Manifestatie van bloeiende Friese literatuur Italiaanse Pullovers Landelijk Oss groeit uit tot een industriestad met wereldnaam PeekgCloppenburg Het probleem van lichaam en ziel Nieuwe bundeling van katholiek onderwijs WYBERT Herenmode Ti (wlsfone Friese Boekenweek W. G. Quist voorgedragen voor zilveren erepenning 5 Encyclopedie van Friesland voor mr. Linthorst Homan Interessant, maar aanvechtbaar boek van Sausgruber Kort i ngin-moeder Elisabeth op de Expo Oud-minister Kerstens overleden Middenstanders tonen hun aanpassings- originefe import vermogen op CE '58 Schade aan visserij door Deltawerken ix de Romeafdeling Schone Bouwkunst S Cdprhe Surinaamse bananen naar Nederland Bescherm Uw keel en voorkom verkoudheid met DONDERDAG 9 OKTOBER 1958 PAGINA 9 f luui1Üü4 (Van onze correspondent) In Bolsward wordt vrijdag de zestiende Friese boekenweek geopend, een manifes tatie, die tot een belangrijk onderdeel van de Friese cultuur is geworden. Het is voor menige niet-Fries een merkwaardige ge waarwording, dat een gewest alle eer be wijst aan de Nederlandse boekenweek, doch er tevens een eigen boekenweek op nahoudt, zoals Friesland dat doet. En de daarvan het eerste exemplaar officieel worden aangeboden aan de commissaris der koningin in Friesland, mr. H. P. Lint horst Homan. Deze encyclopedie verschijnt in het Ne derlands (bij de Uitgeversmaatschappij Elsevier te Amsterdam) en is geen Fries boek in de strikte zin. Doch. dat de eer ste encvclopedie sn een reeks over de Ne derlandse gewesten juist aan Friesland is outsider kan zich afvragen, waar dat voor „ewiid'wijst ophét typisch eten karak nnH ic iin,h ,1» J JSI neI iyp'scn eigen uaiax ^•"Wn-moeder Elisabeth van Bel- bracht een bezoek aan het Neder- jj Se Paviljoen op de Expo. De konin- bewondert het horstbeeld van H.M. Koningin Juliana. nodig is, doch de geïnteresseerde belang stellende zal echter in de afgelopen jaren tot de conclusie zijn gekomen, dat het al lemaal niet zo vreemd is. en dat Friesland niet „zomaar" een eigen boekenweek houdt. Immers, er werden ook diverse oorspronkelijke Friese romans in het Ne derlands vertaald en uitgegeven en dat zegt iets van het peil daarvan. Er zijn dan ook terecht in de afgelopen jaren vele stemmen verstomd, die het bestaan van een Friese literatuur eenvoudig ont kenden. En hoewel J.Piebenga zijn „Friis- ke Skriftekennisse" (Studie over de Frie se literatuur door de tijden heen) niet voor de twijfelaars schreef en Laverman te Drachten het boek niet uitgaf voor de ze categorie, kan dit werk menigeen op het goede spoor helpen. Deze zestiende boekenweek is een ander bewijs van de bloei van de Friese litera tuur, die zich steeds meer ontworstelt aan de aloude gebaande wegen en steeds meer een eigen vorm krijgt, die de aan dacht verdient. De vele nieuwe uitgaven, die ieder jaar aan de markt komen (in 1900 waren het er 5, in 1956 niet minder dan 99) vormen niet slechts een recht vaardiging voor een Friese boekenweek, maar maken die zelfs wenselijk. Er is een stijgende belangstelling voor het Friese boek waar te nemen. De boekenweek dient om die nog te vergroten. Deze manifestatie, die dit jaar wordt geopend, nadat in het oude stad huis van Bolsward de dr .Joost Halberts maprjjs is uitgereikt, die enkele jaren ge leden door de provincie is ingesteld voor het beste wetenschappelijke werk over of met betrekking tot Friesland, en dit jaar ter van dit gewest. De encyclopedie is het resultaat van veler activiteit, gebundeld door de Fryske Akademy te Leeuwarden, die al sinds 20 jaar door de bevordering van de studie van, over en in