Moderne flatbouw mist dynamische marge voor het kind ■it ..Drietaps -liouvv van nieuwe Provinciehuis voor Z.-Holland Velsens burgemeester biedt geen excuus aan Wethouders zullen nu naar Duitsland schrijven Kas „klopte' steeds maar zijn geweten kwam in de knel teJ Sjl Tot zichzelf komen in de woning Maatschappij-opvattingen drukken zich door in ivoonvorm Eerste deel wordt morgen aanbesteed Unaniem vonnis van de gemeenteraad Wereldcongres voor Katholiek Onderwijs In 8 jaar 100.000 verduisterd Drie jaar geëist tegen kassier-boekhouder WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1958 PAGINA 3 -,,Le Seigneur a frappé a tes volets bux snijdt kardinale vraagstukken aan A j v irf1, h s ""V j doorbraak naar de collectieve ruimte Buiten het «;ezin De paradoxale mens Om de levensbevestiging I|J Pelgrim Uw garantie voor Echtheid - Zuiverheid - Snelle werking Statig karakter Gentleman" Wel brief in het Duits? Duizenden telegrammen In september te Rome Moest bji solas tüokfs bedragen op He e«'l» 00f' c h'fl v-aS' vei; Jö ia "B ct«r: i V G, jroffj ■aai. ,j jrst. 3s lai*1' só rnu. serj ji an®Vi:fif' 1 Flipj e i ri: „Le père Aimé Duval, de Franse priester-troubadour, zingt in een van zijn liedjes hoe bij zekere inens aan de luiken van zijn woning wordt geklopt, maar deze mens slaapt en heeft geen belangstelling voor wat buitenshuis gaande is. Het is een chanson, dat je direct grijpt in de kracht van zijn uitbeelding. Men ziet het gebeuren en het gebeurt in een zeer bepaald getekende situatie, zoiets als de mijnstreek van de Borinage, de grensstreek van Frankrijk en België. Er is geen sprake meer van een buurt, een dorp. een stad. Er is slechts een eindeloze aaneenrijing van troosteloze woningen aan troosteloze keiwegen met verwaarloosde trambanen. De draden van elektriciteit en telefoon zijn als ongebruikte was lijnen. Als liet vakantieverkeer door de straten ratelt, kaatsen de geloken gevels het geraas onverschillig terug en als de top.uren verstreken zijn en de straten er als drooggelopen goten bijliggen zijn de huizen moe en doen niet meer open. Er is een binnen en er is een bui- en in het chanson van père Aimé ebben deze woningen een onverbidde- Jk karakter. Zij houden hun binnen jetoken, gegrendeld; de straat daarbui ten is een vijandelijk gebied vlak bij de lez, Stens Een andere wereld? Eigenlijk v.'?t, want huis en straat staan net zo 'landig tegenover elkaar als ze in wer- iphjkheid samen het trieste beeld in et lied vormen, één straatbeeld, één arakter. In deze Straat, aan deze wonen mensen. Er zijn ook kin- en. Die worden later de mensen van e straat. Nu tellen ze nog niet mee, ant wie geeft er iets om hun kleine ereld. De afspraakjes met het vriend- Waar zestraks zullen spelen, de ■!lekjes die alleen zij kennen waar ze hbespied kunnen zijn. Wat hebben l'hderen ermee te maken als er op de aiken wordt geklopt en ik Wil niet J^hdoen? Als ze de straat op willen, JiSal ze onverbiddelijk binnen ofwel aat ze hun gang gaan. De kinderen £°hdt men toch niet tegen; die ver- teken toch alle geslotenheid." 0J^tet deze voortreffelijke inleiding i jf6nt een artikel over het kind in de j?°derne woning, geschreven door dr. - Thomas Nix in het zojuist versche- juli-augustusnummer van het tyandblad Dux, dat geheel aan het v °^en is gewijd. De schrijver ziet een j v 'IWel rechtstreeks contact tussen de jeranderde maatschappelijke verhou- I jjhgen en jjg moderne woningbouw. l et kind wordt niet meer uitsluitend in 'j j-dts, op school en in de kerk opgevoed, i beslotenheid van het gezin wordt „°°tbroken en daaraan parallel loopt .