Films maken en films verkonen witte doek Laatste treinthriller van Hitchcock onze kerken Nieuwe versie van „THE 39 STEPS" Waarom de fanfare wel Aktualiteiten van Johan Fabricius 'Propaedeutïsche" scholing voor Dersonen met aanleg en talent We moeten met onze tijd meegaan ook voor Kenneth More in de rol van Robert Donat en de toneelclub niet vals mag spelen Duistere erfenis der voorouders Nora Talmadge Radiomusici contra omroeporganisaties Met z'n allen achter de fanfare aan ARTISTIEKE Gevoelsnuancering Suggestief Hans Roest ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1958 PAGINA 5 liet 10 miljoen gulden na Na 30 september geen losse iverkzaamheden meer tn vUtl, Laatst werd ons de vraag gesteld, waarom een fanfare wel en een toneelclub niet vals mag spelen. Natuurlijk mag een fanfare evenmin vals spelen als een toneelclub. Maar het is waar, men knijpt graag een oogje dicht als een fanfare vals speelt, vooral als het een dorps- of buurtfanfare betreft. Men lacht er zelfs eens wat vergoeilijkend om en redeneert; „Och het zijn toch maar amateurs; als we maar gezelligheid hebben". Maar onze toneelclubs bestaan evengoed uit amateurs en verzorgen een deel van de vrijetijdsbesteding, net eender als het fanfarekorps. Maar als een toneelclub vals speelt, staat meteen de hele kunstredactie van een krant op zijn kop en als de fantare vals speelt, schrijft men eenvoudig, dat de fanfare de avond opluisterde met een paar pittige marsen, verder nooit of bijna nooit de minste kritiek. Hans "van Bergen Louise Wijngaarden Michaël Sweerts Union des amis du bel canto Residentie Orkest In zijn voorlaatste roman „Luie stoel" heeft Johan Fabricius verteld, hoe een „Indische jongen", die de voor hem karakteristieke naam Boem draagt, niet tegen het leven opgewassen is en in het toenmalige Ned. Indië ten onder gaat. Fabricius' nieuwe boek Schimmenspel" (Uitg. H. P. Leopold, Den Haag), is wederom een Indische roman, al speelt hij zich voor het grootste deel af in Nederland. Ook in dit boek wordt de ondergang van een man beschreven van de eens beroemde kraton-danser Kaden Mas Koesoemo. De kern van dit nieuwe hoek verschilt echter in twee opzichten van de wezenlijke in houd van het eerste. De beide hoofdpersonen dragen in zich een erfenis van vele geslachten; doch resulteert deze erfenis voor Boem in geestelijke en lichamelijke degeneratie, Koesoemo legt zijn trots en geslotenheid op. De daden van de een zowel als die van de ander worden bepaald door onberedeneerde aan driften, opstijgend uit het duistere bloed van vele generaties. Beiden zijn even tragisch de een in zijn (voor een deel ver meende) inferioriteit, de ander in zijn (eveneens opgeschroefd) gevoel van meerderwaardigheid. WERELDNIEUWS (Van onze filmredacteur) jl'^t Nederlandse Filminstituut zal, zo- j feeds gemeld, met steun van de Ne- fanflse Bioscoop-Bond en met mede- i fking van vele personen uit het film- L rÜf de volgende maand een begin ma- 'la" me' de uitvoering van reeds lang be- t i*bde plannen voor een Nederlandse jfcppleiding. Voor de leergangen „Sce- j, f'° en draaiboek" en „Filmhandel", die tu, ."ktober zullen beginnen en die een jarige cursus van telkens twintig we- j, 1 omvatten, is intussen de voorlopige ospectus verschenen. 0 *>et is de initiatiefnemers vooral te doen tj?1 een opleiding tot die functies in het Ij hl- en bioscoopwezen, waarbij het aan- J>»»t op een gedegen kennis en een ont- ffkelde begaafdheid op het gebied van jj' maken van films enerzijds en op het v'Odeldrijven met films anderzijds. Het v°Uedige ontwerp voor deze vakopleiding s"0rzict dan ook in leergangen voor: 1. J^nario en draaiboek, 2. Camera en K®ntage, 3. Produktie en regie. 