witte doek Amsterdamse gracht en een Brits legerkamp Ontmoeting met Azteken EN HUN NAZATEN Tali is Tati, maar niet Hulot SOPHIA LOPEN IN HOLLYWOOD Reclame DISPUUT OVER HEI NEDERLANDSE STUK FILM TOCH EEN „ROYAL' PERFORMANCE y b Chef-tovenaar van Pinewood Oude wijsheiddie geldig bleef Twee films onder regie van George Cukor Na feestelijke prijsuitreiking In een vólgende film een nieuw personage? Arm districtshoofd! Hans Roest 2?* JU- KAB -wegwijzer voor vrijetijdsbesteding Maakt voor Uw zaak Hans van Berge» ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1958 PAG UN A 5 ■he, Peter Cushing als Sherlock Holmes Koningin Elisabeth naar „Me and the Colonel" „KUNST DER IKONEN" IN MUSEUM FODOR Op lint P WERELDNIEUWS In (Van onze filmredacteur) ^Un naam is Bill Bain. Natuurlijk hebt u die naam nog nooit nw leven gehoord, maar als u een ge belde filmbezoeker bent, hebt u meer ^a" hem, of liever van het werk zijner 'nden, gezien dan van beroemdheden a's Sir Laurence Olivier) Kenneth More, 'ec Guinness, Yvonne de Carlo of zelfs ar'lyn Monroe. Bill Bain is namelijk ,en van de mannen achter de schermen n de Pinewood-studio's, die daar van 1936 a' heeft gewerkt. Hij noemt zichzelf mees- er-stukadoor, maar hij is heel wat meer. en van zijn vele „jobs" is het maken *an gezichten. Hij heeft de gezichjten ge- "etseerd van de helft van alle filmster- reni die ooit in Pinewood hebben gefilmd, "daar hjj heeft ook indertijd Glynis Johns v#°r de film „Miranda" van haar zee- "daerminnenstaart voorzien. Behalve gezichten heeft hij, met de dip van opzichter Louis Whitlock ook zo'n oudgediende eu zijn assistenten, ^°kodillen gemaakt, olifantspoten, ko kosnoten, tien meterhoge palmbomen, r'ekse urnen, vazen, die op het hoofd atl een clown kunnen worden stukgesla- ftd zonder aan dat hoofd onherstelbare vchade aan te richten, en schegbeelden an£r ze'lschepen. Hij heeft van gips okers en kettingen voor oceaanstomers "■haakt, vogels, mummies, fragmenten ah kastelen, oorlogsmonumenten en graf eem Hij heeft weer van gips pis sen gemaakt, donderbussen, balustra- jes. bloemen en alle denkbare stenen tot ,e kinderhoofdjes in de omgeving van de "■■hsterdamse havens toe. Bill Bain en zijn mannen maken alles ar> Sips, rubber, en plastic. Ze gebruiken warenhuis en het stationsgebouw van een vliegveld. Veertig vrachtauto's vol hout worden iedere maand door de afdeling van Fred Holt verwerkt, ongeacht de kilo's spijkers die daar iedere week in worden gesla gen. Verbijsterende verzameling De rekwisieten van Pinewood, waar voor Bert Gaiters verantwoordelijk is, zijn minstens 100.000 1.00P 00,waard, maar dat is lang niet alles, wat er in Pinewood nodig is. Iedere week moeten er allerlei dingen worden gehuurd en het te komen, waar hij de verlangde rekwi sieten kan vinden, ze te bestellen, af te halen, en weer terug te brengen, wanneer de film, waarvobr ze bestemd waren, klaar is. In het bijna 25-jarige bestaan van de studio's is de meest uiteenlopende en verbijsterende verzameling goederen in de rekwisietenafdeling bijeengebracht, waaronder portretten, kinderwagens, naai machines antieke meubelen, tapijten, sie raden, bfbempotten, bomen, postkoetsen en de meest verschillende dieren van een aap en een krokodil af tot een witte duif en een lapjeskat toe. Dieren zijn trouwens dé grootste zorg van Bert Gaiters. „Ieder ogenblik", ver telde hij, „krijgen we bestellingen voor j j i r» i "'j, wc ucötcimiKcii vuu. i. de taak van Bert Gaiters om er achter reptielen, honden, koeien, varkens, gei- Een beeldhouwer-in-gips aan het werk in de Pinewood- studio's ten, kangeroes, kamelen en allerlei soor ten vogels." Op het ogenblik is men dan ook in Pine wood bezig met het inrichten van een speciale „diergaarde", waar de dieren, die voor de films nodig zijn, onder de meest gunstige