Alfred Hitchcock heelt één films maken witte doek liefhebberij: PAUL GALLICO -verteller uit levensliefde Rank-organisatie bang voor risico Monster in mensen gedaante Gré Brouwenstijn vertelt N Niets zo als zelf De were Bewijskracht van eeuwen IN DRUKINKT vb Studiereis naar Londens rechtbanken en onderwereld Met Masker van Satan' Als we eens naar Rotterdam gingen Anne Heywood in; Hulp van onderduikers plotseling overleden Groningse prijs voor Jolian v. d. Woude Verzoening Hans Roest ^ean Louis Barraült als filmregisseur En tocli geen onwil ZATERDAG 31 JANUARI 1959 PAGINA 5 Bekend uit „Dagboek van Anne Frank" Kim Novak en James Stewart in Alfred Hitchcock's nieuwe thriller „De Vrouw, die tweemaal leefde". Het geheim van het succes van Paul Gallico is tweevoudig: hij heelt een hartelijke, warme verteltrant en hij hezit een onweerstaan baar geloof in het leven. Zijn verhalen zijn allerminst een desertie uit het liarde bestaan van deze tijd; hij kent de angst en de ellende te goed, om ze te negeren. Wie zijn beklemmende roman „Trial hy Terror" heeft gelezen, zal dit onmiddellijk beamen. Maar Gallico weet uit eigen ervaring, dat het leven uiteindelijk sterker is dan wat het bedreigt ook dat bewijst hij in „Trial by Terror". Hij lieeft de getuigenis van eeuwen achter zich en de nog veel sterkere bewijskracht van het eigen, kwetsbare hart dat hunkert en lijdt en vreest, maar dat ook kan liefhebben en de vreugde en het geluk in het leven zien. En als de mens teleurstelt, dan is er het dier met zijn trouwe aanhankelijkheid, dat troost en met het leven verzoent. Als de mens in dwaze overmoed vernietigt, dan blijft er toch nog ergens de schoonheid der schepping, die het oog verrukt. Paul Gallico durft liefhebhen en bewonderen zo nodig tegen alles in. Dat maakt zijn verhalen zo onweerstaanbaar voor ieder, die het leven niet met een leuze afdoet. IN ZOETERMEER Fanfare naar „Fanfare" Na muzikale rondwandeling Danny Kaye tegenspeler van Brigitte Bardot Mens en dier Nederlandse autoriteiten weinig muzikaal met Giulietta Masina Werkelijk goede kritiek geven over prestaties van anderen eist huilengewone gaven, zowel van het verstand als van het hart. Want het is een koud kunstje oin af te breken, maar afbreken verstaan wij ook niet onder kritiek geven. Kritiek geven is willen opbouwen. En hiervoor heeft men kennis van zaken nodig, om het goede en het minder goede te kunnen onderkennen, doch dat vraagt een even grote dosis tact als liefde, om dit minder goede op acceptabele manier onder de ogen van de betreffende personen te kunnen ■rengen, zodat het begrepen en aanvaard wordt. Anders doet men iet al zijn kundige kritiek nog niets anders dan afbreken. Zelfkritiek echter eist geen liefde, maar voortdurende onbarm- '.rtigheid. En zelfs dan is zelfkritiek bijna nog een onmogelijkheid. Hans van Bergen j WERELDNIEUWS (Van onze filmredacteur) Alfred Hitchcock, sinds verleden week ^terdag kind aan huis b(j talloze Ncder- aiJdse t.v.-families, wiens film „Vertik s.°" binnenkort hier te lande onder de f"el „De vrouw, die tweemaal leefde" 'h vertoning komt, heeft onlangs een be- *°ek gebracht aan zijn geboortestad Lon- ?ea en aan de universiteit, waar hjj voor et eerst de rechten studeerde met een °!>en oog voor de mogelijkheden om de söannende elementen ervan op celluloid Va„st te leggen. Hoewel hjj zijn meesterstitel al lang ge- 'eden behaalde sinds 1920 zit bij al in filmerij studeert hij nog altijd. Voor Zljn volgende film „No Bail For The Jud^ Ie" naar een boek van Henry Cecil, alias 'echter Henry Cecil Leon heeft hij zijn ennis van de Londense rechtbanken en ""derwereid nog eens opgehaald. Zijn gids barbij was een oude vriend en deskun- a'Ke, 'de journalist Percy Hoskins. eer- !'e criminele verslaggever van een groot Condens dagblad. gaaien hebben ze een gront deel van hun "id doorgebracht in de Old-Bailey, in het Gerechtshof van Marlborought-straat en in ®Qho, waar zich de schuilplaatsen van de {binder respectabele burgers- van Londen ^vinden. ..Hitchcock is trouwens een man, die, ai- 'lid studeert en die er maar één liefhebbe- 'ij op nahoudt: films maken. Hij heeft ?