Friesland, een uitermate belangrijke rol speelt. On der hoofdredactie van prof. dr. J. H. Brou wer met een redactieraad bestaande uit ds. J. J. Kalma. dr W. Kok en M. Wie- gersma, is een naslagwerk van ruim ze venhonderd pagina's ontstaan, waarin al le facetten van Friesland terug te vin den zijn. Talrijke deskundigen schreven artikelen over vele onderwerpen als flora fauna, geologie. Friese taal en letter kunde, Fries recht, waterstaat, handel, verkeer, kerkelijk leven en vele andere. Gisterochtend is te Den Haag, naar we reeds in een deei van onze vorige editie berichtten, op 62-jarige leeftijd, na een ziekbed van drie maanden overleden de heer P. A. Kerstens, oud-minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart in het kabinet-Gerbrandy te Londen van 8 janu ari 1942 tot 31 mej 1944 en oud-lid van de Eerste Kamer. De overledene werd op 23 augustus 1896 te Ginniken (NB) geboren. Na zijn voor bereidende opleiding koos hij aanvankelijk de onderwijzersloopbaan, waarin hij van 1919 tot 1926 werkzaam was als leraar aan een bijzondere handelsschool te Am sterdam. Reeds spoedig vertoonde hij aan leg voor literaire en journalistieke arbeid en hij publiceerde bijdragen in verschei dene dagbladen en periodieken. Tijdens zijn leraarsjaren verschenen er verschei dene literaire studies van zijn hand. In het najaar van 1926 vertrok de heer Kerstens naar Nederlands-Indië, waar hij hoofd werd van een onderwijs-instituut en tegelijkertijd in een aantal andere scho len onderwijs gaf. Zeven jaar later werd de heer Kerstens hoofdredacteur van het tijdschrif. Sociaal Leven en Streven" Tevens werd hij ook medewerker van ons blad. Tot 1941 bleef de heer Kerstens voor zitter van U hoofdbestuur van de Indische Katholieke Partij van 1985 tot eind 1941 was hij lid van de Volksraad en van het college van gedelegeerden als leider van de katholieke fractie. Na zijn ministerschap en gedurende twee jaar. van 1944 tot 1946. de posten te hebben bekleed van Indisch regerings commissaris van het ministerie van Over zeese Gebieden en van directeur Wij zijn het er over eens, dat de is, wat een eerste klas sigaret moet zijn zacht, voldoening schenkend, subliem aroma, steeds gelijkblijvende kwaliteit. Ik houd van het „Silk Filter" - hij heeft ze liever zonder mondstuk. Gladstone mei of zonder Silk Filter houdt de smaak waarvan U houdt.. King Size sigaret alles artikelen. die semen een lijvig compen-1 dëToenmaUgë dium vormen. Deze eerste gewestelijke I Indische regering .„o.j iojk 1 encyclopedie in ons land zal dus officieel .g g' .werd hl-' In 1946 Seko" aan de eerste burger in ons gewest wor den overhandigd. En intussen wordt er alweer gewerkt aan nieuwe uitgaven. Dit alles maakt, dat de boekenweek 1958 geen slag in de lucht is en meer nog dan anders de aandacht verdient. zen tot lid van de Eerste Kamer voor de K V.P. Hij bleef parlementslid tot 12 juli 1952. Gedurende 1 jaar vervulde de heer Kerstens bet hoofdredacteurschap van het dagblad ..De Tijd". De heer Kerstens was officier in de Orde van Oranje- Nassau. -j '«'CL ucu CAnuig IUL r I IColdllU, LU uil jetdr UnOrair vail LOUrnPS:werd toegekend aan dr. H. Halbertsma j uit Amersfoort voor diens publikaties over Sr. Theas, bisschop van Tarbes en oudheidkundige vondsten in Friesland. 