kveu m„ „.in,ier Tuinder is mef meer de man, die uitsluitend op handen en voeten door vette klei kruipt Tijd van: „zaaien en dan maar afwachten" definitief voorbij „Romance" rond een komkommer Nederlandse zeesleepvaart heeft maar één concurrent: zichzelf Eén tla% uit het jf. Bentvelzen g is i i 1 i Ik vind het plezierig om hier wat rond te knutselen IJmuidense reder: we zijn zo gek. dat we er nog groots op gaan ook Grootse come-back Uitgebreide kennis van veie zaken absoluut noodzakelijk Eredoctoraat voor cytoloog prof. Bretschneider VGêlï y ziCfl' Utrechtse kermis van Vredenburg verbannen J Verse paardekracliten voor Bureau Wijsmuller 51 ffe; VRIJDAG 9 JANUARI 1959 PAGINA 3 Ket is voor een stedeling, zoals uw verslaggever in dit geval, altiid een ietwat hachelijke onderneming, op verkenning uit te gaan op, wat zo in de wandeling „het platteland" wordt genoemd. Het verschil in mentaliteit tussen stedeling en dorpsbewoner zal daar niet vreemd aan zijn. De stedeling is gewend aan het lawaai van zijn verkeer, zijn drukke straten, zijn neon-reclames en znn bars. De man uit het kleine dorpje kent zijn stilte, zijn ruime hemelkoepel en de prikkelende geur van het land. De stedeling, verwend door de moderniteiten van zijn omgeving, spreekt van „domme boeren". Maar als hij dat doet, getuigt hij toch wel van een ontstellend gebrek aan kennis omtrent het leven en werken van die domme boer. Hard-zakelijk bedrijf Dankwoord iottMftVnE9 fcrkfjgbaar V rienden V riendelijk (Van onze speciale verslaggever) DEN HOORN, januari. JE HEBT NU VEEL in eigen hand; het is niet meer zoals vroeger: zaaien en dan maar afwach ten, wat er van terecht komt. Neen, die tijd is gelukkig voorbij". Dit zijn de ivoorden van de heer J. Bentvelzen. tuinder in Den Hoorn. Met deze ivoorden symboliseerde de heer Bentvelzen praktisch de gehele ontwikkelingsgang in de tuinbouw. Vroeger was het een bedrijf, waarin ontstellend hard gewerkt moest worden van een bijna nachtelijk uur tot laat in de avond. Het was alleen werken geblazen op een manier, die het meeste weghad van „God zegene de greep". Tegenwoordigeen tot in de finesses uitgekiend vak. Gedegen opleidingen, moderne methoden van werken, zodat bijna niets aan het toeval wordt overgelatenAlleen hel harde werken is gebleven. Maar niet, meer zoals dat vroeger ging: ook hierin is veel ten goede gekeerd. De tuinder is geen slaaf meer van zijn grond. Hij is nu de meester geworden. Maar wel een meesterdie van aanpakken moet weten. Want de tuinbouw- grond is nu ook weer niet zó vriendelijk, de tomatende sla en de komkommers zo maar op een simpel bevel voort te brengen Er moet voor gewerkt worden. Hoe dit gebeurt, hebben ivij een dezer dagen kunnen zien op de tuin van de heer Bentvelzen. „Weet u. zo zei de heer Bentvelzen het is zo jammer, dat de mensen niet. weten, wat er komt kijken, voordat zij hun sla op hun bord krijgen Inderdaad. Want wat weten wij van bestrijdingsmiddelen als Piperonylbu- toxyde, van trichloortrinitobenzeen, van dinitrobutylflenol.- wat weten wij van de parathion-gehalten van de spuitpoeders en van de vloeibare pre paratenEen tuinder móet het we ten, wil hij met succes ervoor kunnen zorgen, dat u uw groente en fruit krijgt. Wie sprak daar ook weer van „dom me boeren"? Vermetel vertrouwen Het was in de tijd, toen ook de tuin ders nog niets van deze zaken afwis ten, dat er gewerkt werd met een bij na 'vermetel vertrouwen op Gods Voor zienigheid. De tuinders wisten niets af van de samenstelling van hun grond, zij wisten niet, hoe zij ziekten onder het gewas moesten bestrijden.. Dit