4. Labo- ^'orium en Geluidstechniek en 5. Film- L^hdel (bioscoopexploitatie en filmver- "Or), Aangezien deze opzet om verschillende ^enen niet ineens in zijn geheel kan j °tden verwezenlijkt, zal in het eerste alleen worden begonnen met de twee C het voorlopige prospectus genoemde y®rgangen. Geleidelijk zullen de overige /delingen hieraan worden toegevoegd, zo- 1 ®J. binnen enkele jaren de opleiding vo'l- dig zal zijn. Ue ontworpen leergangen willen voorzien een ..propaedentische" scholing, die er "f is gericht, een zodanige basiskennis «h het filmvak te verschaffen, dat per ken met voldoende aanleg en talent er stevig fundament in hebben voor een ü«cesvolle loopbaan. „°e lessen zullen overdag worden ge- *®Ven en wel van maandagochtend tot ,h met woensdagmiddag. Van de cursis- ..«h Wordt verwacht, dat ze gedurende de J51 van de week bepaalde films gaan <i,eh en analyseren en dat ze door de 'tenten opgegeven werkstukken zullen ^vaardigen, die later in de lessen wor- besproken. Victor Beaumont verliet het onderwijs acteur te worden. In de Pinewood- Udio's. waar hij meespeelde in de film 'ön Shuare peg", is hij thans opnieuw "derwijzer geworden en zijn leerling ?5S de komiek Norman Wisdom. In de j!'m moet Wisdom een paar woorden jhits spreken en dus werd Beaumont, le de rol van een Duitse officier speelt, |erekruteerd om hem les te geven, ^«aumont heeft namelijk tien jaar Rieden Duits onderwezen, voordat hij gM krijtje in de klas verwisselde voor de 3^06f»vc-f iff tran Ho c+nHin Na de paasvakantie kunnen de cursis ten gedurende 17 weken in een of meer filmbedrijven stage lopen. In deze tijd kunnen zij werken aan de voorbereiding van -een schriftelijk werkstuk, dat op 1 september gereed moet zijn en dat mede bepalend is voor de toelating tot het tweede leerjaar. Behalve met dit schrif telijke werkstuk wordt het eerste jaar afgesloten met een mondelingexamen, het tweede jaar door een mondeling en schriftelijk eindexamen. Slaagt de cur sist daarvoor, dan ontvangt hij een diplo ma, dat bij de toekomstige werkgevers in het filmbedrijf een goede introductie zal vormen bij een sollicitatie Het cursusgeld voor beide leergangen bedraagt 175 per studiejaar van 20 weken. Voor verdere bijzonderheden kan men zich wenden tot het Nederlands Filminstituut, Nieuwe Doelenstraat 6-8, Amsterdam. Vijfenveertig detectives met getrokkenpaar rode zeemeeuwen nodig. Het plan revolvers mengden zich verleden week zaterdag tegen het middaguur onder de reizigers op het Lasalle-station in Chica go, toen de Twentieth Century Limited- express uit New York binnenkwam. Hoog in de kap van 't station leidde een klei ne dikke man de jacht op een voorvluchti- ge spion. Die dikke man was Alfred Hitchcock. Hij had het beheer over het hele station overgenomen voor zijn film „North by Northwest", zijn laatste thriller, die zich in een trein afspeelt. „Het is mijn aller laatste", aldus Hitchcock. „Het breekt mijn hart, de trein als rekwisiet te ver liezen, maar we moeten met onze tijd meegaan". De filmgroep, die op het Hebrideneiland Barra opnamen heeft gemaakt voor de komedie „Rockets Gallore" is met een prachtig verhaal in de Pinewood-studio's teruggekeerd. Voor een scène op Barra hadden ze een was, er een paar te vangen en ze rood te verven. Eén van de slimme eilandbe woners laten we hem Mac noemen bood zich aan om voor een paar meeuwen te zorgen. Maar daar zou hij een fles whisky en een zak havermout voor nodig hebben. Zijn plan was doodeenvoudig. Hij zou de hoogste berg van Barra beklim men. de havermout in de whisky drenken, de havermout op de berghelling uitstrooien en dan rustig afwachten. De meeuwen zouden de havermout opeten, boven hun theewater pardon, zee water raken en zich zonder moeite laten vangen. Een lumineus idee. De assistent producent zorgde voor whisky en haver mout en wachtte. Er gebeurde niets geen meeuwen. Ettelijke uren later werd Mac op de berghelling gevonden. Hij lag op zijn rug in het zonnetje en zong dat het een lieve lust was. De fles was leeg, maar er viel nergens een meeuw te be