Jongeren uit veertien landen na de internationale ontmoeting van jonge Christen-Democraten |y* MSBfe WERELDBESCHOUWING of GESCHIEDENIS! WEEKhartig flag 2 KLAUCK: ÏK AC"- G"»ksLa- JEAN MARGINIER: Mensen van morgen heden ^dalverscheidenheid hindert Europees contact ">o F Wij moeten elkaar verstaan KUNST-, ANTIEK- en INBOEDELVEILING N.V. VENDU NOTARISHUIS N errarini: piti DAGjesmens ZATERDAG 10 MEI 1958 PAOTNA H - Ml m WK ha "2!Pk 9m lü m II5 M iH II— Christelijke levenshouding MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG Wij willen nog eens een te rugblik werpen op het tiende congres van de Internatio nale Unie van Jonge Christen Democraten, dat in de eerste helft van deze week in het Kur- haus te Scheveningen is gehou den. Jongeren uit veeertien Eu ropese landen zaten gedurende drie dagen broederlijk naast elkaar aan lange tafels, die voorzien waren van een inge wikkelde technische installa tie, die elke deelnemer in staat stelde door middel van een koptelefoon het gesprokene te volgen in het Frans, Duits of Nederlands. Onder de ongeveer zestig jongeren bevinden zich een aantal vertegenwoordigers van bannelingen uit Oosteuro- pese landen. Er waren ver schillende delegaties die uit sluitend uit mannen bestonden. De Belgische groep vormde met haar drie vrouwelijke re presentanten een grote uitzon dering. Wanneer men een blik in de congreszaal wierp, rees de vraag wat men in de po litiek eigenlijk onder jongeren verstaat. De gemiddelde leef tijd der deelnemers kwam eer der in de buurt van de dertig dan van de twintig. Er is natuurlijk op dit con gres veel gesproken. Daar is het een congres voor. De Fransman gaf uiting aan zijn aangeboren gevoel voor „char mante" breedsprakigheid; de Italiaan bet 'n stroom van me lodieuze rollers in de zaal klin ken; de Duitser legde met zwa re woorden de meest urgente vraagstukken aan de deelne mers voor; de Nederlander bleef zakelijk en nuchter. Wie waren er op dit congres? Om een indruk te geven van de deelnemers hebben we een ge sprek gehad met een Italiaan, een Fransman en een Duitser. 'iï' - .'tóvSgf«3§: V 'A 1 Qoe ,a.Uck uit Berlijn vertelde x>, ^as v v°°r het Nazi-regiem An de christelijke jeugdbe- °en hitler aan het bewind Ion, tl- in organisatie opge- vde Hitler-jugend. In de b"getld bleef de groep van i;Mae^n' ^ritz zelf werd de lei- 3 de ionge Klauck gedroeg 19^q z°als de Nazi's wilden en li ^tiisafVVerd hij dan ook uit de ■(At Sestoten. Als soldaat hij6*1 de' 2 aan het front gestaan. v0t>rlog vo°rbij was wilde rn0rn^e8e de slechte erva- iit,;ltleh bcrr u Nazi's niet meer ^Uö'thatie ern°elen. Maar de nieu- %(Mlsten pln Herlijn waar de com- te f °ok„ en zeer grote activiteit too ?6den Fritz er tenslot- her' hesluiten „daar iets te- ^){jV®r t ziin familie woont VH0ftictat len". Hi;> koos de 'Itn hdom naar zÜn ervaring het i4>d alleen een werkelijk h. Fr„°Phet communisme kan secroAS.nu 35 iaar en alge" 'hg ^etaris van de Berlijnse CDU. Deze rasechte 'PeSe lniegrwlie noodzakelijk sht>o geharende handen en Vatl Duits-Italiaanse '0°e hr 6rtelde plno Ferrarini d'1 °V6r de Europese vraag- Ot eacllt- He 26-jarige Pino is AsiarSiteit hezoekt de beroemde ï;CQ in zijn woonplaats Pe- Selede °mie is zi^'n vak" Vi:'f ^ij A 's hij zich met poli- iezigkou'den en thans is van de jongeren-af- r' tjjjj e Hemocrazia Cristia- \Ht;elt .