is nu radicaal veranderd, dank zij het welbegrepen eigenbelang van de tuin ders zelf. Er bestaat nu een hecht en stevig doortimmerd tuinbouwondor- wijs, er is bodemonderzoek, er zijn bestrijdingsmiddelen tegen ziekten. Maar door deze ontwikkeling is de tuin der een man geworden, die over een grote kennis moet beschikken, wil hij althans met een redelijk produkt op de veiling komen. „Voordat ik ga zaaien" aldus de heer Bentvelzen „laat ik de grond, die bewerkt moet worden, chemisch onderzoeken. Dit gebeurt dan in mijn geval te Naaldwijk door een proefstation. Dergelijke proefstations bestaan voor groente- en fruitteelt on der glas, in de volle grond, voor de bloembollencultuur, voor de boomkwe kerij, de bloemisterij, etc. Van het proefstation krijg ik dan bericht, hoe ik mijn grond moet behandelen, of ik bepaalde stoffen moet toevoegen of verminderen en meer van dergelijke opmerkingen. Eerst dan ga ik zaaien. Uit de grond wordt potgrond geperst. Dit zijn dan kluiten aarde, die de vorm hebben van een bloempot. Hier in wordt het zaad uitgestrooid". „En dan is het afwachten of er iets van lukt?" „Neen, zeker niet. Wij beschikken tegenwoordig over alle mogelijke tech nische hulpmiddelen. We hebben een regelbare oliestookinrichting in de kas sen met buizen onder de grond, zodat de jonge plantjes ook aan de wortels warmte krijgen; we hebben een auto matische regeninstallatie om voor wa ter te zorgen; we hebben een automa tisch systeem om de kassen te luch ten: wordt de temperatuur te hoog, dan gaan de ramen een stukje open; dan bezitten we alle mogelijke prepa raten om de planten voorspoedig te laten groeien, hormonenpreparaten wor den de laatste tijd veelvuldig gebruikt. Dan zijn er vervolgens nog de talloze middelen om ziekten te bestrijden. Om te weten, welk middel je in een bepaald geval moet hanteren, moet je dus wel het nodige afweten zowel van de ziekten als van de bestrijdingsmid delen. Uiervoor is het ook weer nood zakelijk, dat je de beschikking hebt over een uitgebreide apotheek Techniek Het duizelt de stedeling, die van de ze technische kant van een tuinders- bedrijf nooit had gedroomd. Wie sprak daar toch weer van „dom me boeren?" „En dan neen, de heer Bent velzen is nog lang niet uitgesproken. Wij krijgen nog een zware technische uiteenzetting te verwerken over de tal loze manieren, waarop van die tere groene plantjes stoere komkommers worden gemaakt, forse kroppen sla, roodsappige tomaten.. Maar het is voor de stedeling, die alleen maar ver stand heeft van koppeling en rempe daal, te machtig. „Ja, dit alles kost een lieve cent: onze investeringen zijn ontzettend hoog en mocht er, ondanks alle zor gen, toch nog iets misgaan, dan is dat- funest. De produktiekosten voor to maten bijvoorbeeld bedragen elf gul den per raam (de glasplaat van de kas, waaronder de plant wordt ge teeld) en voor komkommers zelfs ze ventien gulden per raam. Voor do to matenteelt bezit ik vijfduizend ra men (Van onze speciale verslaggever) DEN HOORN, januari. Is er in liet koel-zakelijke tuinder sbedrijf geen plaats meer voor romantiek Toch wel.... Vorig jaar ging de honderd duizendste komkommer van de heer Bentvelzen naar de vei ling. Hij wilde ivel eens weten, waar het ding nu precies terecht zou komen en daarom deed hij er een briefje bij met liet hele verhaal en het verzoek om terug te schrijven. Enkele weken la-ter kwam er inderdaad antwoord. De komkommer was beland bij een jongedame in Stuttgart, „Ik ben achttien jaar, ik heb blauwe ogen en donker haar", schreef het lieve kind De heer Bentvelzen, gelukkig