speuren. Een minder ingenieuze methode van meeuwen vangen leverde later het gewenste resultaat op. De radiomusici die georganiseerd zijn in de Nederlandse Toonkunste- naarsbond hebben, op een speciaal be legde spoedbijeenko'mst besloten nóch voor de Nederlandse Radio Unie nóch voor een van de omroeporganisaties in welke vorm ook nog zogenaamde losse werkzaamheden te verrichten. Dit besluit wordt met ingang van 1 oktober van kracht. Het heeft niet al leen betrekking op radiomusici, die in vaste dienst zijn en bijverdiensten ge nieten, maar ook op de losse medewer kers, die incidenteel optreden en daar in hun bestaan moeten vinden. De radiomusici beweren, dat de NRU en de omroepverenigingen zich niet houden aan de afspraken, die zijn ge maakt tussen commissarissen van de NRU en een vertegenwoordiging van de Nederlandse Toonkunstenaarsbond inzake de honoraria, die voor losse me dewerking werden vastgesteld. Deze vaststelling geschiedde op 29 novem ber 1957. De radiomusici hebben geen bezwaar tegen het bedrag der honoraria, maar wel tegen het feit, dat de NRU-verte- genwoordigers nieuwe regelingen zou den hebben getroffen na de eerder overeengekomen afspraak. Voorheen, aldus de musici, stond de periode, waarin de losse werkzaamhe den werden verricht vast. Volgens de nieuwe regeling is de werkperiode op losse schroeven komen te staan en hier mede kan men zich niet akkoord ver klaren. Het besluit van de radiomusici kan van grote invloed zijn op de verschil lende winterprogramma's der omroep verenigingen, die half oktober begin nen. Muziekauteursrecht In aansluiting op ons artikel over muziekauteursrecht van kerk muziek ontlenen wij hierbij enkele gegevens aan een Memoran. dum dat door liet Bureau voor Muziekauteursrecht te Amsterdam aan de kerkelijke overheid is toe gezonden geworden. Na de betekenis van het auteurs recht in het algemeen als besoher. ming van geestelijk eigendom van muziekseheppers te hebben uiteen gezet, vervolgt het memorandum in de volgende behartenswaardige ter- „Uiteraard zijn bij Buma mede aangesloten kunstenaars, die de hun geschonken creatieve vermogens voor een deel in dienst der Kerk heb ben gesteld". Reeds geruime tijd heb ben deze Buma-aangeslotenen de di rectie gewezen op het feit, dat wan neer hun muziek wordt gebezigd in liturgische diensten, dit geschiedt zon der dat hieruit voor hen inkomsten worden verkregen; zij achten dit, be halve een onrechtvaardigheid te hun nen opzichte, tevens een feit, dat in druist tegen de belangen van de Kerk zelf, omdat hierdoor een verantwoor de vernieuwing van voor de liturgi sche diensten noodzakelijke en ge schikte muziek wordt belemmerd. De directie van Buma, de juistheid van dit standpunt erkennend, heeft po gingen aangewend, om de kerkelijke De Britse regisseur Ralph Thomas de televisiekijkers hebben van de week zijn film „The Clouded Yellow" (Minderja rig meisje vermist") 0p hun scherm kun nen zien maakt voor de Rank Or ganisatie een nieuwe filmversie van John Buchan's „The Thirty-nine steps". Ken- «êrstift van de studio, de film voert hij het bevel over het q, ^Peloton, dat Wisdom wegens spionage n®' terechtstellen. 'sande op een wagen met zijn handen h?,de rug gebonden en een strop om zijn ■Js voor de grote scène in de film i„he Hanging Tree" verbrak Gary Cooper spanning, toen hij plotseling opmerkte: hoop maar niet, dat er nu iemand °r de lunch belt". Rarl Malden, die in deze film met Coo- r en Maria Schell de hoofdrollen speelt, ®eft regisseur Delmer Daves moeten «bi (Jftv. r1 opgenomen, i Nalden, een der meest veelzijdige ac- 2„yrs in Hollywood, werd door Daves g 11 voor deze taak uitgekozen en Cooper j/J Schell gingen er onmiddellijk mee ak- 5 Qrd. Overigens is Malden, die een Os- kreeg voor zijn spel in de film „A de ifvangen, toen deze ziek werd en ter Servatie in het ziekenhuis moest wor- leetcar named Desire" geen vreemde- °P het gebied van de regie. Behal- dat hij op Broadway als toneelregis- :.rl'r is opgetreden, heeft hij ook de film f 'jPe Limit" met Richard Widmark ge bisseerd. (.