®lfs in Los Angeles een prachtig zwem- ad, aangelegd in Romeinse stijl, maar hij >«mt nooit. Hij heeft een eigen tennis ban maar hij kan niet tennissen. Hij is Jigenaar van vijf auto's, maar zelf chauf- :e.e't hij niet. Rond „Bel Air", zijn wo- ?'hg, strekt zich één van de prachtigste pin en uit van de hele streek, maar hij beft zelf nog nooit ook maar een enkele 'Ruik of bloem geplant. Voor al deze zaken, die het leven van Vele mensen veraangenamen, heeft Hitch- '°ck geen werkelijke belangstelling en alle waarvoor hij wèl belangstelling heeft, al liggen zij buiten zijn werkterrein, borden vroeg of laat een onderdeel van 'ijn werk en gaan een rol spelen in éen Van zijn films. Een voorbeeld daarvan vindt men in de 'iih „Vertigo". Hitchcock heeft al meer bn twintig jaar een grote voorliefde voor San Francisco. Hij brengt graag een be- '°ek aan de „Golden Gate"-stad en houdt ''van door de straten en langs het water Wandelen. Deze liefde voor San Fran- 'fsco blijkt duidelijk uit zijn nieuwste dm, waarin de stad een belangrijke rol 'Deelt. bovendien blijkt uit „Vertigo" de belang- "blling van Hitchcock voor de theorie, dat ?bze voorouders een sterke atavistische '"vloed hebben op ons doen en laten. Zo ?ljn er tal van voorbeelden waaraan men £an zien dat alles, waarvoor Hitchcock biten zijn werk belangstelling heeft vroe- of later deel gaat uitmaken van zijn w«rk: filmen. Wanneer iemand tegen Hitchcock zegt, dat hij alleen maar een bepaald genre films, namelijk „thrillers" kan maken, is hij het daarmee helemaal niet eens. „Natuurlijk kan ik andere soorten films maken", meent hij. „Maar dan zou het publiek onmiddellijk vragen: Waar is nu de spanning? En als ik het sprookje van „Assepoester" ging verfilmen, zouden de mensen de hele tijd reikhalzend zitten uit te reiken naar het lijk". Zolang „Hitch" thrillers heeft gemaakt, is er volgens hem maar één belangrijke verandering in dit genre films gekomen: regisseurs en schrijvers moeten tegen woordig de houding van hun figuren mo tiveren. „Vroeger waren we er aan ge wend". aldus Hitchcock, „dat de schurk de hond trapte en geen mens stelde ons daarover vragen. Maar tegenwoordig moe ten we uitleggen wat er in z n jeugd is gebeurd, waardoor hij opgroeide tot een map, die een hond trapt". Toen men Hitchcock eens vroeg, hoe het kwam, dat hij zich zo voor de wereld van moord en doodslag interesseerde, ant woordde hij met een zoetsappige glim lach: „Omdat ik mij als een braaf god vrezend klein jongetje altijd met mijn ei gen zaken heb bemoeid ,en een uitlaatklep nodig had voor mijn verwrongen gevoe lens".. En toen iemand wilde weten, hoe hij zich wel voelde als televisie-beroemdheid, ant woordde hij: „Het is werkelijk hoogst on aangenaam, als vrouwen je op straat aan houden en zeggen, dat ik iedere zondag avond bij haar op bezoek kom". Een der hoofdpersonen uit het „Dag boek van Anne Frank", de 62-jarige Am sterdamse koopman Kleiman, is overle den. waË „mijnheer Koophuis", die in het dagboek optreedt als de altijd bereid willige helper van de ondergedoken Jood se families.. De heer Kleiman was een oude zaken relatie van de heer Otto Frank, de vader van Anne. Bij de arrestatie van de familie Frank in augustus 1944 is ook hij in hechtenis genomen, maar eniige maanden later vrij gelaten vanwege zijn toen al slechte ge zondheidstoestand. Na de oorlog kreeg de heer Kleiman de leiding van de spece- rijenhandel van de heer Frank in Neder land. Op zijn kantoor is hij nu plotseling overleden. Van de culturele prijs van de provincie Groningen