I K 1 I Des. R. C. A., visitekaartje van een jong mode-ontwerper Nu het schooljaar begonnen is OUDERRUBRIEK VOGELTJE KOPEN TRAIT AL VERKOOPSTER IN EEN WARENHUIS, DE FRANSE VROUW ^terd moeilijk vak vol afwisseling ÜS zoals de vreemdeling haar niet kent aQ^ordt U gekweld OKTOBER 1958 Salarissen met vijf cijfers Kijkje in Amerika toaad Dat was dan ook de bedoeling, tien jaar geleden de vroegere ode-journaliste Madge Garland als Fste „mode-professor" ter wereld v.. a-r intrek nam in het grote Victo- Stokpaardje van Darwin /n Zijn voor ouders van school gaande kinderen bijzonder in teressante en boeiende boek „De schooljaren onzer kinderen", citeert professor Waterink een paar kostelijke briefjes, geschreven door ouders aan het hoofd van de school. Ik heb de letterlijke tekst niet bij de hand, maar de inhoud komt on geveer op het volgende neer. «J. C. van Lieshout zoon n.v. COMPLETE WONINGINRICHTING Roos verdwijnt met anti-roos Vraag TRAITAL 3 „Juffrouw, juffrouw! Word ik nu nog geholpen of niet? Ik sta al een hele poos te wachten". Onge duldig graait een dame in de rek ken met japonnen. Ze haalt er een uit, houdt hem voor en hangt hem slordig in het rek terug. Opleiding V oorvallen mmm Verkoopster in een groot warenhuis.... veel leren.... hard werken.... en altijd vriendelijk zijn. Meisjes, maar ook jongens, hebben hoedenm aken als hun voornaamste bijvak gekozen. IN LONDEN woont Mariana Wal- ^nberg. Zij is twintig jaar en heeft al en jaar van hard werken achter de pg in het Parijse modehuis Dior. Nu 6kijkt ze de mode van het Britse 'andpunt en als ze dat onder de knie peft blijft ze nog een tijdje in Enge rd werken. Daarna gaat zij terug ?aar Zweden (Mariana komt uit Göte- Prg) waar al een baan op haar ligt te jachten: mode-adviseuse voor een t°ot winkelbedrijf. Mariana Wallen- is niet de enige die zo een mode- j Pbaan voorbereidt. Maar wel hoor- •j ?-ij tot de tien bevoorrechten die bij 7 ^egin van haar studiejaar na een OT1 tnPPplfltfill tOt ®ar tentamen werden toegelaten tot h6 School of Fashion Design van het ?°Val College of Art, die zijn geslaag- „6tl met een soort van universitaire Vaad de wereld instuurt. Meestal zijn h et Engelse jongens en meisjes, die 'jl?ar studeren, maar dit jaar kreeg ^ariana gezelschap van de 29-jaar rjUf'e Poolse mevrouw Mirecka, die parvoor al aan een andere Londense '-'astacademie had gestudeerd. Als Vprouw Mirecka's studie helemaal jjC"ter de rug is, gaat zij terug nrar ®len. Daar hoopt zij zich als mode- itwerpster te kunnen vestigen de tien jaar dat de School cf Vshion Design nu bestaat, hebben huwelijks zeventig studenten het aht gekregen om als glorieus besluit j? hun ploeteren de letters „Des op hun visitekaartje te laten "kken. Een magische lettercombina- I? die heel wat deuren opent, want ook het bedenken van accessoires maakt deel uit van de modeweten schap. En voor de eerstejaars studen ten is het ontwerpen van schoenen zelfs verplicht, omdat niemand minder dan de bekende kunstschilder Robert Darwin, die de leiding heeft over het alles overkoepelende Royal Colleve of Art, het stokpaardje berijdt, dat een goed mode-ontwerper kijk moet heb ben op de schoen, die een bepaald kledingontwerp het best tot zijn recht laat komen. Juist de mode van het ogenblik, waarin hoge hakken de door korte rokken en een hoge taillelijn gecre- eerde lange benen nog eens extra be nadrukken, schijnt erop berekend te zijn die stelling van professor Darwin te onderstrepen. Wat overigens niet wegneemt, dat studie van kunstge schiedenis en het maken van knippa tronen een minstens even grote rol spelen. Later leren de studenten dan nog het nodige over die prozaïsche dingen als inkoop van stoffen en fa bricagetechniek, waarvan de kennis in de praktijk nu eenmaal onvermijdelijk is. Om diezelfde reden moeten zij ock bij het ontwerpen van hun eigen mo dellen telkens uitgaan van een vooraf aangegeven prijs, zoals dat in de