TOPFUNCTIES in de verpleging BLOEMPJES DER VREUGD' VOOR DE LIEVE JEUGD K2r zonder kringen vlekkenpasta „UGNE SAC" De andere kinderen a OUDERRUBRIEK H Kostelijke schatten uit vervlogen tijden M Italië's revolte tegen de SATTCRDAG 31 JANUARI 1959 Opleiding aan Katholieke Hogere School \sr .^Typisch is de ontwikkeling die °hs beroep heeft doorgemaakt, Van een eenvoudige taak waar door weinig meer nodig was dan Gen moederlijke instelling, tot een beroep, waarvoor veel kennis, daardigheid en inzicht op veler- *ei gebied vereist zijn". Aldus de eorwaarde zuster Matthée, direc trice van de Katholieke Hogere School voor Verplegenden te Nij megen, die ons gaarne een inter- diew toestond. Eigenaardige situatie Bevrijdt U ALS ER OOIT een tijd vruchtbaar is geweest voor het kinderboek, dan is het wel onze twintigste eeuw. De jeugd krijgt het volle pond en de ene uitgave voor de lieve jeugd is al mooier dan de andere. Later zullen geschiedenisvorsers met literaire aspiraties onze tijd kunnen peilen uit de rijkdom aan kinderpoëzie en -proza, die wij hebben achtergelaten. Marc: J ff V 2j: u <5 hk u krJüer dat een. WÊmÊmvi jaa dpor de- ooge van een. dan, dat mt ruche, trt het kortówk rijeke, &ccis uuput Goed beeld U o .n i>j e :n. dmn ten htm as» "'^ystdêtrnr xp». wat men mee inwrijven laten drogen afborstelen helpt direct tegen etensvlekken, vet, teer, smeer, olie, vruchten, wijn, gras, lipstick, parfum, stempelinkt, enz. Hieronymus van Alphen Het Du. Zoals bekend, tekenen zich in het ®roep van de verplegende steeds hieer nieuwe functies af. Bij de op lading op deze school gaat het ech- niet om de gespecialiseerde ta- *en in de verpleging, welke uit de skeds verder gaande specialisatie in medische wetenschap voortvloei- zoals operatiezuster, röntgenzus- kr, polikliniekzuster, enz. doch om 06 opleiding van ervaren verpleeg sters voor topfuncties, een oplei- ding die vroeger „tussen de bedrij en door" geschiedde. Het gaat hier *°Wel om de topfuncties in het zie- ^enhuis; directrice, adjunct-directri- ?.e en docente, als om de hogere func- les op het terrein van de sociale ge- t°ndheidszorg, waar steeds meer districtsverpleegsters, verpleegsters lri algemene dienst (voor het kruis kerk) en leidsters voor de kraamcen- 'ra nodig zijn. De opvatting, dat de verpleeg ster alleen aan het ziekbed kon wor- en opgeleid heeft plaats gemaakt door de gedachte, dat er ook een vor ming buiten het ziekbed noodzake- \lik is. Nu zijn we zover gekomen, dat ook de achtergronden van de ver- Poging aandacht krijgen bij de op- kiding. Een verpleegster moet im kers niet slechts haar handen kun- ?en gebruiken, maar ook bij aller- kj ingrepen op therapeutisch en ^agnostisch gebied, haar medewer king kunnen verlenen. Een dokter kan geen diagnose meer stellen zon- der laboratoriumonderzoekingen. Bij S ke ingreep moet de arts een beroep d°en op de medewerking van de ver- fkegster. Zij moet bijvoorbeeld in jecties geven, of zorgen dat de pa- tknt nuchter blijft, medicamenten toedienen enz. Omdat wij in principe een goede verpleging willen realise ren, hebben wij dus allereerst be hoefte aan scholing van het „ka der". Voor een deskundige verpleeg stersopleiding dienen er goede do- Centen te worden gevormd. U moet verder bedenken, dat het ziekenhuis Vroeger een oord was, dat zoveel kogelijk vermeden werd; tegen woordig is het een behandelingsinsti tuut, waarin men meestal meer dan Sen keer in zijn leven komt. Daar- ^or is er een grotere personeels be- getting nodig, terwijl de samenwer- nS gecompliceerder wordt. De taak yan de verpleegster is moeilijker at 5 bakenen." „Hoe komt u zelf bij deze nieuwe opleiding aan docenten?" „wij hebben hier veel mogelijkheden door e