Katholiek M.O.in Noord-Brabant
Vertoont duidelijke achterstand
'S
Iuistj<£
Verouderde uitgangspunten van het
1 volkenrecht behoeven vernieuwing
Nogmaals: Nucleaire
bewapening of niet
In komende 10 jaar zijn
18 nieuwe scholen nodig
t As
Kunstmaand Amsterdam
Nieuw ballet in „moderne" stijl
door het Nederlands Ballet
Koningin opende
soda-fabriek
PUROL
Pre-advies van prof. Röling
Verbreding
Prof. dr. Stutterheim
voor Leergangen
Gereformeerde kerke-
rciad op bezoek bij de
bisschop
5?
VRIJDAG 6 JUNI 1958
I'A ui.VA 3
"'•m.
K
In
°ks.
'l«t
- HHHHIIIPiPBMH
Decentralisatie
Het Stichtingsbestuur van de
„Kunstmaand Amsterdam" beperkt
zich niet tot louter hoofdstedelijke
executanten. Gisteravond heeft het
met succes een beroep gedaan op
het Nederlands Ballet, dat in de
Stadsschouwburg een
dansavond gaf. Het programma is
representatief te noemen voor het
geen deze groep presteert. De ver
schillende stijlen waren vertegen
woordigd en er stond een première
op het programma. Uitgevoerd
werden: „Pas de quatre" op mu
ziek van Pugni in de choreografie
van Dolin, „Tij en ontij" van Van
Delden-Rudi van Dantzig, „Cygne
noir" van Tsjaikowski-Petipa en de
„Symfonie K V 201" van Mozart,
gezet door Van Dantzig.
Asfalt-jungle
Brabant verdient voorkeur
ïv*
Milieu-gebonden
HoUal>
CAea8sVtl
Toweled
Boldoot
Eau de Cologne-doekje
Beneden verwachting
verdwijnen met
W,£°UDEN MAHLER-
"dAILLE VOOR EDUARD
VAN BEINUM
VERENIGING VOOR INTERNATIONALE RECHTSORDE
1 In een preadvies voor de op
zaterdag 7 juni in het Huis der
Provincie te Arnhem te houden
algemene ledenvergadering van
de Vereniging voor Internatio
nale Rechtsorde zegt prof. mr.
B. V. A. Röling een verandering
van het Europees gegroeide vol
kenrecht noodzakelijk te achten.
Met name vindt prof. Röling
noodzakelijk afschaffing van het
„overheersingsrecht"; zoals dat
is gegroeid uit koloniale en daar
mee verwante verhoudingen, het
algemeen geldend maken van
die stukken volkenrecht, die oor
spronkelijk als alleen geldig voor
de „beschaafde naties" waren
gedacht en uitbreiding van het
volkenrecht met een beveili-
gings en verzorgingsrecht voor
de economisch zwakke en/of
jonge naties.
(Van onze redacteur)
h,fh,striële ontwikkeling van Brabant eist in versneld tempo de stichting
«tic! 'll< Uwe M.O.-scholen. Uit een onderzoek, door het Kaski in opdracht van de
Co >s !nR "Ons Middelbaar Onderwijs in Noord-Brabant" in de bisdommen Breda
^n!„Hertosc"b°sch ingesteld is gebleken, dat de belangrijkste tekorten in bet
a^gln"la* voor katholiek v.h.m.o. gelokaliseerd zijn in de steden resp. stedelijke
!<lera*'es- Hier zullen in de komende 10 jaren dus de meeste nieuwe scholen
l0< "'v' "uuv" numciiuc IV jaicii uus ur iiiccntc mcuwe SUIlOieil
«en WOr(Jon gesticht, met name in: 's-Hertogenbosch-Vught: 2 h.b.s.-en en
Tilburg: 3 middelbare scholen; Helmond: 1 h.b.s. voor jongens en 1
,s-: Bergen op Zoom: 1 h.b.s voor jongens; Breda: 2 h.b.s-en voor jongens fh
'"'i-k
JU'lgVlllS JI
voor Nijmegen en Eindhoven wordt vanwege het bijzondere groeipre-
!'<jvp n deze beit,e steden een detailonderzoek noodzakelijk geacht. Voor Eind-
is daartoe reeds een nieuwe opdracht aan het Kaski verstrekt, welk onder-
"""i in oktober hoopt voltooid te hebben.
Waat Verscheidene kleinere vestigings-
11 zfiï Van katholieke middelbare scho
lar "en in de komende jaren welis-
?6stj Jjeen nieuwe behoeven te worden
litgg] kt,, maar het zal toch voor de op-
u'tbouw van het katholiek v.h.rrLO.
