I
Van knal-touwtjes
tot bruiloftsgedichten
m»
m
zonder kringen
vlekkenpasta
„DE HALLEN
De Seine
EN PARIJS
Uit het nobele domein van de pottenbakker
K2r
DOODVONNIS getekend over
11
De buik van Parijs wordt verplaatst
U
Zes jaar nog
SATERDAG 24 JANUARI 1959
Carnaval ligt voor
°P Koninginnedag
Feestwinkels op moderne leest
Wgmm
Uitgebreide collectie
Andere tijden, andere feesten
kinderpartijtjes en vogue
Knal-effecten blijven trekken
inwrijven laten drogen
afborstelen
hen
Gebruiks- en siervoorwerpen op een tentoonstelling
Zonder dat wij vrouwen ons
dat nu dagelijks realiseren heb
ben wij, vrouwen, eigenlijk nogal
wat met potterie te maken. Als
we serviesgoed gaan kopen valt
het ons echter ook op dat er op
dit gebied tegenwoordig zo veel
meer te krijgen is dat goed van
vorm en keus is dan vroeger dat
het werkelijk moeilijk wordt een
keus te maken.
«l-C. van Lieshout zoon n.v.
MEUBELEN TAPIJTEN - GORDIJNEN
Parijs praatje
mmmm
Mijnheer X, directeur van
een fiinke fabriek, had het
onprettige gevoel, dat er tij
dens zijn afwezigheid in zijn
napieren werd gesnuffeld. Al
had hij dan nog steeds niets
vermist, hij kon de laatste
weken geen voet buiten zijn
privé-kantoor zetten of bjj
zijn terugkomst bleek iemand
iets verschikt te hebben aan
zijn papieren, een bureaulade
te hebben geopend en zelfs
had men in zjjn boeken ge
neusd, Het lukte hem niet de
ongenode bezoeker te betrap
pen tot op een avond zijn zoon
hem een onfeilbaar middel
aan de hand deed.
Een paar dagen later ver
liet hij zyn kantoor voor de
gebruikelijke ochtendronde
door de fabriek. Net had hij
de kantoorgang verlaten, toen
er daar een paar ooryerdoven-
de knallen klonken, gevolgd
door een gil. Met een paar
stappen stond meneer X naast
een van schrik verstijfde ty
piste, die angstig naar zijn
kantoordeur staarde. Het meis
je bekende onder hevige snik
ken. Op verzoek van de an
dere kantoorménsen had ze
geprobeerd uil te vissen hoe
het met de aanstaande sala
risverhogingen stond. De zaak
werd afgedaan met een don
derende boetepredikatie en
meneer X lachte in zijn vuist
je.
Zo werd hij door een bezoek aan
feestartikelen-winkel verlost van
"e clandestiene bezoeken aan zijn bu
reau. Want in zo'n zaak had hij een
Paar overigens onschuldige knal
touwtjes gekocht, die hij tussen de
deur en de deurpost van zijn kantoor
"ad vastgemaakt. Met een paar for
se knallen hadden ze hem voor het
°ngenode bezoek gewaarschuwd. Maar
£°or dergelijke ernstige gevallen rin
gelt de bel van de feestwinkel-deur
Natuurlijk maar zelden.
Vroeger was zo'n zaak een echte
lol-winkel. Men kon er alle ingrediën
ten kopen voor de zogenaamde zure-
haring-bruiloften en andere wilde lol-
en brasmansfeesten. Nu telt men zijn
klanten onder alle rangen en stan
den. De meeste winkeliers hebben
hun zaken aangepast aan de verbe
terde feest-smaak van het publiek
en stuwen hun klanten zelfs in de
richting van een zekere „feestcul
tuur". Er is zelfs een Nederlandse
bond van handelaren in de feestarti
kelen-branche. Daarbij zijn een klei
ne honderd ondernemers aangeslo
ten, die zich de erkenning van hun
functie in de gemeenschap en de ver-
betering van de bedrijfsvoering als
voornaamste doel hebben gesteld. Zij
ijveren voor een verantwoorde arti
kel-keuze, aantrekkelijker inrichting
van de winkels en voor „feestvak-
manschap."
