Manifestatie van bloeiende
Friese literatuur
Italiaanse
Pullovers
Landelijk Oss groeit uit tot een
industriestad met wereldnaam
PeekgCloppenburg
Het probleem van lichaam en ziel
Nieuwe bundeling van
katholiek onderwijs
WYBERT
Herenmode Ti
(wlsfone
Friese Boekenweek
W. G. Quist voorgedragen
voor zilveren erepenning
5
Encyclopedie van Friesland voor mr. Linthorst Homan
Interessant, maar aanvechtbaar boek van Sausgruber
Kort i ngin-moeder
Elisabeth op de Expo
Oud-minister Kerstens
overleden
Middenstanders tonen hun aanpassings-
originefe import
vermogen
op CE '58
Schade aan visserij door
Deltawerken
ix de Romeafdeling Schone Bouwkunst
S
Cdprhe
Surinaamse bananen
naar Nederland
Bescherm Uw
keel en voorkom
verkoudheid met
DONDERDAG 9 OKTOBER 1958 PAGINA 9
f
luui1Üü4
(Van onze correspondent)
In Bolsward wordt vrijdag de zestiende
Friese boekenweek geopend, een manifes
tatie, die tot een belangrijk onderdeel van
de Friese cultuur is geworden. Het is voor
menige niet-Fries een merkwaardige ge
waarwording, dat een gewest alle eer be
wijst aan de Nederlandse boekenweek,
doch er tevens een eigen boekenweek op
nahoudt, zoals Friesland dat doet. En de
daarvan het eerste exemplaar officieel
worden aangeboden aan de commissaris
der koningin in Friesland, mr. H. P. Lint
horst Homan.
Deze encyclopedie verschijnt in het Ne
derlands (bij de Uitgeversmaatschappij
Elsevier te Amsterdam) en is geen Fries
boek in de strikte zin. Doch. dat de eer
ste encvclopedie sn een reeks over de Ne
derlandse gewesten juist aan Friesland is
outsider kan zich afvragen, waar dat voor „ewiid'wijst ophét typisch eten karak
nnH ic iin,h ,1» J JSI neI iyp'scn eigen uaiax
^•"Wn-moeder Elisabeth van Bel-
bracht een bezoek aan het Neder-
jj Se Paviljoen op de Expo. De konin-
bewondert het horstbeeld van
H.M. Koningin Juliana.
nodig is, doch de geïnteresseerde belang
stellende zal echter in de afgelopen jaren
tot de conclusie zijn gekomen, dat het al
lemaal niet zo vreemd is. en dat Friesland
niet „zomaar" een eigen boekenweek
houdt. Immers, er werden ook diverse
oorspronkelijke Friese romans in het Ne
derlands vertaald en uitgegeven en dat
zegt iets van het peil daarvan. Er zijn
dan ook terecht in de afgelopen jaren
vele stemmen verstomd, die het bestaan
van een Friese literatuur eenvoudig ont
kenden. En hoewel J.Piebenga zijn „Friis-
ke Skriftekennisse" (Studie over de Frie
se literatuur door de tijden heen) niet
voor de twijfelaars schreef en Laverman
te Drachten het boek niet uitgaf voor de
ze categorie, kan dit werk menigeen op
het goede spoor helpen.
Deze zestiende boekenweek is een ander
bewijs van de bloei van de Friese litera
tuur, die zich steeds meer ontworstelt
aan de aloude gebaande wegen en steeds
meer een eigen vorm krijgt, die de aan
dacht verdient. De vele nieuwe uitgaven,
die ieder jaar aan de markt komen (in
1900 waren het er 5, in 1956 niet minder
dan 99) vormen niet slechts een recht
vaardiging voor een Friese boekenweek,
maar maken die zelfs wenselijk. Er is een
stijgende belangstelling voor het Friese
boek waar te nemen.
