AMERIKANEN krijgen steeds meer
belangstelling voor kleine automobiel
Tussen de Wielen
Beschermheilige van de late roepingen?
Culturele missie van
kruideniers en bakkers
V oetbalpoolregeling
onderweg
ÉM
m
Een gril
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1958
LAATSTE GLORIE'JAAR DER „CHROOM-PALEIZEN"
Verborgen microfoons helpen bij opinie-onderzoek
- -
Vertrouwen
Wat gebeurt er met
„overlevende"
bromfietsen
Proeven
Lange 1959-ers
ty AZERNE
WERD
SEMINARIE
Op 14 november 1894 klopte
kardinaal-staatsecretaris Ram-
polla aan de deur van het stu
deervertrek van Leo XIII. De
kardinaal had een rapport bij
zich van een Franse priester,
die hij twee dagen van tevoren
had gesproken. Hij was direct
onder de indruk gekomen van
deze abbé: zijn innemende
charme en zijn enthousiaste
apostolaatsijven
V .I.'-'?'
v rlL. l."Z" ZZ'. iLi'ri/, L-riJ '>-ZU 'i' b -
c>. 1:riiZ; V [Zï :ZZ-ASr'z hZ'i AZZ- vZ? Vr vZ;AiAA-ÏZ';./:.:A
i| i.
J rzzZ&Z yÊk
a - MbËvM
f
t
f
De boekhandel is ineens geconfronteerd met
een nieuwe concurrentie-factor uit een hoek,
waarvan zij tot voor kort nooit gedroomd zou
hebben. Kruideniers maken zich n.l. op, om te
midden van de veelso<ytige artikelen, die zij
reeds verkopen, ook het pocket-boek op te nemen.
Ook in de bakkerijwereld is de belangstelling
voor het pocket-boek als verkoopartikel groeien
de. Er zijn in het westen des lands al bakkers,
die zich naarstig beijveren om pockets er in te
doen gaan „als koek".
Van de ene kant kunnen wij deze ontwikkeling
zeer wel toejuichen. Het is toch op zich zeer ver
heugend, dat kruideniers en bakkers zich van een
culturele missie bewust gaan worden. Dit opent
gans nieuwe perspectieven. Het betekent een nieu
we fase in de culturele verheffing van een be
langrijk deel van de middenstand, dat tot dus
verre te zeer door de dagelijkse beslommeringen
in beslag genomen werd om zich voor de wereld
van het boeck echt te interesseren. Door het op
nemen van het pocket-boek in hun assortiment
zal de culturele horizon van kruideniers en bak
kers langzaam maar zeker aanzienlijk verbreed
en verruimd worden. Want willen zij hun nieuwe
waar met overtuiging kunnen aanprijzen en de
belangstellende koper deskundig voorlichten, dan
zullen zij zich zelf toch op de hoogte moeten stel
len van de litteratuur en de grote stromingen, die
daarin te bespeuren vallen. Zet deze ontwikkeling
zich door, dan zal natuurlijk wel de vakcursus
voor kruideniers en bakkers uitgebreid moeten
worden met het onderwijs in letterkunde, wijsbe
geerte e.d. Want ook op dit punt dient de klant
de zekerheid te hebben, dat solide vakkennis
aanwezig is.
Nu zult u wellicht opmerken, dat de verkoop
van het pocket-boek toch niet zoveel om het lijf
heeft. Maar dan vergist U zich deerlijk. Want
vele pocket-boeken zijn een weerspiegeling in het
klein van de grote litteratuur. En de clientèle van
kruideniers en bakkers is naar onze indruk veelal
niet van dien aard, dat zij niet met deskundige
hand ingeleid dient te worden in deze nieuwe ge
heimzinnige wereld.