Want welk feest men ook heeft te
vieren: een bruiloft of sinterklaas,
een jubileum of oudjaar, kerstmis of
een nationale feestdag, carnaval of
personeelsfeest, tuinfeest of kinder
partijtje, de vakman-feestartikelen-
handelaa'r kan niet alleen de nodige
attributen leveren, maar ook terza
ke kundig adviseren, en dat is voor
het van hoogtij tot hoogtij levende
mensdom van groot belang.
Hij levert een grote verscheiden
heid aan artikelen, die hij deels zelf
maakt, deels afneemt van de gros
siers en deels zelf importeert, voor
namelijk uit Duitsland. Voor het car
naval en bal-masqué heeft hij de bi
zarre maskers, voor bruiloften: ere-
bogen, confetti-bommen, guirlandes
en guirlande-raketten, tafelversierin
gen, modieuze feesthoedjes, feestlie
deren en alleraardigste scherts- en
fopartikelen, die blijkbaar ook de hui
dige mens veel plezier kunnen ver
schaffen. Voor het tuinfeest zijn er
lampions, voor het kinderfeest
boekjes met kinderspelen, goochelar-
tikelen, maskertjes en prachtige pop
penkasten. Vooral die laatste zijn bij
zonder gewild. Zij inspireren de kin
deren zelf poppenspelen te ontwer
pen, waarmee ze gewoonlijk voor hun
toeschouwers en voor zichzelf veel
voldoening oogsten. Voor alle gele
genheden zijn er tal van toepasselijke
liederen, zowel voor ouderen als voor
kinderen, een keur van moderne voor
drachten en schetsen, boekenkasten
vol gidsen voor gezelschapsspelen
en dan natuurlijk vuurwerk en sinter
klaasuitrustingen.
Want de feestartikelenwinkel volgt
de feestende mensheid op de voet.
En daardoor komt het ook, dat er in
de laatste jaren zoveel is veranderd
in deze branche. De bruiloften zijn
anders geworden. Zo raakt het geza
menlijk zingen van toepasselijke lie
deren op elke fase van het feest ge
heel uit de mode. Destijds had men
een keur van die liederen: Inhaal-,
drink-, tafel- en mutsenliederen,
beurt- en deinzangen, neuzen-, vlag
gen- en draailiederen. Elke gast
kreeg daarvan een bundeltje, gedrukt
of geschreven, eenvoudig van tekst
en op de wijs van bekende volkslie
deren. Men zong van „Weest wel
kom in ons midden" op de wijze van
de Rotterdamse vlag en van „En nu
het glas omhoog" op de melodie van
het ons onbekende „Hoort de bel".
Men deinde op de maten van het brui
loftslied uit „Lohengrin" en manipu
leerde met enorme feestmutsen op
het toen zeer geliefde ritme van het
Oostenrijkse volkslied. Tegenwoordig
vermaakt men zich met dansen en
gezelschaps-spelen en wordt de tra
ditionele gang van welhaast elk brui
loftsfeest onderbroken door recepties
en diners.
Zo is het ook gegaan met de na
tionale feestdagen, vroeger topda
gen voor de verkoop van kleurenslin-
gers, guirlandes, vlaggen, toeters en
vuurwerk. Sommige zaken maakten
toen de voor die tijd kapitale dagom-
zetten van wel tweeduizend gulden.
Dat is waarschijnlijk onder invloed
van de veranderde Koninginnedag
datum - vrijwel afgelopen. Er wordt
nog wei wat extra verkocht, maar
dat haalt niet meer bij de vuurwerk
verkoop voor Oudejaarsavond en bij
de C arnavals-attributen verkoop vóór
de vasten. Vooral beneden de rivieren
heeft men het in deze branche dan
bijzonder druk. Maar ook die van
daarboven plukken goede maskerade-
vruchten. Want meer en gulziger dan
ooit schijnt men boven de rivieren
te willen proeven van het Brabantse
en Limburgse carnavals-jolijt.