De boekenweek dient om die nog te
vergroten. Deze manifestatie, die dit jaar
wordt geopend, nadat in het oude stad
huis van Bolsward de dr .Joost Halberts
maprjjs is uitgereikt, die enkele jaren ge
leden door de provincie is ingesteld voor
het beste wetenschappelijke werk over of
met betrekking tot Friesland, en dit jaar
ter van dit gewest. De encyclopedie is het
resultaat van veler activiteit, gebundeld
door de Fryske Akademy te Leeuwarden,
die al sinds 20 jaar door de bevordering
van de studie van, over en in Friesland,
een uitermate belangrijke rol speelt. On
der hoofdredactie van prof. dr. J. H. Brou
wer met een redactieraad bestaande uit
ds. J. J. Kalma. dr W. Kok en M. Wie-
gersma, is een naslagwerk van ruim ze
venhonderd pagina's ontstaan, waarin al
le facetten van Friesland terug te vin
den zijn. Talrijke deskundigen schreven
artikelen over vele onderwerpen als flora
fauna, geologie. Friese taal en letter
kunde, Fries recht, waterstaat, handel,
verkeer, kerkelijk leven en vele andere.
Gisterochtend is te Den Haag, naar
we reeds in een deei van onze vorige
editie berichtten, op 62-jarige leeftijd, na
een ziekbed van drie maanden overleden
de heer P. A. Kerstens, oud-minister van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart in het
kabinet-Gerbrandy te Londen van 8 janu
ari 1942 tot 31 mej 1944 en oud-lid van
de Eerste Kamer.
De overledene werd op 23 augustus 1896
te Ginniken (NB) geboren. Na zijn voor
bereidende opleiding koos hij aanvankelijk
de onderwijzersloopbaan, waarin hij van
1919 tot 1926 werkzaam was als leraar
aan een bijzondere handelsschool te Am
sterdam.
Reeds spoedig vertoonde hij aan
leg voor literaire en journalistieke arbeid
en hij publiceerde bijdragen in verschei
dene dagbladen en periodieken. Tijdens
zijn leraarsjaren verschenen er verschei
dene literaire studies van zijn hand.
In het najaar van 1926 vertrok de heer
Kerstens naar Nederlands-Indië, waar hij
hoofd werd van een onderwijs-instituut en
tegelijkertijd in een aantal andere scho
len onderwijs gaf. Zeven jaar later werd
de heer Kerstens hoofdredacteur van het
tijdschrif. Sociaal Leven en Streven"
Tevens werd hij ook medewerker van ons
blad.
Tot 1941 bleef de heer Kerstens voor
zitter van U hoofdbestuur van de Indische
Katholieke Partij van 1985 tot eind
1941 was hij lid van de Volksraad en
van het college van gedelegeerden als
leider van de katholieke fractie.
Na zijn ministerschap en gedurende
twee jaar. van 1944 tot 1946. de posten
te hebben bekleed van Indisch regerings
commissaris van het ministerie van Over
zeese Gebieden en van directeur
Wij zijn het er over eens, dat de
is, wat een eerste klas sigaret moet zijn
zacht, voldoening schenkend,
subliem aroma, steeds
gelijkblijvende kwaliteit.
Ik houd van het
„Silk Filter" - hij heeft ze
liever zonder mondstuk.
Gladstone mei of zonder
Silk Filter houdt de smaak
waarvan U houdt..
King Size sigaret alles
artikelen. die semen een lijvig compen-1 dëToenmaUgë
dium vormen. Deze eerste gewestelijke I Indische regering .„o.j iojk 1
encyclopedie in ons land zal dus officieel .g g' .werd hl-' In 1946 Seko"
aan de eerste burger in ons gewest wor
den overhandigd.
En intussen wordt er alweer gewerkt
aan nieuwe uitgaven. Dit alles maakt, dat
de boekenweek 1958 geen slag in de lucht
is en meer nog dan anders de aandacht
verdient.
zen tot lid van de Eerste Kamer voor
de K V.P. Hij bleef parlementslid tot 12
juli 1952.
Gedurende 1 jaar vervulde de heer
Kerstens bet hoofdredacteurschap van
het dagblad ..De Tijd". De heer Kerstens
was officier in de Orde van Oranje-
Nassau.
-j '«'CL ucu CAnuig IUL r I IColdllU, LU uil jetdr
UnOrair vail LOUrnPS:werd toegekend aan dr. H. Halbertsma
j uit Amersfoort voor diens publikaties over
Sr. Theas, bisschop van Tarbes en oudheidkundige vondsten in Friesland.