getrouwd en vader van een lief stel kinderen is op dit amou reuze antwoordbrief je maar niet ingegaan daar kan ook de beste vakman niets te gen doen". Het enige, dat je kunt doen, is voortdurend opletten, verzorgen, ver troetelen bijna., een belangrijke taak voor de moderne tuinder. Uit dit alles is nu wel gebleken, dunkt ons, waaruit de dagtaak van] een tuinder bestaat. Maar dat is nog! niet alles: hij moet er ook voor zorgen. dat zijn produkt op de veiling komt.! Hiervoor hebben de tuinders onder ling een organisatie. Een speciale j vrachtrijder rijdt de tuinen langs en! neemt het deel van de oogst, dat goed is voor consumptie mee. Ook dit! is weer een verbetering: vroeger moest de tuinder ook dit deel van de j werkzaamheden verzorgen. Een an der facet van zijn dagtaak, de uitge breide administratie. Om maar een deel te noemen: zijn personeelsadmini stratie. Gelukkig overigens, dat dit nu bestaat en dat er ook voor de tuin dersknecht sociale verzekeringen en voorzieningen bestaan. Nog niet zo heel lang geleden waren zij volkomen afhankelijk en zonder rechten.... Het tuindersbedrijf is een modern bedrijf geworden, dat in alle opzich ten meedeelt van de vooruitgang van de techniek. Maar daarnaast een be drijf, waarin toch ook nog wel sprake is van de romantiek van het „leven des gerusten landmans, dat zo genoeg lijk voortrolt.,.,". Maar dan is het de romantiek van het jonge leven, dat on der de tuindershanden opbloeit in de kassenVoor het overige is het een hard-zakelijk bedrijf, met een felle concurrentie-strijd. „Wij moeten met onze produkten steeds vroeger op de markt komen. Daarnaast moeten wij ook zorgen, dat onze kwaliteiten steeds beter worden. Italië, Frankrijk en de laatste tijd ook Spanje zijn geduchte concurrenten ge worden op de wereldmarkt. Willen wij onze export-positie behouden, dan moeten wij er voor zorgen, dat onze groenten en fruit steeds vroeger in het jaar kunnen worden uitgevoerd .Dat betekent dus eerder zaaien met het ri sico, dat de jonge plantjes door nacht vorst worden belaagd. Gelukkig brengt hier de kasverwarming wel vaak uitkomst. Wat de opvoering van de kwaliteit betreft: met een aantal tuinders onderling worden steeds proe ven genomen met planten in alle mo gelijke grondsoorten en diverse behan delingsmethoden. De beste manier van bewerken wordt dan door ons allen toe gepast". Industrie De moderne tuinder staat aan het hoofd van een wij kunnen er moei lijk een ander woord voor vinden een industrie. Een industrie welis waar, die in de meest letterlijke bete kenis, de vruchten plukt van een ge zonde grond, maar daarvoor gebruik maakt en móet maken van technische vindingen. Een tuinder is geen man, die alleen maar op handen en voeten door de vette klei kruipt: hij is tegen woordig ook de man, die binnen- en buitenlandse vakbladen leest, die stu diecongressen bezoekt, die veel en hard studeert. De tijd van zaaien en dan alleen maar wachten hoe het afloopt, is de finitief voorbij Eén van de grote kassen van tuin der Benlvelzen is voorzien van alle mogelijke snufjes: verwarming, regeninstallatie en luchtververser. De grond wordt voordat tot aanplant wordt overgegaan, eerst bewerkt, met een mengsel o.a. bestaande uit hooi en kunstmest. „Kan er dan, ondanks alle goede zor gen, alle moderne technieken, toch nog iets misgaan met de oogst?" „Jazeker.een plant blijft een plant, er kan altijd nog van alles mee gebeuren. Er kunnen vreemde ziekten optreden en soms gaat een plant dood, Daar is geen kruid tegen gewassen.. Tijdens een plechtige openbare zitting zen erkenning hebben