universiteit. Moeder Emmanuel, ^an de Congregatie van de Liefdezus ters van de H. Carolus Borromeus, hie, zoals u weet, in 1952 het initia- tlef tot oprichting van onze school jkm, legde een eerste contact met het kfarenkorps in overleg met het cu: ktorium, dat vanaf het begin bij opleiding betrokken is ge feest." Wij mogen nu een kijkje nemen h de uiterst sobere gebouwen van school enkele villa's en ba cken aan de Curagaoweg. Zus- ;er Hilaria, assistente van de direc- W'ce als docente in de verpleegkun- e de zorg dragend voor de praktijk- leiding, leidt ons rond. Zij vertelt ons bij het bezichtigen ;.an de bibliotheek, dat hier de scrip- van de afgestudeerde verpleeg sters al prijken. De onderwerpen van heze scripties. We noteren vlug: 'Sociaal-psychologische aspecten en de tuberculose-verpleging", „De hatomie en fysiologie in de ver pleging", „De gastvrouwelijke taak van de verpleegster bij de opname", „Efficiency in charitatieve instellin gen". Die paar titels verraden reeds de brede belangstelling van de mo derne verpleegster. In de leslokalen zien we eenpersoonstafeltjes, een ka theder en een schoolbord; in de prak tijkkamer de bekende proefpatiënt: een pop in rose pyjama hoog in de kussens. Bij de entree van het inter naat ontdekken we een paraplubak vol zwarte regenschermen en aan de kapstok zwarte mantels een en ander toont aan dat hier overwe gend religieuze zusters zijn (twee re ligieuzen tegen één lekeverpleeg- ster). Opengeslagen boeken en dic taatcahiers hier en daar vormen de voornaamste „bibelots" van de eenvoudige slaapkamers. In de kapel zien we bruine, zwarte en witte sluiers, wat er op wijst, dat leden van verschillende congregaties aan de opleiding deelnemen. Het merkwaardige van deze school is, dat er één leefregel voor allen werd gevonden, welke voldoende ruimte voor ieder laat om de regels van de eigen orde na te leven. Later bespraken wij met Zr. Mat thée nog de eigenaardige situatie, dat er hier meer religieuzen dan le ken voor topfuncties worden opge leid, terwijl in de ziekenhuiswe reld juist de leken in de meerderheid zijn, als gevolg van het teruglopen der kloosterroepingen. De oorzaak van deze toestand is, dat gegadig den gedurende de twee jaar van de opleiding geen inkomen genieten, terwijl de kosten hoog zijn: 300,, lesgeld plus ƒ1400,pension per jaar. Dit is voor een leek haast niet op te brengen. Zr. Matthée hoopt vu rig, dat er beurzen voor leken be schikbaar worden gesteld en diverse ziekenhuizen zelf de kosten zullen gaan opbrengen voor deze hogere scholing van hun stafverpleegsters. De opleiding bestaat uit een the oretisch en een praktisch gedeelte. De theorie behelst christelijke le vensleer, een medische leergang (w.o. psychiatrie en neurologie), psycho pedagogie, sociologie, beroepsvor ming en culturele vorming. De prak tijk omvat stages in de Nijmeegse ziekenhuizen en klinieken en in het sanatorium Dekkerswald, resp. in het kruiswerk; voorts excursies. De ge hele opleiding, welke na eindexa men en scriptie, bekroond wordt door een diploma van de school met aantekening van de gevolgde richting, is vanzelfsprekend gefundeerd op de katholieke, charitatieve en sociale beginselen van de Kerk. „Welke eisen stelt u aan de toela ting tot uw school, Zr. Matthée?" vragen wij. „Voor de functies in het ziekenhuis wordt diploma A plus kraamaantekening vereist; voor functies in de sociale gezondheidszorg diploma A plug kraamaantekening. Voor alle leerlingen twee jaar prak tijk en een vooropleiding op middel baar niveau. Maar van primair be lang achten wij de persoonlijke ge schiktheid; de adspirant-leerlingen ondergaan dan ook een psycholo gisch onderzoek. Verder streven we naar wettelijke erkenning van