TOPFUNCTIES
in de verpleging
BLOEMPJES DER VREUGD'
VOOR DE LIEVE JEUGD
K2r
zonder kringen
vlekkenpasta
„UGNE SAC"
De andere kinderen
a
OUDERRUBRIEK
H
Kostelijke schatten uit vervlogen tijden
M
Italië's revolte
tegen de
SATTCRDAG 31 JANUARI 1959
Opleiding aan Katholieke Hogere School
\sr
.^Typisch is de ontwikkeling die
°hs beroep heeft doorgemaakt,
Van een eenvoudige taak waar
door weinig meer nodig was dan
Gen moederlijke instelling, tot
een beroep, waarvoor veel kennis,
daardigheid en inzicht op veler-
*ei gebied vereist zijn". Aldus de
eorwaarde zuster Matthée, direc
trice van de Katholieke Hogere
School voor Verplegenden te Nij
megen, die ons gaarne een inter-
diew toestond.
Eigenaardige situatie
Bevrijdt U
ALS ER OOIT een tijd vruchtbaar is geweest voor het kinderboek,
dan is het wel onze twintigste eeuw. De jeugd krijgt het volle pond en
de ene uitgave voor de lieve jeugd is al mooier dan de andere. Later
zullen geschiedenisvorsers met literaire aspiraties onze tijd kunnen
peilen uit de rijkdom aan kinderpoëzie en -proza, die wij hebben
achtergelaten.
Marc: J ff V 2j:
u <5
hk u krJüer dat een.
WÊmÊmvi
jaa dpor de- ooge
van een.
dan, dat mt ruche, trt het kortówk
rijeke, &ccis uuput
Goed beeld
U o .n i>j e :n.
dmn ten htm as» "'^ystdêtrnr xp».
wat men mee
inwrijven laten drogen
afborstelen
helpt direct tegen etensvlekken, vet,
teer, smeer, olie, vruchten, wijn, gras,
lipstick, parfum, stempelinkt, enz.
Hieronymus van Alphen
Het
Du.
Zoals bekend, tekenen zich in het
®roep van de verplegende steeds
hieer nieuwe functies af. Bij de op
lading op deze school gaat het ech-
niet om de gespecialiseerde ta-
*en in de verpleging, welke uit de
skeds verder gaande specialisatie in
medische wetenschap voortvloei-
zoals operatiezuster, röntgenzus-
kr, polikliniekzuster, enz. doch om
06 opleiding van ervaren verpleeg
sters voor topfuncties, een oplei-
ding die vroeger „tussen de bedrij
en door" geschiedde. Het gaat hier
*°Wel om de topfuncties in het zie-
^enhuis; directrice, adjunct-directri-
?.e en docente, als om de hogere func-
les op het terrein van de sociale ge-
t°ndheidszorg, waar steeds meer
districtsverpleegsters, verpleegsters
lri algemene dienst (voor het kruis
kerk) en leidsters voor de kraamcen-
'ra nodig zijn.
De opvatting, dat de verpleeg
ster alleen aan het ziekbed kon wor-
en opgeleid heeft plaats gemaakt
door de gedachte, dat er ook een vor
ming buiten het ziekbed noodzake-
\lik is. Nu zijn we zover gekomen,
dat ook de achtergronden van de ver-
Poging aandacht krijgen bij de op-
kiding. Een verpleegster moet im
kers niet slechts haar handen kun-
?en gebruiken, maar ook bij aller-
kj ingrepen op therapeutisch en
^agnostisch gebied, haar medewer
king kunnen verlenen. Een dokter
kan geen diagnose meer stellen zon-
der laboratoriumonderzoekingen. Bij
S ke ingreep moet de arts een beroep
d°en op de medewerking van de ver-
fkegster. Zij moet bijvoorbeeld in
jecties geven, of zorgen dat de pa-
tknt nuchter blijft, medicamenten
toedienen enz. Omdat wij in principe
een goede verpleging willen realise
ren, hebben wij dus allereerst be
hoefte aan scholing van het „ka
der". Voor een deskundige verpleeg
stersopleiding dienen er goede do-
Centen te worden gevormd. U moet
verder bedenken, dat het ziekenhuis
Vroeger een oord was, dat zoveel
kogelijk vermeden werd; tegen
woordig is het een behandelingsinsti
tuut, waarin men meestal meer dan
Sen keer in zijn leven komt. Daar-
^or is er een grotere personeels be-
getting nodig, terwijl de samenwer-
nS gecompliceerder wordt. De taak
yan de verpleegster is moeilijker at
5 bakenen."