1,1 des heeft mgr. P. van Odijk te Roer- d" iaar extra glans. Niet alleen zal
1 bi] de opening van deze week de première
Rd K i I UAJ uc upexinifc vi
ti0,|r oenoemd tot chapelain honorair o'e j worden gegeven
re Dame de Lourdes. Mgr. Van Odijk Fries toneelstuk „Kugels yn dé" snie-or-
°a- gedelegeerd voorzitter van de kaao" (Kogels in de sneeuworkaan) van
van een oorspronkelijk
"«Ui.
nS Limburgse bedevaart naar Lour-
P. Terpstra en H. Groeneveld, maar bo
vendien verschijnt, juist deze week de En
cyclopedie van Friesland. Zaterdag zal
Ook voor deze fantastische
zuiver wollen pullovers
naar Pi C:
sportieve, royale
modellen, nieuwe kleuren.
Een vorstelijk bezit
Een dubbèl-waardevolle
Herenmode Tip door de
ongelooflijk lage prijs:
(Van onze verslaggever)
Oss is een van die Brabantse gemeenten
die bezig zjjn van niet al te grote half-
agrarische, balf-indnstriële dorpen uit te
groeien tot volwassen steden. Over enkele
jaren zal het aantal inwoners het dubbele
zijn van dat in 1947 en wanneer men een
wandeling maakt door dit stadje ziet men
overal gebouwen die nog in de steigers
staan of die pas gereed zjjn gekomen. Op
het ogenblik zqn de plannen klaar om
twee nieuwe woonwijken te stichten: een
voor zevenduizend en een voor zeventien
duizend mensen.
Stormachtige evolutie
In 1948, toen het stadje wel al een we
reldnaam had door de produkten die het
exporteerde, maar overigens nog pas aan
het begin stond Van zijn stormachtige
ontwikkeling, verenigden de Osser mid
denstanders zich in het Comité Actie Mid
denstand Oss (CAMO), om zo gezamenlijk
zich aan de veranderende omstandigheden
te kunnen aanpassen en gelijke tred te
kunnen houden met de stormachtige evo
lutie. Nu de CAMO tien jaar bestaat, wil
men den volke tonen, dat die aanpassing
oök werkelijk geslaagd mag heten. Men
heeft daarom voor stad en streek een ten
toonstelling georganiseerd, de CE-'5S,
waarop elke in Oss aanwezige branche
zal exposeren op in totaal honderd stands.
De belangstelling van de zijde van in
dustrie en middenstand voor de CE-'58
heeft alle verwachtingen overtroffen.
Het oorspronkelijke plan was om twee
hallen op te richten, die te zamen een
ruimte zouden bieden van 1560 vler
kante meter. De „expositie-animo" was
echter zo groot, dat men nog voor de
inschrijvingstermijn was gesloten vol
geboekt was. Men heeft toen besloten er
nog een derde hal bij te plaatsen" en
ook deze is reeds volgeboekt- terwijl
vele aanvragen moesten worden alge
wezen.
Ook amusement
Het is overigens nietalleen midden
stand en industrie wat de klok slaat op de
CE- 58. Een tentoonstelling zonder amuse
ment trekt niet, zeker niet in het .zon
nige zuiden" van ons land. Er is daarom
ook een hal ingericht waarin elke avond
van de CE-week (die duurt van 18 tot en
met 26 oktober), een amusementsprogram
ma zal worden geboden. Onder meer zul
len op een van de avonden (dinsdag) op
treden de jazz-zangeres Rita Reys en Pe
ter Schilperoort.
In een televisiebios op het tentoonstel
lingsterrein zal de invloed die Oss neeft
op de onderontwikkelde gebieden worden
getoond. Hier zal in een tien-minuten-
filmpje te zien zijn hoe in een dergelijk
gebied het cultuurbeeld verandert door de
produkten van de westerse industrie en
door een westerse ideologie, het christen
dom. De Ossenaar pater B. Sanders
S.V.D. zorgt voor opbouw en organisatie
van deze bios.
Interessante proef
In het kader, van de CE-'58 zal op 25
oktober een BB- en brandweeroefening
worden gehouden. De BB-oefening ver
toont het gebruikelijke stramien van ge
fingeerde luchtaanvallen, gewonden,
doden, enz. De brandweeroefening ech
ter zal een interessante proef bevatten.
Een van de belangrijkste moeilijkheden
bij het optreden van rampen is het ge
brek aan water, aangezien de waterlei
dingen dan veelal onklaar zijn geraakt.
