Alfred Hitchcock heelt één
films maken
witte doek
liefhebberij:
PAUL GALLICO -verteller uit levensliefde
Rank-organisatie bang voor risico
Monster in mensen
gedaante
Gré Brouwenstijn vertelt
N
Niets zo
als zelf
De were
Bewijskracht van eeuwen
IN DRUKINKT
vb
Studiereis naar Londens rechtbanken
en onderwereld
Met Masker van Satan'
Als we eens naar Rotterdam gingen
Anne Heywood in;
Hulp van onderduikers
plotseling overleden
Groningse prijs voor
Jolian v. d. Woude
Verzoening
Hans Roest
^ean Louis Barraült als
filmregisseur
En tocli geen onwil
ZATERDAG 31 JANUARI 1959
PAGINA 5
Bekend uit „Dagboek van
Anne Frank"
Kim Novak en James Stewart in Alfred Hitchcock's nieuwe thriller
„De Vrouw, die tweemaal leefde".
Het geheim van het succes van Paul Gallico is tweevoudig: hij
heelt een hartelijke, warme verteltrant en hij hezit een onweerstaan
baar geloof in het leven. Zijn verhalen zijn allerminst een desertie
uit het liarde bestaan van deze tijd; hij kent de angst en de ellende
te goed, om ze te negeren. Wie zijn beklemmende roman „Trial hy
Terror" heeft gelezen, zal dit onmiddellijk beamen. Maar Gallico
weet uit eigen ervaring, dat het leven uiteindelijk sterker is dan
wat het bedreigt ook dat bewijst hij in „Trial by Terror". Hij
lieeft de getuigenis van eeuwen achter zich en de nog veel sterkere
bewijskracht van het eigen, kwetsbare hart dat hunkert en lijdt en
vreest, maar dat ook kan liefhebben en de vreugde en het geluk in
het leven zien. En als de mens teleurstelt, dan is er het dier met
zijn trouwe aanhankelijkheid, dat troost en met het leven verzoent.
Als de mens in dwaze overmoed vernietigt, dan blijft er toch nog
ergens de schoonheid der schepping, die het oog verrukt. Paul
Gallico durft liefhebhen en bewonderen zo nodig tegen alles in.
Dat maakt zijn verhalen zo onweerstaanbaar voor ieder, die het
leven niet met een leuze afdoet.
IN ZOETERMEER
Fanfare naar „Fanfare"
Na muzikale rondwandeling
Danny Kaye tegenspeler van Brigitte Bardot
Mens en dier
Nederlandse autoriteiten weinig muzikaal
met Giulietta Masina
Werkelijk goede kritiek geven over prestaties van anderen eist
huilengewone gaven, zowel van het verstand als van het hart. Want
het is een koud kunstje oin af te breken, maar afbreken verstaan
wij ook niet onder kritiek geven. Kritiek geven is willen opbouwen.
En hiervoor heeft men kennis van zaken nodig, om het goede en
het minder goede te kunnen onderkennen, doch dat vraagt een
even grote dosis tact als liefde, om dit minder goede op acceptabele
manier onder de ogen van de betreffende personen te kunnen
■rengen, zodat het begrepen en aanvaard wordt. Anders doet men
iet al zijn kundige kritiek nog niets anders dan afbreken.
Zelfkritiek echter eist geen liefde, maar voortdurende onbarm-
'.rtigheid. En zelfs dan is zelfkritiek bijna nog een onmogelijkheid.
Hans van Bergen j
WERELDNIEUWS
(Van onze filmredacteur)
Alfred Hitchcock, sinds verleden week
^terdag kind aan huis b(j talloze Ncder-
aiJdse t.v.-families, wiens film „Vertik
s.°" binnenkort hier te lande onder de
f"el „De vrouw, die tweemaal leefde"
'h vertoning komt, heeft onlangs een be-
*°ek gebracht aan zijn geboortestad Lon-
?ea en aan de universiteit, waar hjj voor
et eerst de rechten studeerde met een
°!>en oog voor de mogelijkheden om de
söannende elementen ervan op celluloid
Va„st te leggen.
Hoewel hjj zijn meesterstitel al lang ge-
'eden behaalde sinds 1920 zit bij al in
filmerij studeert hij nog altijd. Voor
Zljn volgende film „No Bail For The Jud^
Ie" naar een boek van Henry Cecil, alias
'echter Henry Cecil Leon heeft hij zijn
ennis van de Londense rechtbanken en
""derwereid nog eens opgehaald. Zijn gids
barbij was een oude vriend en deskun-
a'Ke, 'de journalist Percy Hoskins. eer-
!'e criminele verslaggever van een groot
Condens dagblad.
gaaien hebben ze een gront deel van hun
"id doorgebracht in de Old-Bailey, in het
Gerechtshof van Marlborought-straat en in
®Qho, waar zich de schuilplaatsen van de
{binder respectabele burgers- van Londen
^vinden.
