I Van knal-touwtjes tot bruiloftsgedichten m» m zonder kringen vlekkenpasta „DE HALLEN De Seine EN PARIJS Uit het nobele domein van de pottenbakker K2r DOODVONNIS getekend over 11 De buik van Parijs wordt verplaatst U Zes jaar nog SATERDAG 24 JANUARI 1959 Carnaval ligt voor °P Koninginnedag Feestwinkels op moderne leest Wgmm Uitgebreide collectie Andere tijden, andere feesten kinderpartijtjes en vogue Knal-effecten blijven trekken inwrijven laten drogen afborstelen hen Gebruiks- en siervoorwerpen op een tentoonstelling Zonder dat wij vrouwen ons dat nu dagelijks realiseren heb ben wij, vrouwen, eigenlijk nogal wat met potterie te maken. Als we serviesgoed gaan kopen valt het ons echter ook op dat er op dit gebied tegenwoordig zo veel meer te krijgen is dat goed van vorm en keus is dan vroeger dat het werkelijk moeilijk wordt een keus te maken. «l-C. van Lieshout zoon n.v. MEUBELEN TAPIJTEN - GORDIJNEN Parijs praatje mmmm Mijnheer X, directeur van een fiinke fabriek, had het onprettige gevoel, dat er tij dens zijn afwezigheid in zijn napieren werd gesnuffeld. Al had hij dan nog steeds niets vermist, hij kon de laatste weken geen voet buiten zijn privé-kantoor zetten of bjj zijn terugkomst bleek iemand iets verschikt te hebben aan zijn papieren, een bureaulade te hebben geopend en zelfs had men in zjjn boeken ge neusd, Het lukte hem niet de ongenode bezoeker te betrap pen tot op een avond zijn zoon hem een onfeilbaar middel aan de hand deed. Een paar dagen later ver liet hij zyn kantoor voor de gebruikelijke ochtendronde door de fabriek. Net had hij de kantoorgang verlaten, toen er daar een paar ooryerdoven- de knallen klonken, gevolgd door een gil. Met een paar stappen stond meneer X naast een van schrik verstijfde ty piste, die angstig naar zijn kantoordeur staarde. Het meis je bekende onder hevige snik ken. Op verzoek van de an dere kantoorménsen had ze geprobeerd uil te vissen hoe het met de aanstaande sala risverhogingen stond. De zaak werd afgedaan met een don derende boetepredikatie en meneer X lachte in zijn vuist je. Zo werd hij door een bezoek aan feestartikelen-winkel verlost van "e clandestiene bezoeken aan zijn bu reau. Want in zo'n zaak had hij een Paar overigens onschuldige knal touwtjes gekocht, die hij tussen de deur en de deurpost van zijn kantoor "ad vastgemaakt. Met een paar for se knallen hadden ze hem voor het °ngenode bezoek gewaarschuwd. Maar £°or dergelijke ernstige gevallen rin gelt de bel van de feestwinkel-deur Natuurlijk maar zelden. Vroeger was zo'n zaak een echte lol-winkel. Men kon er alle ingrediën ten kopen voor de zogenaamde zure- haring-bruiloften en andere wilde lol- en brasmansfeesten. Nu telt men zijn klanten onder alle rangen en stan den. De meeste winkeliers hebben hun zaken aangepast aan de verbe terde feest-smaak van het publiek en stuwen hun klanten zelfs in de richting van een zekere „feestcul tuur". Er is zelfs een Nederlandse bond van handelaren in de feestarti kelen-branche. Daarbij zijn een klei ne honderd ondernemers aangeslo ten, die zich de erkenning van hun functie in de gemeenschap en de ver- betering van de bedrijfsvoering als voornaamste doel hebben gesteld. Zij ijveren voor een verantwoorde arti kel-keuze, aantrekkelijker inrichting van de winkels en voor „feestvak- manschap." Want welk feest men ook heeft te vieren: een bruiloft of sinterklaas, een jubileum of oudjaar, kerstmis of een nationale feestdag, carnaval of personeelsfeest, tuinfeest of kinder partijtje, de vakman-feestartikelen- handelaa'r kan niet alleen de nodige attributen leveren, maar ook terza