onze diploma's" „Wilt u ons nog iets vertellen over de moderne functie van de „rec trix" in de ziekenhuizen?" „De titel „rectrix" is naar mijn mening niet gelukkig gekozen, deze term houdt immers een bestuursfunc tie in en is wat zwaar voor de hier bedoelde verpleegster, die een meer moederlijke taak heeft ten opzichte van de jonge verpleegsters. Wij zou den daarom liever spreken van „men- trix", welke titel beter weergeeft dat deze verpleegster zich bezig houdt met het wel en wee van de leerling verpleegsters. Drie oud-leerlingen bekleden deze functie. Overigens behaalden totaal 49 ver pleegsters het diploma van deze bij zondere opleiding, en wel 41 voor lei dende functies in het ziekenhuis en 8 in de sociale sector. „Zij hadden al bij voorbaat een plaats", verklaar de de directrice. IN TE van en rheumatiek, Spit, ischias, hoofd zenuwpijnen. Neemt daarvoor Togal, het middel bij uitnemendheid, dat kan baten, waar andere falen. Togal zuivert de nieren en is on schadelijk voor hart en maag. Bij apotheek en drogist f 0.95, f 2.40, f 8.88 nu I - Een voorbeeld uit de kleine Print. Bijbel. Het is lichter dat een.... gaa door de ooge van een.... dan dat een rijeke in het koninckrijcke Gods ingaan. Leonard de Vries heeft dit momen teel gedaan door een verrassende ontdekkingsreis te maüen naar het rijke gebied van de achtergelaten kinderboeken en -verzen uit vervlo gen tijden. Talrijk zijn de boeken, waaruit men de rijkdom kan putten van ons cultureel en groots verleden, maar nimmer verscheen er een boek, waarin het beste en het mooiste van onze vroegere kinderpoëzie en -proza is neergeschreven. Dit boek is er nu, een lijvige uitgave, voortreffelijk in de sfeer van de voorbije dagen uit gegeven, een verzameling, die een beeld geeft van de kinderlectuur van vroeger, waaruit blijkt dat onder de stoffige en beduimelde bandjes de kostelijkste schatten lagen verborgen. Men heeft met dit boek inderdaad de Nederlandse kinderliteratuur gereha biliteerd. Het kreeg de titel mee van: „Bloempjes der vreugd, voor de lie ve jeugd". ET IS een unieke verzameling geworden van „meer dan 200 van de „mooijste vaersjens en de fraaijste verhalen van vroeger met ruim 450 konstige afbeeldin gen". Opnieuw zijn hierdoor geliefde auteurs van vroeger aan het woord gekomen. Zij hadden nooit kunnen dromen, dat zij nog eens bij de Be- •zige Bij te Amsterdam, met zeer mo derne middelen en in fraaie kleuren drukken, de hypermoderne en in 't atoomtijdperk levende mens uit de 20e eeuw zouden kunnen boeien. Hieronymus van Alphen staat voor aan in de rij, onmiddellijk gevolgd door Pieter 't Hoen, Petronella Moens („De blinde kinderdichteres"), vrou we Bilderdijk, Francijntje de Boer („Dienstmaagd te Leeuwarden"), Goeverneur, J. P. Heije en P- Lou- werse. Zij allen hebben een plaatsje gekregen in dit vermakelijke werk. Jeugdleiders, pedagogen, onder wijskrachten en historici zullen in dit boek evenveel aantrekkelijks vinden als kinderen, ouders en grootouders. Het verzamelwerk is overvloedig ge ïllustreerd met prachtige houtsneden en kopergravures, de beroemde „centsprenten" en illustraties, oa. van Jan Luiken, die een goed beeld geven van de gebruiken rondom het kind vanaf het begin van de achttien de eeuw. Het zijn niet altijd „bloempjes der Vreugd". Af en toe zit er ook een zedelijk cactusje bij of een stijf en welopgevoed struweeltje, zoals bijv. Jan Luiken neerschreef in zijn bun del ,,'s Menschen Begin, Midden en Einde". HET KINDJE IS GEBOREN 't Onnozel Schaapje, zonder gal, Dat zonder zijn begrip gebooren, Komt kyken, in het Jammerdal, Weet weinig wat hem staat bescho ren. Brengt hy der 't zieltje Zalig af, Zo vaard hy met geluk in 't graf. De vroomheid en het kind