wordt doel van nog dieper onderzoek
Antarctica „maakt" ons weer
m
m x
Is
het waar, van dat derde oog
Merkwaardige
merkwaardige
mensen met
denkbeelden
I:
EERLANG KOMEN DE KIKVORSMANNEN
I
- mm
Vb
Slechts voorzichtig
navigerend
De Chileense expeditie
i Het I. G. J. loopt af
Overwegende rol
Broedplaats
ons weer
van
Koud en kouder
Uittocht
iHet verhaal van Lobsang Rampa
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1958
PAGIN 3
Het feit, dat een Nederlandse ingenieur een
Zuidpool-expeditie gaat leiden, heeft weer
eens de aandacht gevestigd op het geweldige
gebied van Antarctica, waarvan men nog
steeds niet met zekerheid weet, of het uit
een archipel, dus 'n groot eilandenrijk, be
staat of dat het een stuk vasteland is, met
langs de kusten hier en daar eilanden. Naar
het schijnt, is dit vasteland, indien het be
staat, met diepe baaien of canyons door
sneden en het is wellicht niet onmogelijk,
dat er aldus onder zee een exploratie van dit
terra incognita zal kunnen plaats vinden.
Sensationeel? Neen, deze mededeling is niet
sensationeel, want in het Noordpoolgebied
zijn reeds proeven genomen door kikvors
mannen, om in de IJszee langere tijd onder
water te blijven, ondanks de grote koude.
Hiertoe werden door de Amerikaanse marine
speciale duikerpakken ontworpen, voorzien
van een bijzonder geconstrueerd adem
halingsapparaat. De langste tijd, dat duikers
het daarmede uitgerust onder het ijs van de
Noordpool konden uithouden, was een half
uur. Het is nog slechts een begin. Eerlang
zal echter, wanneer het vasteland van de
Zuidpool geen vasteland zal blijken, door er
op getrainde kikvorsmannen de situatie
nader bekeken kunnen worden, indien al
thans het eeuwige ijs zich niet tot op de
bodem van de baaien, canyons en straten uit
strekt, dus tot duizenden meters diepte.
Ir. F. G. v. d. Hoeven zal, naar we reeds gemeld hebben, in opdracht
van een Amerikaans instituut voor poolonderzoek een wetenschappe
lijke expeditie leiden, welke haar basis zal opslaan aan de
Mac Murdo-baai, waar de Amerikanen overigens reeds geruime tijd
over een vrij grote basis beschikken, van waaruit ze talrijke vlieg
tochten over Antarctica en lange sledetochten hebben gemaakt.
Ir. v. dHoeven mag er groots op gaan, deel te hebben genomen
aan de thans beroemde „Ice Skate-expeditie"tvaarvan een aantal
deelnemers veertien dagen lang op een afgebroken ijsschots heeft
gebivakkeerd. Hij verwacht, ongeveer anderhalf jaar in sneeuw en
ljs te zullen moeten leven en pas in maart 1960 naar het vaderland te
kunnen terugkeren. Ir. v. d. Hoeven verbleef eveneens geruime tijd
°p de ijsschots, waarop ook een radiostation was gebouwd. Na acht
'naanden keerde hij naar de bewoonde wereld terug. Maar hij trekt
"u weer „unverfroren' naar Antactica.
I«ft
■v; 1
- V
SPIPiiSlSSi
3è
Observator
mm
-,/M|
Een foto.
Niet in strijd.
Toonbeelden voor
Macedonië
—t'~
Zuidpoolgebied
Wellicht zal hij de kikvorsmannen ook
'n het Zuidpoolgebied zien verschijnen. De
Amerikanen staan, wat dit betreft, waar-
üjk voor niets. Ze hebben er trouwens het
grootste belang bij, om het Zuidpoolgebied
••onder de knie" te krijgen. En., als
straks de kikvorsmannen de onder,,ijse"
Weg verkend hebben, zal een andere
•.Nautilus" het experiment kunnen her
halen, inmiddels ook al weder door de
••Seawolf" geleverd, om recht onder de
Pool te varen, in dit geval de Zuid-
Pool.
