WERKELIJK ZOMER was het nog niet Toch werd de aarde een paradijs a Stopzetting; gebruik mortieren en zware wapens in Tripoli KNVB tekende cassatie aan Kaas is altijd een gezond voedsel, en bovendien is kaas nu extra goedkoop. Britse, Franse en Amerikaanse ambassadeurs bijeen Disconto in België verlaagd tot 3% pet. Diplomatieke activiteit Tien trekkers bedelden om een onderdak Twee Amerikanen en een Canadees terug- gekeerd V B DONDERDAG 3 JULI 1958 PAGINA 6 Er viel veel op te merken De bij deze natuurbeschou wing geplaatste foto's zijn van C. R. Tolman-Mussche Het laatst van mei De zomer begint Jonge, belegen of oude Edammer 40 -f Wisselende temperaturen Neem ook eens korstloze- of smeerkaas t Profiteer daarvan, want dit voedzame voedsel (op de boterham, in de warme maaltijd*, bij de borrel of als dessert) geeft U op zo'n smakelijke manier de zo onontbeerlijke eiwitten, Vitaminen, mineralen, zouten en kalk. Jonge, belegen of oude Goudse kaas volvet Vergeet vooral niet bij Uw kaasleverancier naar het Kaasreceptenboekje (25 ct) met prachtige kleurfoto's te vragen. Meer dan 50 verrukkelijke recepten VERGAAN VAN „NIGERIA" NADER ONDERZOCHT Uit jeugdherberg gezet Als ik het weer in de tweede helft van mei zou willen karakteriseren, dan zou lk dit kunnen doen door mij aan te sluiten bij het oordeel van het merendeel der Nederlanders: «Het hield niet over". Er viel vrij veel regen, vaak was er een uitgebreide bewolking en met de grauwheid ging dikwijls een kilte gepaard, die velen ertoe bracht zo nu en dan de kachel weer aan te steken. Bont zandoogje zont zich op een tuinbank. Toen de buien losbraken, vluchtten wy naar het erf van boer Bruinekool. Plaatselijk trad, zij het schaarse ke ren, zelfs lichte nachtvorst op. Maar van heldere uren bleven wij niet helemaal verstoken en sommige dagen kenmerkte zowaar een zekere zoelte. Het was door gaans „groeizaam" weer en ik herinner mij geen jaar, waarin de planten, de bo men en struiken inbegrepen, zo uitbundig bloeiden als in 1958. Trouwens: dit gold ook voor juni. Er viel in die tweede meihelft van een zeer levendig vogelvertier te genie ten. Die levendigheid was van zeer uit eenlopende aard. Ten eerste werd er ge musiceerd, dat het een lieve lust was. Rondom mijn woning in Soest waren al de vogels van het parklandschap bijzon der goed op dreef. Ik bepaal mij er dit maal toe hun namen op te sommen: tuinfluiter, gekraagde roodstaart, hegge, mus, vink, spreeuw, glanskop, pimpel, koolmees merel, zanglijster, fitis, tjiftjaf, spotvogel,winterkoning, tortel, houtduif. En niet te vergeten de braamsluiper: diens klepperdeuntje klonk heel de dag. Maar de soorten, die ik noemde, hingen niet alleen de montere liedjeszangers uit. De wijfjes zaten te broedenr'of wel: de vogelouders vlogen van ochtendkrieken tot zelfs na zonsondergang af en aan om de hongerige kelen vol voer te stop pen. Soms haalden zij wat lekker was van verre. Zo zag ik spreeuwen het kost je voor hun kinderen vergaren in de ge meente Hoogland. Mét de kijker de vo gels volgend, bleek mij, dat zij met hun voedsel pas in Soestdijk onder de dak pannen vlogen, terwijl zij het vlakbij in de Soester weilanden hadden kunnen opscharrelen. Trouwens ook honingbijen leggen ten behoeve van hun stuifmeel- en nectarverwerving voor ons menselijk gevoel soms „onnodig" en „onredelijk" grote afstanden af. Intussen hadden ook al jonge spreeuwen en jonge merels hun nesten verlaten. Fel klonken de alarm kreten van de vogelouders. want het prille goedje kende de gevaarlijke we reld nog niet en het was dus een nood zaak hun nakomelingen te waarschuwen, dat er katten in de buurt waren. Nu ik de naam van dat zoogdier neerschrijf, herinner ik mij, dat ik in de tuin van een vriend de kater des huizes zich zag rondwentelen en kopjeduikelen in een groep planten. Bovendien likte hij daar