Men zal daarom van de brandweer
demonstratie in Oss geen gebruik ma
ken van leidingwater, maar het svater
pompen uit een op 2V2 km afstand ge
legen vijver. In totaal zal men hiervoor
15 a 16 km slang nodig hebben.
Men verwacht op de CE-*58 twintigdui
zend bezoekers. Gezien het vele. dat er
wordt geboden en ook de originele wijze
waarop dat geschiedt, is het waarschijn
lijk, dat men in deze verwachting niet
wordt beschaamd.
Commissie moet adviseren
over vergoeding
Bij beschikking van de ministers van
verkeer en waterstaat, van financiën
van economische zaken, van landbouw,
visserij en voedselvoorzienine, van sociale
zaken en volksgezondheid en van maat
schappelijk werk ig een commissie inge
steld. welke advies moet uitbrengen om
trent de te stellen wettelijke regelen be
treffende tegemoetkoming hetzij door
het treffen van voorzieningen, hetzij in
geld in schade, wellce ontstaat doojr. de
in de Deltawet bedoelde werken vóór de
visserij en aanverwante bedrijven en voor
anderen die daarvoor in aanmerking
komen i>
Voorzitter van deze commissie is jr. A.
G Maris, directeur-generaal van de rijks
waterstaat: secretaris: mr. A H. Heering,
wetenschappelijk boofdamb'enaar aan de
afdeling sociale bijstand en complemen
tair arbeidsvoorzieningen van het mi
nisterie van sociale zaken en volksgezond
heid.
De commissie zal
artiikel 8 Deltawet.
heten: Commissie
J
e°n fraai uitgegeven boek,
we dat van de uitgeverij
Sqh r gewend, zijn. geeft dr.
,LNuher zVn visie op het
hij 1 ''Seele-Problem"waarbij
hsSc!lter allerminst de pretentie
h 1 dit probleem definitief op
tl^Sen. Integendeel: hij spreekt
f°t ts de hoop uit een stap nader
oplossing gekomen te zijn.
d°°ek is verdeeld in zes hoofdstuk-
1j e achtereenvolgens tot titel heb-
ie Atome; II. Die Eigenart der
d fflioi?en Atomgebilde; III. Die be-
k^art- f Dassung der lebendigen Ei
Die Unableitbarkeit des Le
ts ba«*1 aus dem Wesen der Atome;
7,bPlebende Prinzip der Organis-
k!tste C' Die Struktur der Seele. De
br'Vi, ofdslukken hebben een meer
etenschappelijk karakter. In het
1) 9fl(j
hr!4'®hrf' geeft, de schrijver hier een
van°verzicht van de ei?eb geaard-
bclpn levende. Achtereenvolgens
Sim seh j bi-i de opvattingen van
F.exküll. G. Wolff en Schubert-
Aw.' Q'e het (voerende van het leven
p] ^''ik vinden in ..Die Ganzheit".
hn "tat"0 "Die Zielursache" of „Die
Ws^°lgens de opvatting van de
i "stpv- aanwezigheid het levende
,WU,"vB'S!)ren eri onderscheiden van net
t- lea-..,n'de. nl. ..Zielursachlicbkeit".
enstellunssvermcigen" en „ek-
Bj
kabiiitat". Met het laatste be-
dil <?an de 'abiele evenwichtstoe-
tV 'Ohm,1-'] stand gehouden wordt door
A .y'kkelde combinatie van pro-
l»?n'>ispi,er verloop tegen de thermo-
bo hof en.D"°Piewet ingaat.
tphternt j ^Vsgerige deel betreft.,
'"epfi.f schrijver met. kracht, en
'tv*1' bo'P monistische opvatting,
do 'hal JUaterialistische hetzij van
h"rteadUsche aard, en poneert
r*"9 Qïs J°Ver de dualistische ovvnt-
h*?rkeilre enig juiste, met een sterke
voor de opvatting van
rfn' •,en,!e,een ordenend principe, de
n JV ecbm", aanneemt, welke
'co-chemische processen de
juiste richting en de vereiste coördi
natie moet. geven, zoals deze in feite
in de levende wezens gevonden wor
den.