Volgens kapitein Anderson van de „Nau
tilus" is tegenwoordig een tocht onder de
Pool door een kwestie van voorzichtig na-
vigeren. Er is geen sprake van enig on
gemak. De opvarenden zitten in comfor
tabele fauteuils en bekijken op radar- en
televisieschermen, hoe he? schip vordert.
Koers, positie, de diepte, waarop de on
derzeeboot vaart, dit alles kunnen ze
haarfijn controleren, zonder een voet te
behoeven te verzetten- Alvorens het ei
genlijke Noordpoolgebied te bereiken,
■hoest de „Nautilus" door nauwe zeestra-
Jen koersen en o.a. de Behring Straat ver-
bennen.
Daar vertoonde het televisiescherm
Paakte, dorre kusten. Zes dagen tevoren
de Chilenen heen gebracht.
Het kruis in Antarctica De Chileense
expeditie heeft het bij haar basis in
de Bahia Paraiso, de Paradijsbaai,
geplaatst.
had de „Nautilus" de groene kusten van
Hawaii achter zich gelaten.. De „Nau
tilus" legde voor zijn pooltocht een af
stand van 4500 kilometer af. Een verken
ning van onderzees Antarctica zal t.z.t.
zo geen peulschilletje blijken, maar toch
een onderneming zijn, welke met de no
dige omzichtigheid en vakmanschap tot
een goed einde kan worden gevoerd.
De medewerking van een Nederlands
geleerde aan 'n Amerikaanse wetenschap
pelijke expeditie vestigt er nog eens de
aandacht op, dat het onderzoek van Ant
arctica een internationale aangelegen
heid is- Dit is het te meer geworden in
het kader van het internationaal Geofy
sisch Jaar, hetwelk inmiddels tot gevolg
lijkt te hebben, dat de Sovjet-Russen zich
voor goed in het Zuidpoolgebied hebben
gevestigd. Ze gaven althans te kennen,
dat ze niet het voornemen hebben, de door
hen onder wetenschappelijke voorwend
sels gestichte bases te ontruimen en ba
seren een afbakening van een Sovjet-
Russisch gebied op onderzoekingen, in de
vorige eeuw door de Russische graaf ad
miraal Von Bellinghausen gedaan. Dit
zou hun het recht verlenen, de rode vlag
met de hamer en de sikkel boven Ant
arctica blijvend te laten wapperen.
Wat het internationaal aspect van de
exploratie van het Zuidpoolgebied betreft,
we zijn thans in staat, het een en ander
mede te delen over de Chileense expeditie.
Chili maakt zoals bekend ook territoriale
aanspraken in Antarctica en de weten
schappelijke expediie van dit land he-^'t
eveneens blijkbaar tot taak gehad, een ae-
finitieve bezetting voor te bereiden.
Leider van de Chileense expeditie is dr
Francesco Behn, bioloog en professor asn
de universiteit van Conception. Het voor
naamste doelwit ervan is het verzame
len van naderen gegevens aangaande de
magnetische Zuidpool. De expeditie heeft
als officiële fotograaf en cineast een
geestelijke, Pater Edmindo Stockins S.S.
C.C., die kort geleden naar het vaderland
terugkwam met een schat aan films en
foto's. Enkele voorbeelden van zijn foto
grafisch kunnen staan hierbij afgedrukt.
Hij bracht o.a. een foto mede van het
graf (versierd met een eenvoudig kruis)
van Angel Gustavo Rojas, de eerste Chi
leen, die in het Zuidpoolgebied als slacht
offer van zijn wetenschappelijke onder-
zoekingslust stierf. Hij kwam in een
sneeuwstorm om.
Tot de verdere doeleinden van de Chi
leense expeditie behoort het nauwkeurig
opmeten van de Mount Barnard, die zich
in de buurt van de Chileense vliegbasis
Arturo Prat bevindt. De Chilenen, die
reeds gedurende een zestal jaren in het
Zuipoolgebied actief zijn, brachten er de
eerste koe mede. Het dier leefde er tien
maanden, voordat het ten behoeve van
vers vlees geslacht werd. Voor de pin-
guins was het een schier wonderbaarlijke
verschijning, 'n soort voorwereldlijk mon
ster. Ze konden er uren achtereen naar
zitten kijken, tot een droefgeestig geloei
hen overhaast in het zilte nat deed on
derdompelen.