Bovendien lijkt het ons voor de hand te liggen,
dat de kruideniers en bakkers op den duur niet
stil zullen blijven staan bij de verkoop van
pockets. Wanneer hun culturele honger maar een
maal gewekt is, dan zullen zij ongetwijfeld
een onstuitbaar verlangen in zich voelen opwel
len om ook het grotere en duurdere boek in hun
assortiment onder te brengen, en wie weet, of
niet talrijken onder hen dermate vervuld raken
van de culturele missie, die zij spontaan op zich
genomen hebben, dat zij zich geheel gaan toeleggen
op de verspreiding van het boek. Voorwaar een lok
kend perspectief, voor ieder, die de bloei van onze
cultuur een warm hart toedraagt.
En dit is nog niet alles. Want laten we ook ze
ker niet vergeten erop te wijzen, dat de culturele
missie, die kruideniers en bakkers in onze samen
leving gaan vervullen, de culturele emancipa
tie van de vrouw zeer ten goede zal komen. De vrou
wen toch vormen verreweg het grootste deel van
de klanten, die kruideniers en bakkers te bedie
nen hebben. Wel dreigt hier voor de man een ge
vaar dat hij koelbloedig onder het oog moet zien.
Het kan nl. wel eens zo lopen, dat de huisvrouwen
zozeer door kruideniers en bakkers cultureel ge
wekt worden, dat zij hun huishoudelijke plichten
gaan verwaarlozen. De man dient de komende ont
wikkeling derhalve nauwlettend te volgen, opdat
dit gevaar tijdig de kop ingedrukt kan worden.
Tegen al deze lichtzijden staat één groot be
zwaar: het euvel van de branche-vervaging wordt
door deze gang van zaken opnieuw bevorderd,
tenzij de uitgeverij van de kruideniers „De Bron"
gelijk heeft. Deze uitgeverij heeft nl. in een circu
laire opgemerkt, dat er in het kader van een effi
ciënte distributie geen verschil is tussen een slacht-
kip en een pocketboek. De uitgeverij zwakt deze
uitspraak echter verderop weer enigszins af. Er is
tussen beide artikelen één verschil, zo erkent zij:
„de kip is stoffelijk en het pocket-boek cultureel
voedsel". De uitgeverij is kennelijk geneigd dit
verschil niet erg zwaar te nemen. Wij vragen ons
af, of zij hiermede wel voldoende gevoel heeft
voor de eigen aard van een slachtkip en van een
pocketboek.
Zij ziet bovendien nog een ander verschil over
het hoofd, dat met de branche-vervaging wel
niets te maken heeft, maar des te meer met de
portemonnee. Een slachtkip is veel duurder dan
een pocket-boek. De kippenboer krijgt veel meer
geld voor zijn waar dan de schrijver van pocket
boeken. Een aantal dichters heeft zich onlangs
ernstig beklaagd over het honorarium, dat zij ont
vangen voor hun culturele arbeid, een honora
rium, dat niet meer is dan een sluitpost. Deze klacht
is o.i. zeer terecht gemaakt. Een slachtkip is zes
a zeven maal zo duur als een pocket-boek. Waar
om? Wij willen het genot van een slachtkip zeker
niet onderschatten, maar het genot dat een goede
pocket verschaft, is langduriger en duurzamer.
Hier blijkt weer eens, hoezeer het culturele pro-
dukt nog onderschat wordt vergeleken met de
stoffelijke voortbrengselen. Het wordt tijd, dat de
schrijvers eens wat beter aan hun trekken ko
men, opdat zij zich nu en dan ook de weelde kun
nen veroorloven een slachtkip te verorberen
Zeer binnenkort is dus de indiening te ver
wachten van het wetsontwerp tot wijziging van
de loterijwet. Daardoor wordt, na een lange en
vaak emotionele discussie de weg geëffend voor
een wettelijk gereglementeerde voetbalpool. Wie
ons standpunt in deze zaak gevolgd heeft, zal be
grijpen, dat wij, zonder op het wetsontvoorstel
vooruit le lopen, verheugd zijn over de thans
door minister Samkalden eindelijk betrachte spoed.