ke kundig adviseren, en dat is voor het van hoogtij tot hoogtij levende mensdom van groot belang. Hij levert een grote verscheiden heid aan artikelen, die hij deels zelf maakt, deels afneemt van de gros siers en deels zelf importeert, voor namelijk uit Duitsland. Voor het car naval en bal-masqué heeft hij de bi zarre maskers, voor bruiloften: ere- bogen, confetti-bommen, guirlandes en guirlande-raketten, tafelversierin gen, modieuze feesthoedjes, feestlie deren en alleraardigste scherts- en fopartikelen, die blijkbaar ook de hui dige mens veel plezier kunnen ver schaffen. Voor het tuinfeest zijn er lampions, voor het kinderfeest boekjes met kinderspelen, goochelar- tikelen, maskertjes en prachtige pop penkasten. Vooral die laatste zijn bij zonder gewild. Zij inspireren de kin deren zelf poppenspelen te ontwer pen, waarmee ze gewoonlijk voor hun toeschouwers en voor zichzelf veel voldoening oogsten. Voor alle gele genheden zijn er tal van toepasselijke liederen, zowel voor ouderen als voor kinderen, een keur van moderne voor drachten en schetsen, boekenkasten vol gidsen voor gezelschapsspelen en dan natuurlijk vuurwerk en sinter klaasuitrustingen. Want de feestartikelenwinkel volgt de feestende mensheid op de voet. En daardoor komt het ook, dat er in de laatste jaren zoveel is veranderd in deze branche. De bruiloften zijn anders geworden. Zo raakt het geza menlijk zingen van toepasselijke lie deren op elke fase van het feest ge heel uit de mode. Destijds had men een keur van die liederen: Inhaal-, drink-, tafel- en mutsenliederen, beurt- en deinzangen, neuzen-, vlag gen- en draailiederen. Elke gast kreeg daarvan een bundeltje, gedrukt of geschreven, eenvoudig van tekst en op de wijs van bekende volkslie deren. Men zong van „Weest wel kom in ons midden" op de wijze van de Rotterdamse vlag en van „En nu het glas omhoog" op de melodie van het ons onbekende „Hoort de bel". Men deinde op de maten van het brui loftslied uit „Lohengrin" en manipu leerde met enorme feestmutsen op het toen zeer geliefde ritme van het Oostenrijkse volkslied. Tegenwoordig vermaakt men zich met dansen en gezelschaps-spelen en wordt de tra ditionele gang van welhaast elk brui loftsfeest onderbroken door recepties en diners. Zo is het ook gegaan met de na tionale feestdagen, vroeger topda gen voor de verkoop van kleurenslin- gers, guirlandes, vlaggen, toeters en vuurwerk. Sommige zaken maakten toen de voor die tijd kapitale dagom- zetten van wel tweeduizend gulden. Dat is waarschijnlijk onder invloed van de veranderde Koninginnedag datum - vrijwel afgelopen. Er wordt nog wei wat extra verkocht, maar dat haalt niet meer bij de vuurwerk verkoop voor Oudejaarsavond en bij de C arnavals-attributen verkoop vóór de vasten. Vooral beneden de rivieren heeft men het in deze branche dan bijzonder druk. Maar ook die van daarboven plukken goede maskerade- vruchten. Want meer en gulziger dan ooit schijnt men boven de rivieren te willen proeven van het Brabantse en Limburgse carnavals-jolijt. De verandering in onze levensge woonten is in dit bedrijf ook op ander gebied merkbaar. De personeelsver enigingen van talrijke bedrijven heb ben hun periodieke feesten, die vaak goede omzetten aan zaalversieringen en dergelijke opleveren. Ook zijn in vloeden van een drukker verenigings leven merkbaar. Maar de toneelver enigingen behoren niet meer tot de goede klanten van deze winkels. Zij betrekken hun stukken nu recht streeks van de uitgevers of via hun or ganisatie de NATU. Het opmerke lijkst is echter de vloedgolf van kin derpartijtjes, die het ganse jaar dooi de