Deze entelechie wordt dan vergeleken
met, en in sommige opzichten zelfs ge
lijkgesteld aan, de ziel bij de mens. Ook
argumenteert de auteur soms vanuit
typisch-menselijke verschijnselen, bv.
beroept hij zich op parapsychologische
verschijnselen, waar het gaat over het
algemene probleem van het verschil tus
sen leven en niet-leven. Ofschoon hij
overigens wel het verschil tussen men
selijke en niet-menselijke levende we
zens erkent en benadrukt, is er in zijn
betogen vaak van dit verschil niets te
merken. Zo zegt hij zelfs (p. 174) uit
drukkelijk: „Es gabe demnach einen
kontinuierlichen Uebergang von den
normal-biologischen Prozessen zu den
paranormalen Phanamenen".
Het meest aanvechtbare punt ligt
in de dualistische opvatting van de
schrijver, volgens welke in de leven
de wezens buiten de (levenloze) ato
men een niet-atomair, niet stoffelijk,
geestelijk, principe moet aangenomen
worden dat als „Substanz" betiteld
wordt en de atoomprocessen zo diri
geert en combineert dat ze echte le
vensprocessen ivorden.
Daarbij wekt hij de indruk (zoals
Driesch dat eveneens deed wat ook
blijkt uit de gekozen term „ente
lechie") dat hij op deze wijze een
aristotelische behandeling van het
probleem geeft. Dit nu is volkomen
onjuist en ongerechtvaardigd.
Een verwerping van het monisme im
pliceert nog niet het aannemen van een
volstrekt dualisme, en ook kan men
„vitalist" zijn zonder zulk een dualisme
te aanvaarden. De aristotelisch-thomis-
tische leer of de leer van het hy!e-
morphisme. die inderdaad de enig mo
gelijke verklaring geeft van de eigen
aard en van de eenheid van de levende
wezens en van de mens, is geen extreem
dualistische leer. Wel erkent zij twee
principes, die met de termen „stof" en
„vorm" („hylê" en „morphê") worden
aangeduid, maar dit zijn geen zelfbe
staande dingen, geen substanties, maar
twee elkaar implicerende principes door
wier samen-zijn de éne substantie be
staat. Alleen op deze wijze kan de een
heid en het totaliteitskarakter van de
levende wezens en van de mens ver
klaard worden. Desgewenst kan men een
dergelijke leer aanduiden met de naam
monistisch dualisme of dualistisch mo
nisme.
Nog veel bezwaren zou ik kunnen in
brengen tegen ondergeschikte punten
van 's schrijvers uiteenzettingen. Zo is
het bv. vreemd dat hij een verband ziet
tussen de door hem aanvaarde entelechie
en het Pauli-verbod, en dat hij de mo
gelijkheid van het ingrijpen van de
„entelechie" tracht te baseren op de
door de quantumfysica ontdekte zg. on-
gedetermineerdheid van de elementaire
processen. Hier ziet hij over het hoofd
dat de zg. onzekerheidsrelatie van Hei-
senberg alleen maar een onbepaaldheid
in onze kennis betreft, waaraan echter
geen fundamentele onbepaaldheid in de
materie zelf hoeft te corresponderen. Zo
zou ik nog heel wat punten kunnen op
noemen.
Mijn oordeel samenvattend zou ik
willen zeggen dat ik de hoofdstukken,
(Van onze Amsterdamse redactie) I
De 27-,jarige student aan de Academie
voor Bouwkunst te Amsterdam W. G.
Quist zal bij de minister van O. K. en W. I
worden voorgedragen voor de zilveren ere
penning en de daaraan verbonden reis
beurs van de „Prix de Rome 1958, afde-1
ling Schone Bouwkunst". De prestaties,
van de overige drie deelnemers waren, I
naar het oordeel van de jury, van dien'
aard, dat geen prijs kon worden toege-j
kend.