..Hitchcock is trouwens een man, die, ai-
'lid studeert en die er maar één liefhebbe-
'ij op nahoudt: films maken. Hij heeft
?®lfs in Los Angeles een prachtig zwem-
ad, aangelegd in Romeinse stijl, maar hij
>«mt nooit. Hij heeft een eigen tennis
ban maar hij kan niet tennissen. Hij is
Jigenaar van vijf auto's, maar zelf chauf-
:e.e't hij niet. Rond „Bel Air", zijn wo-
?'hg, strekt zich één van de prachtigste
pin en uit van de hele streek, maar hij
beft zelf nog nooit ook maar een enkele
'Ruik of bloem geplant.
Voor al deze zaken, die het leven van
Vele mensen veraangenamen, heeft Hitch-
'°ck geen werkelijke belangstelling en alle
waarvoor hij wèl belangstelling
heeft, al liggen zij buiten zijn werkterrein,
borden vroeg of laat een onderdeel van
'ijn werk en gaan een rol spelen in éen
Van zijn films.
Een voorbeeld daarvan vindt men in de
'iih „Vertigo". Hitchcock heeft al meer
bn twintig jaar een grote voorliefde voor
San Francisco. Hij brengt graag een be-
'°ek aan de „Golden Gate"-stad en houdt
''van door de straten en langs het water
Wandelen. Deze liefde voor San Fran-
'fsco blijkt duidelijk uit zijn nieuwste
dm, waarin de stad een belangrijke rol
'Deelt.
bovendien blijkt uit „Vertigo" de belang-
"blling van Hitchcock voor de theorie, dat
?bze voorouders een sterke atavistische
'"vloed hebben op ons doen en laten. Zo
?ljn er tal van voorbeelden waaraan men
£an zien dat alles, waarvoor Hitchcock
biten zijn werk belangstelling heeft vroe-
of later deel gaat uitmaken van zijn
w«rk: filmen.
Wanneer iemand tegen Hitchcock zegt,
dat hij alleen maar een bepaald genre
films, namelijk „thrillers" kan maken, is
hij het daarmee helemaal niet eens.
„Natuurlijk kan ik andere soorten films
maken", meent hij. „Maar dan zou het
publiek onmiddellijk vragen: Waar is nu
de spanning? En als ik het sprookje van
„Assepoester" ging verfilmen, zouden de
mensen de hele tijd reikhalzend zitten uit
te reiken naar het lijk".
Zolang „Hitch" thrillers heeft gemaakt,
is er volgens hem maar één belangrijke
verandering in dit genre films gekomen:
regisseurs en schrijvers moeten tegen
woordig de houding van hun figuren mo
tiveren. „Vroeger waren we er aan ge
wend". aldus Hitchcock, „dat de schurk de
hond trapte en geen mens stelde ons
daarover vragen. Maar tegenwoordig moe
ten we uitleggen wat er in z n jeugd
is gebeurd, waardoor hij opgroeide tot een
map, die een hond trapt".
Toen men Hitchcock eens vroeg, hoe
het kwam, dat hij zich zo voor de wereld
van moord en doodslag interesseerde, ant
woordde hij met een zoetsappige glim
lach: „Omdat ik mij als een braaf god
vrezend klein jongetje altijd met mijn ei
gen zaken heb bemoeid ,en een uitlaatklep
nodig had voor mijn verwrongen gevoe
lens"..
En toen iemand wilde weten, hoe hij zich
wel voelde als televisie-beroemdheid, ant
woordde hij: „Het is werkelijk hoogst on
aangenaam, als vrouwen je op straat aan
houden en zeggen, dat ik iedere zondag
avond bij haar op bezoek kom".
Een der hoofdpersonen uit het „Dag
boek van Anne Frank", de 62-jarige Am
sterdamse koopman Kleiman, is overle
den. waË „mijnheer Koophuis", die in
het dagboek optreedt als de altijd bereid
willige helper van de ondergedoken Jood
se families..
De heer Kleiman was een oude zaken
relatie van de heer Otto Frank, de vader
van Anne.
Bij de arrestatie van de familie Frank
in augustus 1944 is ook hij in hechtenis
genomen, maar eniige maanden later vrij
gelaten vanwege zijn toen al slechte ge
zondheidstoestand. Na de oorlog kreeg de
heer Kleiman de leiding van de spece-
rijenhandel van de heer Frank in Neder
land. Op zijn kantoor is hij nu plotseling
overleden.