omstandigheden kunnen worden ondergebracht. Er is reeds een begin gemaakt met een grote volière en er staat een koeienstal op het program ma. too ton gips per jaar en 75 kilometer jute. °°r hen is niets onmogelijk en de afde- gaat er trots op, dat ze nog nooit n opdracht onuitgevoerd heeft gelaten. Verderop werken 150 timmerlieden, 125 Js'stenten, 62 steigerbouwers en 16 man, de elektrische'zaagmachines bedienen, jhder leiding van de chef-tovenaar Fred Onder de dingen, die ze met behulp van tpUt> spijkers, vaardigheid en tekeningen r{ voorschijn toveren, zijn hele steden en do: ,rPen, kastelen, herenhuizen, schepen, '■egtuigen, auto's en postkoetsen. Het zijn are wonderen van realiteit en nauwkeu- Sheid tot in de kleinste detailsi Be moeilijkste opdracht voor Fred Holt Weer een Pinewood-man, die er „van Oet begin af" is geweest was de bouw ar> een volledig Australisch goudstadje L°or de film „Robbery Under Arms". Het pad een lengte van meer dan 300 meter h omvatte een bank, winkels, restau- ahts, een hoefsmederij, een kerk. een ^vangenis, hotels en huizen. De stad t rd gecompleteerd met een twintig rae- JT brede weg, vervaardigd van rood w°estijnzand. Voor de film „A Tale of two Cities" erd de Parijse Bastille in Pinewood na- jOoouwd en verschillende straten uit het a*% van 1789. (j Bred Holt liet ons zijn werklijstje van lopende week zien, waarop het vol- etide stond vermeld: een rij huizen aan -Oh Amsterdamse gracht, een Brits le- rkamp, een Amerikaans hospitaal, een Het „huis van Monsieur Hulot mist, in tegenstelling tot dat van zijn zwager, alle moderne „comfort", maar het is er knus en de mensen houden er van elkaar. Beeld in de film „Mon Oncle" van Jacques Tati. Vo, Be Britse regisseur Sir Carol Reed de film „Summer of the Seventeenth maken voor Hecht-Hill-Lancaster, Hollywoodse trio, dat een bedrag van Bon» het er dan een miljoen gulden heeft betaald ,Qr de 6che filmrechten succesroman. van deze Australi- Jj0]eter Cushing, die de rol van Sherlock hies zal spelen in de nieuwe filmver- kleuren, welke zal worden gemaakt ah - „The Hound of the Baskervilles", het officiële fiat gekregen van de ^hsrlock Holmes Society" in Londen. In c schrijven aan de acteur verklaart bestuur tehid ^hhdi °hs i Dat u er in hebt toege- de rol te vertolken, die alle be- eraars van Holmes heilig is, geeft ■nnige voldoening". Jacques Tati, een lange man van 1 me ter 90. is in Nederland om zjjn film „Mon Oncle" in te leiden. Tati is Tati. maar niet Hulot zelf. Hulot, met zün kleine hoedje en pijp, zijn korte regenjas, zijn nauwe, te korte broekspijpen, waaronder fel gekleurde sokken en suède schoenen, ver schilt van Tati, die een onopvallend beige kostuum draagt en sigaretten rookt. Een ander verschil is, dat hij praat. Niet veel, zjjn eigen onderwerpen kiezend zelfs als er vragen worden gesteld, maar toch méér dan dat ene stereotiepe vraagje. „Ca va", dat hij aan zijn zwager stelt in de filra „Mon Oncle". Tati heldert het een en ander op over de lengte van ..Mon Oncle". De versie, d;e hier en in Parijs draait en die nu de ..offi ciële" is, is zeven minuten korter dan de oude, die op het Festival van Cahnes werd vertoond. Tati heeft zelf zeven mi nuten uit zijn film gehaald. Voorzichtig, nergens de „gags" schadend. En het re sultaat is van diert aard dét men niet kan zien, wét hij er heeft uitgeknipt. Overi gens duurde de allereerste versie, die hii had gemaakt, twee uur tien minuten. Zelf vindt hij dit de beste versie, maar ze was te lang, zodat er nu in totaal zeventien minuten zijn uitgehaald om de film op een lengte te krijgen, die het mogelijk maakt dat een bioscoopexploitant vier voorslel- lingèn per dag kan geven. Waarom verstaanbare dialogen? Tati vertelde het een en ander naar aanleiding van „Les Vacances de Mon sieur Hulot". „Waarom zou ik