1,1 des heeft mgr. P. van Odijk te Roer- d" iaar extra glans. Niet alleen zal 1 bi] de opening van deze week de première Rd K i I UAJ uc upexinifc vi ti0,|r oenoemd tot chapelain honorair o'e j worden gegeven re Dame de Lourdes. Mgr. Van Odijk Fries toneelstuk „Kugels yn dé" snie-or- °a- gedelegeerd voorzitter van de kaao" (Kogels in de sneeuworkaan) van van een oorspronkelijk "«Ui. nS Limburgse bedevaart naar Lour- P. Terpstra en H. Groeneveld, maar bo vendien verschijnt, juist deze week de En cyclopedie van Friesland. Zaterdag zal Ook voor deze fantastische zuiver wollen pullovers naar Pi C: sportieve, royale modellen, nieuwe kleuren. Een vorstelijk bezit Een dubbèl-waardevolle Herenmode Tip door de ongelooflijk lage prijs: (Van onze verslaggever) Oss is een van die Brabantse gemeenten die bezig zjjn van niet al te grote half- agrarische, balf-indnstriële dorpen uit te groeien tot volwassen steden. Over enkele jaren zal het aantal inwoners het dubbele zijn van dat in 1947 en wanneer men een wandeling maakt door dit stadje ziet men overal gebouwen die nog in de steigers staan of die pas gereed zjjn gekomen. Op het ogenblik zqn de plannen klaar om twee nieuwe woonwijken te stichten: een voor zevenduizend en een voor zeventien duizend mensen. Stormachtige evolutie In 1948, toen het stadje wel al een we reldnaam had door de produkten die het exporteerde, maar overigens nog pas aan het begin stond Van zijn stormachtige ontwikkeling, verenigden de Osser mid denstanders zich in het Comité Actie Mid denstand Oss (CAMO), om zo gezamenlijk zich aan de veranderende omstandigheden te kunnen aanpassen en gelijke tred te kunnen houden met de stormachtige evo lutie. Nu de CAMO tien jaar bestaat, wil men den volke tonen, dat die aanpassing oök werkelijk geslaagd mag heten. Men heeft daarom voor stad en streek een ten toonstelling georganiseerd, de CE-'5S, waarop elke in Oss aanwezige branche zal exposeren op in totaal honderd stands. De belangstelling van de zijde van in dustrie en middenstand voor de CE-'58 heeft alle verwachtingen overtroffen. Het oorspronkelijke plan was om twee hallen op te richten, die te zamen een ruimte zouden bieden van 1560 vler kante meter. De „expositie-animo" was echter zo groot, dat men nog voor de inschrijvingstermijn was gesloten vol geboekt was. Men heeft toen besloten er nog een derde hal bij te plaatsen" en ook deze is reeds volgeboekt- terwijl vele aanvragen moesten worden alge wezen. Ook amusement Het is overigens nietalleen midden stand en industrie wat de klok slaat op de CE- 58. Een tentoonstelling zonder amuse ment trekt niet, zeker niet in het .zon nige zuiden" van ons land. Er is daarom ook een hal ingericht waarin elke avond van de CE-week (die duurt van 18 tot en met 26 oktober), een amusementsprogram ma zal worden geboden. Onder meer zul len op een van de avonden (dinsdag) op treden de jazz-zangeres Rita Reys en Pe ter Schilperoort. In een televisiebios op het tentoonstel lingsterrein zal de invloed die Oss neeft op de onderontwikkelde gebieden worden getoond. Hier zal in een tien-minuten- filmpje te zien zijn hoe in een dergelijk gebied het cultuurbeeld verandert door de produkten van de westerse industrie en door een westerse ideologie, het christen dom. De Ossenaar pater B. Sanders S.V.D. zorgt voor opbouw en organisatie van deze bios. Interessante proef In het kader, van de CE-'58 zal op 25 oktober een BB- en brandweeroefening worden gehouden. De BB-oefening ver toont het gebruikelijke stramien van ge fingeerde luchtaanvallen, gewonden, doden, enz. De brandweeroefening ech ter zal een interessante proef bevatten. Een van de belangrijkste moeilijkheden bij het optreden van rampen is het ge brek aan water, aangezien de waterlei dingen dan veelal onklaar zijn geraakt. Men zal daarom van de brandweer demonstratie in Oss geen gebruik ma ken van leidingwater, maar het