Jongeren uit veertien landen
na de internationale ontmoeting van jonge Christen-Democraten
|y*
MSBfe
WERELDBESCHOUWING of GESCHIEDENIS!
WEEKhartig
flag
2 KLAUCK:
ÏK AC"- G"»ksLa-
JEAN MARGINIER:
Mensen van
morgen
heden
^dalverscheidenheid hindert
Europees contact
">o F
Wij moeten elkaar verstaan
KUNST-, ANTIEK- en INBOEDELVEILING
N.V. VENDU NOTARISHUIS
N
errarini:
piti
DAGjesmens
ZATERDAG 10 MEI 1958
PAOTNA H
- Ml m WK
ha
"2!Pk
9m lü m II5 M iH
II—
Christelijke
levenshouding
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
Wij willen nog eens een te
rugblik werpen op het tiende
congres van de Internatio
nale Unie van Jonge Christen
Democraten, dat in de eerste
helft van deze week in het Kur-
haus te Scheveningen is gehou
den. Jongeren uit veeertien Eu
ropese landen zaten gedurende
drie dagen broederlijk naast
elkaar aan lange tafels, die
voorzien waren van een inge
wikkelde technische installa
tie, die elke deelnemer in staat
stelde door middel van een
koptelefoon het gesprokene te
volgen in het Frans, Duits of
Nederlands. Onder de ongeveer
zestig jongeren bevinden zich
een aantal vertegenwoordigers
van bannelingen uit Oosteuro-
pese landen. Er waren ver
schillende delegaties die uit
sluitend uit mannen bestonden.
De Belgische groep vormde
met haar drie vrouwelijke re
presentanten een grote uitzon
dering. Wanneer men een blik
in de congreszaal wierp, rees
de vraag wat men in de po
litiek eigenlijk onder jongeren
verstaat. De gemiddelde leef
tijd der deelnemers kwam eer
der in de buurt van de dertig
dan van de twintig.
Er is natuurlijk op dit con
gres veel gesproken. Daar is
het een congres voor. De
Fransman gaf uiting aan zijn
aangeboren gevoel voor „char
mante" breedsprakigheid; de
Italiaan bet 'n stroom van me
lodieuze rollers in de zaal klin
ken; de Duitser legde met zwa
re woorden de meest urgente
vraagstukken aan de deelne
mers voor; de Nederlander
bleef zakelijk en nuchter. Wie
waren er op dit congres? Om
een indruk te geven van de
deelnemers hebben we een ge
sprek gehad met een Italiaan,
een Fransman en een Duitser.
'iï'
- .'tóvSgf«3§:
V 'A
1 Qoe ,a.Uck uit Berlijn vertelde
x>, ^as v v°°r het Nazi-regiem
An de christelijke jeugdbe-
°en hitler aan het bewind
Ion,
tl- in organisatie opge-
vde Hitler-jugend. In de
b"getld bleef de groep van
i;Mae^n' ^ritz zelf werd de lei-
3 de ionge Klauck gedroeg
19^q z°als de Nazi's wilden en
li ^tiisafVVerd hij dan ook uit de
■(At Sestoten. Als soldaat
hij6*1 de' 2 aan het front gestaan.
v0t>rlog vo°rbij was wilde
rn0rn^e8e de slechte erva-
iit,;ltleh bcrr
u Nazi's niet meer
^Uö'thatie ern°elen. Maar de nieu-
%(Mlsten pln Herlijn waar de com-
te f °ok„ en zeer grote activiteit
too ?6den Fritz er tenslot-
her' hesluiten „daar iets te-
^){jV®r t ziin familie woont
VH0ftictat len". Hi;> koos de
'Itn hdom naar zÜn ervaring het
i4>d alleen een werkelijk
h. Fr„°Phet communisme kan
secroAS.nu 35 iaar en alge"
'hg ^etaris van de Berlijnse
CDU. Deze rasechte
'PeSe
lniegrwlie noodzakelijk
sht>o geharende handen en
Vatl Duits-Italiaanse
'0°e hr 6rtelde plno Ferrarini
d'1 °V6r de Europese vraag-
Ot eacllt- He 26-jarige Pino is
AsiarSiteit hezoekt de beroemde
ï;CQ in zijn woonplaats Pe-
Selede °mie is zi^'n vak" Vi:'f
^ij A 's hij zich met poli-
iezigkou'den en thans is
van de jongeren-af-
r' tjjjj e Hemocrazia Cristia-
\Ht;elt .^ict. Waarom hij „in
A Qtlldat iS §egaan?" „Misschien
''^aar' 6r van houd", zegt Pi-
hiojj dat j, Ook omdat ik gezien
*\t VJHë me' gr°te proble-
Sebo,C 1 en dat er nog veel
pino6n20 voegt h'3 er"
'e vindt de Europese in-
Kti Jdzakelijk omdat door
rrih3 veel sterker staat.