ont werp ateliers van de confectie even eens het geval is. Gelukkig staan tegenover dat alles heel veel prettige dingen. Elk jaar or ganiseren de studenten hun eigen modeshow, waar de bekende figuren uit de mode-industrie naarstig speu ren naar nieuw talent. En op hun beurt zijn zij geregeld gasten op de modeshows van confectie en haute couture die in een stad als Londen aan de lopende band worden gehouden Tweemaal per jaar mogen de besten onder de hoede van professor Ironside zelfs mee naar Parijs, endank zij de giften en gaven uit de industrie heb ben al heel wat van deze jongelui eveneens een kijkje kunnen nemen in de Italiaanse en Amerikaanse mode huizen. Maar aan het eind van dat alles lokken toch vooral die letters. Designer Royal College of Art Ontwerper van de Koninklijke Kunstacademie. Letters, die meer omvatten dan de er kenning, dat de rechthebbende daarop wel eens een aardig ontwerpje heeft gemaakt. Zij betekenen, zoals profes sor Ironside het bij ons laatste bezoek formuleerde, „dat deze jongelui vol komen vertrouwd zijn met alle nogal ingewikkelde kanten van de mode-in dustrie. Zulke ontwerpers zijn voor iedere fabrikant goud waard W. IC. *ij staat gelijk met een universitaire j>aahse huis achter de Royal Albert (jj 't in Zuid-Kensington. De studenten h® 7-ich meldden moesten al een.be- l).?rlijke vooropleiding achter de rug bj. en- De School of Fashion Design (j 5cht ze daarna naar de top en met a(,, hiagische letters „Des. R.C.A." k ter hun naam komen zij al gauw Vjjde categorie van salarissen die met cijfers worden geschreven. Professor Janey Ironside, de echt- (JipOte van een bekend kunstschilder, leiding van deze mode-hoge- t^0 01 overnam toen Madge Garland jaar geleden door haar huwelijk beöy Ashton werd, heeft eens glorieus eerd. dat de studie voor mode- 'Werper bijna even lang duurt als rJ van arts. Toekomstige medicijn- hnen zullen dat natuurlijk onWen- V3 fnaar in de comb'natie met hun h-ichte vooropleiding komen de dJ^ners R.C.A. al een heel eind. Zij dan wel aardig kunnen teke- tje eh zo af en toe het originele idee- tijp.^'cggeven zonder hetwelk de mode Zij ^?6ven kan, het is ook een feit, dat ttjri waard zijn in de harde prak- ^an de mode-industrie als zij niet do0 volkomen alle geheimen hebben lv6rr^r°nd van dit nogal ingewikkelde Of ook al daarom, dat de School Is al uaaium, uat uc i vas, ashion Design geen korps van Wil eri eraren kent. Als men iets weten Uit Vi moet het een antwoord zijn Praktijk en alle lessen worden Vf0 0rn gegeven door mannen en ®et) Wen hie op een of andere manier vooraanstaande plaats hebben in alle^L°dewereld. Dat hoeven dan niet kledingontwerpers te zijn, want Tr?VWDiitamatt<¥k, spW. ischias, hoofd- en g fjp?n, ne«mt dan Uw toevlucht tot tuf* fai„„ hUddel dat kan baten, waar an- F,p ar gehn U dus niet langer kwellen, ktvA onclü Tog'-l. Togal zuivert de nieren "hyw/schadelijk voor hart en maag Bij drogist f 0.95, i 2.40 en f 8.88. ER ZIJN van die in gewortelde vooroordelen die nooit verdwijnen. De opinie die de vreemde lingen omtrent de Fran- gaises koesteren zijn zo ingeroest dat het haast onbegonnen werk is ze van idee te doen veran deren. De Frang'aises zijn fri vool, ze denken alleen maar aan plezier maken, zich opd. ff°n met schmink zoals een eer baar Hollands huisvader laatst verontwaardigd zei zonder er zich reken schap van te geven dat zijn bloedeigen dochter ook de attributen voor dit laatste in haar tasje meedroeg. ,,'t Zijn geen huisvrou wen," beweerde zijn vrouw, die echter nooit een stap In een Parijs appartement had gezet; „ze zijn helemaal niet naar de mode gekleed," zei de in een zakjurk ge hulde dochter. Om kort te gaan; er bleef niet veel over dat ten gunste van de Fran gaises sprak. Die menin gen weerleggen is nage noeg altijd onbegonnen werk, de meeste vreem delingen en zeer zeker de Hollanders zijn zo overtuigd van hun eigen deugd en degelijkheid, dat ze