„Hoe komt u zelf bij deze nieuwe
opleiding aan docenten?" „wij
hebben hier veel mogelijkheden door
e universiteit. Moeder Emmanuel,
^an de Congregatie van de Liefdezus
ters van de H. Carolus Borromeus,
hie, zoals u weet, in 1952 het initia-
tlef tot oprichting van onze school
jkm, legde een eerste contact met het
kfarenkorps in overleg met het cu:
ktorium, dat vanaf het begin bij
opleiding betrokken is ge
feest."
Wij mogen nu een kijkje nemen
h de uiterst sobere gebouwen van
school enkele villa's en ba
cken aan de Curagaoweg. Zus-
;er Hilaria, assistente van de direc-
W'ce als docente in de verpleegkun-
e de zorg dragend voor de praktijk-
leiding, leidt ons rond.
Zij vertelt ons bij het bezichtigen
;.an de bibliotheek, dat hier de scrip-
van de afgestudeerde verpleeg
sters al prijken. De onderwerpen van
heze scripties. We noteren vlug:
'Sociaal-psychologische aspecten
en de tuberculose-verpleging", „De
hatomie en fysiologie in de ver
pleging", „De gastvrouwelijke taak
van de verpleegster bij de opname",
„Efficiency in charitatieve instellin
gen". Die paar titels verraden reeds
de brede belangstelling van de mo
derne verpleegster. In de leslokalen
zien we eenpersoonstafeltjes, een ka
theder en een schoolbord; in de prak
tijkkamer de bekende proefpatiënt:
een pop in rose pyjama hoog in de
kussens. Bij de entree van het inter
naat ontdekken we een paraplubak
vol zwarte regenschermen en aan
de kapstok zwarte mantels een
en ander toont aan dat hier overwe
gend religieuze zusters zijn (twee re
ligieuzen tegen één lekeverpleeg-
ster). Opengeslagen boeken en dic
taatcahiers hier en daar vormen
de voornaamste „bibelots" van de
eenvoudige slaapkamers.
In de kapel zien we bruine, zwarte
en witte sluiers, wat er op wijst, dat
leden van verschillende congregaties
aan de opleiding deelnemen. Het
merkwaardige van deze school is,
dat er één leefregel voor allen werd
gevonden, welke voldoende ruimte
voor ieder laat om de regels van
de eigen orde na te leven.
Later bespraken wij met Zr. Mat
thée nog de eigenaardige situatie,
dat er hier meer religieuzen dan le
ken voor topfuncties worden opge
leid, terwijl in de ziekenhuiswe
reld juist de leken in de meerderheid
zijn, als gevolg van het teruglopen
der kloosterroepingen. De oorzaak
van deze toestand is, dat gegadig
den gedurende de twee jaar van de
opleiding geen inkomen genieten,
terwijl de kosten hoog zijn: 300,,
lesgeld plus ƒ1400,pension per
jaar. Dit is voor een leek haast niet
op te brengen. Zr. Matthée hoopt vu
rig, dat er beurzen voor leken be
schikbaar worden gesteld en diverse
ziekenhuizen zelf de kosten zullen
gaan opbrengen voor deze hogere
scholing van hun stafverpleegsters.
