Klokken, kloven, uurwerken en horloges NIEUW JAAR O Een huis als een museum in Eindhoven ei Ritme van dag en nacht Zestien Breguets Met mu Ijdeltuiten Vakkennis Thema voor oudejaarsavond is niet aan een jaar gebonden zonder scherpe kantjes Bromfietsers denk om de 30 km-bepaling Psaar verkiezingen met een slokje en serpentines WOENSDAG 31 DECEMBER 1958 PAGINA 9 STEM UIT DE TINGEL TANGEL Een hall vol mooie dingen is een grote afleidingzij het een edele - om in die eerste momenten van de kennismaking je aandacht te ooncentreren op de goede gast vrouw die mevrouw M. Boon Van Kol is. Dit is dan het huis met zijn 48 klok ken, een 500 kloven, 275 uurwerken en meer dan 300 horloges, die we aanstonds zullen gaan zien. Het is werkelijk niet alles. Deze huisgrote schrijn bergt ook antieke meubelen, kleden, gebruiksvoorwerpen, aarde werk, sculpturen en schilderijen en nog van alles dat andere namen draagt. Mevrouw Boon stelt een agenda voor. Eerst het huis bekijken, dan een praatje waaronder wij aante keningen kunnen maken en daar na het „museum van de tijd", zoals wij het zouden willen noemen. Laten we dat huis nu maar echt overslaan, alleen maar even iets aan tippen. In de slaapkamer een hemel bed van Keizer Wilhelm; in een an- ,,De tijd", zegt mevrouw Boon, „het is een aaneenschakeling van ge beurtenissen, het ritme van de jaar- -getijden van de dag en de nacht. Op die wisseling is de klok gebaseerd. Nog niet zo heel lang. Want het goe de uurwerk kreeg pas een kans toen Ven klak ais een feesttaart dere een prachtig gewaad van een Chinese Mandarijn en en passant op een antiek meubel een klokje gemon teerd in een uiteengereten granaat uit de oorlog van 1871). Een geschenk voor een zegevierend generaal? Een prachtig spinet en. o jade keuken met zijn koperen pannen en zinken bussen voor koffie en thee. In de ruime woonkamer, daar in die hoek we lopen er zo weer heen - dat prachtige stuk aardewerk van de familie Delia Robbia en die paar vroeg-Italiaanse panelen elders... en de prachtige tinnen asbak waar we ondas het gesprek de as op nippen. de slinger, het radertje (en wat je daar allemaal mee doen kunt) en de spiraalveer binnen het technisch be reik van de mens lag". Onze gastyrouwe vertelt met ver ve over de dingen die haar liefde heb ben in de verlaagde zithoek yan haar mooie' ruime woning. Maar ook de Brabantse is aart het wö'ord. Dat be tekent dus: verhalen doen, afge maakt met kruiden. Ze zalhet ons niet kwalijk nemen, dat we af en toe de etiquette vergaten. Dan keken we de kleine montere dame niet aan, maar bleef onze, blik hangen op een prachtig sieraad dat ze droeg of ont dekten we achter haar aan de wand weer een verrassend paneeltje of een medaillon. We horen van de grote Breguet, de Rembrandt onder de horlogers. „Op 'n belangrijke tentoonstelling in Parijs waren èr sléchts twee horloges van de meester, ik heb er zestien. Collec- tionneurs zijn er niet bij weg te slaan. Wanneer een echte liefhebber uit, laat ons zeggen, Appingedam, er van hoort, komt hij hierheen, al moest hij er voor lopen. Ik heb er een gehad, die in iedere hand een Breguet nam en er niet over uit kon dat hij er nu twee tegelijk kon aanvatten". Bre guet goede vriend van Marat, wiens hoofd rolde in de Franse revolutie. Karei de Vijfde prutste aan klok ken in zijn schaarse vrije tijd en zal misschien gedacht hebben aan de vergankelijkheid van al het aardse waar hij voor vocht. „U kent de Beaumarchais? Hij v<as van origine horlogemaker en kwam in die kwaliteit al aan de hoven. U moet bedenken dat de prachtige hor