/,Drang naar het witte boord7, batste tijd sterk toegenomen is Lerarensalarissen Departement van O, K. en W. publiceert verklaring van regeringsdelegatie Consistories in... Palazzo Venezia N.O.V.I.B. luidt najaarsactie in V.H.M.O. in moeilijke situatie: veel leerlingente weinig leraren Twee hoofdprojeetenin Grieken land en Soedan m Innige beleving van Polyfoon ideaal *fEET U WEL WAT U "AAGT, ALS M£... Mededeling in Georganiseerd Overleg: geen verhoging der salarissen 1 In de fles 2 Als pap 3 Droog uit de hand! „NEDERLAND VOOR DE WERELD" Keizer Karelprijs te Nijmegen uitgereikt Derde uitkering der melkprijsgarantie DONDERDAG 23 OKTOBER 1958 PAGINA 3 (Van onze redacteur) j Er is geen enkele andere tak van ons onderwijs te noemen, die de patste tijd zoveel is besproken als het voorbereidend hoger- en mid- albaar onderwijs. „Het is een soort onderwijs, dat tot uitsterven ge hemd is", is in dit opzicht wel de sterkste uitdrukking, die wij over onderwerp hoorden bezigen. Van de andere kant hoorden wij j eer even hartstochtelijke pleidooien vóór deze vorm van onderwijs j de huidige constellatie. Zonder ons nu in het vóór of tégen te wil- verdiepen, willen wij wel aanstippen, dat het juist het v.h.m.o. is, zich de laatste jaren mag verheugen in een steeds toenemend atital leerlingen. „Mag verheugen", schrijven wij, doch dit is slechts betrekkelijk begrip. Want door de grote stijging van het aantal Serlingen is er een omgekeerd evenredige daling van het aantal lera- eri> dat aan de v.h.m.o.-scholen lesgeeft, te constateren. N ft Vijf voorwaarden Mtthl PÉÈBBtfÉÉlifcMiirfi Scherpe selectie Waarschuwing ISiet ongunstiger Moeilijke kwestie Deuren sluiten? Gebrekkige riemen The Golden Age Singers Steun van aangesloten organisaties Hulp aan kinderen ef ói lis u uw zoon naar de h.b.s. stuurt? I velen aantrekkelijker kanten heeft dan I het onderwijs. Hetgeen dan weer betekent, dat het I v.h.m.o- dus in tweeërlei opzicht een sSS». het volgen van een middelbare schoolopleiding is geen sinecure j situatie, die er toe heeft geleid, Jp op deze scholen in een bijzonder v °ot aantal gevallen les wordt gege- ce>1 door niet volledig bevoegde do ften. Door deze beide factoren: ener- l^s dus de stijging van het aantal ^Hingen en anderzijds het steeds toe- l^hiende tekort aan bevoegde leer- v achten, is 't v.h.m.o. in een situatie j0fïeild geraakt, die men bedenkelijk 6 a kunnen noemen. Het is dan ook be- a'del(jk niet zonder reden, dat er hoog niveau en wel in de per- J»» van de minister van O.K. en W. i arstig gestudeerd wordt op de vraag, het v.h.m.o. voor een dreigende sPoring te behoeden. h 1935 was de toestand nog zo, dat b het aantal 12-jarige kinderen, dat lagere school verliet, 43 pet voortge- onderwijs volgde. Dit percentage Vraagt echter de laatste jaren 86 pet. lte°r een deel valt deze „dorst naar te verklaren uit een democrati ze'bS van het onderwijs: was het vroe- a 2o, dat alleen kinderen van ouders, Ze zelf middelbaar onderwijs hadden o; °ten, naar een h.b.s., een lyceum tij gymnasium gingen, tegenwoor- l(j® .staat het v.h.m.o. ook open voor nen met deze halsversiering zullen rondwandelenEr wordt o i. na melijk vaak een te grote waarde ge hecht aan de middelbare-schooloplei- ding. Men wordt niet meer voor „vol" aangezien, als men geen h.b.s. of gym nasium heeft gehadalthans, zo schijnen velen er over te denken. Waar bij uit het oog wordt verloren, dat een goede timmerman of een goede machi