Van de culturele prijs van de provincie
Groningen voor het jaar 1958 is. zoals ge
meld, de beroepsprijs toegekend aan de
schrijver Johan van der Woude. Voor
zijn grotendeels autobiografische roman
„Een groene lantaarn", welk boek door
de bekroonde onder het pseudoniem J. O
Falcke werd geschreven. Gedeputeerde
Staten van Groningen zeggen hierover,
dat dit boek. hetwelk uit literair oogpunt
een aanwinst voor de Nederlandse let
terkunde moet worden geacht, het Gro
ningen van rond 40 jaren geleden doet
herleven in een boeiend en sfeervol ver
haal. Voor Groningen hebben de stijl
volle beschrijvingen de ietwat weemoe
dig getinte herinneringen aan de sugges
tieve verbeelding van de vroegere stad
een dubbele waarde. De prijs zal worden
uitgereikt door de commissaris der Ko-
niging in de provincie Groningen, mr.
W. A. Offerhaus op 17 februari a.s. des
middags in de Statenzaal van het Pro
vinciehuis. Na een openingswoord door
de commissaris der Koningin en het op
treden van het Groninger blaaskwintet
zal de uitreiking plaatsvinden. De heer
J. Smit hoofd van de regionale omroep
Noord en Oost. spreekt, daarna over Jo
han van der Woude en zijn werk, waar
na de heer van der Woude een korte toe
spraak zal houden en voor zal lezen uit
eigen werk.
In Zoelermeer wordt deze week de film,
.Fanfare" van Bert Haanstra vertoond
en gisteren vond de première voor de
gemeente plaats. Het fanfarekorps „Kunst
en Vriendschap" heeft bij deze gelegen
heid een muzikale rondgang door het dorp
gemaakt, die eindigde bij „Ons Genoegen"
waar de film wordt vertoond. Alle korps-
leden konden gratis de film bijwonen en
werden bovendien in de pauze getrakteerd.
Door de heer A. van Fraassen werd ge
wezen op de uitstekende vorm van vrije
tijdsbesteding, diie door „Kuinst en Vriend
schap" zowel aan leden, als, m voor
komende gevallen aan toehoorders wordt
geboden. De vereniging kreeg van hem
een enveloppe met inhoud, bestemd voor
de verenigingskas, aangeboden.
Gene Kelly's muziekfilm voor de Rank-
f-sanisatie „Gentlemen's Gentlemen", die
v. 500.000 5.000.000) zou kosten, gaat
<joor. De reden daarvan is volgens
„Daily Express" i eenvoudig, dat de
?abk-mensen bang zijn geworden voor 't
JaPitaal dat voor de vervaardiging van
D? film nodig is, ook al zal het hun een
te Ssa geld kqsten om de produktie niet
laten doorgaan,
o Hit was intussen niet de reden, die werd
"gegeven in een onlangs door de Rank-
G§anisatie afgelegde, niets zeggende ver
jaring. Daarin werd in diplomatieke be-
(,Q°rdingen meegedeeld, dat „met Gene
d eHy overeenstemming was bereikt om
J Produktie niet te laten doorgaan we-
aés veranderingen in het programma
de Pinewood-studio". In werkelijkheid
-'."ter durven de Pinewood-mensen het
aan om zulk een enorm bedrag te
'skeren met de vervaardiging van een
Psical.
..••Gentlemen's Gentlemen" zou de duur-
lh Populaire muziekfilm worden, die ooit
1, Engeland is gemaakt. En in. Gene Kelly
men een danser met een hele reeks
uceesfilms op zijn naam. De producen-
g Ywillen echter een garantie en geen
L je. Beroemde sterren als Kelly of Gar-
4 "d of Lanza zijn tegenwoordig niet vol
gde waarborg
u ilmproducent Raoul Levy doet zijn ui-
\v's'e best om „Paris by Night", de film
j arin Brigitte Bardot de tegenspeelster
f zijn van Frank Sinatra, nog te redden,
tin Vy> dl® zÜn dromen van een sensa-
,®Pale rolbezetting in rook zag vervlie-
k.1?. toen Sinatra zich uit de film terug-
tv.uk mej. de opmerking, dat het publiek
-'-r dan genoeg zou hebben van B.B. te-
b!" de tijd, dat de film klaar was. pro-
thans Danny Kaye over te halen
tin de rol te spelen.