-Norma Talmadge, een der sterren uit 1,® Periode van de stomme film, bezat bij overlijden een vermogen van meer (L® tien miljoen gulden, waarschijnlijk f;,1 hoogste bedrag, dat ooit door een t hister is nagelaten met Douglas Fair ies senior op de tweede plaats met 7V* hjoen gulden, ij^orma Talmadge is altijd een bijzon- verstandige en nuchtere vrouw ge- ^«st. Hoe stormachtig haar loopbaan ook gSe geweest zijn, ze was bijzonder ge wast en ze heeft haar geld uitstekend L'®n te beleggen. Het verstandigste van was echter, dat ze ophield met voor nrman Wisdom als milicien in de film „The Square Peg f' op te treden, toen het geluid zijn bs ®de deed in de wereld van de cinema- ?Wi atie, in tegenstelling tot vele van haar Oh «ga's, die hun vermogens verloren hün pogingen om zich te handhaven. lichtte ze haar standpunt indertijd W?s toe: „Al die filmsterren, die hun 'W Verliezen met speculaties en die zich lis !°Pen te beklagen, maken me ziek. Jl^f,in staat bent veel geld te verdie- 'lt .moet je het ook kunnen behouden. ^rlf.lnd, dat filmsterren, die vermogens «"lianen, wettelijk moesten worden ver sie* .hun §eld in beleggingsmaatschap pij te steken", lit J?0® Talmadge zelf heeft volgens ?«ee7?vies geleefd, tot ze verleden jaar irjtai op 60-jarige leeftijd al» mll- lre stierf. „Met z'n allen achter de fanfare aan". En we zien het al voor ons bij feestelijke gelegenheden in een dorp. Het is kermis of om een bijzondere gelegenheid ver lichtingsavond. Jong en oud zijn hun huis ontvlucht. En er is geen verschil meer tussen jong en oud. Alles hobbelt achter de muziek aan. Arm in arm. En men zingt uit volle borst, zodat men de mu ziek niet eens meer hoort. Komt het er dan wat op aan, als de muziek vals speelt? Met al die herrie is het bijna niet eens mogelijk om niet vals te spelen. Maar het dorp heeft zijn feestavond! Iedereen komt eens heerlijk los! Dank zij de mu ziek, hoe vals zij ook speelde! En een volgende keer heeft men een feestavond in een zaal. Een of andere vereniging bestaat zoveel jaar of de pas toor is jarig.Weer stromen jong e n oud hun huizen uit en komen daar in die zaal bij mekaar. Iedereen is feestelijk uit gedost. Men krijgt een speech, er wordt een cadeau aangeboden, maar het is de fanfare, die de avond maakt. Zij geeft een stel pittige marsen ten beste, die bijna niemand stil kan doen blijven zit ten. Het is de fanfare, die het feest erin brengt, die de avond tot één van die typisch gezellige dorpsavonden weet te maken, die een dorp ternauwernood kan missen, wil het niet helemaal een dood dorp zonder enige gemeenschapsband wor den. Die avonden brengen de hand in een dorp. Dergelijke avonden maken een dorp tot een gezellig dorp, waar te leven valt. Men leeft eenvoudig in sommige kleine gemeenschappen naar dergelijke avonden toe. En of nu de fanfare vals gespeeld heeft of niet, het interesseert geen mens, men heeft een reuze gezellige avond gehad. En er is geen krant, die de volgende dag durft te schrijven, dat er van de mu ziek niets, maar dan ook totaal niets deugde Maar vergeten wij niet, dat een to- neelcub in een kleine gemeenschap een zelfde taak vervult als het fanfare korps. Toch staat zij aan veel meer kritiek bloot, hoewel zij niet meer beoogt, dan ook een gezellige ontspanningsavond te brengen, die de gemeenschapsband moet versterken. Ook de avonden, die de to neelclub verzorgt, vormen meestal de hoogtepunten in 't bestaan van een dorps gemeenschap. En of men nu volgens de regels van de kunst gespeeld heeft of niet en of het spel litteraire en artistieke waarde heeft of eenvoudig een draak is, daar trekt men zich in het dorp niets van aan, als men maar genoten heeft, als het spel maar geboeid heeft. Maar