svater pompen uit een op 2V2 km afstand ge legen vijver. In totaal zal men hiervoor 15 a 16 km slang nodig hebben. Men verwacht op de CE-*58 twintigdui zend bezoekers. Gezien het vele. dat er wordt geboden en ook de originele wijze waarop dat geschiedt, is het waarschijn lijk, dat men in deze verwachting niet wordt beschaamd. Commissie moet adviseren over vergoeding Bij beschikking van de ministers van verkeer en waterstaat, van financiën van economische zaken, van landbouw, visserij en voedselvoorzienine, van sociale zaken en volksgezondheid en van maat schappelijk werk ig een commissie inge steld. welke advies moet uitbrengen om trent de te stellen wettelijke regelen be treffende tegemoetkoming hetzij door het treffen van voorzieningen, hetzij in geld in schade, wellce ontstaat doojr. de in de Deltawet bedoelde werken vóór de visserij en aanverwante bedrijven en voor anderen die daarvoor in aanmerking komen i> Voorzitter van deze commissie is jr. A. G Maris, directeur-generaal van de rijks waterstaat: secretaris: mr. A H. Heering, wetenschappelijk boofdamb'enaar aan de afdeling sociale bijstand en complemen tair arbeidsvoorzieningen van het mi nisterie van sociale zaken en volksgezond heid. De commissie zal artiikel 8 Deltawet. heten: Commissie J e°n fraai uitgegeven boek, we dat van de uitgeverij Sqh r gewend, zijn. geeft dr. ,LNuher zVn visie op het hij 1 ''Seele-Problem"waarbij hsSc!lter allerminst de pretentie h 1 dit probleem definitief op tl^Sen. Integendeel: hij spreekt f°t ts de hoop uit een stap nader oplossing gekomen te zijn. d°°ek is verdeeld in zes hoofdstuk- 1j e achtereenvolgens tot titel heb- ie Atome; II. Die Eigenart der d fflioi?en Atomgebilde; III. Die be- k^art- f Dassung der lebendigen Ei Die Unableitbarkeit des Le ts ba«*1 aus dem Wesen der Atome; 7,bPlebende Prinzip der Organis- k!tste C' Die Struktur der Seele. De br'Vi, ofdslukken hebben een meer etenschappelijk karakter. In het 1) 9fl(j hr!4'®hrf' geeft, de schrijver hier een van°verzicht van de ei?eb geaard- bclpn levende. Achtereenvolgens Sim seh j bi-i de opvattingen van F.exküll. G. Wolff en Schubert- Aw.' Q'e het (voerende van het leven p] ^''ik vinden in ..Die Ganzheit". hn "tat"0 "Die Zielursache" of „Die Ws^°lgens de opvatting van de i "stpv- aanwezigheid het levende ,WU,"vB'S!)ren eri onderscheiden van net t- lea-..,n'de. nl. ..Zielursachlicbkeit". enstellunssvermcigen" en „ek- Bj kabiiitat". Met het laatste be- dil <?an de 'abiele evenwichtstoe- tV 'Ohm,1-'] stand gehouden wordt door A .y'kkelde combinatie van pro- l»?n'>ispi,er verloop tegen de thermo- bo hof en.D"°Piewet ingaat. tphternt j ^Vsgerige deel betreft., '"epfi.f schrijver met. kracht, en 'tv*1' bo'P monistische opvatting, do 'hal JUaterialistische hetzij van h"rteadUsche aard, en poneert r*"9 Qïs J°Ver de dualistische ovvnt- h*?rkeilre enig juiste, met een sterke voor de opvatting van rfn' •,en,!e,een ordenend principe, de n JV ecbm", aanneemt, welke 'co-chemische processen de juiste richting en de vereiste coördi natie moet. geven, zoals deze in feite in de levende wezens gevonden wor den. Deze entelechie wordt dan vergeleken met, en in sommige opzichten zelfs ge lijkgesteld aan, de ziel bij de mens. Ook argumenteert de auteur soms vanuit typisch-menselijke verschijnselen, bv. beroept hij zich op parapsychologische verschijnselen, waar het gaat over het algemene probleem van het verschil tus sen leven en niet-leven. Ofschoon hij overigens wel het verschil tussen men selijke en niet-menselijke levende we zens erkent en benadrukt, is er in zijn betogen vaak