Als teken dat ze het gebied rond Bahia
Paraiso (Paradijsbaai) in bezit genomen
hadden, plaatsten de Chilenen er een
groot kruis, waaraan de pinguins langza
merhand gewend raakten De basis Ar
turo Prat bestaat uit solide, uit staal ge
fabriceerde blokhutten van ongeveer veer
tien meter breedte. Ze hebben een cilin
dervorm. De wanden zijn met asbest en
kurk bekleed, zodat de felle poolwindcn,
die toch al weinig vat op de cilindervor
mige blokhutten hebben, er niet in kun
nen doordringen. De hutten hebben twee
verdiepingen en zijn comfortabel inge
richt.
Terwijl het Internationale Geofysische
Jaar in december afloopt, zal het onder
zoek van Antarctica gewoon doorgaan. In 1
zekere zin is merkwaardig genoeg j
het I.G.J- ontstaan uit twee grote weten
schappelijke gebeurtenissen, welke op de
Noordpool betrekking hadden. In 1882-
1883 en vijftig jaar later, in 1932-1933 wer
den internationale Pooljaren gehouden, in
tussen uitsluitend voor een nader onder
zoek van het Noordpoolgebied. Ze vonden
op betrekkelijk geringe schaal plaats, al
thans vergeleken bij de enorme organisa-
tie van het I.G.J.waartoe reeds in 1953
de grondslagen werden gelegd en dat elf
landen er toe bracht, speciale expedities
uit te zenden, terwijl voorts meer dan
zestig landen op verschillend gebied hun]
medewerking verleenden, ten behoeve!
van het uitwisselen der verkregen gege-:
vens. Hierbij is de Sovjet-Unie, zoals be
kend, niet bepaald vrijgevig geweest- Zc
maakte voornamelijk haar successen
wereldkundig, als b.v. het ontdekken van
een onbekend eiland in de Zuidpool Zee.
doch haar mededelingen van zuiver we
tenschappelijke aard zijn tot dusver nogal]
karig geweest. Voor het overige beperkt
het G J. zich niet tot Antarctica. Het
omvat zo goed als de hele wereld, met
als centra de poolgebieden en voorts be
paalde gedeelten van Noord en Zuid-Ame-
rika, Afrika, Azië en Australië. Meteoro
logie, kosmische stralen, ionosfeer-ver-
schijnselen, het noorderlicht, de aura bo-
realis, zwaartekracht van de aarde, seis
mologie, oceanografie en glaciologie, dus
de kennis van het gletsjer-ijs en uiteinde
lijk de reacties van raketten en kunstma
nen behoren tot de doelwitten van de tal
rijke geleerden en technici, die in 't ka
der van het I.G.J*. samenwerken.
Toch heeft van de aanvang af Antarc
tica een overwegende rol gespeeld bij
het ontwerpen van de plannen. De elf sa
menwerkende landen hebben in Antarcti
ca in totaal 40 geofysische stations of
bases opgericht, waardoor het mogelijk
is geweest, het Zuidpoolgebied te verken
nen en te onderzoeken op een wijze en
in een omvang, die nog slechts enkele
jaren geleden onmogelijk leek.
In Antarctica bestaat de beste gelegen
heid, om de aard en de kracht der kos
mische stralen te meten. Het is voorts
Een koe in het Zuidpoolgebied.... De
pinguins hadden nog nooit zo'n
monster op het. land gezien. Dit is
de eerste koe, die de bodem van
Antarctica betrad. Ze werd er door
■v JgR -X i f 4V r) jPff t v
^.4-' |t ,<v
Een Zuidpoollandschap: de Bahia
Paraiso, ofwel Paradijsbaai, waar de
Chilenen een basis hebben geslicht.