gevonden. „Gij be- heerst de techniek van het onderzoek met het elektronenmicroscoop voor het gehele dierenrijk waardoor uw onderzoek van 1949 zowel de tentakels van de zeeane moon als de eieren van 'n spoelworm, de spieren van een libel en het bot van een walsvis kon omvatten" aldus prof. dr. Slijper. In zijn dankwoord voor de hem verleen de onderscheiding zei prof. Bretschnei der onder meer. dat hij zich nooit had ge realiseerd dat zijn wetenschappelijke werkzaamheden in aanraking zouden komen met een dergelijke erende onder scheiding gehonoreerd te worden. Hij zei van mening te zijn, dat de moderne beoe fenaar van een natuurwetenschappelijk vak. al ware hij nog zo creatief, zou mis lukken wanneer niet talrijke gunstige fac toren hem helpend terzijde stonden. In zijn eigen wetenschappelijke levensloop zijn de gunstige voorwaarden van ideële en financiële aard, zonder welke geen be paald resultaat bereikt kan worden, in on derscheidene vormen aan de dag getre den: persoonlijkheden, vrienden, collega's en medewerkers in Utrecht, in Delft en in het buitenland, besturen van de uni versiteiten. organisatie? als Z.W.O en T. N.O. of industrieën. Uit deze opsomming blijkt tevens dat de enkeling zijn lot niet alleen in handen heeft, maar gesteund en voortgestuwd wordt door een bepaalde ge meenschap. Mits hij in deze bevorderende krachten coördinerend ingrijpt en mits dit op geschikte ogenblikken gebeurt, zal zijn streven naar een vooropgesteld doel tot succes kunnen leiden. van dc senaat der gemeente-universiteit van Amsterdam ter gelegenheid van de dies natalis dier inrichting voor hoger on derwijs is gistermiddag het ere-doctoraat in de wis- en natuurkunde verleend aan de in Wenen geboren prof. L. H. Bret schneider, buitengewoon hoogleraar in de wis- en natuurkunde (sub-microscopi- jsche celstructuren) en gewoon hoogleraar in de diergeneeskunde (cytologie en histo logie) aan de Rijks-universiteit te Utrecht De promotor, prof. dr. E. J. Slijper, hoogleraar in de algemene zoölogie te Amsterdam, onthulde dat prof. Bret schneider door de aard van diens oplei ding en door de omstandigheden waar onder hij heeft gestudeerd het gewone doe. toraat in de wis- en natuurkunde niet heeft kunnen verwerven. Het wetenschappelijk werk van prof. Bretschneider getuigt ech ter van zodanige veelzijdigheid, grondig heid en oorspronkelijkheid, dat het doc toraat honoris causa daarvoor een pas sende erkenning is Spreker wees op de grote hulpvaardigheid, de bezieling en de objectiviteit van prof. Bretschneider bij zijn arbeid op het gebied van de cel- en weefselbouw. Hij noemde onder meer diens onderzoekingen in het belang van kunstmatige inseminatie en die voor de werkgroep walvisonderzoek T.N.O. De cytochemie stelde prof. Bretschei- der in staat dieper door te dringen in de kennis van de fijnste structuren der leven de cel. Ook het elektronenmicroscoop heeft hij dienstbaar gemaakt aan het on derzoek van dierlijke cellen en weefsels. Daarbij heeft hij methoden ontwikkeld voor het snijden, het fixeren en het in bedden van weefsels die tot ver onze gren. De tijd van „zaaien en afwachten" is in de tuinbouw voorbij. Tegenwoor dig beschikt men over de modernste apparatuur, om een voorspoedige groei van de jonge aanplant te ver. zekeren. Hiertoe behoort o.a. deze stookketel van de verwarmings installatie. Tuinder Bentvelzen is volkomen op de hoogte met alle noodzakelijke technische hand grepen, Advertentie rtauBiatlek, kgoftsigheid hu gevang kou. in Ti'TTT mrtp (r1 paTncr^^rffiar <jv>TT in ccn handige jplasbc HUISAPOTHEEK mff> I lel» S£s