de volgende dag staat er in de krant, dat het stuk en het spel waarde loos waren, eenvoudig een aanfluiting van de goede smaak en het gezond verstand En niemand in het dorp begrijpt er iets van. Hoe kan men zoiets nu schrijven! Waarom is dit nodig? Waarom gunt men e< n dergelijke kleine gemeenschap haar onschuldig vermaak niet? Waarom pro beert men zelfs het bestaan van derge lijke toneelcubs min of meer onmoge lijk te maken door al te felle kritiek? En waarom ziet men van een fanfare alles door de vingers? Of het juist is, dat men van een fanfa re alles door de vingers ziet, geloven wij niet. Vooruit laat men dan eens vals spelen, als men door het dorp marcheert met de hele goe-gemeente er achteraan. Maar waarom men geen kritiek mag le veren op de uitvoering van de fanfare in een zaal, is ons niet duidelijk. Hoogst waarschijnlijk ontbreekt het de redac ties van kleine kranten aan muziekrecen senten. Over toneel denkt men al gauw heel wat eerder te kunnen schrijven en oordelen. Maar de meest voorhanden lig gende reden lijkt ons. dat men maar al te goed het grote nut van het bestaan van een fanfarekorps in een dergelijke klei ne gemeenschap beseft, ook al wordt er honderd keer vals gespeeld. Maar een toneelclub heeft minstens een even groot bestaansrecht in een dergelijke gemeenschap, en wij durven er zelfs aan toe te voegen: ook al spelen zij honderd keer onder alle maatstaven van artistici teit! Dergelijke kleine gemeenschappen kun nen hun toneelclub eenvoudig niet missen, evenmin als hun fanfarekorps. Daarom mag de kritiek er ook nooit op gericht zijn. dat het bestaan van een club bedreigd wordt. Kritiek moet altijd uiterst voorzichtig blijven en mild met een ondertoon van grote waardering voor het werk van de club. Maar of de invloed van een fanfare korps op 't schoonheidsgevoel, op de goe de smaak en de culturele ontwikkeling van spelers en toeschouwers even groot is als die van een toneelclub, kunnen wij niet beoordelen. Een ding weten wij slechts dat de invloed van'n toneelclub zeer groot kan zijn. En daarom gaat het niet aan, om te zeggen: „Och laten ze maar wat gaan. Tenslotte zijn het maar amateurs. Als men maar plezier heeft. Het dorp heeft dergelijke avonden zo brood nodig". Inderdaad, het dorp heeft dergelijke avonden broodnodig, om het leven in dat dorp enigszins aanvaardbaar te maken, vooral gedurende de lange winteravonden. Maar toneelspelen is geen onschuldige bezigheid! Bedreig nooit 't bestaan van een club. Wees blij, dat het begin er is. Maar ziet door uw opbouwende waarderende en milde kritiek lets van de club te ma ken. Juist omdat de club zoveel voor de gemeenschap betekenen kan!. Blijft een club waardeloze rommel spe len en komt haar spel niet uit boven het gestuntel van een kind, dan doet zij er inderdaad beter aan te verdwijnen, want dan sticht zij meer kwaad dan goed, als is de gemeenschap zich daar niet van be wust. Maar ons maakt men niet wijs, dat er met iedere club toch niet wat te be ginnen valt. Als wij op de eerste plaats maar niet uit het oog verliezen, waar voor een dergelijke club eigenlijk bestaat. Voor hetzelfde doel als het fanfarekorps. En hoogstwaarschijnlijk zou het te wen sen zijn, dat het fanfarekorps ook gëre- geld aan een deskundige kritiek onderwor pen werd, maar laten wij momenteel maar vast blij zijn, dat ons werk tenmin ste aux serieux genomen wordt en dat iedereen van de grote waarden van onze vrijetijdsbesteding overtuigd is zodat men er zijn volle aandacht aan besteedt. Vroeger redeneerde men over ons werk eveneens: „och laat maar gaan, als ze maar plezier hebben". Dit heeft ons nooit goed gedaan. En wie weet, raakt men ook nog wel eens overtuigd van de invloed, die van een fanfarekorps uit kan gaan. niet alleen op de gezelligheid van een kleine gemeen schap, maar ook op haar schoonheidsge voel. neth More speelt de rol van Richard