Mm
tt
5?
van groot belang voor de glaciologie,
omdat het de grootste afzetting van ijs op
onze a*de draagt- De studie van de ge
durende eeuwen en eeuwen op elkander
gestapeld zijnde ijslagen kan een beter in
zicht verschaffen in de klimatologische
ontwikkeling op onze aarde, terwijl er te
vens kostbare gegevens verzameld kun
nen worden voor de huidige klimatologi
sche gesteldheid en de wijze, waarop de
ze zich in de naaste toekomst zal ontwik
kelen. Nu kort geleden Amerikaanse ge
leerden hebben betoogd, dat Noord-Euro
pa (ons land inbegrepen) en het noorden
der Verenigde Staten over honderd jaar
een nieuwe ijstijd tegemoet gaan, zal
men ongetwijfeld naar gegevens zoeken,
die hun theorie kunnen bevestigen of.,
ontzenuwen.
W
iHRiiliPi
Volgens sommige meteorologen is Ant
arctica de „broedplaats" van ons weer,
hetgeen wil zeggen, dat vandaar uit de
factoren ontstaan, die de aard van het
weer bepalen, de stormen veroorzaken, re
gen, sneeuw, etc. De hevige stormen,
welke gestadig in Antarctica woeden, moe
ten een grote invloed uitoefenen op de ge
steldheid van het weer op het zuidelijk
halfrond en daardoor weer op die op het
noordelijk-
Voor het bestuderen van de ionosfeer
is Antarctica van enorm belang. In de
lange poolnacht kan er geen laag van
door het zonlicht in elektronen en posi
tief geladen ionen ontstaan, die elders ra
diosignalen terugkaatsen. De ionosfeer
kan als gevolg hiervan beter gadegesla
gen worden.
Ook Antarctica kan bogen op een man,
die zoals Jules Verne enorme mogelijkhe
den voorzag. De Amerikaanse zeeoffi
cier Maury stelde reeds in 1861 voor^ een
internationaal orgaan in het leven te roe
pen, met het doel, het Zuidpoolgebied te
onderzoeken en te bestuderen. Hij wilde
hiermede de hoge kosten van afzonderlij
ke expedities vermijden. Maury zag als
het ware een internationaal geofysisch
jaar in het verschiet. Maar het zou nog
lang duren, vooraleer zijn plan werd uit
gevoerd. Nu. bijna honderd jaar later, zal
het onderzoek van Antarctica ook na het
I. G. J- internationaal blijven en in be
langrijke mate geconcentreerd. De Ame
rikanen en Engelsen hebben besloten
een organisatie te vormen, waarin ze ver
kregen gegevens zullen uitwisselen. Een
speciale groep Amerikaanse en En."lsc
geleerden is sinds geruime tijd bez-ig na
te gaan, in hoeverre het menselijk li
chaam de enorme koude in Antarctica kan
weerstaan. Deze studie is tevens van be
lang Voor de ruimtevaart, waamn éven
eens rekening met zeer lage temperaturen
zal worden worden gehouden. Het is reeds
gebleken, dat het menselijk lichaam te
genover de koude een énorm weerstands
vermogen heeft, mits het slechts goed be
schermd is en de mens zich op de juiste
wijze gedraagt.
De Sovjet-Russen, die in Siberië, waar
de hevigste koude ter wereld werd gere
gistreerd, de nodige ervaringen ten aan
zien van het weestandsvermogen van de
mens bij bijzonder lage temperaturen heb
ben kunnen opdoen, laten zich in Antarc
tica niet onbetuigd. Ze hebben hun voor
naamste basis, Sovjets-kaja, op vier dui
zend meter hoogte opgericht, waar de
poohvinden het hardst waaien en ze gaan
er tevens groot op, in hun basis Mfrny
het „koudste" station van heel het Zuid
poolgebied te bezitten. Het is er kouder
dan aan de eigenlijke Zuidpool.