ne-bankwerker meer waard is voor de maatschappij en daarnaar ook wordt betaald dan een met hangen en wur gen geslaagde gymnasiast, die een karig salarisje verdient door hele da gen op een kantoorkruk te zitten. Dit is de overwaardering van het „witte boord', een overwaardering, waaraan op de eerste plaats de ouders zich in vele gevallen schuldig maken. Dat dit ten koste gaat of kan gaan van hun kind, daaraan wordt dan meestal niet gedacht. Want maar al te vaak wordt verge ten, dat het volgen van een middelbare- schoolopleiding geen sinecure is. Er wordt ontzettend veel van het kind ge- eist, vaak meer dan het op een bepaald ogenblik kan geven. De leerling maakt dan een tjjd door, waarin hij sterk ge deprimeerd is. In een dergelijke de- moeilijke tijd doormaakt: te leerlingen en te weinig leraren veel lieren uit „niet-gestudeerde" mi- Daarnaast ondervindt men thans V t v.h.,m.o. de gevolgen van de gro- 1946 en 1947. Kon men tot voor jaren rekenen op een generatie Van de zijde der lerarenorganisaties is deze conclusie kan de regering niet be kort geleden gereageerd op een verklaring sluiten tot een salarisverhoging, die niet tt"" circa 160.000 12-jarigen, thans zijn ,.a'n 250 a 260.000 kinderen van deze groot deel waarvan een zeer het v.hm.o. gaat. heft hiermede zitten wij midden in Probleem. van de regeringsdelegatie, afgelegd in het Georganiseerd Overleg, welke verklaring inhield, dat de regering niet kon besluiten w tot een verhoging der lerarensalarissen, ng van het geboortecijfer in de Van de zijde van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen is deze verklaring, die de salarissen betreft van leraren bij het v.h.m.o., de kweek scholen en het middelbaar nijverheids onderwijs. thans in extenso gepubliceerd: Ze begint aldus: „Ook na zorgvuldige kennisneming van de discussie in het georganiseerde over leg en van de schriftelijke uiteenzetting d.d. 26 juli 1958 en van het hedenmorgen (9 oktober) gepleegde overleg is de rege ring slechts bevestigd in haar aanvanke lijke mening, dat het standpunt der lerarenorganisaties, dat de salarissen der leraren tengevolge van de verhoging der topsalarissen in een ongunstige verhou ding tot de salarissen der hogere rijks ambtenaren zijn komen te liggen, niet juist is. Hoewel deze verhoging uiteraard een wijziging in genoemde verhouding heeft gebracht, is niettemin bij het zorg vuldige en uitvoerige vergelijkende onder zoek gebleken, dat op dit ogenblik het gemiddelde salaris van de leraren over de gehele loopbaan berekend ligt boven het gemiddelde salaris van de totale groep van academisch gevormde ambtenaren Dit houdt derhalve in. dat zoals ook uit het onderzoek weer is gebleken voor de verhoging der topsalarissen een vrij grote achterstand bestond van de salarissen der hogere ambtenaren, Ver geleken met die der leraren b et probleem, dat door sommigen 4e ,Belweg wordt opgelost: „Pas bij lating van nieuwe leerlingen een 4^rPe selectie toe". Bedoeld wordt ft» een selectie, die er op uit is, de te B°°ratisering van het v.h.m.o. te niet kielen; met andere woorden, alleen V4eren toe te laten uit gezinnen, waar dijs ou(ïers zélf middelbaar onder- ftel/'ebben genoten. Hetgeen dus zou af d nen> dat het begaafde zoontje Soflthtertie van een man, die zijn ftft met zjjn handen verdient, de ftl0,Van de h.b.s. voor hem of haar teh vindt, omdat „papa zelf toch "°oit op die h.b.s. is geweest". ft redenering, ■j 8Dezelt bet een bedoeld is waarvan men wel