Katholiek M.O.in Noord-Brabant Vertoont duidelijke achterstand 'S Iuistj<£ Verouderde uitgangspunten van het 1 volkenrecht behoeven vernieuwing Nogmaals: Nucleaire bewapening of niet In komende 10 jaar zijn 18 nieuwe scholen nodig t As Kunstmaand Amsterdam Nieuw ballet in „moderne" stijl door het Nederlands Ballet Koningin opende soda-fabriek PUROL Pre-advies van prof. Röling Verbreding Prof. dr. Stutterheim voor Leergangen Gereformeerde kerke- rciad op bezoek bij de bisschop 5? VRIJDAG 6 JUNI 1958 I'A ui.VA 3 "'•m. K In °ks. 'l«t - HHHHIIIPiPBMH Decentralisatie Het Stichtingsbestuur van de „Kunstmaand Amsterdam" beperkt zich niet tot louter hoofdstedelijke executanten. Gisteravond heeft het met succes een beroep gedaan op het Nederlands Ballet, dat in de Stadsschouwburg een dansavond gaf. Het programma is representatief te noemen voor het geen deze groep presteert. De ver schillende stijlen waren vertegen woordigd en er stond een première op het programma. Uitgevoerd werden: „Pas de quatre" op mu ziek van Pugni in de choreografie van Dolin, „Tij en ontij" van Van Delden-Rudi van Dantzig, „Cygne noir" van Tsjaikowski-Petipa en de „Symfonie K V 201" van Mozart, gezet door Van Dantzig. Asfalt-jungle Brabant verdient voorkeur ïv* Milieu-gebonden HoUal> CAea8sVtl Toweled Boldoot Eau de Cologne-doekje Beneden verwachting verdwijnen met W,£°UDEN MAHLER- "dAILLE VOOR EDUARD VAN BEINUM VERENIGING VOOR INTERNATIONALE RECHTSORDE 1 In een preadvies voor de op zaterdag 7 juni in het Huis der Provincie te Arnhem te houden algemene ledenvergadering van de Vereniging voor Internatio nale Rechtsorde zegt prof. mr. B. V. A. Röling een verandering van het Europees gegroeide vol kenrecht noodzakelijk te achten. Met name vindt prof. Röling noodzakelijk afschaffing van het „overheersingsrecht"; zoals dat is gegroeid uit koloniale en daar mee verwante verhoudingen, het algemeen geldend maken van die stukken volkenrecht, die oor spronkelijk als alleen geldig voor de „beschaafde naties" waren gedacht en uitbreiding van het volkenrecht met een beveili- gings en verzorgingsrecht voor de economisch zwakke en/of jonge naties. (Van onze redacteur) h,fh,striële ontwikkeling van Brabant eist in versneld tempo de stichting «tic! 'll< Uwe M.O.-scholen. Uit een onderzoek, door het Kaski in opdracht van de Co >s !nR "Ons Middelbaar Onderwijs in Noord-Brabant" in de bisdommen Breda ^n!„Hertosc"b°sch ingesteld is gebleken, dat de belangrijkste tekorten in bet a^gln"la* voor katholiek v.h.m.o. gelokaliseerd zijn in de steden resp. stedelijke !<lera*'es- Hier zullen in de komende 10 jaren dus de meeste nieuwe scholen l0< "'v' "uuv" numciiuc IV jaicii uus ur iiiccntc mcuwe SUIlOieil «en WOr(Jon gesticht, met name in: 's-Hertogenbosch-Vught: 2 h.b.s.-en en Tilburg: 3 middelbare scholen; Helmond: 1 h.b.s. voor jongens en 1 ,s-: Bergen op Zoom: 1 h.b.s voor jongens; Breda: 2 h.b.s-en voor jongens fh '"'i-k JU'lgVlllS JI voor Nijmegen en Eindhoven wordt vanwege het bijzondere groeipre- !'<jvp n deze beit,e steden een detailonderzoek noodzakelijk geacht. Voor Eind- is daartoe reeds een nieuwe opdracht aan het Kaski verstrekt, welk onder- """i in oktober hoopt voltooid te hebben. Waat Verscheidene kleinere vestigings- 11 zfiï Van katholieke middelbare scho lar "en in de komende jaren welis- ?6stj Jjeen nieuwe behoeven te worden litgg] kt,, maar het zal toch voor de op- u'tbouw van het katholiek v.h.rrLO. "iet a ziin- dat een verbreding met nog t»en0 ^wezige schooltypen plaats vindt. worden: Goes en Boxmeer, uit- Oojt-dg van de h.b.s. met een m.m.s.; ut, Valkenswaard en Veghel, uit- 'n§ van de h.b.s.m.m.s. met een Van as>um en Oudenbosch, uitbreiding h.b.s. met een gymnasium. 