De opleiding bestaat uit een the
oretisch en een praktisch gedeelte.
De theorie behelst christelijke le
vensleer, een medische leergang (w.o.
psychiatrie en neurologie), psycho
pedagogie, sociologie, beroepsvor
ming en culturele vorming. De prak
tijk omvat stages in de Nijmeegse
ziekenhuizen en klinieken en in het
sanatorium Dekkerswald, resp. in het
kruiswerk; voorts excursies. De ge
hele opleiding, welke na eindexa
men en scriptie, bekroond wordt
door een diploma van de school met
aantekening van de gevolgde richting,
is vanzelfsprekend gefundeerd op
de katholieke, charitatieve en sociale
beginselen van de Kerk.
„Welke eisen stelt u aan de toela
ting tot uw school, Zr. Matthée?"
vragen wij. „Voor de functies in het
ziekenhuis wordt diploma A plus
kraamaantekening vereist; voor
functies in de sociale gezondheidszorg
diploma A plug kraamaantekening.
Voor alle leerlingen twee jaar prak
tijk en een vooropleiding op middel
baar niveau. Maar van primair be
lang achten wij de persoonlijke ge
schiktheid; de adspirant-leerlingen
ondergaan dan ook een psycholo
gisch onderzoek. Verder streven we
naar wettelijke erkenning van onze
diploma's"
„Wilt u ons nog iets vertellen over
de moderne functie van de „rec
trix" in de ziekenhuizen?"
„De titel „rectrix" is naar mijn
mening niet gelukkig gekozen, deze
term houdt immers een bestuursfunc
tie in en is wat zwaar voor de hier
bedoelde verpleegster, die een meer
moederlijke taak heeft ten opzichte
van de jonge verpleegsters. Wij zou
den daarom liever spreken van „men-
trix", welke titel beter weergeeft dat
deze verpleegster zich bezig houdt
met het wel en wee van de leerling
verpleegsters. Drie oud-leerlingen
bekleden deze functie.
Overigens behaalden totaal 49 ver
pleegsters het diploma van deze bij
zondere opleiding, en wel 41 voor lei
dende functies in het ziekenhuis en
8 in de sociale sector. „Zij hadden
al bij voorbaat een plaats", verklaar
de de directrice.
IN TE
van
en
rheumatiek, Spit, ischias, hoofd
zenuwpijnen. Neemt daarvoor
Togal, het middel bij uitnemendheid,
dat kan baten, waar andere falen.
Togal zuivert de nieren en is on
schadelijk voor hart en maag. Bij
apotheek en drogist f 0.95, f 2.40, f 8.88
nu I -
Een voorbeeld uit de kleine Print.
Bijbel. Het is lichter dat een.... gaa
door de ooge van een.... dan dat een
rijeke in het koninckrijcke Gods
ingaan.
Leonard de Vries heeft dit momen
teel gedaan door een verrassende
ontdekkingsreis te maüen naar het
rijke gebied van de achtergelaten
kinderboeken en -verzen uit vervlo
gen tijden. Talrijk zijn de boeken,
waaruit men de rijkdom kan putten
van ons cultureel en groots verleden,
maar nimmer verscheen er een boek,
waarin het beste en het mooiste van
onze vroegere kinderpoëzie en -proza
is neergeschreven. Dit boek is er nu,
een lijvige uitgave, voortreffelijk in
de sfeer van de voorbije dagen uit
gegeven, een verzameling, die een
beeld geeft van de kinderlectuur van
vroeger, waaruit blijkt dat onder de
stoffige en beduimelde bandjes de
kostelijkste schatten lagen verborgen.
Men heeft met dit boek inderdaad de
Nederlandse kinderliteratuur gereha
biliteerd. Het kreeg de titel mee van:
„Bloempjes der vreugd, voor de lie
ve jeugd".
