Films maken en films verkonen
witte doek
Laatste treinthriller
van Hitchcock
onze kerken
Nieuwe versie van „THE 39 STEPS"
Waarom de fanfare wel
Aktualiteiten
van
Johan Fabricius
'Propaedeutïsche" scholing voor
Dersonen met aanleg en talent
We moeten met onze tijd meegaan
ook voor
Kenneth More in de rol van Robert Donat
en de toneelclub niet vals mag spelen
Duistere
erfenis der
voorouders
Nora Talmadge
Radiomusici contra
omroeporganisaties
Met z'n allen achter de
fanfare aan
ARTISTIEKE
Gevoelsnuancering
Suggestief
Hans Roest
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1958
PAGINA 5
liet 10 miljoen gulden na
Na 30 september geen losse
iverkzaamheden meer
tn
vUtl,
Laatst werd ons de vraag gesteld, waarom een fanfare wel en een
toneelclub niet vals mag spelen.
Natuurlijk mag een fanfare evenmin vals spelen als een toneelclub.
Maar het is waar, men knijpt graag een oogje dicht als een fanfare
vals speelt, vooral als het een dorps- of buurtfanfare betreft. Men
lacht er zelfs eens wat vergoeilijkend om en redeneert; „Och het zijn
toch maar amateurs; als we maar gezelligheid hebben".
Maar onze toneelclubs bestaan evengoed uit amateurs en verzorgen
een deel van de vrijetijdsbesteding, net eender als het fanfarekorps.
Maar als een toneelclub vals speelt, staat meteen de hele kunstredactie
van een krant op zijn kop en als de fantare vals speelt, schrijft men
eenvoudig, dat de fanfare de avond opluisterde met een paar pittige
marsen, verder nooit of bijna nooit de minste kritiek.
Hans "van Bergen
Louise Wijngaarden
Michaël Sweerts
Union des amis du bel canto
Residentie Orkest
In zijn voorlaatste roman „Luie stoel"
heeft Johan Fabricius verteld, hoe een
„Indische jongen", die de voor hem
karakteristieke naam Boem draagt, niet
tegen het leven opgewassen is en in het
toenmalige Ned. Indië ten onder gaat.
Fabricius' nieuwe boek Schimmenspel" (Uitg. H. P. Leopold,
Den Haag), is wederom een Indische roman, al speelt hij zich
voor het grootste deel af in Nederland. Ook in dit boek wordt
de ondergang van een man beschreven van de eens beroemde
kraton-danser Kaden Mas Koesoemo. De kern van dit nieuwe
hoek verschilt echter in twee opzichten van de wezenlijke in
houd van het eerste. De beide hoofdpersonen dragen in zich
een erfenis van vele geslachten; doch resulteert deze erfenis
voor Boem in geestelijke en lichamelijke degeneratie, Koesoemo
legt zijn trots en geslotenheid op. De daden van de een zowel als
die van de ander worden bepaald door onberedeneerde aan
driften, opstijgend uit het duistere bloed van vele generaties.
Beiden zijn even tragisch de een in zijn (voor een deel ver
meende) inferioriteit, de ander in zijn (eveneens opgeschroefd)
gevoel van meerderwaardigheid.
WERELDNIEUWS
(Van onze filmredacteur)
jl'^t Nederlandse Filminstituut zal, zo-
j feeds gemeld, met steun van de Ne-
fanflse Bioscoop-Bond en met mede-
i fking van vele personen uit het film-
L rÜf de volgende maand een begin ma-
'la" me' de uitvoering van reeds lang be-
t i*bde plannen voor een Nederlandse
jfcppleiding. Voor de leergangen „Sce-
j, f'° en draaiboek" en „Filmhandel", die
tu, ."ktober zullen beginnen en die een
jarige cursus van telkens twintig we-
j, 1 omvatten, is intussen de voorlopige
ospectus verschenen.
0 *>et is de initiatiefnemers vooral te doen
tj?1 een opleiding tot die functies in het
Ij hl- en bioscoopwezen, waarbij het aan-
J>»»t op een gedegen kennis en een ont-
ffkelde begaafdheid op het gebied van
jj' maken van films enerzijds en op het
v'Odeldrijven met films anderzijds. Het
v°Uedige ontwerp voor deze vakopleiding
s"0rzict dan ook in leergangen voor: 1.