°ntwikkelin.g v.h. woonhuis. Het in- j sj riour, 't binnen, blijft niet louter be- vi n tussen de vier wanden, maar li tr°eit; uit naar buiten. Het buitene binnen 't huis. De ramen reiken Wand tot wand. de balkons en log- I ïta S doorboren de verdiepingwoningen. 'tppen verdwijnen en platte daken Ij «an open en worden toegankelijk. Qn h'eedt ook het gezin naar buiten t, dringt het buiten de gezinskring bin- tuf1' woonkamer en de straat of l eii hebben onmiddellijke relatie met 'i 'kaar. itAan deze huidige samenleving wordt l Zo]»? stadsplannen overeenkomstig de- stari ^dachten vorm gegeven. Als de li. stad gezien wordt als het samenstel van ?helen, de stadsdelen als een sa- au anS van wijken en de wijken I iri\een groepering van buurten, waar- ij 't'oiv 1 woningblok en uiteindelijk de °ok'n§ de m°dule vormen, dan is er i tjv; pmgekeerd sprake van een rela- bü n§ van het enkele gezin tot de itip^voning. tot het leven van de wijk „jjt uiteindelijk het centrum, het din de stad gaan" als 'n bewustwor- I van de gehele stedelijke samenle- et betrekking tot het kind betoogt i kij.ichrijver, dat het leven van het i ov"d zijn equivalent vindt juist in de hnpWegend dynamische delen van het 1/ ben Het kind is het meest beweeglijke aittf°nage in het gezin, want een stil- ■t|nd kind is geen kind. ten et le§t dan ook beslag op alle ruim den niet meer vol te houden is. De flat gebouwen. die nu worden opgetrokken, hebben juist alle dynamische marges rond woon- en slaapvertrekken ver loren. Het zijn puur zit- slaap- of werkge- bouwen geworden. De thans in Neder land gebouwde flat is vrijwel onbe weeglijk in zijn ruimtegebruik. Er zijn slechts restvormen als verdiepingbal- kons, een daktuin, een eigen tuin voor de onderste woonlaag, die echter niet toerejkend zijn als dynamische marge voor het kind. Dat zoekt thans zijn le vensruimte buiten de woning en wel in de collectieve ruimte. Het kind zoekt zelf de straat ofwel het plantsoen, het park. de speelruimte, de gemeenschap pelijke tuin en het sportveld. Onze huidige maatschappij zoekt om gekeerd bewust deze speelruimte bui ten het gezin in het collectieve te reali seren en heeft daar zelfs een naam voor, die „georganiseerde vrijetijds besteding" luidt. Wat >n de particulie re woning niet meer mogelijk is, wordt gepleegd en gekoesterd in het collec tieve gebouw en het collectieve groen. De school, de vereniging, het kerk- complex, het sportcomplex. Ook hier weer een verschuiving van dat wat vroeger binnen het gezin gebeurde naar het buitcn-gezinsgebied. De huidi ge woningplattegrond is als type vrij wel geen persoonlijke conceptie meer van de architect, ondanks alle inven tiviteit, die erin doordringt, neen. die plattegrond is in wezen *n neerslag van het maatschappijbeeld. Het kind is het kenteken van het gezin; op het kind reageert zich af, wat de naatschappij eigenlijk nastreeft als ideaal omtrent de verhouding Van het gezin tot de hui dige gemeenschap. Theoretisch zou men flatgebouwen kunnen maken met grote daktuinen, een extra recreaticverdie- ping, extra onderbouw, een gróte speel tuin, knutselruimten enz. enz. Maar wanneer men dat doet. dan moet dat alles toch planmatig en functioneel be keken worden, het?: erop neerkomt, dat al deze marginale ruimten toch weer collectief georganiseerd dienen