A fters), zorlli- MfSvWhcfifif VfeilgKw Jlogist MEENKS POEDERS helpen! Er zijn Meenk's Pocder^Bfci hoofdpijn, kies pijn. hoest, griflf, jparrhee, influenza, rheumatiek, koortsjjpéid bij gevatte kou, periodieke pijnen enz. Verkrijgbaar in etuis met 6 jraeders maar ook in een handige plastic HUISAPOTHEEK (met 6 verschillende etuis a 6 poeders), zonder prijsverhoging. Vraag uw drogist. zijn ies* na, «cou, M M P» rh> pcrioi in I geva oortsigl ctlis CtiIfroMcCTi.i*3rar #o o k in (Van onze speciale verslaggever DEN HOORN, januari. „In 913 heb ik hier de tuin gesticht", zo vertelde ons de nu bijna 70 jaar oude vader van de heer Bentvelzen. „Toen ik dit stuk grond kocht liepen er nog koeien op.... Ik ben begonnen, zoa s dat in die dagen gebruikelijk was, met plat glas. De hoge assen zijn ei pas later bijgekomen. In die dagen was er van alle moge ij emo( erne middelen geen sprake: zelfs kunstmest bestond nog met. Ons dagelijkse leven verschilde ook hemelsbreed met dat van de tuinder van nu. Mijn zoon heeft nu gelegenheid tot ont spanning: tij is leider van de jeugdbeweging, zit in heel wat organisaties. En er blijft nog tijd over om eens een keer met zijn vrouw naar de bioscoop te gaan. Voor ons was er dat allemaal niet bij. Ontspanning bestond niet; je had nog niet eens een fiets. Het enige, dat je kon doen was praktisch dag en nacht op de tuin werken en dat deed je dan maar". De tuin, die door vader Bentvelzen is gesticht, is nu eigendom van zijn zoon. Maar, het bloed kruipt, waar het niet gaan kan en ondanks het feit, dat het eigenlijk helemaal niet hoeft, komt vader Bentvelzen nog elke middag op de tuin om zijn zoon te helpen. „ik weet, dat ik het niet hoef te doen, maar ik vind het plezierig om hier elke dag nog wat rond te knutselen. Het is tenslotte toch mijn levenswerk geweest. Nadat de Utrechtse gemeenteraadsleden gisteren een voorstel van het College van B. en W., ook dit jaar zoals gebruike lijk in Utrecht een kermis te houden hadden aangenomen, accepteerden zij met 21 tegen 17 stemmen een motie van de PvdA-fractie, waarin werd gesteld, dat op het Vredenburg voortaan geen kermis sen meer toegelaten dienen te worden. De PvdA-fractie had deze motie inge diend naar aanleiding van een verzoek der Horecafbedrijven rondom het Vreden burg, die verleden jaar veel hinder heb- ben ondervonden van het met de kennis gepaard gaande lawaai. Diverse raadsle den waren bovendien van mening, dat „Utrechts eerste plein" niet door derge lijke festiviteiten ontluisterd dient te worden, evenmin als door de permanente kramen, die aan de rand daarvan zijn op gesteld. De burgemeester had het houden van een kermis op het Vredenburg in 1959 en eventueel nog in 1960 verdedigd, omdat er naar zijn mening, op het ogenblik nog geen andere terreinen te vinden zijn, die daarvoor geschikt zijn. (Van onze verslaggever) NIET ELKE DAG gebeurt het, dat een sleepboot van het Bureau Wijs muller haar schroeven door het water van de Nieuwe Waterweg slaat. Het blijft in dit rayon van Leen Smit een opzienbarende gebeurtenis een zwart- wit-blauwe pijp te zien stomen, ook al gold het zoals gisteren slechts de proefvaart van een nieuwe aanwinst. Het was de Nestor, gebouwd door Jonker ten Stans te Hendrik Ido Ambacht, die gisteren zijn 1200 ingeblikte paardekracliten in deze omgeving liet proefdraaien. Weer een nieuwe sleepboot, dus voor het Bureau Wijsmuller, voor het sleepvaartbedrijf, dal in de laatste jaren is teruggekomen op de wereldzeeën en zijn oude positie op het ogenblik reeds overtreft. DE 1200 PAARDEKRACHTEN TEL LENDE NESTORi die