^k'ahde Crking tussen de Euro-
Zal in het begin niet
„Wij Italianen moe-
j n'et zien als „de eer-
St^heten0 de Europese eenheid.
®r alleen maar aan
ïtaug V°°r een S°ede inte-
^Or^j dit de moeilijkheden
- 6«io n -- -
gehaald. Ons eerste
is ja ^et kader van de in-
even"0 en Zuid-Italië met
r6,V Pi ^cht te brengen", zo
Zui<i-Italië is nog
hiQgj. arm. Op landbouw-
k\i?, hee: wat gemoder-
\ja en. Voorts is ook in-
6'd6 vdn .n°0,dzakelijk. De eco-
'q lak® moet omgescha-
Het Noorden heeft
,hQg i dustrie maar ook daar
verbeterd worden.
®r. °k op het gebied
1 Ie Tot veel moet ver-
klass. nu toe is de studie
t'6 «ia ge°riënteerd en he-
S l h ien, Praktisch. Wat hebben
t( Otlorrii' rnaar niets van tech-
'A hioet etlz afweet? Ook de
„1- L etl geschoold worden.
tir."1' oQk 6le Problemen, maar
Vl"aag eetl dynamische jeugd
X >dCkken Wil aanpakken,
k et ?j. economie en zal
d khf, e aan de opbouw van
netl bijdragen.
sinds 1701 in deze stad is van
mening, dat een goede verhouding
tussen Frankrijk en Duitsland de
grondslag vormt voor een sterk
Europa. „Als men de oorlog heeft
meegemaakt, heeft men gezien wat
een waanzin het is", zo antwoord
de Fritz op onze vraag hoe hij over
Frankrijk dacht. Het Europese
contact ondervindt hinder van de
taalverscheidenheid. Ook Fritz
Klauck vond dit een probleem waar
wat aan gedaan moest worden.
„Ik ben er voorstander van, dat in
Duitsland elk kind op zijn minst
één vreemde taal leert. Maar van
de kant van de liberalen komt hier
tegen nogal verzet. Ik heb me voor
genomen om me speciaal met dit
vraagstuk bezig te houden en er
voor te werken, dat dit idee tot
uitvoering wordt gebracht", zo zei
Fritz. Of hij hierin zal slagen? Het
feit, dat Fritz Klauck medeoprich
ter is van de vrije universiteit van
Berlijn, die thans een grote bloei
kent, geeft vertrouwen in hetgeen
hij onderneemt.
Jean Marginier komt uit Troyer
in het departement Aube. Hij is 27
jaar oud. Jean is boekhouder. De
politiek is nog iets heel nieuws
voor hem. Pas een zes maanden ge
leden is hij er zijn aandacht aan
gaan wijden. Hoe dat zo gekomen
is? De chef van Jean is de oprich
ter van de jongeren-equipe in het
departement. Vanzelfsprekend
werd er op kantoor dus af en toe
over politiek gesproken. Op een
keer, nu ongeveer zes maanden
geleden, nodigde zijn chef Jean uit
om een bijeenkomst van de equipe
bij te wonen. Hij werd toen gegre
pen door de idee van de Europese
samenwerking en de christen-demo
cratie. „Ik heb nog helemaal geen
politieke ervaring. Alleen weet ik
als Fransman, dat ik moet samen
werken met de burgers van de an
dere Europese landen en vooral
met de jongeren. We moeten in
Europa een groot en sterk blok vor
men", zo zei Jea-n ons.
In Frankrijk is de politiek heel
anders dan bv. in ons land. Iemand
die hier lid is van de Nederlandse
equipe van de UIJDC is tevens lid
van de A.R. of K.V.P.-jongeren.