1iQterscheidene gemeenten, die tot nu toe I>eSc, een katholieke middelbare school W'kken, komen hetzij onmiddellijk, tigi J °P iets langere termijn voor de ves- kiori5 van een katholieke h.b.s. in aan- Als nl. Deurne, Druten en Wychen. W Jhogelijke vestigingsplaats van een 'kt 0 eke h.b.s. op latere termijn is in aPport genoemd Uden of Gemert. ""'wikkelingsplan is gebaseerd op 1ah.lrUctuuranalyse van de huidige deel- uorNlSstendenzen aan het middelbaar on- Vatl Us in de verscheidene onderdelen "et omschreven gebied enerzijds en Sopj e te verwachten demografische en "'-ecoomische ontwikkeling ander- Si rl' Hl® prognose gaat uit naar het op kat]~ecernber 1967 te verwachten aantal Öer °h®ke v.h.m.o.-leerlingen in de on- aSnokeidene verzorgingsrayons, waarbij jaa 'ehouden is de leeftijd van 12 t/m 20 !cho'k ze §roei za' niet geleidelijk, maar gewijze gaan. De ontwikkeling van ,®rllngenaantal bij het middelbaar on. lig. "s wordt bepaald door de ontwikke- Vr -.Van het aantal 12 t/m 20-jarigen en van het deelnemingspercen- <iJ- Wat dit laatste betreft, is geleidelijke toeneming te verwachten. "I. Ppk" "nderzijds. •Ji jat? aanzien van het aantal 12 t/m 20 ?en, zal reeds enige jaren vroeger, ln 1965 een (voorlopig) hoogtepunt wor. Val ereikt. Het is in verband daarmee 6e ,Sehijnlijk, dat de voor 1967 geraam- teVfleerlingenaantallen reeds enige jaren «v. Vor®n bereikt en wellicht tijdelijk zelfs tmf^hreden zullen zijn. De uitbreidingen W,6" dus enige jaren vóór 1967 alle hun a8 moeten hebben gekregen. Gelet op O*. "Ursusduur van het v.h.m.o. kan het v0], 'kkelingsplan omstreeks 1965 slechts b0 'ecÜg gerealiseerd zijn, wanneer de te "Urs n scholen omstreeks 1960 met de stj.rUssen aanvangen. De vereiste school- 5 u tingen zullen dus alle in de komende Kei*11 moeten worden gerealiseerd, het- Verdisconkeert men deze stijging in de gemiddelde deelnemingspercentages per gemeentetype en houdt men tevens reke ning met het feit, dat een zeker aantal katholieke leerlingen een niet-katholieke school bezoekt, dan bedraagt de achter stand voor de jongens in beide bisdom men thans 21 pet (ongeveer 2100) en voor de meisjes 15 pet (ongeveer 900). Regionaal blijken er tussen de onderscheiden rayons grote verschillen te bestaan. De factor schoolaccommodatie blijkt de belangrijk ste verklaringsgrond. In de kleinere vestigingsgemeenten zjjn de voorwaarden in dit opzicht het gun stigst: de nabijheid van een middelbare school stimuleert de belangstelling en deze wordt van de z(jde der school niet afgeremd door een al te scherpe selectie, waartoe de grote middelbare scholen in de steden veelal genoodzaakt zijn wegens gebrek aan ruimte. Daarentegen moet in de middelgrote steden overal een tekort aan katholieke middelbare scholen worden geconstateerd. Verscheidene kleinere vestigingsgemeen ten beschikken uitsluitend over een h.b.s., waaraan moet worden toegeschreven, dat in de buitengemeenten van de desbetref fende verzorgingsgebieden de deelneming van meisjes aan het middelbaar onderwijs bijzonder gering is. De in de bevolking van overwegend agrarische gebieden latent aanwezige be langstelling voor het middelbaar onder wijs kan worden geactiveerd door het creëren van schoolvoorzieningen in het betrokken gebied zelf. Mede met het oog op verzorgingsgebieden, waar een tekort aan schoolvoorzieningen is waargenomen, komt het rapport tot de conclusie, dat bij de uitbouw van de apparatuur voor ka tholiek middelbaar onderwijs zoveel mo gelijk naar decentralisatie dient te wor den gestreefd. Aan het licht is getreden de nauwe samenhang tussen de relatieve deelne ming aan de vormen van voortgezet on derwijs en de mate van verstedelijking. De deelneming aan het katholiek middel baar onderwijs is in Noord-Brabant ge ringer dan die aan het totale middelbaar onderwijs in ons land. Bij een volledig gelijkblijven van het belangstellingsper centage met als indexcijfer 100 in 1950, zal in 1959 het cijfer 140, in 1961 het hoogste indexcijfer nl. 141 bereikt zijn en in 1967 en 1968 134. Bij deze prognose werd reke ning gehouden met de grote hausse in ge boortecijfers na de oorlog. een oogpunt van schoolvoorzieningen voor katholiek middelbaar onderwijs moet het gebied van 's-HertogenboschVught en omgeving