"iet a ziin- dat een verbreding met nog
t»en0 ^wezige schooltypen plaats vindt.
worden: Goes en Boxmeer, uit-
Oojt-dg van de h.b.s. met een m.m.s.;
ut, Valkenswaard en Veghel, uit-
'n§ van de h.b.s.m.m.s. met een
Van as>um en Oudenbosch, uitbreiding
h.b.s. met een gymnasium.
1iQterscheidene gemeenten, die tot nu toe
I>eSc, een katholieke middelbare school
W'kken, komen hetzij onmiddellijk,
tigi J °P iets langere termijn voor de ves-
kiori5 van een katholieke h.b.s. in aan-
Als nl. Deurne, Druten en Wychen.
W Jhogelijke vestigingsplaats van een
'kt 0 eke h.b.s. op latere termijn is in
aPport genoemd Uden of Gemert.
""'wikkelingsplan is gebaseerd op
1ah.lrUctuuranalyse van de huidige deel-
uorNlSstendenzen aan het middelbaar on-
Vatl Us in de verscheidene onderdelen
"et omschreven gebied enerzijds en
Sopj e te verwachten demografische en
"'-ecoomische ontwikkeling ander-
Si rl' Hl® prognose gaat uit naar het op
kat]~ecernber 1967 te verwachten aantal
Öer °h®ke v.h.m.o.-leerlingen in de on-
aSnokeidene verzorgingsrayons, waarbij
jaa 'ehouden is de leeftijd van 12 t/m 20
!cho'k ze §roei za' niet geleidelijk, maar
gewijze gaan. De ontwikkeling van
,®rllngenaantal bij het middelbaar on.
lig. "s wordt bepaald door de ontwikke-
Vr -.Van het aantal 12 t/m 20-jarigen
en van het deelnemingspercen-
<iJ- Wat dit laatste betreft, is
geleidelijke toeneming te verwachten.
"I.
Ppk" "nderzijds.
•Ji
jat? aanzien van het aantal 12 t/m 20
?en, zal reeds enige jaren vroeger,
ln 1965 een (voorlopig) hoogtepunt wor.
Val ereikt. Het is in verband daarmee
6e ,Sehijnlijk, dat de voor 1967 geraam-
teVfleerlingenaantallen reeds enige jaren
«v.
Vor®n bereikt en wellicht tijdelijk zelfs
tmf^hreden zullen zijn. De uitbreidingen
W,6" dus enige jaren vóór 1967 alle hun
a8 moeten hebben gekregen. Gelet op
O*. "Ursusduur van het v.h.m.o. kan het
v0], 'kkelingsplan omstreeks 1965 slechts
b0 'ecÜg gerealiseerd zijn, wanneer de te
"Urs n scholen omstreeks 1960 met de
stj.rUssen aanvangen. De vereiste school-
5 u tingen zullen dus alle in de komende
Kei*11 moeten worden gerealiseerd, het-
Verdisconkeert men deze stijging in de
gemiddelde deelnemingspercentages per
gemeentetype en houdt men tevens reke
ning met het feit, dat een zeker aantal
katholieke leerlingen een niet-katholieke
school bezoekt, dan bedraagt de achter
stand voor de jongens in beide bisdom
men thans 21 pet (ongeveer 2100) en voor
de meisjes 15 pet (ongeveer 900). Regionaal
blijken er tussen de onderscheiden rayons
grote verschillen te bestaan. De factor
schoolaccommodatie blijkt de belangrijk
ste verklaringsgrond.
In de kleinere vestigingsgemeenten zjjn
de voorwaarden in dit opzicht het gun
stigst: de nabijheid van een middelbare
school stimuleert de belangstelling en
deze wordt van de z(jde der school niet
afgeremd door een al te scherpe selectie,
waartoe de grote middelbare scholen in
de steden veelal genoodzaakt zijn wegens
gebrek aan ruimte.
Daarentegen moet in de middelgrote
steden overal een tekort aan katholieke
middelbare scholen worden geconstateerd.
Verscheidene kleinere vestigingsgemeen
ten beschikken uitsluitend over een h.b.s.,
waaraan moet worden toegeschreven, dat
in de buitengemeenten van de desbetref
fende verzorgingsgebieden de deelneming
van meisjes aan het middelbaar onderwijs
bijzonder gering is.
De in de bevolking van overwegend
agrarische gebieden latent aanwezige be
langstelling voor het middelbaar onder
wijs kan worden geactiveerd door het
creëren van schoolvoorzieningen in het
betrokken gebied zelf. Mede met het oog
op verzorgingsgebieden, waar een tekort
aan schoolvoorzieningen is waargenomen,
komt het rapport tot de conclusie, dat bij
de uitbouw van de apparatuur voor ka
tholiek middelbaar onderwijs zoveel mo
gelijk naar decentralisatie dient te wor
den gestreefd.
Aan het licht is getreden de nauwe
samenhang tussen de relatieve deelne
ming aan de vormen van voortgezet on
derwijs en de mate van verstedelijking.