verstaan bare dialoog in een film maken?" zegt hij. „Het enige, dat de mensen in een familie- pension aan zee zeggen, is: „Hoe maakt u het?". Dan antwoordt de andere mevrouw: „Goed, dank u" en dan zegt de eerste dame: „De zon schijnt vandaag", waarop de andere dan zegt: „Ja, maar de hotelier zegt, dat het morgen bewolkt zal zijn". En dan gaan ze naar buiten, kijken naar de zee en zeggen tegen elkaar: „Kijk. een boot". „Waarom zou ik dus dialoog gebruiken". Ook in „Mon Oncle" worden de gebrui kelijke frasen, die we in de omgang ge bruiken, geridiculiseerd. „Mon Oncle" is zonder geluid gemaakt, in twee versies voor een bedrag van twee miljoen gulden Eén versie werd in Eastmancolor opgeno men voor nasynchronisatie in het Frans, een ander werd in technicolor gemaakt voor Engelse nasynchronisatie. Meteen als Tati naar Frankrijk teruggekeerd is, be gint hij met het verzorgen van de Engelse versie. In oktober gaat hij naar Amerika om de film daar te presenteren. Men ver- eH De bekende Deense journalist Karl Eskelund beeft met zijn ■Chinese vrouw Cbi-yun een reis door Mexico gemaakt eu bij beeft daar natuurlijk de nodige avonturen beleefd. Hij weet ze smakelijk op te dissen, met kleu rige, tekenende details. Maar wat zijn reisboeken (U herinnert zich mis schien ,,Miju vrouw eet met stokjes" en „Op reis met mensenhoofden") zo onweerstaanbaar boeiend maakt, is de poging: van Eskelund om tot de ziel (en levenswijze) van bet gewone volk door te dringen. Paleizen gaat hij desnoods voorbij, maar primitieve, armelijke krotten fascineren hem altijd. Hij is niet tevreden met oppervlakkige, interessante ontmoetingen, maar bij doet alle moeite om „vreemde volken" in de meest letterlijke zin te benaderen en te leren kennen. Daarom was hij in Mexico-City niet te houden, toen hij hoorde dat er een schuwe, onbeschaafde stam in de buurt was. De wereldstad met haar mysteries én comfort interesseerde hem niet langer en hij trok de woestenij in, een nieuw avontuur tegemoet. Chi.yu ging, als steeds, met hem mee. Zij nam, als Karl, alle ontberingen en inspanningen en gevaren voor lief, zonder morren of zuchten. Ook zij wordt gefascineerd door het nog onbekende. Een der prachtigste verhalen in Es- ketonds „The cactus of love", travels in Mexico (Alvin Redman, Londen) is wel dat over de ontmoeting met Upame, lid van de kleine, maar raszuivere Indiaan se stam der Hicholen. Upame was ken nelijk de woordvoerder, maar hij zag er veel armoediger uit dan zijn stamgeno ten. De kleren hingen als vodden aan zijn lijf, en ook zijin vrouw zaïg e-r uiiit als een toonbeeld van ellende. Chi-yun had medelijden met hen. „La ten we ze iets geven", stelde ze Karl voor. Hij schonk Upame sigaretten, zij d;e vrouw een zijden halsdoek en een zilveren medaljon. De geschenken wer den in dank aanvaard en Upame werd iets vertrouwelijker. Hij vertelde dat zijn benarde omstan digheden slechts van voorbijgaande aard waren. Hij had namelijk het ongeluk gehad, twee jaar eerder gekozen tie zijn toit bestuurd-er van het district en dat sto-n-d gelijk met tijdelijke verpèupermg. Om de twee jaar komen de stamoud- niet voor noch verraad. In bepaal de opzichten zou dit systeem misschien voor de oude wereld ook nog zo gek niet zijn. Op z'n minst zou het eeri heel stel volksvertegenwoordigingen bijna ontvol ken. Behalve over Upames tragi-komische levensstaat, vertelt Karl Eskelund nog tal van wetenswaardigheden over dit land van tegenstellingen Mexico met zijn rijkdom en zijn armoede; met zijn vul kanische poliiti'ek; met zijn vurig moder nisme in de steden en daartegenover vol komen primitiviteit bij verscheidene stam men diie nog in een and-e-r tijdperk wonen Wat deze nazaten der Azteken aan hun voorouders hebben te' danken, beschrijft Eskelund in het samenvattende histori sche hoofdstuk „The