voor het jaar 1958 is. zoals ge meld, de beroepsprijs toegekend aan de schrijver Johan van der Woude. Voor zijn grotendeels autobiografische roman „Een groene lantaarn", welk boek door de bekroonde onder het pseudoniem J. O Falcke werd geschreven. Gedeputeerde Staten van Groningen zeggen hierover, dat dit boek. hetwelk uit literair oogpunt een aanwinst voor de Nederlandse let terkunde moet worden geacht, het Gro ningen van rond 40 jaren geleden doet herleven in een boeiend en sfeervol ver haal. Voor Groningen hebben de stijl volle beschrijvingen de ietwat weemoe dig getinte herinneringen aan de sugges tieve verbeelding van de vroegere stad een dubbele waarde. De prijs zal worden uitgereikt door de commissaris der Ko- niging in de provincie Groningen, mr. W. A. Offerhaus op 17 februari a.s. des middags in de Statenzaal van het Pro vinciehuis. Na een openingswoord door de commissaris der Koningin en het op treden van het Groninger blaaskwintet zal de uitreiking plaatsvinden. De heer J. Smit hoofd van de regionale omroep Noord en Oost. spreekt, daarna over Jo han van der Woude en zijn werk, waar na de heer van der Woude een korte toe spraak zal houden en voor zal lezen uit eigen werk. In Zoelermeer wordt deze week de film, .Fanfare" van Bert Haanstra vertoond en gisteren vond de première voor de gemeente plaats. Het fanfarekorps „Kunst en Vriendschap" heeft bij deze gelegen heid een muzikale rondgang door het dorp gemaakt, die eindigde bij „Ons Genoegen" waar de film wordt vertoond. Alle korps- leden konden gratis de film bijwonen en werden bovendien in de pauze getrakteerd. Door de heer A. van Fraassen werd ge wezen op de uitstekende vorm van vrije tijdsbesteding, diie door „Kuinst en Vriend schap" zowel aan leden, als, m voor komende gevallen aan toehoorders wordt geboden. De vereniging kreeg van hem een enveloppe met inhoud, bestemd voor de verenigingskas, aangeboden. Gene Kelly's muziekfilm voor de Rank- f-sanisatie „Gentlemen's Gentlemen", die v. 500.000 5.000.000) zou kosten, gaat <joor. De reden daarvan is volgens „Daily Express" i eenvoudig, dat de ?abk-mensen bang zijn geworden voor 't JaPitaal dat voor de vervaardiging van D? film nodig is, ook al zal het hun een te Ssa geld kqsten om de produktie niet laten doorgaan, o Hit was intussen niet de reden, die werd "gegeven in een onlangs door de Rank- G§anisatie afgelegde, niets zeggende ver jaring. Daarin werd in diplomatieke be- (,Q°rdingen meegedeeld, dat „met Gene d eHy overeenstemming was bereikt om J Produktie niet te laten doorgaan we- aés veranderingen in het programma de Pinewood-studio". In werkelijkheid -'."ter durven de Pinewood-mensen het aan om zulk een enorm bedrag te 'skeren met de vervaardiging van een Psical. ..••Gentlemen's Gentlemen" zou de duur- lh Populaire muziekfilm worden, die ooit 1, Engeland is gemaakt. En in. Gene Kelly men een danser met een hele reeks uceesfilms op zijn naam. De producen- g Ywillen echter een garantie en geen L je. Beroemde sterren als Kelly of Gar- 4 "d of Lanza zijn tegenwoordig niet vol gde waarborg u ilmproducent Raoul Levy doet zijn ui- \v's'e best om „Paris by Night", de film j arin Brigitte Bardot de tegenspeelster f zijn van Frank Sinatra, nog te redden, tin Vy> dl® zÜn dromen van een sensa- ,®Pale rolbezetting in rook zag vervlie- k.1?. toen Sinatra zich uit de film terug- tv.uk mej. de opmerking, dat het publiek -'-r dan genoeg zou hebben van B.B. te- b!" de tijd, dat de film klaar was. pro- thans Danny Kaye over te halen tin de rol te spelen. L-^Py Kaye heeft tijdens een bezoek, dat tin Onlangs aan Londen bracht toegegeven, hj Raoul Levy hem als tegenspeler van kp dot wil engageren. „Een belangwek- kade rolbezetting", luidde zijn commen ts1'. „Bardot en Kaye. Dat zou het pu- fIftlj. JI TI7-» /"l4A zo erg happig op ben. Begrijp goed. dat het scenario