van dit verschil niets te merken. Zo zegt hij zelfs (p. 174) uit drukkelijk: „Es gabe demnach einen kontinuierlichen Uebergang von den normal-biologischen Prozessen zu den paranormalen Phanamenen". Het meest aanvechtbare punt ligt in de dualistische opvatting van de schrijver, volgens welke in de leven de wezens buiten de (levenloze) ato men een niet-atomair, niet stoffelijk, geestelijk, principe moet aangenomen worden dat als „Substanz" betiteld wordt en de atoomprocessen zo diri geert en combineert dat ze echte le vensprocessen ivorden. Daarbij wekt hij de indruk (zoals Driesch dat eveneens deed wat ook blijkt uit de gekozen term „ente lechie") dat hij op deze wijze een aristotelische behandeling van het probleem geeft. Dit nu is volkomen onjuist en ongerechtvaardigd. Een verwerping van het monisme im pliceert nog niet het aannemen van een volstrekt dualisme, en ook kan men „vitalist" zijn zonder zulk een dualisme te aanvaarden. De aristotelisch-thomis- tische leer of de leer van het hy!e- morphisme. die inderdaad de enig mo gelijke verklaring geeft van de eigen aard en van de eenheid van de levende wezens en van de mens, is geen extreem dualistische leer. Wel erkent zij twee principes, die met de termen „stof" en „vorm" („hylê" en „morphê") worden aangeduid, maar dit zijn geen zelfbe staande dingen, geen substanties, maar twee elkaar implicerende principes door wier samen-zijn de éne substantie be staat. Alleen op deze wijze kan de een heid en het totaliteitskarakter van de levende wezens en van de mens ver klaard worden. Desgewenst kan men een dergelijke leer aanduiden met de naam monistisch dualisme of dualistisch mo nisme. Nog veel bezwaren zou ik kunnen in brengen tegen ondergeschikte punten van 's schrijvers uiteenzettingen. Zo is het bv. vreemd dat hij een verband ziet tussen de door hem aanvaarde entelechie en het Pauli-verbod, en dat hij de mo gelijkheid van het ingrijpen van de „entelechie" tracht te baseren op de door de quantumfysica ontdekte zg. on- gedetermineerdheid van de elementaire processen. Hier ziet hij over het hoofd dat de zg. onzekerheidsrelatie van Hei- senberg alleen maar een onbepaaldheid in onze kennis betreft, waaraan echter geen fundamentele onbepaaldheid in de materie zelf hoeft te corresponderen. Zo zou ik nog heel wat punten kunnen op noemen. Mijn oordeel samenvattend zou ik willen zeggen dat ik de hoofdstukken, (Van onze Amsterdamse redactie) I De 27-,jarige student aan de Academie voor Bouwkunst te Amsterdam W. G. Quist zal bij de minister van O. K. en W. I worden voorgedragen voor de zilveren ere penning en de daaraan verbonden reis beurs van de „Prix de Rome 1958, afde-1 ling Schone Bouwkunst". De prestaties, van de overige drie deelnemers waren, I naar het oordeel van de jury, van dien' aard, dat geen prijs kon worden toege-j kend. De vier deelnemers, die na de proef-! kamp in juni jl. tot de eindkamp zijn toe gelaten, hebben als opdracht gekregen het ontwerpen van een gebouw voor de geza menlijke architecten In Nederland op een terrein nabij het Rijksmuseum j. d. hoofd stad. Dit architecten-huis moest bevatten een tentoonstellingsruimte met een opper vlakte van circa 400 vierkante meter, in verband staande met een buiten- expositie ruimte, een sociëteitszaal voor maximaai 200 personen, een leeszaal, vergaderka mers, een congreszaal voor ongeveer 800 personen, een archief voor bouwmateria len, tekeningen, foto's e. d„ een biblio theek en een aantal kantoorlokaliteiten e. d.. benevens 8 logeerkamers .Een ver eiste was dat een gescheiden gebruik van de expositiehal