als een der ernstigste probleem gebieden van de bisdommen Breda en 's-Hertogenbosch worden beschouwd. Waargenomen leerlingentekorten in Til burg moeten niet worden toegeschreven aan de samenstelling der beroepsbevol king. De geringe democratisering van het middelbaar onderwijs hangt wellicht sa men met het eigen klimaat van Tilburg, dat sterk wordt bepaald door het tra ditionele sociale patroon. Is het tekort aan schoolruimte in Eindhoven niet groot, in Breda en Helmond is het zeer ernstig. In aansluiting op een reeds uitgebracht rapport over de situatie van het lager onderwijs in Noord-Brabant, is het Kaski ook bezig met te onderzoeken, waar de jongens en meisjes, die bij het onderzoek in 1952 betrokken waren, na het verlaten van de school zijn terecht gekomen. De verwachting bestaat, dat het lager onder wijs ten plattelande in Brabant op hoger peil gaat komen. Op zr.terdag 21 juni a.s. om 5 uur n.m. precies zal prof. dr. C. F. P. Stutterheim van de Universiteit van Leiden voor de cursisten Nederlande M.O. der R.K. Leer gang eneen buitengewone les geven over het onderwerp: Taalbeschrijving en Taal waardering. De les wordt gegeven in het gebouw der R.-K. Leergangen, Bossche- weg 341, Tilburg. betekent, dat in de bisdommen 18 hlieke middelbare scholen moeten kgtj^a. en 's-Hertogenbosch ongeveer °rden gesticht. «t^tetIe gezien het lerarentekort zal het tiic er onmogelijk zijn in 5 jaren zoveel het Ve scholen te stichten. Vandaar, dat "Uit ""twikkelinssplan om de duidelijke den erstand op het gebied van het mid- h'(:, aar onderwijs in Brabant in te halen z.Etj Uitstrekt over 10 jaren. De overheid W,yoor (ieze achterstand oog moeten "en. Het gewest is in opkomst en de »00 BsteUing bij de bevolking voor dit aanwezig. Brabant verdient ten k-Ur van andere provincies de voor in.,; 0n»dat de achterstand hier het 0'st is. 'hii, ^et onder leiding van drs. M. Mat- 5tia',Seh uitgevoerde onderzoek is een t'an ïse gemaakt van de huidige stand .net katholiek middelbaar onderwijs in naarïee genoemde bisdommen, gemeten lp „"et percentage jongens en meisjes in a'h ??hjdsgroep van 12 t/m 20 jaar, dat °Hek middelbaar onderwijs volgt. *iin as'sgegevens voor de berekening gemeente verzameld, maar de be- ^en zijn uitgevoerd voor alle ge- len, die tot het verzorgingsgebied Schoieen of meer katholieke middelbare Scii6jrtn behoren, te zamen, alleen onder- z°t"Ei naar gemeentetype. Onder ver- ?gsgebied is te verstaan het gebied, "are °r ®en of meer katholieke middel- '.§5- Scholen wordt verzorgd. Het concept ?0or "entetype" is ingevoerd om een basis - vPV,ergelïjking der gemeenten onderling V». krijgen. Gemeenten met een sterke Va* 1 H NijJjenkomst in sociaal-economische en elijke structuur zijn tot gemeente- 'W- samengevoegd. Het deelnemings- ^n'age van het katholieke v.h.m.o. per De in 1955-1956 uitgevoerde onderzoe kingen hebben o.m. uitgewezen, dat de deelneming aan het middelbaar onderwijs sterk milieu-gebonden is. Deze is het hoogst in het intellectuele milieu, het laagst in dat van boeren en arbeiders. Uit De première was „Streetcorner Royal ty'' van Sanders. Dat in de veelheid van repertoirenummers weer een nieuwe pres tatie is geleverd, bewijst dat de vitaliteit van deze dansgroep verheugend groot is Ih het programma is ook duidelijk, be wezen. dat de eigen krachten ruimschoots gelegenheid krijgen hun creativiteiten te ontplooien en dat men ook met enthou siasme meewerkt om tot goede resultaten te komen. Rudi van Dantzig heeft ge toond, dat hij een fantasievolle choreo graaf is,'die ook de ensembles goed naar zijn hand weet te zetten. Zijn beide bal letten werden uiterst perfect gedanst. Als gast t.rad op Sonia Arova, die aan vankelijk alleen in het ballet van San ders zou dansen, maar die door een wij ziging ook de Taglioni-rol van Willy de la Bye in de „Pas de quatre" had over genomen. Willy de la Bye danste Mile Lucile Grahn. Verder dansten Irene Vos en Olga Dzialiner. Deze ..Pas de Quatre" was naar onze