is een hoofdstuk op zich. Het zou te vei voeren hier meer van te vertellen dan dat er een interessante proevi is opgenomen van een „Kleyne Print Bybel, waarin door verscheyde af beeldingen een menigte van bybelsc spreuken verklaart werden". De bloempjes der Vreugd kunnen soms beter bloempjes der deugd worden genoemd. Veel roem verwierf het .Vaderlandsch A-B boek voor de Ne- k. f verwijdert vlekken Royale tube f.1.95 verwijdert vlekken - zónder kringen LAHNEMANN Laren (N.H.) Postbus 18 Imp. v. Polycolor-K2r-Placentubex-Margret Astor-Mouson-Blendax Dit voorjaar zullen de Italiaanse vrouwen dan weer haar oordeel uit spreken over de door de haute cou ture aangegeven lijnen. Als de voor spellingen van de confectiefabrikan- ten juist zijn, zullen zij volledig af stand doen van de „ligne sac" en van de hoge ceintuurs. De confectiefa- brikanten hebbeh er trouwens hun voorjaarscollecties al bij voorbaat op ingesteld. Met een voorkeur voor kor te jasjes en een normale taille. De meeste tailleurs in deze collec ties vertoonden bovendien een ronde schouderlijn die tot in de driekwart mouwen wordt voortgezet, maar op verschillende plaatsen werd toch een poging gedaan óm de vierkante schou der in ere te herstellen. Bij verschei dene japonnen werden korte bolero's gedragen van dezelfde stof. Bij de rechtvallende mantels valt vooral de nadruk op de ruime rug plooien die ofwel door schouderstuk ken, ofwel door tussenzetsels even on der de schouder op hun plaats wor den gehouden. Een aantal van deze mantels is met fantasiemotieven ver sierd. Over het algemeen gesproken zullen de japonnen uiterst sober zijn en de voornaamste modieuze effecten wor den daarbij verkregen door de toepas sing van ceintuurs. Op dit thema heb ben praktisch gesproken alle confec- tiefabrikanten hun collecties opge bouwd, maar ondanks dit streven naar eenvoud is er voor de Italiaanse „woman-in-the-street" toch meer dan voldoende variatie te vinden dank zij allerlei originele vondsten die toch nog in overeenstemming zijn met het praktische element dat zo kenmerkend is voor de confectie. ELSE D. ALLE OUDERS met (vooral jonge) schoolgaande kinderen zullen wel eens iets meemaken in de trant van het grappige voor val, dat professor Waterink ergens in een van zijn boeken vertelt. Het gebeurde op een Amsterdamse school. Een klein, correct, zesja rig jongetje werd op de tweede dag van zijn schoolbestaan op de speelplaats aangesproken door een leeftijdgenoot, ook een tweededags- produkt, met de woonden: „zeg denk jij, dat jou fader de burgemeester is, bleeksmoel?" Maatschappelijk waren beide kinderen van ongeveer hetzelfde milieu. Het correcte man netje ging naar de juffrouw en zei „Juffrouw, ik ben bang voor Hein hij doet zo raar, hij scheldt". Waar op Hein verontwaardigd zich verde digde: „Ik scheld helemaal niet, hij is toch een bleeksmoel!". Hoe de juffrouw de situatie oploste, ver meldt de geschiedenis niet, maar in ieder geval kunnen hier wel een paar beschouwingen aan vastge knoopt worden over de „sociale op voeding" door de school en het aan deel van de ouders daarin. Gesteld dat uw (correcte) Pietje met dit verhaal thuis kwam, hoe zou u erop reageren? Ik kan me dat op verschillende manieren voor- tv "#8#e«'i6FhKe*6ïkS t&jKhëM;iwiiw. <5* SMrtsHl. -> tA. V„r ,taijSl •hv ui fcvrt- Itnay, -\v -U- 'kyjeAfc, V PV9. *«5 VU**. tVijtexr.puJ*..*»., ar ft?"* «Of* Stfcfcs* Jtox V** ie Q* £S*»l WsK-ï té XM 1- derlandsche Jeugd" een echt degelijk leerzaam boek. J. H. Swildens werk te er enige jaren aan en ging zelfs tot in St.