J^nario en draaiboek, 2. Camera en
K®ntage, 3. Produktie en regie. 4. Labo-
^'orium en Geluidstechniek en 5. Film-
L^hdel (bioscoopexploitatie en filmver-
"Or),
Aangezien deze opzet om verschillende
^enen niet ineens in zijn geheel kan
j °tden verwezenlijkt, zal in het eerste
alleen worden begonnen met de twee
C het voorlopige prospectus genoemde
y®rgangen. Geleidelijk zullen de overige
/delingen hieraan worden toegevoegd, zo-
1 ®J. binnen enkele jaren de opleiding vo'l-
dig zal zijn.
Ue ontworpen leergangen willen voorzien
een ..propaedentische" scholing, die er
"f is gericht, een zodanige basiskennis
«h het filmvak te verschaffen, dat per
ken met voldoende aanleg en talent er
stevig fundament in hebben voor een
ü«cesvolle loopbaan.
„°e lessen zullen overdag worden ge-
*®Ven en wel van maandagochtend tot
,h met woensdagmiddag. Van de cursis-
..«h Wordt verwacht, dat ze gedurende de
J51 van de week bepaalde films gaan
<i,eh en analyseren en dat ze door de
'tenten opgegeven werkstukken zullen
^vaardigen, die later in de lessen wor-
besproken.
Victor Beaumont verliet het onderwijs
acteur te worden. In de Pinewood-
Udio's. waar hij meespeelde in de film
'ön Shuare peg", is hij thans opnieuw
"derwijzer geworden en zijn leerling
?5S de komiek Norman Wisdom. In de
j!'m moet Wisdom een paar woorden
jhits spreken en dus werd Beaumont,
le de rol van een Duitse officier speelt,
|erekruteerd om hem les te geven,
^«aumont heeft namelijk tien jaar
Rieden Duits onderwezen, voordat hij
gM krijtje in de klas verwisselde voor de
3^06f»vc-f iff tran Ho c+nHin
Na de paasvakantie kunnen de cursis
ten gedurende 17 weken in een of meer
filmbedrijven stage lopen. In deze tijd
kunnen zij werken aan de voorbereiding
van -een schriftelijk werkstuk, dat op 1
september gereed moet zijn en dat mede
bepalend is voor de toelating tot het
tweede leerjaar. Behalve met dit schrif
telijke werkstuk wordt het eerste jaar
afgesloten met een mondelingexamen,
het tweede jaar door een mondeling
en schriftelijk eindexamen. Slaagt de cur
sist daarvoor, dan ontvangt hij een diplo
ma, dat bij de toekomstige werkgevers
in het filmbedrijf een goede introductie
zal vormen bij een sollicitatie
Het cursusgeld voor beide leergangen
bedraagt 175 per studiejaar van 20
weken. Voor verdere bijzonderheden kan
men zich wenden tot het Nederlands
Filminstituut, Nieuwe Doelenstraat 6-8,
Amsterdam.
Vijfenveertig detectives met getrokkenpaar rode zeemeeuwen nodig. Het plan
revolvers mengden zich verleden week
zaterdag tegen het middaguur onder de
reizigers op het Lasalle-station in Chica
go, toen de Twentieth Century Limited-
express uit New York binnenkwam. Hoog
in de kap van 't station leidde een klei
ne dikke man de jacht op een voorvluchti-
ge spion.
Die dikke man was Alfred Hitchcock.
Hij had het beheer over het hele station
overgenomen voor zijn film „North by
Northwest", zijn laatste thriller, die zich
in een trein afspeelt. „Het is mijn aller
laatste", aldus Hitchcock. „Het breekt
mijn hart, de trein als rekwisiet te ver
liezen, maar we moeten met onze tijd
meegaan".
De filmgroep, die op het Hebrideneiland
Barra opnamen heeft gemaakt voor de
komedie „Rockets Gallore" is met een
prachtig verhaal in de Pinewood-studio's
teruggekeerd.
Voor een scène op Barra hadden ze een
was, er een paar te vangen en ze rood
te verven. Eén van de slimme eilandbe
woners laten we hem Mac noemen
bood zich aan om voor een paar meeuwen
te zorgen. Maar daar zou hij een fles
whisky en een zak havermout voor nodig
hebben. Zijn plan was doodeenvoudig. Hij
zou de hoogste berg van Barra beklim
men. de havermout in de whisky
drenken, de havermout op de berghelling
uitstrooien en dan rustig afwachten. De
meeuwen zouden de havermout opeten,
boven hun theewater pardon, zee
water raken en zich zonder moeite laten
vangen. Een lumineus idee. De assistent
producent zorgde voor whisky en haver
mout en wachtte. Er gebeurde niets
geen meeuwen. Ettelijke uren later werd
Mac op de berghelling gevonden. Hij lag
op zijn rug in het zonnetje en zong dat
het een lieve lust was. De fles was leeg,
maar er viel nergens een meeuw te be
speuren. Een minder ingenieuze methode
van meeuwen vangen leverde later het
gewenste resultaat op.