De deelneming aan het katholiek middel
baar onderwijs is in Noord-Brabant ge
ringer dan die aan het totale middelbaar
onderwijs in ons land. Bij een volledig
gelijkblijven van het belangstellingsper
centage met als indexcijfer 100 in 1950, zal
in 1959 het cijfer 140, in 1961 het hoogste
indexcijfer nl. 141 bereikt zijn en in 1967
en 1968 134. Bij deze prognose werd reke
ning gehouden met de grote hausse in ge
boortecijfers na de oorlog.
een oogpunt van schoolvoorzieningen voor
katholiek middelbaar onderwijs moet het
gebied van 's-HertogenboschVught en
omgeving als een der ernstigste probleem
gebieden van de bisdommen Breda en
's-Hertogenbosch worden beschouwd.
Waargenomen leerlingentekorten in Til
burg moeten niet worden toegeschreven
aan de samenstelling der beroepsbevol
king. De geringe democratisering van het
middelbaar onderwijs hangt wellicht sa
men met het eigen klimaat van Tilburg,
dat sterk wordt bepaald door het tra
ditionele sociale patroon. Is het tekort aan
schoolruimte in Eindhoven niet groot, in
Breda en Helmond is het zeer ernstig.
In aansluiting op een reeds uitgebracht
rapport over de situatie van het lager
onderwijs in Noord-Brabant, is het Kaski
ook bezig met te onderzoeken, waar de
jongens en meisjes, die bij het onderzoek
in 1952 betrokken waren, na het verlaten
van de school zijn terecht gekomen. De
verwachting bestaat, dat het lager onder
wijs ten plattelande in Brabant op hoger
peil gaat komen.
Op zr.terdag 21 juni a.s. om 5 uur n.m.
precies zal prof. dr. C. F. P. Stutterheim
van de Universiteit van Leiden voor de
cursisten Nederlande M.O. der R.K. Leer
gang eneen buitengewone les geven over
het onderwerp: Taalbeschrijving en Taal
waardering. De les wordt gegeven in het
gebouw der R.-K. Leergangen, Bossche-
weg 341, Tilburg.
betekent, dat in de bisdommen
18
hlieke middelbare scholen moeten
kgtj^a. en 's-Hertogenbosch ongeveer
°rden gesticht.
«t^tetIe gezien het lerarentekort zal het
tiic er onmogelijk zijn in 5 jaren zoveel
het Ve scholen te stichten. Vandaar, dat
"Uit ""twikkelinssplan om de duidelijke
den erstand op het gebied van het mid-
h'(:, aar onderwijs in Brabant in te halen
z.Etj Uitstrekt over 10 jaren. De overheid
W,yoor (ieze achterstand oog moeten
"en. Het gewest is in opkomst en de
»00 BsteUing bij de bevolking voor dit
aanwezig. Brabant verdient ten
k-Ur van andere provincies de voor
in.,; 0n»dat de achterstand hier het
0'st is.
'hii, ^et onder leiding van drs. M. Mat-
5tia',Seh uitgevoerde onderzoek is een
t'an ïse gemaakt van de huidige stand
.net katholiek middelbaar onderwijs in
naarïee genoemde bisdommen, gemeten
lp „"et percentage jongens en meisjes in
a'h ??hjdsgroep van 12 t/m 20 jaar, dat
°Hek middelbaar onderwijs volgt.
*iin as'sgegevens voor de berekening
gemeente verzameld, maar de be-
^en zijn uitgevoerd voor alle ge-
len, die tot het verzorgingsgebied
Schoieen of meer katholieke middelbare
Scii6jrtn behoren, te zamen, alleen onder-
z°t"Ei naar gemeentetype. Onder ver-
?gsgebied is te verstaan het gebied,
"are °r ®en of meer katholieke middel-
'.§5- Scholen wordt verzorgd. Het concept
?0or "entetype" is ingevoerd om een basis
- vPV,ergelïjking der gemeenten onderling
V». krijgen. Gemeenten met een sterke
Va* 1 H
NijJjenkomst in sociaal-economische en
elijke structuur zijn tot gemeente-
'W- samengevoegd. Het deelnemings-
^n'age van het katholieke v.h.m.o. per
De in 1955-1956 uitgevoerde onderzoe
kingen hebben o.m. uitgewezen, dat de
deelneming aan het middelbaar onderwijs
sterk milieu-gebonden is. Deze is het
hoogst in het intellectuele milieu, het
laagst in dat van boeren en arbeiders. Uit
De première was „Streetcorner Royal
ty'' van Sanders. Dat in de veelheid van
repertoirenummers weer een nieuwe pres
tatie is geleverd, bewijst dat de vitaliteit
van deze dansgroep verheugend groot is
Ih het programma is ook duidelijk, be
wezen. dat de eigen krachten ruimschoots
gelegenheid krijgen hun creativiteiten te
ontplooien en dat men ook met enthou
siasme meewerkt om tot goede resultaten
te komen. Rudi van Dantzig heeft ge
toond, dat hij een fantasievolle choreo
graaf is,'die ook de ensembles goed naar
zijn hand weet te zetten. Zijn beide bal
letten werden uiterst perfect gedanst.
