblijft nooit 1 secon de op dezelfde plaats, want gedurende die seconde is hij al op weg naar de vol gende. Hij is wel een eigenaardig huwe lijk, dat vader tijd en moeder aarde met elkaar gesloten hebben. Sneller dan het geluid gaat de tijd, want voor 't woord „tijd" is uitgesproken, zitten we alweer in een andere tijd. Wel hebben de men sen 'n hoeveelheid tijd bij elkaar 'n se conde genoemd, en een grotere hoeveel heid tijd een minuut en zo zijn er dagen, maanden en jaren en heeft men zich de illusie geschapen, de tijd te kunnen bij houden. Als het westen zegt in te stemmen met spoedig ambassadeursoverleg in Moskou, dan is „spoedig", als u dit dinsdags in de krant leest, toch al weer spoediger dan de sprekers het bedoeld hebben. Is het misschien daarom, dat de men sen nu en dan eens willen lachen, om tijdloze mopjes in hun krant? Want dat is zo. De mensen willen eerst om hun krant gelachen hebben, alvorens haar mee te geven aan de Liefdewerk-oud papier-man of vóór haar te gebruiken als onderlegger voor de Petunia of de Clivia of andere planten, genoemd naar straten uit de bloemenbuurt. Is het daarom, dat men het niet zo nauw neemt met de ingestelde maxi mum-snelheid? Is het daarom, dat we nu maar snel overgaan tot de klinkt het onder aan de trap en wij haasten ons de nieuwe dag met de no dige plichtplegingen binnen te halen, evenals trouwens het nieuwe nummer van „Zonzij", waarin weer een royale pagina gewijd wordt aan „Televisie in de ziekenkamer". Heeft u eigenlijk nog een bedrag gegireerd voor ons tele visietoestel voor een zieke? Of had u het willen doen en is het er bij ingeschoten? Het kan nog steeds. Het nummer is nog steeds 319082 t.n.v. Kath. Nat. Stichting „De Zonnebloem", Breda. En dan op het strookje „Steunzender Zonzij". En nu praten wij er beslist niet meer over, omdat we weten, dat als u ook maar even in staat geweest was, om iets te geven, dit ook gedaan zou hebben. Dus nu voor het laatst: „Laat er iets van uitgaan". Persoonlijk vinden wij de vrijdag al tijd ietwat feestelijk. We zouden niet kunnen omschrijven waarom of waar door, maar wij voelen het altijd zo. Mis schien, omdat het weekend reeds in de baklucht hangt? Of zou het komen, door dat degenen, die een weeksalaris genie ten, dit vrijdags krijgen uitbetaald, het geen onwillekeurig zijn weerslag vindt, op degenen, die een maandsalaris ont vangen? Week en maand, ook al van die dingen, uitgevonden, om de illusie te wekken de tijd te kunnen bijhouden. „Hoeveel sne den snijdt men van een heel brood?" was een raadsel, dat onze grootmoeder ons vroeger met veel plezier placht op te geven. Om haar een plezier te doen raadden we iedere keer zo rond de vijf entwintig en iedere keer kwam dan weer het antwoord: „Nee, want als er een snee af is, is het geen heel brood meer". Vroeger hebben we altijd met haar meegelachen, maar later zijn we bij deze soms afschuwelijke, soms ge ruststellende wijsheid, stil geworden. Als de mensen gemiddeld rond de 70 jaar leven, leven ze dan inderdaad 70 jaar of zijn ze spoedig uitgeleefd, om verder geleefd te worden? Wat doet men in zijn vrij te besteden tijd? Zingt men op een koor, of zinkt men in het niet? Speelt men toneel of speelt men roulet te? Ligt men in of licht men op? Koes tert men een wens of koestert men een mens? Rookt men of stookt men? Leest men Bomans of romans of iemand de les? Kaart men of staart men? Luis tert men of fluistert men? Of doet men niets en wacht men de hele vrijdag avond op de hoewel we feitelijk nog niet over de dinsdag zijn uitgepraat? Is het daarom, dat wij ons nu reeds verheugen op de komende vakantie, een veertien dagen lange tijd, waarin we ons niets van de tijd behoeven aan te trekken. Veertien dagen lang duurt onze vakantie; nee we zeggen het verkeerd: veertien da gen lang zal onze vakantie duren, maar slechts één tel hebben wij de volle veer tien dagen vakantie, waar wij recht op hebben. Is het nog geen tijd, om naar de donder dag over te gaan? O nee, de tijd geeft ons nog even gelegenheid om een paar woensdagse nieuwtjes uit het geheel te lichten. Minister Suurhoff heeft ook last met de tijd. De leden van de Eerste Kamer zijn van mening, dat het veel te lang duurt, eer er besluiten vallen o. a. t. a. v. nieuwe loonregelingen. Volgens de heer Van Wingerden (P. v. d. A.) wordt de stemming onder de werknemers gron dig verpest; niet zo parlementair uit gedrukt dus, maar wel duidelijk. Alle boontjes, die om hun loontje komen, worden op „Sociale zaken" in de week gezet; op het vuur komen ze echter niet. Op de „Suurhoffelijke" behande ling wordt weinig prijs gesteld; de bouwvakkers willen spijkers met kop pen, de spoorwegmensen willen van het en op de wekelijkse uitsmijter, die dit maal komt aangonzen, rond de lees- lamp, in de vorm van een botanicus. Zeg nu niet „nou is de boot aan", maar luister liever naar het verzoek van die hommel, dat deze u stelt onder het motto: „Onbeleefd doch dringend": In Hoedekenskerke woont een Hom mel, Die planten opspaart in een trommel. Hij is dit ding nu bij Stavoren Van achter op de fiets verloren. Op het blik staat slechts vermeld: Eén gulden vijftig statiegeld. Dan Is het hier en daar wat kaal. Maar verder is het heel normaal. Mocht U dit blije mijn beste vrinden. Vandaag of morgen misschien vinden, Blijf af!! van die plantjes met ie vlerken En stuur ze op naar Hoedekenskerke. Wees wijs en adresseer de bus Aan hommelus botanicus. van de Mapro-spiraal" geeft U de zekerheid K dat Uwgordijnen onberispelijk strak hangen, zonder moeilijkheden met -doorsteken. De geoctrooieerde gordijnspiraal MAPRO N.V 't HERTOGENBOSCH

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 11