Han- nay, die werd vertolkt door wijlen Ro bert Donat, toen Alfred Hitchcock 23 jaar geleden zijn versie van het beroemde avonturenverhaal maakte. Een groot deel van het' verhaal zal in Schotland worden opgenomen. Enkele van de beste scènes in de oude film waren, zoals sommigen zich wellicht nog zul len herinneren, het politieonderzoek in de Schotse sneltrein en de vlucht van Han- nay tussen de stalen binten van de brug over de Forth, waarbij niet alleen de rotsen en watervallen van de Schotse hooglanden, maar ook de stilte van de heuvelen zo'n belangrijke rol speelde. Da me Peggy Ashcroft was toen de roman tische vrouw van het gierige keuter boertje (John Laurie) Godfrey Tearle was de voornaamste spion en Frank Celier de zelfingenomen sheriff. „The White Rajah". een dioor de Ranee van Sarawak geschreven en door Cas- sell in Londen gepubliceerd boek, zal on- autoriteiten in Nederland te overtui gen van de noodzaak ten deze tot een regeling te komen. Zuiver auteursrechtelijk bezien, le vert de onderwerpelijke aangelegen heid generlei moeilijkheden op. Het is buiten kijf. dat men bij het ten gehore doen brengen van muziek ge durende de liturgische diensten te maken heeft met een openbare uitvoe ring in auteursrechtelijke zin, waar voor toestemming op door, of na mens de componist te stellen voor waarden wettelijk vereist is. Bij het eerste contact nu weer reeds ettelijke jaren geleden dat Buma omtrent deze aangelegenheid met enkele vooraanstaande kerkelij ke autoriteiten heeft mogen hebben, werd gewezen op het bestaan van een Instructie met betrekking tot de uit voering van geheiligde muziek in de kerk, opgenomen in de Acta Apostoli- cae Sedis. Er heeft omtrent de bedoeling en draagwijdte van deze instructie veel misverstand bestaan; het is daarom goed hieromtrent enkele opmerkin gen te maken. In de eerste plaats is het wel dui delijk, dat het recht van de compo nist om te verlangen dat voor het ge bruik van zijn muziek in de liturgi sche dienst toestemming wordt ge vraagd, niet .wordt bestreden of aan getast. De H. Stoel heeft alleen de bisschoppen de bevoegdheid willen ge ven omtrent het gebruik van meer stemmige kerkmuziek in de litur gie zekere bepaling te maken o.m. hierin bestaande dat alleen muziek mag worden gebruikt, waartoe de makers (of rechtverkrijgenden) hun toestemming gratis hebben verleend indien dit noodzakelijk zou blijken ter vermijding van controversen die het decorum in het Huis des Heren zouden kunnen aantasten. Deze in structie belet de bisschoppen bepaal delijk niet om de componisten van kerkmuziek voor het gebruik van hun creaties bij de liturgische diensten wèl te honoreren, indien zij dit juist en rechtvaardig achten, b.v. op grond van overwegingen ontleend aan de moraal-theologie, het natuurrecht, de normale menselijke rechtvaardigheid e.t.q. Vele vooraanstaande katho lieke moralisten noemen het betalen van auteursrechten een eis van so ciale rechtvaardigheid. Dat er in de r.-k. Kerk geen sprake is van een gebod om alleen gratis ter beschik king gestelde muziek gedurende de liturgie uit te voeren, blijkt toch wel duidelijk uit het feit, dat er tal van landen zijn alwaar inderdaad een re geling omtrent het liturgisch gebruik van muziek is tot stand gekomen tus sen de Kerk enerzijds en de nationale auteursrechtorganisatie anderzijds. De geest waarin de bisschoppen (in voornoemde landen) het onder werpelijke vraagstuk: benaderen wordt in hoge mate bepaald door de inzichten die de H. Vader zelf heeft neergelegd in het rondschrijven „Musi- cae sacrae Disciplinae", dat op 25 december 1955 te Rome het licht zag. Illustratief is ten deze de recente ontwikkeling in Duitsland. Buma's Memorandum gaat verder hier op in, memoreert ook de dis cussies en referaten van de studie dagen der Ned'. St -Gregoriusver- eniging te Culemborg in de maand april 1957 gehouden en besluit met een