De aankondiging van de minister maakt dui
delijk, dat het kabinet over de in zijn midden
bestaande bezwaren is kunnen heenstappen. En
ook de A.R.-woordvoerder in de Tweede Kamer,
dr. Meulink, leek bij alle zware veroordelingen,
die hij over de „toto" uitsprak, toch te willen doen
uitkomen, dat hij en zijn fractie-genoten, niet
van plan zijn een stok tussen de ministeriële be
nen van hun geestverwanten te steken. Het con
trast tussen de nadruk van het principieel stelling
nemen en het uitblijven van de voor de hand lig
gende conclusies heeft ons wel enigszins ver
baasd. Maar met het resultaat hebben wij gaarne
vrede, Al hadden wij liever gezien, dat onze A.R.-
vrienden te dezer zake wat meer oog hadden ge
kregen voor de meer opgewekte kanten van het
vraagstuk en dat zij bij een binnen de grenzen
gehouden kansspelletje, dat een goed doel dient
en voor de deelnemers een onschuldig genoegen
kan betekenen, niet zo hardnekkig naar een prin
cipieel „nee" hadden gezocht.
Zoals bekend krijgt de Hoge Baad op 25 no
vember ten tweede male de K.N.V.B.-toto te be
oordelen. Het ziet er naar uit, dat de loterijwet nog
niet gewijzigd is, als het vonnis wordt geveld.
Gesteld, dat zulks het geval is én dat de Hoge
Raad, op grond van de thans vigerende wet tot
een veroordelende uitspraak komt, dan zou dat
een weinig elegante toestand scheppen. Sommi
ge bladen zien hier „een moeilijkheid". Maar
onder „een moeilijkheid" verstaan wij dan toch
wel iets moeilijkers. Hoogstens moet de K.N.V.B.-
toto dan wachten tot de nieuwe wet in werking
treedt. Bij de sfeer van de Kamers kan dat niet
lang zijn.
(Van onze correspondent)
NEW YORK
Enkele grote garage-firma's in Amerika hebben bun clientèle
zojuist laten weten, dat de- nieuwe Cadillacs niet in hun garages
geparkeerd kunnen worden. De modellen zijn te lang en nemen
te veel plaats in, zeggen de garagehouders. Dus naar het schijnt
kunnen de garage-eigenaars hetere zaken doen met de kleine, uit
Europa geïmporteerde auto's, die Amerikanen meer en meer
beginnen te verkiezen boven hun eigen sleeën van wagens. Hoe
kleiner de wagens immers, hoe meer er in een garage geparkeerd
kunnen worden en als op de plaats van een Cadillac, tnodel-1959,
liefst twee Volkswagens kunnen staan, waarom zou een garage
houder dan niet de Volkswagen prefereren?
Het ziet er werkelijk naar uit dat 1959 het laatste jaar zal
zijn waarin Amerikaanse auto's met elkaar in lengte concurreren
en m lengte toenemen Want al hebben de Grote Drie (ofwel
General Motors, Ford en Chrysler) voortdurend beweerd, dat
Amerikanen niets voelen voor de kleine wagens, import-cijfers en
verkoop-statistieken tonen het tegendeel aan.
Dakgarage in New York op het P. A. Bus Terminal, een oplossing
parkeerprobleem
teit dan voorheen en een elektri
sche ruitenwisser. De Chrysler
heeft een dak in twee kleuren en
de achterzijde van het dak is ho
ger, zodat meer ruimte voor het
hoofd gewonnen wordt, terwijl de
kussens dikker zijn geworden. De
achterlichten zijn in het einde der
vinnen geplaatst. De Rambler ver
toont in het interieur speciale hals
steuntjes, welke aan de rugleu
ningen bevestigd zijn; en iedere
zitting kan op zijn eigen „rails"
naar voren of achteren geschoven
worden. Ford is weer teruggekeerd
tot enkelvoudige, maar reusach
tige achterlichten. Ford heeft zijn
paardekracht ook niet meer opge
voerd, integendeel ietwat vermin
derd. Pontiac is enorm wijd en
zeer laag en vertoont aan de voor
kant twee roosters. De stijl van
de Chevrolet is het meest van al
le wagens veranderd. Chevrolet is
uiterst laag en vlak; er is meer
zitruimte. De Dodge heeft gevaar
lijke uitstekende achterlichten ge
kregen, die aan de vorm van ge
leide projectielen doen denken;
de snelheidsmeter van de Dodge
verandert van groen tot geel tot
rood licht bij toenemende snelheid
terwijl deze wagen ook over elek
tronisch functionerende zelfdo-
vende koplampen beschikt. De So
to zal door veel vrouwen toege
juicht worden, omdat die draaiba
re stoelen heeft, zodat voor het
eerst sinds het bestaan van de
auto een vrouw gracieus uit zo'n
vehikel zal kunnen stappen.