mening het hoogtepunt van de avond. Wij beleefden er meer ge noegen aan dan aan de „Pas de Deux" van Hilarides en Flier. Het Is onvermjjdeljjk gebleken om de rauwe typering van een hyperbcdorvcn straatjeugd voor de filmcamera te reser veren. Job Sanders heeft met „Streetcor ner Royalty" in drie scènes de geperver teerde jeugd getoond. Een saxofoon gilt een maruhani-roes met een exotische Vr66ïïiae wensdroom en een overnemen van het „leiderschap" van de straathoekjeugd zijn het ongenietbare drieluik dat zonder enig nut en artistieke verantwoording de toe schouwers choqueert. In hoeverre het tijdsbeeld voor de balletkunst tolerabel is als inspiratiebron, laten wij buiten dis cussie. De dans op het toneel is geen ver- gaarsel van een hypersensitief observa- tisme. De dans abstraheert als kunst van de realiteit, maar Sanders aanvaardt deze esthetische zelfdiscipline niet. Dit is zijn zaak wanneer hjj dit binnenskamers doet. Maar wanneer hij een asfalt jungle op het toneel brengt, vol met geluiden die Jack Montrose componeerde on öie wij via de geluidsband hoorden, dan zal hij als cho reograaf de plicht hebben om duidelijk te maken, dat het doelbewust opgeven van het uitgangspunt, dat de kunst het belan geloze behagen tot object heeft, zin heeft. Maar Sanders elimineert. Hij is negatief. Hij is daardoor als creatief kunstenaar een grote mislukking en alleen de twjjfel- achtige opzet om door onbeschaamde eer lijkheid een burgerlijke overdrijving te geven van een puinpsyche in de moderne puber, is niet bjj machte een fractie van waardering op te wekken. De schouwburg, die voor een balletuitvoering toch al vrij slecht bezet was, kon niet veel bijval op brengen. Men keerde zich demonstratief af van de blaag-choreograaf! Dat men speciaal een gast heeft moe ten engageren om als enige vrouw te dan sen temidden van een groep van tien los geslagen Amerikaanse jongens, is over dreven en overbodig. Zelfs de Mozartsymfonie na de pauze heeft de mislukte première niet kunnen vergoeden. Wij nemen aan dat Anton Kersjes het Kunstmaandorkest dirigeer de. In het programma stond daar niets over vermeld. In ieder geval poogde Kers jes muzikaal op peil te blijven. Een „vreemder" dansav nd dan wij hebben meegemaakt, za] moeilijk samen te stellen zijn. Het optreden van Sonia Arova vervluchtigde als rook voor de storm die een brut.e choreograaf had aan gewakkerd. Bu. Vonderdag heeft Koningin Juliana de nieuwe soda-fabriek geopend. Nadat H.M. een handel had overgehaald gingen de spoorboniên van het fabrieksterrein open, zodat een versierde trein kon passeren. De foto geeft hiervan een beeld. verfrist U in trein, auto, vergaderzalen, bij sport en dansen. Het feit, dat de kerkeraad van de gere formeerde kerk van Roermond bij de jongste bisschopswisseling in het bisdom Roermond de „gaande en de komende man" een schrijven, resp. van afscheid en gelukwens heeft gezonden, leidde ertoe, dat er een uitnodiging kwam voor een gesprek in het bisschoppelijk paleis. De nieuwe bisschop, mgr. dr. J. Hans-" sen, wilde de wederzijdse zorgen en ver wachtingen eerlijk en open in een vriend schappelijke ontmoeting uitspreken en de kerkeraad meende zich aan deze uitno diging niet te mogen onttrekken. Daarom vaardigde hij zijn predikant, ds. M. D. Geleijnse en twee ouderlingen af. Het gebruik van de Bijbel in het per soonlijk en kerkelijk leven en de Mariolo- gie hebben onderwerp van discussie ge vormd. De kerkeraad heeft de gemeente officieel van een en ander in kennis ge steld. in elk verzorgingsgebied is n met het gemiddelde deelne- f ^ercentage van het totale v.h.m.o. §erneentetype in Nederland. K6!r°efi Wat het gehele onderzochte gebied H t W.'hlljkt dat het aantal leerlingen bij 1 "oliek middelbaar onderwijs bene- i ten Verwachting blijft. Weliswaar is ?6|hifi opz'chte van het gemiddelde deel- l'ee aësniveau in 1952-1953 (gedifferen- i aStri-riaar gemeentetype) geen noemens- s 6r 'Se achterstand meer (bij de jongens jheis; een achterstand van 4 pet, bij de .1 een voorsprong van 10 pet, maar h periode 1952-1956 is de deelneming Slati "hiddeibaar onderwijs in ons land ion sterk gestegen, nl. met 26 pet bij 'Sens en met 36 pet bij de meisjes. dir- 'gent van het Concertgebouw- v *vo'nrtr' ®duard van Beinum, heeft gis- üai? het t V" handen van de voorzitter 6 'schaf. ernati°nale Gustav Mahler Ge. Prof. dr. Erwin Ratz, de gou- fl t Vo„„?ermedaille ontvangen, vanwege W^d'enste voor de uitvoeringen van du It» tUeri van Mahler. 