^ict. Waarom hij „in A Qtlldat iS §egaan?" „Misschien ''^aar' 6r van houd", zegt Pi- hiojj dat j, Ook omdat ik gezien *\t VJHë me' gr°te proble- Sebo,C 1 en dat er nog veel pino6n20 voegt h'3 er" 'e vindt de Europese in- Kti Jdzakelijk omdat door rrih3 veel sterker staat. ^k'ahde Crking tussen de Euro- Zal in het begin niet „Wij Italianen moe- j n'et zien als „de eer- St^heten0 de Europese eenheid. ®r alleen maar aan ïtaug V°°r een S°ede inte- ^Or^j dit de moeilijkheden - 6«io n -- - gehaald. Ons eerste is ja ^et kader van de in- even"0 en Zuid-Italië met r6,V Pi ^cht te brengen", zo Zui<i-Italië is nog hiQgj. arm. Op landbouw- k\i?, hee: wat gemoder- \ja en. Voorts is ook in- 6'd6 vdn .n°0,dzakelijk. De eco- 'q lak® moet omgescha- Het Noorden heeft ,hQg i dustrie maar ook daar verbeterd worden. ®r. °k op het gebied 1 Ie Tot veel moet ver- klass. nu toe is de studie t'6 «ia ge°riënteerd en he- S l h ien, Praktisch. Wat hebben t( Otlorrii' rnaar niets van tech- 'A hioet etlz afweet? Ook de „1- L etl geschoold worden. tir."1' oQk 6le Problemen, maar Vl"aag eetl dynamische jeugd X >dCkken Wil aanpakken, k et ?j. economie en zal d khf, e aan de opbouw van netl bijdragen. sinds 1701 in deze stad is van mening, dat een goede verhouding tussen Frankrijk en Duitsland de grondslag vormt voor een sterk Europa. „Als men de oorlog heeft meegemaakt, heeft men gezien wat een waanzin het is", zo antwoord de Fritz op onze vraag hoe hij over Frankrijk dacht. Het Europese contact ondervindt hinder van de taalverscheidenheid. Ook Fritz Klauck vond dit een probleem waar wat aan gedaan moest worden. „Ik ben er voorstander van, dat in Duitsland elk kind op zijn minst één vreemde taal leert. Maar van de kant van de liberalen komt hier tegen nogal verzet. Ik heb me voor genomen om me speciaal met dit vraagstuk bezig te houden en er voor te werken, dat dit idee tot uitvoering wordt gebracht", zo zei Fritz. Of hij hierin zal slagen? Het feit, dat Fritz Klauck medeoprich ter is van de vrije universiteit van Berlijn, die thans een grote bloei kent, geeft vertrouwen in hetgeen hij onderneemt. Jean Marginier komt uit Troyer in het departement Aube. Hij is 27 jaar oud. Jean is boekhouder. De politiek is nog iets heel nieuws voor hem. Pas een zes maanden ge leden is hij er zijn aandacht aan gaan wijden. Hoe dat zo gekomen is? De chef van Jean is de oprich ter van de jongeren-equipe in het departement. Vanzelfsprekend werd er op kantoor dus af en toe over politiek gesproken. Op een keer, nu ongeveer zes maanden geleden, nodigde zijn chef Jean uit om een bijeenkomst van de equipe bij te wonen. Hij werd toen gegre pen door de idee van de Europese samenwerking en de christen-demo cratie. „Ik heb nog helemaal geen politieke ervaring. Alleen weet ik als Fransman, dat ik moet samen werken met de burgers van de an dere Europese landen en vooral met de jongeren. We moeten in Europa een groot en sterk blok vor men", zo zei Jea-n ons. In Frankrijk is de politiek heel anders dan bv. in ons land. Iemand die hier lid is van de Nederlandse equipe van de UIJDC is tevens lid van de A.R. of K.V.P.-jongeren. Jean is geen lid van een politieke partij. Wel steunt hij de M.R.P. De jonge Fransman vertelde ons, dat er in zijn departement hard ge werkt wordt om de mensen de Eu ropese gedachte bij te brengen. Wij vroegen hem tenslotte hoe hij stond tegenover de Duitsers. „Hoewel ik jong ben herinner ik me de bezet ting nog heel goed. Het is niet ge makkelijk om te vergeten. Maar het is nu onze wens om dé Duit sers te verstaan. We moeten elkaar verstaan en we moeten vergeten", zo antwoordde Jean. De Italiaanse delegatie van jonge Christen.Dem.ocraten: geheel