oorspronkelijk is geschreven voor Bardot en Sinatra. Ik weet er in wer kelijkheid nog maar heel weinig van en ik geloof, dat er heel wat veranderingen in zullen moeten worden aangebracht, eer ik er aan meedoe. Ik ben geen Sinatra. Zo als ik het zie, zou het veel beter en goed koper zijn om helemaal opniAiw te begin nen. Maar Bardot en Kaye! Grappig, niet? Hij heeft zelfs begrip voor de arme rij ke vrouw, die het eeuwige leven zoekt- Hij weet heel goed, dat dit verlangen een „onsterfelijke dwaasheid" is. en daarom heeft hij zijn roman over deze vrouw de veelzeggende titel „The foolish Immor tals" gegeven. Aan de andere kant kan hij echter dit onvervulbare verlangen heel goed begrijpen, omdat hij de drang tot leven begrijpt. Tekenend is het in dit verband, dat Gallico niet spreekt over het ontwijken van de dood, doch over het behouden van het leven. Schatrijk is zij, miss Hannah Bascombe, en zij gelooft er vast in, dat zij voor een paar miljard dollars het leven zal kunnen kopen. Zij ontmoet een oplichter, die haar ervan weet te overtuigen, dat er gens in Israël het geheim van het eeuwi ge leven verborgen is. Hannah weifelt niet en aanvaardt de reis. Na veel avonturen en verwikkelingen komt de kleine expeditie in aanraking met een geleerd man, archeoloog en god zoeker. Hij toont hun het land, waarin de Verlosser is rondgegaan, en hij weet zijn nieuwe vrienden te verzoenen met de dood; dit is: met het leven en zijn aardse eindigheid. Het slot van deze ro man is even aangrijpend als overtuigend Gallico op zijn best. 5? Hij is' een monster in mensenge daante, de tweede man van mevr. Decker. Zijn stiefdochter voeh dat kinderlijk-intuïtief heel goed aan. Het jonge meisje Candy beschuldigt haar stiefvader dan ook van brute moord, als haar moeder dood wordt aangetroffen in een kamer vol gas. Zij laat het trouwens niet bij de éne beschuldiging en vertelt, dat haar eigen vader destijds óók door hem de dood is ingedreven. Men haalt de schouders op. Wat kan zo'n wicht toch overspannen doen. Ook haar gou vernante meent da-t haar leerlinge aan geestesstoornissen leidt en be spreekt met de stiefvader de moge lijkheid, het 'kind in een gesticht te doen opnemen. De moordenaar voelt zich echter bedreigd allereerst door Candy's hondje, dat zijn wijze van doden een heel knappe aan het licht schijnt te brengen en later door het meisje zelf. Het beest wordt ver giftigd en Candy ontkomt ternau wernood aan een poging tot moord door verdrinking. Dan lokt de man haar onder val6 voorwendsel naar zijn stille villa, waar hij haar op dezelfde manier wil vermoorden al® haar moeder, zodat ook de buiten wereld het voor zelfmoord zal hou den. Gelukkig wordt Candy op het laatste ogenblik door haar gouver nante bevrijd. De misdadiger gaat zelf een ellendige verstikkingsdood tegemoet. Maar Candy laat haar hart spreken en licht de politie in, die de moordenaar arresteert. Peter van Eyck en Mandy Miller spelen in deze griezelige film, die wel knap gemaakt is. Hitchcoch zou er een super-thriller van hebben ge maakt, maar dat kan men van re gisseur Guy Green niet verwachten. Niettemin kijkt men wel geboeid naar „HET MASKER VAN SATAN" Dat masker is een duivels moordtuig, waarvan we de identiteit niet zullen onthullen om de spanning voor de toeschouwers, die 18 jaar moeten zijn geweest, niet te verkleinen. Want onder de luchtige, vlotte toon van deze meesterlijke verteller is dikwijls een grote ernst verborgen. Met een paradosc: oppervlakkig gezien lijken Gallico's ver halen oppervlakkig. Maar de lezer, die de warme menselijkheid en kleine wijs heid ervan eenvoudig op zich laat inwer ken, zal tenslotte een diepere bewogen heid ervaren, die zelden verhelderend, maar altijd troostend is. Men denkt aan het zuivere, gevoelige verhaal „De Sneeuwgans"- Het speelt zich af in de dagen van Duinkerken, dus