Toch zal tegen 31 december een grote
uittocht uit het Zuidpoolgebied plaats
vinden. De meeste bases zullen worden
ontruimd, tal van expedities zullen naar
het vaderland terugkeren. De Verenigde
Staten, die momenteel zeven stations on
derhouden, zullen er vier handhaven. In
een dier stations of bases die van Mac
Murdobaai, willen de Amerikanen een
verplaatsbare atoomreactor bouwen, zulks
in de eerste plaats met het doel, brand
stof te besparen, welke thans met grote
kosten en onder veel zwarigheden moet
worden aangevoerd.
Tot dusver konden de Amerikanen bo
gen op het station, waar de hevigste kou
de werd geregistreerd, nl. dat bij de
Zuidpool: 74 graden onder nul, terwijl1 de
grootste koude, ooit in Siberië geregis
treerd. 69.7 graden wag. Maar in Sovjets-
kaja hopen de Sovjet-Russen weer een
record te behalen
MEN KAX ER GERUST ZIJN schouders over ophalen. Er wordt zoveel
gesproken over het tweede gezicht, de gave van mensen, die voor hun ogeti
iets zien afspelen, dat duizenden kilometers van hen vandaan gebeurt.
Talrijk zijn de voorbeelden, die er van worden vermeld. Op Java zou het
veel voorkomen hij de inlanders, maar ook in Europa werden en worden
telkens weer gevallen gemeld van wonderlijke verziendheid of helderziend
heid hoe men het noemen wil. Zelfs kinderen zouden menigmaal op zoiets
als het .tweede gezicht kunnen bogen. In Schotland werd jaren geleden
het verhaal verteld van een kleine jongen, die met eigen ogen aanschouwd
ïad, hoe zijn vader in een stad, meer dan honderd kilometer verwijderd,
door een vrachtauto werd overreden en gruwelijk verminkt. Hij kon de
hele toedracht beschrijven en wat hij vertelde, klopte precies met de of-
M8* 1 ficiële lezing van het tragische ongeval.
Menigeen heeft zelf weieens een soort-
i gelijk verhaal gehoord of iets horen ver-
m tellen, dat er op leek. Nogmaals, men kan
1 er zijn schouders over ophalen, doch het
blijft waar, dat er nog veel is tussen he-
1 mei en aarde, dat wij mensen niet kunnen
verklaren. De moderne wetenschap heeft
jreeds veel opgehelderd van hetgeen vroe-
I ger geheimzinnig of duister leek. het werk
j van boze machten. Deze zelfde weten
schap stelt ons inmiddels voor nieuwe
raadselen. Tegelijkertijd lijkt het er soms
op. dat dingen, waaraan we allang niet
meer geloven of die we ontsproten achter
aan het brein van onontwikkelde, angstige
mensen uit voorbije eeuwen, toch een kern
van waarheid bevatten.
Wetenschappelijke onderzoekers hebben
b. v. bevestigd, dat de Lappen, de zwer
vende, half Mongoolse bewoners van noor
delijk Noorwegen, Zweden en Finland in
derdaad in een soort geestelijk contact
met elkander staan over een afstand van
honderd kilometers en dan weten, wat er
gens ver weg gebeurd is. Het kan zoiets
van telepathie zijn —waarover trouwens
j telkens weer interessante voorbeelden wor
den gemeld maar het juiste weet men
er nog niet van. Anderzijds wijzen de ge-
leerden de beweringen van zich af, als zo
den deze zelfde. Lappen in contact staan
met z. g. bosgeesten en allerlei creaturen,
waarvan in de mythologie en in de sprook
jes en legenden verteld wordt.
Toch duiken telkens weer mensen op,
die met grote stelligheid verklaren.'dat er
beslist bosgeesten en kabouters bestaan.
Onlangs publiceerde een Engels blad een
foto. genomen door twee meisjes, waarop
'n soort kobolden voorkwam, die de meis
jes met eigen ogen zouden hebben gezien.
Ze werden in hun omgeving voor heel
geloofwaardig gehouden en ontkenden zelf
te enen male, een fotografische grap te
hebben uitgehaald.
Een dergelijke foto kan vermoedelijk op
één lijn gesteld worden met foto's van
geesten en spoken. Toch. is er in de rede
nering van lieden, die in het bestaan van
bosgeesten geloven, iets merkwaardigs,
omdat het enigszins overeenstemt met de
uitkomsten van de moderne wetenschap.