links Pino Ferrarini MENS? Dat is nu een van de vragen, die een kind kan stellen of een gek, als u aan het bekende spreekwoord wil vasthou den, maar die geen miljoenen wij ze mensen kunnen beantwoorden. En dat niet, omdat deze wijze men sen er geen belang in stellen. Wij mensen zijn vragende wezens. Een land begint er al mee, tot grote verveling of soms ontsteltenis van de ouderen, die verondersteld wor den het antwoord op al hun vragen te weten. Wat is dit en wat is dat? En de belangrijkste vraag is toch wel: wat ben ik? We kunnen uit de wereld, zoals deze ons verschijnt wel halen, dat de wereld er is voor de mens, dat alles in de mens zijn echo vindt, dat de sleutel van de natuur in de mens berust. Maar de grootste moeilijkheid zit hem juist daar: Wat is de mens? De mens is de sfinx, waarvan alle geslachten liet raadsel willen oplossen Overal vinden we in de geschiedenis van de mens deze vraag opduiken, en deze op een mythische of meer wijs gerige wijze beantwoord. En we zijn er nog niet achter. Met name zijn het de moderne wijsgeren, die, deze vraag weer eens uitdrukke lijk. aan de orde gesteld hebben, juist in een tijd, dat de kennis over de natuur zo is vergroot. Men voelt aan, dat de laatste oplossing van alles hier moet liggen. En hier en nu, zoals altijd, een wir-war van meningen en beschouwingen. Men spreekt dan over een wereldbe schouwing, een denken van de mens over wat „is" en over hem zelf. Nu is men ook graag geneigd de gods dienst een wereldbeschouwing te noemen, de wereldbeschouwing van de christenen, zoals men een we reldbeschouwing heeft van b.v. de Boeddhisten. En hier heeft men het toch eigenlijk wel een beetje mis. Zeker, het katholieke geloof is een leer, welke men eventueel in vraag en antwoord in een catechismus kan tezamen persen, maar met het gro te gevaar, dat men dan de plank ook wel een paar meters kan mis slaan. DE KATHOLIEKE LEER is een leer over een geschiedenis, over wat de God van het heil gedaan heeft aan en voor de mensen tijdens het bestaan van de mens op deze we reld. Wij kunnen dit niet weten, tenzij uit een boodschap. Evenmin als u uit uw eigen koker kunt ha len, wanneer Jan van Schaffelaar van de toren sprong en kneuzingen opliep, waardoor hij stierf. Het gaat in het katholieke geloof over de ge schiedenis van Gods heilsdaden aan en voor de mensen. Dat begon al heel vroeg. Het Joodse volk, dat een lange tijd de draagster van deze geschiedenis was, heeft dit al gezien in de schepping, hoe God de mens schiep naar Zijn beeld en gelijke nis. We krijgen de geschiedenis van Abraham en het Joodse volk met zijn zwerftochten door de woestijn en zijn moeilijkheden in het beloof de land. Een geschiedenis, die niet als een mier rondcirkelde zonder te weten waar naar toe of hoe, maar die uitliep op de „Dag des Heren", het komen van Christus, Zijn ster ven en verrijzen, toen het konink rijk Gods op deze wereld kwam. Daarom kunnen we zeggen, dat ge heel de geschiedenis van Gods han delen, dat is de geschiedenis van de Verlossing, van ons heil, zijn middelpunt, hoogtepunt en zelfs haar eindpunt kreeg door en in Christus. En, wanneer we bij het Evangelie telkens horen in de li turgie: „In Ulo tempore", ,J.n die tijd," dan verwijst dat naar een be langrijk moment van de heilsge schiedenis, naar Gods vrije daden voor de mens, welke we alleen uit een boodschap van God kunnen kennen. Daarom noemen we die boodschap van Gods handelen, waarin Hij zich openbaart, ook Openbaringen kunnen we een deel van de christelijke