De verandering in onze levensge
woonten is in dit bedrijf ook op ander
gebied merkbaar. De personeelsver
enigingen van talrijke bedrijven heb
ben hun periodieke feesten, die vaak
goede omzetten aan zaalversieringen
en dergelijke opleveren. Ook zijn in
vloeden van een drukker verenigings
leven merkbaar. Maar de toneelver
enigingen behoren niet meer tot de
goede klanten van deze winkels. Zij
betrekken hun stukken nu recht
streeks van de uitgevers of via hun or
ganisatie de NATU. Het opmerke
lijkst is echter de vloedgolf van kin
derpartijtjes, die het ganse jaar dooi
de kassa-bel in beweging houden. De
ervaren vakman heeft zich daarop in
gesteld. Hij heeft zich ontwikkeld tot
een pedagoog van eigen klasse en
weet voor elk kinderfeestje wat
nieuws te verzinnen. Geen wonder, dat
ouders en kinderen hem als raads
man kiezen om in het diepste geheim
allerlei verrassingen voor te berei
den. Denk niet dat hij dan bij voor
keur „knal"-artikelen verkoopt. Hij
heeft genoeg fopartikelen, die min
stens even opwindend zijn voor het
jonge volkje en voor de ouderen.
Natuurlijk, klapsigaren en -siga
retten. bonbons en snoepjes met mos
terd of zeep, niespoeder en stinkbom
men gaan nog steeds grif van de
hand. Maar toch hebben andere
schertsartikelen reeds lang een dui
delijke voorkeur. Wat niet wegneemt,
dat wij bij een bezoek aan een feest
winkel een guitige achtjarige knaap
vijfenzeventig cent zagen uittellen,
voor één klapsigaret en drie mosterd
bonbons. De winkelier zei, dat hij
hem wel wat te jong vond om nu zijn
vader al beet te nemen met een klap
sigaret. Het parmantige ventje was
daardoor niet in het minst uit het
veld geslagen: „Nou, geeft u hem
dan toch maar, want het is allemaal
voor mijn jarige moeder." En nu wil
ik es echt lachen!" Hij heeft mogen
lachen, maar alleen met de fop-bon-
bons. Waaruit men weer kan leren,
dat het toch niet alles ernst is wat
de feestwinkelklok slaat.
helpt direct tegen etensvlekken, vet,
teer, smeer, olie, vruchten, wijn, gras,
lipstick, parfum, stempelinkt, enz.
verwijdert vlekken Royale tube f.1.95
verwijdert vlekken - zónder kringen
LAHNEMANN Laren (N.H.) Postbus 18 Imp. v. PoIycolor-K2r-Placentubex-Margret Astor-Mouson-Blendax
te doen
A CHT MILJOEN mensen eten veel. En al dat voedsel voor wat
de landbouwartikelen betreft, groenten, vlees, zuivelprodukten
en zelfs het voedsel voor de ogen: de bloemen, wordt eerst op één
plaats verzameld alvorens het verdeeld wordt over de tienduizende
winkels en karretjes voor straatverkoop van Parijs en de omlig,
geilde gemeenten, tot zelfs ver in de provincie. Dagelijkse aanvoer is
daarvoor nodig, en zelfs nachtelijke. Dat geeft opeenstapelingen,
welke ontzaglijke stillevens zouden vormen als ze niet omgeven
waren door een haastige bedrijvigheid, welke een wonderlijk
mensen gekrioel is.
Normaal beeld van de bedrijvigheid vóór de Hallen.
Het is de moeite waard het te
bekijken en de Parijzenaars we
ten dat ze hun vreemde gasten
een groot plezier doen ze in het
nachtelijk uur naar de Parijse
Hallen te brengen. Het is een
wereld op zichzelf, in het hart
van de oude stad gelegen, waar
het geluid klinkt van de honder
den en honderden vrachtwagens
en het snelle, meedogenloze ge
schuif van een eigenaardig soort
sleepkarren, die de merkwaar
dige naam van „duivels" dragen.
Waarschijnlijk zo geheten naar
de arme drommels, die in de
nachtelijke uren een aardig duit
je komen verdienen naar gelang
DE SEINE steeg en
jeder jaar geeft dit aan-
ttiding tot dezelfde com
mentaren in de kranten.
~eze beginnen met te
®ggen dat, hoewel het
weken pij pes telen
oegent, niet het minste
®®vaar voor overstro-
fc'tg dreigt. Maar de
"rij zenaars hebben in
loop der jaren genoeg
1 varing opgedaan om
,Ussen de regels door te
'ünnen lezen. Als ze een
j °ek later in hun krant
oto's zien van spele-
'Sfcnde bootjes in
°rPsstraten dan ver
oudert hen dit in het
°eheel niet. Ze gaan eens
aar de Seine kijken om
zten of de kaden al
J; der water staan. Is dit
het
de
geval, dan trekt heel
stad naar de Alma-
0^hg om de Zouaaf
Senschouw te nemen.
t eeft hij nog droge voe-
U, dan gaan de mensen
se£ustgesteld naar huis.