De radiomusici die georganiseerd
zijn in de Nederlandse Toonkunste-
naarsbond hebben, op een speciaal be
legde spoedbijeenko'mst besloten nóch
voor de Nederlandse Radio Unie nóch
voor een van de omroeporganisaties in
welke vorm ook nog zogenaamde losse
werkzaamheden te verrichten.
Dit besluit wordt met ingang van 1
oktober van kracht. Het heeft niet al
leen betrekking op radiomusici, die in
vaste dienst zijn en bijverdiensten ge
nieten, maar ook op de losse medewer
kers, die incidenteel optreden en daar
in hun bestaan moeten vinden.
De radiomusici beweren, dat de NRU
en de omroepverenigingen zich niet
houden aan de afspraken, die zijn ge
maakt tussen commissarissen van de
NRU en een vertegenwoordiging van
de Nederlandse Toonkunstenaarsbond
inzake de honoraria, die voor losse me
dewerking werden vastgesteld. Deze
vaststelling geschiedde op 29 novem
ber 1957.
De radiomusici hebben geen bezwaar
tegen het bedrag der honoraria, maar
wel tegen het feit, dat de NRU-verte-
genwoordigers nieuwe regelingen zou
den hebben getroffen na de eerder
overeengekomen afspraak.
Voorheen, aldus de musici, stond de
periode, waarin de losse werkzaamhe
den werden verricht vast. Volgens de
nieuwe regeling is de werkperiode op
losse schroeven komen te staan en hier
mede kan men zich niet akkoord ver
klaren.
Het besluit van de radiomusici kan
van grote invloed zijn op de verschil
lende winterprogramma's der omroep
verenigingen, die half oktober begin
nen.
Muziekauteursrecht
In aansluiting op ons artikel over
muziekauteursrecht van kerk
muziek ontlenen wij hierbij
enkele gegevens aan een Memoran.
dum dat door liet Bureau voor
Muziekauteursrecht te Amsterdam
aan de kerkelijke overheid is toe
gezonden geworden.
Na de betekenis van het auteurs
recht in het algemeen als besoher.
ming van geestelijk eigendom van
muziekseheppers te hebben uiteen
gezet, vervolgt het memorandum in
de volgende behartenswaardige ter-
„Uiteraard zijn bij Buma mede
aangesloten kunstenaars, die de hun
geschonken creatieve vermogens
voor een deel in dienst der Kerk heb
ben gesteld". Reeds geruime tijd heb
ben deze Buma-aangeslotenen de di
rectie gewezen op het feit, dat wan
neer hun muziek wordt gebezigd in
liturgische diensten, dit geschiedt zon
der dat hieruit voor hen inkomsten
worden verkregen; zij achten dit, be
halve een onrechtvaardigheid te hun
nen opzichte, tevens een feit, dat in
druist tegen de belangen van de Kerk
zelf, omdat hierdoor een verantwoor
de vernieuwing van voor de liturgi
sche diensten noodzakelijke en ge
schikte muziek wordt belemmerd. De
directie van Buma, de juistheid van
dit standpunt erkennend, heeft po
gingen aangewend, om de kerkelijke
De Britse regisseur Ralph Thomas de
televisiekijkers hebben van de week zijn
film „The Clouded Yellow" (Minderja
rig meisje vermist") 0p hun scherm kun
nen zien maakt voor de Rank Or
ganisatie een nieuwe filmversie van John
Buchan's „The Thirty-nine steps". Ken-
«êrstift van de studio,
de film voert hij het bevel over het
q, ^Peloton, dat Wisdom wegens spionage
n®' terechtstellen.
'sande op een wagen met zijn handen
h?,de rug gebonden en een strop om zijn
■Js voor de grote scène in de film
i„he Hanging Tree" verbrak Gary Cooper
spanning, toen hij plotseling opmerkte:
hoop maar niet, dat er nu iemand
°r de lunch belt".
Rarl Malden, die in deze film met Coo-
r en Maria Schell de hoofdrollen speelt,
®eft regisseur Delmer Daves moeten
«bi
(Jftv.
r1 opgenomen,
i Nalden, een der meest veelzijdige ac-
2„yrs in Hollywood, werd door Daves
g 11 voor deze taak uitgekozen en Cooper
j/J Schell gingen er onmiddellijk mee ak-
5 Qrd. Overigens is Malden, die een Os-
kreeg voor zijn spel in de film „A
de
ifvangen, toen deze ziek werd en ter
Servatie in het ziekenhuis moest wor-
leetcar named Desire" geen vreemde-
°P het gebied van de regie. Behal-
dat hij op Broadway als toneelregis-
:.rl'r is opgetreden, heeft hij ook de film
f 'jPe Limit" met Richard Widmark ge
bisseerd.