De directeur van General Mo
tors heeft vol vertrouwen ver
klaard, dat de auto-industrie
5.500.000 wagens in 1959 zal ver
kopen. De president van Chrys
ler laat nog optimistischer gelui
den horen en heeft het over 6 mil
joen auto's die in 1959 zullen ver
kocht worden (400.000 buitenlandse
wagens zijn hierbij berekend). Men
wil trachten 1 miljoen auto's meer
dan in 1958 te verkopen. Hetgeen
2-3 miljard dollar meer inkomen
voor de industrie zou betekenen.
De natie zal daar ook wel bij va
ren, want de auto-industrie is een
van de grootste werkgevers van
Amerika. De auto-fabrikanten
spenderen met elkaar jaarlijks
meer dan 3 miljard en met ge
lieerde industrieën maken ze van
10.314.073 mensen gebruik. Er zijn
in dit land ongeveer 56 miljoen
w
De kleine Amerikaan" van de toe
komst. zal een wagen worden in de
Europese middenklasse, plaats bie
dend aan vijf personen en uitgerust
met een motor van ongeveer 100 pk.
Oeneral Motors neemt bovendien
proeven met aluminium motorblok
ken en horizontaal geplaatste cilin
ders.
auto-eigenaars en 14 pet. daar
van bezitten meer dan één wagen.
Auto-eigenaars geven jaarlijks een
totaal van 16 miljard, dollar uit,
dat naar benzinestations gaat, met
reparatie-garages; 8 miljard gaat
aan vernieuwde onderdelen. De
autobezitters gevet), ook jaarlijks
4,5 miljard dollar "uit aan verze
keringspremies. Allerlei andere
industrieën zijn bij goede auto
verkoop gebaat, als b.v. de radio
fabrikanten; 36 pet. van de radio's
wordt in auto's geplaatst. Rubber:
Amerikaanse automobilisten ge
bruiken bijna 94 miljoen banden
ieder jaar, etc. Tenslotte is een
auto een vervoermiddel dat uit
circa 13.000 onderdeeltjes bestaat,
hetgeen verklaart waarom het
Amerika economisch slecht ver
gaat als de auto-industrie slecht
ervoor staat.
De Grote Drie zullen inmid
dels hun oor scherp te luisteren
leggen om de reacties van het
publiek op de modellen van 1959
gewaar te worden, zodat zij
daarna zekerder kunnen oorde
len over de neiging van het pu
bliek tot kleinere modellen. In
vele auto-verkoopruimten han
gen verborgen microfoons, die
opmerkingen van argeloze klan
ten doorgeven aan een bandre
corder; het zijn deze opmer
kingen, die de modellen van 1960
mede bepalen zullen. Want het
zijn eigenlijk de auto-modellen
van 1960 waarop Detroit zich
aan het concentreren is. En wat
de 1959-modellen betreft: men
hoopt er het beste van
(Van onze verkeersredacteur)
Zoals bekend staat vast, dat
circa 800.000 bromfietsen, die
thans in Nederland rondrijden
niet voldoen aan de eisen,
welke per 1 januari 1963 aan
de bromfietsen gesteld zullen
worden. Omdat de A.N.W.B.
vermoedt, dat op dat tijdstip
ongeveer 200.000 zorgvuldig
bereden bromfietsen nog in
redelijke staat zullen ver
keren, is aan de minister be
richt, dat het onaanvaardbaar
moet worden genoemd, wan
neer deze bromfietsen van de
weg'zouden moeten verdwij
nen.