Als gast t.rad op Sonia Arova, die aan
vankelijk alleen in het ballet van San
ders zou dansen, maar die door een wij
ziging ook de Taglioni-rol van Willy de
la Bye in de „Pas de quatre" had over
genomen. Willy de la Bye danste Mile
Lucile Grahn. Verder dansten Irene Vos
en Olga Dzialiner. Deze ..Pas de Quatre"
was naar onze mening het hoogtepunt
van de avond. Wij beleefden er meer ge
noegen aan dan aan de „Pas de Deux"
van Hilarides en Flier.
Het Is onvermjjdeljjk gebleken om de
rauwe typering van een hyperbcdorvcn
straatjeugd voor de filmcamera te reser
veren. Job Sanders heeft met „Streetcor
ner Royalty" in drie scènes de geperver
teerde jeugd getoond. Een saxofoon gilt
een maruhani-roes met een exotische
Vr66ïïiae wensdroom en een overnemen van het
„leiderschap" van de straathoekjeugd zijn
het ongenietbare drieluik dat zonder enig
nut en artistieke verantwoording de toe
schouwers choqueert. In hoeverre het
tijdsbeeld voor de balletkunst tolerabel is
als inspiratiebron, laten wij buiten dis
cussie. De dans op het toneel is geen ver-
gaarsel van een hypersensitief observa-
tisme. De dans abstraheert als kunst van
de realiteit, maar Sanders aanvaardt deze
esthetische zelfdiscipline niet. Dit is zijn
zaak wanneer hjj dit binnenskamers doet.
Maar wanneer hij een asfalt jungle op het
toneel brengt, vol met geluiden die Jack
Montrose componeerde on öie wij via de
geluidsband hoorden, dan zal hij als cho
reograaf de plicht hebben om duidelijk te
maken, dat het doelbewust opgeven van
het uitgangspunt, dat de kunst het belan
geloze behagen tot object heeft, zin heeft.
Maar Sanders elimineert. Hij is negatief.
Hij is daardoor als creatief kunstenaar
een grote mislukking en alleen de twjjfel-
achtige opzet om door onbeschaamde eer
lijkheid een burgerlijke overdrijving te
geven van een puinpsyche in de moderne
puber, is niet bjj machte een fractie van
waardering op te wekken. De schouwburg,
die voor een balletuitvoering toch al vrij
slecht bezet was, kon niet veel bijval op
brengen. Men keerde zich demonstratief
af van de blaag-choreograaf!
Dat men speciaal een gast heeft moe
ten engageren om als enige vrouw te dan
sen temidden van een groep van tien los
geslagen Amerikaanse jongens, is over
dreven en overbodig.
Zelfs de Mozartsymfonie na de pauze
heeft de mislukte première niet kunnen
vergoeden. Wij nemen aan dat Anton
Kersjes het Kunstmaandorkest dirigeer
de. In het programma stond daar niets
over vermeld. In ieder geval poogde Kers
jes muzikaal op peil te blijven.
Een „vreemder" dansav nd dan wij
hebben meegemaakt, za] moeilijk samen
te stellen zijn. Het optreden van Sonia
Arova vervluchtigde als rook voor de
storm die een brut.e choreograaf had aan
gewakkerd. Bu.
Vonderdag heeft Koningin Juliana de
nieuwe soda-fabriek geopend. Nadat
H.M. een handel had overgehaald gingen
de spoorboniên van het fabrieksterrein
open, zodat een versierde trein kon
passeren. De foto geeft hiervan een
beeld.
verfrist U in trein, auto,
vergaderzalen, bij sport en dansen.
Het feit, dat de kerkeraad van de gere
formeerde kerk van Roermond bij de
jongste bisschopswisseling in het bisdom
Roermond de „gaande en de komende
man" een schrijven, resp. van afscheid en
gelukwens heeft gezonden, leidde ertoe,
dat er een uitnodiging kwam voor een
gesprek in het bisschoppelijk paleis.
De nieuwe bisschop, mgr. dr. J. Hans-"
sen, wilde de wederzijdse zorgen en ver
wachtingen eerlijk en open in een vriend
schappelijke ontmoeting uitspreken en de
kerkeraad meende zich aan deze uitno
diging niet te mogen onttrekken.