(.-Norma Talmadge, een der sterren uit
1,® Periode van de stomme film, bezat bij
overlijden een vermogen van meer
(L® tien miljoen gulden, waarschijnlijk
f;,1 hoogste bedrag, dat ooit door een
t hister is nagelaten met Douglas Fair
ies senior op de tweede plaats met 7V*
hjoen gulden,
ij^orma Talmadge is altijd een bijzon-
verstandige en nuchtere vrouw ge-
^«st. Hoe stormachtig haar loopbaan ook
gSe geweest zijn, ze was bijzonder ge
wast en ze heeft haar geld uitstekend
L'®n te beleggen. Het verstandigste van
was echter, dat ze ophield met voor
nrman Wisdom als milicien in de
film „The Square Peg
f'
op te treden, toen het geluid zijn
bs ®de deed in de wereld van de cinema-
?Wi atie, in tegenstelling tot vele van haar
Oh «ga's, die hun vermogens verloren
hün pogingen om zich te handhaven.
lichtte ze haar standpunt indertijd
W?s toe: „Al die filmsterren, die hun
'W Verliezen met speculaties en die zich
lis !°Pen te beklagen, maken me ziek.
Jl^f,in staat bent veel geld te verdie-
'lt .moet je het ook kunnen behouden.
^rlf.lnd, dat filmsterren, die vermogens
«"lianen, wettelijk moesten worden ver
sie* .hun §eld in beleggingsmaatschap
pij te steken",
lit J?0® Talmadge zelf heeft volgens
?«ee7?vies geleefd, tot ze verleden jaar
irjtai op 60-jarige leeftijd al» mll-
lre stierf.
„Met z'n allen achter de fanfare aan".
En we zien het al voor ons bij feestelijke
gelegenheden in een dorp. Het is kermis
of om een bijzondere gelegenheid ver
lichtingsavond. Jong en oud zijn hun huis
ontvlucht. En er is geen verschil meer
tussen jong en oud. Alles hobbelt achter
de muziek aan. Arm in arm. En men
zingt uit volle borst, zodat men de mu
ziek niet eens meer hoort. Komt het er
dan wat op aan, als de muziek vals speelt?
Met al die herrie is het bijna niet eens
mogelijk om niet vals te spelen. Maar
het dorp heeft zijn feestavond! Iedereen
komt eens heerlijk los! Dank zij de mu
ziek, hoe vals zij ook speelde!
En een volgende keer heeft men een
feestavond in een zaal. Een of andere
vereniging bestaat zoveel jaar of de pas
toor is jarig.Weer stromen jong e n oud
hun huizen uit en komen daar in die
zaal bij mekaar. Iedereen is feestelijk uit
gedost. Men krijgt een speech, er wordt
een cadeau aangeboden, maar het is de
fanfare, die de avond maakt. Zij geeft
een stel pittige marsen ten beste, die
bijna niemand stil kan doen blijven zit
ten. Het is de fanfare, die het feest erin
brengt, die de avond tot één van die
typisch gezellige dorpsavonden weet te
maken, die een dorp ternauwernood kan
missen, wil het niet helemaal een dood
dorp zonder enige gemeenschapsband wor
den. Die avonden brengen de hand in een
dorp. Dergelijke avonden maken een dorp
tot een gezellig dorp, waar te leven valt.
Men leeft eenvoudig in sommige kleine
gemeenschappen naar dergelijke avonden
toe.
En of nu de fanfare vals gespeeld heeft
of niet, het interesseert geen mens, men
heeft een reuze gezellige avond gehad.
En er is geen krant, die de volgende
dag durft te schrijven, dat er van de mu
ziek niets, maar dan ook totaal niets
deugde
Maar vergeten wij niet, dat een to-
neelcub in een kleine gemeenschap een
zelfde taak vervult als het fanfare
korps.
Toch staat zij aan veel meer kritiek
bloot, hoewel zij niet meer beoogt, dan
ook een gezellige ontspanningsavond te
brengen, die de gemeenschapsband moet
versterken. Ook de avonden, die de to
neelclub verzorgt, vormen meestal de
hoogtepunten in 't bestaan van een dorps
gemeenschap. En of men nu volgens de
regels van de kunst gespeeld heeft of
niet en of het spel litteraire en artistieke
waarde heeft of eenvoudig een draak is,
daar trekt men zich in het dorp niets van
aan, als men maar genoten heeft, als
het spel maar geboeid heeft.