redenering is, die als een waarschu Vfte^oord tegen de hand over hand vQft. vt IC&WI Iianu V»ui "Ciiiu n<*e drang naar het zo be- be „witte boord". li arsch m de vorm van een dergelijke tft'ftbwing zouden wij vrede kunnen 6 steici' fT!ei; deze opmerking. Voorop- fth, j, zi3, dat het nooit zó mag wor- 6 ba]^ het 12-jaar oude zoontje van ar er> de slager of de ijzerhande- 0». Hf,, "J- sic ij, t \"eigerd wordt bij het v.h.m.o-, ,ftft de vader err de een of andere "UC- VU UC N/A OliUti c 3ikeriiet; heeft gestudeerd. Een der- t°ft afwijzende houding zou nimmer tb et ;eerd kunnen wcrd.cn. ftjh kf,echter een feit, dat de „drang hi hie,-, fttte boord" zo groot wordt, 'htw n zich gaat afvragen, cf er niet htet al te lange tijd te véél man- Getoetst aan de maatstaf, dat het ge middelde salaris van de academicus over zijn gehele loo-pbaan genomen bij het onderwijs en in de ambtelijke rijksdienst geen aanmerkelijke verschillen vertoont, kan uit het rapport worden geconcludeerd, dat de salarispositie van de leraren niet ongunstiger is dan die van de hogere rijksambtenaren. Het rapport komt immers tot de conclusie, dat het gemiddelde sala ris van de academisch gevormde leraar over zijn gehele loopbaan genomen niet in ongunstige zin afwijkt van dat van de academisch gevormde ambtenaar. Daar in het rapport geen rekening werd gehouden met de hoogte van het pensioen zoals terecht is opgemerkt heeft de regering opdracht gegeven alsnog een aanvullende berekening te maken. Dit onderzoek heeft uitgewezen, dat wanneer men hij het ge middelde salaris ook de verkregen pen sioenrechten betrekt, het gemiddelde sala ris van de leraar over zijn gehele loop baan (de pensioentijd inbegrepen) evenmin in on,gunstige zin afwijkt van dat van de academisch gevormde ambtenaar. Gezien alleen in de huidige financiële situatie grote bevreemding zou wekken, maar die bovendien door het scheppen van een nieuwe achterstand bij de hogere rijks ambtenaren weer consequenties met zich zou medebrengen". In het vervolg op deze verklaring zegt de regeringsdelegatie bereid te zijn een voorstel tot een zekere verhoging van het maximumsalaris van de leraren te over wegen, maar dat dan toch zodanig moet zijn, dat het gemiddelde lerarensalaris, over de hele loopbaan berekend, gelijk zou moeten blijven. pressie heeft h« de volle steun van zijn ouders nodig. Mu is in de praktijk ge bleken, dat deze steun nauwelijks of in het geheel niet gegeven kan worden door ouders, die uit eigen ervaring niet weten, wat studeren met de daarmee verband houdende problemen bete kent. Een dergelijke steun behoeft niet te bestaan uit hulp bij het huiswerk, maar uit een meer geestelijk „duwtje in de rug". Daar komt dan nog bij, dat de kinderen, die middelbaar onderwijs volgen, een soort van dubbel leven moe ten gaan leiden. Enerzijds is er name lijk het huiselijke milieu en anderzijds het schoolmilieu, dat op een hoger ni veau ligt, dan zij thuis gewend waren. Ook dit dubbele leven roept de nodige spanningen op. Het gevolg hiervan is, dat kinderen uit niet-gestudeerde milieus het bij het v.h.m.o, moeilijker hebben, dan kinde ren uit andere milieus. Komt er bij al deze spanningen dan nog bij, dat het kind qua intellect eigenlijk niet bij het v.h.m.o. thuishoort, dan wordt de toe stand in feite onhoudbaar en de gehele schooltijd voor het kind in kwestie één voortdurende kwelling. In een dergelijk geval en ze komen helaas maar al te vaak voor zou het én voor het