en de congreshal mogelijk werd gemaakt in verband met verhuur aan derden Gistermiddag is in de aula van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam het oordeel van de jury. waarin o. m zitting hebben gehad prof, dr. N. R. A. Vroom, directeur van de Rijksacademie, als voorzitter, J. A. Snelle- brand als secretaris, ir. J. J. M. Vegter, prof. ir. C. Wegener Sleeswijk en de ar chitect H. M. Kraaijvanger, bekend ge maakt op suggestieve en duidelijke wijze in beeld brengen van de ruimtelijke plastische concepties. Goed geconcipieerd ontwerp. Het ontwerp van de heer Quist wekt, aldus de jury, bewondering door de wijze. De prestaties zijn in het algemeen be' waarin de auteur een uiteenzetting neden het gewenste niveau gebleven, al- waarop de verschillende onderdelen van geeft van het eigen karakter van het dus het rapport. Er zijn aanmerkelijke i het gebouw zijn geconcipieerd. De jury levende, met bewondering en in het j lacunes geconstateerd op het gebied van uit haar lof voor de visie v. d. kandidaat algemeen met. instemming heb gele- i de constructieve werking alsmede in het j op de totaliteit var» hel gebouw en is van mening dat het stedebouwkundig facet zen. en de lectuur van deze delen zou ik dan ook gaarne aan alle belang stellenden willen aanbevelen. Tot mijn spijt kan ik echter minder be wondering hebben voor de wijsgerige uiteenzettingen en betogen, die in liet. algemeen zwak zijn en vaak onjuist. Deze delen acht ik. daarom alleen ge schikt voor kritisch-geschoolde en deskundige lezers. Ik betreur dit des te meer, daar het boek geschreven is vanuit een religieus-christelijke le venshouding en met de bedoeling de christelijke opvattingen te verdedigen tegen allerlei objecties die van de kant van de natuurwetenschappen gemaakt worden. Prof. dr. P. H. VAN LAER. „Atom und Seele. Ein Beitrag zur Erorterung des Leib-Seele-Pro- blems", door dr. Kurt Sausgruber. Uitg. Herder, Freiburg. Proefzending: Met de „Helicon" van de K.N S.M. is een proefverscheping gedaan van bananen, die in Nickerie zijn geteeld. Men hoopt voor deze vruchten, die van uitstekende kwaliteit zijn, een markt in Nederland te vinden. De trossen werden verpakt in plastic zakken, waardoor men hoopt op een goede overkomst. Voor de aanplant bestaat bij het Suri naamse gouvernement grote belangstel ling Vooral in verband met de heersende rijstziekte wordt naarstiig gezocht naar een ander gewas, dat door de rijstver- bouwers in Nickerie kan worden geiplant bij een onverhoopt wegvallen van de rijstteelt. van de opdracht tot een aanvaardbare op lossing is geweest. De uitwerking van de ideeën staat echter niet op hetzelfde peil als het uitgangspunt. Daarom heeft de ju ry gemeend niet te mogen adviseren de heer Quist voor de hoogste onderscheiding, de gouden erepenning, te kunnen voordra gen. De heer Quist is reeds in het bezit van het diploma V(oorbereidend) Bfouwkun- de)O(nderricht) van de Academie voor Bouwkunst. Hij is tijdens zijn studie in zijn woonplaats Amsterdam werkzaam ge weest op de architectenbureaus van prof. Wegener Sleeswijk en de architect P. Zanstra. Enkele maanden geleden heeft hij zich geheel vrij gemaakt om al zijn aandacht te kunnen wijden aan de „Prix de Rome". De heer Quist zou. zo vertelde hij. het liefst een studiereis naar Japan maken, omdat de bouwkunst daar hem in hoge mate interesseert. Misschien brengt zijn succes in de Prix de Rome-wedstrijd hem iets dichter bij de verwezenlijking .van dit ideaal. Kort geleden hebben wij in de ka tholieke pers uitvoerige medede lingen kunnen lezen over het tot stand komen van