De vier deelnemers, die na de proef-!
kamp in juni jl. tot de eindkamp zijn toe
gelaten, hebben als opdracht gekregen het
ontwerpen van een gebouw voor de geza
menlijke architecten In Nederland op een
terrein nabij het Rijksmuseum j. d. hoofd
stad. Dit architecten-huis moest bevatten
een tentoonstellingsruimte met een opper
vlakte van circa 400 vierkante meter, in
verband staande met een buiten- expositie
ruimte, een sociëteitszaal voor maximaai
200 personen, een leeszaal, vergaderka
mers, een congreszaal voor ongeveer 800
personen, een archief voor bouwmateria
len, tekeningen, foto's e. d„ een biblio
theek en een aantal kantoorlokaliteiten
e. d.. benevens 8 logeerkamers .Een ver
eiste was dat een gescheiden gebruik van
de expositiehal en de congreshal mogelijk
werd gemaakt in verband met verhuur
aan derden Gistermiddag is in de aula
van de Rijksacademie voor Beeldende
Kunsten te Amsterdam het oordeel van
de jury. waarin o. m zitting hebben gehad
prof, dr. N. R. A. Vroom, directeur van de
Rijksacademie, als voorzitter, J. A. Snelle-
brand als secretaris, ir. J. J. M. Vegter,
prof. ir. C. Wegener Sleeswijk en de ar
chitect H. M. Kraaijvanger, bekend ge
maakt
op suggestieve en duidelijke wijze in beeld
brengen van de ruimtelijke plastische
concepties.
Goed geconcipieerd ontwerp.
Het ontwerp van de heer Quist wekt,
aldus de jury, bewondering door de wijze.
De prestaties zijn in het algemeen be'
waarin de auteur een uiteenzetting neden het gewenste niveau gebleven, al- waarop de verschillende onderdelen van
geeft van het eigen karakter van het dus het rapport. Er zijn aanmerkelijke i het gebouw zijn geconcipieerd. De jury
levende, met bewondering en in het j lacunes geconstateerd op het gebied van uit haar lof voor de visie v. d. kandidaat
algemeen met. instemming heb gele- i de constructieve werking alsmede in het j op de totaliteit var» hel gebouw en is van
mening dat het stedebouwkundig facet
zen. en de lectuur van deze delen zou
ik dan ook gaarne aan alle belang
stellenden willen aanbevelen. Tot
mijn spijt kan ik echter minder be
wondering hebben voor de wijsgerige
uiteenzettingen en betogen, die in liet.
algemeen zwak zijn en vaak onjuist.
Deze delen acht ik. daarom alleen ge
schikt voor kritisch-geschoolde en
deskundige lezers. Ik betreur dit des
te meer, daar het boek geschreven is
vanuit een religieus-christelijke le
venshouding en met de bedoeling de
christelijke opvattingen te verdedigen
tegen allerlei objecties die van de
kant van de natuurwetenschappen
gemaakt worden.
Prof. dr. P. H. VAN LAER.
„Atom und Seele. Ein Beitrag
zur Erorterung des Leib-Seele-Pro-
blems", door dr. Kurt Sausgruber.
Uitg. Herder, Freiburg.
Proefzending:
Met de „Helicon" van de K.N S.M. is
een proefverscheping gedaan van bananen,
die in Nickerie zijn geteeld. Men hoopt
voor deze vruchten, die van uitstekende
kwaliteit zijn, een markt in Nederland te
vinden. De trossen werden verpakt in
plastic zakken, waardoor men hoopt op
een goede overkomst.
Voor de aanplant bestaat bij het Suri
naamse gouvernement grote belangstel
ling Vooral in verband met de heersende
rijstziekte wordt naarstiig gezocht naar
een ander gewas, dat door de rijstver-
bouwers in Nickerie kan worden geiplant
bij een onverhoopt wegvallen van de
rijstteelt.
van de opdracht tot een aanvaardbare op
lossing is geweest. De uitwerking van de
ideeën staat echter niet op hetzelfde peil
als het uitgangspunt. Daarom heeft de ju
ry gemeend niet te mogen adviseren de
heer Quist voor de hoogste onderscheiding,
de gouden erepenning, te kunnen voordra
gen.
De heer Quist is reeds in het bezit van
het diploma V(oorbereidend) Bfouwkun-
de)O(nderricht) van de Academie voor
Bouwkunst. Hij is tijdens zijn studie in
zijn woonplaats Amsterdam werkzaam ge
weest op de architectenbureaus van prof.
Wegener Sleeswijk en de architect P.