kind én voor de ouders veel beter zijn, als er afstand werd gedaan van het witte boord Van de andere kant doet zich ook vaak het geval voor van kinderen uit wél-gestudeerde milieus, die het bij het v.h.m-o. niet kunnen bolwerken, omdat zij de aanleg en de capaciteiten mis sen, middelbaar onderwijs te volgen. Hier is dus wel steun van de ouders, om depressie-toestanden te overwinnen, maar het vervelende van de zaak is, dat hier vaak een surplus aan steun wordt gegeven: met andere woorden, de ouders zijn té vasthoudend en dwin gen het kind, lessen te volgen, die het niet kan begrijpen. Ook in deze geval len zou het veel beter zijn, als werd af gezien van een middelbare opleiding. Uiteraard is dit een moeilijke kwes tie, die elke ouder voor zich moet op lossen. Het is nu eenmaal niet moge lijk, van te voren vast te stellen door een test of iets dergelijks of het kind in staat kan worden geacht, met succes v.h.m.o. te volgen. Dit blijkt eerst in de praktijk, maar dan kunnen al veel kostbare jaren verknoeid zijn. Met dit alles wil vanzelfsprekend niet gezegd zijn, dat men zijn kinderen dus maar niet naar het v.h-m.o. moet sturen. Het zou een grote dwaasheid zijn, een begaafd kind niet te laten stu deren, als de mogelijkheden daarvoor aanwezig zijn. Maar van de andere kant moet men zich zeker bezinnen, als de vraag „middelbaar of een an der soort onderwijs?" naar voren komt, of het v.h.m.o. wel geschikt is voor de eigen zoon of dochter. Want, ondanks alle schijn, die van het witte boord uitgaat: men kan nog a'tijd beter een goed arbeider om dit woord nu maar eens te ge bruiken zijn, dan een mislukt of zelfs maar matig gelukt „man met een wit boord". Het is zeker een feit, dat door de hang naar studie het v.h.m.o- overbe volkt is geworden. Gaat de ontwikke ling, zoals deze zich in de laatste jaren heeft afgetekend, door, dan ziet het er naar uit, dat binnen niet al te lange tijd, scholen voor v.h.m.o. de deuren zullen moeten sluiten. Dit klinkt tegen strijdig, maar het wordt duidelijk, als men weet, dat het aantal leraren, dat bij het v.h m.o. werkzaam is, sinds lan ge tijd onvoldoende is. Gebleken is voorts, dat de animo, om leraar bij de ze tak van onderwijs te worden, aan merkelijk is geluwd. Het is dus zeker niet zonder grond, als wij beweren, dat het tekort aan leraren dusdanige pro porties heeft aangenomen, dat het on vermijdelijk zal worden, scholen te sluiten. Tot op dit ogenblik tracht men de zaak draaiende te houden, door niet- volledig bevoegde leraren les te laten geven. Hoe nijpend de situatie nu reeds is, wordt wel bewezen door het feit, dat op dit ogenblik 25 pet van het aan tal lessen bij het v.h.m.o. door niet-vol- ledig bevoegde leraren wordt gegeven. En het ziet er niet naar uit, dat dit aan tal in de toekomst zal dalen. Integen deel: jonge academici dé aangewe zen personen om bij het v.h.m.o. les te geven worden met grote kracht ge trokken door het bedrijfsleven, dat voor Het tekort aan leraren brengt, vol gens sommigen, ook nog mee, dat het peil van het onderwijs daalt. Dat het hierdoor voor moeilijk lerende kinderen nóg zwaarder wordt, het onderwijs te volgen en met goed resultaat examen te doen, is duidelijk. Immers, een goed docent zal zijn leerlingen makkelijker les kunnen geven en meer tot steun kunnen zijn dan een slechte. En een goed docent is hij en nu ci teren wy de heer H. A. Eruna, voor zitter van de afdeling Rotterdam van de r.-k. Lerarenvereniging St.