Jean is geen lid van een politieke
partij. Wel steunt hij de M.R.P. De
jonge Fransman vertelde ons, dat
er in zijn departement hard ge
werkt wordt om de mensen de Eu
ropese gedachte bij te brengen. Wij
vroegen hem tenslotte hoe hij stond
tegenover de Duitsers. „Hoewel ik
jong ben herinner ik me de bezet
ting nog heel goed. Het is niet ge
makkelijk om te vergeten. Maar
het is nu onze wens om dé Duit
sers te verstaan. We moeten elkaar
verstaan en we moeten vergeten",
zo antwoordde Jean.
De Italiaanse delegatie van jonge Christen.Dem.ocraten: geheel links
Pino Ferrarini
MENS? Dat is nu een
van de vragen, die een kind kan
stellen of een gek, als u aan het
bekende spreekwoord wil vasthou
den, maar die geen miljoenen wij
ze mensen kunnen beantwoorden.
En dat niet, omdat deze wijze men
sen er geen belang in stellen. Wij
mensen zijn vragende wezens. Een
land begint er al mee, tot grote
verveling of soms ontsteltenis van
de ouderen, die verondersteld wor
den het antwoord op al hun vragen
te weten. Wat is dit en wat is dat?
En de belangrijkste vraag is toch
wel: wat ben ik? We kunnen uit de
wereld, zoals deze ons verschijnt
wel halen, dat de wereld er is voor
de mens, dat alles in de mens zijn
echo vindt, dat de sleutel van de
natuur in de mens berust. Maar de
grootste moeilijkheid zit hem juist
daar: Wat is de mens? De mens is
de sfinx, waarvan alle geslachten
liet raadsel willen oplossen Overal
vinden we in de geschiedenis van
de mens deze vraag opduiken, en
deze op een mythische of meer wijs
gerige wijze beantwoord. En we
zijn er nog niet achter. Met name
zijn het de moderne wijsgeren, die,
deze vraag weer eens uitdrukke
lijk. aan de orde gesteld hebben,
juist in een tijd, dat de kennis over
de natuur zo is vergroot. Men voelt
aan, dat de laatste oplossing van
alles hier moet liggen. En hier en
nu, zoals altijd, een wir-war van
meningen en beschouwingen. Men
spreekt dan over een wereldbe
schouwing, een denken van de mens
over wat „is" en over hem zelf. Nu
is men ook graag geneigd de gods
dienst een wereldbeschouwing te
noemen, de wereldbeschouwing van
de christenen, zoals men een we
reldbeschouwing heeft van b.v. de
Boeddhisten. En hier heeft men het
toch eigenlijk wel een beetje mis.
Zeker, het katholieke geloof is een
leer, welke men eventueel in vraag
en antwoord in een catechismus kan
tezamen persen, maar met het gro
te gevaar, dat men dan de plank
ook wel een paar meters kan mis
slaan.
DE KATHOLIEKE LEER is een
leer over een geschiedenis, over wat
de God van het heil gedaan heeft
aan en voor de mensen tijdens het
bestaan van de mens op deze we
reld. Wij kunnen dit niet weten,
tenzij uit een boodschap. Evenmin
als u uit uw eigen koker kunt ha
len, wanneer Jan van Schaffelaar
van de toren sprong en kneuzingen
opliep, waardoor hij stierf. Het gaat
in het katholieke geloof over de ge
schiedenis van Gods heilsdaden aan
en voor de mensen. Dat begon al
heel vroeg. Het Joodse volk, dat een
lange tijd de draagster van deze
geschiedenis was, heeft dit al gezien
in de schepping, hoe God de mens
schiep naar Zijn beeld en gelijke
nis. We krijgen de geschiedenis van
Abraham en het Joodse volk met
zijn zwerftochten door de woestijn
en zijn moeilijkheden in het beloof
de land. Een geschiedenis, die niet
als een mier rondcirkelde zonder
te weten waar naar toe of hoe, maar
die uitliep op de „Dag des Heren",
het komen van Christus, Zijn ster
ven en verrijzen, toen het konink
rijk Gods op deze wereld kwam.