voortdurend aan en at er gedeelten van op. De plant, een lipbloem, was het Kau- kasisch kattenkruid. waarvan de naam dus zeer goed is gekozen De polder in In de polders met hun plassen waren er twee vogels, die zingende hoogte- vluchten ondernamen: de veldleeuwerik en de graspieper. Twee andere, de riet zanger en de rietgors, hadden de toppen van overjarige halmen tot zangplaats uit verkoren. Dit gebeurde niet omdat de zit gelegenheid, die de oude stengels bieden, gerieflijker is. maar om de doodeenvou dige reden, dat zangvogelmannetjes in de voortplantingstijd er behoefte aan hebben hun territorium tegen concurre rende seksegenoten te verdedigen. Dit kan alleen met kans op welslagen ge schieden, als zij neerstrijken op een hoog punt, vanwaar hun waarschuwingszang zo ver mogelijk doordringt en waar zij tevens al op een flinke afstand zichtbaar zijn. Voor het hoogste punt nu zorgt het overjarige riet, omdat het verse, jonge riet nog niet hoog genoeg is opgeschoten. Ook zullen de mannetjes, zodra zij zijn gerepatrieerd, eerder de wijfjes, die wat later in haar broedgebied aankomen, kunnen lokken, wanneer zij een verhe ven standpunt innemen. Overigens moet hierbij worden genoteerd, dat het lang durig en wisselend lied van de rietzan ger, die bovendien over een sterk mi misch vermogen beschikt scherp afsteekt tegen het stuntelig deuntje van de graci euze rietgors maar beide bereiken met hun vocale uitingen toch hetzelfde doel en dit geldt in hetzelfde polderlandschap tevens voor de prachtige gele kwikstaar ten met hun markante kleuren, waaraan zij hun naam ontlenen. Hun liedje is echter maar een armelijk niemendalle tje: een simpele variatie van hun lok roep die nauwelijks als zang kan worden aangeduid. In hetzelfde weigebied waar de groe ne kikkers luidruchtig kwaakten en de rugstreeppadden hun curieuze knorcon- certen ten beste gaven, „blaatten" nog steeds de watersnippen en de kempha nen gingen onverpoosd door met hun steekspelen; op hun toernooivelden be trokken de parmantige ridders elkaar voortdurend, terwijl zij hun pronkveren uitzetten, in opzienbarende gevechten, waarmee echter nooit de dood was ge moeid en de rivalen hoogstens wat schrammetjes opliepen. Voor de kievi- jes, seringen, rhododendrons, gouden, blauwe en witte regens, meidoorns e. lijsterbessen. Vooral beide laatstge noemde bomen zonden zoete hartver- overende geuren uit. Ook de bezembrem laaide felgeel op in het landschap. In massa's werd ze geplukt en in de hand of op de fiets door mijn goede dorp ver voerd. Toch bestaat er een plaatselijke verordening, die dit plukken en vervoe ren verbiedt. Bij mijn weten wordt te gen de herhaalde overtredingen door de politie nooit opgetreden. Dit is voor mij een hard gelag, want ik ben de geeste lijke vader van deze verordening. U ziet hieruit opnieuw, dat een profeet in zijn eigen land niet is geëerd. Intussen wil ik u er nog aan herinneren, dat in mei ook de daslook. deze moge dan nauw geparenteerd zijn aan de nuchterder ui, sjalot, prei en knoflook, met honderden sierlijke blanke bloemen en blad. dat veel weg heeft van het loof der lelietjes van-dalen, praalde in de duinstreek en de Zuidlimburgse contreien. De plant wordt ook in onze siergaarden gekweekt; overigens zou ik wel een twintigtal an dere Allium-soorten kunnen opsommen, wie deze onderscheiding te beurt is ge vallen. In de helemaal niet nigrerende zin van het woord zijn de looksoorten dus echte huis-, tuin- en keukensoorten. Porseleinwit blinken de bloemen van de vogelmelk op. ten, grutto's, scholeksters en tureluurs was de tweede helft van mei een bewo gen tijd: sommige hadden nog eieren, van andere liepen de jongen al tussen de weidekoekoeksbloemen, de pluiskoppen van de paardebloemen en de hoogopge- schoten grassen en rijzige veldzuringen. De wereld was vol werkelijke en ver meende