het begin van de jongste wereldoorlog- Toch is het een verstild verhaal, omdat de genegenheid tussen een man, een jong meisje en een wilde sneeuwgans een poë tisch waas van geheimzinnige verbon denheid over het dramatische gebeuren legt. Dit maakt het leed schrijnender, maai verzacht het tegelijkertijd. Ook de novelle „Sneeuwvlok" is een dichterlijke fantasie, speels en geestig en getuigend van een even rijke als zinrijke verbeelding. Hetzelfde kan men zeggen van de kleine roman „De liefde van de 7 poppen", maar naar mijn smaak heeft de auteur hier zijn middel wat al te berekend toegepast. Het verhaal is daardoor enigs zins geforceerd, maar niettemin zeer lezenswaardig en het heeft de stof gele verd voor een goede film. Zvjn liefde voor dieren vooral poe zen heeft Gallico uitgeschreven in een paar prachlige, moderne dierenverha len. Eigenlijk is de benaming „dieren verhaal" in Gallico's geval niet helemaal juist. Hfj ziet en beschrijft de dieren na melijk alleen in hun verhouding tot de mensen. Hij staat dichter bij E.T.A. Hoff mann dan bij Hermann Löns is nau wer verwant aan de sprookjesverteller dan aan de realistische waarnemer. Zijn poezen bijvoorbeeld vervullen een taak; zij treden handelend op in het le ven der mensen corrigerend of weer houdend of aanmoedigend maar altijd met de humor en de wijsheid, die men in kattenogen kan zien- „Thomasina" is zo'n poes en het boek over haar (in de verta ling van mevr- A. M. G. Baan versche nen bij de Wereld Bibliotheek Amsterdam, evenals alle andere genoemde titels) is een der heerlijkste boeken van de laatste tijd. Thomasina is de poes van het kleine Schotse meisje Mary Ruadh. Haar vader is na de dood van zijn vrouw verbitterd achtergebleven in zelfverkozen eenzaam heid, want hij sluit zich voor iedereen af. Hij heeft zijn geloof in het leven en in de mens verloren. Maar hij heeft buiten de dieren gerekend al is hij dan dierenarts. Thomasina vindt dat er moet worden ingegrepen en met veel vindingrijkheid en fantasie doet zij dat dan ook. Zij weet in het hart van de man weer liefde te ontsteken en hem al dus het vertrouwen in het leven terug te geven. Dank zij Thomasina trekt in de gedaante van een jonge vrouw het gelijk ook voor de kleine Mary weer de woning van de dierenarts binnen. Een eenvoudig verhaal, gelukkig zon der veel symboliek, maar gezond en span nend en sprankelend geschreven. Naast „Het kleine wonder", het ontroerende ver haal over het jongetje dat in kinderlijk vertrouwen Sint-Franciscus vraagt om genezing van zijn zieke ezeltje en „Lud- milla", de legende van Sinte-Notburga, het heiiigverklaarde melkmeisje, is „Thoma sina" een der zuiverste geschriften van deze vertelier-uit-levensliefde- Gré van SwolBrouwenstijn heeft gistermiddag tijdens een dames-tea in het I.C.C. te Amsterdam verteld van haar ervaringen als operazangeres te Wenen, Londen en Buenos Aires, waar zij in de afgelopen tijd met zoveel suc ces heeft gezonden. Het waren artistieke avonturen van sterke belevenissen, ook met moeilijkheden, die het harde wer ken verzwaarden, zoals o.a. in Wenen. Daar had zij des middags tot 3 uur re petitie voor Wagners „Rheingold" om diezelfde avond nog op te treden als de hoofdrolvertolkster in Puccini's opera „Tosca". Maar onze grote Nederlandse opera zangeres, die thans over de gehele we reld grote faam geniet, was steeds dank baar voor de belangstelling, die onze Ne derlandse ambassadeurs in het buiten land voor haar komst toonden, zoals auto riteiten van het land zelf aldaar even zeer hun interesse toonden voor de grote operavoorstellingen. Dit niet alleen in Wenen, maar ook in Londen en elders. „Waarom," aldus Gré Brouwenstijn, nieuwsgierig maken! We hebben de enige tijd geleden met zijn drieën in y'ijs besproken. Als alles goed gaat, be- \v?hen we tegen het eind van het 3aar- jTschijnlijk in