L-^Py Kaye heeft tijdens een bezoek, dat
tin Onlangs aan Londen bracht toegegeven,
hj Raoul Levy hem als tegenspeler van
kp dot wil engageren. „Een belangwek-
kade rolbezetting", luidde zijn commen
ts1'. „Bardot en Kaye. Dat zou het pu-
fIftlj. JI TI7-» /"l4A
zo erg happig op ben. Begrijp goed. dat
het scenario oorspronkelijk is geschreven
voor Bardot en Sinatra. Ik weet er in wer
kelijkheid nog maar heel weinig van en ik
geloof, dat er heel wat veranderingen in
zullen moeten worden aangebracht, eer ik
er aan meedoe. Ik ben geen Sinatra. Zo
als ik het zie, zou het veel beter en goed
koper zijn om helemaal opniAiw te begin
nen. Maar Bardot en Kaye! Grappig, niet?
Hij heeft zelfs begrip voor de arme rij
ke vrouw, die het eeuwige leven zoekt- Hij
weet heel goed, dat dit verlangen een
„onsterfelijke dwaasheid" is. en daarom
heeft hij zijn roman over deze vrouw de
veelzeggende titel „The foolish Immor
tals" gegeven. Aan de andere kant kan
hij echter dit onvervulbare verlangen heel
goed begrijpen, omdat hij de drang tot
leven begrijpt. Tekenend is het in dit
verband, dat Gallico niet spreekt over
het ontwijken van de dood, doch over het
behouden van het leven.
Schatrijk is zij, miss Hannah Bascombe,
en zij gelooft er vast in, dat zij voor een
paar miljard dollars het leven zal kunnen
kopen. Zij ontmoet een oplichter, die
haar ervan weet te overtuigen, dat er
gens in Israël het geheim van het eeuwi
ge leven verborgen is. Hannah weifelt
niet en aanvaardt de reis.
Na veel avonturen en verwikkelingen
komt de kleine expeditie in aanraking
met een geleerd man, archeoloog en god
zoeker. Hij toont hun het land, waarin
de Verlosser is rondgegaan, en hij weet
zijn nieuwe vrienden te verzoenen met
de dood; dit is: met het leven en zijn
aardse eindigheid. Het slot van deze ro
man is even aangrijpend als overtuigend
Gallico op zijn best.
5?
Hij is' een monster in mensenge
daante, de tweede man van mevr.
Decker. Zijn stiefdochter voeh dat
kinderlijk-intuïtief heel goed aan.
Het jonge meisje Candy beschuldigt
haar stiefvader dan ook van brute
moord, als haar moeder dood wordt
aangetroffen in een kamer vol gas.
Zij laat het trouwens niet bij de éne
beschuldiging en vertelt, dat haar
eigen vader destijds óók door hem
de dood is ingedreven. Men haalt de
schouders op. Wat kan zo'n wicht toch
overspannen doen. Ook haar gou
vernante meent da-t haar leerlinge
aan geestesstoornissen leidt en be
spreekt met de stiefvader de moge
lijkheid, het 'kind in een gesticht te
doen opnemen. De moordenaar voelt
zich echter bedreigd allereerst door
Candy's hondje, dat zijn wijze van
doden een heel knappe aan het
licht schijnt te brengen en later door
het meisje zelf. Het beest wordt ver
giftigd en Candy ontkomt ternau
wernood aan een poging tot moord
door verdrinking. Dan lokt de man
haar onder val6 voorwendsel naar
zijn stille villa, waar hij haar op
dezelfde manier wil vermoorden al®
haar moeder, zodat ook de buiten
wereld het voor zelfmoord zal hou
den. Gelukkig wordt Candy op het
laatste ogenblik door haar gouver
nante bevrijd. De misdadiger gaat
zelf een ellendige verstikkingsdood
tegemoet. Maar Candy laat haar hart
spreken en licht de politie in, die de
moordenaar arresteert.
Peter van Eyck en Mandy Miller
spelen in deze griezelige film, die
wel knap gemaakt is. Hitchcoch zou
er een super-thriller van hebben ge
maakt, maar dat kan men van re
gisseur Guy Green niet verwachten.
Niettemin kijkt men wel geboeid
naar „HET MASKER VAN SATAN"
Dat masker is een duivels moordtuig,
waarvan we de identiteit niet zullen
onthullen om de spanning voor de
toeschouwers, die 18 jaar moeten zijn
geweest, niet te verkleinen.
Want onder de luchtige, vlotte toon van
deze meesterlijke verteller is dikwijls een
grote ernst verborgen. Met een paradosc:
oppervlakkig gezien lijken Gallico's ver
halen oppervlakkig. Maar de lezer, die
de warme menselijkheid en kleine wijs
heid ervan eenvoudig op zich laat inwer
ken, zal tenslotte een diepere bewogen
heid ervaren, die zelden verhelderend,
maar altijd troostend is.