White God". Zo leefden Wie een breed, gedegen beeld wil heb ben van de ongemeen interessante oud- Zuidamerikaanse volken de zogenaam de Indianen dus zal dit vinden in een paar meesterlijke boeken in de „Zo leef den "-reeks van de Uitgeverij Hollan- dia te Baarn. Tot nu toe zijn er twee de- zijn, verbazen technici en nu nog steeds geleerden. kunstenaars! Maar vooral worden in deze boeken de mensen eschiiderd, die in deze merkwaar dige staten hebben geleefd en gewerkt, hebben liefgehad, gelukkig zijn geweest, hebben geleden en zjjn gePorven Zoals alle mensen vóór hen en na hen. Juist in deze opzet in de ondergang van deze beschavingen toch iets van de conti nuïteit der mensheid te laten voelen ziin de auteurs zeker geslaagd. Men leest de „Zo leefden boeken in één adem uit, want de stof, op zich reeds zeer boeiend, is door de Franse schrijvers op ongekend boeiende manier verteld. De vertalingen verdienen ook een woord van lof. sten bijeen om de man te kiezen, die het len verschenen, een over de Azteken en Marlon Brando in een wild west-film Marlon Brando zal een hoofdrol spe len in een wild west-film, waarvoor de onnamen binnenkort zullen beginnen. Pro ducent van de film, waarvoor het ge geven is ontleend aan de roman „The Authentic Death of Henry Jones" van Charles Neider, is Frank P. Rosenberg. Hollywood's jongste regisseur, Stanley Kubrick, die tot nog toe slechts twee films heeft gemaakt, namelijk „The Killings" en „Paths of Glory" zal de regie voeren. De bijziende heer Magoo, de populaire held van vele bijzonder grappige teken films, gaat de rol spelen van oom van Aladdin (en de wonderlamp) in een ge tekende hoofdfilm, die „Magoo's Arabian Nights" zal heten. Óiit ?n'ng-im Elizabeth van Engeland zal b;," ;;"ar m-o-g een Roy-al Film Performance 8?en- ondanks haar weigering om de v0ilia ^aar oude traditie voort te zetten 1hs welke h-e-t Cinematograph Trades '^ideV°'ent Fund jaarlijks een liefdadig- '^''SvoorEiteliitnig 'organiseerde, dii-e gemiid- eon bedrag van 200.000 vo,. opbracht fqaAate van behoeftige acteurs In april *te zij een einde aan deze traditie t ^hkandiigimg, dat zij een wijziging Wo v aan te brengen in haar jaarlijkse el5en en haar steun tot meer verschil- stfpA instellingen van liefdadigheid uit te vt:pn. Hoe dit ook zij. in de filmindus. <J<> jAoénde men toen. dat de keus van Vpr, lrn. die aan de koningin zou worden L °nd W, Tha niet bijzonder gelukkig was ge' iSeSev'ns koningin. Elizabeth gevolg k- ve„ aan jjgj verzoek van het Britse 'o>nds om d-e Mefdaddigiheddispre- W J?,1-' te wonen van de nieuwe Danny steUi "M'e arad l'h-e Colomel", 'in voor- sW®S. die en dat zal 'tot nadenken de a?16n plaats vindt op 27 oktober, Waarop oorspronkelijk de „Royai al'n Zou bebben plaats gevonden. De hitig-Van de zaak is namelijk, dat de ko- üe ti, ibans praktisch zelf de keuze van L^steK beeft bepaald. Vólgens het oude "HbpT „Me and the Colonel" deel uitgemaakt van een serie van on- wZes füms. waaruit een commissie 'ti L0 Vaird'Ouir-streat het filmcentrum —een keus zou hebben moeten biej zi-i °°ëstwaarschijnlijk zou deze film „bfWpr Sekozen wegens het precaire on- feregTp- „Me and the Colenel", die )s p ehviiieer<i door een Engelsman, Peter Mp-t le. en waarin de Duitse acteur °fdrpiUrgens naast Danny Kaye een beb j' sPeelt. vertelt het verhaal van "lep e kleermaker, die in 1939 uit t>sb aritbt. Op zijn vlucht ontmoet .hij r ép£ ''"Semitische Poolse kolonel, die tiibien <s aan de Duitsers probeert te ont. Bii 3men ontsnappen ze naar Frank- de val van Frankrijk is er slechts voor één hunner plaats aan boord vap een schip, dat naar Engeland zal vertrekken. Wil men weten, wie van beiden de reis meemaakt, dan moet men de film gaan zien. Danny Kaye en Curt Jurgens zijn uitge nodigd. dé voorstelling in Lom-dien bij te wonen De