te worden. Het clement van toeval, dat juist het romantische element voor de jeugd uitmaakt, is met de flatbouw on herroepelijk verdwenen. Het toverland van die oude zolder, waar je alles kon improviseren uit de. meest gekke voor werpen, heeft blijkbaar afgedaan. Het domein, waarop 'n oude krakende wieg tot een geweldige locomotief werd of de stuurhut van een schip in de storm en de wasmand gebonden aan de zol derbinten een ballonmandje, waarin je hoog door de lucht zweefde, heeft afge daan. De ruimte om zelf een nieuw bestaan te scheppen, waarin alle din gen nieuw werden, omdat je er een nieuwe betekenis aan gaf, is verdwe nen. Het is alsof de mccanodoos het symbool werd van d nieuwe tijd. want wat je ermee doen kunt, is te voren door de ontwerpers uitgedacht en in een handleiding vastgelegd. Het kind hoeft niet anders meer te doen dan de elementen braaf in elkaar te passen volgens de geschreven en getekende richtlijnen en daarmee is het kind in de wereld van de georganiseerde vrije-tijdsbesteding getreden. Dat is ongeveer de inhoud v. d. eer ste van de drie bijdragen over de nralc- tijk van 't wonen, de voor de hand lig. gende betekenis v. d. woning voor ge zin en kind in het laatste Duxnummer De twee andere van J- A. J. v. d. Vaart over ,,de kunst van het wonen" en van H. de Wijs over „goed wonen", beperken zich meer tot detailopmerkin gen en adviezen omtrent keuze van in richtingselementen. van kleuren en de wijze van voorlichting alles met be trekking tot het kind- Tenslotte bevat het nummer dan nog een tweetal artikelen van wijsgerig fe nomenologische aard, die zoals de re dactie terecht stelt, slechts over een „waar" en een „van waaruit". Van- daaruit immers neemt hij deel aan de arbeid en treedt hij binnen in het openbare leven en ook voor dat open bare ltven gebruiken wij, voor zover het zich afspeelt in een vertrouwd veld, de term „wonen". Wij zeggen immers niet alleen, dat de familie een huis bewoont, maar ook dat de Eindhovena- ren hun stad bewonen, de Nederlanders hun land, de mensheid de wereld. Wij maken onderscheid tussen bewoon de en onbewoonde gebieden. Het begrip wonen is veelzinnig. Aan alle zinnen er van beantwoordt een aparte betekenis van samenzijn Het woord „wij" heeft een andere zin, wanneer gezegd wordt dat „wij" een huis. een stad, een land. de wereld bewonen. De eerste en diep ste zin is het samenzijn in de woning, hetgeen echter niet betekent, dat de intieme gemeenschap van het woonhuis maatstaf en voorbeeld is voor alle andere vormen. Van bewonen is sprake indien en voor zover de mens met een omge ving vertrouwd is. Die omgeving is dan geen voorwerp, maar levenssfeer en als zodanig verweven met de mense lijke existentie. Overal waar de mens op deze wijze met de dingen vertrouwd is, mogen wij van bewonen spreken. Maar het vindt een hoogtepunt in de woning, waar vertrouwdheid en ver wevenheid met de omgeving jn de hoogste graad verwerkelijkt zijn. Van- daaruit breidt het bewonen zich in steeds verzwakkende zin uit. Bijzonder boeiend is ook de poging van de auteur om aanknopingspunten te vinden tussen het denken van Mer- leau-Ponty op het stuk van het wonen en de christelijke gedachten op dit punt. In diens wijsbegeerte neemt het begrip een belangrijke plaats in ,die zich als volgt laat omschrijven; „Men moet niet zeggen, dat ons lichaam in de tijd, noch dat het in de ruimte is. Het bewoont de ruimte en de tijd. Ruimte en tijd verschijnen ons niet