Men denkt aan het zuivere, gevoelige
verhaal „De Sneeuwgans"- Het speelt zich
af in de dagen van Duinkerken, dus het
begin van de jongste wereldoorlog- Toch
is het een verstild verhaal, omdat de
genegenheid tussen een man, een jong
meisje en een wilde sneeuwgans een poë
tisch waas van geheimzinnige verbon
denheid over het dramatische gebeuren
legt. Dit maakt het leed schrijnender,
maai verzacht het tegelijkertijd.
Ook de novelle „Sneeuwvlok" is een
dichterlijke fantasie, speels en geestig en
getuigend van een even rijke als zinrijke
verbeelding. Hetzelfde kan men zeggen
van de kleine roman „De liefde van de 7
poppen", maar naar mijn smaak heeft de
auteur hier zijn middel wat al te berekend
toegepast. Het verhaal is daardoor enigs
zins geforceerd, maar niettemin zeer
lezenswaardig en het heeft de stof gele
verd voor een goede film.
Zvjn liefde voor dieren vooral poe
zen heeft Gallico uitgeschreven in een
paar prachlige, moderne dierenverha
len. Eigenlijk is de benaming „dieren
verhaal" in Gallico's geval niet helemaal
juist. Hfj ziet en beschrijft de dieren na
melijk alleen in hun verhouding tot de
mensen. Hij staat dichter bij E.T.A. Hoff
mann dan bij Hermann Löns is nau
wer verwant aan de sprookjesverteller
dan aan de realistische waarnemer.
Zijn poezen bijvoorbeeld vervullen een
taak; zij treden handelend op in het le
ven der mensen corrigerend of weer
houdend of aanmoedigend maar altijd
met de humor en de wijsheid, die men in
kattenogen kan zien- „Thomasina" is zo'n
poes en het boek over haar (in de verta
ling van mevr- A. M. G. Baan versche
nen bij de Wereld Bibliotheek Amsterdam,
evenals alle andere genoemde titels) is
een der heerlijkste boeken van de laatste
tijd.
Thomasina is de poes van het kleine
Schotse meisje Mary Ruadh. Haar vader
is na de dood van zijn vrouw verbitterd
achtergebleven in zelfverkozen eenzaam
heid, want hij sluit zich voor iedereen
af. Hij heeft zijn geloof in het leven en
in de mens verloren.
Maar hij heeft buiten de dieren gerekend
al is hij dan dierenarts. Thomasina vindt
dat er moet worden ingegrepen en met
veel vindingrijkheid en fantasie doet zij
dat dan ook. Zij weet in het hart van de
man weer liefde te ontsteken en hem al
dus het vertrouwen in het leven terug te
geven. Dank zij Thomasina trekt in de
gedaante van een jonge vrouw het gelijk
ook voor de kleine Mary weer de
woning van de dierenarts binnen.
Een eenvoudig verhaal, gelukkig zon
der veel symboliek, maar gezond en span
nend en sprankelend geschreven. Naast
„Het kleine wonder", het ontroerende ver
haal over het jongetje dat in kinderlijk
vertrouwen Sint-Franciscus vraagt om
genezing van zijn zieke ezeltje en „Lud-
milla", de legende van Sinte-Notburga, het
heiiigverklaarde melkmeisje, is „Thoma
sina" een der zuiverste geschriften van
deze vertelier-uit-levensliefde-
Gré van SwolBrouwenstijn heeft
gistermiddag tijdens een dames-tea in
het I.C.C. te Amsterdam verteld van
haar ervaringen als operazangeres te
Wenen, Londen en Buenos Aires, waar
zij in de afgelopen tijd met zoveel suc
ces heeft gezonden. Het waren artistieke
avonturen van sterke belevenissen, ook
met moeilijkheden, die het harde wer
ken verzwaarden, zoals o.a. in Wenen.
Daar had zij des middags tot 3 uur re
petitie voor Wagners „Rheingold" om
diezelfde avond nog op te treden als de
hoofdrolvertolkster in Puccini's opera
„Tosca".
Maar onze grote Nederlandse opera
zangeres, die thans over de gehele we
reld grote faam geniet, was steeds dank
baar voor de belangstelling, die onze Ne
derlandse ambassadeurs in het buiten
land voor haar komst toonden, zoals auto
riteiten van het land zelf aldaar even
zeer hun interesse toonden voor de grote
operavoorstellingen. Dit niet alleen in
Wenen, maar ook in Londen en elders.