loges die ik u zal laten zien bestemd waren voor de rijken en voor de adel. Er staan in de horloges ook nummers waaronder de opdrachten zijn uitge voerd. Het volk keek op de kerktoren- klok, wat ik hier heb zijn bijoux, stuk voor stuk in opdracht gemaakt". Enthousiast praat mevrouw Boon over Louis Zimmer. Hij is nu een be jaard man, de geniale horloger uit Lier in België. De kerktoren daar is naar hem genoemd: de Zimmertoren met zijn fantastische uurwerk. Koning Al- bert kwam'Veel in Lier. De men sen wisten dan dat Z.M. bij Zimmer was. Eens maakte hij een wonder- klok met 93 wijzerplaten, waarop je van alles af kon lezen. Hij is er in Amerika stormachtig mee ontvangen. Maar laat. ons naar boven gaan. Of liever eerst de nieuwste aanwin sten zien die hier in de kamer staan. De oudste: een kostbaar astrono misch uurwerk met 24 schaalaandui dingen uit 1554. Het is van de grote Veit. Schaufel. Met veel spijt zagen de Duitsers het stuk met de nieuwe Nederlandse eigenaresse van de vei ling de grens overgaan. „Maar ik zat ook niet op die veiling om vliegen te vangen". Tafelklokken zien we, en een heel mooi Cromwellklokje aan de wand (vlak bij die della Robbia van daar net). Bijzonder mooi zijn drie kleine staande klokjes waarschijnlijk afkom stig uit Oostenrijk of Italië uit dc 17e- 18e eeuw, met edelsteentjes en het fijnste zilverwerk uitgerust. Nu toch maar naar boven. „De gasten worden hier met muziek ont vangen". We zijn in de klokkenafde- ling. Daar begint er een te spelen onder een stolp. Bovenop dobbert een schip op en neer tussen twee bakens. Van een rijke reder? Daar aan de wand een vroege Zaanse op een heel fraaie stoel en aan de an dere zijde van de tussendeuren een staand horloge nok al met bewegen de scheepjes, daarom ook sehecp- jesklok genaamd. Bovenop troont na tuurlijk Atlas, de wereldbol torsend. Wonderlijke mensen, die horloge makers. Hoe ze dag en uur met fijn bewogen vingers die kleine construc ties hebben gebouwd. Op de nagel van een duim leggen we een minia tuur f ietskettinkje, uit minuscule schakeltjes samengesteld. Ergens diep in een uurwerk heeft het ooit rader-, tjes in beweging gebracht. Aan de wand op donker fluweel on telbare kloven. Kloven zijn de plaat jes die meestal op de platina te vin den z'ijn en de balansjes (voor het merendeel radbalansjes of onrusten) beschermen. Wie denkt er aan, die centgrote plaatjes te bewerken tot ragfijn kantwerk? Op sommige zie je al speurend, kopjes, beestjes, wa pentjes en soms een portretje van de vrouw van de trotse eigenaar van het pronkstuk. Onder de oudste horloges valt ons een glazen doodkistje op waarin het uurwerk gemonteerd is. Dat is toe passelijke symboliek. Tijd is immers vergankelijkheid. En daar zijn de Beguets. Subliem! Mevrouw Boon is enthousiast. „Men zegt dat Breguet de meeste aan dacht besteedde aan zijn uurwerken. - Maar wat zegt u van jjeze kasten, van de wijzers en de wijzerplaat?" Zonder twijfel smult de estheet van de doelbewuste, nergens aarzelende vormgeving. Hebben sommige horlo ges iets van het snuisterij, is de rijke smuk en sier niet altijd in een grote decoratieve worp samengevat, die van Breguet zijn nergens peuterig, de rijke versieringslust is beheerst in 'n groot geheel. En wat een edel smeedkunst en een emailleerkunst! Portretjes, landschapjes met het huis van de familie erop, een miniatuur Rafael in emaille. De wapenkundige kan er ook al zijn hart ophalen, want vele horloges dragen wapens. Ijdeltuiten van twee eeuwen, wat staat ge hier ons twintigste eeuwse haasthebbers aan te