op zichzelf, als absolute gegevens. Zij verschijnen ons. juist in ons bewonen. Zij verschijnen, juist als woonruim te. Dit geldt ook voor de wereld. Omdat alles wat wij zijn en doen verankerd is in onze belichaming, gelden deze waarheden op absolute wijze. Het be wonen van de wereld is het priordiale gegeven en slechts daardoor is ons werkelijkheid gegeven en komen wij tot, bestaan. Alle wetenschappen, ken leer, mensleer en zijnsleer wortelen in dit wonen en zij hebben niet het recht zich erboven te verheffen." Pater Kwapt betoogt, dat het voor de christen niet gemakkelijk is zijn houding te bepalen tegenover de radi cale vestiging van ons bewonen van de wereld. Deze zich ontwikkelende denk wijze was voor hem aanleiding zich dieper te bezinnen omtrent de openba ringsinhoud. Hij vond daar een dieper besef van gebondenheid aan de aarde dan in de middeleeuwse wijsbegeer te en theologie, die niet vrij waren van Platoonse invloeden. Zijn defini tieve toekomst is niet gelegen in een louter geestelijk bestaan in 'n materie, loze hemel. Zi.j zal worden verwerke lijkt na de Verrijzenis, en wel op een nieuwe aarde. Omtrent een louter gees telijk hestaan tussen" dé" dood en de Verrijzenis vindt hij zo goed als geen gegevens in zijn bronnen Deze spre ken slechts over het nieuwe bestaan op de nieuwe aarde. De nieuwe theolo gie weet dan ook moeilijk werk met de „tussenperiode", waarin de ziel zui ver geestelijk zou bestaan. Zij ziet de hereniging met het lichaam dan ook tvtnorixr doorsnede. Schematische doorsnede en plan van het oude type woningHet kind neemt bezit van alle marginale ruimten rondom het eigenlijke woningcentrum: de stoep, de tuin, de zolder, de kelder. achtergronden gaan, die wel geen op lossing voor concrete vragen bieden, doch die des te meer aan ons dage lijkse zijn en doen diepte geven. Vooral de bijdrage van pater R. C. A. Kwant O.E.S.A. onder de titel „Wij bewonen de wereld" is boeiend wegens de be spiegelingen omtrent het begrip bewo nen. dat historische samenhang ver toont met de begrippen vrede en vrij. d.w.z. gevrijwaard van schade en be dreiging. De woning is de plaats waar men thuis is, d.w.z. waar men chez soi is. ofwel tot zichzelf komt. De wo ning maakt de mens vertrouwd met zichzelf. De dingen zijn vermenselijkt, maar de mens wordt ook zichzelf dank zij de dingen. De woning is uit het le ven geboren Pater Kwant gaat dan over tot het bredere woonbegrip. dat samenhang vertoont met het feit, dat de mens universeel is, bmdat hij geest is. Als geest neemt de mens geen ge noegen met grenzen, maar hij blijft belichaamde geest. Daarom is hij én universeel én bijzonder. Dit para doxale karakter van de mens komt tot uiting in de woning. Deze is tegelijk ®h, - vtj. act me t "w—-- te' r hat druk kan doen zonder de rust be„ rst°ren en waar het zijn eigen IjQ- VVJJ. Cu cn VV a CXI DV.V C— del eeSlijk leven kan leiden, dus op die tri-®11 v. d. woning, die geen woonka- tfpi s'aaipkamer of dienstruimten zijn. de heemt bezit van alle marges van hele woning, die rond het gezins- stopfUm zÜn gelegen, ;n 't bijzonder de p en de tuin, de kelder en de zolder. OwT de oude woning, die al deze ele- §51^ etl bevat, wordt vrijwel niet meer °uwd, omdat zulks in de grote ste- ccjrtr u pairrcrue jca<Jo v&icnigmyC' 5 pcrUvtLdesi cr> PoaJcC^i ncuLA buiten taiUthcK tuin. JX. De jeugd heeft geen speelruimte meer, die direct bij de eigen woning hoort. Het jeugdleven verplaatst zich naar