leer sa menvatten onder de titel: „Christus heri": Christus in het verleden. H. B. CRISIS HET JEUGDWERK HET LEZEN van het maart-april nummer van Dux (Katholiek maand blad voor vrije jeugdvorming) heeft ons aan het denken, of liever aan het overwegen gezet en ongetwij feld zijn we niet de enige. Het kan niet anders of velen heb ben tegen de achtergrond van hun eigen plaats in de jeugdvorming opnieuw dat brandende probleem „wat met het jeugdwerk" op de helling gezet, geleid door dit voor treffelijke en onder aanvoering van dr. H. M M. Fortmann forse taal sprekende Dux-nummer. Met enkele flitsen uit de bijdra gen willen we graag de aan de orde gestelde problemen preveleren. In een snel stromend proza op zich de moeite van het lezen waard stelt prof. Fortmann, recht uit het hart wat hij meent in het jeugd werk van heden te moeten consta teren: gebrek aan visie, aan waar lijk jeugdige mentaliteit die rijken wil over tradities naar het werke lijke heden waarin de jeugd leeft. „Niemand maakt mij meer wijs dat de jeugdorganisaties in deze be wogen cultuurperiode op de gang van zaken een invloed van grote betekenis hebben." En even verder ontwikkelt hij de stelling in o.i. voldoende genuan ceerde bewoordingen, ook al maakt de correcte schrijver in het eind nog een verontschuldigende opmer king over de mogelijke ongenuan ceerdheid bij dit schrijven uit het hart dat het juist het voorrecht van de jeugd zou moeten zijn te op- tèren voor het nieuwe, met alle risico's van dien. „Alles wat ge vaarlijk is, alles wat opspraak ver wekt. alles wat de verontrusting gaande maakt, vindt men elders!" Maar hij schrijft er dit bij. Er zou geen vraagstuk zijn indien de jeugdorganisaties zich beperkten tot de bij hen aangesloten jeugdi gen, die bijkans allemaal van Yizt traditionele type zijn. „Ieder van hen heeft het recht, te zijn zoals hjj is". Maar de leidingen hebben de pre tentie iets te betekenen voor alle jongeren. En dan stelt de schrijver dat het werkelijke bruisende leven, het werkelijke initiatief te vinden is buiten het huis van de jeugdorgani saties. En dat ergert hem in hoge mate, te meer daar er direct wan trouwen bestaat tegen elke outsi der die eens een initiatief neemt en er binnenskamers urén verdaan worden aan lastige competentie kwesties. Dan is de liefde voor de jonge mens waar het omgaat wel ver naar de achtergrond gedron gen. Nog een studie Schrijft prof. Fortmann boven zijn artikel: „Crisis in het jeugdwerk", mevr. dra. H. M. Dresden-Coen- ders schrijft boven haar bijdrage: „Is er crisis in het katholieke jeugd werk?" Dit is overigens meer vrou welijke fijngevoeligheid dan een niet zeker weten, In een historische studie over het jeugdwerk van voor de oorlog komt zij tot het kenmerk: „bereiken" dat sterk gegolden heeft voor de jeugd beweging in twijfelachtige zin, zo als zij het noemt, van welk type er verreweg de meeste gevonden wer den. De tijd van de jeugdbewegingen in engere zin (zie de felle Duitse jeugdgroepen van rond de eeuwwis seling) en van de jeugdbeweging in ruimere zin (zie de A.J.C. en aan vankelijk de padvindersbeweging) waarbij of de jeugd alleen of de jeugd geleid door volwassenen, maar allen gedragen door een strijd baar elan, afweek van de gebaan de wegen en op zoek ging naar nieuwe wegen was lang voorbij. De twijfelachtige jeugdbewegingen werden geconstrueerd door volwas senen als middel om hun pedagogi sche doeleinden bij de jeugd ingang te doen vinden. Dit noemt de schrijf ster „bereiken", van boven af aan trekken