Maar de volgende dag staat er in de
krant, dat het stuk en het spel waarde
loos waren, eenvoudig een aanfluiting van
de goede smaak en het gezond verstand
En niemand in het dorp begrijpt er iets
van. Hoe kan men zoiets nu schrijven!
Waarom is dit nodig? Waarom gunt men
e< n dergelijke kleine gemeenschap haar
onschuldig vermaak niet? Waarom pro
beert men zelfs het bestaan van derge
lijke toneelcubs min of meer onmoge
lijk te maken door al te felle kritiek? En
waarom ziet men van een fanfare alles
door de vingers?
Of het juist is, dat men van een fanfa
re alles door de vingers ziet, geloven
wij niet. Vooruit laat men dan eens vals
spelen, als men door het dorp marcheert
met de hele goe-gemeente er achteraan.
Maar waarom men geen kritiek mag le
veren op de uitvoering van de fanfare in
een zaal, is ons niet duidelijk. Hoogst
waarschijnlijk ontbreekt het de redac
ties van kleine kranten aan muziekrecen
senten. Over toneel denkt men al gauw
heel wat eerder te kunnen schrijven en
oordelen. Maar de meest voorhanden lig
gende reden lijkt ons. dat men maar al te
goed het grote nut van het bestaan van
een fanfarekorps in een dergelijke klei
ne gemeenschap beseft, ook al wordt er
honderd keer vals gespeeld.
Maar een toneelclub heeft minstens een
even groot bestaansrecht in een dergelijke
gemeenschap, en wij durven er zelfs aan
toe te voegen: ook al spelen zij honderd
keer onder alle maatstaven van artistici
teit!
Dergelijke kleine gemeenschappen kun
nen hun toneelclub eenvoudig niet missen,
evenmin als hun fanfarekorps.
Daarom mag de kritiek er ook nooit op
gericht zijn. dat het bestaan van een club
bedreigd wordt.
Kritiek moet altijd uiterst voorzichtig
blijven en mild met een ondertoon van
grote waardering voor het werk van de
club.
Maar of de invloed van een fanfare
korps op 't schoonheidsgevoel, op de goe
de smaak en de culturele ontwikkeling
van spelers en toeschouwers even groot
is als die van een toneelclub, kunnen wij
niet beoordelen. Een ding weten wij
slechts dat de invloed van'n toneelclub
zeer groot kan zijn. En daarom gaat het
niet aan, om te zeggen: „Och laten ze
maar wat gaan. Tenslotte zijn het maar
amateurs. Als men maar plezier heeft. Het
dorp heeft dergelijke avonden zo brood
nodig".
Inderdaad, het dorp heeft dergelijke
avonden broodnodig, om het leven in dat
dorp enigszins aanvaardbaar te maken,
vooral gedurende de lange winteravonden.
Maar toneelspelen is geen onschuldige
bezigheid!
Bedreig nooit 't bestaan van een club.
Wees blij, dat het begin er is. Maar ziet
door uw opbouwende waarderende en
milde kritiek lets van de club te ma
ken. Juist omdat de club zoveel voor de
gemeenschap betekenen kan!.
Blijft een club waardeloze rommel spe
len en komt haar spel niet uit boven het
gestuntel van een kind, dan doet zij er
inderdaad beter aan te verdwijnen, want
dan sticht zij meer kwaad dan goed, als is
de gemeenschap zich daar niet van be
wust. Maar ons maakt men niet wijs, dat
er met iedere club toch niet wat te be
ginnen valt. Als wij op de eerste plaats
maar niet uit het oog verliezen, waar
voor een dergelijke club eigenlijk bestaat.
Voor hetzelfde doel als het fanfarekorps.
En hoogstwaarschijnlijk zou het te wen
sen zijn, dat het fanfarekorps ook gëre-
geld aan een deskundige kritiek onderwor
pen werd, maar laten wij momenteel
maar vast blij zijn, dat ons werk tenmin
ste aux serieux genomen wordt en dat
iedereen van de grote waarden van onze
vrijetijdsbesteding overtuigd is zodat men
er zijn volle aandacht aan besteedt.
Vroeger redeneerde men over ons werk
eveneens: „och laat maar gaan, als ze
maar plezier hebben".