collectieve gebieden, welke overwegend georganiseerd zijn. niet meer als een bijkomstige factor. Zij .kan dus tot op grote hoogte het mo derne besef bevestigen van onze radi cale gebondenheid aan de aarde. De God van het Christendom is een ge- incarneerde God. die in de geschiede nis is getreden en de Christus is de verrezen Christus, die de dood heeft overwonnen. De mens is nu bewoner van de aarde en hij zal dit ook zijn in zijn definitieve toekomst. Toch, stelt de auteur, is hiermede elke tegenstelling tussen het Christen dom en de moderne bevestiging van onze gebondenheid aan de aarde niet opgeheven, want al kan de christelijke wijsgeer de banden erkennen, die hem, tot in het diepste van zijn wezen aan de aarde binden en (lat de wereld wordt aangetroffen „in het hart van het sub ject", hij kan niet erkennen dat daar mee het laatste woord over de mens is gezegd. In alle facetten van zjjn be staan vindt hij de wereld, maar in alles wat tot het eigene van een mens behoort, iets van het transcendente en het absolute. Juist op dit punt kan hij zich niet verenigen met de moderne ideologieën, die hem helemaal opeisen voor de aarde. De mens blijft in de christelijke zienswijze, hoezeer ook be woner van de aarde, toch pelgrim. Na dit magistrale artikel volgt nog een psychologische bijdrage over het menselijk wonen van J. J. Dijkhuis, dat, beperkter van opzet, op verschei dene punten verwant iS aan het betoog van pater Kwant, en de alles omvatten de betekenis van het wonen onder streept met argumenten uit de vergelij kende taalwetenschap Ook dit betoog beklemtoont, dat de mens het beste woont, die niet zijn woning tot 'n knus wereldje apart maakt, maar hij, die zijn woning weet te maken tot de basis waar hij vanuit gaat (en toe terugkeert) met voldoende spankracht om te wo nen met andere mensen dan zijn aller- naasten en met de natuur. (Van onze Haagse redactie). Donderdag zal het eerste gedeelte van het nieuw te bouwen provinciehuis voor Zuid-Holland aanbesteed worden. Het betreft hier het acht etages tellende werkgedeelte van het in de toekomst te bouwen gebouwencomplex. Zoals bekend, zal het Provinciehuis verrijzen op het Dierentuinterrein aan de Koningskade in Den Haag. De Provincie is door onteigening in het bezit gekomen van ,,de Die rentuin", een in pseudo-Oosterse stijl opgetrokken bouwsel, dat in Den Haag zeer populair is als ruimte voor uitvoeringen en congressen. De heer Van Riel, lid van Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland, ver klaarde gisteren op een persconferentie, dat men in de zalenarme Residentie niet bevreesd behoeft te zijn voor afbraak van de Dierentuin. Voorlopig zeker nog tijdens de jaren van de bouw van het Provinciehuis zal de langzamer hand in de verdrukking gerakende Die rentuin dienst kunnen blijven doen. Het Provinciehuis is pas compleet, wanneer naast het zgn. werkgedeelte, ook de vleugel voor de Commissaris der Konin gin en Ged. Staten, en een representa tieve zaal voor de Provinciale Staten gereed zijn. Die vergaderzaal zal dan ge deeltelijk de Dierentuin kunnen gaan vervangen bij wetenschappelijke con gressen. In totaal gaat het Provinciehuis 150.000 m2 ruimte vergen. De vleugel waarmee nu begonnen wordt, is de grootste en meet 6100 m2. Het werkgedeelte van het Provincie huis, wordt de plaats, waar de 400 Haag se ambtenaren van de provincie een plaats zullen krijgen; voorlopig echter slechts een plaatsje, want zolang het ge