DOOI voor Felix Op de PLANKEN Antoon Coolen voor het amateurtoneel Timmermans witte doek FILMERS op NEDERLANDSE KUST schreef een nieuw stuk "e iconografie van Maria' Alleen zijn vertelsels leven Bij de foto's ZATERDAG 12 JULI 1958 PAGINA o Ha?is van Bergen Het spijt mij oprecht, maar ik geloof niet dat het boekje „Ge dachten van Felix Timmermans" (Uitg. Desclée de Brouwer, Brugge) de zaak van de Vlaamse schrijver een goede dienst bewijst. Het boekje is door José de Ceulaer met enorme toe wijding en bewondering samengesteld een wellicht ietwat blinde bewondering, die-de samensteller wel eens „gedach ten" heeft doen zien in simpele uitroepen of verzuchtingen. Het moet een kortzichtige (of kwaadwillige) beoordelaar al heel weinig moeite kosten om zich op grond van dit boekje van Timmermans af te maken. Maar dit Is Timmermans niet! De samensteller is weliswaar zo verstandig, niet met evenveel woorden het omgekeerde te beweren. Maar hij vindt deze spreuken toch wel kenmerkend, inzicht gevend en peilbepa- lend. Hij dringt zelf de gedachte aan een soort toetssteen op met averechts resultaat. Felix Timmermans was geen denker, hij was een rasecht ver teller. Een, die veel nadacht en de dingen dan op zijn geheel eigen wijze kon zeggen. Doch met die originele, beeldende wijze van zeggen waren nog geen „gedachten" geboren. Het naschrift van de samensteller („Het is altijd gevaarlijk een etc.) kan dit feit noch ont- gedachtc af te zonderen, krachten noch wegnemen Misvatting Ontmoetingen Pwiö doot Bwrmi ma Qm& liet amateurtoneel zou ongetwijfeld een lijd van hoge bloei tege moet gaanals auteurs als Antoon Coolen regelmatig het repertoire van stukken zouden voorzien. Momenteel moeten wij het al te vaak doen met stukken van tweede en derde rangs schrijversdie leven bij de gratie van het lage peil, waarop ons amateur toneelwereld je zich over het algemeen nog be weegt. Deze laatste schrijvers hebben zeer zeker hun verdiensten. Zij laten ons tenminste aan het spel! En door hun geregeld schrijven hebben zij op den duur vaak zulk een routine gekregen, dat zij nog echt toneel schrijven ook! Echt toneel! Maar je moet niet altijd vragen van welk niveau. De grote schrijvers daarentegen zien over hel algemeen weinig in het schrijven van toneel. Hel beroeps ziet alleen naar hel buitenland en de eenvoud van liet amateurtoneel ligt hun niet, ofschoon toch in de eenvoud het grootste kunstenaarschap ligt opgesloten. Het ge volg is, dat hun dikwijls de routine ontbreekt om ECHT TONEEL te maken. Want ook toneelschrijven is een vak, dat men alleen maar leren kan door liet herhaaldelijk en steeds weer opnieuw te doen. Dit is erg jammer, want het ontgaat de grote schrijvers, wat zij kunnen hereiken door te schrijven voor hel amateurtoneel. Zij hebben geen besef van de invloed en de waarde van het amateur toneel, anders zouden zij zich zeker de moeite getroosten, om hun talenten voor een groot gedeelte in dienst te stellen van hel ama. teurtoneel en zich vaardig te maken in het maken van echt toneel. Zoals ook Antoon Coolen dit reeds lang doet en het ook nu weer gedaan heeft. Mars en Venus eoht beeft, zijn fle bekennen, Hans Roest verrassen. Maar wel kunnen wij u zeg gen. dat het spel van a tot z toneel is. Écht toneel met een fonkelende dialoog en vol verrassingen en wendingen en spanning. Het is een zeer hoogstaand spel. Speels en charmant en romantisch, met een bui tengewoon diepe en mooie strekking. Het is een spel, dat een mens weer moed geeft in deze tijd, waarin men meent, dat atoombommen en andere wa pens de kracht van het land uitmaken Er zjin sterkere krachten. De kracht van de ware vriendschap en liefde. Het zwakke overwint elk zwaard. Dr. Harrie Kapteyns schrijft: „Zelden is Antoon Coolen ?o welsprekend, als wan neer hij pleit voor de zwakke, maar nooit is zijn welsprekendheid zo ontwapenend geweest als in dit spel. In de meesterlijke dialoog tussen de sterke en de zwakke, tussen de moed en de liefde, tussen het zwaard en het hart, tussen Mars en Ve nus weet de toneeldichter alle grote men selijke waarden te wegen: trouw, vriend schap. moed, liefde, ver-trouwen, hoop. In de eenvoud van zijn dichterlijke doorvoel de waarheid léidt Coolen zijn sujetten zon der enige uitzondering naar de erkenning zonder enige beperking van zijn hoop. De overtuigingskracht van de dichter, niet in het minst blijkens uit de wijze waar op hij ook de humor hanteert, zal de toe schouwer gesterkt doen huiswaarts ke ren". En op een ander terrein: De ont wikkeling van het gelovig leven en "enken weerspiegelt zich wonderlijk Mooi in de religieuze kunst, waaraan "e r.