Daarom kunnen we zeggen, dat ge
heel de geschiedenis van Gods han
delen, dat is de geschiedenis van
de Verlossing, van ons heil, zijn
middelpunt, hoogtepunt en zelfs
haar eindpunt kreeg door en in
Christus. En, wanneer we bij het
Evangelie telkens horen in de li
turgie: „In Ulo tempore", ,J.n die
tijd," dan verwijst dat naar een be
langrijk moment van de heilsge
schiedenis, naar Gods vrije daden
voor de mens, welke we alleen uit
een boodschap van God kunnen
kennen. Daarom noemen we die
boodschap van Gods handelen,
waarin Hij zich openbaart, ook
Openbaringen kunnen we een
deel van de christelijke leer sa
menvatten onder de titel: „Christus
heri": Christus in het verleden.
H. B.
CRISIS
HET JEUGDWERK
HET LEZEN van het maart-april
nummer van Dux (Katholiek maand
blad voor vrije jeugdvorming) heeft
ons aan het denken, of liever aan
het overwegen gezet en ongetwij
feld zijn we niet de enige.
Het kan niet anders of velen heb
ben tegen de achtergrond van hun
eigen plaats in de jeugdvorming
opnieuw dat brandende probleem
„wat met het jeugdwerk" op de
helling gezet, geleid door dit voor
treffelijke en onder aanvoering van
dr. H. M M. Fortmann forse taal
sprekende Dux-nummer.
Met enkele flitsen uit de bijdra
gen willen we graag de aan de orde
gestelde problemen preveleren.
In een snel stromend proza op
zich de moeite van het lezen waard
stelt prof. Fortmann, recht uit
het hart wat hij meent in het jeugd
werk van heden te moeten consta
teren: gebrek aan visie, aan waar
lijk jeugdige mentaliteit die rijken
wil over tradities naar het werke
lijke heden waarin de jeugd leeft.
„Niemand maakt mij meer wijs
dat de jeugdorganisaties in deze be
wogen cultuurperiode op de gang
van zaken een invloed van grote
betekenis hebben."
En even verder ontwikkelt hij de
stelling in o.i. voldoende genuan
ceerde bewoordingen, ook al maakt
de correcte schrijver in het eind nog
een verontschuldigende opmer
king over de mogelijke ongenuan
ceerdheid bij dit schrijven uit het
hart dat het juist het voorrecht
van de jeugd zou moeten zijn te op-
tèren voor het nieuwe, met alle
risico's van dien. „Alles wat ge
vaarlijk is, alles wat opspraak ver
wekt. alles wat de verontrusting
gaande maakt, vindt men elders!"
Maar hij schrijft er dit bij. Er
zou geen vraagstuk zijn indien de
jeugdorganisaties zich beperkten
tot de bij hen aangesloten jeugdi
gen, die bijkans allemaal van Yizt
traditionele type zijn. „Ieder van
hen heeft het recht, te zijn zoals hjj
is".
Maar de leidingen hebben de pre
tentie iets te betekenen voor alle
jongeren. En dan stelt de schrijver
dat het werkelijke bruisende leven,
het werkelijke initiatief te vinden is
buiten het huis van de jeugdorgani
saties. En dat ergert hem in hoge
mate, te meer daar er direct wan
trouwen bestaat tegen elke outsi
der die eens een initiatief neemt en
er binnenskamers urén verdaan
worden aan lastige competentie
kwesties. Dan is de liefde voor de
jonge mens waar het omgaat wel
ver naar de achtergrond gedron
gen.
Nog een studie
Schrijft prof. Fortmann boven zijn
artikel: „Crisis in het jeugdwerk",
mevr. dra. H. M. Dresden-Coen-
ders schrijft boven haar bijdrage:
„Is er crisis in het katholieke jeugd
werk?" Dit is overigens meer vrou
welijke fijngevoeligheid dan een
niet zeker weten,
In een historische studie over het
jeugdwerk van voor de oorlog komt
zij tot het kenmerk: „bereiken" dat
sterk gegolden heeft voor de jeugd
beweging in twijfelachtige zin, zo
als zij het noemt, van welk type er
verreweg de meeste gevonden wer
den.
De tijd van de jeugdbewegingen
in engere zin (zie de felle Duitse
jeugdgroepen van rond de eeuwwis
seling) en van de jeugdbeweging in
ruimere zin (zie de A.J.C. en aan
vankelijk de padvindersbeweging)
waarbij of de jeugd alleen of de
jeugd geleid door volwassenen,
maar allen gedragen door een strijd
baar elan, afweek van de gebaan
de wegen en op zoek ging naar
nieuwe wegen was lang voorbij.