Daarom vaardigde hij zijn predikant,
ds. M. D. Geleijnse en twee ouderlingen
af. Het gebruik van de Bijbel in het per
soonlijk en kerkelijk leven en de Mariolo-
gie hebben onderwerp van discussie ge
vormd. De kerkeraad heeft de gemeente
officieel van een en ander in kennis ge
steld.
in elk verzorgingsgebied is
n met het gemiddelde deelne-
f ^ercentage van het totale v.h.m.o.
§erneentetype in Nederland.
K6!r°efi Wat het gehele onderzochte gebied
H t W.'hlljkt dat het aantal leerlingen bij
1 "oliek middelbaar onderwijs bene-
i ten Verwachting blijft. Weliswaar is
?6|hifi opz'chte van het gemiddelde deel-
l'ee aësniveau in 1952-1953 (gedifferen-
i aStri-riaar gemeentetype) geen noemens-
s 6r 'Se achterstand meer (bij de jongens
jheis; een achterstand van 4 pet, bij de
.1 een voorsprong van 10 pet, maar
h periode 1952-1956 is de deelneming
Slati "hiddeibaar onderwijs in ons land
ion sterk gestegen, nl. met 26 pet bij
'Sens en met 36 pet bij de meisjes.
dir-
'gent van het Concertgebouw-
v *vo'nrtr' ®duard van Beinum, heeft gis-
üai? het t V" handen van de voorzitter
6 'schaf. ernati°nale Gustav Mahler Ge.
Prof. dr. Erwin Ratz, de gou-
fl t Vo„„?ermedaille ontvangen, vanwege
W^d'enste voor de uitvoeringen van
du
It» tUeri van Mahler.
9; ,er M. Haitjema, president van de
nang „Het Concertgebouworkest",
bu d«n ^Shs de orkestleden eveneens een
v. ''eii^ JyShlermedaille in ontvangst. De
bit1 het I, Seschiedde in de Julianafoyè:
q lvoer. Concertgebouw na afloop van d(
het Van Mahlers zevende symfonit
Concertgebouworkest.
In een terugblik op de groei van
het huidige, Europees gegroeide,
Volkenrecht, stelt prof. Röling hoe
die recht aanvankelijk slechts be~
doled was voor het vervoer tus
sen de volkeren, die het christendom
gemeen hadden. Dit christelijk vol
kenrecht, dat de rechtstitel verleen
de voor de overheersing van de „bar
baarse wereld", steunde niet op de
technische ontwikkeling van de Euro
pese landen (de oosterse landen wa
ren toen verder ontwikkeld), maar
op een superioriteitsbesef, wortelend
in het christendom. In de 19e eeuw
gaat de eerste niet-Europese (maar
wel christelijke) natie een rol spe
len in het volkenrecht: Amerika.
Daarna gaan Rusland, Turkije en
Japan een rol meespelen. Het volken
recht was toen gaan gelden voor
het verkeer tussen de ..beschaafde
naties". De directe aanleiding tot
Japans binnentreden in de volkeren
gemeenschap, zo merkt prof. Röling
op, was de overwinning van dit land
in de oorlog tegen China. Een Japans
diplomaat gaf hierbij het commen
taar, dat zijn land aan de conferen
tietafel der beschaafde naties was
toegelaten, nadat het had aange
toond de gelijke van de andere na
ties te zijn in de techniek der slach
ting.
Intussen is het tijdvak der „be
schaafde naties" voorbij. De leden
v. d. Verenigde Naties worden aan
geduid als „vredelievende naties",
de organisatie der V.N. is prak
tisch universeel geworden.
Afgezien van het koloniale deel,
dat voor de buiten-Europese ge
bieden gold, zo betoogt prof. Röling,
was het Europese recht een vrij
heidsrecht. De nieuwe meerder
heid in de volkerengemeenschap wil
naast dit vrijheidrecht ook een stuk
beschermingsrecht en verzorgings
recht. Er heeft zich een stuk sociolo
gische verandering in de volke
rengemeenschap voltrokken.
De preadviseur trekt hierna een
vergelijking met de rechtsontwikke
ling op het nationale vlak. Ook daarin
heeft zich een sociologische veran
dering, een democratisering voltrok
ken. Er is niet alleen meer een vrij
heidsrecht voor de gezeten burgerij,
het recht is de zwakke tegen de
machtspositie van de sterke te gaan
beschermen. De nieuwe meerderheid
der mondig geworden bezitlozen is
bovendien waar nodig, verzorging
gaan vragen. Intussen is (was) de
nieuwe meerderheid vervuld van res
sentiment tegen de vroegere heersers.