-k. Kerk zo rijk is. öe bybel der armen dat is de stroom verbeeldingen waarmee de Middeleeuwse analfabeet het doen Moest is het beeld geworden van de ontwikkelende theologie van de Kerk. H'at valt er dan niet onnoemlijk veel leren uit de iconografie van Maria! Jt°e illustreert zy de rijkdommen van "®t Maria-mysterie, maar ook het be grip of onbegrip van de mensen. Het is werkelijk een zeer sterke ar gumentatie, dat heenwijzen van H. B. M zjjn betoog over Maria naar de ico- dugrafie, daarin immers liggen de vi suele bewijzen van de rijkdom van Mariageheim in allerlei face'tten daar gelang de tijd. Met enkele prenten en een enkel d'oord mogen we er hier iets van aan duiden. Onbarmhartig soms! Met hoeveel bewondering bezien wc d-at op de muren van de catacomben in de absiden van de vroeg-chris- t^lyke kerken is aangebracht hoe vlug zijn we uitgekeken op wat de v°rige eeuw in religiosis heeft voort gebracht. Daar is' de Sedes Sapientiae, zo on gelukkig in de litanie vertaald door *etel van wijsheid, waar bedoeld is dat Maria de zetel is van de Wijsheid, die Christus is. Zie de gekroonde vrouw in verhe- ven houding en rijk gewaad, Christus °P de schoot in haar zetel. Het is een testers vervolg op de Byzantijnse Mariaverering uit de 5e eeuw, toen Maria als grootse alheilige werd ver eerd. Duidelijk is aan te voelen hoe de Kruisvaarders deze Maria van bode hadden in hun strijd om het Heilige Land. Toen de edele mens in de tijd van de renaissance in het brandpunt van de belangstelling kwam te staan, met al zijn mogelijkheden, toen de aarde het exploratiegebied werd van het subliemste schepsel Gods: de mens, kwam de verbeelding in zwang van de edelste onder de mensen: Maria de Onbevlekt Ontvangene „zoals zij, van ulle eeuwigheid in het goddelijk plan der Verlossing bestaande, in de vol heid der tijden uit de hemel op de harde neerdaalde," aldus Timmers in Mjn „Symboliek en Iconografie der christelijke kunst". Dan nog deze flits uit een rijke ge schiedenis: In de tijd van de contra reformatie, als de Kerk zich te ver betten heeft tegen de ketterij, ver- Schijnt Maria, fier staande met de voet op de slang en herinnert de Kerk Mch hoe Maria de overwinnares is van het kwaad. Ze zal immers de kop van het reptiel, dat Eva verleidde, verplet teren. Van Rogier van der Weyden de Machtige Annunciatie. Twee grote typeringen gelden voor he Mariaverering in de middeleeuwen Maria is uit haar min of meer ma gische verhevenheid getreden in het V°lksleven. Het wemelt van legenden Ch apocriefe verhalen. De volksziel boekt bevrediging voor haar particu- hore devoties en vindt die bevredi- ®ihg bij Maria, die zó verbonden leef- met de Heer. vDe edele Rogier schept om haar een 'hnenhuis. Maria is onder ons, bij QflS +V»iiic? Maar ook de tweede typering. Men leze Carel ende Elegast, om te con cluderen, hoe schrikbarend ruw de wereld voor de vrouw was bij de aanvang der middeleeuwen en volge dan de ontwikkeling van de persoon lijkheid van de vrouw tot om haar bijna een cultus wordt geweven, rid ders om haar handschoen en handge klap elkaar bevechten in het toer nooi. Maria gaat mee. Eindeloos is de stroom Madonna's (denk aan de Vla mingen), bijna zonder uitzondering met het Kind Jesus op de arm ge schilderd. De ene al hoofser, edeler dan de andere. De gratie bij Rogier is wel een toppunt. Zie haar houding' haar gebaar en het beschroomde na deren van de engel. Maar als de tijden schrikbarende!" worden, blijft Maria ons nabij. Nu als Moeder van Smarten. Zij heeft het meest geleden van allen. Daartoe be zie de lezer de smartelijke kop van Barend van Orley. En met deze enkele opmerkingen willen we in dit kort bestek volstaan. De gelovige christen zoeke zijn eigen weg verder, een weg die zo zeer de moeite waard is