Europa". tAaye, die wat zaken doen betreft niet k dwaas is als hij er op het witte doek tj-i eens uitziet, voegde er echter y00£" ÏIhm's aan toe: „Maar „Paris by Night k 'ik gezegd weet ik niet, of ik er wel •es,;:, „CHECKPOINT" een verdovings middel voor Lee Patterson fcj'an Louis („Les Enfants du Paradis") vA'ault zal de roman „Das Schlosz" Kafka gaan verfilmen. Daarmee zal Franse acteur en pantomime-speler debuut maken als filmregisseur, 'dlietta Masina en Curd Jurgens zullen tK pof drollen spelen in Bertolt Brechts g^igrcrschenoper", die opnieuw zal wor- Verfilm door Helmut Kautner. S U Tb„,, h6 a het succes, dat regisseur Paul Czin- «Sm, heeft gehad met zijn film „Bolshoi et". zal 't wel niemand verwonderen. hij aan een tweede balletfilm toe is, fcal,'van de voorlopige titel „The Royal P pt" luidt. V'hner. die e,en vurig bewonderaar is 'w Margot Fonteyn. zal haar de hoofd- Seven met als partner de bekende dan- ^ichael Soames. e Royal Ballet", die in kleuren wordt „{gmomen. zal bestaan uit de balletten ft^jZwanenmeer", „Vuurvogel" en „On- FLOODS OF FEAReen kus voor Howard Keel. Anne Heywood, die kort voor Kerstmis van verleden jaar 26 werd. is op het ogen blik de meest gevraagde Britse ster. Mo menteel treedt zij in de Pinewood-studio s als tegenspeelster van de zgn. zanger Frankje Vaughan op in de muzikale film romance „The Heart, °f a Man", die door Anna Neagle en Herbert Wilcox wordt geproduceerd. Twee weken tevoren is ze naar Rome ge vlogen om proefopnamen te maken voor „Carthage in Flames", een historisch filmspektakel. De Rankorganisatie, die haar onder contract heeft, spoorde haar aan om in deze film op te treden, tenein- d'e ondervinding op te doen. Met de opna men voor deze film, in technicolor en tech- nirama, wordt in mei a- s. begonnen. Eer het echter zover is, zal de vroegere „Miss Britain" uit Birmingham nog in een andere film optreden. Zodra „The Heart of a Man" klaar is. zal ze de te genspeelster zijn van Michael Craig in een nieuw huiselijke komedie „Upstairf and Downstairs", die in maart wordt ge produceerd door Betty Box met Ralph Thomas als regisseur. Anne's tegenspelers in de Italiaanse film die wordt geregisseerd door Guido Luzzato. zullen zijn de Fransman Da niel Gélin. de Spanjaard Jose Saurez en de Italiaan Folco Lulli. In de afgelopen twee jaar heeft deze le vendige. maar toch nuchtere en hard wer kende actrice de ladder van het succes merkwaardig snel beklommen. Na een klein rolletje in de film „Checkpoint", kreeg Anne haar eerste grote rol met Stanley Baker in „Violent Playground". Na door de kritiek te zijn geprezen om haar rol als de bezorgde zuster van een jonge Ierse scherpschutter (David Mc. Callum) versterkte ze haar reputatie als acirice met de rol van o®" Amerikaans meisje in de film ..Floods of Fear", waar in zij de tegenspeelster waK van Howard KHet ziet er naar uit. dat Anne's prakti- „VIOLENT PLAYGROUND" s,ob^mo,tto^,,Er^^ga^iet|. boven hard Stanley Baker.* a DANGEROUS EXILE" wortel, tjes voor een vriend.... Ir< toch is het meestal geen onwil of engereidheid of zelfingenomenheid, die ifkritiek zo moelijk maakt. Natuurlijk bestaan er massa's eigenwij ze en eigengereide en zelfingenomen mer.sen, maar over hen willen wij het hier niet eens hebben. Zij zijn de men sen, die nooit verder zullen komen, de onuitstaanbaren, die vo' onkundige kri tiek zitten over anderen- We kunnen hen maar het beste *laten gaan, ons zo weinig mogelijk aan hen storen. Zij blijven toch wie ze zijn en elk woord is aan hen ver spild. Maar de goedwillenden; degenen, die verder willen komen; degenen, die open staan voor kritiek en zich ook voortdurend aan zelfkritiek onderwerpen; juist zij on dervinden hoe moeilijk deze zelfkritiek is. Wij studeren bijvoorbeeld een spel in. Wij zijn heus niet gauw tevreden, hebben niets geen zelfingenomenheid