-Bona- ventura die o.a. voldoet aan vijf voorwaarden. Om aan deze voorwaar den te voldoen, moet hij voldoende „ge Ieerd" zyn, een academische graad hebben behaald of de akte M.O.-b. be zitten, zoals de wet voorschrijft want: „Hoe geleerder de docent is, hoe groter de kans is, dat hij grondbegrippen goed kan bijbrengen; dat hij de juiste dose ring van kennisoverdracht weet te vin den in een bepaalde klas op een be paald moment; dat hij perspectieven weet te openen op het juiste ogenblik; dat hij onderscheid weet t maken tus sen gebrekkige en foute antwoorden van zyn leerlingen en dat hij hun zeer geleidelijk aan leert, zelfstandig te stu deren". „En dit alles", zo is de menirtg van de heer Bruna, „leert men pas na veel ervaring en noodzakelijke voor waarde als de docent in kennis toren hoog boven zijn leerlingen uitsteekt. Is dit laatste niet het geval, dan kan hij, ook al geeft hij jarenlang les, geen goed docent worden in deze zin". Het geheel overziende, komt men licht tot de conclusie, dat de toestand bij het v.h.m.o- dus allerminst ideaal te noemen is. En een oplossing is moei lijk te vinden. Gezien de grote belang stelling voor het middelbaar onderwijs, is het zonder meer duidelijk, dat er iets op moet worden gevonden. Dit „iets" kan dan niet slaan op een tenietdoen van de democratisering van het onder wijs en evenmin in het consequent doorvoeren van de huidige politiek: aanstellen van niet-volledig bevoegde leraren. Men overweegt momenteel een „ver nieuwing" van het v.h.m.o., om de hui dige moeilijkheden te overwinnen. Er zou een hieuw soort middelbaar onder wijs moeten komen, dat zich meer aan past aan de eisen van de moderne maatschappij. Maar voor het zó ver is, zal men moeten roeien met de rie men die men heeft. Dat het gebrekkige riemen zijn, daar over is eenieder het wel eens beter een goede arbeider, dan een mislukt „man met witte boord" (Van onze verslaggever) ROME, oktober. WANNEER MEN ALS JOURNALIST in deze da gen vóór het Conclaaf zo door Rome heen en weer sjouwt, komt men nogal eens langs het tamelijk centraal gelegen Palazzo Venezia. Tot aan de oor log was het ook ten on zent fameus vanwege het balkon, waarop Musso lini zijn zwarthemden toe sprak. Ofschoon we wel wis ten, dat de Pausen in de loop der eeuwen te Rome op verschillende plaatsen geresideerd hebben, o.a. in het Palazzo Quirinale, waar later de koning zich zou nestelen, hadden we er ons eigenlijk nooit rekenschap van gegeven, dat Palazzo Venezia eeu wen achtereen de rol ver vuld heeft, die Castelgan- dolfo tegenwoordig als zomerresidentie inneemt. Dit is trouwens ook met het Quirinaal het geval geweest. Maar dit spreekt niet zozeer tot de verbeel ding als het Palazzo Ve nezia. Het eerste ligt niet di rect in Romes centrum en zeer zeker wordt het niet door zulk een auto zee omspoeld als het Pa lazzo Venezia. Als zodanig is het reeds een bijzonder heid. Wanneer we dan de periode van Mussolini in aanmerking nemen, -is er reden genoeg, om even nader te peinzen over de historie van dit hoogst merkwaardige paleis, dat eens een toren zo groot als een vesting had. DE HISTORIE van Pa- lozzo Venezia valt terug te voeren op het feit, dat er in de buurt, waar het zich verheft, de kerk van San Marco werd ge bouwd. Deze kerk was de titelkerk van een kardi naal, afkomstig uit een rijke Venetiaanse familie, de Barbo's. De kardinaal liet er zich een groot huis bij bouwen, dat allengs tot het Palazzo uitgroeide. Toen de kardinaal