kassa-bel in beweging houden. De ervaren vakman heeft zich daarop in gesteld. Hij heeft zich ontwikkeld tot een pedagoog van eigen klasse en weet voor elk kinderfeestje wat nieuws te verzinnen. Geen wonder, dat ouders en kinderen hem als raads man kiezen om in het diepste geheim allerlei verrassingen voor te berei den. Denk niet dat hij dan bij voor keur „knal"-artikelen verkoopt. Hij heeft genoeg fopartikelen, die min stens even opwindend zijn voor het jonge volkje en voor de ouderen. Natuurlijk, klapsigaren en -siga retten. bonbons en snoepjes met mos terd of zeep, niespoeder en stinkbom men gaan nog steeds grif van de hand. Maar toch hebben andere schertsartikelen reeds lang een dui delijke voorkeur. Wat niet wegneemt, dat wij bij een bezoek aan een feest winkel een guitige achtjarige knaap vijfenzeventig cent zagen uittellen, voor één klapsigaret en drie mosterd bonbons. De winkelier zei, dat hij hem wel wat te jong vond om nu zijn vader al beet te nemen met een klap sigaret. Het parmantige ventje was daardoor niet in het minst uit het veld geslagen: „Nou, geeft u hem dan toch maar, want het is allemaal voor mijn jarige moeder." En nu wil ik es echt lachen!" Hij heeft mogen lachen, maar alleen met de fop-bon- bons. Waaruit men weer kan leren, dat het toch niet alles ernst is wat de feestwinkelklok slaat. helpt direct tegen etensvlekken, vet, teer, smeer, olie, vruchten, wijn, gras, lipstick, parfum, stempelinkt, enz. verwijdert vlekken Royale tube f.1.95 verwijdert vlekken - zónder kringen LAHNEMANN Laren (N.H.) Postbus 18 Imp. v. PoIycolor-K2r-Placentubex-Margret Astor-Mouson-Blendax te doen A CHT MILJOEN mensen eten veel. En al dat voedsel voor wat de landbouwartikelen betreft, groenten, vlees, zuivelprodukten en zelfs het voedsel voor de ogen: de bloemen, wordt eerst op één plaats verzameld alvorens het verdeeld wordt over de tienduizende winkels en karretjes voor straatverkoop van Parijs en de omlig, geilde gemeenten, tot zelfs ver in de provincie. Dagelijkse aanvoer is daarvoor nodig, en zelfs nachtelijke. Dat geeft opeenstapelingen, welke ontzaglijke stillevens zouden vormen als ze niet omgeven waren door een haastige bedrijvigheid, welke een wonderlijk mensen gekrioel is. Normaal beeld van de bedrijvigheid vóór de Hallen. Het is de moeite waard het te bekijken en de Parijzenaars we ten dat ze hun vreemde gasten een groot plezier doen ze in het nachtelijk uur naar de Parijse Hallen te brengen. Het is een wereld op zichzelf, in het hart van de oude stad gelegen, waar het geluid klinkt van de honder den en honderden vrachtwagens en het snelle, meedogenloze ge schuif van een eigenaardig soort sleepkarren, die de merkwaar dige naam van „duivels" dragen. Waarschijnlijk zo geheten naar de arme drommels, die in de nachtelijke uren een aardig duit je komen verdienen naar gelang DE SEINE steeg en jeder jaar geeft dit aan- ttiding tot dezelfde com mentaren in de kranten. ~eze beginnen met te ®ggen dat, hoewel het weken pij pes telen oegent, niet het minste ®®vaar voor overstro- fc'tg dreigt. Maar de "rij zenaars hebben in loop der jaren genoeg 1 varing opgedaan om ,Ussen de regels door te 'ünnen lezen. Als ze een j °ek later in hun krant oto's zien van spele- 'Sfcnde bootjes in °rPsstraten dan ver oudert hen dit in het °eheel niet. Ze gaan eens aar de Seine kijken om zten of de kaden al J; der water staan. Is dit het de geval, dan trekt heel stad naar de Alma- 0^hg om de Zouaaf Senschouw te nemen. t eeft hij nog droge voe- U, dan gaan de mensen se£ustgesteld naar huis. Lie Zouaaf is een van (je vier beelden die op s.e sPijlen van de brug aan. De drie andere - teresseren echter nie- and, het water kan tot Ur> knieën komen, dan .8 keurt niemand 1 een blik waar- Het is de Zouaaf, de Zouaaf alleen, die - nrijzenaars dan in- t^sseert. Reiltt het wa- d„r.tot zijn kuiten dan 61gt in de stad nog st eri gevaar voor over- Vg°|ornde kelders. Voor 0 mensen die in de pp §§ende dorpen wo- y, 51 is dat dan wel idj Seval. Ondanks dat jg, Hatilieusards haast w'nter met reden i,.,. hoge water vrezen, ..