aanhangsel over de recente ont wikkeling in Duitsland met de vol gende bewoordingen: „lm Auftrage von Exzellenz Dr. Kempf, Bischof von Limburg, teile ich Ihnen mit, dass die Fuldauer Bischofkonferenz 1955 für Musikdar- bietungen im Gottesdienst DM 10.000 bewilligt hat. Einzelheiten über den Verteilungsmodus werden noch mit- geteilt." MARIUS MONNIKENDAM der produktieleiding van Milton Sper ling worden verfilmd. Het ware avontu renverhaal speelt zich af in Indonesië en Sperling is van plan de film in de loop van het volgende jaar ter plaatse op te nemen. Het scenario voor de film, die in tech- nirama en kleuren zal worden gefoto grafeerd, wordt geschreven door John Twist. Zodra Nadia Gray een paar dagen niet hoeft te filmen, pakt ze haar koffer, stapt op de luchthaven van Londen in een vliegtuig en reist naar het zuiden. „Ik ben zo dol op de zon", zegt Na- dia, die men zal zien in de Britse film „The Captain's Table" en ik vind het Britse weer erg donker en nat. Gedurende de afgelopen zes jaren is Nadia, die in Roemenië werd geboren, in meer dan twintig Franse en Italiaanse films opgetreden. Ze heeft haar domici lie in Parijs, maar reist in één jaar meer door het continent dan de meeste mensen in hun hele leven. De ene week zit ze in Kenneth More speelt in de nieuwe het zuiden van Frankrijk, de week daar- °P in Italië en nog een week later op Ca- filmversie van „1 he 39 Steps de rol pri. Richard Mannay. die »roee,r i, u*.tfVttffSLfS een koffer, maar ik zou het niet graag I anders hebben. Ik houd van reizen". tolkt door wijlen Robert Donat Mevrouw Louise Wijngaarden, eer ste violiste van het Concertgebouw te Amsterdam, zal in oktober van dit jaar veertig jaar aan dit orkest zijn verbonden. Ter gelegenheid van dit jubileum zal op 17 oktober a.s. een concert worden gegeven in de kleine zaal van het Concertgebouw te Am sterdam, waaraan een aantal van baar leerlingen en oud-leerlingen medewerking zal verlenen. Louise Wijngaarden zelf zal wer ken uitvoeren van Bach, Gabrieli, Tartini, Pijper en Nin. Het Rijksmuseum te Amsterdam heeft een tiental schilderijen van M. Sweerts in bruikleen verstrekt aan het museum Boymans in Rotterdam en het Palazzo Venezia te Rome, ten behoeve van een tentoonstelling ge wijd aan Michaël Sweerts. Deze ten toonstelling wordt in Rotterdam ge houden van 4 oktober tot 23 novem ber en in Rome van 6 december 1958 tot 1 februari 1959. De Union Internationale des amis du bel canto zal in het seizoen 1958 1959 vier concerten in Den Haag geven onder de titel .Hoogtepunten der Zangkunst". Dinsdagavond 7 oktober wordt het seizoen in Diligentia geopend met het optreden van de alt Aafje Heynis. In november zal de tenor Lode Devos zich laten horen, begeleid door het instrumentaal ensemble „Musica Po- lyphonica". In februari verschijnt op het po dium de Spaanse Sopraan Consueio Rubio, terwijl het seizoen wordt be sloten met een optreden van de tenor Josef Traxel. Te Oslo is bekend gemaakt dat het Residentie Orkest is uitgenodigd deel te nemen aan het muziekfestival, dat volgend jaar in de Noorse stad Ber gen wordt gehouden. Het orkest zal dan twee concerten geven. NIEUWE INDISCHE ROHAN Een tweede verschil tussen de beide ro mans is, dat Boem, trager en platvoerser geest dan de danser, zijn ondergang vol- tooit door evenmin als het leven de dood zonder danstalent en in korte tijd is hij .v gesprek met de in zijn jongensgedachten verheerlijkte en vereerde vader leert Wid- jojo voor het eerst de haat kennen die de stervende zijn moeder toedraagt. Weder om voelt de jongen zich geslingerd tussen twee werelden. Schimmen idat zijn zij voor elkaar geweest. Zijn enige redding ziet de jongen in het zich ondanks alles vastklampen aan de droom. Johan Fabricius heeft van Koesoemo geen prototype, doch een levend mens ge maakt; een persoonlijkheid voor wie men beurtelings bewondering en afkeer