eenvoudig niet ac cepteren, dat een ander volk daar ook nog wel wat van heeft, al mani festeren de mensen het op een andere manier. EN TOCH, de Fran gaise uit de bourgeoisie heeft in huis veel meer te doen dan de Holland se die op hetzelfde maat schappelijke niveau staat. Iedere dag weer moet ze al haar bood schappen halen, twee keer per dag warm eten koken, wassen en strij ken. Dit laatste omdat de was buitenshuis en het strijken hier nu haast niet meer te be talen zijn en ze boven dien haar mooie onder goed niet aan anderen toevertrouwt. Het nylon is hier nog lang niet al gemeen en de vrouwen die 's avonds steekje na steekje zelf haar lingerie naaien zijn nog in de meerderheid. Bovendien neemt het aantal bui tenshuis werkende vrou wen in de bourgeoisie steeds toe, niet zo zeer in de provincie, maar -wel in Parijs. Ze heeft dan een dubbele taak te ver vullen, want ze begint aan het huishoudelijk werk zodra ze na haar dagtaak op bureau of anderszins thuis komt. In tegenstelling met Holland, waar de meis jes als ze trouwen in de regel haar arbeid bui tenshuis opgeven, kan de Frangaise daar maar moeilijk toe komen, ten minste als het werk ook maar enigszins interes sant' of financieel de moeite waard is. Dit geldt natuurlijk weinig voor gezinnen die zich snel uitbreiden. Daar blijft de moeder thuis tot de kinderen allen naar school gaan, maar heel dikwijls zoekt zij zich dan weer een baan. Het uithoudingsvermo gen dat die vrouwen be zitten is grenzeloos, al blijven de kinderen meestal op school tussen 12 en 2 uur, waar ze voor een klein bedrag een goede warme maaltijd kunnen krijgen en ko men ze eerst na 6 uur thuis, omdat ze onder toezicht op school een gedeelte van hun huil werk doen, toch blijft er genoeg voor haar te doen. En dat is het merkwaardige, nagenoeg geen enkele vrouw klaagt en ze legt een steeds onverflauwde be langstelling aan de dag voor al wat man en kin deren betreft. Is ze moe, dan is dit toch haast niet merkbaar, want ze stelt er een eer in het middel punt van het gezin te zijn. Een Franse vrouw is geen moeite te veel om man en kinderen te verwennen en wij, nuch tere Hollanders, vinden dat wel eens o >erdre"en en menen dat wat rust ons ook nu en dan toe- komt. HOE DE Frangaise dit klaarspeelt: zich met haar gezin te bemoeien, het huis schoon te hou den, de was te doen, bui tenshuis te v/erken, kwn geen vreemdeling be grijpen. Het vale alleen te verklaren door de vaste wil van haar hu welijk geen sleurhuwe- 'i.ik te maken Dat is misschien de ondergrond van die niet te remmen energie die ze in de eer ste twintig, dertig jaar van haar trouwen aan de dag legt. Frivoliteit en lichtzinnigheid zijn ver te zoeken, maar vou- veel vreemdelingen is een vrouw die er niet als een huissloof uitziet geen degelijke huis vrouw en zorgzame rroe- de* DINY K.—Wi Nummer één: „Geachte heer. Van Jan heb ik vernomen dat hij deze week van zijn onderwijzer geduren de de les tien minuten naast zijn bank heeft moeten staan omdat hij zijn buurman met zijn pen zou heb ben geprikt. Natuurlijk weet ik, dat mijn zoon niet volmaakt is, maar ik moet u dringend verzoeken, zijn op voeding aan mij over te laten. Wil dus zo goed zijn, de onderwijzer op dracht te geven, zich alleen met het leren van Jan te bemoeien en van zijn eventuele wangedragingen mij op de hoogte te stellen. Voor cor rectie zal worden gezorgd. Hoog achtend, enz." Nummer twee: „Geachte Heer. Van de juffrouw van Mientje kre gen mijn vrouw en ik een briefje, dat zij op school zo brutaal en eigengereid is, en of wij haar daar- over eens willen onderhouden en haar op het onbetamelijke van haar gedrag willen wijzen. Wij zijn het daar niet mee eens. Mientje is bij u op school en wij rekenen erop, dat u voor alles zorgt. Wij hebben al genoeg aan ons hoofd om nog met briefjes geplaagd te worden ook. En mijn vrouw krijgt er maar de zenuwen van. Hoogachtend, enz." Ik weet niet of de hooggeleerde