ET IS een unieke verzameling
geworden van „meer dan 200
van de „mooijste vaersjens en
de fraaijste verhalen van vroeger
met ruim 450 konstige afbeeldin
gen". Opnieuw zijn hierdoor geliefde
auteurs van vroeger aan het woord
gekomen. Zij hadden nooit kunnen
dromen, dat zij nog eens bij de Be-
•zige Bij te Amsterdam, met zeer mo
derne middelen en in fraaie kleuren
drukken, de hypermoderne en in 't
atoomtijdperk levende mens uit de
20e eeuw zouden kunnen boeien.
Hieronymus van Alphen staat voor
aan in de rij, onmiddellijk gevolgd
door Pieter 't Hoen, Petronella Moens
(„De blinde kinderdichteres"), vrou
we Bilderdijk, Francijntje de Boer
(„Dienstmaagd te Leeuwarden"),
Goeverneur, J. P. Heije en P- Lou-
werse. Zij allen hebben een plaatsje
gekregen in dit vermakelijke werk.
Jeugdleiders, pedagogen, onder
wijskrachten en historici zullen in dit
boek evenveel aantrekkelijks vinden
als kinderen, ouders en grootouders.
Het verzamelwerk is overvloedig ge
ïllustreerd met prachtige houtsneden
en kopergravures, de beroemde
„centsprenten" en illustraties, oa.
van Jan Luiken, die een goed beeld
geven van de gebruiken rondom het
kind vanaf het begin van de achttien
de eeuw.
Het zijn niet altijd „bloempjes der
Vreugd". Af en toe zit er ook een
zedelijk cactusje bij of een stijf en
welopgevoed struweeltje, zoals bijv.
Jan Luiken neerschreef in zijn bun
del ,,'s Menschen Begin, Midden en
Einde".
HET KINDJE IS GEBOREN
't Onnozel Schaapje, zonder gal,
Dat zonder zijn begrip gebooren,
Komt kyken, in het Jammerdal,
Weet weinig wat hem staat bescho
ren.
Brengt hy der 't zieltje Zalig af,
Zo vaard hy met geluk in 't graf.
De vroomheid en het kind is een
hoofdstuk op zich. Het zou te vei
voeren hier meer van te vertellen
dan dat er een interessante proevi
is opgenomen van een „Kleyne Print
Bybel, waarin door verscheyde af
beeldingen een menigte van bybelsc
spreuken verklaart werden". De
bloempjes der Vreugd kunnen soms
beter bloempjes der deugd worden
genoemd. Veel roem verwierf het
.Vaderlandsch A-B boek voor de Ne-
k. f
verwijdert vlekken Royale tube f.1.95
verwijdert vlekken - zónder kringen
LAHNEMANN Laren (N.H.) Postbus 18 Imp. v. Polycolor-K2r-Placentubex-Margret Astor-Mouson-Blendax
Dit voorjaar zullen de Italiaanse
vrouwen dan weer haar oordeel uit
spreken over de door de haute cou
ture aangegeven lijnen. Als de voor
spellingen van de confectiefabrikan-
ten juist zijn, zullen zij volledig af
stand doen van de „ligne sac" en van
de hoge ceintuurs. De confectiefa-
brikanten hebbeh er trouwens hun
voorjaarscollecties al bij voorbaat op
ingesteld. Met een voorkeur voor kor
te jasjes en een normale taille.
De meeste tailleurs in deze collec
ties vertoonden bovendien een ronde
schouderlijn die tot in de driekwart
mouwen wordt voortgezet, maar op
verschillende plaatsen werd toch een
poging gedaan óm de vierkante schou
der in ere te herstellen. Bij verschei
dene japonnen werden korte bolero's
gedragen van dezelfde stof.
Bij de rechtvallende mantels valt
vooral de nadruk op de ruime rug
plooien die ofwel door schouderstuk
ken, ofwel door tussenzetsels even on
der de schouder op hun plaats wor
den gehouden. Een aantal van deze
mantels is met fantasiemotieven ver
sierd.