vijanden. De weidevogels lever den dan ook vele keren per dag luchtge vechten met zwarte kraaien, torenval ken. bruine kiekendieven en blauwe rei gers en het was dan vaak een boeiend De jonge huismussen verkennen de wijdere wereld. gezicht, als de vliegfiguur van een grut to in hoge regionen als een zwart sil houetje afstak tegen de fantastische wit te bewolking van de hemel. Soms ge beurde het ook wel. dat enige tientallen grutto's tegelijk met afhangende poten boven de welige weiden hingen: in een dergelijk geval sloop een op bloed be luste wezel door de welige vegetatie. En toen het tegen het eind van de maand ging lopen, ontstond er onder de brood- vogels opnieuw een hevige beroering: hun woondomein werd door de maai- machines kaal geraseerd. Daardoor gin gen helaas late legsels te loor en stellig ook wel jonge vogels, maar in 't begin van de maai- en hooitijd wisten jonge kieviten hun vege lijf soms te redden door te water te gaan. Zij waren verras send goede zwemmers en op dezelfde wijze heb ik in Friesland ook wel jonge scholeksters brede sloten zien overste ken. Als de zon scheen, kwamen ook de grote wrattenbijters of korenbouten, li bellen. die wel op vliegtuigen lijken en tijdens hun jacht op insekten ongelofe lijk snel kunnen wenden en keren, te voorschijn, de witjes dronken in menig ten nektar uit de honderden dagkoe koeksbloemen en de bonte zandoogjes tolden dartel om elkaar heen. Ook oran- jetipmannetjes verrasten door hun kleu renpracht. Het wemelde van meikevers en de gele vlinderbloemen van het erw tenboompje werden door honderden hommels en honingbijen bevlogen, 's Avonds kringden de nachtvlinders om de straatverlichting en de slakken en pieren lachten, daar Pluvius zo gul was met zijn gaven, in hun vuistje. Op zijn beurt was de slakken, en wormenrijk dom een kolfje naar de hand van merel en zanglijster, die het voedsel maar voor het grijpen hadden. Tevens leidde de overvloedige regen ertoe, dat de water reservoirs van de wilde kaardebol tot de rand toe waren gevuld: bij deze plant is de situatie namelijk zo, dat de blad- paren, die de stengel omvatten, zo'n stand aannemen, dat zij bekkens vor men. Deze bekkenvorming ontbreekt echter bij de kleine kaardebol, een rari teit. die men in Limburg moet zoeken. Tegen het einde van mei gingen in mijn tuin ook de adderwortels, boks baarden en de akeleibladige ruit bloeien, de vogelmelk floreerde in de borders, of zij van wit porselein was gemaakt, maar het spectaculairst was toch wel de geestdriftige bloei van de paardekastan- Velen hadden de moed al opgegeven, dat het ooit weer zo ver zou komen, maar niettemin begon het op de laatste dag van mei plotseling te zomeren en toen de officiële zomermaand haar in trede deed, hetgeen tevens betekende, dat de hengelaars zich weer in drommen naar de wateren mochten spoeden, liep de temperatuur nog meer op. Dat was een fijn geval voor het insektenvolkje, dat beweeglijk van her naar der vloog en fladderde en tot de dagvlinders be hoorden ditmaal ook elegante citroentjes en vuilboomblauwtjes; deze laatste heb ik ook wel in de drukste steden zien vlie gen en dit is verklaarbaar, want haar rupsen voeden zich niet alleen met de bloemen van vuilboom (sporkenhout) maar bovendien met de bloemen van de hulst. Ook de wespen waren in de weer: ik bedoel de soorten, die het de limona- dedrinkende bezoekers van hotelterras sen soms zo lastig kunnen maken. Dit maal wijdden zij alleen hun aandacht aan de ijverig bloeiende cotoneasters. Het fijnste op die eerste junidag vond ik echter, dat de eerste vlieren hun bloemen hadden geopend en dat bete kende dus, dat wij stellig een maand lang zouden kunnen genieten van de creme-wit oplichtende bloedplakkaten en dat later in het seizoen op de sappige bessen de lijstersoorten zouden afkomen, maar vooral heirlegers spreeuwen, die