Lie Zouaaf is een van
(je vier beelden die op
s.e sPijlen van de brug
aan. De drie andere
- teresseren echter nie-
and, het water kan tot
Ur> knieën komen, dan
.8 keurt niemand
1 een blik waar-
Het is de Zouaaf,
de Zouaaf alleen, die
- nrijzenaars dan in-
t^sseert. Reiltt het wa-
d„r.tot zijn kuiten dan
61gt in de stad nog
st eri gevaar voor over-
Vg°|ornde kelders. Voor
0 mensen die in de
pp §§ende dorpen wo-
y, 51 is dat dan wel
idj Seval. Ondanks dat
jg, Hatilieusards haast
w'nter met reden
i,.,. hoge water vrezen,
..°rden er nooit
^eriT" el noou grote
i. men ondernomen om
ervoor te behoeden.
Niet dat er geen plan
nen voor zijn ontworpen!
Dat werd al dadelijk ge
daan na de verschrik
kelijke overstromingen
van 1910, die wel de
grootste zijn geweest die
Parijs in de laatste eeu
wen gekend heeft. Ieder
jaar weer worden die
plannen verbeterd maar
ze kosten zulke kapitale
sommen dat nog geen
enkele regering de uit
voering ervan heeft aan
gedurfd. En de bewoners
van de Seineboorden in
de banlieue wachten dan
ook nog altijd gelaten
het hoge water af.
Maar zij zijn niet de
enigen die eronder lijden.
De „clochards" doen dat
eveneens. Altijd hebben
de zwervers en paupers
de Seinekaden ongeveer
op de hoogte van de
Notre Dame tot nacht
verblijf gekozen In Pa
rijs heet het, dat deze
mensen niet anders wil
len omdat een normaal
leven ondraaglijk is ge
worden. Als de kaden
onder water staan, sla
pen ze meestal op het
schip van de S.O.S., maar
zodra het water gezakt
is, trekken ze naar de
kaden terug.
Die manier van leven
mag nu heel pittoresk
zijn, maar dit neemt niet
weg, dat het een kant
van het grote-stadslever.
laat zien, die we nu toch
al lang te boven moes
ten zijn. Maar de Seine
boorden hebben altijd
dergelijke zwervers ge
kend evengoed als de
bijna jaarlijks terugko
mende overstromingen.
Sommige Parijzenaars
zeggen cynisch, dat ze
tot het stadsbeeld horen.
DINY K.—W.
Dat hebben we dan te danken aan
een reeks industriële ontwerpers als
Bellefroid, De Vries, Daems en Lands
heer e.a. die sdhone vormen weten
mee te geven aan onze kopjes, melk
kannen en theepotten.
Naast het industriële aardewerk
voor het gebruik van alledag bestaat
er echter een autonome potterie, wel
ke zowel in plastische vorm als in de
coratie, de vormwil van de kunste
naar boven die van het doel stelt.
Dat hieruit de prachtigste siervoor
werpen ontstaan, ervaren wij op de
tentoonstelling „Nederlandse Kera
miek", die op het ogenblik in het Cen
traal Museum te Utrecht te zien is.
De potterie heeft* al een zeer lange
historie, want sedert onheuglijke tij
den kent de mensheid aardewerk. Van
aarde en water maakten de eerste
mensen een kneedbare massa, die in
de vorm bleef als zij haar in de zon
lieten drogen. Later ontdekte men dat
de klei in het vuur gebakken veel
meer hardheid en houdbaarheid ver
kreeg en zo bakte men vazen voor het
bewaren van graan, kruiken en urnen
in open vuren op het veld.
SIERLUST
De mens, ook de primitieve, kent de
lust tot versieren en zij krasten in de
klei figuren en er ontstonden "eenvou
dige motieven.
De draaischijf, hèt attribuut van de
pottenbakker in onze ogen was in 400
v. Chr. al in MesopotJhamië bekend.
En naarmate men leerde de schijf
sneller te laten draaien was er groter
gevoeligheid in de vormgeving moge
lijk.