Terugkerend op het internationale
vlak stelt prof. Röling het bestaan
van een dergelijk ressentiment bij
de jonge naties vast. Intussen vraagt
de schrijver van het preadvies zich
af of de jonge landen, de nieuwe
meerderheid in de volkerengemeen
schap, geen beter begrip hebben voor
de voorwaarden waaronder één we
reld kan worden verwerkelijkt dan
de oude naties. Daarna komen de de
siderata van de nieuwe naties voor
de veranderingen van het volken
recht aan de orde: afschaffing van
het overheersingsrecht, algemene toe
passing van het Europees volkenrecht,
zoals dat van oorsprong alleen van toe
passing was voor de „beschaafde na
ties", wijziging van het volkenrecht,
zodanig, dat de arme en zwakke
naties voldoende beschermd worden
en waarborgen voor het welzijn van
die naties, die verzorging van andere
volken nodig hebben.
Prof. Röling wijst erop, dat in het
Handvest van de Verenigde Naties
een dergelijke waarborg in principe
al is vastgelegd en dat de organen
van de Verenigde Naties zich met
terdaad ook al met het welzijn
van onderontwikkelde landen bezig
houden.
Het tot nu toe besprokene was een
kwestie van materieel recht. Spre
kend over het formeel recht signa
leert prof. Röling dat de normen van
het Handvest van de V.N., bijvoor
beeld maar vaag zijn, dat resoluties
slechts een richting aangeven; er is
geen wereldwetgever. De vroeger
machtigen zijn over het algemeen
weinig geneigd van hun oude rechts
positie afstand te doen, vandaar dat
een eenzijdige daad ais middel tot
verandering van de rechtspositie van
de jonge naties meer en meer voor
komt.
Het oude Europese volkenrecht
heeft voor een deel vorm gekre
gen door daden van bijvoorbeeld
Engelse staatslieden en generaals.
Op het ogenblik zijn het de daden
bijvoorbeeld van een Egyptische
kolonel, die leiden tot een bepaal
de rechtsvorming. Alleen het ver
schil met vroeger is, dat een der-
geliike eenzijdige daad destijds
slechts kon worden verricht uit een
poaitie van nationale macht, ter
wijl nu militair machteloze en econo
misch hulpbehoevende staten zich
deze daden kunnen veroorloven bij
de gratie van de koude oorlog.
Aan het slot van zjjn preadvies
merkt prof. Röling op, dat wanneer
wij zouden nalaten bewust mee te
werken aan de aanpassing van het
recht aan de nieuwe omstandigheden,
als wij deze taak zouden overlaten i
aan de blinde, onpersoonlijke kracht
die met geweld verwerkelijkt wat re
delijk handelen niet tijdig tot staitl
bracht, dat zon gaan ten koste van i
de westerse beschaving. „Zoals bin-
nenlandse starheid in Rusland leid-
de tot de dictatuur van het proletari-
aat. zo zou buitenlandse starheid ten- i
slotte leiden tot wereldoorlog en over-
heersing der gekleurde volken", al-
dus proc. Röling.
(Van onze militaire medewerker)
TIJDENS DE OPENBARE behan
deling in de Eerste Kamer van
de begroting van Buitenlandse
Zaken heeft de minister voor Defen
sie aan de Kamer het op zijn verzoek
door prof. dr. H. J. Groeneveld c.s.
samengestelde memorandum over
nucleaire wapenen, bewapeningswed
loop en ontwapeningsovereenkomst
overgelegd.
Een nadere beschouwing van dit
memorandum, en vooral van de ana
lyse der afzonderlijke concessies en
stappen, die (naar de mening van de
ondertekenaars) achtereenvolgens
voor verwezenlijking vatbaar zijn,
lijkt ons alleszins de moeite waard.
Voorop sta, dat wij niets willen afdoen
aan de in het document geconstateerde
feiten. Niemand zal of kan de alles ver
nietigende en vernielende uitwerking
van nucleaire explosies ontkennen,
waarvan de oppervlakte afhankelijk
van de tonnage van A- of H-bom
varieert van lokale tot nationale ram
pen. Niemand zal of kan de niet te
overziene ramp ontkennen tengevolge
van onmetelijke en dodelijke radio-ac
tieve neerslag (fall-out) gepaard gaande
met de op zichzelf reeds moordende
grondexplosies van A- en H-bommen.
Wij scharen ons bepaald niet aan de
zijde diergenen, die menen, dat door het
nemen van beschermingsmaatregelen
het aantal slachtoffers binnen „redelijke
grenzen" kan worden gehouden. Wij
geloven zelfs, dat elke voorstelling in
deze nog achterblijft bij de realiteit, als
deze zich zou voordoen. Ook ontkennen
wij niet, dat reeds aan het bestaan van
deze strijdmiddelen risico's zijn verbon
den, vooral als het bezit van deze mid
delen in de toekomst een dusdanige
spreiding zou aannemen, dat het gebruik
niet meer onder controle zou zijn. Dan
zou immers het „kruitvat" tot ontplof
fing kunnen worden gebracht door „met
vuur spelende kinderen" of door „aan
verstandsverbijstering lijdende grote
ren". Reeds thans moge echter worden
vastgesteld, dat dit risico belangrijk kan
worden beperkt, indien het bezit en
dus het gebruik van nucleaire verde
digingsmiddelen uitdrukkelijk aan ban
den wordt gelegd, zodat niet ieder land
zich deze middelen vrijelijk kan „aan
schaffen".