Over het algemeen gesproken zullen
de japonnen uiterst sober zijn en de
voornaamste modieuze effecten wor
den daarbij verkregen door de toepas
sing van ceintuurs. Op dit thema heb
ben praktisch gesproken alle confec-
tiefabrikanten hun collecties opge
bouwd, maar ondanks dit streven naar
eenvoud is er voor de Italiaanse
„woman-in-the-street" toch meer dan
voldoende variatie te vinden dank zij
allerlei originele vondsten die toch
nog in overeenstemming zijn met het
praktische element dat zo kenmerkend
is voor de confectie. ELSE D.
ALLE OUDERS met (vooral
jonge) schoolgaande kinderen
zullen wel eens iets meemaken
in de trant van het grappige voor
val, dat professor Waterink ergens
in een van zijn boeken vertelt. Het
gebeurde op een Amsterdamse
school. Een klein, correct, zesja
rig jongetje werd op de tweede
dag van zijn schoolbestaan op de
speelplaats aangesproken door een
leeftijdgenoot, ook een tweededags-
produkt, met de woonden: „zeg denk
jij, dat jou fader de burgemeester
is, bleeksmoel?" Maatschappelijk
waren beide kinderen van ongeveer
hetzelfde milieu. Het correcte man
netje ging naar de juffrouw en zei
„Juffrouw, ik ben bang voor Hein
hij doet zo raar, hij scheldt". Waar
op Hein verontwaardigd zich verde
digde: „Ik scheld helemaal niet, hij
is toch een bleeksmoel!". Hoe de
juffrouw de situatie oploste, ver
meldt de geschiedenis niet, maar
in ieder geval kunnen hier wel een
paar beschouwingen aan vastge
knoopt worden over de „sociale op
voeding" door de school en het aan
deel van de ouders daarin.
Gesteld dat uw (correcte) Pietje
met dit verhaal thuis kwam, hoe
zou u erop reageren? Ik kan me
dat op verschillende manieren voor-
tv "#8#e«'i6FhKe*6ïkS t&jKhëM;iwiiw.
<5* SMrtsHl. -> tA. V„r ,taijSl
•hv ui
fcvrt- Itnay,
-\v -U- 'kyjeAfc,
V
PV9. *«5 VU**.
tVijtexr.puJ*..*».,
ar ft?"* «Of* Stfcfcs*
Jtox V**
ie Q* £S*»l
WsK-ï té XM
1-
derlandsche Jeugd" een echt degelijk
leerzaam boek. J. H. Swildens werk
te er enige jaren aan en ging zelfs
tot in St.-Petersburg deskundigen om
advies vragen.
HIERNA maakt de invloed van
Rousseau en de verlichtingsfilo
sofie de tijd rijp voor echte kin
derliteratuur. De grote pionier die
het eerst de kinderlijke toon in zijn
verzen benaderde was de grote Hier
onymus van Alphen. In 1778 verscheen
van zijn hand „Proeve van kline
Gedigten voor Kinderen". Het werd
'n enorm succes. Hij ontketende een
ware lawine van kindergedichten in
ons land. Zo werd deze vrome advo
caat wiens vrouw jong was gestor
ven en die zich met heel de kracht
van zijn geloof aan de opvoeding van
zijn kinderen wijdde in één slag Ne
derlands populairste kinderdichter.
De kinderboeken die tegen het ein
de van de achttiende eeuw versche
nen waren bijna alle van klein for
maat (Niet groter dan een pocket
boek). Zij waren in drie soorten te
krijgen. Zonder Plaatjes met plaat-
Ut ÜM-U
tif ■Ham P* Mfc»
fVpJtet Dk?*-*
ft f****
<4 '■■»»»-
Kvr V) «f
'ff v nt r< ywuK
relt*#*«v> v*
A Nk-* few
«J?»- JVt i tpU <fi.
a- tv*
J 'e l< «s. i-yvsJ.