om te gaan. Bijvoorbeeld. In de rubriek God, geloof en godsdienst treft, men aan: „De wereld is slechts verdeeld. Dat God de hazen en fazanten alleen voor de kasteelheer ge schapen heeft, gaat er bij mij miet in". Deze zin uit een dor verrukkelijkste pas sages van de onvolprezen „Boerenpsalm'' is om met De Ceulaer to spreken „van de omstandigheden afgezonderd" een volkomen waardeloze, lege opmer king. „Als we geen maag hadden wat zou het leven schoon zijn." In de „Pieter Brueugel" is dit een sappige, echt-Tim- mermansiaanse zin. In het boekje met „gedachten" is het origineel noch diep zinnig. Voorts: „Melk den <tag"; „Een mens is soms zijn geluk niet waard''; „En wat doet ge tegen heimwee?"; „Waar mensen zijn is verdriet". Waarlijk, de samensteller heeft het door hem gesig naleerde gevaar niet alleen geriskeerd, maar hij heeft het als het paard van Troje binnengehaald. Natuurlijk staan er tegenover deze voorbeelden (die met vele zijn aan te vullen) ook tal van mooie, diepgevoel de overpeinzingen en verzuchtingen, maar zij kunnen het boekje nog niet maken tot wat het pretendeert. En erger nog: zij kunnen het beeld van de prinselijke Vlaamse verteller niet slechts verwrin gen, maar zelfs totaal vervormen. Timmermans heeft vertelsels geschre ven en slechts daarin kan men hem ten volle i'inden Voor Nederland geldt ab soluut niets van het optimisme, dat in leider Paul Hardy ten beste geeft inzake een nieuwe belangstelling voor Felix Timmermans. Hoe graag ik het omgekeer de zou beweren het zou slechts een onwaarheid zijn. De jeugd kent hem niet of niet voldoende tot haar eigen schade. Zy heeft hoogstens een overgeleverd, sterk gekleurd beeid van hem en een boekje als dit, met een voor Nederland niet geldende inleiding en misplaatste uit sneden, kan deze verkeerde indruk slechts versterken. Nogmaals: met een boekje als dit is Timmermans niet gediend. Men zal zijn boeken moeten lezen, zijn „Kindeken Je zus in Vlaanderen", „Boerenpsalm" en al die andere romans en verhalen. Het enige dat een werkelijk nieuwe belang stelling mogelijk kan maken, is een grootscheepse poging om Timmermans' werk onder het publiek te brengen. De Uitgeverij Desclée de Brouwer heeft on langs „De familie Hernat" herdrukt en men kan daar slechts blij om zijn, maar het is niet voldoende. De Prisma-reeks met haar grote mo gelijkheden zou bijvoorbeeld in staat zijn een echte herleving te bewerkstel ligen. Een boekje als deze „Gedachten" is een doodswade; een grandioze nieuwe produktie betekent het leven. En Tim mermans verdient het, te leven! Ik hoop. dat men dit zal inzien, want ik houd te veel van het werk van Felix Timmermans dan dat ik het in theoretisch optimisme en goedbedoelde maar vertroebelende bloemlezingen wil zien wegzinken. Het is nog niet te laat. Naast zulk een gedurfde nieuwe uitga ve van Timmermans' beste boeken, zou een kleine studie over hem zeer welkom zijn. Niet zozeer over zijn leven (waar over weinig schokkends te vertellen valt), maar over zijn positie in de Vlaamse let terkunde. Het is eigenlijk een sprookje. Een sprookje van twee ridders, die gevangen raken na een gevaarlijk avontuur. In de kerker beloven zij elkaar trouw tot in de dood. Trouw is het kenmerk van de ware vriendschap. Nooit zullen zij elkaar meer verlaten, nooit de wapens tegen elkaar opnemen, de één zal niet vrijkomen zonder de ander en als zij sterven moe ten, zullen zij samen sterven. Wij zijn ontroerd bij zulk een vriend schapsverbond. Maar., er kunnen in et leven sterkere banden groeien dan tussen twee ridders, die elkaar levenslange trouw beloven bij het zwaard. De vrouw is sterker dan welk zwaard en o ftat mij in de „Ge* welke belofte ook, al wil geen «aan dat Van hun kerker uit worden de twee rid ders. die elkaar zojuist eeuwige trouw en vriendschap hebben beloofd een vrouw gewaar en onmiddellijk zijn zij al hun be loften vergeten. Ja zij zijn zelfs in staat elkaar aan die vrouw het leven te bene men. Als twee kemphanen staan zij te genover elkaar en die vrouw is zich nog van niets bewust. Zij is prinses Emilia, de zuster van prinses Ipolita, die gehuwd is met de her tog van Athene, Theseus. De twee ridders zijn de gevangenen van Theseus. En