deelte voor de Commissaris en de Ged. Staten nog niet klaar is, zullen deze autoriteiten er evenzeer gastvrijheid krijgen. Het ontwerp van het werkgedeelte is van de hand van de Heerlense ar chitect ir. F. P. J. Peutz, Hij heeft daarbij vruchtdragende 'adviezen ge had van een college van Rijksbouw meesters. Het gebouw wordt 80 meter lang, 17 meter breed en 34 meter hoog. Bovenop de achtste etage komt nog een terugspringende ca. 3 meter hoge dakverdieping van staalconstructie te staan. Daaromheen construeert men een dakterras. Onder de begane grond zullen een tweetal schuilkelders wor den gemaakt, welke ook bescherming zullen bieden tegen radioactieve stra ling en besmette lucht. Het zijn grote dozen met betonwanden rondom van 60 centimeter dikte. Men heeft ge tracht het gebouw een statig karakter te geven. Allereerst wordt straks begonnen met het storten van het betonskelet. Men hoopt hiermee in één a anderhalf jaar klaar te zijn om dan direct met het stor ten voor de andere vleugels te kunnen starten. Met de afwerking inbegrepen, denkt men het gebouw in 500 werkda gen, (twee jaar) op te leveren. De in richting zal dan nog eens een half jaar tot een jaar vergen Het oude Provinciehuis van Zuid-Hol land ging in 1945 bij een geallieerd bom bardement verloren. Sindsdien zitten de burelen kris-kras door Den Haag ver spreid, hetgeen veel tijdverlies oplevert, Vopr het betonskelet behoefde de provincie geen extra geld te lenen. Men beschikt over eigen financiële midde len, alsmede over leningen op lange ter mijn, De kosten van het totale complex zijn op dit ogenblik niet bij benadering te schatten. Zij zullen echter in ieder geval boven de 25 miljoen liggen. Een maquette van het gehele complex van het Zuidhollands Provinciehuis, zoals het in de loop der jaren op het Dierentuinterrein zal verrijzen. (Van onze correspondent) Bijna drie uur heeft de Vclser ge meenteraad zich dinsdagavond bezig gehouden met vragen van de fractie voorzitter van de K.V.P., de heer J. Nuycns, over het optreden van burge meester mr. M. M. Kwint, tijdens de officiële ontvangst van Engelse en Duitse jongelui op het raadhuis. Alle fractievoorzitters voerden het woord en laakten het feit, dat de burgemeester geen woord met de jonge Duitsers had gewisseld. Zij achtten zijn optreden in hoge mate beledigend en onwellevend. Het ging zelfs zover, dat enige raads leden geen woord meer met de burge meester wensten te wisselen, totdat hij de vergadering zou hebben geschorst. Dit geschiedde tenslotte, waarna het seniorenconvent zich een half uur te rugtrok om de zaak nog eens grondig te hespreken. Hierna werd met algemene stemmen (er werd hoofdelijk gestemd) een motie aangenomen, waarin de raad het college van B. en VV. opdraagt het leedwezen over het gebeurde kenbaar te maken aan het gemeentebestuur van het Duit se plaatsje Bergisch-GIadbach. De heer J. Nuyens had niet gedacht, dat er zich zo spoedig na de herbenoe ming van de burgemeester, waarbij zulke vriendelijke woorden waren gesproken, zulk een betreurenswaardig incident zou voordoen, dat zowel in het binnen- als in het buitenland stof zou doen opwaaien en waarbij Velsen in een kwalijk daglicht werd gesteld. „Wellevendheid is toch een eerste vereiste voor een overheidsper soon, die zojuist door de Kroon werd her benoemd," zei de spreker. ,J3e Engelse taal geeft als geen andere het begrip „heer" weer in het woord gentleman. Ik betreur het, dat mr. Kwint niet