over ons, wij zijn zeer kritisch ingesteld tegenover ons zelf, trachten onszelf keer op keer te ver beteren en tochsluipt langzaam maar zeker de tevredenheid ons tegemoet. Het gaat lekker, de vaart zit er in, we zijn aan de grens gekomen van de zelfkritiek. En dat is het, geloven wij, juist: Zelf kritiek heeft zijn grens. We raken op de duur vermoeid; wij zijn de zelfkritiek PKaJ ym befaben &gfiS Saseikil s» tevreden met onszelf en we krijgen het aangename gevoel over ons van geslaagd te zijn. Iedere verdere zelfkritiek behoort hijne tot het onmogelijke. Zo is het ook als wij bijvoorbeeld iets ge schreven hebben- Vooral als dit iets groots is. Een toneelstuk bijvoorbeeld. Of een boek. Men is niet tevreden; men verbe tert en blijft verbeteren; men tracht alle mogelijkheden tot het laatste toe te be nutten; en men schrapt en men vijlt en desnoods begint men weer van voren af aan; maar tenslotte raakt men vermoeid mor. raakt er op uitgekeken; de geest verschaft geen enkel nieuw denkbeeld meer; men is aan het einde gekomen van zijn zelfkritiek en men neemt genoegen met zijn werk- Alleen wanneer men afstanrl kan ne men van zijn werk als men het bij voorbeeld een vol jaar kan latën liggen, zonder ernaar om te kijken dan is weer zelfkritiek mogelijk. Maar tot dit afstand nemen van zyn werk. is meestal zo weinig gelegenheid. Voert men een toneelstuk op, dan kan men er al helemaal geen afstand van nemen. Men kan moeilijk achter in de zaal gaan staan en zichzelf op het to neel zien spelen. Afstand in tijd is bij voorbeeld onze eigen voorstelling van een jaar geleden nog eens te zien. Ten zij de televisie dit nog eens mogelijk maak:. Filmsterren kunnen afstand ne- men van bon werk. buik dan is bet meestal te laat, tenminste voor de film, waarin zij opgetreden zijn. Het zien van hun eigen films kan natuurlijk wel zeer zuiverend werken voor hun nog te maken films. Maar dit voordeel van de filmacteur kennen wij niet. Wij zitten er midden in en blijven er midden in. Wil kunnen niet als een architect een paar honderd passen achteruit gaan, om ons werk op een afstand te bekijken. Vandaar onze beperktheid wat zelf kritiek betreft. Fn dit geldt voor alles, waar zelfkritiek van ons vereist wordt. Ons gehele leven eist zelfkritiek, willen wij geen onuit staanbare mensen bijven- Maar het ob ject. dat wij bekritiseren, moeten ons zelf dus kunnen wij niet van op een afstand beschouwen. Wij kunnen dit afstand nemen van ons zelf wel zoveel mogelijk nastreven en in zekere mate zal ons dit zelfs na veel oefening gelukken, maar de beperktheid bliift In veel dingen blijven wij aan ons zelf ontgaan, omdat wij er midden in zit ten en omdat wij op de duur uitgeput raken. Uiteindelijk willen wij toch ook wel eens wat tevredenheid met onszelf en ons werk. En deze uiteindelijke moeheid kan al leen goed gemaakt worden, als wij vol ledig en voortdurend open staan voor kri tiek van anderen. Als wij ons onze be perktheid in deze bewust zijn. Dan hindert een zekere mate van te vredenheid met onszelf en ons eigen werk niet. Want dan zullen wij onszelf en ons werk toch altijd nog eerst voorleggen aan anderen. En wij zullen dankbaar zijn voor elk kritisch geluid, omdat wij maar al te goed weten, dat wij aan het einde zijn van onze zelfkritiek. Vandaar dat het ook zo goed is bij onze repetities een geheel vreemde binnen te halen, die er nog volkomen fris tegen over staat- Een regisseur is natuurlijk ook een man, die ons van op een afstand be kijkt. Maar wat wij presteren, wordt' op de duur ook zijn werk. Hij wordt ge heel één van de onzen en raakt er daar om maar al te dikwijls ook helemaal mid den in. met het gevolg, dat ook hij tevre den raakt en geen afstand meer nemen kan. En haalt men er dan eens een vol komen vreemde bij, dan zal men onder vinden, dat deze weer geheel nieuwe din gen ziet, die