Mochten echter de hiervoor geschetste
risico's aanleiding zijn tot zoals het
memorandum dit aanbeveelt het van
Westelijke zijde nemen van stappen als:
„a Stopzetting van proefexplosies,
b Voorkoming van gebruik van atoom
wapens door uitgebreide controle op
mogelijke transportmiddelen, zoals
vliegtuigen en raketten en hun ba
ses.
c Stopzetting van technisch-weten-
schappelijk onderzoek tot verdere
ontwikkeling van atoomwapens en
hun middelen tot transport (vooral
raketten).
d Vermindering van de enorme uitga
ven voor militaire doeleinden inclu
sief militaire research,
e Stopzetting van verdere produktie
van atoomwapens, en
f Neutrale, kernwapenvrije zone in
Europa
ALVORENS DEZE vraag te be
antwoorden, is het noodzakelijk
de achtergrond, de aanleiding tot
de Atlantische nucleaire vergeldings
theorie, atoom-bewapening en de
daaruit voortvloeiende nucleaire be
wapeningswedloop tussen Oost en
West nader in beschouwing te ne
men.
En ook ten deze stellen wij dan on
omstotelijke feiten, die niemand zal of
kan ontkennen en wel:
Het communisme is een wereld-
streven, het zal niet rusten zolang zijn
enige bestaansdoel, de wereld onder zijn
leer te brengen, niet is bereikt hetzij met
of zonder geweld. Elk gepraat van com
munistische zijde, dat vredelievend naast
elkander leven met andere levensopvat
tingen mogelijk is, is bewust bedrog om
dat zulks in flagrante strijd is met de
grondslagen van de communistische
leer.
De militaire personele en materiële
kracht in zuiver conventionele zin van
het communistisch blok is in constant
aanwezige sterkte en in korte tijd aan te
voeren reserves ver overwegend t.a.v.
de Atlantische conventionele kracht. Een
vergelijking met „de reus en de dwerg"
is zeker niet overdreven.
De Atlantische personele, materiële
en economische kracht zou wellicht on
danks dat in staat zijn een eventuele
conventionele oorlog op den duur tot
een goed einde te brengen. Wat er in
tussen echter zou zijn geschied kan met
geen pen worden beschreven, afgezien
nog van de vraag of een communistisch
blok de uiteindelijke nederlaag zou aan
vaarden, zonder eerst toevlucht tot
nucleaire middelen te hebben genomen
met terzijdestelling van alle eventueel
gesloten overeenkomsten.
De wereldgrootmachten zijn zich
zeer wel bewust, dat een oorlog met on
beperkte toepassing van nucleaire strijd
middelen tot een personele, materiële
en economische vernietiging van beide
partijen zal leiden ongeacht wie nucleair
de sterkste is en dat a.h.w. de bezitter
van de laatste A- of H-bom de betreu
renswaardige „overwinnaar" zal heten.
Alleen de absolute wetenschap, dat
ieder gewapend conflict tussen Oost en
West tot zulk een vernietigingsoorlog
zal leiden, zal ieder der partijen weer
houden zulk een conflict te riskeren.
Aangezien de communistische leer agres
sie in zich draagt, is deze dreiging dus
in het bijzonder een waarschuwing voor
het communistisch blok. De samenwer
king in het Westelijke blok zal zodanig
moeten zijn, dat het niet mogelijk is,
dat één der leden zulk een gewapend
conflict kan forceren (de Suez-actie was
hiervan een slecht voorbeeld, doch deze
werd ook in het bijzonder onder Weste
lijke druk gestaakt).
Door deze dreiging wordt het Wes
telijk blok uiteraard in zijn handelingen
beperkt wanneer het lokale communis
tische agressie betreft, welke het Wes
telijk belang niet zodanig treft, dat een
openlijk conflict gemotiveerd is (Hon
garije).
Bij uitschakeling van de nucleaire
strijdmiddelen en het uitbannen van de
onbeperkte nucleaire strijd zou, on
der de huidige omstandigheden, het
communistisch blok een wereldover-
heersende militaire positie innemen en
zou het Westen óf zich alles moeten la
ten welgevallen óf de „doodsstrijd" aan
vaarden. In beide gevallen zou dit uit
eindelijk slechts leiden tot vernietiging
van de westelijke waarden.