9; ,er M. Haitjema, president van de nang „Het Concertgebouworkest", bu d«n ^Shs de orkestleden eveneens een v. ''eii^ JyShlermedaille in ontvangst. De bit1 het I, Seschiedde in de Julianafoyè: q lvoer. Concertgebouw na afloop van d( het Van Mahlers zevende symfonit Concertgebouworkest. In een terugblik op de groei van het huidige, Europees gegroeide, Volkenrecht, stelt prof. Röling hoe die recht aanvankelijk slechts be~ doled was voor het vervoer tus sen de volkeren, die het christendom gemeen hadden. Dit christelijk vol kenrecht, dat de rechtstitel verleen de voor de overheersing van de „bar baarse wereld", steunde niet op de technische ontwikkeling van de Euro pese landen (de oosterse landen wa ren toen verder ontwikkeld), maar op een superioriteitsbesef, wortelend in het christendom. In de 19e eeuw gaat de eerste niet-Europese (maar wel christelijke) natie een rol spe len in het volkenrecht: Amerika. Daarna gaan Rusland, Turkije en Japan een rol meespelen. Het volken recht was toen gaan gelden voor het verkeer tussen de ..beschaafde naties". De directe aanleiding tot Japans binnentreden in de volkeren gemeenschap, zo merkt prof. Röling op, was de overwinning van dit land in de oorlog tegen China. Een Japans diplomaat gaf hierbij het commen taar, dat zijn land aan de conferen tietafel der beschaafde naties was toegelaten, nadat het had aange toond de gelijke van de andere na ties te zijn in de techniek der slach ting. Intussen is het tijdvak der „be schaafde naties" voorbij. De leden v. d. Verenigde Naties worden aan geduid als „vredelievende naties", de organisatie der V.N. is prak tisch universeel geworden. Afgezien van het koloniale deel, dat voor de buiten-Europese ge bieden gold, zo betoogt prof. Röling, was het Europese recht een vrij heidsrecht. De nieuwe meerder heid in de volkerengemeenschap wil naast dit vrijheidrecht ook een stuk beschermingsrecht en verzorgings recht. Er heeft zich een stuk sociolo gische verandering in de volke rengemeenschap voltrokken. De preadviseur trekt hierna een vergelijking met de rechtsontwikke ling op het nationale vlak. Ook daarin heeft zich een sociologische veran dering, een democratisering voltrok ken. Er is niet alleen meer een vrij heidsrecht voor de gezeten burgerij, het recht is de zwakke tegen de machtspositie van de sterke te gaan beschermen. De nieuwe meerderheid der mondig geworden bezitlozen is bovendien waar nodig, verzorging gaan vragen. Intussen is (was) de nieuwe meerderheid vervuld van res sentiment tegen de vroegere heersers. Terugkerend op het internationale vlak stelt prof. Röling het bestaan van een dergelijk ressentiment bij de jonge naties vast. Intussen vraagt de schrijver van het preadvies zich af of de jonge landen, de nieuwe meerderheid in de volkerengemeen schap, geen beter begrip hebben voor de voorwaarden waaronder één we reld kan worden verwerkelijkt dan de oude naties. Daarna komen de de siderata van de nieuwe naties voor de veranderingen van het volken recht aan de orde: afschaffing van het overheersingsrecht, algemene toe passing van het Europees volkenrecht, zoals dat van oorsprong alleen van toe passing was voor de „beschaafde na ties", wijziging van het volkenrecht, zodanig, dat de arme en zwakke naties voldoende beschermd worden en waarborgen voor het welzijn van die naties, die verzorging van andere volken nodig hebben. Prof. Röling wijst erop, dat in het Handvest van de Verenigde Naties een dergelijke waarborg in principe al