„Waarom," aldus Gré Brouwenstijn,
nieuwsgierig maken! We hebben de
enige tijd geleden met zijn drieën in
y'ijs besproken. Als alles goed gaat, be-
\v?hen we tegen het eind van het 3aar-
jTschijnlijk in Europa".
tAaye, die wat zaken doen betreft niet
k dwaas is als hij er op het witte doek
tj-i eens uitziet, voegde er echter y00£"
ÏIhm's aan toe: „Maar „Paris by Night
k 'ik gezegd weet ik niet, of ik er wel
•es,;:,
„CHECKPOINT" een verdovings
middel voor Lee Patterson
fcj'an Louis („Les Enfants du Paradis")
vA'ault zal de roman „Das Schlosz"
Kafka gaan verfilmen. Daarmee zal
Franse acteur en pantomime-speler
debuut maken als filmregisseur,
'dlietta Masina en Curd Jurgens zullen
tK pof drollen spelen in Bertolt Brechts
g^igrcrschenoper", die opnieuw zal wor-
Verfilm door Helmut Kautner.
S U Tb„,,
h6 a het succes, dat regisseur Paul Czin-
«Sm, heeft gehad met zijn film „Bolshoi
et". zal 't wel niemand verwonderen.
hij aan een tweede balletfilm toe is,
fcal,'van de voorlopige titel „The Royal
P pt" luidt.
V'hner. die e,en vurig bewonderaar is
'w Margot Fonteyn. zal haar de hoofd-
Seven met als partner de bekende dan-
^ichael Soames.
e Royal Ballet", die in kleuren wordt
„{gmomen. zal bestaan uit de balletten
ft^jZwanenmeer", „Vuurvogel" en „On-
FLOODS OF FEAReen kus
voor Howard Keel.
Anne Heywood, die kort voor Kerstmis
van verleden jaar 26 werd. is op het ogen
blik de meest gevraagde Britse ster. Mo
menteel treedt zij in de Pinewood-studio s
als tegenspeelster van de zgn. zanger
Frankje Vaughan op in de muzikale film
romance „The Heart, °f a Man", die door
Anna Neagle en Herbert Wilcox wordt
geproduceerd.
Twee weken tevoren is ze naar Rome ge
vlogen om proefopnamen te maken voor
„Carthage in Flames", een historisch
filmspektakel. De Rankorganisatie, die
haar onder contract heeft, spoorde haar
aan om in deze film op te treden, tenein-
d'e ondervinding op te doen. Met de opna
men voor deze film, in technicolor en tech-
nirama, wordt in mei a- s. begonnen.
Eer het echter zover is, zal de vroegere
„Miss Britain" uit Birmingham nog in
een andere film optreden. Zodra „The
Heart of a Man" klaar is. zal ze de te
genspeelster zijn van Michael Craig in
een nieuw huiselijke komedie „Upstairf
and Downstairs", die in maart wordt ge
produceerd door Betty Box met Ralph
Thomas als regisseur.
Anne's tegenspelers in de Italiaanse
film die wordt geregisseerd door Guido
Luzzato. zullen zijn de Fransman Da
niel Gélin. de Spanjaard Jose Saurez en
de Italiaan Folco Lulli.
In de afgelopen twee jaar heeft deze le
vendige. maar toch nuchtere en hard wer
kende actrice de ladder van het succes
merkwaardig snel beklommen. Na een
klein rolletje in de film „Checkpoint",
kreeg Anne haar eerste grote rol met
Stanley Baker in „Violent Playground".
Na door de kritiek te zijn geprezen om
haar rol als de bezorgde zuster van een
jonge Ierse scherpschutter (David Mc.
Callum) versterkte ze haar reputatie als
acirice met de rol van o®" Amerikaans
meisje in de film ..Floods of Fear", waar
in zij de tegenspeelster waK van Howard
KHet ziet er naar uit. dat Anne's prakti- „VIOLENT PLAYGROUND"
s,ob^mo,tto^,,Er^^ga^iet|. boven hard Stanley Baker.*
a
DANGEROUS EXILE" wortel,
tjes voor een vriend....
Ir< toch is het meestal geen onwil of
engereidheid of zelfingenomenheid, die
ifkritiek zo moelijk maakt.
Natuurlijk bestaan er massa's eigenwij
ze en eigengereide en zelfingenomen
mer.sen, maar over hen willen wij het
hier niet eens hebben. Zij zijn de men
sen, die nooit verder zullen komen, de
onuitstaanbaren, die vo' onkundige kri
tiek zitten over anderen- We kunnen hen
maar het beste *laten gaan, ons zo weinig
mogelijk aan hen storen. Zij blijven toch
wie ze zijn en elk woord is aan hen ver
spild.
Maar de goedwillenden; degenen, die
verder willen komen; degenen, die open
staan voor kritiek en zich ook voortdurend
aan zelfkritiek onderwerpen; juist zij on
dervinden hoe moeilijk deze zelfkritiek
is.