°rden er nooit ^eriT" el noou grote i. men ondernomen om ervoor te behoeden. Niet dat er geen plan nen voor zijn ontworpen! Dat werd al dadelijk ge daan na de verschrik kelijke overstromingen van 1910, die wel de grootste zijn geweest die Parijs in de laatste eeu wen gekend heeft. Ieder jaar weer worden die plannen verbeterd maar ze kosten zulke kapitale sommen dat nog geen enkele regering de uit voering ervan heeft aan gedurfd. En de bewoners van de Seineboorden in de banlieue wachten dan ook nog altijd gelaten het hoge water af. Maar zij zijn niet de enigen die eronder lijden. De „clochards" doen dat eveneens. Altijd hebben de zwervers en paupers de Seinekaden ongeveer op de hoogte van de Notre Dame tot nacht verblijf gekozen In Pa rijs heet het, dat deze mensen niet anders wil len omdat een normaal leven ondraaglijk is ge worden. Als de kaden onder water staan, sla pen ze meestal op het schip van de S.O.S., maar zodra het water gezakt is, trekken ze naar de kaden terug. Die manier van leven mag nu heel pittoresk zijn, maar dit neemt niet weg, dat het een kant van het grote-stadslever. laat zien, die we nu toch al lang te boven moes ten zijn. Maar de Seine boorden hebben altijd dergelijke zwervers ge kend evengoed als de bijna jaarlijks terugko mende overstromingen. Sommige Parijzenaars zeggen cynisch, dat ze tot het stadsbeeld horen. DINY K.—W. Dat hebben we dan te danken aan een reeks industriële ontwerpers als Bellefroid, De Vries, Daems en Lands heer e.a. die sdhone vormen weten mee te geven aan onze kopjes, melk kannen en theepotten. Naast het industriële aardewerk voor het gebruik van alledag bestaat er echter een autonome potterie, wel ke zowel in plastische vorm als in de coratie, de vormwil van de kunste naar boven die van het doel stelt. Dat hieruit de prachtigste siervoor werpen ontstaan, ervaren wij op de tentoonstelling „Nederlandse Kera miek", die op het ogenblik in het Cen traal Museum te Utrecht te zien is. De potterie heeft* al een zeer lange historie, want sedert onheuglijke tij den kent de mensheid aardewerk. Van aarde en water maakten de eerste mensen een kneedbare massa, die in de vorm bleef als zij haar in de zon lieten drogen. Later ontdekte men dat de klei in het vuur gebakken veel meer hardheid en houdbaarheid ver kreeg en zo bakte men vazen voor het bewaren van graan, kruiken en urnen in open vuren op het veld. SIERLUST De mens, ook de primitieve, kent de lust tot versieren en zij krasten in de klei figuren en er ontstonden "eenvou dige motieven. De draaischijf, hèt attribuut van de pottenbakker in onze ogen was in 400 v. Chr. al in MesopotJhamië bekend. En naarmate men leerde de schijf sneller te laten draaien was er groter gevoeligheid in de vormgeving moge lijk. Het ontdekken dat het bakken van verschillende soorten klei verschil lende kleuren opleverde, had weer tot gevolg dat men met kleurschakeringen ging experimenteren. Wij wéten allen dat er in de oudheid prachtige kera mische voorwerpen vervaardigd wer den, en dat Nederland in de 18e eeuw het prachtige „Oud-Delfts" vervaar digde. Maar door het misbruik van de