staren! Mevr. Boon heeft ze door. Ze weet hoe de deftige pronkers van toen in vol ge zelschap hun horloges van de chate- lains haalden, de kasten (meestal meer dan een) open lieten springen om met al even kostbare sleuteltjes de uurwerken op te winden. Het ge zelschap kon dan bewonderend sta ren in de kasten en naar het uurwerk die wel zo schitterend bewerkt wa ren als de buitenkant. We zjen Lépines, horloger van Lé- pine, „horloger du Roi" en het beeld van de Franse hofcultus zowel onder de Lodewijken aks onder Napoleon met een nieuwe adel om zich heen geschaard doemt voor ons op. Wat, een weelde! Dat droeg de adel in Versailles, de lichtzinnige boven laag van de bevolking, die weldra hun spilzicht moest bekopen met de dood of de kerker of een tochtje naar Engeland geënsceneerd door de Rode Pimpernel. Zouden de grove generaals van Napoleon ze ook niet hebben besteld of cadeau gekregen? En pasten ze wel in die soldatenhan- den? Enfin de horlogemakers zijn er goed mee geweest. Elders blijkt ons weer de vak kennis van de eigenaresse van deze unieke collectie. Ze toont ons een exemplaar met een construc tie die direct associaties oproept met een oud ingewikkeld slot. Het horloge- makersvak is voortgekomen uit dat van de slotenmaker, zo stelt mevr. Boon. Is er nog meer te zien. Och nog zo veel Maar de klok draait! Geen woord meer over de chatelains en de horlogehouders. „Mevr. Boon, wanneer bent u met verzamelen be gonnen?" „Aanvankelijk kocht ik an tiek van wat ik spaarde op het huis houdbudget. Mijn man vond dat ik maar rommel kocht. Was mijnheer echter in goede stemming dan zette ik het een en ander neer. Eerst zei hij er niets meer van en toen kreeg hij er zin in en begon in het groot, zodat ik niet meer wist waar ik het laten moest. Ik denk dat hij de liefde voor klok ken en horloges overgehouden heeft .yjan een herinnering uit zijn kinder jaren. Zijn grootvader lief dan voor de verbaasde kleinkinderen zijn hor- Uren, dagen, maanden, jaren Vlieden als een schaduw heen In alle huizen wordt er meer aandacht aan de klok besteed dan anders. Men wacht met een tikkeltje staatsie op de twaalf laatste slagen van 't jaar, door de vele uurwerken droog weggetikt of sonoor geslagen. De klok en de tijd, door het jaar dingen die op de zenuwen werken in onze drukke snelle wereld. Op de 31e december een beetje weemoedi ge vrienden. Het is niet origineel, maar wel opportuun om over dat thema te beginnen. Je vergeet de tijd als je er over begint met mevrouw M. Boon van Kol, bij wie we een lange middag doorbrachten in haar huis één museum aan de Goorstraat te Eindhoven. Bijna al wat we er zien of aanvatten is antiek. Is dat al meer dan de moeite waard, piè- ce de résistance van al dat schoons waarvan mevrouw Boon eigenaresse is, is de sublieme verzameling klokken, horloges, uurwerken en kloven. Onvergankelijke instrumenten om de vergankelijkheid te mar keren. Uren, degen, maanden, jaren Sieto Hoving: cabaretier en kastelein. wanneer je de feestelijk versierde ruimten binnen zou treden, in het volle besef van je waardigheid als staatsburger. Waarom zou de staat ons dan ook niet met een glaasje wijn of een ander feeste lijk slokje kunnen ontvangen. We vieren altijd zoveel dagen, maar een staatsburgerdag voor de staatsburgers, die met hun centen die staat dan toch maar op poten houden, kan er blijkbaar nooit af. En dan zouden we 's avonds op verlichte pleinen met muziek moe ten kunnen dansen, O nee, dat zou natuurlijk te schrijnend zijn voor de mensen, die het verloren zouden hebben. En dan maar weer daarna