De twijfelachtige jeugdbewegingen
werden geconstrueerd door volwas
senen als middel om hun pedagogi
sche doeleinden bij de jeugd ingang
te doen vinden. Dit noemt de schrijf
ster „bereiken", van boven af aan
trekken en naar volwassen hand zet
ten. De methodiek werd meestal ont
leend aan de succesvolle bewegin
gen in engere en ruimere zin. maar
volmaakt met een ander doel.
Een frappante hoeveelheid be
wijsmateriaal bracht mevr. Dres-
den-Coenders in aantekeningen bij
een, om van te riller soms, zo di
rigistisch, zo getuigend van de on
dubbelzinnige bedoelingen, vooral
van klerikale kant, de jeugd te bui
gen naar een ideaal model, met
leuzen, liederen, beloften en acties
in de trant van een echte van on
derop gegroeide jeugdbeweging,
maar het is echt alleen maar „in
de trant van."
Daarna is de schrijfster zo vrien
delijk aan de lezer min of meer
over te laten hoezeer dit bereiken
nog in het naoorlogse jeugdwerk is
terug te vinden. Het is alsof ze zich
even vriendelijk terugtrekt om ons
de conclusie te laten trekken hoe
schrikbarend dit „bereikten" bij de
volwassen jeugdleiding nog voorzit.
Tenslotte formuleert ze de op
dracht dat het heden veel meer
gaat om een ontmoeten dan een
bereiken. „Door alle verschillen
van oude en nieuwe methoden heen,
komt steeds duidelijker de geza
menlijke opdracht naar voren om
de jeugd in haar werkelijke en wis
selende behoeften en in de werke
lijkheid van haar situatie te die
nen".
Bij Fortmann heeft u al kunnen
lezen dat het eenvoudig niet anders
kan, want de jeugdbeweging be
reikt heden alleen het traditionele
type, dat is het meest meegaande,
het minst moeilijke type, de trouw
ste zonen en docMers der Kerk.
En voor een jeugdbeweging die
voor allen bedoelt te zijn gaat het
daar nu net niet om. De jeugd
laat zich niet meer bereiken, ze
laat zich alleen ontmoeten.
Om het nu eens heel anders te
zeggen: je moet bellen aan hef huis
waar jeugd woont tegenwoordig.
En geen kruispolka willen laten
dansen als het tijd is voor de Rock
en Roll, maar dat is misschien on
genuanceerd gezegd.
In tegenstelling tot die van de luci
fers, gloeit onze kop nog na van de
feestelijke, zonnige week, die achter
ons ligt. Als wij dat zo eens op ons ge
mak nagaan, hebben wij al heel wat
weekjes achter ons gelaten en langza
merhand zitten wij alweer in de
maand, waarin de natuur op haar
schoonst is. Moeder Aarde maakt zich
op voor het naderende zomerfeest
Een extra bloemetje hier en een bui
tengewoon kleurtje daar. Dat kan een
sjieke beweging worden.
In deze wetenschap gaan we over tot
de
waaraan ditmaal een niet geheel vol
ledig bevoetbalde zondag is voorafge
gaan, in verband met het bezoek van
de Turken. Mooie mannen allemaal,
die Turken in hun trainingspakken. At
leten. om „u" tegen te zeggen en met
„mijnheer" aan te spreken. Een beet
je jaloers zijn we wel op deze lieden,
temeer, omdat men tegen ons niet
gauw meneer zegt. Niet dat we dat
verlangen. O nee; maar het bevreemdt
ons wel eens dat als wij voetballende
jongens op straat in een doldrieste en
speelse bui, de bal ontfutselen, er ge
roepen wordt: „Hee laat dat gassie van
onze bal afblijven met se paute" of
dat (in andere gevallen) tramconduc
teurs ons toevoegen: „Loop es een
beetje door naar achteren" op een
toon, die in stilte de vraag inhoudt:
„En moet je vandaag niet naar
school?". Het schijnt, dat we er angst
wekkend jong uitzien en hoewel dit ons
soms .verheugt, zijn we soms ook ja
loers, op die forse mannen, die,
voor de televisie nog wel, hun dure be
nen en kunsten mogen vertonen. We
hebben het fenomenale benenwerk ge
zien van de Turken, het toch ook wel te
waarderen kopwerk van de Nederlan
ders en het minder te waarderen ach
terwerk van de fotografen, die, even
als de televisie-cameraman, de elftal
len en face wilden hebben, met ver
meld gevolg. We nemen het hun niet
kwalijk, want tenslotte hebben zij er
voor gezorgd, dat wij vandaag mooie
plaatjes in de krant hebben, naast
(natuurlijk) een berg berichten, w.o.