en naar volwassen hand zet ten. De methodiek werd meestal ont leend aan de succesvolle bewegin gen in engere en ruimere zin. maar volmaakt met een ander doel. Een frappante hoeveelheid be wijsmateriaal bracht mevr. Dres- den-Coenders in aantekeningen bij een, om van te riller soms, zo di rigistisch, zo getuigend van de on dubbelzinnige bedoelingen, vooral van klerikale kant, de jeugd te bui gen naar een ideaal model, met leuzen, liederen, beloften en acties in de trant van een echte van on derop gegroeide jeugdbeweging, maar het is echt alleen maar „in de trant van." Daarna is de schrijfster zo vrien delijk aan de lezer min of meer over te laten hoezeer dit bereiken nog in het naoorlogse jeugdwerk is terug te vinden. Het is alsof ze zich even vriendelijk terugtrekt om ons de conclusie te laten trekken hoe schrikbarend dit „bereikten" bij de volwassen jeugdleiding nog voorzit. Tenslotte formuleert ze de op dracht dat het heden veel meer gaat om een ontmoeten dan een bereiken. „Door alle verschillen van oude en nieuwe methoden heen, komt steeds duidelijker de geza menlijke opdracht naar voren om de jeugd in haar werkelijke en wis selende behoeften en in de werke lijkheid van haar situatie te die nen". Bij Fortmann heeft u al kunnen lezen dat het eenvoudig niet anders kan, want de jeugdbeweging be reikt heden alleen het traditionele type, dat is het meest meegaande, het minst moeilijke type, de trouw ste zonen en docMers der Kerk. En voor een jeugdbeweging die voor allen bedoelt te zijn gaat het daar nu net niet om. De jeugd laat zich niet meer bereiken, ze laat zich alleen ontmoeten. Om het nu eens heel anders te zeggen: je moet bellen aan hef huis waar jeugd woont tegenwoordig. En geen kruispolka willen laten dansen als het tijd is voor de Rock en Roll, maar dat is misschien on genuanceerd gezegd. In tegenstelling tot die van de luci fers, gloeit onze kop nog na van de feestelijke, zonnige week, die achter ons ligt. Als wij dat zo eens op ons ge mak nagaan, hebben wij al heel wat weekjes achter ons gelaten en langza merhand zitten wij alweer in de maand, waarin de natuur op haar schoonst is. Moeder Aarde maakt zich op voor het naderende zomerfeest Een extra bloemetje hier en een bui tengewoon kleurtje daar. Dat kan een sjieke beweging worden. In deze wetenschap gaan we over tot de waaraan ditmaal een niet geheel vol ledig bevoetbalde zondag is voorafge gaan, in verband met het bezoek van de Turken. Mooie mannen allemaal, die Turken in hun trainingspakken. At leten. om „u" tegen te zeggen en met „mijnheer" aan te spreken. Een beet je jaloers zijn we wel op deze lieden, temeer, omdat men tegen ons niet gauw meneer zegt. Niet dat we dat verlangen. O nee; maar het bevreemdt ons wel eens dat als wij voetballende jongens op straat in een doldrieste en speelse bui, de bal ontfutselen, er ge roepen wordt: „Hee laat dat gassie van onze bal afblijven met se paute" of dat (in andere gevallen) tramconduc teurs ons toevoegen: „Loop es een beetje door naar achteren" op een toon, die in stilte de vraag inhoudt: „En moet je vandaag niet naar school?". Het schijnt, dat we er angst wekkend jong uitzien en hoewel dit ons soms .verheugt, zijn we soms ook ja loers, op die forse mannen, die, voor de televisie nog wel, hun dure be nen en kunsten mogen vertonen. We hebben het fenomenale benenwerk ge zien van de Turken, het toch ook wel te waarderen kopwerk van de Nederlan ders en het minder te waarderen ach terwerk van de fotografen, die, even als de