De minister heeft zojuist op
dit schrijven geantwoord. Hij
is het met de bond eens, dat
deze groep bromfietsen niet
zonder meer behoort uit te
sterven, doch hij stelt, dat het
zeer moeilijk is om thans
reeds een schatting te maken
van het tegen 1 januari 1963
nog aanwezige aantal brom
fietsen, vallende onder het be
paalde in het wegenverkeers
reglement.
De minister meent daarom,
dat het niet opportuun is om
nu reeds te overwegen of en
in hoeverre voor deze groep
maatregelen dienen te wor
den getroffen.
Indien tegen het einde van
de overgangstermijn mocht
blijken, dat nog een aanzien
lijk aantal tot deze groep be
horende bromfietsen in om
loop is, kan aan de hand van
de dan beschikbare gegevens
worden nagegaanwelke
maatregelen voor dit pro
bleem de meest doelmatige
oplossing kunnen bieden, al
dus de bewindsman.
De A.N.W.B. tekent hierbij
aan, dat het hem niet duide
lijk is, waarom het treffen
van maatregelen ten behoeve
van de „overlevende" brom
fietsen afhankelijk zou moe
ten zijn van de vraag of er al
dan niet een „aanzienlijk"
aantal over is. Ook indien
zou mogen blijken, dat het
aantal geringer is, dan het
geen de minister op dat tijd
stip onder „aanzienlijk" zou
willen verstaan, zullen uit een
oogpunt van sociale recht
vaardigheid ten behoeve van
deze groep toch maatregelen
dienen te worden getroffen.
De regering heeft naar de
mening van de A.N.W.B. te
lang gewacht met het treffen
van ordenende maatregelen
waardoor de bromfietsen zich
voor 't grootste deel van een
„rij wi el-met-hulpmotor" on
gebreideld hebben kunnen
ontwikkelen tot eén licht
motorrijwiel om juist de
rustige gebruikers van dit
vervoermiddel straks de dupe
te laten worden.
In een tijd van economische te
ruggang en waarin de Grote Drie
aanzienlijke verkoopverliezen le
den, bleef de verkoop van de klei
ne auto's stijgen. Tot en met augus
tus van dit jaar werden hier
226.406 buitenlandse wagens ver
kocht tegen 123.822 in dezelfde
tijdsperiode het jaar daarvoor. In
1956 echter was de totale verkoop
van buitenlandse wagens nog
maar 98.190. En in 1955 bedroeg
de verkoop d aarvan slechts
58.465. Terwijl dit jaar de verkoop
van Amerikaanse auto's in augus
tus bijzonder laag was, bedroeg de
import liefst 9.3 pet. van de
Amerikaanse markt; dit tegen de
4.1 pet. van augustus 1957. Bui
tenlandse auto-import zal dit jaar
ongeveer 400.000 bedragen en gro
tere import wordt al voor 1959
voorbereid.
Met andere woorden, of ze
willen of niet, de Grote Drie zul
len moeten mee gaan doen met
die voorkeur voor kleine wagens
en ze zelf op de markt gaan bren
gen. Vaklieden van Detroit-indus-
trie blijven niettemin volhouden,
dat die voorkeur maar een voor
bijgaande gril van het publiek zal
zijn en dat het eigenlijk onverstan
dig is om er 150 of 250 miljoen
dollar aan te wagen: want dit be
drag zal nodig zijn om op totaal
nieuwe modellen om te schake
len. De winstmarge zal daarbij
magerder worden, voorspellen de
ze lieden somber, omdat de wa
gens goedkoper zullen zijn.