gestor ven was, verzuimden zijn opvolgers, het behoorlijk te onderhouden. Het ver keerde tenslotte in een tamelijk vervallen staat. Toen schonk Paus Pius IV het aan de rijke republiek Venetië, om te dienen als zetel voor haar ambassa deurs. Die ambasasdeurs zorg den er weer lange tijd voor, dat het Palazzo San Marco er keurig uitzag. Het werd zo mooi, dat na dien de Pausen het weer overnamen en het zelfs tot zomerresidentie uitverkoren, vanwege de gezonde omgeving. Deze omgeving was niet alleen gezond, maar ook voor naam. Er hadden zich rond het Palazzo San Marco tal van Romeinse patriciërs in mooie villa's gevestigd. Als bijzonder heid vermelden we nog. dat de H. Ignatius van Loyola er eveneens kwam wonen. De bouw van de grote Jezuïetenkerk van San Gesü verhoogde het aanzien van de wijk ten zeerste GEDURENDE 133 jaar vervulde het Palazzo San Marco, dat allengs meer als het Palazzo Venezia werd aangeduid, een be langrijke rol. Er werden o.a. 70 consistories, ech ter geen conclaaf in ge houden Maar Paus Cle mens VIII voelde er niets voor om er te wonen en nam zijn intrek in het Palazzo Quirinale. Het laatste Consistorie werd er in 1597 gehouden. „Ik ga naar het Quiri naal", zei de genoemde Paus „en kom hier nooit meer terug Voor wie nu door Rome zwerft en dank zij de bus verbindingen betrekkelijk vlug van het Vaticaan naar het Palazzo Venezia en naar het Palazzo del Quirinale komt, lijkt het een nogal categorische uitspraak. Maar in de tijd van de karossen terugge bracht, valt ze alleszins te begrijpen, al vertelt de historie niet, wat de Paus nu eigenlijk tegen het Pa lazzo Venezia had. Het is nog steeds een indrukwekkend gebouw met 'n interieur van aan zienlijke artistieke en his torische waarde, de laat ste ook voor het Paus dom. (Advertentie) (Van onze Utrechtse redacteur) Het aantal deelnemers aan de actie „Daadwerkelijke Gerechtigheid" van de NOVIB (Ned. Organisatie Voor Internationale Bijstand), waarbij een procent van het inkomen wordt afgestaan, is van 1200 vorig jaar, gestegen tot 3300. De opbrengst voor dit jaar was geraamd op 120.000,— doch nu reeds is 130.000,binnen. Kortgeleden is ook een actie begon, nen om contribuanten te winnen, omdat velen liever op deze wijze het werk willen steunen. Hun aantal is nog slechts 250, doch er zit groei in. Een en ander werd meegedeeld door de voorzitter, prof. dr. E. de Vries, in de gistermiddag in Utrecht gehouden openbare bestuursvergadering, waarin ook de viee-voorzitter, de heer H. Oosterhuis, nadere bijzonder, heden vertelde over de najaarsactie. Deze bestaat uit een van 3 tot 7 november op tal van plaatsen te houden collecte en het geven van de nodige voorlichting om het Nederlandse volk zijn morele plicht van internationale hijstand bewust te doen worden. Er zijn altijd no" weer standen te overwinnen, doch de heer Oosterhuis zag hierin een prikkel om op de ingeslagen weg in het vlak van internationale bijstand voort te gaan. Dank zij het initiatief van het Genoot schap Nederland-Engeland heeft men gis teravond in de aula van Boymans weer de kennismaking kunnen vernieuwen me, het vocale ensemble van Margaret Field- Hyde, dat zich „The Golden Age Singers" noemt en dat reeds enkele jaren geleden hier door zijn voorbeeldig optreden zo'n grote indruk heeft nagelaten. Het feit, dat ditmaal naar wij ons herinneren andere krachten in het ensemble waren opgeno men, maakt eigenlijk weinig verschil uit, de stijl van deze groep is nu