een landelijke con- taetraad voor heel het katholieke onderwijs (met uitzondering van het universitair en hoger onderwijs). Het betreft hier een orgaan, waarin de vele bestaande organisaties uit de ka tholieke onderwijswereld tot een sa menwerking willen komen ter behar tiging van alle belangen van de ka tholieke school. Men heeft niet nage laten, te wijzen op het belang van dit nieuwe lichaam, maar alvorens hier met een enkel woord wat nader op in te gaan kan ik niet nalaten, de lezer in kennis te brengen met een uiting van niet-katholieke zijde, die mij de zer dagen onder ogen '-wam en die op een wel zeer ongezochte wijze de ge dachte. die in onze kring althans eer begin van verwerkelijking beeft ge kregen, onderstreept. Het voortreffelijke protestar4»e maand blad „Wending, maandblad voor evai. gelie en kuituur" heeft zijn septembei nummer geheel gewijd aan „onderwijs vernieuwing; weerstanden en perspec tief" Aan iedereen, die zich voor d.. onderwijsproblemen van ons land inte resseert. kan ik de lezing van dit num mer van harte aanbevelen: hij zal er veel slof tot vruchtba-e overdenking in vinden. Voor het ogenblik wil ik mij be perken tot een passage uit het inleiden de artikel van prof. dr. Ph. J Idenburg „Terreinverkenning" Schrijvend over de factoren, die een goede ontwikkeling van het onderwijs in ons land in de weg staan, zegt hij o.a.: „Hier is echter de plaats om vast te stellen dat de staats organisatie in meer dan een opzicht aan onderwijshervorming in de weg staat. Wij denken nu vooreerst aan de vele kleine gemeenten en haar relatieve auto nomie. In de grote steden kan het open baar onderwijs in zijn vele vertakkingen voorwerp zijn van een planmatig beleid dat zich richt op de aaneenschakeling der schoolsoorten, en nieuwe initiatieven niet schuwt. Op het platteland zou slechts door samenwerking der gemeen ten 'n goede opbouw en distributie van scholen kunnen worden verkregen. Maar hoewel de wettelijke mogelijkheden voor zulk een coöperatie gereed liggen, ont breekt hier aan de realisatie nog alles". Schrijver denkt hier kennelijk aan een beleid van scholenplanning, dat er op ge richt is bij de stichting van scholen zorg te dragen dat in voldoende mate die schoolsoorten aan bod komen, die in de werkelijke behoeften van de gemeen schap voorzien; verder ook aan een meer didactisch gericht beleid, waar door de kwaliteit van het onderwijs be vorderd wordt. Op deze passage laat hij volgen: „Dezelfde bezwaren op de weg naar een schoolpolitiek van een zekere allure doen zich in verhoogde mate voor bij het bijzonder onderwijs waar het particularisme, vertegenwoordigd door autonome schoolbesturen hoogtij viert". Aan de ene kant was Idenburg kennelijk nog niet op de hoogte van het totstandkomen van het landelijke katholieke contactorgaan (niet te verwonderen in een land, waar de bevolkingsgroepen nog steeds in zo velerlei opzicht een streng gescheiden bestaan leiden). Ander zijds mogen wij ons deze opmerking van een belangrijk en deskundig „bui tenstaander" aantrekken en er ons door verplicht voelen, om met ons nieuwe landelijke contactorgaan ten spoedigste en ten volle ernst te ma ken. Idenburg slaat de spijker op de kop, waar hij schrijft over „particu larisme, vertegenwoordigd door auto nome schoolbesturen". Wij willen het hier nu niet eens heb ben over de soms ergerlijke kanten van dit particularisme, zich uitend in onder linge strijd en concurrentie, rivaliteit en Advertentie wantrouwen, zeer ten schade van de ware belangen van de kinderen, voor wie de doelmatige onderwijsvoorzienin gen waar zij