volledig aan de betekenis van gentle man kan voldoen." De woordvoerder van de katholieke fractie was de mening toe gedaan, dat de burgemeester in eerste in stantie „flink geschrokken was en later was teruggekrabbeld". „Ik noem deze houding maar halfslachtig, voor iemand, die op de ereplaats van Velsen zetelt. Bij de ontvangst trad niet de heer Kwint, maar de burgemeester van Velsen op. Wij moeten geen haat kweken, maar in de toekomst kijken om de wereld bewoon baar te maken. Wij moeten ook niet gek kijken, als de burgemeester in de toe komst een Duitse schoondochter zou krij gen, hetgèen overigens voor het meisje wel niet zo prettig zou zijn." Deze laat ste opmerking veroorzaakte een geweldi ge hilariteit op de afgeladen publieke tri bune. Vervolgens las de heer Nuyens een ver slag voor uit een Duitse krant, waarin het optreden van mr. Kwint werd veroor- - deeld. Mevrouw G. E. Heykoop (V.V.D.) had tranen in haar ogen, nadat zij burgemees ter Kwint op zijn onjuiste optreden had gewezen en tot slot uitriep: „Noblesse oblige." De heer J. van Os van den Abelen (P. v. d. A.) vond het incident hoogst betreu renswaardig en sprak er slechts met in tense afkeer over. Het schijnt, meende hii, dat de burgemeester ondanks het feit, dat hij geen Duits wenst te spreken, er niet tegen opziet in het Duits te corresponde ren, gezien de voorbereidende brief, die naar B ergisch-Gladbach yverd gestuurd en door hem werd ondertekend. Hij achtte de houding van de burgemeester ook scha delijk en beledigend voor Velsen en zijn bevolking. Over de herbenoeming van de burgemeester zei hij: „Nu kunt u Velsen weer vijf jaar in opspraak brengen." Hierna kwamen de fractievoorzitters van de overige partijen aan het woord. De heer H. J. Lips (A.R.): „Ik adviseer u spijt te betonen en uw houding voor de toekomst te bepalen. Denkt u ook eens aan het spreekwoord: Het is een vriend, die mij mijn feilen toont." De heer Den Hollander (C.P.N.): „Wij voelen er alles voor om het betoog van de heer Nuyens te ondersteunen." Burgemeester Kwint verklaarde hierna met omhaal van woorden, dat het niet in zijn bedoeling had gelegen de buiten landse gasten te beledigen. Felle veront waardiging verwekte hij echter bij de raad met de opmerking, dat het hem goed had gedaan duizenden telegrammen en brieven te ontvangen, waarin hem sym pathie werd betuigd met zijn houding. Dit is voor mij als een verkwikkende regen op een dorstig land." „Had u over dat laatste nu maar ge zwegen," zo interrumpeerde de heer Nuy ens. „Ik acht dit biizonder beledigend Is dit soms een soort zelfverheerlijking." riep hij uit. „Ik geloof, dat de tijd is gekomen om in beraad te gaan. U kunt nu beter uw ambtsketen afleggen." De heer Van Os van den Abelen achtte het ook niet te pas komen voor een bur gemeester om over zijn fanmail te spre ken, waarna mevrouw Heykoop (nu fel verontwaardigd) uitriep; "„Qui s'excuse s'accuse." Mr. Kwint: „Ik heb geworsteld met het idee hoe ik hier nu ui't kan komen," wel ke uitlating weer de nodige hilariteit zo wel bij het publiek als bij de raadsleden verwekte. De heer Nuyens: „Het lijkt nu wel of wij door blindheid worden geslagen." Hierna werd de vergadering geschorst. De motie, welke tgnslotte werd aangeno men luidde: De raad van Velsen, in vergadering bijeen op 12 augustus, spreekt zijn spijt uit over de houding van de bur gemeester tijdens de recente officiële ontvangst van een aantal Duitse en Engelse jongeren ten stadhuize