Theseus heeft gezworen, dat hij ze nimmer meer hun vrijheid zou geven. De man zweert, de vrouw, of laten we het liever de liefde noemen, bepaalt echter wat er gebeurt. Zij bepaalt dit niet zoals d* man, autoritair, integen deel, de vrouw is onderdanig en legt zich bij allet neer wat de man beveelt, maar zij is het, die uiteindelijk uit eindelijk uitmaakt, wat de man be veelt, ook al gaat dit tegen al zijn voor afgaande bevelen in. De liefde is sterker dan welke macht ook. Geen zwaard kan het van de lief de winnen. En daarom komen ondanks alle voor nemens van Theseus de twee ridders ook vrij. Zij worden door Theseus wel verbannen uit zijn rijk. maar de liefde is niet alléén sterk, maar ook slim In het tweede bedrijf zien wij hen beiden weer terug in het paleis, al is het dan in ver momming van knecht. Zij wagen hier hun leven opnieuw mee. maar dit kan hun niet deren. Als Theseus er achter komt, wie zij zijn, dan is hun vonnis getekend. Beiden zullen sterven. Tenminste als de vrouwen er niet waren. Nu blijven beiden in leven. Maar beiden kunnen prinses Emilia niet bezitten. Dus ebgrijpen zij, zoals het echte ridders betaamt, naar de wapens. In een spectaculair duel zullen zij uitvech ten, wie van hen beiden prinses Emilia zal krijgen. Doch ook in dit duel zal de liefde het winnen van het zwaard. Het is een groot se vondst van de scTirijver, om hem te la ten winnen, die ogenschijnlijk het duel verliest. Hoe dit precies in elkaar steekt, zullen wij u niet verraden, omdat dit de climax en de spanning van het spel uit maakt. Dit moet w zelf toean, Het aal (Van boven naar beneden): Soldaten in het oude Nederlandse leger uniform. brandende auto's en de klok 18 jaar terugallemaal voor Adventure in Diamonds Ook i-oor schijnbombardcmenten moet dekking gezocht worden zij het door fi guranten. Al met al ging het er warm aan toe in IJmuiden. Toon Hermans is de kust nog maar aan het verkennen, wat niet toü zeggen, dat zyn Eenperimenten geen plaatje waard, zjjn. Wat de menselijke geest bezighoudt indt een vorm in wat mensenhanden Maken. Misschien nergens zo sterk preekt dat als in 't werk van de kun stenaars. Lezen kan men het in boe- *jen en bekijken in mozaïeken, schil- deringpn, beelden en gebouwen. Er is haast geen onverbiddelijker oordeel 'j'1 een ongesiuierder getuigenis te vin- en dan in hetgeen een tijd aan cul- hurmonumenten heeft voortgebracht hén voorbeeld uit de profane geschie denis: een kleine verzameling schil drijen van Watteau maakt de sfeer buidelijk waarin een Franse revolutie Moest ontstaan: de vernietiging van "e macht van de decadente bovenlaag van de bevolking. De voosheid die om revolutie vraagt: dat is Watteau. fragmenten uit brieven aan Stijn Streu- vels. Het zal weinigen bekend zijn, dat deze twee Vlaamse schrijvers brieven hebben gewisseld en men vraagt zich af. hoe hun verhouding is geweest En dat stelt direct de vraag aan de orde, hoe over het algeheel de bejegening van en jegens Timmermans is geweest in het Vlaamse kunstleven. Er moet hierover een interessante studie te schrijven zijn, temeer omdat de fragmenten uit de brieven aan Streuvels niet alleen mooi maar ook karakteristiek schijnen te zijn Wellicht kan de reeks Ontmoetingen, literaire monografieën uitgegeven door Desclée de Brouwer, vroeg of laat een studie in deze geest brengen. De vier boekjes, die zij tot nog toe heeft gepubli ceerd, getuigen van voldoende peil om volgende deeltjes met verwachting en be langstelling tegemoet zien. Adriaan de Roover schreef over Paul van Ostayen. B. F. van Vlierden neemt in deel 2 de grote prozaschrijver Willem Elsschot onder de loep. Het meest ver rassende is nog wel de in extenso gepu bliceerde brief van Elsschot. waarin hij in grove trekken zijn leven beschrijft. G. B. Shaw vindt een pleitbezorger in Fernand Etienne, en Lode Ureel schreef een gevoelig en indringend portret van de jonggestorven Vlaamse schrijver Ka- miel van Baelerr. Elk deeltje bevat een korte levensbeschrijving en een be- knopte studie van de geschriften van de betrokken schrijvers. FELIX TIMMERMANS Kort voor zijn dood geschilderd door D. V. Rompeay WERELDNIEUWS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 5