formeren en refor meren. Een typische Hollandse bezigheid, die tenslotte toch maar weer uitloopt op de compromis sen. Nee, de humor van 1959. Wij weten het nog niet. 1959 moet het eerst nog maar eens allemaal laten zien. SIETO HOVING loge met carillon spelen op de bo dem (klankborden!) van een hoge hoed. Na de dood van mijn man in 1937 werd het stil rond de verzameling. Maar in 1950 begon ik er weer aan te werken. Sedertdien kwam er van alles bij o.a. de gehele verzameling uur werken en kloven en aanvullingen op alle gebied. Ik bezoek veilingen en breng mijn collectie op tentoonstel lingen, die ik dan begeleid met cau serieën en explicaties." Een dol enthousiaste groep Ameri kanen noemde het bezoek aan dit par ticuliere museum, het hoogtepunt van de trip. We zien het ook in plak boeken. Maar er moet een eind aan komen. We tekenen in het gastenboek met een dankbare opdracht. Hier te toeven was ook een mooi „Pro me morie" voor het Oude Jaar: met al dit schoons hebben de mensen hun vergankelijkheid aangeduid. Uren, dagen, maanden, jaren hebben de horloges gewerkt aan de instrumen ten om aan te duiden dat de tijd als een schaduw heenvliedt. Goed beste de tijd? Voor de maker, voor de man of de vrouw uit het verleden die er op gekeken heeft? F. B. 1. Als scherp moeten worden aan gemerkt alle delen met naar voren of naar boven of zijdelings gerichte scherpe punten of kanten, welke bij een betrekkelijk gering frontaal op pervlak meer dan drie centimeter buiten het hun omringende oppervlak uitsteken, tenzij de breedte van een dergelijk deel gelijk aan of groter is dan de hoogte en de vorm in lengte richting naar achteren enigszins vloeiend verloopt. 2. Wanneer dergelijke scherpe de len, tengevolge van hun plaats tus sen andere ongevaarlijke delen rede lijkerwijs niet door een lichaam ge raakt kunnen worden, dan wel '^da nig zijn uitgevoerd, dat zij onder een betrekkelijk geringe krachtsinspan ning verbuigen of afbreken en dan ongevaarlijk zijn, kunnen zij als on gevaarlijk worden aangemerkt. 3. Voor zover dergelijke delen een nuttige functie hebben of deel uit maken van het eigenlijke koetswerk, kunnen zij gehandhaafd blijven, mits eventuele naar voren of naar bo ven of zijdelings gerichte scherpe punten of kanten zo nodig voldoende worden afgerond of door aanbrenging van een rand of dop van zacht ma teriaal van voldoende dikte worden afgeschermd. (Van onze verkeersredacteur) Reeds eerder hebben wij geconsta teerd, dat het wegenverkeersregle ment geen richtlijnen heeft gegeven over hetgeen precies onder „scherp" „uitstekend" en „onnodig" moet wor den verstaan. De automobilist moet dit zelf bepalen en in twijfelgevallen zal straks de rechter uitmaken hoe de bepalingen in het wegenverkeers reglement moeten worden verstaan. Wel heeft de Rijksdienst voor het wegverkeer met het oog op de type keuring voor personenauto's richtlij nen ontworpen (in overleg met de RAI) waaraan men enige houvast heeft. Wellicht zijn er automobilisten, die zich op deze laatste avond van het oude jaar de vraag stellen: is mijn wagen voldoende afgerond om er het nieuwe jaar mee binnen te rijden. Voor hen geven wij hier de richt lijnen. 4. de naar voren gerichte randen van z.g. mistkappen aan koplantaarns en zonneschermen boven de voorruit moeten een afrondingsstraal hebben welke tenminste gelijk is aan 2,5 en 1.10 h-mm waarin h de afstand in mm is, welke de rand voor het kop lantaarnglas c.q. de voorruit uit steekt; de afrondingsstraal behoeft evenwel niet meer dan 5 mm te be dragen. 