Met dat al, de Grote Drie ver
tonen de eerste tekenen, dat zij
zich aan het voorbereiden zijn op
produktie van een kleinere „fami
lie-auto", al blijkt tevens dat zij
zich met de grootste voorzichtig
heid aan dit avontuur wagen. Ge
neral Motors heeft al orders ge
plaatst voor werktuigen nodig voor
de bouw van kleinere auto's. De
algemene bedrijfsleider van de
Ford Company zei onlangs, dat
„al duizenden uren en de beste
talenten" waren gebruikt voor ont
werp van kleinere wagens. Ook de
president van Chrysler liet pas
weten, dat „honderden mensen
aan het werk zijn" om een klei
nere, stijlvolle auto te tekenen,
die aan de behoeften en eisen van
de Amerikaanse klant tegemoet
komt.
American Motors overigens, die
het vorige jaar de kleinere, la-
gergeprijsde Rambler—American
op de markt bracht, heeft een
flinke toeneming in de verkoop
kunnen constateren. Half novem
ber zal de tweede kleinere Ame
rikaanse wagen (De Leeuwerik)
ofwel de Studebaker-Packard
„Lark" uitkomen. Deze wagen is
ongeveer 3 voet korter dan de ge
middelde Amerikaanse auto en
nog een beetje korter dan de
Rambler. Maar beide modellen
blijven toch groter dan de geïm
porteerde wagens en de Grote
Drie zullen in geen geval hun mo
dellen kleiner dan de Lark en de
Rambler maken. Dus de Ame
rikaanse kleine auto's van de toe
komst zullen groter blijven dan de
populaire Europese merken. De
Amerikaanse kleine auto zal een
familie-wagen zijn, waarin ten
minste 5 personen comfortabel
kunnen zitten, plus ruimte voor
een behoorlijke hoeveelheid ba
gage. De prijzen zullen rondom 2000
dollar blijven; besparing zal min
der in de koopprijs dan in het
goedkoper gebruik van de wagen
liggen. De motoren voor deze Ame
rikaanse auto's zullen ongeveer
100 paardekracht hebben, dus
meer dan een laaggeprijsde bui
tenlandse auto en tenminste één
van de nieuwe modellen zal van
een aluminium motor voorzien zijn.
Vertegenwoordigers van General
Motors hebben verklaard, dat na
uitgebreide proefnemingen alumi
nium nu als een geweldige con
current van ijzer en staal voor mo
toren wordt beschouwd. Men ge
looft ook dat een „pannekoekmo-
tor", waarbij cilinders horizontaal
inplaats van rechtop geplaatst
worden, mogelijk in kleinere Ame
rikaanse automodellen zullen wor
den gebruikt.
Intussen zijn de meeste Ameri
kaanse modellen voor 1959 al in
veel zaken hier te zien. Indien mo
gelijk zijn ze nog langer, lager en
wijder dan de auto's van dit jaar.
De vinnen aan de achterkant ste
ken in alle richtingen op, uit en
neer. De autodaken van de nieu
we modellen zijn korter en dun
ner van materiaal, de inzittenden
worden door ramen van vuurproef
glas beschermd. De dubbele kop
lampen vindt men in nieuwe for
maties, verticaal, horizontaal en
diagonaal. De nieuwe kleuren zijn
zachter van toon en hebben een
bescheidener chroom-accent.
De kracht van de motoren is over
het algemeen hoger en de remmen
zijn beter. Om een paar nieuwig
heden van diverse merken te noe
men: de Buick heeft luchtgekoel-
de remmen van grotere capaci
De priester had de beroemde
kardinaal een plan voorgelegd. Hij
kende Frankrijk. Dertig jaar lang
was hij door Frankrijk getrokken,
van parochie naar parochie, om er
missies te preken voor het volk en
retraites te geven aan de priesters.
Hij zag van dichtbij de priester
nood in de Franse diocesen, een
nood, die nog steeds het katholieke
leven in Frankrijk plaagt.
Bovendien kreeg hij, als door een
apostolische intuïtie, oog voor de
taak van de Kerk in de 19e en 20e
eeuw: de kerstening van de ver
waarloosde en pasontdekte we
relddelen. Frankrijk vroeg arbei
ders; de missie zou arbeiders gaan
vragen en veel. Hij zocht naar een
oplossing, maar niet langs traditio
nele wegen. En hij zag een kans
de nood aan priesters te lenigen.