-Petersburg deskundigen om advies vragen. HIERNA maakt de invloed van Rousseau en de verlichtingsfilo sofie de tijd rijp voor echte kin derliteratuur. De grote pionier die het eerst de kinderlijke toon in zijn verzen benaderde was de grote Hier onymus van Alphen. In 1778 verscheen van zijn hand „Proeve van kline Gedigten voor Kinderen". Het werd 'n enorm succes. Hij ontketende een ware lawine van kindergedichten in ons land. Zo werd deze vrome advo caat wiens vrouw jong was gestor ven en die zich met heel de kracht van zijn geloof aan de opvoeding van zijn kinderen wijdde in één slag Ne derlands populairste kinderdichter. De kinderboeken die tegen het ein de van de achttiende eeuw versche nen waren bijna alle van klein for maat (Niet groter dan een pocket boek). Zij waren in drie soorten te krijgen. Zonder Plaatjes met plaat- Ut ÜM-U tif ■Ham P* Mfc» fVpJtet Dk?*-* ft f**** <4 '■■»»»- Kvr V) «f 'ff v nt r< ywuK relt*#*«v> v* A Nk-* few «J?»- JVt i tpU <fi. a- tv* J 'e l< «s. i-yvsJ. ■y. &»;-xc-** -i i A -rt A* V'* tWl t- C<\ Xi Wf;r-"«t-'.-x^ Dit is een zg. „Centsprent". Vroeger werden deze „beeldverhalen" langs de deur verkocht, zodat de gewone man ook aan lezen toe kon komen. Hondjen. Hieronymus Alphen op z'n best. van jes en ten slotte met gekleurde pla ten. De in kleur uitgegeven gravures en illustraties waren alle met de hand gekleurd. Dit kleuren werd als huis arbeid verricht door arme gezinnen. Reeds in het begin van de vorige eeuw was er in ons land al zo'n om vangrijke produktie van kinderboe ken dat gerekend naar het aantal titels per jaar deze weinig voor die van nu onderdoet. De grootste ver spreiding hadden toen de „Sanct- jes" de „Kinderprenten" ook wel „Volksprenten" genoemd. Ze konden voor een cent of een oortje worden gekocht. Voor het grootste deel van ons volk was het kopen van boeken te duur. Dat deel werd door venters op straat van deze „Centsprenten" voorzien. Wij zouden ze kunnen zien als voorlopers van onze „strips". Tot de populairste auteurs van het begin der negentiende eeuw behoor den: Petronella Moens en Francijntje de Boer. De eerste was blind gebo ren, leidde later niettemin een kin derhuis en schreef vele tientallen kin derboeken. Ook van hun werk zijn er gedeelten in „Bloempjes der Vreugd" opgenomen. In het midden van de vorige eeuw veroverden J. Goever neur en J. Heije zich een blijvende plaats in onze kinderliteratuur. De eerste werd even beroemd als Van Alphen en de tweede is bekend ge bleven omdat hij de schepper is van „De zeven kikkertjes", „De Zilver vloot" en „Zie de maan schijnt door de bomen'. DOOR VELE oorzaken ging in de tweede helft van de vorige eeuw de kwaliteit afgezien van de inhoud van het kinderboek sterk achteruit. Maar het overzicht dat Leonard de Vries geeft van de kin dertijdschriften uit die tijd maakt veel goed en houdt dit uitstekende en ook vermakelijke boek op niveau. Het oude kinderboek is opnieuw tot leven gebracht. De verzamelaar ont houdt zich van commentaar. Wij, le zers, kunnen uit de verzamelde kin dergedichten, --verhalen en -prenten uit de achttiende en de negentiende eeuw zelf conclusies trekken. Maar laten wij daarbij voorzichtig zijn. Het is inderdaad beter van hetzelfde standpunt uit te gaan, vanwaar Leo nard de Vries is vertrokken: dat er ook vroeger Nederlandse mannen en vrouwen waren, die de jeugd zo'n warm hart toedroegen, dat ze uit roe ping kinderboeken schreven en dat uit de illustraties en de typografische verzorging van vele van deze kinder boeken blijkt met hoeveel liefde en toewijding tal van illustratoren, uit gevers en drukkers te werk gingen om de jeugd het best mogelijke te verschaffen. stellen, maar ik zou u allereerst wil len voorstellen: schiet niet uit uw slof, en begin niet met een don- derspeech tegen die school, die uw kinderen bederft, hun slechte manie, ren leert, ze verruwt enz. enz. Een