5. Deurkrukken en sluitingen van laadbakken mogen naar voren of naar opzij geen spitse vorm hebben. Ba gagerekken of reclames op het dak van het voertuig mogen geen naar voren gerichte punten of scherpe kanten vertonen. Dit zijn dan, in ambtelijke, uitvoe rige taal de richtlijnen, welke de automobilist behulpzaam kunnen zijn. Aangezien de wijziging van het we genverkeersreglement reeds op 25 ju li 1958 werd uitgevaardigd en de eigenaren van motorvoertuigen dus ruimschoots de gelegenheid hebben gehad, hun voertuigen aan te passen zal met ingang van morgen door de politie tegen overtreders onverwijld proces-verbaal worden opgemaakt. de kiezers, méér dan dat zij waar hoeven te zijn. En dan het genoeg lijk zwart maken van andere par tijen en hun leiders, zowel in de pers en in de ether als op strooi biljetten van slecht papier 'in de bus. En dan tenslotte de verkiezing zelf, waar we ons altijd meer van voorstellen dan het eigenlijk is. Men wordt geacht te verschij nen in verstilde gymnastiekloka len, waarin onder opgebonden rin gen, verveelde of ernstige, gewoon uitziende mannen, ons niet eens bijzonder vriendelijk ontvangen. Op een ordinair vouwblaadje moet je een klein cirkeltje rood kleuren. Dat is dan alles, maar toch trek je daar vier jaar lang de conse quenties van. Het zou toch best eigenlijk iets feestelijkers mogen hebben. Je zou je door mensen met pretneuzen op, die als op een groentemarkt allerlei partijen aanprijzen met luide stem, heen moeten dringen. Er zouden voet zoekers behoren te zijn en serpen tines. Je zou met vreugde ontvan gen moeten worden en strijkages, De humor in 1959? Humor is natuurlijk nooit aan een jaar gebonden, en zeker niet aan 1959. Waarom zou het? 1959 moet het eerst allemaal nog maar eens laten zien. Politiek gezien zag het er natuurlijk aan vankelijk vrij saai uit. Zo'n laatste jaar voor de nieuwe verkiezingen gehouden worden is natuurlijk weinig opwindend. Dat is nu anders geworden. De genoe gens van verkiezingen liggen nu vlak voor de deur. Eerst het blij bedenken van verkiezingsleuzen, die er lekker in moeten gaan bij Er is nog zoveel. Deze nog; een bij zonder rijke torenklok, tot in de klein ste onderdelen gegraveerd metaal, soms ook ajour bewerkt tot het kant lijkt. En overal op de toren cristal de broche. Bergkristal zie je trouwens door heel de verzameling en anders wel robijnen, topazen en ander edel gesteente, diamanten, splinterdia mantjes en vele, vele parels om van de voortreffelijke emailles niet te spreken. En dat alles op de klokken en horloges van de rijken der aarden uit vorige eeuwen. Daar in de hoek op een wonderlijke vreemde klok de moeite waard om daarvan eens de stijlinvloeden na te pluizen een manneke dat de uren slaat; tegelijk springen twee bokken met de horens op elkaar. En hier op een wijzerplaat: alle heiligen van de dagen op een schaal verdeling: de hele liturgische kalen der. Iedere dag springt een wijzend engeltje een daagje verder. Dan naar de horloges, de kloven en de uurwerken. U wilt weten wat dat allemaal is? Een horloge is u bekend, maar een uurwerk is de aanduiding van een gesloopt horloge. De kast is weg, de inhoud over. Denk niet, dat daar niets meer aan is. Integendeel, de kasten verbergen de prachtigst bewerkte uurwerken. Ziet hoe de achterplaat (de platina) met fraaie zuiltjes ver bonden is met de wijzerplaat. Daar tussen liggen dan die wonderlijke staaltjes techniek. Daarbinnen wordt getikt, gezongen, geslagen, worden muziekjes gemaakt, de dagen heel, heel langzaam verder gedraaid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 9