Dit heeft ons nooit goed gedaan. En
wie weet, raakt men ook nog wel eens
overtuigd van de invloed, die van een
fanfarekorps uit kan gaan. niet alleen
op de gezelligheid van een kleine gemeen
schap, maar ook op haar schoonheidsge
voel.
neth More speelt de rol van Richard Han-
nay, die werd vertolkt door wijlen Ro
bert Donat, toen Alfred Hitchcock 23 jaar
geleden zijn versie van het beroemde
avonturenverhaal maakte.
Een groot deel van het' verhaal zal in
Schotland worden opgenomen. Enkele van
de beste scènes in de oude film waren,
zoals sommigen zich wellicht nog zul
len herinneren, het politieonderzoek in de
Schotse sneltrein en de vlucht van Han-
nay tussen de stalen binten van de brug
over de Forth, waarbij niet alleen de
rotsen en watervallen van de Schotse
hooglanden, maar ook de stilte van de
heuvelen zo'n belangrijke rol speelde. Da
me Peggy Ashcroft was toen de roman
tische vrouw van het gierige keuter
boertje (John Laurie) Godfrey Tearle
was de voornaamste spion en Frank
Celier de zelfingenomen sheriff.
„The White Rajah". een dioor de Ranee
van Sarawak geschreven en door Cas-
sell in Londen gepubliceerd boek, zal on-
autoriteiten in Nederland te overtui
gen van de noodzaak ten deze tot een
regeling te komen.
Zuiver auteursrechtelijk bezien, le
vert de onderwerpelijke aangelegen
heid generlei moeilijkheden op. Het
is buiten kijf. dat men bij het ten
gehore doen brengen van muziek ge
durende de liturgische diensten te
maken heeft met een openbare uitvoe
ring in auteursrechtelijke zin, waar
voor toestemming op door, of na
mens de componist te stellen voor
waarden wettelijk vereist is.
Bij het eerste contact nu weer
reeds ettelijke jaren geleden dat
Buma omtrent deze aangelegenheid
met enkele vooraanstaande kerkelij
ke autoriteiten heeft mogen hebben,
werd gewezen op het bestaan van een
Instructie met betrekking tot de uit
voering van geheiligde muziek in de
kerk, opgenomen in de Acta Apostoli-
cae Sedis.
Er heeft omtrent de bedoeling en
draagwijdte van deze instructie veel
misverstand bestaan; het is daarom
goed hieromtrent enkele opmerkin
gen te maken.
In de eerste plaats is het wel dui
delijk, dat het recht van de compo
nist om te verlangen dat voor het ge
bruik van zijn muziek in de liturgi
sche dienst toestemming wordt ge
vraagd, niet .wordt bestreden of aan
getast. De H. Stoel heeft alleen de
bisschoppen de bevoegdheid willen ge
ven omtrent het gebruik van meer
stemmige kerkmuziek in de litur
gie zekere bepaling te maken o.m.
hierin bestaande dat alleen muziek
mag worden gebruikt, waartoe de
makers (of rechtverkrijgenden) hun
toestemming gratis hebben verleend
indien dit noodzakelijk zou blijken
ter vermijding van controversen die
het decorum in het Huis des Heren
zouden kunnen aantasten. Deze in
structie belet de bisschoppen bepaal
delijk niet om de componisten van
kerkmuziek voor het gebruik van hun
creaties bij de liturgische diensten
wèl te honoreren, indien zij dit juist
en rechtvaardig achten, b.v. op grond
van overwegingen ontleend aan de
moraal-theologie, het natuurrecht, de
normale menselijke rechtvaardigheid
e.t.q. Vele vooraanstaande katho
lieke moralisten noemen het betalen
van auteursrechten een eis van so
ciale rechtvaardigheid. Dat er in de
r.-k. Kerk geen sprake is van een
gebod om alleen gratis ter beschik
king gestelde muziek gedurende de
liturgie uit te voeren, blijkt toch wel
duidelijk uit het feit, dat er tal van
landen zijn alwaar inderdaad een re
geling omtrent het liturgisch gebruik
van muziek is tot stand gekomen tus
sen de Kerk enerzijds en de nationale
auteursrechtorganisatie anderzijds.
De geest waarin de bisschoppen
(in voornoemde landen) het onder
werpelijke vraagstuk: benaderen
wordt in hoge mate bepaald door de
inzichten die de H. Vader zelf heeft
neergelegd in het rondschrijven „Musi-
cae sacrae Disciplinae", dat op 25
december 1955 te Rome het licht zag.
Illustratief is ten deze de recente
ontwikkeling in Duitsland.
Buma's Memorandum gaat verder
hier op in, memoreert ook de dis
cussies en referaten van de studie
dagen der Ned'. St -Gregoriusver-
eniging te Culemborg in de maand
april 1957 gehouden en besluit met
een aanhangsel over de recente ont
wikkeling in Duitsland met de vol
gende bewoordingen:
„lm Auftrage von Exzellenz Dr.