beetje gevoel voor humor kan al dadelijk bevrijdend werken en enig nadenken over de schoolsituatie kan u gemakkelijk tot het inzicht brengen, dat dergelijke dingen op school wel moeten voorkomen en dat ze niet noodzakelijkerwijs tra gisch opgevat hoeven te worden of de resultaten van uw zorgvuldige opvatting fataal teniet doen. De school is nu eenmaal een gemengd gezelschap, dat kan niet anders. Er zijn timide en verlegen kinderen, maar natuurlijk ook vrij postige klantjes, die met de men selijke verhoudingen nog niet hele maal in het reine zijn gekomen. Er zijn keurige kindertjes, om door het befaamde ringetje te halen, maar ook meer „gespierde" typen, die voorlopig nog in geen enkel ringe tje passen. Er zijn de drukte maken de branies naast hun bescheiden soortgenoten en niet elk kind heeft dezelfde normen voor beleefdheid en wellevend optreden meegekre gen. Elk kind brengt zijn eigen mi lieu mee naar school en Uw eigen kinderen zullen daar dus kennis ma ken met heel andere milieus dan dat, waarin ze'zelf zijn opgegroeid; maar „anders" hoeft niet per se ook „slechter" te betekenen, ook al baart de eerste kennismaking mis schien wat verwondering. IN PRINCIPE is deze bonte verscheidenheid in het school leven juist een groot goed. Het is een van de typische (en zegen rijke) eigenaardigheden van de school dat ze het jonge kind op een ongedwongen manier juist uit de beslotenheid van zijn eigen omge ving haalt en op een heel tastbare manier kennis laat maken met een groot aantal heel andere kinderen, met andere manieren, andere op vattingen, andere gedragsvormen. Dit is, voor zover het de sociale op voeding betreft, nu juist een van de dingen, waarin de school van het gezin verschilt en er een werkelijke, en laat ons eraan toevoegen nood- zakelijke aanvulling op geeft. Geen enkel gezin kan in dit opzicht aan de kinderen geven wat de school kan. Onze eerste houding hiertegen over zou er, dunkt mij, dan ook een moeten zijn van positieve waarde ring, ook al zou het aanvankelijk misschien een beetje op een koud bad lijken. Meestal valt die kou wel mee en is het een kwestie van even de juiste aanpassing vinden. Ook het omgaan met ande ren, heel anders dan wijzelf moet geleerd worden. Het is daarbij vooral van belang, het kind zodanig leiding te geven, dat 't zijn eigen boontjes leert doppen m.a.w. leert zelfstandig zijn hou ding te bepalen en zijn weg te vin den. Natuurlijk krijgt het dingen te verwerken in de omgang met zijn kameraadjes, die niet prettig voor hem zijn. Met daar een drama van te maken bewijzen wij het geen dienst. Met direct naar de schoolau. toriteiten te lopen, brengen wij het gemakkelijk in een uitzonderings positie tegenover de andere kinde ren, en niets is voor een kind ellen diger en nadeliger. Op een senti mentele manier troosten is al even verkeerd en werkt alleen maar de slapheid en wekelijkheid in de hand. Een hooghartige houding aan nemen is al evenzeer ernaast, zo van „jij bent een net jongetje en die anderen zijn maar pummels"; al te gemakkelijk wordt zo de gedachte gewekt dat het toch maar op de uiterlijke manieren aankomt, en vergeten, dat onder de ruwe schors soms heel goed hout verborgen kan zijn. Een beetje begrip hoe de situatie n de schoolklas nu eenmaal is; een losis vlotheid die de moeilijkheden niet te zwaar tilt; een aansporing om zelf te proberen, de zaak op een kameraadschappelijke manier te regelen („misschien is die andere jongen toch helemaal niet zo'n kwa de vent") zullen Uw kind doen in zien dat 't schoolleven hem kan hel pen om een zelfstandige, flinke ke rel te worden. Normalerwijze is het daar erg gevoelig voor. E. PELOSI S.J.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 9