■y. &»;-xc-** -i
i A -rt A* V'*
tWl t- C<\ Xi Wf;r-"«t-'.-x^
Dit is een zg. „Centsprent". Vroeger werden deze „beeldverhalen" langs de
deur verkocht, zodat de gewone man ook aan lezen toe kon komen.
Hondjen. Hieronymus
Alphen op z'n best.
van
jes en ten slotte met gekleurde pla
ten. De in kleur uitgegeven gravures
en illustraties waren alle met de hand
gekleurd. Dit kleuren werd als huis
arbeid verricht door arme gezinnen.
Reeds in het begin van de vorige
eeuw was er in ons land al zo'n om
vangrijke produktie van kinderboe
ken dat gerekend naar het aantal
titels per jaar deze weinig voor die
van nu onderdoet. De grootste ver
spreiding hadden toen de „Sanct-
jes" de „Kinderprenten" ook wel
„Volksprenten" genoemd. Ze konden
voor een cent of een oortje worden
gekocht. Voor het grootste deel van
ons volk was het kopen van boeken
te duur. Dat deel werd door venters
op straat van deze „Centsprenten"
voorzien. Wij zouden ze kunnen zien
als voorlopers van onze „strips".
Tot de populairste auteurs van het
begin der negentiende eeuw behoor
den: Petronella Moens en Francijntje
de Boer. De eerste was blind gebo
ren, leidde later niettemin een kin
derhuis en schreef vele tientallen kin
derboeken. Ook van hun werk zijn er
gedeelten in „Bloempjes der Vreugd"
opgenomen. In het midden van de
vorige eeuw veroverden J. Goever
neur en J. Heije zich een blijvende
plaats in onze kinderliteratuur. De
eerste werd even beroemd als Van
Alphen en de tweede is bekend ge
bleven omdat hij de schepper is van
„De zeven kikkertjes", „De Zilver
vloot" en „Zie de maan schijnt door
de bomen'.
DOOR VELE oorzaken ging in de
tweede helft van de vorige eeuw
de kwaliteit afgezien van de
inhoud van het kinderboek sterk
achteruit. Maar het overzicht dat
Leonard de Vries geeft van de kin
dertijdschriften uit die tijd maakt
veel goed en houdt dit uitstekende
en ook vermakelijke boek op niveau.
Het oude kinderboek is opnieuw tot
leven gebracht. De verzamelaar ont
houdt zich van commentaar. Wij, le
zers, kunnen uit de verzamelde kin
dergedichten, --verhalen en -prenten
uit de achttiende en de negentiende
eeuw zelf conclusies trekken. Maar
laten wij daarbij voorzichtig zijn. Het
is inderdaad beter van hetzelfde
standpunt uit te gaan, vanwaar Leo
nard de Vries is vertrokken: dat er
ook vroeger Nederlandse mannen en
vrouwen waren, die de jeugd zo'n
warm hart toedroegen, dat ze uit roe
ping kinderboeken schreven en dat
uit de illustraties en de typografische
verzorging van vele van deze kinder
boeken blijkt met hoeveel liefde en
toewijding tal van illustratoren, uit
gevers en drukkers te werk gingen
om de jeugd het best mogelijke te
verschaffen.
stellen, maar ik zou u allereerst wil
len voorstellen: schiet niet uit uw
slof, en begin niet met een don-
derspeech tegen die school, die uw
kinderen bederft, hun slechte manie,
ren leert, ze verruwt enz. enz. Een
beetje gevoel voor humor kan al
dadelijk bevrijdend werken en enig
nadenken over de schoolsituatie
kan u gemakkelijk tot het inzicht
brengen, dat dergelijke dingen op
school wel moeten voorkomen en
dat ze niet noodzakelijkerwijs tra
gisch opgevat hoeven te worden of
de resultaten van uw zorgvuldige
opvatting fataal teniet doen.