en tü- dens de raadszitting van heden. De raad draagt het College van B. en V op het leedwezen van de raad van Velsen over dit gebeuren kenbaar te maken aan het gemeentebestuur van Bergisch-Gladbaeh. Van 10 lot 14 september organiseer het Internationaal Bureau voor het Ka tholiek Onderwijs te Rome een internatio naal convres. Als algemeen thema daar voor is gekozen: „De aard en de taak van de katholieke school en zjjn aar zigheid in de werkelijkheden van de mo derne wereld" Mgr. B. J. Alfrink, aartsbisschop van Utrecht, de heer M. J. H. M. Derksen. voorzitter van het dagelijks bestuur der K.O.V. en de heer M. F. Engel, voorzit ter van het voorbereidend comité tot op richting van een nationaal katholieke ou derraad, vertegenwoordigen Nederland in het internationaal erecomité, dat onder voorzitterschap staat van kardinaal Giu seppe Pizzardo, prefekt van de H. Con gregatie van seminaries en universiteiten. Mgr. F. op de Coul, voorzitter van het internationaal bureau voor katholiek on derwijs en directeur van het r-k Cen traal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding is lid van het plaatselijk comité dat is belast met de organisatie van het congres Donderdagmorgen 11 september zal de paus de congressisten in zijn zomerv»- blijft te Castelgandolfo in audiëntie ont vangen. (K.N.P.) Tegen de 36-jarige boekhouder-kassier G. J. A. H. uit Nederhorst den Berg, die in de afgelopen acht jaar volgens eigen aan gifte bijna f 100.000 verduisterde, heeft de officier van Justitie bij de rechtbank te Amsterdam gisteren 3 jaar met aftrek geëist. De verdachte, die nog een blanco strafblad heeft, zei ter zitting, dat zijn ge weten hem gedurende het laatste halfjaar van 1957 zo was gaan kwellen, dat hij be sloten had een streep onder zijn knoeie rijen te zetten. Hij had zich begin van dit jaar vrijwillig bij de politie gemeld. In 1946 zette hij in Nederhorst den Berg een eigen administratiekantoor op en in 1950 kreeg hij het agentschap van de Cen trale Volksbank te Utrecht. De verduister de gelden komen deze bank toe. Verdach te zette ter zitting uiteen, dat hij dikwijls inleggelden van spaarders wel op de spaar bankboekjes vermeldde, doch de ontvan gen bedragen niet inschreef op de voor de bank bestemde dagstaten. spaarbankboekjes aan de eigenaars uit keren en had hij niet voldoende geld in kas, dan vroeg hij extra kasgeld aan. waar voor hij zonodig vervalste kwitanties inle verde. „Ik kon het systeem van het ene gat stoppen met het andere jarenlang vol houden", zei hij ter zitting. „Ik zat niet in de knel. maar mijn geweten zat in de knel. Alleen daarom heb ik mij aange geven. Ik ben thans dankbaar, dat ik daarvoor de moed heb weten op te bren gen." Voor zover ter zitting bleek, had hij geen of zeer weinig kleine spaarders benadeeld. Bovendien heeft de bank alle schulden aan de spaarders, zoals die uit de spaarbank boekjes blijken, erkend. De controle op de boekjes was achter. Eerst dit jaar zouden de boekjes over het jaar 1956 worden ge controleerd. De officier van Justitie zei dat verdachte tijdens het vooronderzoek alle mogelijke medewerking heeft gegeven om de zaak volledig tot klaarheid te brengen. Hii heeft de verduisterde gelden in Amsterdam op vrolijke avondjes en met buitenlandse reizen opgemaakt. Hij zei vast van plan te zijn de bank gedurende zijn verdere le ven alles terug te betalen. Uitspraak 26 augustus,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 3