Kempf, Bischof von Limburg, teile
ich Ihnen mit, dass die Fuldauer
Bischofkonferenz 1955 für Musikdar-
bietungen im Gottesdienst DM 10.000
bewilligt hat. Einzelheiten über den
Verteilungsmodus werden noch mit-
geteilt."
MARIUS MONNIKENDAM
der produktieleiding van Milton Sper
ling worden verfilmd. Het ware avontu
renverhaal speelt zich af in Indonesië
en Sperling is van plan de film in de
loop van het volgende jaar ter plaatse
op te nemen.
Het scenario voor de film, die in tech-
nirama en kleuren zal worden gefoto
grafeerd, wordt geschreven door John
Twist.
Zodra Nadia Gray een paar dagen niet
hoeft te filmen, pakt ze haar koffer,
stapt op de luchthaven van Londen in
een vliegtuig en reist naar het zuiden.
„Ik ben zo dol op de zon", zegt Na-
dia, die men zal zien in de Britse film
„The Captain's Table" en ik vind het
Britse weer erg donker en nat.
Gedurende de afgelopen zes jaren is
Nadia, die in Roemenië werd geboren,
in meer dan twintig Franse en Italiaanse
films opgetreden. Ze heeft haar domici
lie in Parijs, maar reist in één jaar meer
door het continent dan de meeste mensen
in hun hele leven. De ene week zit ze in
Kenneth More speelt in de nieuwe het zuiden van Frankrijk, de week daar-
°P in Italië en nog een week later op Ca-
filmversie van „1 he 39 Steps de rol pri.
Richard Mannay. die »roee,r i, u*.tfVttffSLfS
een koffer, maar ik zou het niet graag
I anders hebben. Ik houd van reizen".
tolkt door wijlen Robert Donat
Mevrouw Louise Wijngaarden, eer
ste violiste van het Concertgebouw te
Amsterdam, zal in oktober van dit
jaar veertig jaar aan dit orkest zijn
verbonden. Ter gelegenheid van dit
jubileum zal op 17 oktober a.s. een
concert worden gegeven in de kleine
zaal van het Concertgebouw te Am
sterdam, waaraan een aantal van
baar leerlingen en oud-leerlingen
medewerking zal verlenen.
Louise Wijngaarden zelf zal wer
ken uitvoeren van Bach, Gabrieli,
Tartini, Pijper en Nin.
Het Rijksmuseum te Amsterdam
heeft een tiental schilderijen van M.
Sweerts in bruikleen verstrekt aan
het museum Boymans in Rotterdam
en het Palazzo Venezia te Rome, ten
behoeve van een tentoonstelling ge
wijd aan Michaël Sweerts. Deze ten
toonstelling wordt in Rotterdam ge
houden van 4 oktober tot 23 novem
ber en in Rome van 6 december 1958
tot 1 februari 1959.
De Union Internationale des amis
du bel canto zal in het seizoen 1958
1959 vier concerten in Den Haag
geven onder de titel .Hoogtepunten
der Zangkunst".
Dinsdagavond 7 oktober wordt het
seizoen in Diligentia geopend met het
optreden van de alt Aafje Heynis. In
november zal de tenor Lode Devos
zich laten horen, begeleid door het
instrumentaal ensemble „Musica Po-
lyphonica".
In februari verschijnt op het po
dium de Spaanse Sopraan Consueio
Rubio, terwijl het seizoen wordt be
sloten met een optreden van de tenor
Josef Traxel.
Te Oslo is bekend gemaakt dat het
Residentie Orkest is uitgenodigd deel
te nemen aan het muziekfestival, dat
volgend jaar in de Noorse stad Ber
gen wordt gehouden. Het orkest zal
dan twee concerten geven.
NIEUWE INDISCHE ROHAN
Een tweede verschil tussen de beide ro
mans is, dat Boem, trager en platvoerser
geest dan de danser, zijn ondergang vol-
tooit door evenmin als het leven de dood zonder danstalent en in korte tijd is hij
.v
gesprek met de in zijn jongensgedachten
verheerlijkte en vereerde vader leert Wid-
jojo voor het eerst de haat kennen die de
stervende zijn moeder toedraagt. Weder
om voelt de jongen zich geslingerd tussen
twee werelden. Schimmen idat zijn zij
voor elkaar geweest. Zijn enige redding
ziet de jongen in het zich ondanks alles
vastklampen aan de droom.