Zanstra. Enkele maanden geleden heeft
hij zich geheel vrij gemaakt om al zijn
aandacht te kunnen wijden aan de „Prix
de Rome". De heer Quist zou. zo vertelde
hij. het liefst een studiereis naar Japan
maken, omdat de bouwkunst daar hem in
hoge mate interesseert. Misschien brengt
zijn succes in de Prix de Rome-wedstrijd
hem iets dichter bij de verwezenlijking
.van dit ideaal.
Kort geleden hebben wij in de ka
tholieke pers uitvoerige medede
lingen kunnen lezen over het tot
stand komen van een landelijke con-
taetraad voor heel het katholieke
onderwijs (met uitzondering van het
universitair en hoger onderwijs). Het
betreft hier een orgaan, waarin de
vele bestaande organisaties uit de ka
tholieke onderwijswereld tot een sa
menwerking willen komen ter behar
tiging van alle belangen van de ka
tholieke school. Men heeft niet nage
laten, te wijzen op het belang van dit
nieuwe lichaam, maar alvorens hier
met een enkel woord wat nader op in
te gaan kan ik niet nalaten, de lezer
in kennis te brengen met een uiting
van niet-katholieke zijde, die mij de
zer dagen onder ogen '-wam en die op
een wel zeer ongezochte wijze de ge
dachte. die in onze kring althans eer
begin van verwerkelijking beeft ge
kregen, onderstreept.
Het voortreffelijke protestar4»e maand
blad „Wending, maandblad voor evai.
gelie en kuituur" heeft zijn septembei
nummer geheel gewijd aan „onderwijs
vernieuwing; weerstanden en perspec
tief" Aan iedereen, die zich voor d..
onderwijsproblemen van ons land inte
resseert. kan ik de lezing van dit num
mer van harte aanbevelen: hij zal er
veel slof tot vruchtba-e overdenking in
vinden. Voor het ogenblik wil ik mij be
perken tot een passage uit het inleiden
de artikel van prof. dr. Ph. J Idenburg
„Terreinverkenning" Schrijvend over de
factoren, die een goede ontwikkeling van
het onderwijs in ons land in de weg
staan, zegt hij o.a.: „Hier is echter de
plaats om vast te stellen dat de staats
organisatie in meer dan een opzicht aan
onderwijshervorming in de weg staat.
Wij denken nu vooreerst aan de vele
kleine gemeenten en haar relatieve auto
nomie. In de grote steden kan het open
baar onderwijs in zijn vele vertakkingen
voorwerp zijn van een planmatig beleid
dat zich richt op de aaneenschakeling
der schoolsoorten, en nieuwe initiatieven
niet schuwt. Op het platteland zou
slechts door samenwerking der gemeen
ten 'n goede opbouw en distributie van
scholen kunnen worden verkregen. Maar
hoewel de wettelijke mogelijkheden voor
zulk een coöperatie gereed liggen, ont
breekt hier aan de realisatie nog alles".
Schrijver denkt hier kennelijk aan een
beleid van scholenplanning, dat er op ge
richt is bij de stichting van scholen zorg
te dragen dat in voldoende mate die
schoolsoorten aan bod komen, die in de
werkelijke behoeften van de gemeen
schap voorzien; verder ook aan een
meer didactisch gericht beleid, waar
door de kwaliteit van het onderwijs be
vorderd wordt. Op deze passage laat hij
volgen: „Dezelfde bezwaren op de weg
naar een schoolpolitiek van een zekere
allure doen zich in verhoogde mate voor
bij het bijzonder onderwijs waar het
particularisme, vertegenwoordigd door
autonome schoolbesturen hoogtij viert".
Aan de ene kant was Idenburg
kennelijk nog niet op de hoogte
van het totstandkomen van het
landelijke katholieke contactorgaan
(niet te verwonderen in een land,
waar de bevolkingsgroepen nog
steeds in zo velerlei opzicht een streng
gescheiden bestaan leiden). Ander
zijds mogen wij ons deze opmerking
van een belangrijk en deskundig „bui
tenstaander" aantrekken en er ons
door verplicht voelen, om met ons
nieuwe landelijke contactorgaan ten
spoedigste en ten volle ernst te ma
ken. Idenburg slaat de spijker op de
kop, waar hij schrijft over „particu
larisme, vertegenwoordigd door auto
nome schoolbesturen".