Het ontdekken dat het bakken van
verschillende soorten klei verschil
lende kleuren opleverde, had weer tot
gevolg dat men met kleurschakeringen
ging experimenteren. Wij wéten allen
dat er in de oudheid prachtige kera
mische voorwerpen vervaardigd wer
den, en dat Nederland in de 18e eeuw
het prachtige „Oud-Delfts" vervaar
digde. Maar door het misbruik van de
machine en het verloren gaan van de
aandacht voor de schone vorm ging
ook in Nederland de pottenbakkers
kunst verloren. Het eind van de 19e
eeuw brengt dan een nieuw réveil en
na de eerste wereldoorlog komt de
aandacht voor de keramiek weer ten
volle tot ontplooiing.
Met grote verrukking zagen wij op
deze tentoonstelling een turkoois blau
we beker van Harm Henrick Kamer-
linglh Onnes met zwarte figuratie. Het
blauw was even stralend als dat i'an
een Perzisch antieke schaal, die wij
altijd hij een vriendin bewonderen.
Er zijn meer mooie dingen op deze
tentoonstelling. Die prachtige blauwe
schaal van Lies Cozijn; dat violet
fonkelende flesje van Frans Slot; de
antiek aandoende amfoor van Judith
Lagueur Révesz, die de rose bronzen
tinten van een ondergaande zon ge
vangen schijnt te hebben. Zo'n mooi
voorwerp te bezitten op een antie
ke kist „doet" het 't evengoed als in
een hypermoderne omgeving moet
een genoegen zijn, dat men iedere dag
kan smaken.
Van de „autonome keramiek" zien
we hier ook een paar staaltjes, die ons
qua kleurstelling en figuratie wèl doch
in vorm-opzicht niet zo geslaagd lij
ken.
De wonderlijke kruik met de vele
tuiten, de vaas, die aan een prullebak
doet denken of is het een prulle
bak? het zijn werkstukken van
een team kunstenaars, dat zoekt naar
een autonome keramiek. Het unieke
van dit experiment dat onder leiding
van dr. Dobbelmann en Sep Valkema
plaats heeft op De Porceleyne Fles
is wel dat de kunstenaar hier als het
ware zijn eigen autonomie in groeps
verband brengt om een hogere te be
reiken.
ze vlug ter been zijn en een bru
tale mond hebben.
Reeds een halve eeuw geleden
werd deze bijzondere vermakelijk
heid voor de toeristen en absur
diteit voor de Parijzenaars zelf
met verdwijnen bedreigd. Maar
geen der vroede vaderen heeft
het aangedurfd aan de Hallen te
raken, die de activiteit leverden
aan honderden zaken en talloze
restaurants en c afées, die de
reusachtige markt omringen.
Maar bij de vele veranderingen
die het Franse leven thans on
dergaat, heeft men nu de ver
plaatsing der centrale hallen ge
voegd. Wie het schouwspel nog
wil zien dat wereldbekend is ge
worden door Zola's vermaarde
roman „De buik van Parijs"
moet zich haasten, want het
J doodvonnis over deze stad-in-de-
stad is nu getekend. Daarmee zijn
tevens de plannen goedgekeurd
om het vlees, vis, wild en gevo
gelte over te brengen naar de
grote abattoirs van La Villette
aan de noordelijke rand van de
stad. De andere voedingsmidde
len, groenten, zuivelprodukten en
bloemen moeten vertrekken naar
een der grote triage-stations van
de banlieue, waarvan het empla
cement gemakkelijk te bereiken
is door de treinen en 30-tons
vrachtauto's die uit alle streken
de middelen aanvoeren om Pa
rijs in het leven te houden. Even
goed van Zuid-Frankrijk als uit
Bretagne, Normandië en het
noorden. Maar de Hallen, die een
samenvoeging van een dozijn hal
len, ieder groter dan een grote
kerk zijn, is niet het werk van
één verhuisdag. Volgens het af
gekondigde besluit zal er zes ja
ren over worden gedaan. Zes ja
ren dus nog dat het hele binnen-
verkeer van Parijs van de nach
telijke uren tot bijna in de mid
dag, in de war wordt gestuurd
en soms zelfs onmogelijk wordt
gemaakt door die sinds de triomf
van de auto door heel Pai'iis ver
wenste Hallen.