is vastgelegd en dat de organen van de Verenigde Naties zich met terdaad ook al met het welzijn van onderontwikkelde landen bezig houden. Het tot nu toe besprokene was een kwestie van materieel recht. Spre kend over het formeel recht signa leert prof. Röling dat de normen van het Handvest van de V.N., bijvoor beeld maar vaag zijn, dat resoluties slechts een richting aangeven; er is geen wereldwetgever. De vroeger machtigen zijn over het algemeen weinig geneigd van hun oude rechts positie afstand te doen, vandaar dat een eenzijdige daad ais middel tot verandering van de rechtspositie van de jonge naties meer en meer voor komt. Het oude Europese volkenrecht heeft voor een deel vorm gekre gen door daden van bijvoorbeeld Engelse staatslieden en generaals. Op het ogenblik zijn het de daden bijvoorbeeld van een Egyptische kolonel, die leiden tot een bepaal de rechtsvorming. Alleen het ver schil met vroeger is, dat een der- geliike eenzijdige daad destijds slechts kon worden verricht uit een poaitie van nationale macht, ter wijl nu militair machteloze en econo misch hulpbehoevende staten zich deze daden kunnen veroorloven bij de gratie van de koude oorlog. Aan het slot van zjjn preadvies merkt prof. Röling op, dat wanneer wij zouden nalaten bewust mee te werken aan de aanpassing van het recht aan de nieuwe omstandigheden, als wij deze taak zouden overlaten i aan de blinde, onpersoonlijke kracht die met geweld verwerkelijkt wat re delijk handelen niet tijdig tot staitl bracht, dat zon gaan ten koste van i de westerse beschaving. „Zoals bin- nenlandse starheid in Rusland leid- de tot de dictatuur van het proletari- aat. zo zou buitenlandse starheid ten- i slotte leiden tot wereldoorlog en over- heersing der gekleurde volken", al- dus proc. Röling. (Van onze militaire medewerker) TIJDENS DE OPENBARE behan deling in de Eerste Kamer van de begroting van Buitenlandse Zaken heeft de minister voor Defen sie aan de Kamer het op zijn verzoek door prof. dr. H. J. Groeneveld c.s. samengestelde memorandum over nucleaire wapenen, bewapeningswed loop en ontwapeningsovereenkomst overgelegd. Een nadere beschouwing van dit memorandum, en vooral van de ana lyse der afzonderlijke concessies en stappen, die (naar de mening van de ondertekenaars) achtereenvolgens voor verwezenlijking vatbaar zijn, lijkt ons alleszins de moeite waard. Voorop sta, dat wij niets willen afdoen aan de in het document geconstateerde feiten. Niemand zal of kan de alles ver nietigende en vernielende uitwerking van nucleaire explosies ontkennen, waarvan de oppervlakte afhankelijk van de tonnage van A- of H-bom varieert van lokale tot nationale ram pen. Niemand zal of kan de niet te overziene ramp ontkennen tengevolge van onmetelijke en dodelijke radio-ac tieve neerslag (fall-out) gepaard gaande met de op zichzelf reeds moordende grondexplosies van A- en H-bommen. Wij scharen ons bepaald niet aan de zijde diergenen, die menen, dat door het nemen van beschermingsmaatregelen het aantal slachtoffers binnen „redelijke grenzen" kan worden gehouden. Wij geloven zelfs, dat elke voorstelling in deze nog achterblijft bij de realiteit, als deze zich zou voordoen. Ook ontkennen wij niet, dat reeds aan het bestaan van deze strijdmiddelen risico's zijn verbon den, vooral als het bezit van deze mid delen in de toekomst een dusdanige spreiding zou aannemen, dat het gebruik niet meer onder controle zou zijn. Dan zou immers het „kruitvat" tot ontplof fing kunnen worden gebracht door „met vuur spelende kinderen" of door „aan verstandsverbijstering lijdende grote ren". Reeds thans moge echter worden vastgesteld, dat dit risico belangrijk kan worden beperkt, indien het bezit en dus het gebruik van nucleaire verde digingsmiddelen uitdrukkelijk aan ban den wordt gelegd, zodat niet ieder land zich deze middelen vrijelijk kan „aan schaffen". Mochten echter de hiervoor geschetste risico's aanleiding zijn tot zoals het memorandum dit aanbeveelt het van Westelijke zijde