ons volkomen ontgaan zijn- In het dagelijks leven is het net een der, Volkomen vreemden merken soms dingen op, die onze omgeving allang niet meer opmerkt. En als wij nu maar de wijsheid kunnen opbrengen, om voor die opmerkingen open te staan. Dan zal on getwijfeld onze eigen beperktheid, waar het zelfkritiek betreft, ruimschoots hier door gecompleteerd worden. „houden onze Nederlandse hoogwaardig heidsbekleders zich in eigen land zo af. zijdig bij topvoorstellingen, waar ook in ternationale krachten optreden? Waarom doen de Nederlandse officials wel in het buitenland aan deze representatie en waarom niet in eigen land. Is ons klimaat soms anders?" Gré Brouwenstijnjiet daarbij niet na op de ongelukkige behuizing van de Neder landse Opera in de Amsterdamse Stads schouwburg te wijzen. „Als we eens naar Rotterdam gingen!" Uit haar toehoorders wierp men tegen, dat daar nog steeds geen definitieve schouwburg staat en nog minder een concertzaal. „Maar een opera gebouw zullen ze wel bouwen." riep onze prima donna uit. „Hier in Amsterdam moet men in zalen buiten de schouwburg repeteren, slechte zalen, waar het altijd tocht en waar iedere zanger kou vat." „Denkt men nu," viel Gré Brouwen stijn uit, „dat de gulden zou dalen als do Nederlandsche Bank niet op het Frede- riksplein te Amsterdam zou komen en we) de Nederlandsche Opera?" „Menigmaal," ging zij voort, „verschiii* len onze autoriteiten zich achter het ar gument, dat zij niet muzikaal zijn of niet van opera houden, maar in het buiten land zijn er evenzeer, die niet van deze muziek houden, maar het niettemin a'.3 hun plicht beschouwen de grote voorstel lingen bij te wonen." Deze genoeglijke „tea" werd door Gré Brouwenstijn tot een zeer openhartig ge sprek verheven, waarin zij even over tuigend de feiten aanvoerde als zij haar kunst op het operatoneel brengt. Het moet velen tot ernstig nadenken stemmen. „Nederland heeft een naam in de inter nationale operawereld," zei de zangeres. „Laten wij daarbij in ons eigen land de plichten der representatie niet veronacht zamen." „Frank Distel en de bende van de gele rat", door Arie van der Lugt Uitgeverij Foreholte, Voorhout. „Frank Distel en de verdwenen Platvoet", idem. De auteur Arie van der Lugt heeft zich toegelegd op het schrijven van jongens boeken en een nieuwe serie gecreëerd, waarin een Rotterdamse jongen. Frank Distel ienaamd, de hoofdrol speelt. Dit gebeurt in spannende detectiveverhalen. Misschien zou men ze beter politiële verhalen kunnen noemen, maar de jon gens zullen zich daarom niet zo heel erg bekommeren. Voor hen zal het er om gaan. of hun held de moeite waard is, een jongen van Jan de Wit. Arie van der Lugt is er o.i. wel in gesl&agd, goede, pakkende lectuur voor jongens van twaalf tot vijftien jaar te produceren. Zijn serie zal er vermoedelijk als koek in gaan. Hij koos tot achtergrond de Rotterdamse ha ven. waarin heel wat meer te beléven valt, dan. ogenschijnlijk lijkt. Of het woord diender, waarmede de politieman wordt betiteld, met wie Frank Distel en zijn makkers vsak samenwerken, door hem en door de politie in het algemeen ge waardeerd zal worden en de jongens zal aanspreken, menen wij te moeten betwij felen. Het is nogal uit de tijd. De schrij ver zal dit vermoedelijk wei merken aan de reacties, welke hij ongetwijfeld zal ont vangen. De boeken zijn kloek uitgegeven en vlot geïllustreerd, terwijl een gekleur de, pakkende omslag ze reeds op het eer ste gezicht aantrekkelijk maakt. „Stijlen in de bouwkunst", door J. J. Vriend N.V. Uitg. Mij. „Kos mos", Amsterdam-Antwerpen. In de serie „Weten en kunnen" is dit boekje (vierde druk) ongetwijfeld een bij zonder bezit, met zijn 122 foto'^en teke ningen. Wie iets van de bouwkunst wil of moet afweten, zal het telkens weer met vrucht kunnen raadplegen,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5