televisie-cameraman, de elftal len en face wilden hebben, met ver meld gevolg. We nemen het hun niet kwalijk, want tenslotte hebben zij er voor gezorgd, dat wij vandaag mooie plaatjes in de krant hebben, naast (natuurlijk) een berg berichten, w.o. dat van de overvallen bankloper in Groningen. De fantasie van de Amster damse bankloper destijds is werkelijk heid geworden. De dader heeft de man iets in de ogen gegooid, maar het is allemaal niet zo best gelukt. Dé 36-jarige dader is gearresteerd en het geld is terecht. Zo'n man hoort in de gevangenis thuis, in tegenstelling tot de ouders, die in het schoolbestuur thuishoren. De invloed van de parochie kerk mag in het schoolbestuur niet te groot zijn. Dit heeft professor Gielen verklaard. Met name de pedagogische betekenis van de school is zeer toege nomen, nu het gezin vertechniseerd is. Misschien heeft die man. die in Groningen shag in de ogen van de bankloper gooide ook wel op een school gezeten, die te veel onder invloed stond van het kerkbestuur. Ja, nee begrijp ons nu niet verkeerd. Wij willen alleen maar zeggen, dat kleine oorzaken gro te gevolgen kunnen hebben en dat het moeilijk is, de jeugd in het rechte spoor te houden. Als het maandag is wordt het vanzelf maar een kind wordt niet vanzelf vol wassen, temeer, daar immers volwas sen zijn niets met leeftijd te* maken heeft, maar meer een geestesgesteld heid is, die aangekweekt moet wor den. Als men verenigingen opricht, om de jeugd van de straat te houden, is men er niet, met die jeugd, tegen be taling van een toegangsprijs en binnens kamers, dezelfde onfatsoenlijkheden te laten uithalen, die ze anders buitens huis doen. U vindt dit een waarheid als een koe. Wij ook trouwens, maar soms blijkt dat niet iedereen van die waarheid overtuigd is. Als men een vereniging in het leven roept, waar de jeugd kan komen en gaan, wanneer zij dit wil, is dat te prijzen. Maar dat wil niet zeggen, dat als die jeugd eenmaal gekomen is, dat men haar dan maar moet laten gaan en dat men toe moet staan, dat zij zichzelf laat gaan. Een missiebisschop mag toch een gehoor verwachten, dat minstens even aandachtig is, als dat in zijn onderont wikkeld gebied. Zo hij in die verwach ting teleurgesteld wordt, omdat men hem slechts ziet als een hinderlijke onderbreking van het amusement, dan wordt het, dachten wij zo, tijd de jeugd dan maar liever te laten gaan, dan te laten komen. Als die jeugd het bestaat, de optredenden het werken door fluiten en joelen onmogelijk te maken, dan gedraagt zij zich niet al leen onvolwassen: zij is dan bovendien onfatsoenlijk. Ervaringen, die ons tot deze ontboe zeming nopen, worden gelukkig aan merkelijk verzacht door het bericht van vandaag, dat zes Kajotters uit de Afrikaanse missie zijn teruggekeerd, na er twee jaar te hebben gewerkt; prachtig werk hebben zij er gedaan en nog steeds volgen anderen hen na. zo dat het experiment van deze jeugdbe weging volkomen geslaagd mag heten. Onder meer bouwen zij mee aan een seminarie. Dat is spijkers met koppen slaan. De actie „Speel zelf", die onder auspiciën van deze beweging gehou den wordt, zet eveneens aan tot acti viteit. Dat is jeugdbeweging in de juis te zin van het woord. De AR. heeft een rapport samenge steld over de woningbouw en het huur beleid en stelt, dat onder de gebreken van het huidige woningbeleid vooral de gezinnen met kleine kinderen te lij den hebben. Hoe moeten de kleuters zich ontplooien, als ze niet genoeg ruim te hebben, om te groeien en zich uit te leven. Hoe kunnen zij