dat van de overvallen bankloper in
Groningen. De fantasie van de Amster
damse bankloper destijds is werkelijk
heid geworden. De dader heeft de
man iets in de ogen gegooid, maar
het is allemaal niet zo best gelukt. Dé
36-jarige dader is gearresteerd en het
geld is terecht. Zo'n man hoort in de
gevangenis thuis, in tegenstelling tot
de ouders, die in het schoolbestuur
thuishoren. De invloed van de parochie
kerk mag in het schoolbestuur niet te
groot zijn. Dit heeft professor Gielen
verklaard. Met name de pedagogische
betekenis van de school is zeer toege
nomen, nu het gezin vertechniseerd
is. Misschien heeft die man. die in
Groningen shag in de ogen van de
bankloper gooide ook wel op een school
gezeten, die te veel onder invloed stond
van het kerkbestuur. Ja, nee begrijp
ons nu niet verkeerd. Wij willen alleen
maar zeggen, dat kleine oorzaken gro
te gevolgen kunnen hebben en dat het
moeilijk is, de jeugd in het rechte
spoor te houden. Als het maandag is
wordt het vanzelf
maar een kind wordt niet vanzelf vol
wassen, temeer, daar immers volwas
sen zijn niets met leeftijd te* maken
heeft, maar meer een geestesgesteld
heid is, die aangekweekt moet wor
den. Als men verenigingen opricht, om
de jeugd van de straat te houden, is
men er niet, met die jeugd, tegen be
taling van een toegangsprijs en binnens
kamers, dezelfde onfatsoenlijkheden te
laten uithalen, die ze anders buitens
huis doen. U vindt dit een waarheid
als een koe. Wij ook trouwens, maar
soms blijkt dat niet iedereen van die
waarheid overtuigd is. Als men een
vereniging in het leven roept, waar
de jeugd kan komen en gaan, wanneer
zij dit wil, is dat te prijzen. Maar
dat wil niet zeggen, dat als die jeugd
eenmaal gekomen is, dat men haar
dan maar moet laten gaan en dat men
toe moet staan, dat zij zichzelf laat
gaan.
Een missiebisschop mag toch een
gehoor verwachten, dat minstens even
aandachtig is, als dat in zijn onderont
wikkeld gebied. Zo hij in die verwach
ting teleurgesteld wordt, omdat men
hem slechts ziet als een hinderlijke
onderbreking van het amusement, dan
wordt het, dachten wij zo, tijd de
jeugd dan maar liever te laten gaan,
dan te laten komen. Als die jeugd het
bestaat, de optredenden het werken
door fluiten en joelen onmogelijk te
maken, dan gedraagt zij zich niet al
leen onvolwassen: zij is dan bovendien
onfatsoenlijk.
Ervaringen, die ons tot deze ontboe
zeming nopen, worden gelukkig aan
merkelijk verzacht door het bericht
van vandaag, dat zes Kajotters uit de
Afrikaanse missie zijn teruggekeerd,
na er twee jaar te hebben gewerkt;
prachtig werk hebben zij er gedaan en
nog steeds volgen anderen hen na. zo
dat het experiment van deze jeugdbe
weging volkomen geslaagd mag heten.
Onder meer bouwen zij mee aan een
seminarie. Dat is spijkers met koppen
slaan. De actie „Speel zelf", die onder
auspiciën van deze beweging gehou
den wordt, zet eveneens aan tot acti
viteit. Dat is jeugdbeweging in de juis
te zin van het woord.