Tweeduizend jaren werd erover
gedaan om de stad Parijs te ma
ken tot wat zij nu is en al die
tijd heeft bij de toen levende ge
slachten de begeerte bestaan om
wat tot de historie van de wor
dingsgeschiedenis is overgeble
ven, zo trouw mogelijk te bewa
ren. Bij de zucht van verademing
na het terdoodveroordelen der
Hallen is op het gezicht van de
rechtgeaarde Parijzenaar toch
ook een trek van weemoed te be
merken. Maar zij die het goed
menen met de portemonnee van
de huisvrouw zien de reusachtige
markt met genoegen buiten de
gemeente geworpen. Want niet
alleen omdat zij een ontzaglijke
verstoring voor het verkeer be
tekent, maar ook had die voedsel-
opeenhoping, festijn voor de rat
ten, door het aan bederf onderhe
vig zijn van een groot deel der
koopwaar, het noodlottige gevolg
ieder jaar voor 100 miljard francs
toonkamers mathenesserlaan 247 - tel. 3384' 34329
aan koopwaar verloren
gaan.
NATUURLIJK ZIJN die Hal
len klein begonnen. Ze werden
op de rechter Seine-oever ge
bouwd bij het kerkhof der On-
nozelen, niet ver van het kasteel
van de provoost van Parijs bij de
toenmalige Seine-overgang. De
stichter was iemand die bekend
bleef in de geschiedenis door zijn
grote maag, Lodewijk de Dikke,
die in 1135 twee overdekte markt-
ruimten liet bouwen. Later liet
de H. Lodewijk er de boter, en
•eiermarkt bij aanleggen. Maar
zoals de Hallen er thans uitzien
onder de ijzeren gewelven, die
door de bouw als een wonder
van staalconstructie golden,
dus lang voor „Grand Palais"
en Eiffeltoren, dateert de markt
uit de tijd van de kortstondige
Tweede Republiek, die onmiddel
lijk de komst van het Tweede
Keizerrijk voorafging. De bouw
werd in 1851 begonnen onder ar
chitect Baltard. Ieder van de tien
ijzeren Hallen, met hun kelders
en ijsplaatsen, is 166 meter lang
en 124 meter breed. Ze zijn ge
scheiden door zeer brede geheel
overkapte straten, die ook als
marktplein dienen, wat vooral op
de „bloemenuren" het bewande
len tot een genot maakt. Het he
le jaar door, want de winter op
de Cote d'Azur zorgt voor zomer
se aanvoer.
Wat de toerist vaak teleurstelt
is als hij bij zijn bezoek slechts
ledige kazernes vindt waarin al
leen katten en jatten huishouden.
Dat komt omdat het leven van
de Hallen een bijzonder afwisse
lende dagverdeling kent. Elke
soort levensmiddelen heeft er
haar uren van verkoop. De aan
voer moet op het laatste ogenblik
plaatshebben en het uur van slui
ten wordt aangeduid door de klok
die als ze eenmaal geluid heeft
niet toelaat dat er een half uur
later nog iets is te vinden. Zelf
waakt de politie dat er na het
klokgelui niets meer verkocht
wordt. Wat alleen de gehele nacht
duurt is de groente-aanvoer, die
Echte Noordhollandse rode- kool
verkoopt deze groentenvrouw bij de
Hallen,
omstreeks twee uur begint. Om
vijf uur mag er verkocht worden,
maar na zeven uur is het straf
baar. Dat neemt niet weg dat de
ontzaglijke Hallen, die reeds ja
ren veel te klein zijn geworden
zodat de omliggende straten ook
markt zijn geworden, evenals de
vroegere winkelhuizen voor op
slagplaatsen zijn ingericht, dat
enorme deel binnenstad tot één
grote markt verenigd het vroege
ochtendleven in a<- war sturen.
We hebben nog de spoorlijn ge
kend die van de zuidkant der
stad over de boulevard Saint-Mi
chel de treinen met levensmid
delen tot aan de Hallen bracht.
Die heeft men na de oorlog van
1914 moeten opdoeken, toen de
eisen van het verkeer ook het
opruimen van de trams in Parijs
nodig maakte. Van de westelijk
van Parijs gelegen warmoezerij-
en komen elke nacht de zwaar
beladen vrachtwagens door de
Champ Elysées de stad binnen.
Dat was een aardig geklots over
de toenmalige houtbestrating, toen
ook nog levende paarden de be
weegkracht opbrachten. Paarden
komen niet meer naar de Hal
len, die niettemin nog een nacht
muziek hebben, die we op be
paalde uren nog eens hopen te
beluisteren.
E. Kj