nemen van stappen als: „a Stopzetting van proefexplosies, b Voorkoming van gebruik van atoom wapens door uitgebreide controle op mogelijke transportmiddelen, zoals vliegtuigen en raketten en hun ba ses. c Stopzetting van technisch-weten- schappelijk onderzoek tot verdere ontwikkeling van atoomwapens en hun middelen tot transport (vooral raketten). d Vermindering van de enorme uitga ven voor militaire doeleinden inclu sief militaire research, e Stopzetting van verdere produktie van atoomwapens, en f Neutrale, kernwapenvrije zone in Europa ALVORENS DEZE vraag te be antwoorden, is het noodzakelijk de achtergrond, de aanleiding tot de Atlantische nucleaire vergeldings theorie, atoom-bewapening en de daaruit voortvloeiende nucleaire be wapeningswedloop tussen Oost en West nader in beschouwing te ne men. En ook ten deze stellen wij dan on omstotelijke feiten, die niemand zal of kan ontkennen en wel: Het communisme is een wereld- streven, het zal niet rusten zolang zijn enige bestaansdoel, de wereld onder zijn leer te brengen, niet is bereikt hetzij met of zonder geweld. Elk gepraat van com munistische zijde, dat vredelievend naast elkander leven met andere levensopvat tingen mogelijk is, is bewust bedrog om dat zulks in flagrante strijd is met de grondslagen van de communistische leer. De militaire personele en materiële kracht in zuiver conventionele zin van het communistisch blok is in constant aanwezige sterkte en in korte tijd aan te voeren reserves ver overwegend t.a.v. de Atlantische conventionele kracht. Een vergelijking met „de reus en de dwerg" is zeker niet overdreven. De Atlantische personele, materiële en economische kracht zou wellicht on danks dat in staat zijn een eventuele conventionele oorlog op den duur tot een goed einde te brengen. Wat er in tussen echter zou zijn geschied kan met geen pen worden beschreven, afgezien nog van de vraag of een communistisch blok de uiteindelijke nederlaag zou aan vaarden, zonder eerst toevlucht tot nucleaire middelen te hebben genomen met terzijdestelling van alle eventueel gesloten overeenkomsten. De wereldgrootmachten zijn zich zeer wel bewust, dat een oorlog met on beperkte toepassing van nucleaire strijd middelen tot een personele, materiële en economische vernietiging van beide partijen zal leiden ongeacht wie nucleair de sterkste is en dat a.h.w. de bezitter van de laatste A- of H-bom de betreu renswaardige „overwinnaar" zal heten. Alleen de absolute wetenschap, dat ieder gewapend conflict tussen Oost en West tot zulk een vernietigingsoorlog zal leiden, zal ieder der partijen weer houden zulk een conflict te riskeren. Aangezien de communistische leer agres sie in zich draagt, is deze dreiging dus in het bijzonder een waarschuwing voor het communistisch blok. De samenwer king in het Westelijke blok zal zodanig moeten zijn, dat het niet mogelijk is, dat één der leden zulk een gewapend conflict kan forceren (de Suez-actie was hiervan een slecht voorbeeld, doch deze werd ook in het bijzonder onder Weste lijke druk gestaakt). Door deze dreiging wordt het Wes telijk blok uiteraard in zijn handelingen beperkt wanneer het lokale communis tische agressie betreft, welke het Wes telijk belang niet zodanig treft, dat een openlijk conflict gemotiveerd is (Hon garije). Bij uitschakeling van de nucleaire strijdmiddelen en het uitbannen van de onbeperkte nucleaire strijd zou, on der de huidige omstandigheden, het communistisch blok een wereldover- heersende militaire positie innemen en zou het Westen óf zich alles moeten la ten welgevallen óf de „doodsstrijd" aan vaarden. In beide gevallen zou dit uit eindelijk slechts leiden tot vernietiging van de westelijke waarden. Uit het vorenstaande zal de lezer dui delijk blijken, dat niet de nucleaire be wapening in eerste instantie aan een be perking moet worden onderworpen, doch dat eerst de dreigende overheersende positie in conventionele zin van het com munistisch blok, door beperkende over eenkomsten en controle, tot