na de overvloedige maaltijden collectief hun zwatelende digestiezang tussen de bolle lovers plegen aan te heffen. De tweede junidag deed voor de eerste niei onder. Ik wa« toen met goedgezinde lieden naar mijn bedevaartsoord Eemnes getrokken. De koekoek riep onberispe lijk zijn naam en rondom onze laarzen, die in de moerassige oever wegzakten, bloeiden dp blaartrekkende boterbloemen er danig op los. Wij vingen brasem en baars en visten een palingmaaltiid.ie bij elkaar. Scherpe en behaarde boterbloe men kwamen op de dijk nadrukkelijk uit. daar Bruinekools paard en pinken zich wel de grassen lieten smaken, maar het l!chteliik vergiftige geel bloeiende goedje instinctief links lieten liggen. De lucht was vol leeuwerikgetierelier, de meerkoe ten keften, de rietgorzen stamelden on beholpen, maar de rietzangers zongen soms een kwartier aan één stuk en waJ ren zo opgetogen, dat zij zich soms plot seling een eindweegs boven de vegetatie in de lucht wierpen. Zeurig neurden in de drasse oeverstrook zweef- en andere vliegen, schietmotten ondernamen korte misschien wel de algemeenste dagvlin- dersoort in Nederland vertegenwoordi gen. achtervolgden de veel grotere wit jes. De weiden wemelden van grote ra telaars, een plantensoort met mooie licht gele bloemen, die van twee wallen eet; gedeeltelik komt zij op ordentelijke wij ze aan de kost, gedeeltelijk teert zij op de zak van aderen door de wortel daar van uit te zuigen. Er was die dag vooral één gebeurtenis, die ons hart luider deed kloppen. Wij maakten kennis met de eerste atalanta van het seizoen. Deze fraaie dagvlinder is een trekker, di« °nE ieder jaar als gast bezoekt. Hij hoort thuis in mediterrane gebieden maar zo'n reisje naar deze ge westen is voor hem 'n wissewasje: hij zoekt 't ;n Europa nog wel veel hoger, dus noordelijker, op 's Zomer® puurt hij de nektar niet zelden uit de buddleia-tros- sen. Maar terwijl het bleef bij die ene atalanta, die ook wel admiraal of num mervlinder wordt genoemd, kwam een andere trekvlinder in menigten opdagen de distelvlinder, een Noord-Afrikaan. Wij telden meer dan zeventig exemplaren, Wild jakkerden zij door de ruimten. Maar in de namiddag kwam er aan ons rustig vissen en kijken plotseling een einde. De luchten hadden al een tijdlang ge kruid, maar toen braken er ineens regen- rijke onweersbuien los en moesten wij ons heil zoeken op het enige bberderij terrein in een verre omgeving: dat van Bruinekool. Boer en boerin, die net aan 't melken waren, lieten hun koebeesten in de steek en zochten op 't erf eveneens een schuilplaats. De volgende morgen bleek, dat het veel koeler was geworden en van 4—14 juni was het over het algemeen veel te koud voor de tijd van 't jaar. Dit betekende echter geenszins. dat er in die tien dagen geen prettige dingen gebeurden. De witte glorie van de bloe-menhroderie der fluite- kruiden mocht dan al geleidelijkweg ta nen. maar het zevenblad nam hun taak over. Ook brak het ogenblik aan. dat de rhodo's gingen verwelken en zo verlieten de hommels de opulente bloemen niet langer als witbestoven mulders. Boven dien vlogen de Amerikaanse vogelkersen in bloei en dit vergoedde gedeeltelijk de ontluistering van meidoorn sering, paardekastanje en lijsterbes. Overal langs vaarten en plassen hadden de gele lissen de lampen aangestoken, de gouden „kluitjes boter", die de plompen boven het water uitstaken, vertelden dat ook voor hen de bruidstijd was begonnen, de grote steriele randbloemen van de Gel derse roos lichtten in de hakhoutwallen wit op en lokten op deze wijze de insek ten naar de vruchtbare hartbloemen. Als haast nooit te voren bloeiden weergaloos uitbundig de Robinia's en dus wreven de imkers hun handen van plezier. De dui zend-en bloemen van de bramen openden prettige perspectieven voor de vakantie gangers. In ven en moeras lieten de veen- pluizen