rode lopers zullen worden uit gelegd en de gebruikelijke Melkweg vol sterren zal zijn buigingen en révérences voor de koningin maken. Kortom, het wordt een ouderwetse Royal Film Per formance, behalve dan dat de film dit maal niet is uitgekozen door de heren van Wardour-street. wacht, dat hij totaal in vijfduizend biosco pen zal kunnen lopen. Tenzij de film ên meneer Hulot die daar ook bekend zijn van Meneer Hulot's vakantie-avonturen zo'n succes zal krijgen, dat de film voor het grote publiek za) worden vertoond. Men kan niet Weten. Per slot van reke ning is Brigitte Bardot óók beroemd ge worden in de Verenigde Staten! Observatie van het leven „Mon Oncle" is ontstaan uit de obser vatie, dat het leven va.n tegenwoordig alle charme wordt ontnomen door de toe nemende „efficiency". „Vroeger", zegt Tati, „hadden de Parijse bussen een klein platform aan de achter kant, dat een terras was, waarop men door Parijs kon rijden. Tegenwoordig zijn de bussen gesloten, met automatische deuren. Men kan niet meer praten met de conducteur. Hij zit in een kassa, als bij een bioscoop. Waarom heeft men dat ge daan? Ik heb gevraagd of alles zo sneller gaat. Nee, zei men, eerder langzamer. De cafés waren vroeger open en vrij. Nu is alles afgesloten en zitten de mensen in vitrines, alsof ze te koop worden aange boden". Deze kleine incidenten vormen het uit- gangspupt voor „Mon Oncle". Tati vond het zelfs moeilijk om het kleine markt plein te vinden, dat dienst doet als de woonplaats voor meneer Hulot. Eindelijk, na honderden kilometers te hebben rond gereden, vond hij het. Maar zelfs dit plaatsje wordt binnenkort afgebroken, zo als in een scène in de film reeds te zien is, ofschoon het hier een symbolische be tekenis heeft. Het huis, dat meneer Hulot bewoont, met zijn vele trappen, bestaat in de wer kelijkheid, maar niet zoals het in de film is te zien. want, Tati heeft er aan de lin kerkant een deel bijgebouwd, om nog meer trappen te kunnen maken, die ten slotte leiden naar Hudot's verblijf op het dak. Amateurs De acteurs zijn amateurs. „Waar vindt men een acteur, die zo'n dikke industrieel kan spelen? Ik heb er een échte industrieel voor genomen. Me vrouw Arpel is in werkelijkheid precies zo'n nijver vrouwtje, dat steeds druk bezig is en auto's en aktentassen zou stoffen, als ze de kans zou krijgen. En haar droom is een huis te bezitten als mevrouw Arpel. De buurvrouw praat even overdreven en geëxalteerd als in de film. De kleine Alain, die Gérard Arpel, Hulot's neefje speelt, is het zoontje van een advocaat. Het is een stille, teruggetrokken jongen, die niet sportief is en niet kan rennen als zijn kameraadjes: Maar nadat hij een maand bij de opnamen was geweest en met de ruwe knapen was omgegaan, die zijn kameraadjes in de film zijn, was hij losgekomen en deed hij even hard mee aan het kattekwaad uithalen. Als er over zijn volgende film wordt gesproken, wordt Tati terughoudend. „Iedereen heeft altijd een paar projecten in zijn bureau liggen". Maar wij weten dat hij twee projecten in overweging heeft. Het éne met meneer Hulot.-... geheel ver schillend van „Les Vacances de monsieur Hulot" en „Mon Oncle", omdat Tati niet in herhalingen wil treden; de film zou dan de avonturen van meneer Hulot in een ander land moeten verbeelden. Het andere project heeft een nieuw personage in de hoofdrol; de tegenvoeter van me neer Hulot, een man, die buiten deze tijd staat. Het is een wat triest karakter, maar per slot van rekening heeft meneer Hulot óók zijn trieste trekken. In ieder geval zal de film anders zijn dan dé voorgaande films, want Jac^ies Tati waakt er voor, zélf stereotiep te zijn en te handelen. district gedurende de volgen-de ambts periode zal besturen. De schrandere ke rels van de stam sidderen en beven: ar moede en ellende hangen hun boven het hoofd. De