voor het Westen aanvaardbare proporties moet worden teruggebracht. Er moet een con troleerbaar conventioneel bewapenings- evenwicht komen waarachter beide par tijen zich veilig voelen. Wanneer daarna of daarnaast de nucleaire oorlogspoten tie en de organisatie van de bescher ming daartegen in evenwicht zou wor den gebracht (het ideale zou dan op grond van overeenkomsten „nul" moe ten zijn) dan zou er redelijke kans be staan, dat de nucleaire oorlogvoering niet tot realiteit komt, evenals in de tweede wereldoorlog de strijdgassen in de cylinders zijn gebleven. KEREN WE NAAR HET memo randum terug, dan blijkt, dat de door de opstellers-hoogleraren gestelde mogelijke stappen eenzijdig zijn bezien en ineens grijpen naar de tweede fase van de zozeer gewenste bewapeningsbeperking. Wanneer het memorandum een stuk voor intern gebruik was. dan zou het acceptabel zijn geweest, omdat de op stellers als fysici zich uiteraard een zijdig richten en de aan het bezit van nucleaire oorlogsmiddelen verbonden gevaren scherp naar voren brengen. Geheel anders wordt het echter in dien dit stuk aan de openbaarheid wordt prijsgegeven en gaat dienen als voorlichting voor het Nederlandse volk. Men stelle zich voor, dat het ge hele Nederlandse volk achter dit me morandum zou gaan staan en van de Nederlandse regering de uitbanning van nucleaire oorlogsmiddelen zou eisen, men stelle zich voor, dat geleer den en leiders in de andere NATO- landen hetzelfde zouden bereiken. Dan had het Kremlin zijn doel bereikt, het zou er zich gaarne bij aansluiten. Dan was de communistische wereldover heersing bevestigd en zou met drei ging van geweld of met geweld het communistisch wereldprogram kunnen worden doorgevoerd. In een vorig artikel vermeldden wij, dat de westelijke landen voor 1940 de onbeperkte luchtoorlog hebben afge wezen. Aan deze onbeperkte luchtoor log zijn de westelijke landen bijna ten gronde gegaan, terwijl dezelfde onbe perkte luchtoorlog doch eerst vie? jaar later door schade en schande wijs geworden een belangrijk aandeel heeft gehad in de uiteindelijke over winning. HOE diep treurig het in het raam van het huidige wereld bestel ook is, de N.A.T.O, zal de nucleaire oorlogsdreiging voors hands contre coeur moeten handha ven, ja zelfs opvoeren, totdat het communistische blok evolueert naar voor het Westen aanvaardbare mili taire krachtsverhoudingen. Mocht dit niet geschieden en mocht het ondanks deze dreiging en het lankmoedig pogen om tot aanvaard bare overeenkomsten te geraken toch tot een conflict komen wat God moge verhoeden dan zal de strijd op leven en dood moeten wor den aanvaard. Maar er is meer! Men bant de oor log niet uit door deze te humaniseren, integendeel. Alleen door de verschrik kingen klaar voor ogen te stellen en niet door ijdele hoop of verwachtingen, dat bestaande oorlogsmiddelen niet zullen worden gebruikt, heeft de mensheid een kans, dat de oorlog tengevolge van zijn vergaande consequenties niet meer als het uiterste en laatste middel van de politiek wordt aan vaard. Napoleon zeide eens staande op het slagveld: ..Als de koningen der aarde een dergelijk schouwspel zagen, zou den zij minder naar oorlog en verove ring verlangen." Het is voor de huidige „koningen" der aarde niet moeilijk meer zich een voorstelling van het moderne slagveld te maken. Zouden we niet een rede lijke kans hebben, dat de absolute we tenschap dat een volgende oorlog een nucleaire oorlog zal zijn en dat de daaraan voor allen verbonden ontzag lijke gevolgen, de ook door Napoleon gesproken woorden zal bewaarheiden: „De oorlog is uit de tijd. Eenmaal zal de overwinning zonder kanonnen en baionetten worden behaald"? De N.A.T.O.-„koningen" stellen zich voor het huidige op dit stand punt en aangezien wij niet aan com munistische wonderen geloven, ach ten wij het in hoge mate gewenst, dat de volken der Atlantische gemeen schap zich gesloten achter dit stand punt stellen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 3