De betrokkenen stellen zich daarbij op het
standpunt, dat al die verhalen uit het ver
re verleden over allerlei wonderlijk ge
dierte en over mensachtige, doch totaal
vluchtige verschijningen toch een grond
van waarheid moeten hebben en ze niet
uitsluitend het resultaat van de menselij
ke fantasie kunnen zijn.
Nogmaals, we willen hier in deze rege
len allerminst propaganda maken voor
het occultisme, het spiritisme en de pa
rapsychologie. Het is evenwel interéssant,
om af en toe verschijnselen en berichten
Weer te geven, die de ronde doen en vele
mensen grote belangstelling inboezemen.
Wat hier volgt geven we dan ook, om het
eens deftig te zeggen a titre documentai
re, dus om onze lezers op de hoogte te
houden.
Er bestaan volgens sommige mensen
werkelijk bosgeesten. Uit hun.beschrijvin
gen ervan te oordelen, die tamelijk vaag
zijn. zou men onwillekeurig concluderen,
dat ze. dpelen op bepaalde verschijnselen
in de natuur. Deze bosgeesten kunnen dan
niets anders zijn dan elektrische fenome
nen. waarvan men zo langzamerhand, nu
men zich steeds meer op de ontwikkeling
der atoomenergie en wat daarbij behoort
toelegt, meer te weten komt.
schappelijk onderzoekster, A. David-Neel,
die lange-tijd in Tibet doorbracht, heeft er
uitvoerige beschouwingen aan gewijd. Het
geen ze vertelt, werd bevestigd in een
boék, dat een voormalige Tibetaanse
monnik in Engeland deed verschijnen. Het
is het veelomstreden boek „The "Third
.Eye", het Derde Oog, waarin deze ver
telt, hoe de monniken van Tibet dit bij
hem aanbrachten. Dit Derde Oog ver
schaft hem .niet de mogelijkheden, wélke
de ménsen bezitten, die met het tweede
gezicht behept zijn, naar ze. zeggen tot hun
grote verdriet, doch geeft hem wel enkele
hoedanigheden.
We tekenen inmiddels even aan. dat er
in de wetenschappelijke wereld stelling is
genomen tegen de schrijver van het boek,
Lobsang Rampa, die zich aanvankelijk
voor Tibetaan uitgaf, maar later erkende,
een Ierse vader te hebben gehad. Deze va
der zou hem als kleine jongen aan de
monniken van een Tibetaans klooster heb
ben toevertrouwd. Toen hij nauwelijks 10
jaar was., werd hij door zijn leermeester
waardig bevonden, van het Derde Oog
'voorzien te worden. Hiertoe moest hij een
pijnlijke operatie ondergaan. Hij werd in
een kale. halfdonkere cel opgesloten,
waar hem een hard knellende band
om het voorhoofd gebonden werd. In die
band zat,, precies midden op het voorhoofd,
een kleine priem, waardoor allengs een
gat gemaakt werd. In dit gat boorden de
monniken na enige tijd een houten pin.
Dit deed buitengewoon veel pijn. Tegelij
kertijd zag Lobsang Rampa een helder
licht. De leider van de operatie of ceremo
nie verkreeg om zijn hoofd een aureool
van een gouden'schijnsel. Hierna werd de
jongen een blinddoek omgedaan en moest
hij enkele weken achtereen, al vastend
in de cel blijven.
Bij het verlaten van de cel zag hij, hoe
alle personen, die hij ontmoette, een aure
ool om het hoofd hadden en een bepaald
licht uitstraalden, bij elk hunner verschil
lend. Zijn leermeester legde hem uit, dat
deze uitstralingen 't karakter van de per
sonen weergaven. Aan de kleur en de in
tensiteit kon hij voorts zien, in welk een
gemoedstoestand He betrokkene verkeer
de. Tevens was hij in staat, diens ge
dachten min of meer te raden
We laten dit verhaal voor rekening van
de voormalige Tibetaanse monnik. Maar.,
ofschoon het er niet veel mee te maken
heeft, datgene wat de Sovjet-Russen en
ook de Chinezen op het gebied van de her
senspoeling hebben uitgevonden, waardoor
ze zelfs hoogstaande mensen heel anders
laten denken dan ze willen en dingen la
ten zeggen, die ze normaal nooit gezegd
zouden hebben, stemt vanzelf tot nadenken
en een opnieuw overwegen van het oer
oude gezegde, dat er veel is-tussen hemel
en aarde, hetwelk we niet begrijpen..