voor deze briefjes een greep in zijn documentaire klapper gedaan heeft of in het. arsenaal van zijn vrucht bare fantasie. Hoe dit probleem ook ligt, in ieder geval illustreert hij hier op een niet ongeestige ma nier de twee uitersten in de hou ding, die ouders tegenover de school kunnen innemen. En hoewel de lezers van dit blad en van deze ru briek wel niet zo gauw tot een van deze uitersten zullen vervallen, kan het scherpe contrast misschien toch wel een geschikte aanleiding zijn om ons eens wat nader te verdie pen in de verhouding die er moet bestaan tussen de opvoeding thuis en de opvoeding op school. Wij zullen daarbij vooral aan dacht schenken aan wat de ouders in dezen kunnen doen. Niet natuur lijk omdat de rol van de school in dit samenspel onbelangrijk zou zijn, allerminst, maar omdat wij school mensen maar al te vaak zo heel concreet en tastbaar ervaren van hoeveel belang voor het slagen van ons werk en dus ook voor het slagen van de kinderen het is, hoe het gezin tegenover de school en het schoolleven der kinderen staat. Is er werkelijke belangstelling voor wat de school met het kind wil bereiken? Is er begrip voor wat de school verlangen en eisen moet? Is er inzicht hoe men de kinderen helpen moet, hun schoolmoeilijk- heden te overwinnen? Wat ver wacht men eigenlijk precies van de school? Wat kan men wel en wat niet van haar verlangen? Hoe kan men effectief meewerken om de schoolresultaten te bevorderen? Al lemaal factoren waarvan de school prestaties der kinderen en niet te vergeten hun vorming als mens via het onderwijs in belang rijke mate afhankelijk is. Ongetwijfeld is het waar, dat ge zin en school ieder hun eigen aard hebben en hun geheel eigen typische bijdrage aan de opvoeding leveren. Gezinsopvoeding en schoolopvoe- ding zijn elk anders gericht en ken nen hun typisch eigen aanpak. Zo gezien hebben zij elk hun eigen zelf standigheid en moeten eigen wegen gaan. Maar het is één en hetzelfde kind, dat het trefpunt is van beider bemoeiingen. Daarom is, bij alle verscheidenheid, een onderling af stemmen op elkaar noodzakelijk. Daarbij is de rol van de ouders ook hierom zo belangrijk, omdat prak tisch altijd het gezinsleven de groot ste invloed en trekkracht uitoefent, volkomen begrijpelijk en voor de hand liggend. Dit moge voldoende motivering zijn dat wij bij onze be schouwingen over het samenspel tussen ouders en school het zwaar tepunt bij de ouders zullen leggen. Wij hopen erin te zullen slagen enige voorlichting te geven, waar van uiteindelijk onze kinderen tij dens hun schooljaren het meeste zullen profiteren. En om de kinde ren is het tenslotte begonnen. E. PELOSI, S.J. toonkamers a>atkene»»erlaan 247 tel. 33846 - 34329 Es kam ein Vogel geflogen. Maar zó ging het niet bij ons. Wij moesten naar de dierenhande laar. Al weken lang hadden de kinderen voor de ruiten van de beestenwinkel gestaan. Stel je voor: een winkel waar je dieren kan kopen. In de hygiënische moderne flatwijk, waaruit we pas ver huisd waren, hadden ze die nog nooit gezien. Er kon geen boodschap gedaan wor den of er werd een kleine pelgrimage gemaakt. Met zijn allen stonden v/e dan voor de etalage, waarin kleine hondjes lagen te rollen in de hout krullen,donzige poezeballen met wijd open muiltjes zaten te gapen En zie je wel mamma, zeiden de kleine scha vuiten me meetronend naar de hoek, waar in een kooi een wemelende hoop witte muizen op draaimolentjes aan 't spelemeien waren leuk hè wel wetend hoe ik met moeite mijn griezel verborg. Iedere keer was er trouwens een verrassing: de ene dag zat er een eigenwijze papegaai, en warempel, wc troffen ook eens een aap, die er maar koud 'en bibberig uitzag. De winkel moest echter nog meer geneugten bevatten dan die we in de etalage te zien kregen. Want uit zijn binnenste diepte, die donker was als een aquarium, kwam een geluid op als uit een kwinkelerend bos op een vroege zomermorgen. Er zitten er wel