devrije mid dag van de verantwoord besteden, als het weer minder geschikt is, om buiten te spe len? Hoe kunnen de kleuters en de wat oudere kinderen volwassen wor den, als hun dromen van de zonnige buitenlucht 's avonds in een donkere straat worden vermoord en als hun, in de huurkazernes alle fantasie wordt ontnomen? Problemen, die om een op lossing schreeuwen en die als ver zachtende omstandigheid gelden voor het gedrag, dat boven omschreven werd. Wij hebben allen een zware plicht in deze en de K.L.M. heeft al of niet bewust die taak verstaan en heeft een tekenwedstrijd uitgeschreven onder het motto: „Dit is miin land". Kinderen uit twaalf landen hebben hun tekeningen ingestuurd en de twaalf bes ten worden beloond met een reproduk- tie op de nieuwe K.L.M.-kalender en een reis. De boeren mogen vierkante kaas gaan maken en daar zijn we rónd vóór, want Duitsland zit daarop te wachten. Aan de vraag van onze Oosterburen kan straks voldaan worden. Het be drijfsleven krijgt door het nu reeds be kend maken van deze mogelijkheid de gelegenheid zich op de vervaardiging van het nieuwe model in te stellen. Ove rigens gaat Duitsland de invoer van kaas bemoeilijken. Dat is jammer, maar wie kaast moet de bal verwach ten. Het ziet er naar uit, dat koningin Elizabeth bij haar bezoek aan Schot land aan het einde van de volgende maand warm ontvangen zal worden. Warm in die zin, dat haar het vuur na aan de schenen gelegd zal worden. We hopen maar, dat de politie een en an der zal kunnen beletten en dat zal wel, want een Schot wordt meestal niet zo heet gebakerd gegeten, als hij zich zelf soms opdient. Intussen is toch wel gebleken, dat men daar in Schotland toch nog wel wat anders doet dan zwaarddansen, doedelzakspelen en drebbelduikelen. Dit laatste is een min der bekende bezigheid, die zijn oor sprong vindt in het daalderdobbelen, hetgeen weer nauw verband houdt met het doekjesdragen, wat enige overeen komst vertoont met het hier te lande nog wel opgeld doende spelletje „Nie mand zeggen, zakdoek leggen". We willen maar zeggen, dat alles wat in Schotland gebeurt, gezien moet wor den tegen de achtergrond van de histo rie en dat men wel'degelijk op de hoog te moet zijn, voor men zich een oor deel vormt. Het gaat niet aan woensdag een half oordeel te geven, als men, na enige bezinning, al of niet met be hulp van de spreuk van de kalen der meer beslagenten ijsco kan komen. Voor wij de donderdagse krant grij pen overwegen wij nog even een ge sprekje, dat we vanmorgen in de volle tram opvingen en dat gevoerd werd tussen twee meisjes van ongeveer rond uit 14 jaar. „Heb je de televisie ge zien?" vroeg de ene. „Nee", zei de andere, „maar het was geloof ik wel goed hè, Het was toch voor boven de veertien jaar?" „Nou ja, minder ge schikt voor jeugdige kijkers stond er bij" zei de andere „maar het was mie ters". „Jammer" zei de ander, „dat ik het niet gezien heb" en zij gaf het gesprek een andere wending, ver klarend, dat zij liever gewoon dood ging, dan te gaan lopen met die enge Rob, die haar n.b. gevraagd h«d mee te gaan naar een bijeenkomst v*n het Leger des Heils. „Hij is belazerd" zei de een. „En het is een engerd ook" zei de ander. Ja, ja, de jeuge oordeelt, beoordeelt en veroordeelt en dat is maar goed ook. Maar zo'n gesprekje is voor ons altijd weer een beroep op ons verantwoordelijkheidsgevoel t.o.v. diie jeugd. In de V.S. heeft de jeugd een nieuwe hobby. Zij vervaardigen raketten, een niet ongevaarlijke bezigheid, die nu door deskundigen in goede banen