machine en het verloren gaan van de aandacht voor de schone vorm ging ook in Nederland de pottenbakkers kunst verloren. Het eind van de 19e eeuw brengt dan een nieuw réveil en na de eerste wereldoorlog komt de aandacht voor de keramiek weer ten volle tot ontplooiing. Met grote verrukking zagen wij op deze tentoonstelling een turkoois blau we beker van Harm Henrick Kamer- linglh Onnes met zwarte figuratie. Het blauw was even stralend als dat i'an een Perzisch antieke schaal, die wij altijd hij een vriendin bewonderen. Er zijn meer mooie dingen op deze tentoonstelling. Die prachtige blauwe schaal van Lies Cozijn; dat violet fonkelende flesje van Frans Slot; de antiek aandoende amfoor van Judith Lagueur Révesz, die de rose bronzen tinten van een ondergaande zon ge vangen schijnt te hebben. Zo'n mooi voorwerp te bezitten op een antie ke kist „doet" het 't evengoed als in een hypermoderne omgeving moet een genoegen zijn, dat men iedere dag kan smaken. Van de „autonome keramiek" zien we hier ook een paar staaltjes, die ons qua kleurstelling en figuratie wèl doch in vorm-opzicht niet zo geslaagd lij ken. De wonderlijke kruik met de vele tuiten, de vaas, die aan een prullebak doet denken of is het een prulle bak? het zijn werkstukken van een team kunstenaars, dat zoekt naar een autonome keramiek. Het unieke van dit experiment dat onder leiding van dr. Dobbelmann en Sep Valkema plaats heeft op De Porceleyne Fles is wel dat de kunstenaar hier als het ware zijn eigen autonomie in groeps verband brengt om een hogere te be reiken. ze vlug ter been zijn en een bru tale mond hebben. Reeds een halve eeuw geleden werd deze bijzondere vermakelijk heid voor de toeristen en absur diteit voor de Parijzenaars zelf met verdwijnen bedreigd. Maar geen der vroede vaderen heeft het aangedurfd aan de Hallen te raken, die de activiteit leverden aan honderden zaken en talloze restaurants en c afées, die de reusachtige markt omringen. Maar bij de vele veranderingen die het Franse leven thans on dergaat, heeft men nu de ver plaatsing der centrale hallen ge voegd. Wie het schouwspel nog wil zien dat wereldbekend is ge worden door Zola's vermaarde roman „De buik van Parijs" moet zich haasten, want het J doodvonnis over deze stad-in-de- stad is nu getekend. Daarmee zijn tevens de plannen goedgekeurd om het vlees, vis, wild en gevo gelte over te brengen naar de grote abattoirs van La Villette aan de noordelijke rand van de stad. De andere voedingsmidde len, groenten, zuivelprodukten en bloemen moeten vertrekken naar een der grote triage-stations van de banlieue, waarvan het empla cement gemakkelijk te bereiken is door de treinen en 30-tons vrachtauto's die uit alle streken de middelen aanvoeren om Pa rijs in het leven te houden. Even goed van Zuid-Frankrijk als uit Bretagne, Normandië en het noorden. Maar de Hallen, die een samenvoeging van een dozijn hal len, ieder groter dan een grote kerk zijn, is niet het werk van één verhuisdag. Volgens het af gekondigde besluit zal er zes ja ren over worden gedaan. Zes ja ren dus nog dat het hele binnen- verkeer van Parijs van de nach telijke uren tot bijna in de mid dag, in de war wordt gestuurd en soms zelfs onmogelijk wordt gemaakt door die sinds de triomf van de auto door heel Pai'iis ver wenste Hallen. Tweeduizend jaren werd erover gedaan om de stad Parijs te ma ken tot wat zij nu is en al die tijd heeft bij de toen levende ge slachten de begeerte bestaan om wat tot de historie van de wor dingsgeschiedenis is overgeble ven, zo trouw mogelijk te bewa ren. Bij de zucht van verademing na het terdoodveroordelen