duizend zei er een. En ik vraag een vogel op mijn verjaardag zei de oudste jongen. Het moest een parkiet zijn. Wist u dat je die kan leren praten? Althans uit de kinderverhalen begreep ik, dat een parkiet, mits goed aangepakt, kan wedijveren met een papegaai en de zoete tamheid van een duif kan be reiken. Als stadsmens met op het gebied van de fauna geen enkele ervaring (Advertentie) Triital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met de sterke van roos bevrijdende eigenschappen. Na 6 wekelijkse haarwassingen is de roos verdwenen. Haastig komt de verkoopster aan lopen, en vraagt waarmee ze de klant van dienst kan zijn: Mevrouw wil een jurk. Na drie kwartier passen, waarbij de verkoopster almaar nieuwe ja ponnetjes aanzeult, komt ze tot een keus. Tenminste er is een jurk bij die haar wel bevalt. Ze wil ech ter eerst nog eens verder gaan kij ken. Een paar uur later komt ze te rug en hoort dat de jurk verkocht is, waarna de verkoopster een hele boel akelige dingen te horen krijgt. Tenslotte wordt afgesproken, dat de verkoopster bij de filialen zal vra gen of de betreffende jurk nog aan wezig is. Mevrouw zal bericht thuis krijgen. Met een verontwaardigd gezicht vertrekt de dame, uitgeleide gedaan door een vriendelijk glimlachende verkoopster. Even later helpt ze weer even vriendelijk en beleefd de vol gende klant. Dit staaltje maakten wij mee op de japonnenafdeling van een groot warenhuis in Rotterdam. Wij zagen nog meer: hoe een groepje kantoor meisjes stond te graaien in de rekken vol tule cocktailjurkjes, zodat een grote scheur in het tule het resultaat was; hoe een dame zó woest in een rek mantels greep, dat er een paar op de grond gleden, die zij echter met een hooghartig gezicht door een ver koopster liet oprapen, en hoe ze daarna doorliep. Wij zagen echter ook, hoe een me vrouw, die een jurk kwam afhalen, die bijna helemaal vermaakt was, aan de verkoopster, die haar had ge holpen, een heel fijn batisten zak doekje wilde geven. En tenslotte zagen wij, hoe beleefd en opgeruimd de verkoopsters steeds weer de vaak lastige klanten hielpen. Men wordt dan ook niet zó maar verkoopster. Er zit een hele oplei ding aan vast. Voor de jonge meis jes, die graag in dit vak willen, is de vereiste vooropleiding huishoud school, nijverheids- en industrie school. In het warenhuis, waar wij ons licht opstaken, wordt aan de op leiding voor verkoopster grote aan dacht besteed. De meisjes krijgen onder hun werktijd een cursus van twee jaar. Dan leren zij verkoopkun- de, warenkennis, administratis en houdingsgymnastiek. Verder krijgen ze rekenles, taal- en spraakles. Aan het einde van die cursus moe ten zjj een examen doen. Is dat met goed gevolg afgelegd, dan worden zij aankomend verkoopster. Dan is er nog een verdere cursus, die een jaar duurt. Die cursus bestaat vooral uit oriënte ring in het bedrijf. Een aankomend verkoopster kan dan worden bevor derd tot resp. verkoopster, eerste ver koopster en cheffin van een afdeling. Bij die promoties wordt natuurlijk re kening gehouden met de leeftijd en de vakdiploma's, die in de vrije tijd ge haald kunnen worden en niet op de laatste plaats, met de persoonlijke kwaliteiten en geschiktheid. Iedere dag in een warenhuis is anders, altijd gebeurt er wel iets raars, leuks of vervelends. Daarover kan mevrouw W. de Zwart, die de zer dagen haar 25-jarige jubileum als verkoopster vierde meepra ten. Ze werkt op de japonafdeling, waar zij eerste verkoopster is met een uitgebreide kring van vaste klanten. Lachend vertelde zij een paar voor valletjes uit haar jarenlange prak tijk. Bijvoorbeeld van die moeder en dochter, van wie de laatste een jurk moest hebben. Had ze een jurk aan getrokken, dan zakte ze met een uit gestreken gezicht een stukje door de knieën. Vervolgens keek ze naar haar moeder, die dan met een even uitgestreken gezicht van nee schud de. De ene japon na de andere werd aangepast telkens met