eenmaal zo, dat de componenten in hun bijdragen een volstrekte anonimiteit nastreven. Het meest opmerkelijke onderscheid met het vorige optreden was wel de aanwezigheid van de z.g. counter-tenor, een zeer hoge mannenstem, die in onze dagen door een alt vervangen, wordt en die eigenlijk de benaming ,,alt'' voor de lage vrouwenstem levendig houdt. De typische timbrering, die deze hoge mannenstem aan het totale klankbeeld verleent, heeft men de vorige maal door ziekte van de counter-tenor moeten ontberen, maar ditmaal heeft men dan de muziek van 6e 16e- en 17e-eeuwse Engelse Madrigalisten ook vanuit dit punt in haar volle autenthiciteit gepresenteerd gekregen. Overigens welk een verrukkelijke stijl van musiceren huldigen deze zangers en zangeressen Natuurlijk, in de homofone structuren ontplooien zij een virtuositeit en een onvergelijkelijke afgestelde disci pline, die soms de indruk wekt, dat een vijfstemmigheid in één onverbrekelijke eenheid is opgelost. Maar boven de vol maakte homogeniteit van b.v. Morley's ..Now ifi the month of mayin" uit torende de innige beleving van het polyfone ideaal, waar een puntgave realisatie van een veelstemmigheid niet alleen beteken de een volmaakt evenwicht te bereiken in het stemweefsel, maar ook een volle dige gevoelsmededeelzaamheid van de stemmen op ieder moment te handhaven, die zelfs een idee van romantisme leven dig maakte. Misschien waren het de Franse Chansons, die soms nog iets ver rieden van een controverse tussen lande lijke geaardheid van componisten en uit voerenden en waardoor men geneigd was de hoogtepunten van de avond vooral in het Engelse repertoire te zoeken. We den ken dan vooral aan de ontroerende reli giositeit van de reproduktie van de drie delen uit William Bird's Mass for four voices, waarvan he, pure lijnenspel door een ongekende rankheid gedragen werd en die hierdoor to, bovenaardse schoon heid opsteeg. Waarlijk volmaakte muziek in volmaakte weergeving. B. G. De actie onder het motto „Nederland voor de wereld" is geheel gebaseerd op de doelstelling van de NOVIB: het verlenen van internationale gerechtigheid en solidariteit, door het verlenen van tech nische, economische en financiële bij stand. waar dit gewenst wordt, zulks in overleg en samenwerking met de desbe- j treffende internationale organisaties. De opbrengst van de collecte wil men geheel aan de uit te voeren objecten ten goede doen komen en gezocht zal worden naar middelen om de eigen huishouding van de NOVIB geheel zelfstandig te fi nancieren, los van elke inzameling. Een voorstel van de dienst „Ontwa kende Wereld", een organisatie, die zich reeds eerder met internationale hulpver lening bezig hield en zich bij de NOVIB aansloot, beoogde, dat de participerende organisaties de contributie van haar leden met 10 cent zouden verhogen, welke gelden dan aan het werk van de inter nationale bijstand ten goede moeten ko men. Hoewel de vergadering in het alge meen het wel eens was met het princi pe, dat de aangesloten organisaties hun verantwoordelijkheid voor de financiering daadwerkelijk zouden moeten doen blij ken, achtte men een dergelijk voorstel toch te ingrijpend en een inbreuk op de vrijheid van de organisaties. Het be stuur zal de organisaties liever benaderen in een meer persoonlijke sfeer om na te gaan, hoe in financieel opzicht meer van hen verwacht kan worden. Ir. W. J. L. Bloem vertelde zijn er varingen van een reis naar Grieken land in verband met een daar uit