Uit het vorenstaande zal de lezer dui
delijk blijken, dat niet de nucleaire be
wapening in eerste instantie aan een be
perking moet worden onderworpen, doch
dat eerst de dreigende overheersende
positie in conventionele zin van het com
munistisch blok, door beperkende over
eenkomsten en controle, tot voor het
Westen aanvaardbare proporties moet
worden teruggebracht. Er moet een con
troleerbaar conventioneel bewapenings-
evenwicht komen waarachter beide par
tijen zich veilig voelen. Wanneer daarna
of daarnaast de nucleaire oorlogspoten
tie en de organisatie van de bescher
ming daartegen in evenwicht zou wor
den gebracht (het ideale zou dan op
grond van overeenkomsten „nul" moe
ten zijn) dan zou er redelijke kans be
staan, dat de nucleaire oorlogvoering
niet tot realiteit komt, evenals in
de tweede wereldoorlog de strijdgassen
in de cylinders zijn gebleven.
KEREN WE NAAR HET memo
randum terug, dan blijkt, dat de
door de opstellers-hoogleraren
gestelde mogelijke stappen eenzijdig
zijn bezien en ineens grijpen naar de
tweede fase van de zozeer gewenste
bewapeningsbeperking.
Wanneer het memorandum een stuk
voor intern gebruik was. dan zou het
acceptabel zijn geweest, omdat de op
stellers als fysici zich uiteraard een
zijdig richten en de aan het bezit van
nucleaire oorlogsmiddelen verbonden
gevaren scherp naar voren brengen.
Geheel anders wordt het echter in
dien dit stuk aan de openbaarheid
wordt prijsgegeven en gaat dienen als
voorlichting voor het Nederlandse
volk. Men stelle zich voor, dat het ge
hele Nederlandse volk achter dit me
morandum zou gaan staan en van de
Nederlandse regering de uitbanning
van nucleaire oorlogsmiddelen zou
eisen, men stelle zich voor, dat geleer
den en leiders in de andere NATO-
landen hetzelfde zouden bereiken. Dan
had het Kremlin zijn doel bereikt, het
zou er zich gaarne bij aansluiten. Dan
was de communistische wereldover
heersing bevestigd en zou met drei
ging van geweld of met geweld het
communistisch wereldprogram kunnen
worden doorgevoerd.
In een vorig artikel vermeldden wij,
dat de westelijke landen voor 1940 de
onbeperkte luchtoorlog hebben afge
wezen. Aan deze onbeperkte luchtoor
log zijn de westelijke landen bijna ten
gronde gegaan, terwijl dezelfde onbe
perkte luchtoorlog doch eerst vie?
jaar later door schade en schande wijs
geworden een belangrijk aandeel
heeft gehad in de uiteindelijke over
winning.
HOE diep treurig het in het
raam van het huidige wereld
bestel ook is, de N.A.T.O, zal
de nucleaire oorlogsdreiging voors
hands contre coeur moeten handha
ven, ja zelfs opvoeren, totdat het
communistische blok evolueert naar
voor het Westen aanvaardbare mili
taire krachtsverhoudingen.
Mocht dit niet geschieden en mocht
het ondanks deze dreiging en het
lankmoedig pogen om tot aanvaard
bare overeenkomsten te geraken
toch tot een conflict komen wat
God moge verhoeden dan zal de
strijd op leven en dood moeten wor
den aanvaard.
Maar er is meer! Men bant de oor
log niet uit door deze te humaniseren,
integendeel. Alleen door de verschrik
kingen klaar voor ogen te stellen en niet
door ijdele hoop of verwachtingen, dat
bestaande oorlogsmiddelen niet zullen
worden gebruikt, heeft de mensheid
een kans, dat de oorlog tengevolge
van zijn vergaande consequenties
niet meer als het uiterste en laatste
middel van de politiek wordt aan
vaard.
Napoleon zeide eens staande op het
slagveld: ..Als de koningen der aarde
een dergelijk schouwspel zagen, zou
den zij minder naar oorlog en verove
ring verlangen."
Het is voor de huidige „koningen"
der aarde niet moeilijk meer zich een
voorstelling van het moderne slagveld
te maken. Zouden we niet een rede
lijke kans hebben, dat de absolute we
tenschap dat een volgende oorlog een
nucleaire oorlog zal zijn en dat de
daaraan voor allen verbonden ontzag
lijke gevolgen, de ook door Napoleon
gesproken woorden zal bewaarheiden:
„De oorlog is uit de tijd. Eenmaal zal
de overwinning zonder kanonnen en
baionetten worden behaald"?
De N.A.T.O.-„koningen" stellen
zich voor het huidige op dit stand
punt en aangezien wij niet aan com
munistische wonderen geloven, ach
ten wij het in hoge mate gewenst, dat
de volken der Atlantische gemeen
schap zich gesloten achter dit stand
punt stellen.