De school is nu eenmaal een
gemengd gezelschap, dat kan niet
anders. Er zijn timide en verlegen
kinderen, maar natuurlijk ook vrij
postige klantjes, die met de men
selijke verhoudingen nog niet hele
maal in het reine zijn gekomen. Er
zijn keurige kindertjes, om door het
befaamde ringetje te halen, maar
ook meer „gespierde" typen, die
voorlopig nog in geen enkel ringe
tje passen. Er zijn de drukte maken
de branies naast hun bescheiden
soortgenoten en niet elk kind heeft
dezelfde normen voor beleefdheid
en wellevend optreden meegekre
gen. Elk kind brengt zijn eigen mi
lieu mee naar school en Uw eigen
kinderen zullen daar dus kennis ma
ken met heel andere milieus dan
dat, waarin ze'zelf zijn opgegroeid;
maar „anders" hoeft niet per se
ook „slechter" te betekenen, ook al
baart de eerste kennismaking mis
schien wat verwondering.
IN PRINCIPE is deze bonte
verscheidenheid in het school
leven juist een groot goed. Het
is een van de typische (en zegen
rijke) eigenaardigheden van de
school dat ze het jonge kind op een
ongedwongen manier juist uit de
beslotenheid van zijn eigen omge
ving haalt en op een heel tastbare
manier kennis laat maken met een
groot aantal heel andere kinderen,
met andere manieren, andere op
vattingen, andere gedragsvormen.
Dit is, voor zover het de sociale op
voeding betreft, nu juist een van de
dingen, waarin de school van het
gezin verschilt en er een werkelijke,
en laat ons eraan toevoegen nood-
zakelijke aanvulling op geeft. Geen
enkel gezin kan in dit opzicht aan
de kinderen geven wat de school
kan. Onze eerste houding hiertegen
over zou er, dunkt mij, dan ook een
moeten zijn van positieve waarde
ring, ook al zou het aanvankelijk
misschien een beetje op een koud
bad lijken. Meestal valt die kou
wel mee en is het een kwestie
van even de juiste aanpassing
vinden. Ook het omgaan met ande
ren, heel anders dan wijzelf moet
geleerd worden.
Het is daarbij vooral van belang,
het kind zodanig leiding te geven,
dat 't zijn eigen boontjes leert doppen
m.a.w. leert zelfstandig zijn hou
ding te bepalen en zijn weg te vin
den. Natuurlijk krijgt het dingen te
verwerken in de omgang met zijn
kameraadjes, die niet prettig voor
hem zijn. Met daar een drama van
te maken bewijzen wij het geen
dienst. Met direct naar de schoolau.
toriteiten te lopen, brengen wij het
gemakkelijk in een uitzonderings
positie tegenover de andere kinde
ren, en niets is voor een kind ellen
diger en nadeliger. Op een senti
mentele manier troosten is al even
verkeerd en werkt alleen maar de
slapheid en wekelijkheid in de
hand. Een hooghartige houding aan
nemen is al evenzeer ernaast, zo
van „jij bent een net jongetje en die
anderen zijn maar pummels"; al te
gemakkelijk wordt zo de gedachte
gewekt dat het toch maar op de
uiterlijke manieren aankomt, en
vergeten, dat onder de ruwe schors
soms heel goed hout verborgen
kan zijn.
Een beetje begrip hoe de situatie
n de schoolklas nu eenmaal is; een
losis vlotheid die de moeilijkheden
niet te zwaar tilt; een aansporing
om zelf te proberen, de zaak op een
kameraadschappelijke manier te
regelen („misschien is die andere
jongen toch helemaal niet zo'n kwa
de vent") zullen Uw kind doen in
zien dat 't schoolleven hem kan hel
pen om een zelfstandige, flinke ke
rel te worden. Normalerwijze is het
daar erg gevoelig voor.
E. PELOSI S.J.