gevoelt, die men benijdt of beklaagt en die men aan het eind van het boek niet na der is gekomen, omdat onbekende mach ten in hem leefden. Dat de schrijver is doorgedrongen in de fijnste nuancering der gevoelens en toch het waas van onver klaarbaarheid en geheimzinnigheid over dit leven heeft weten te bewaren, heeft mij buitengewoon geboeid. „Schimmen spel" is een sterk boek, dat de lezer nog lang bezig houdt. nuanceringen te gebruiken als de kleine kleurige steentjes welke tenslotte het beeld van een mozaïek vormen. De gevoelswereld in Raden Mas Koesoe mo is bijzonder gecompliceerd. Tijdens zijn studietijd in Holland ontplooit hij een bij- aan te durven, zodat hij zichzelf veroor deelt tot het voortslepen van zijn afschu welijke bestaan zonder enige hoop, terwijl Koesoemo de kracht heeft te haten en te wonden en ondanks alles in zijn zoon iets van continuïteit gevoelt. Een vergelijking verder door te trekken, lijkt me niet mogelijk. Te zeer verschil lend zijn deze twee mannen zij leven in volkomen andere werelden en kunnen begrepen noch verklaard worden. Dit pro beert de schrijver ook niet. Hij schildert hen, door de uiterst indringende gevoels- beroemd. Hij wordt verliefd op de knappe, intelligente dochter van een professor en trouwt met haar. Na een korte tijd van geluk, krijgt een vreemde, geheimzinnige drang de jonge Javaan in zijn macht. Hij sluit zich af voor zijn vrouw en weigert nog te dansen- Terwijl zijn vrouw en zoontje, Widjojo, in grote zorgen leven, wijst hij opeens en zonder aanwijsbare reden de schitterend ste aanbiedingen van de hand. Hij schijnt alleen nog voor zichzelf te leven en aan zichzelf te denken. Tenslotte gaat hij te A. ALBERTS met weinig woorden rug naar het land zijner vaderen en wordt daar hofdanser. Widjojo groeit op bij zijn moeder, van wie hij veel houdt. Maar diep in hem leeft de gedachte aan zijn vader een droom van glorie en roem. Zijn tragiek is het, dat hij tussen oost en west staat de droom is het sterkst. Vol verjvachtingen en grootse voornemens gaat hij na de oor log naar Indonesië, naar zijn vader, de drager van oude adel en cultuur.. I H(j vindt hem arm en verzwakt ster vend. Alles rondom hem is in verval, van de glorie is niets over. Tijdens het laatste I 'A- Alberts is een van de schrijvers, voor wie de herinnering aan het voormalige In dië een even overrompelende als rijke inspiratiebron is geweest. Zijn bundel verhalen „De eilanden" kwam in novem ber 1952 als een volslagen verrassing, en nu, bijna zes jaar later, kan iedereen er nog ontdekkingen in doen. Deze schrijver is een meester in de evo catie door de sugge~tie. De eilanden wor den niet aangeduid, maar zo sterk onder gaat de lezer de suggestie van korte maar zeer geladen beschrijvingen noti ties bijna dat hij zou zweren te we ten dat Alberts hem op een bepaald eiland en in een bepaalde streek heeft geplaatst. Maar weer wordt geen naam genoemd; al leen de schildering van de sfeer en in vlugge, rake trekken van het land roepen dwingend het beeld op het netvlies onzer verbeelding. De kunst der suggestie eist van de le zer medewerking. Hij moet willen „mede dichten" (Van Collem). Doet hij dit, (g\n gaat er in „De eilanden" een nieuwe, fasci nerende wereld voor hem open. Prachtige natuurbeschrijvingen vormen het decor, tegen de achtergrond waarvan de „ik" wonderlijke ontmoetingen heeft. De gesprekken zijn kort, afgebeten bij na, maar zeer gespannen van inhoud. De kern der dramatische handeling van het verhaal wordt meestal direct aan het be gin al in een gesprek aangeduid en de voornaamste ontwikkelingen worden in ge sprekken ontwikkeld. In De jacht" past de schrijver dit zeer persoonlijke en pak kende prodédé met bijzonder veel succes toe. Dit verhaal is een knap staaltje van de zeer persoonlijke verteltrant van deze merkwaardige auteur.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 5