De AR. heeft een rapport samenge
steld over de woningbouw en het huur
beleid en stelt, dat onder de gebreken
van het huidige woningbeleid vooral de
gezinnen met kleine kinderen te lij
den hebben. Hoe moeten de kleuters
zich ontplooien, als ze niet genoeg ruim
te hebben, om te groeien en zich uit te
leven. Hoe kunnen zij devrije mid
dag van de
verantwoord besteden, als het weer
minder geschikt is, om buiten te spe
len? Hoe kunnen de kleuters en de
wat oudere kinderen volwassen wor
den, als hun dromen van de zonnige
buitenlucht 's avonds in een donkere
straat worden vermoord en als hun,
in de huurkazernes alle fantasie wordt
ontnomen? Problemen, die om een op
lossing schreeuwen en die als ver
zachtende omstandigheid gelden voor
het gedrag, dat boven omschreven
werd. Wij hebben allen een zware
plicht in deze en de K.L.M. heeft al
of niet bewust die taak verstaan en
heeft een tekenwedstrijd uitgeschreven
onder het motto: „Dit is miin land".
Kinderen uit twaalf landen hebben hun
tekeningen ingestuurd en de twaalf bes
ten worden beloond met een reproduk-
tie op de nieuwe K.L.M.-kalender en
een reis.
De boeren mogen vierkante kaas gaan
maken en daar zijn we rónd vóór,
want Duitsland zit daarop te wachten.
Aan de vraag van onze Oosterburen
kan straks voldaan worden. Het be
drijfsleven krijgt door het nu reeds be
kend maken van deze mogelijkheid de
gelegenheid zich op de vervaardiging
van het nieuwe model in te stellen. Ove
rigens gaat Duitsland de invoer van
kaas bemoeilijken. Dat is jammer,
maar wie kaast moet de bal verwach
ten.
Het ziet er naar uit, dat koningin
Elizabeth bij haar bezoek aan Schot
land aan het einde van de volgende
maand warm ontvangen zal worden.
Warm in die zin, dat haar het vuur na
aan de schenen gelegd zal worden. We
hopen maar, dat de politie een en an
der zal kunnen beletten en dat zal wel,
want een Schot wordt meestal niet zo
heet gebakerd gegeten, als hij zich
zelf soms opdient. Intussen is toch wel
gebleken, dat men daar in Schotland
toch nog wel wat anders doet dan
zwaarddansen, doedelzakspelen en
drebbelduikelen. Dit laatste is een min
der bekende bezigheid, die zijn oor
sprong vindt in het daalderdobbelen,
hetgeen weer nauw verband houdt met
het doekjesdragen, wat enige overeen
komst vertoont met het hier te lande
nog wel opgeld doende spelletje „Nie
mand zeggen, zakdoek leggen". We
willen maar zeggen, dat alles wat in
Schotland gebeurt, gezien moet wor
den tegen de achtergrond van de histo
rie en dat men wel'degelijk op de hoog
te moet zijn, voor men zich een oor
deel vormt. Het gaat niet aan woensdag
een half oordeel te geven, als men, na
enige bezinning, al of niet met be
hulp van de spreuk van de kalen
der
meer beslagenten ijsco kan komen.
Voor wij de donderdagse krant grij
pen overwegen wij nog even een ge
sprekje, dat we vanmorgen in de volle
tram opvingen en dat gevoerd werd
tussen twee meisjes van ongeveer rond
uit 14 jaar. „Heb je de televisie ge
zien?" vroeg de ene. „Nee", zei de
andere, „maar het was geloof ik wel
goed hè, Het was toch voor boven de
veertien jaar?" „Nou ja, minder ge
schikt voor jeugdige kijkers stond er
bij" zei de andere „maar het was mie
ters". „Jammer" zei de ander, „dat
ik het niet gezien heb" en zij gaf
het gesprek een andere wending, ver
klarend, dat zij liever gewoon dood
ging, dan te gaan lopen met die enge
Rob, die haar n.b. gevraagd h«d mee
te gaan naar een bijeenkomst v*n het
Leger des Heils. „Hij is belazerd"
zei de een. „En het is een engerd ook"
zei de ander. Ja, ja, de jeuge oordeelt,
beoordeelt en veroordeelt en dat is
maar goed ook. Maar zo'n gesprekje
is voor ons altijd weer een beroep op
ons verantwoordelijkheidsgevoel t.o.v.
diie jeugd.