Wij willen het hier nu niet eens heb
ben over de soms ergerlijke kanten van
dit particularisme, zich uitend in onder
linge strijd en concurrentie, rivaliteit en
Advertentie
wantrouwen, zeer ten schade van de
ware belangen van de kinderen, voor
wie de doelmatige onderwijsvoorzienin
gen waar zij recht op hebben, aldus
soms ernstig geschaad worden. Laten
we het alleen maar houden op de „neu
trale" betekenis van het woord: ieder
Werkt voor zich fhet „God voor ons al'
'en" in dit verband is echt een soort
ketterij!) los van de ander, zonder on
derling verband en zonder coördinatie.
Gevolg: versnippering van krachten en
daardoor krachtsverspilling, verzwakken
van de positie van het, katholieke onder
wijs, onnodige conflicten en doublures,
gemiste kansen, gebrek aan vooruitzien,
enz. Wie heeft bv niet ooit. gehoord van
de onaangename wrijvingen in de plaat
selijke schoolpolitiek waar het betreft
de stichting van nieuwe scholen: te late
Aanvragen te laat optie nemen op be
schikbare terreinen en wannee> het te
aat is, ruzies over achterstelling bij het
jpenbaar onderwijs Niemand was ver
antwoordelijk. niemand overzag de plaat
selijke situatie in haar geheel, niemand
deed v/at, ieder leefde slechts zijn eigen
leventje in eigen beperkte kring: parti
cularisme. Ander voorbeeld: men denke
aan de activiteiten van sommige ge
meenten ten behoeve van hun openbaar
onderwijs; achteraf worden dan bezwa.
ren aangevoerd ever werkelijke of ver
meende achterstelling van 't bijzonder.
Het verweer is daarom alleen al zwak,
omdat er ook geen werkelijke gespreks
partner of tegenspeler was voor een
actieve overheid.
Wat is „het" bijzonder onder
wijs ter plaatse? Een verbrokkelde onsa-
nenhangende hoeveelheid van elk voor
rich levende scholen. Geen leiding, geen
initiatief, geen of onvoldoende organen
voor gemeenschappelijke aanpak: parti
cularisme.
Zo zouden nog veel meer voor
beelden aan te halen zijn, met name
ook over de onderlinge samenwerking
der scholen en het treffen van gemeen
schappelijke voorzieningen ten behoeve
van de kwaliteitsverbetering van het on
derwijs.
Zeker, er waren de laatste jaren
hier en daar symptomen waar
neembaar van een groei ten goe
de, overigens nog al te spaarzaam en
niet altijd even succesvol. Het is een
zegen, dat nu eindelijk een initiatief
van allure tot uitwerking is gekomen
om een werkelijke eenheid en samen
werking tussen alle geledingen van
het katholieke onderwijs te bevorde
ren. Of liever, laten wij het behoed
zamer zeggen: het kan een zegen wor
den. Dit zal er van afhangen of het
nieuwe orgaan ook werkelijk „wortel
schiet" in de katholieke samenleving.
Als het bij een min of meer veelvul
dig samenspreken van een „happy
few" van topfiguren zou blijven, zou
den de eigenlijke bedoelingen voor het
voornaamste deel onvervuld blijven.
Het nieuwe orgaan zal als een van
zijn voornaamste taken ongetwijfeld
moeten beschouwen, door tactvol en
tegelijk doortastend optreden een re-
ele verbinding met de achterban tot
stand te brengen, d.w.z. door de wijs
heid en de efficiëntie van zijn optre
den zich verzekeren van de daadwer
kelijke medewerking en erkenning
van de „gewone man" in het onder
wijs: het afzonderlijke schoolbestuur,
de afzonderlijke school, de leerkrach
ten afzonderlijk en in hun groeperin
gen. Het zal een levend bewustzijn van
„onze eenheid" moeten weten te wek
ken, een eenheid en verbondenheid,
waarvoor men zoal niet gaarne (we
blijven tenslotte mensen) dan toch in
feite bereid is, de slechte kanten van
zijn particularisme prijs te geven en
de „neutrale" kanten uit hun dommel
en inefficiëntie te laten wekken. Als
dit lukt, dan zal het nieuwe instituut
inderdaad een zegen blijken te zijn.
Ons katholieke onderwijs is alleszins
de prijs waard, die ons particularis
me daarvoor misschien moet betalen.
E. PEliOSI S.J.