Wij studeren bijvoorbeeld een spel in.
Wij zijn heus niet gauw tevreden, hebben
niets geen zelfingenomenheid over ons, wij
zijn zeer kritisch ingesteld tegenover ons
zelf, trachten onszelf keer op keer te ver
beteren en tochsluipt langzaam maar
zeker de tevredenheid ons tegemoet. Het
gaat lekker, de vaart zit er in, we zijn aan
de grens gekomen van de zelfkritiek.
En dat is het, geloven wij, juist: Zelf
kritiek heeft zijn grens. We raken op de
duur vermoeid; wij zijn de zelfkritiek
PKaJ ym befaben &gfiS Saseikil s»
tevreden met onszelf en we krijgen het
aangename gevoel over ons van geslaagd
te zijn. Iedere verdere zelfkritiek behoort
hijne tot het onmogelijke.
Zo is het ook als wij bijvoorbeeld iets ge
schreven hebben- Vooral als dit iets groots
is. Een toneelstuk bijvoorbeeld. Of een
boek. Men is niet tevreden; men verbe
tert en blijft verbeteren; men tracht alle
mogelijkheden tot het laatste toe te be
nutten; en men schrapt en men vijlt en
desnoods begint men weer van voren af
aan; maar tenslotte raakt men vermoeid
mor. raakt er op uitgekeken; de geest
verschaft geen enkel nieuw denkbeeld
meer; men is aan het einde gekomen van
zijn zelfkritiek en men neemt genoegen
met zijn werk-
Alleen wanneer men afstanrl kan ne
men van zijn werk als men het bij
voorbeeld een vol jaar kan latën liggen,
zonder ernaar om te kijken dan is
weer zelfkritiek mogelijk.
Maar tot dit afstand nemen van zyn
werk. is meestal zo weinig gelegenheid.
Voert men een toneelstuk op, dan kan
men er al helemaal geen afstand van
nemen. Men kan moeilijk achter in de
zaal gaan staan en zichzelf op het to
neel zien spelen. Afstand in tijd is bij
voorbeeld onze eigen voorstelling van
een jaar geleden nog eens te zien. Ten
zij de televisie dit nog eens mogelijk
maak:. Filmsterren kunnen afstand ne-
men van bon werk. buik dan is bet
meestal te laat, tenminste voor de film,
waarin zij opgetreden zijn. Het zien
van hun eigen films kan natuurlijk wel
zeer zuiverend werken voor hun nog te
maken films. Maar dit voordeel van de
filmacteur kennen wij niet. Wij zitten
er midden in en blijven er midden in.
Wil kunnen niet als een architect een
paar honderd passen achteruit gaan,
om ons werk op een afstand te bekijken.
Vandaar onze beperktheid wat zelf
kritiek betreft.
Fn dit geldt voor alles, waar zelfkritiek
van ons vereist wordt. Ons gehele leven
eist zelfkritiek, willen wij geen onuit
staanbare mensen bijven- Maar het ob
ject. dat wij bekritiseren, moeten ons
zelf dus kunnen wij niet van op een
afstand beschouwen.
Wij kunnen dit afstand nemen van ons
zelf wel zoveel mogelijk nastreven en in
zekere mate zal ons dit zelfs na veel
oefening gelukken, maar de beperktheid
bliift In veel dingen blijven wij aan ons
zelf ontgaan, omdat wij er midden in zit
ten en omdat wij op de duur uitgeput
raken. Uiteindelijk willen wij toch ook wel
eens wat tevredenheid met onszelf en ons
werk.
En deze uiteindelijke moeheid kan al
leen goed gemaakt worden, als wij vol
ledig en voortdurend open staan voor kri
tiek van anderen. Als wij ons onze be
perktheid in deze bewust zijn.
Dan hindert een zekere mate van te
vredenheid met onszelf en ons eigen werk
niet. Want dan zullen wij onszelf en ons
werk toch altijd nog eerst voorleggen aan
anderen. En wij zullen dankbaar zijn voor
elk kritisch geluid, omdat wij maar al
te goed weten, dat wij aan het einde
zijn van onze zelfkritiek.
Vandaar dat het ook zo goed is bij onze
repetities een geheel vreemde binnen te
halen, die er nog volkomen fris tegen
over staat- Een regisseur is natuurlijk ook
een man, die ons van op een afstand be
kijkt. Maar wat wij presteren, wordt' op
de duur ook zijn werk. Hij wordt ge
heel één van de onzen en raakt er daar
om maar al te dikwijls ook helemaal mid
den in. met het gevolg, dat ook hij tevre
den raakt en geen afstand meer nemen
kan. En haalt men er dan eens een vol
komen vreemde bij, dan zal men onder
vinden, dat deze weer geheel nieuwe din
gen ziet, die ons volkomen ontgaan zijn-
In het dagelijks leven is het net een
der, Volkomen vreemden merken soms
dingen op, die onze omgeving allang niet
meer opmerkt. En als wij nu maar de
wijsheid kunnen opbrengen, om voor die
opmerkingen open te staan. Dan zal on
getwijfeld onze eigen beperktheid, waar
het zelfkritiek betreft, ruimschoots hier
door gecompleteerd worden.