der Hallen is op het gezicht van de rechtgeaarde Parijzenaar toch ook een trek van weemoed te be merken. Maar zij die het goed menen met de portemonnee van de huisvrouw zien de reusachtige markt met genoegen buiten de gemeente geworpen. Want niet alleen omdat zij een ontzaglijke verstoring voor het verkeer be tekent, maar ook had die voedsel- opeenhoping, festijn voor de rat ten, door het aan bederf onderhe vig zijn van een groot deel der koopwaar, het noodlottige gevolg ieder jaar voor 100 miljard francs toonkamers mathenesserlaan 247 - tel. 3384' 34329 aan koopwaar verloren gaan. NATUURLIJK ZIJN die Hal len klein begonnen. Ze werden op de rechter Seine-oever ge bouwd bij het kerkhof der On- nozelen, niet ver van het kasteel van de provoost van Parijs bij de toenmalige Seine-overgang. De stichter was iemand die bekend bleef in de geschiedenis door zijn grote maag, Lodewijk de Dikke, die in 1135 twee overdekte markt- ruimten liet bouwen. Later liet de H. Lodewijk er de boter, en •eiermarkt bij aanleggen. Maar zoals de Hallen er thans uitzien onder de ijzeren gewelven, die door de bouw als een wonder van staalconstructie golden, dus lang voor „Grand Palais" en Eiffeltoren, dateert de markt uit de tijd van de kortstondige Tweede Republiek, die onmiddel lijk de komst van het Tweede Keizerrijk voorafging. De bouw werd in 1851 begonnen onder ar chitect Baltard. Ieder van de tien ijzeren Hallen, met hun kelders en ijsplaatsen, is 166 meter lang en 124 meter breed. Ze zijn ge scheiden door zeer brede geheel overkapte straten, die ook als marktplein dienen, wat vooral op de „bloemenuren" het bewande len tot een genot maakt. Het he le jaar door, want de winter op de Cote d'Azur zorgt voor zomer se aanvoer. Wat de toerist vaak teleurstelt is als hij bij zijn bezoek slechts ledige kazernes vindt waarin al leen katten en jatten huishouden. Dat komt omdat het leven van de Hallen een bijzonder afwisse lende dagverdeling kent. Elke soort levensmiddelen heeft er haar uren van verkoop. De aan voer moet op het laatste ogenblik plaatshebben en het uur van slui ten wordt aangeduid door de klok die als ze eenmaal geluid heeft niet toelaat dat er een half uur later nog iets is te vinden. Zelf waakt de politie dat er na het klokgelui niets meer verkocht wordt. Wat alleen de gehele nacht duurt is de groente-aanvoer, die Echte Noordhollandse rode- kool verkoopt deze groentenvrouw bij de Hallen, omstreeks twee uur begint. Om vijf uur mag er verkocht worden, maar na zeven uur is het straf baar. Dat neemt niet weg dat de ontzaglijke Hallen, die reeds ja ren veel te klein zijn geworden zodat de omliggende straten ook markt zijn geworden, evenals de vroegere winkelhuizen voor op slagplaatsen zijn ingericht, dat enorme deel binnenstad tot één grote markt verenigd het vroege ochtendleven in a<- war sturen. We hebben nog de spoorlijn ge kend die van de zuidkant der stad over de boulevard Saint-Mi chel de treinen met levensmid delen tot aan de Hallen bracht. Die heeft men na de oorlog van 1914 moeten opdoeken, toen de eisen van het verkeer ook het opruimen van de trams in Parijs nodig maakte. Van de westelijk van Parijs gelegen warmoezerij- en komen elke nacht de zwaar beladen vrachtwagens door de Champ Elysées de stad binnen. Dat was een aardig geklots over de toenmalige houtbestrating, toen ook nog levende paarden de be weegkracht opbrachten. Paarden komen niet meer naar de Hal len, die niettemin nog een nacht muziek hebben, die we op be paalde uren nog eens hopen te beluisteren. E. Kj

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 9