man, die zo rampzalig is te worden aangewezen, moet de benoeming aanvaarden. Er is eenvoudig geen ont komen aan. Zelfs de kans om te ontvluchten wordt hem ontnomen, want de ongelukkige wordt direct na zijn uitverkiezing in ar rest genomen. Hij krijgt geen eten of drinken, totdat hij plechtig belooft zijn ambt te aanvaarden. Salaris of andere beloningen zijn er niet bij twee jaar lang moet hij absoluut zonder salaris (maar merkwaardig genoeg: mét reëel gezag en reële macht) werken voor de gemeenschap. Zijn baantje is bovendien allerminst een erc-ambt; de bestuurder heeft heel veel taken en verplichtingen, zovele dat er werkelijk geen tijd overblijft om zijn eigen land te bewerken. Dat betekent, dat zijn nogmale bron van inkomsten tot stilstand komt hij kan geen kleren kopen, moet zijn weinige bezittingen rui len voor eten enfin, hij voelt aan den lijve, daf, hij voor een belangrijke be stuursfunctie is geroepen. Toch zal hij zijn plichten goed en ge wetensvol verrichten, tot de last van hem wordt afgenomen. Corruptie komt een over de Inca's. De beide schrijvers, Jacques Soustelle (die in de Algierscrisis van zich deed ho ren) en Louis Baudin volgen hetzelfde patroon: zij doen een grootscheepse po ging om het volk, dat hun aandacht heeft, te laten herleven. Daarbij wordt als de cor, ook de cultuur dier volken in het licht gesteld. Soustelle gaat iets levendi ger en beeldender te werk dan Baudin; zijn boek neemt soms even de vlucht van een kunstwerk. Soustelle behandelt in „Zo leefden de Azteken" dus alle facetten van de samen leving in de Azteken-staat (Mexico), tot aan het moment dat de conquistadores het land veroverden en op dramatische wijze aan 'de inheemse beschaving een einde maakten. Het was eem zeer geoompliioeeirde samen leving, tot in aSJe onderdelen geordend soms op een wijze die ons nu nog verlicht toeschijnt, terwijl daarnaast bijgeloof en wreedheid het dagelijkse leven mede be paalden. De Azteken offerden mensen: het waren felle vechters en verraderlijke bondgenoten. De Inca's daarentegen waren veel huma ner. Zij waren eeuwen geleden fan tastische architecten en wegenbouwers. De resten, die van hun cultuur gebleven De Cultuurdienst van de Utrechtse dio cesane bond der K.A.B. heeft dezer dagen een „Wegwijzer voor een gezellige en nuttige vrijetijdsbesteding" het licht Ia- ten zien. In deze gids worden verschillen de suggesties aan de hand gedaan om de oplossing van twee belangrijke vraagstuk ken te helpen bevorderen, namelijk de kwestie van het contact met de leden en het vrijetijdsprobleem. In deze uitgave worden verschillende mogelijkheden con creet weergegeven. Van de verschillende vaak vrij diep gaand uitgewerkte suggesies: hoe moet dit aangepakt worden? Tot wie moet ik mij wenden? Wat gaat 't kosten? noemen wij vrijetijdsbesteding door fot'ografie, film, toneel, het boek. 6port en spel, tuinverzor. zwerven in de natuur, handenarbeid, e.h. b.o., esperanto, enz., enx. Voor velen zal deze „Wegwijzer" onge twijfeld een goede gids zijn voor een aan gename en nuttige besteding van de vrije tijd. In het Amsterdamse gemeentemuseum Fodor is vrijdagavond de expositie „Kunst der Ikonen" geopend. De expositie, die tot 1 september a.s. duurt, bestaat uit 68 hoofdzakelijk Russische en voorts enkele Griekse, Servische, Roemeense en Mace donische ikonen van de 15e tot en met de 19e eeuw. Deze ikonen zijn afkomstig uit een verzameling uit het ikonenmuseum te Recklinghausen (Duiteland). Na een vakantie in Europa heeft So phia Loren zich per vliegtuig naar Holly wood begeven, waar zij heeft deelgeno men aan de voorbereidende besprekingen betreffende haar nieuwe film „That Kind of Woman". Als regisseur voor deze film heeft Pa ramount Sidney Lumet gecontracteerd, die zijn eerste roem oogstte als talentvol re gisseur van