hetzelfde ceremoniëel en zonder resultaat. Tenslotte gaarde mevr. De Zwart haar moed bij elkaar en vroeg waar om die dame toch almaar door haar knieën zakte. Het antwoord„Ik speel cello en moet dat instrument tussen mijn knieën houden, en nu kijken we of de rok daarvoor wel wijd genoeg is In het oude gebouw, van het wa renhuis was de lift vlak naast de pas kamer, die met gordijnen afgesloten was. Op een goede dag zag mevrouw De Zwart hoe een struise boerin, haar nogal kleine echtgenoot en haar twee kinderen de paskamer induw de. Zelf ging ze er ook in en schoof de gordijnen netjes achter zich dicht. Toen ze er een tijdje instonden, kon mevrouw De Zwart haar nieuwsgie righeid niet langer bedwingen en ging naar binnen, waar ze verwel komd werd met de vraag: „Zeg us, juf mot je hier nog op een knopke drukken, of gaot die lift vanzelvers naar beneden?" Mevrouw De Zwart heeft haar en haar gevolg toen maar naar de echte lift geholpen-. Ko dan zo nu en dan een poes, had ik me gewoon in de situatie in te werken De toekomstige huisgenoot moest in de eerste plaats een onderdak hebben en daar onze winkel, in een streven geen branche-vervaging te bedrijven alleen maar beesten leverde, ging ik uit op een kooi. Er moeten in onze wijk veel dieren liefhebbers wonen. Vrij spoedig stuit te ik op een etalage waarin kooien van allerlei slag en afmeting waren opgesteld. Wat ik buiten echter niet had kunnen zien, hóórde ik binnen. Trillers en rollers van hoog tot laag namen de functie van de winkelbel over. Er waren hier dus ook vogels, maar geen die zo maar slordig weg en door elkaar heen een geluid uit hun keel laten rollen. Hier werden oefe ningen gemaakt! De Vogelhandier keek me een beet je laatdunkend aan, toen ik hem uit legde een kooi voor een parkiet te willen hebben. Zijn vrouw probeerde me nog van gedachten te veranderen. Neemt u toch een kanarie! Hoor eens, dat is zingen. Een parkiet, ach, die krast. Lieve hemel, het arme beest, en het moest nog leren praten ook. Zo, en dit waren kanaries. Mijn onvakkundig oog had ze niet herkend. Ik had eigen lijk door de plechtige stemming een ogenblik gedacht dat het misschien nachtegalen waren. Met de ingepakte kooi sta ik al gauw weer op straat. Bij deze kanarie-spe cialisten heb ik weinig sympathie on dervonden voor de parkiet, maar de volgende dag ga ik er een kopen in onze winkel. Een grote hond, die als een circus beest op een omgekeerde kist zit, om geschoren te worden, springt op me af. De vogels in de kooi langs de muur beginnen verschrikt te fladderen. Ik heb kennelijk een ernstige pro cedure onderbroken. Wat wenst mevrouw? Mevrouw wenst een parkiet. Een fijn beestje, zegt deze Vo- gelhandler, terwijl ik in een sombere hoek een terrarium in het oog krijg, waarin salamanders en zijn dat geen hagedissen heen en weer, schieten. Op een schotel liggen een héle hoop jonge baby-schildpadden gestapeld. Het is toch werkelijk een verrukkelij ke winkel en ik overweeg dat als ik dit thuis vertel er nieuwe verjaardags cadeaus van hier betrokken zullen moeten worden. Nadat de hond weer op zijn kist ge commandeerd was, ving de dieren- mijnheer behendig een parkiet in een doos met luchtgaten. Een mannetje, mevrouw. Kernge zond. Een stukje wittebrood, blaadje sla en parkietenzaad moeten op het dagelijks menu staan. Daar houdt hij het prima bij. En af en toe een beetje vrij rond vliegen. Anders blijft hij niet tam. Dicky hoort nu bij ons. „Vogeg, mamma," roept de tweeja rige Sandra nu als de kooi opengaat en hij rondvliegt in de kinderkamer. „Vogeg, tsjilpen," héél diep uit haar woordenvoorraad komt dat moeilijke, dat eigenlijk bij de mus uit de tuin hoorde. 's Avonds vertelt zij papa hoe ze haar handje uitstak. De vogel ging op haar vinger zitten. En wat deed hij toen? Ze steekt haar vinger in haar mond je. Vogeg deed „hap". JOHNY v. d. H ■■<8. SÉ#»; swal

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 9