K.H.
De primitieve voorstelling, dat deze
bosgeesten de bloei van plant en bloem,
boom en bloesem/zouden bevorderen, ggat
niet in tegen de wetenschappelijke op
vatting ten aanzien van de plantegroei.
Maar hierdoor worden deze bosgeesten
nogallerminst mensachtige wezens, die
kunnen spreken en voorts tot alles in staat
zijn, wat men hun toedicht.
Laten we evenwel besluiten met het
nieuwste uit Tibet, dat van het Derde
Oog. Een Franse schrijfster, en weten-
De „operatie" van het „Derde Oog
in 'een Tibetaans klooster.
Op grond van een uitgebreid on
derzoek heeft pater Dr. van Door
nik onlangs een uitslag van een
opinie-onderzoek gepubliceerd
over hoe niet-katholieken de ka
tholiek zien. De schrijver schrijft
in zijn artikel o.a.:
Deugden van het katholiek
volksdeel, die zouden opvallen,
worden weinig genoemd, noch
eerlijkheid ,noch kuisheid. Een
uitzondering wordt gemaakt
voor de caritas in al haar vor
men.
Het is inderdaad een feit, dat
we weinig uitblinken boven ande
ren. En wal; dan die caritas be
treft: Er wordt in .de liefde-sec
tor veel gedaan en bereikt. Be
kijkt men echter het geheel kri
tisch, dan ervaart men, dat de
katholieke caritas enorme presta
ties levert door de groep. Maar
niet per persoon. Want al te dik
wijls zijn het steeds dezelfde men
sen, die in offervaardigheid van
zich zelf of van hun financiën de
naastenliefde beoefenen. Nog te
velen bezitten meer kritiek dan
lust tot medewerken, meer slap
heid dan edelmoedigheid.
Ter aanmoediging of tot volhar
ding is het officie van morgen
weer een prachtige bijdrage. Zo
brengt de „Collecte" een levens
program, dat bijna niet korter is
samen te vatten nl.:
Geef, Heer, dat we altijd het
redelijke beogen en door woord
en daad volbrengen, wat U wel
gevallig is.
Is er God iets aangenamer dan
een daadwerkelijke beoefening van
de goddelijke deugden: geloof,
hoop en liefde met de laatste als
de voornaamste?
In het „Epistel." komt St.-Pau-
lus dat alles uit de doeken doen
met zijn brief aan de Thessaloni-
censers. De apostel schrijft dan
o.a., dat hij dank brengt aan God
voor het werk van het geloof van
genoemde Thessalonicensers, voGr
hun arbeid, hun liefde en stand
vastige hoop in de Heer. Het
Evangelie is bij hen niet maar
een woord maar kracht in de H.
Geest! Ze zijn navolgers geworden
van de Heer, toonbeelden voor de
bevolking van Macedonië en Acha-
ia. Naar alle plaatsen is het ge
loof doorgedrongen.
Zou St.-Paulus deze lofuiting ook
op ons kunnen toepassen? Zijn wij
van die geloof- en liefde-mensen?
Zijn wij thuis, op ons werk, in on
ze straat, in ons dorp of wijk van
die toonbeelden? Zijn wij van die
volgroeide mosterdbomen, waar
heen vogels van onderscheidene
soort hun toevlucht zoeken? Zijn
wij van dat goede zuurdeeg, waar
mee een maatschappij zo uitste
kend wordt 'doordesemd?
We hebben de indruk, dat het
officie van morgen inderdaad wel
vragen oproept en stof tot medi
tatie geeft.
Mogen de rijen der „toonbeel
den" volgende week voor de he
mel zichtbaar groeien!