belangrijke televisieproduk- ties in Amerika en die later wereldbe kend werd als regisseur van de film „Twelve Angry Men'. Als tegenspeler van Miss Loren is Tab Hunter gecontracteerd. Hij zal de rol ver tolken van een jonge parachutist, die be vriend raakt met Sophia Loren, zeer tot ergernis van George Sanders, een miljo nair, die Sophia al min of meer als zijn eigendom beschouwt. Barbara Nichols speelt in de film Sophia Loren's vriendin, terwijl ook Jack War den in deze komedie zal optreden. Voorts' zal Sophia Loren de hoofdrol spe len in twee films, die door George Cukor zullen worden geregisseerd. Het zijn „Hel ler with a Gun", waarvoor de opnamen in december zullen beginnen en „Two women" die in de komertde lente in Italië zal worden opgenomen. Cukor keert voor deze beide films weer bij Paramount terug. De laatste film, die hij voor de maatschappij maakte, was „Wild is the Wind" met Anna Magnani en Anthony Quinn in de hoofdrollen. Karl Eskelund en Chi-yunwaar gy heengaai Eva Bartok speelt cle vrouwelijke hoofdrol itn de Rank-flïm „Operation Amsterdam", die momenteel in Nederland wordt opgenomen. Maurice Cowan (links) is de producent en Michael McCarthy (rechts) de regisseur van de film. Toneelspelers, toneelschrijvers, toneeluitgevers en vertegenwoordigers van het WKA en de NATU kwamen onlangs in het Minerva-paviljoen te Amsterdam bijeen, om aldaar getuige te zijn van de prijsuitreiking voor de beste opvoering van een na 1950 uitgegeven Nederlands toneelstuk. De Amsterdamse groep „De Clieck" kreeg de eerste prys voor haar opvoering van „Ik huurde deze kamer'' van Wim Bischot. De Rotter damse vereniging „Mutua Amicitia" kreeg de tweede prijs voor haar opvoering van „Plantage Tamarinde" van Hans Keuls. En de Haagse groep de derde prijs voor haar spel „Moord op Maat" van Jan de Koek. Het werd een feestelijke prijsuitreiking, die voor ons vooral interes sant is om het dispuut, dat zich daarna ontspon tussen schrijvers en spelers en uitgevers over het Nederlandse stuk. De prijsvraag mogen wij zonder meer geslaagd noemen. Ze heeft bewezen, dat wij over uitstekende Nederlandse stukken beschikken, die in alle opzichten aan de eisen van speelbaarheid en artisticiteit voldoen. De prijsvraag was uitgeschreven om het Nederlandse stuk in het middelpunt van de belangstelling te zetten en ze heeft haar doel bereikt. Het Nederlandse stuk heeft zijn bestaansrecht bewezen en hier mede ook de Nederlandse auteurs. „Waarom grijpt het beroepstoneel dan niet naar deze stukken?" was een vraag, die onmiddellijk in het dispuut gesteld werd. Er kwamen verschillende antwoor den, die o.i. enigszins getuigen van te leurstelling ten opzichte van het beroeps toneel. Antwoorden van schrijvers, die te vergeefs hun stukken aan het beroeps hadden aangeboden. „Het beroeps grijpt alleen naar stukken, die in het buitenlaind reeds grote successen hebben geboekt, in de hoop met deze stukken hier even grote 6uccessen te boeken." Dus een soort steunen op het buiten- Land. Zelf geen risico durven nemen maar eerst de kat uit de boom kijkan, hetgeen bij amateurs ook nog al eens plaatsheeft. Eerst eens kijken of onze gro tere broers en zusters er succes mee hebben en dan pas zelf durven. En des noods ook eens kijken „hoe zij het spe len" en dan min of meer na-apen. Zo beweerde Wim Bischot van het spel „Het ei en ik", dat hier in Nederland o.Lv. Guus Oster werd gespeeld, dat de Hollandse opvoering een zuivere kopie was van de Franse opvoering, „tot zelfs in de hoedjes van de dames toe". En Bischot vroeg zich terecht af, waar dan de kunst met de grote K blééf? In hoeverre dit alles waar toneel is. la ten wij in het midden. Een feit blijft, <J»t h»t bero«cstotte»l «peptisch staat tegenover het Nederlandse stuk. Schrijvers die hun stukken ter lezing aanbieden, ko men meestal