recht op hebben, aldus soms ernstig geschaad worden. Laten we het alleen maar houden op de „neu trale" betekenis van het woord: ieder Werkt voor zich fhet „God voor ons al' 'en" in dit verband is echt een soort ketterij!) los van de ander, zonder on derling verband en zonder coördinatie. Gevolg: versnippering van krachten en daardoor krachtsverspilling, verzwakken van de positie van het, katholieke onder wijs, onnodige conflicten en doublures, gemiste kansen, gebrek aan vooruitzien, enz. Wie heeft bv niet ooit. gehoord van de onaangename wrijvingen in de plaat selijke schoolpolitiek waar het betreft de stichting van nieuwe scholen: te late Aanvragen te laat optie nemen op be schikbare terreinen en wannee> het te aat is, ruzies over achterstelling bij het jpenbaar onderwijs Niemand was ver antwoordelijk. niemand overzag de plaat selijke situatie in haar geheel, niemand deed v/at, ieder leefde slechts zijn eigen leventje in eigen beperkte kring: parti cularisme. Ander voorbeeld: men denke aan de activiteiten van sommige ge meenten ten behoeve van hun openbaar onderwijs; achteraf worden dan bezwa. ren aangevoerd ever werkelijke of ver meende achterstelling van 't bijzonder. Het verweer is daarom alleen al zwak, omdat er ook geen werkelijke gespreks partner of tegenspeler was voor een actieve overheid. Wat is „het" bijzonder onder wijs ter plaatse? Een verbrokkelde onsa- nenhangende hoeveelheid van elk voor rich levende scholen. Geen leiding, geen initiatief, geen of onvoldoende organen voor gemeenschappelijke aanpak: parti cularisme. Zo zouden nog veel meer voor beelden aan te halen zijn, met name ook over de onderlinge samenwerking der scholen en het treffen van gemeen schappelijke voorzieningen ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van het on derwijs. Zeker, er waren de laatste jaren hier en daar symptomen waar neembaar van een groei ten goe de, overigens nog al te spaarzaam en niet altijd even succesvol. Het is een zegen, dat nu eindelijk een initiatief van allure tot uitwerking is gekomen om een werkelijke eenheid en samen werking tussen alle geledingen van het katholieke onderwijs te bevorde ren. Of liever, laten wij het behoed zamer zeggen: het kan een zegen wor den. Dit zal er van afhangen of het nieuwe orgaan ook werkelijk „wortel schiet" in de katholieke samenleving. Als het bij een min of meer veelvul dig samenspreken van een „happy few" van topfiguren zou blijven, zou den de eigenlijke bedoelingen voor het voornaamste deel onvervuld blijven. Het nieuwe orgaan zal als een van zijn voornaamste taken ongetwijfeld moeten beschouwen, door tactvol en tegelijk doortastend optreden een re- ele verbinding met de achterban tot stand te brengen, d.w.z. door de wijs heid en de efficiëntie van zijn optre den zich verzekeren van de daadwer kelijke medewerking en erkenning van de „gewone man" in het onder wijs: het afzonderlijke schoolbestuur, de afzonderlijke school, de leerkrach ten afzonderlijk en in hun groeperin gen. Het zal een levend bewustzijn van „onze eenheid" moeten weten te wek ken, een eenheid en verbondenheid, waarvoor men zoal niet gaarne (we blijven tenslotte mensen) dan toch in feite bereid is, de slechte kanten van zijn particularisme prijs te geven en de „neutrale" kanten uit hun dommel en inefficiëntie te laten wekken. Als dit lukt, dan zal het nieuwe instituut inderdaad een zegen blijken te zijn. Ons katholieke onderwijs is alleszins de prijs waard, die ons particularis me daarvoor misschien moet betalen. E. PEliOSI S.J.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 9