In de V.S. heeft de jeugd een nieuwe
hobby. Zij vervaardigen raketten, een
niet ongevaarlijke bezigheid, die nu
door deskundigen in goede banen geleid
gaat worden, want de ziekenhu' _.i
hebben handen vol werk aan de slacht
offertjes. Spelen s;et gevaar"'ke raket-
jes is ongewenst. Serieus .bouwen aan
gevaarlijke raketten mag wél, ja wordt
zelfs wenselijk geacht. Zelfs hebben
leerlingen onder leiding van een eer
waarde zuster een raket met een muis
de lucht in doen gaan. We moeten eer
lijk bekennen, dit tot nu toe niet voor
mogelijk gehouden te hebben. Norma
ler vinden wij het, dat een muis het
gedaan krijgt, een eerwaarde zuster
een luchtsprong te doen maken dan
andersom. Maar goed het is gebeurd,
al weet men niet waar die muis te
recht gekomen is. Misschien is ie wel
van de donderdag naar de
geschoten en misschien ziet hij de
maan wel voor een (ronde) kaas aan,
hetgeen zijn lijden wel iets zal ver
zachten. De boeren hebben hun koeien
ook de lucht in gestuurd; de frisse
lucht wel te verstaan. Het weer van
de laatste dagen is de grasstand zeer
ten goede gekomen en nu zijn de koei
en dan eindelijk, veertig dagen later
dan gewoonlijk, de wei in.
Wat een feest, wat een feest mensen
en alsof de koeien ons in hun
feest willen laten delen, maken
zij bekend, dat er maandag a.s. vol
le melk te krijgen zal zijn voor 55 k
57 cent en, zoals aangekondigd met
een rode kroonkurk.
In het R.A.I.-gebouw in Amsterdam
tonen in de komende week uitvinders
hun ontdekkingen Er is een strijkijzer
te zien, waarmee men alle stoffen kan
strijken, zonder glans te veroorzaken.
Zelfs fluweel en velours en zelfs de
gele trui die Daan de Groot in Spanje
veroverd had. Volgt u ook de ronde
van Spanje? Dan weet u, dat Daan nu
is uitgevallen en dat de gele trui na
tuurlijk ook niet meer om zijn dood
zieke schouders hangt. Het is jammer,
maar hij weet tenminste waar ie aan
toe is, in tegenstelling tot de gemeen
te-ambtenaren. die graag zouden
weten, waar zij aan toe zijn, wat be
treft hun salaris. Langzamerhand acht
de voorzitter van de Landelijke Hoofd
groep Gemeenteambtenaren een gesprek
zinloos en laten we er nu dan ook maar
niet verder over praten en net doen
alsof er niets aan de hand is met on
ze jeugd, met onze kaas, met onze
Daan, met de Schotten en met de amb
tenaren. Slechts de wekelijkse uitsmij
ter boezemt ons vandaag,
nog belang in en waarom zouden we hem
ditmaal niet in het kader plaatsen van
„Fotografeer Veilig Verkeer". De veilig
heid immers ligt ons na aan het ha/1,
dus hier komt ie dan die uitsmijter onder
het motto: „Knip, ik heb je":
Eens zag een aap, nabij De Bilt,
Een bordje „Overstekend wild"
En dacht, ik heb het al bekeken
En ga lekker wild oversteken.
Een juist passerend wegenwachter
Zag die ongure wetsverkrachter
Daar huppen door het snelverkeer
En ook de mensen van het weer
U weet het wel, die brave lieden
Van onze hoge-druk-gebieden
Zagen die aap bijna belanden
Onder twee dikke autobanden.
Van alle kanten kwam er hulp,
De aap kroop ijlings in zijn schulp
Maar kwam tot slot en tot besluit
Uiteindelijk de mouw weer uit.
Waarna hij dromerig verklaarde,
Terwijl hij in de verte staarde
Voorlopig krijg je mij nog niet
Onder je hoge-druk-gebied.
Waarna gezamenlijk werd gezongen
O, aap, wat heb je mooie jongen.
VOORLOPIGE AANKONDIGING
uit verschillende Nalatenschappen op 5 JUNI 1958 e.v. dagen.
Inzending voor deze veiling van belangrijke objecten of nala
tenschappen is nog mogelijk tot 17 MEI a.s. Voor inlichtingen
en voor taxaties wende men zich tot de Veilingdirectie
Dir. Makelaar J. P. A. Koks
HARINGVLIET 96 ROTTERDAM TELEFOON 122440