te voeren project. De NOVIB bouwt in Chry- soupolis een technische school, waardoor de bevolking in deze streek sociaal en economisch beter op streek kan komen. De daar aanwezige primitieve werkplaat sen bieden geen gelegenheid voor een be hoorlijke scholing In heel Chrysoupolis met zijn 7000 inwoners is maar één een voudige werkbank aanwezig. De bouw van de school zal ongeveer f 120.000- kosten en vele technische scholen in ons land hebben zich reeds bereid verklaard hulpmiddelen te ver vaardigen. als handgereedschappen, meu belen, 'zoor zover de NOVIB hierin bij draagt. De Verenigde Naties hebben im mers de inventaris voor een belangrijk deel geschonken. Tijdens de voorbereidende werkzaam heden kwam de NOVIB op de hoogte van de armoedige toestand, waarin 1200 kinderen rondom Chrysoupolis verkeren. Om ook in deze nood te voorzien werd de actie „Aankleden geblazen" op touw gezet, die naast kleding ongeveer 4000 - opbracht. Villen echter deze kinderen enigszins naar behoren geholpen worden dan zal minstens 30.000.- moeten binnen komen. Prof. De Vries lichtte de-vergadering nader in omtrent de hulp aan de Soe- dfn- ^aar de NOVIB in het dorpje j bet veetee'tverbeteringsstation. ais onderdeel van een ontwikkelingsplan voor wat nu nog een woestijn is. voor 2i.l n rekening zal nemen Startpunt van het gehele El Huda-project is de aan leg van een licht- en drinkwaterinstalla- tie. Het NOVIB-comité van Rotterdam heeft de kosten ten bedrage van f 50.000.- op zich genomen. De bouw van de installatie van het station zullen, verdeeld over vier jaar. een bedrag van f 350.000.- vragen. Een aantal provincies en grote sleden in 4ns land heeft zich enthousiast bereid ver klaard onderdelen van dit project te adop teren Het bestuur van de NOVIB heeft zich de laatste negen maanden verschillen de commissie geassumeerd, teneinde zich omtrent allerlei werkzaamheden te laten adviseren. Een commissie van bijstand heeff daarvoor contact opgenomen met zending en missie. Burgemeester rar, Ch. Hustinx van Nij megen heeft gistermiddag in de raadzaal van het gemeentehuis in tegenwoordigheid van vele autoriteiten, vooral ook uit de kunstwereld, de culturele Keizer Karel prijs uitgereikt aan de jonge beeldhou wer G. Bruning. De burgemeester verheugde zich er vooral over, dat deze prijs ditmaal werd toegekend aan een jonge beeldhouwer van Nijmeegse huize die zich in de laatste jaren gevestigd heeft te Cuyk aan de Maas. Wethouder mr. J. de Haas las het rapport van de jury voor, waaruit bleek, dat deze eenstemmig de prijs had toege- Kend aan de heer Bruning. De beeldhouwer C. Stouthamer uit Am sterdam bracht nog bijzondere lof aan zijn jonge kunstvriend. Tenslotte sprak de heer G. Bruning een woord van dank. De Keizer Karelprijs wordt om de vijf jaar uitgereikt. De minister van Landbouw heeft het mogelijk gemaakt een de melkveehouders ook over de hoeveelheid melk. geleverd in de na 14 september resterende weken tot het einde van het melkprijsjaar 1957/58 (8 november 1958), een uitkering van vier cent per kilogram melk te doen. Met deze uitkering, die eind oktober-begin novem ber 1958 kan worden tegemoet gezien, zal de veehouderij over het gehele in het lopende melkprijsjaar geleverde kwantum een voorschot van vier cent per kilo gram op de nog definitief voor de gega randeerde hoeveelheid melk te bepalen toeslagen van de melkprijsgarantie 1957- 1958 hebben ontvangen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 3