geleid gaat worden, want de ziekenhu' _.i hebben handen vol werk aan de slacht offertjes. Spelen s;et gevaar"'ke raket- jes is ongewenst. Serieus .bouwen aan gevaarlijke raketten mag wél, ja wordt zelfs wenselijk geacht. Zelfs hebben leerlingen onder leiding van een eer waarde zuster een raket met een muis de lucht in doen gaan. We moeten eer lijk bekennen, dit tot nu toe niet voor mogelijk gehouden te hebben. Norma ler vinden wij het, dat een muis het gedaan krijgt, een eerwaarde zuster een luchtsprong te doen maken dan andersom. Maar goed het is gebeurd, al weet men niet waar die muis te recht gekomen is. Misschien is ie wel van de donderdag naar de geschoten en misschien ziet hij de maan wel voor een (ronde) kaas aan, hetgeen zijn lijden wel iets zal ver zachten. De boeren hebben hun koeien ook de lucht in gestuurd; de frisse lucht wel te verstaan. Het weer van de laatste dagen is de grasstand zeer ten goede gekomen en nu zijn de koei en dan eindelijk, veertig dagen later dan gewoonlijk, de wei in. Wat een feest, wat een feest mensen en alsof de koeien ons in hun feest willen laten delen, maken zij bekend, dat er maandag a.s. vol le melk te krijgen zal zijn voor 55 k 57 cent en, zoals aangekondigd met een rode kroonkurk. In het R.A.I.-gebouw in Amsterdam tonen in de komende week uitvinders hun ontdekkingen Er is een strijkijzer te zien, waarmee men alle stoffen kan strijken, zonder glans te veroorzaken. Zelfs fluweel en velours en zelfs de gele trui die Daan de Groot in Spanje veroverd had. Volgt u ook de ronde van Spanje? Dan weet u, dat Daan nu is uitgevallen en dat de gele trui na tuurlijk ook niet meer om zijn dood zieke schouders hangt. Het is jammer, maar hij weet tenminste waar ie aan toe is, in tegenstelling tot de gemeen te-ambtenaren. die graag zouden weten, waar zij aan toe zijn, wat be treft hun salaris. Langzamerhand acht de voorzitter van de Landelijke Hoofd groep Gemeenteambtenaren een gesprek zinloos en laten we er nu dan ook maar niet verder over praten en net doen alsof er niets aan de hand is met on ze jeugd, met onze kaas, met onze Daan, met de Schotten en met de amb tenaren. Slechts de wekelijkse uitsmij ter boezemt ons vandaag, nog belang in en waarom zouden we hem ditmaal niet in het kader plaatsen van „Fotografeer Veilig Verkeer". De veilig heid immers ligt ons na aan het ha/1, dus hier komt ie dan die uitsmijter onder het motto: „Knip, ik heb je": Eens zag een aap, nabij De Bilt, Een bordje „Overstekend wild" En dacht, ik heb het al bekeken En ga lekker wild oversteken. Een juist passerend wegenwachter Zag die ongure wetsverkrachter Daar huppen door het snelverkeer En ook de mensen van het weer U weet het wel, die brave lieden Van onze hoge-druk-gebieden Zagen die aap bijna belanden Onder twee dikke autobanden. Van alle kanten kwam er hulp, De aap kroop ijlings in zijn schulp Maar kwam tot slot en tot besluit Uiteindelijk de mouw weer uit. Waarna hij dromerig verklaarde, Terwijl hij in de verte staarde Voorlopig krijg je mij nog niet Onder je hoge-druk-gebied. Waarna gezamenlijk werd gezongen O, aap, wat heb je mooie jongen. VOORLOPIGE AANKONDIGING uit verschillende Nalatenschappen op 5 JUNI 1958 e.v. dagen. Inzending voor deze veiling van belangrijke objecten of nala tenschappen is nog mogelijk tot 17 MEI a.s. Voor inlichtingen en voor taxaties wende men zich tot de Veilingdirectie Dir. Makelaar J. P. A. Koks HARINGVLIET 96 ROTTERDAM TELEFOON 122440

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 11