op station komt te liggen in IJmuidenmaar tevens be stemd is voor het maken van lange sleepreizen. „Wij zijn dolgelukkig met deze nieuwe boot" zei directeur Arthur Wijsmuller toen zijn maatschappijvlag de hoogte in was gegaan en de werfvlag was gestreken. Deze Nestor, de laatste van een serie van vier zusterschepen, betekent een voorlo pige afsluiting van zijn enorme vloot- uitbreiding. Dit tiende schip, dat geschikt is voor de zeesleepdienst, is een afron ding van de IJmuidense come-back. Een grootse come-back Toen de op richter van deze onderneming in 1924 stierf liet hij een florerende maatschappij ichter aan zijn vier zonen, die echter al en te jong waren om het bevel over te kunnen nemen. Boten moesten worden verkocht, onder meer aan Leen Smit en gedurende lange tijd liep het tij steeds verder terug. In 1953 voeren er helemaal vier sleep boten met de zwart-wit-blauwe pijp, maar toen kwamen twee zonen, oud ge noeg voor een commando, terug ;n het bedrijf. Nu, in het begin van 1959, varen er tien sterke schepen onder deze vlag met gezamenlijk 14.400 paardekrarhten Aan de uitbreiding van de vloot is overigens slechts een voorlopig einde gekomen. Hebben wij goed geluisterd, dan zal Wijsmuller binnenkort over gaan tot dc aankoop of tot de bestelling van enkele zeeslepers, waarin een ma chinevermogen van 32.00 paardekracli ten moet zitten. Druk werk Wijsmuller telt weer mee. Vier van zijn schepen zwerven op het ogenblik over de wereld met een oliebooreiland of met grote bakken achter zich aan, elk op een trip van 10.000 mijl. De Noord-Holland heeft onlangs nog een olieboorponton uit Schiedam weggehaald met bestemming Maracaibo, een reis van 4500 mijl. De Simson en de Hector zullen aan het eind van deze week het halve Griekse vracht schip Prodomos, dat kortgeleden tijdens een aanvaring zijn gehele achtersteven verloor, van Boulogne naar Antwerpen brengen, een korte maar spectaculaire reis. Het was een goede proefvaart. Ankers, machine en roer werden be- en de cham pagne werd geproefd. Voor Maassluis, waar de sleepboten van Leen Smit „wo nen" werd aan de stoomfluit getrokken. „Wij zijn immers vrienden" zei de wal- kapitein uit IJmuiden. Vriendenmisschien, maar in elk ge val concurrenten. Deze beide Nederlandse sleepbootmaatschappijen, die gezamen lijk een wereldmonopolie bezitten, hebben alleen maar concurrentie van elkaar. „Eigenlijk niet kaufmannisch". zegt directeur Arthur Wijsmuller. „In alle andere bedrijven zou het bij deze om standigheden twee handen -op één buik zijn, maar wij concurreren en wij zijn nog zo gek, dat wij er groots op gaan ook". DE HEER ARTHUR WIJSMUL LER, de zeesleepreder die terugkwam, voor de brug van zijn nieuive schip, de Nestor. In de Hoek ligt de sleepboot Schelde (van Leen Smit) op station. „Kap, zet eens een man bij de vlag. Je kunt nooit weten, of ze nog eens vriendelijk worden", zegt de reder lachend. „Je kunt net zo goed vragen, of je hem binnen mag slepen" is de commen taar. Maar als de Nestor uit IJmuiden zo vlak langs de Schelde uit Maassluis scheert, gaat er bij Leen Smit een deur open en er wordt lang en hartelijk ge fuifd. Uiteindelijk zjjn het dezelfde Ne derlandse zeelui met dezelfde hartstocht voor hun job. „Dat is non weer te vriendelijk" is de bepaald goedmoedig bedoelde com mentaar van Arthur Wijsmuller, de man, die met zijn tot Amerikaan gena turaliseerde broer John Wysmuller (in Amerika kent men de „ij" niet) binnen nog geen vijf jaar het aantal paarde- krachten van de onderneming verdrie voudigde.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 3