Johan Fabricius heeft van Koesoemo
geen prototype, doch een levend mens ge
maakt; een persoonlijkheid voor wie
men beurtelings bewondering en afkeer
gevoelt, die men benijdt of beklaagt en die
men aan het eind van het boek niet na
der is gekomen, omdat onbekende mach
ten in hem leefden. Dat de schrijver is
doorgedrongen in de fijnste nuancering der
gevoelens en toch het waas van onver
klaarbaarheid en geheimzinnigheid over
dit leven heeft weten te bewaren, heeft
mij buitengewoon geboeid. „Schimmen
spel" is een sterk boek, dat de lezer nog
lang bezig houdt.
nuanceringen te gebruiken als de kleine
kleurige steentjes welke tenslotte het beeld
van een mozaïek vormen.
De gevoelswereld in Raden Mas Koesoe
mo is bijzonder gecompliceerd. Tijdens zijn
studietijd in Holland ontplooit hij een bij-
aan te durven, zodat hij zichzelf veroor
deelt tot het voortslepen van zijn afschu
welijke bestaan zonder enige hoop, terwijl
Koesoemo de kracht heeft te haten en te
wonden en ondanks alles in zijn zoon iets
van continuïteit gevoelt.
Een vergelijking verder door te trekken,
lijkt me niet mogelijk. Te zeer verschil
lend zijn deze twee mannen zij leven
in volkomen andere werelden en kunnen
begrepen noch verklaard worden. Dit pro
beert de schrijver ook niet. Hij schildert
hen, door de uiterst indringende gevoels-
beroemd. Hij wordt verliefd op de knappe,
intelligente dochter van een professor en
trouwt met haar. Na een korte tijd van
geluk, krijgt een vreemde, geheimzinnige
drang de jonge Javaan in zijn macht. Hij
sluit zich af voor zijn vrouw en weigert
nog te dansen-
Terwijl zijn vrouw en zoontje, Widjojo,
in grote zorgen leven, wijst hij opeens en
zonder aanwijsbare reden de schitterend
ste aanbiedingen van de hand. Hij schijnt
alleen nog voor zichzelf te leven en aan
zichzelf te denken. Tenslotte gaat hij te
A. ALBERTS
met weinig woorden
rug naar het land zijner vaderen en wordt
daar hofdanser.
Widjojo groeit op bij zijn moeder, van
wie hij veel houdt. Maar diep in hem leeft
de gedachte aan zijn vader een droom
van glorie en roem. Zijn tragiek is het,
dat hij tussen oost en west staat de
droom is het sterkst. Vol verjvachtingen
en grootse voornemens gaat hij na de oor
log naar Indonesië, naar zijn vader, de
drager van oude adel en cultuur..
I
H(j vindt hem arm en verzwakt ster
vend. Alles rondom hem is in verval, van
de glorie is niets over. Tijdens het laatste I
'A- Alberts is een van de schrijvers, voor
wie de herinnering aan het voormalige In
dië een even overrompelende als rijke
inspiratiebron is geweest. Zijn bundel
verhalen „De eilanden" kwam in novem
ber 1952 als een volslagen verrassing, en
nu, bijna zes jaar later, kan iedereen
er nog ontdekkingen in doen.
Deze schrijver is een meester in de evo
catie door de sugge~tie. De eilanden wor
den niet aangeduid, maar zo sterk onder
gaat de lezer de suggestie van korte
maar zeer geladen beschrijvingen noti
ties bijna dat hij zou zweren te we
ten dat Alberts hem op een bepaald eiland
en in een bepaalde streek heeft geplaatst.
Maar weer wordt geen naam genoemd; al
leen de schildering van de sfeer en in
vlugge, rake trekken van het land
roepen dwingend het beeld op het netvlies
onzer verbeelding.
De kunst der suggestie eist van de le
zer medewerking. Hij moet willen „mede
dichten" (Van Collem). Doet hij dit, (g\n
gaat er in „De eilanden" een nieuwe, fasci
nerende wereld voor hem open. Prachtige
natuurbeschrijvingen vormen het decor,
tegen de achtergrond waarvan de „ik"
wonderlijke ontmoetingen heeft.
De gesprekken zijn kort, afgebeten bij
na, maar zeer gespannen van inhoud. De
kern der dramatische handeling van het
verhaal wordt meestal direct aan het be
gin al in een gesprek aangeduid en de
voornaamste ontwikkelingen worden in ge
sprekken ontwikkeld. In De jacht" past
de schrijver dit zeer persoonlijke en pak
kende prodédé met bijzonder veel succes
toe. Dit verhaal is een knap staaltje van de
zeer persoonlijke verteltrant van deze
merkwaardige auteur.