„houden onze Nederlandse hoogwaardig
heidsbekleders zich in eigen land zo af.
zijdig bij topvoorstellingen, waar ook in
ternationale krachten optreden? Waarom
doen de Nederlandse officials wel in het
buitenland aan deze representatie en
waarom niet in eigen land. Is ons klimaat
soms anders?"
Gré Brouwenstijnjiet daarbij niet na op
de ongelukkige behuizing van de Neder
landse Opera in de Amsterdamse Stads
schouwburg te wijzen. „Als we eens naar
Rotterdam gingen!" Uit haar toehoorders
wierp men tegen, dat daar nog steeds
geen definitieve schouwburg staat en nog
minder een concertzaal. „Maar een opera
gebouw zullen ze wel bouwen." riep onze
prima donna uit.
„Hier in Amsterdam moet men in zalen
buiten de schouwburg repeteren, slechte
zalen, waar het altijd tocht en waar iedere
zanger kou vat."
„Denkt men nu," viel Gré Brouwen
stijn uit, „dat de gulden zou dalen als do
Nederlandsche Bank niet op het Frede-
riksplein te Amsterdam zou komen en we)
de Nederlandsche Opera?"
„Menigmaal," ging zij voort, „verschiii*
len onze autoriteiten zich achter het ar
gument, dat zij niet muzikaal zijn of niet
van opera houden, maar in het buiten
land zijn er evenzeer, die niet van deze
muziek houden, maar het niettemin a'.3
hun plicht beschouwen de grote voorstel
lingen bij te wonen."
Deze genoeglijke „tea" werd door Gré
Brouwenstijn tot een zeer openhartig ge
sprek verheven, waarin zij even over
tuigend de feiten aanvoerde als zij haar
kunst op het operatoneel brengt. Het
moet velen tot ernstig nadenken stemmen.
„Nederland heeft een naam in de inter
nationale operawereld," zei de zangeres.
„Laten wij daarbij in ons eigen land de
plichten der representatie niet veronacht
zamen."
„Frank Distel en de bende van de
gele rat", door Arie van der Lugt
Uitgeverij Foreholte, Voorhout.
„Frank Distel en de verdwenen
Platvoet", idem.
De auteur Arie van der Lugt heeft zich
toegelegd op het schrijven van jongens
boeken en een nieuwe serie gecreëerd,
waarin een Rotterdamse jongen. Frank
Distel ienaamd, de hoofdrol speelt. Dit
gebeurt in spannende detectiveverhalen.
Misschien zou men ze beter politiële
verhalen kunnen noemen, maar de jon
gens zullen zich daarom niet zo heel erg
bekommeren. Voor hen zal het er om
gaan. of hun held de moeite waard is,
een jongen van Jan de Wit. Arie van der
Lugt is er o.i. wel in gesl&agd, goede,
pakkende lectuur voor jongens van twaalf
tot vijftien jaar te produceren. Zijn serie
zal er vermoedelijk als koek in gaan. Hij
koos tot achtergrond de Rotterdamse ha
ven. waarin heel wat meer te beléven
valt, dan. ogenschijnlijk lijkt. Of het woord
diender, waarmede de politieman wordt
betiteld, met wie Frank Distel en zijn
makkers vsak samenwerken, door hem
en door de politie in het algemeen ge
waardeerd zal worden en de jongens zal
aanspreken, menen wij te moeten betwij
felen. Het is nogal uit de tijd. De schrij
ver zal dit vermoedelijk wei merken aan
de reacties, welke hij ongetwijfeld zal ont
vangen. De boeken zijn kloek uitgegeven
en vlot geïllustreerd, terwijl een gekleur
de, pakkende omslag ze reeds op het eer
ste gezicht aantrekkelijk maakt.
„Stijlen in de bouwkunst", door J.
J. Vriend N.V. Uitg. Mij. „Kos
mos", Amsterdam-Antwerpen.
In de serie „Weten en kunnen" is dit
boekje (vierde druk) ongetwijfeld een bij
zonder bezit, met zijn 122 foto'^en teke
ningen. Wie iets van de bouwkunst wil of
moet afweten, zal het telkens weer met
vrucht kunnen raadplegen,