hun witte mutsen wapperen en in hetzelfde of verwant millieu gingen ook van veenbe® en wateraardbezie de knop pen open In weiden zorgden de margrie ten voor blanke kleurvlakken. N a a Tjiftjaffen, koolmezen, roodborsttapui- ten en tal van andere vogelsoorten leid den hun vliegvlugge nazaten r°nd. van de spreeuwen aasden de meeste jongen met hun opders ad in de polders en zodoende ontdekte je op een dag plotseling, dat de opgewekte fluiteniers de dorpsdaken had den verlaten. Ook jonge huismussen ver lieten de nesten onder de pannen en za gen zich. ineens opgenomen in een wij dere wereld, waarin zij aanvankelijk be teuterd rondkeken. Van de 14e af liet het weer zich opnieuw van een beminnelijker kant kennen. Bijen en hommels bezochten de bloemaren van adderwortel en ruige weegbree of glipten de toegangspoorten van de vingerhoed®- Publicatie van het Ne4. Zuivclbureau Rijswijk luchtreisjes en kleine hooibeestjes. die kruiden binnen. Admiralen hadden nu ook mijn huis ontdekt en tevens meldden zich daar de eerste argusvlinders present. De eerste ligusterbloemen begonnen te geuren, klaprozen en korenbloemen strooi, den prettige kleuren tussen de rogge, die al een tijdje geleden had gestoven. De vijftiende was het warm, op de zestiende snikheet. Ik zag toen een klein meiske bij een pomp. Zij had zo'n dorst, maar zij kon de zwengel niet hanteren. Toen moest ik uitredding brengen. In de polder namen de boeren de gelegenheid te baat. Er werd gemaaid, gezweeld, geschud. Hoog werden de wagens opgetast en daarna door tractor of paard voortgetrokken naar de wachten de schuren. Maar na die hittedag begon de temperatuur weer te dalen. Terwijl ik u dit sohrijf 23 juni heb ik, daar de regen de aarde verduistert, de lamp aan gestoken en geniet van de kachelwarmte. Gisteren was het de langste dag van het jaar. Maar vrienden, geeft de moed niet op de bolderiken en bosandoorns zijn in mijn tuin gaan bloeien, de pluiskoppen De opstandige Druzen en de regeringstroepen in de streek van de haven van Tripoli hebben gisteren besloten geen mortieren en zware wapens meer tegen over eikaar te gebruiken, omdat dit zonder noodzaak verliezen veroorzaakt onder de burgerbevolking en omdat het onmenselijk was. In Tripoli duurden echter de hevige gevechten voort. De strijdkrachten der opstandelingen, onder leiding van Rashid Karemi, een vroegere Libanese mi nister-president, zijn nog steeds opgesloten tn het oude omwalde vcdeelte van de stad. De gevechten duurden voort, terwijl de Britse ambassadeur in Beiroet Sir van de boksbaarden vertellen, dat het George Middletown, een spoedbespreking hield met de Amerikaanse ambassa ondanks alles zomer is. en, zowaar de j deur, Robert McClintock, en met de Franse ambassadeur, Louis Roche om té eerste bloemen van het slangenkruid be- spreken over de ontmoetingen die ieder van hen gisteren afzonderlijk had „„h ,d gmnen ook al te blauwen. De hommels i met president Sjamoen. s vliegen in hun bontjas ondernemend en j vanéftgA!nIhe!n nieuw offensief ingezet ZnaN Len zu,doosten van Beiroet, dinsriaa d ZICh, Za! herinneren is Ainab nvprri In j°rn regeringstroepen her- hlaï offend rDruzen. De regering scheen ten teal 1 "ach,er v00rnamelijk te rich- I °rp Ain Ksoer- ten zuiden di i„, .-en °P zeven mi-i' aftand van de internationale luchthaven van Beiroet. e dreiging voor de luchthaven scheen g'steren echter sterk te zijn verminderd, nadat de regering een zeer groot aantal troepen ter versterking in de strijd had geworpen. welgemoed de kleine rose bloempjes van de sneeuwbes tegemoet en hoort de vogels eens zingen: de merel modelleert zijn sta tige psalmen, de hegigemus speelt met zijn rinkelbelletje en de zanglijster fluit, on danks bui. donder, bliksem en kletterende hagelstenen, tot in de donkere avond zijn gevarieerde motieven. Dit is een levens bevestigend