van een koude kermis thuis. Men heeft niet eens de behoefte om hun stukken te lezen. Klaas Smelik vetelde, dat hij toen hij een keer een stuk aanbood, de boodschap kreeg, dat ze al een Nederlands stuk had den. Hij kon zijn stuk dus weer mee naar huis nemen, want ze waren al voor zien. Misschien, dat u nu zegt: „Toch prach tig, dat zij tenminste al één Nederlands stuk hadden!" Och, dit is meestal een eis van hoger hand vanwege de subsidie. Men is verplicht één Nederlands stuk te spelen. Daar heeft men heus niet om wille van de Nederlandse zaak naar gezocht. En als men dan een stuk heeft, kan men zeggen: „Wij zijn reeds voorzien". Een feit is ook, dat sommige Neder- ladse stukken eerst een successtuk moe ten worden in het buitenland, alvorens zij hier een kans krijgen. Zo is het gegaan met „Het Hemélbed" en „Schipper naast God" van Jan de Hartog. Men zou haast zeggen: ze hebben gelijk degenen, die beweren, dat het beroeps toneel slechts steunt op de successen in het buitenland. Jammer dan, dat ieder succes in het buitenland hier nog lang geen succes blijkt te zijn. En eveneens jammer, dat al die buitenlandse successtukken ook nog niet altijd stukken blijken te zijn van een hoog artistiek gehalte. Maar.heeft dit alles niet veel meer een psychologische achtergrond? Het toneelstuk, waarmee tientallen Ne derlandse schrijvers handige jongens, die eigenlijk helemaal geen schrijver zijn hun brood verdienden bij het ama- teurtonaei. IwajLt jsteoJsiig in san lrrnrKilm reuk gestaan Een uitgever kon een twin tig jaar geleden uitgeven, wat hij wilde, het werd gespeeld en hoe bombastischer het spel was of hoemeer tranen erin vloeiden, des te gretiger werd het ge speeld. Wat er dus op Nederlands gebied aan toneelschrijverij gepresteerd werd, bleef niet alleen onder elke maat, maar was zelfs in vele gevallen verschrikkelijk (Uit zonderingen daargelaten). De tijden zjjn veranderd. W.K.A. en N.A.T.U, voorafgegaan door mensen als Anton Sweers en vele anderen, hebben voor een groot gedeelte de volkssmaak weten te veranderen. Uitgevers begre pen wat hen te doen stond. Werkelijk goe de schrijvers werden aangespoord tot to neelschrijven. Nog lang niet is alles ide aal. Er zijn uitgevers, die „draken" en volkomen minderwaardig werk blijven spuien. Het afzetgebeied hiervoor is nog al tijd groot genoeg. En men kan nu een maal ook niet alles in een handomdraai veranderen. Maar het begin is er. En meer dan dit begin! Vandaar dat der gelijke prijsvragen zo goed zijn, om eens aan te tonen, dat het getij gekeerd is, dat men tegenwoordig werkelijk goede Neder landse stukken en werkelijk goede Neder landse toneelschrijvers heeft. Dat dit nog niet tot het beroeps is door gedrongen, is misschien begrijpelijk. Dit heeft tijd nodig en wij staan nog aan het begin. Want toneelschrijven is ook een ambacht, dat geleerd moet worden. Die „handige" jongens van vroeger hadden dit ambacht wel degelijk onder de knie; zij wisten precies wat het volk wilde; zij wisten er spanning in te leggen, ieder bedrijf op te voeren tot een climax; zij wisten alles van toneeltechniek af. En menig goed schrijver, die nu misschien reeds meer toneelprodukten geproduceerd heeft, kan op dit gebied nog heel wat bijleren. Want een spel is nu eenmaal niet voor de enkeling, maar voor een bredere massa, die hen moet kunnen vol gen in hun individuele expressies, zon der dat zij zich daar eerst voor tot de kunstzinnige hoogte, die slechts voor be genadigden is weggelegd, behoeft op te voeren. Wij moeten dus geduld hebben. Maar moet het de werkelijke schrijvers zo spij ten," dat zij door het beroeps niet worden geaccepteerd? Dienen zij ook nfet een groot vaderlands goed wanneer hun stuk ken op de planken van het amateurtoneel lot successen worden?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 5