Tijdens zijn missiereizen in
Frankrijk ontmoette hij herhaalde
lijk jongens van oudere leeftijd, die
nog priester wilden worden. Die
moesten opgevangen worden. Er
moest een instituut komen voor la
te roepingen. Hij wist, dat niet ie
dereen hem zou begrijpen. Jaren
lang heeft hij moeite gehad de Con
gregatie tot Voortplanting van het
Geloof duidelijk te maken, dat zijn
late roepingen beslist geen grijs
aards waren of gebrekkige oude
heren.
Maar de kardinaal-staalssecre-
taris van Leo XII begreep hem. En
ook Leo, de Paus die het volk en
zijn noden kende, begreep wat deze
priester wilde. Hij keurde het plan
goed. En daar liet de Paus het niet
bij. De volgende dag ontving hij de
I.v'.j «fel. v., s
-V. V
.v. -V A .v w
„De Kazernehet eerste seminarie voor late roepingen. Op de voorgrond de grafkapel van pater
Bcrthier (Grave).
van de Franse abbé, pater Berthier,
aartsbisschop van Reims, kardi
naal Langénieux. „Dit instituut is
juist een stichting voor deze tijd,
zei de Paus tot hem, „en ik uit de
vurige wens, dat het zo spoedig
mogelijk tot stand komt." Kardi
naal Langénieux moest bescherm
heer worden van het nieuwe insti
tuut en hij moest pater Berthier
helpen de stichting tot stand te
brengen.
Pater Berthier begon ogenbUK-
kelijk. Niet in Frankrijk. Hij voor
zag de Franse verbanningsdecreten
tegen de religieuzen. Daarom ging
hij regelrecht naar Nederland.
Na wat zoeken kwam hij in Gra
ve terecht, waar reeds drie jaar
een oude kazerne leeg stond en een
militair hospitaal. Pater Berthier
kocht de gebouwen en begon daar
zijn instituut. Van alle kanten en
uit alle Europese landen stroomden
de jongens toe. Ieder jaar ontving
hij gemiddeld een honderd aanvra
gen. Hij kon er niet zoveel aanne
men als hij gewild had. Op de twin
tig kandidaten was er gewoonlijk
maar één in staat het toch al lage
kostgeld te betalen. Maar 't insti
tuut groeide, ondanks financiële
moeilijkheden en onbegrip tot in
Rome toe.
Maar niet alleen bet Instituut
groeide, ook zijn stichter, patel
Berthier, gewend te reizen en te
prediken, werd weer seminarist met
zijn seminaristen. Hij deelde hun
leven, sliep op hun slaapzaal, werk
te in hun studiezaal. Hjj was hut'
overste, hun professor, hun geeste
lijke leidsman. Hjj was redacteur
van een tijdschrift en wist nog tijd
te vinden om verschillende boeken
te schrijven, die vlot verkocht wer
den en in verschilende talen ver
taald. Hij toonde zich een man van
een grote apostolische ijver en een
diep inwendig leven, die niet eigen
verlangens zocht, maar Gods wd-
Men noemde hem de Kartuizer-
missionaris, een teken, dat lijj in
derdaad in zjjn leven verwerkelijk'
had, wat hij zich als jongen reed1'
als ideaal had gesteld: een priester
te zijn als de pastoor van Ars: hard
werken en tegelijk een grote honger
naar het zijn bij God.
Op 16 oktober 1906 stierf hij. Ziin
lichaam rust nu in een grafkapel
bij de oude kazerne, die het moe
derhuis is geworden van zijn insti
tuut: de Missionarissen van de H-
Familie.
In 1950 werd in het bisdom De"
Bosch het proces geopend voor zi)n
zalig- en heiligverklaring. KrijS'
dit proces eenmaal een gunstig
einde, dan is hij wel de aange
wezen priester om de „oescherru"
heilige van de late roepingen."
worden.
H. v. HEIJST, M.S.F-
i
i