gebaar. RINKE TOLMAN. De Nationale Bank van België heeft het disconto met ingang van 3 juli j.l. verlaagd van 4 tot 3% pet. ,,Wie pompt er voor mij Ik heb zo'n dorst". Het onderzoek, dat namens de Indiase regering naar het vergaan van het 469 ton metende Nederlandse vrachtschip „Nigeria" in de golf van Koetsj is inge steld, is gisteren afgesloten. Over enkele dagen zal een rapport worden ingediend bij de Indiase directeur-generaal voor de scheepvaart. Op 21 juni van verleden jaar liep de „Nigeria" aan de grond, nadat het schip op weg van Aden naar Karatsji tenge volge van ongunstige weersomstandig heden, een defect aan het kompas en een onklare radio-telefonische installatie uit de koers was geraakt. Door het defect aan de zender had men geen s. o. s. kun nen uitzenden. Een gedeelte van de be manning was naar de kust gezwommen, maar de gezagvoerder, de heer H. E. van den Brink, was met de rest van de op varenden aan boord geKleven. Bij een inspectie van de ruimen had de kapitein echter rook gezien. Daar het vaartuig Amerikaanse munitie en spring stoffen, bestemd voor Portugal, Pa kistan en Perzië, aan boord had, besloot hij onmiddellijk met de rest van de be manning het schip te verlaten. Binnen twintig minuten deed zich een ontplof fing voor, waarna de „Nigeria" uit brandde. Volgens betrouwbare bronnen heeft de president tegenover de ambassadeur ver klaard. dat Libanon de crisis oog steeds beschouwde als een van buiten aangestich te zaak. Ook werd bericht, dat hij zou heb ben gezegd, dat Libanon hulp nodig had, óf van de Verenigde Naties of van andere zijde. Volgens dezelfde bron heeft president Sjamoen de ambassadeurs verzocht hem de standpunten van hun regerin gen uiteen te zetten naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen. In diploma tieke kringen wordt vernomen, dat de ambassadeurs de president de verzeke ring hebben gegeven, dat hun regerin gen nog steeds vastbesloten zijn de onafhankelijkheid van Libanon te helpen handhaven. Tien meisjes en jongens, die in groep jes een trektocht maken door Nederland, liepen gisterenavond omstreeks half elf op het Kaageiland om onderdak te be delen- Zij waren niet in de jeugdherberg „De Trekschuit", waar zij reeds enige dagen verbleven, toegelaten, omdat zij een kwartier te laat kwamen. De jeugdherberg sluit om tien uur. De vader ervan verklaarde desgevraagd, de meisjes en jongens et to- te laten, omdat zij zouden hebben afgesproken een kwartier te laat te komen. De jongelui ontkenden dat categorisch. Onder de tien jongelui zijn zeven Duit sers van wie twee meisjes, twee Neder landers, een meisje en een jongen van veertien jaar, en een Oostenrijks meisje van veertien jaar oud. Op één na zijn zij allen minderjarig. De vader van de jeugdherberg wilde, naar hij zeide, nu eens straf optreden, aangezien hij meermalen met trekkers van Duitse nationaliteit last had gehad met te laat binnenkomen. De Rijkspolitie van het Kaageiland heeft onderdak voor de jongelui gezocht. Inmiddels hebben de strijdkrachten van Dc verdediger van de heer L. Br uii t, seel etui is«penmi]gni0estcr van de Kon. Vd. Voetbalhond, mr. C. R. C. Wijckerheld Bisdom, heeft vandaag cassatieberoep aangetekend tegi n het vonnis der Haagse recht, bank, waarbij de heer Bruut wegen» overtreding der lolerijwet werd ver oordeeld omdat dc rechtbank nor- deelt, dat de voetbal.toto van de KNVB ecu verboden loterij is. Twee Amerikanen en een Canadees, die door Cubaanse rebellen waren ontvoerd, zijn teruggekeerd op de Amerikaans® marinebasis te Quantanamo. Zoals bekend hebben de rebellen tn totaal ongeveer 60 Amerikanen en Ca nadezen ontvoerd. De ontvoeringen zou den een vergelding zijn voor de mili taire hulp, die de V S. volgens de re bellen verstrekken aan de president van Cuba, generaal Batista.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 6