is klaar voor
Morgen zal
de bom
weer barsten
„Als Koning Winter maar niet te gek gaat doen!"
Dreigende stagnatie door geldgebrek
Klaar
voor de I
optocht*
Het leven van
Vincent van Gogh
Het omroepbestel
Liberale arrogantie
Liberale afschuw
Liberale verdeeldheid
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1959
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiir
„De kou zal heus de pret niet drukken", zeggen de zuider
lingen tegen elkaar, nu zij op het punt staan een van de
vroegste Carnavals uit de geschiedenis te gaan vieren. Niet
temin worden er al druk voorbereidingen getroffen om het
straks, in het heetst van de strijd, niet koud te krijgen.
(Van onze verslaggever)
UlJNA is het zovernog
■*-' één nacht en overal in het
zuiden zal weer het startschot
worden gegeven voor een drie
daagse orkaan van vreugde en
uitgelatenheid. Nog een nacht
van stilte, daarna zal de luid
ruchtigheid bijna zonder on
derbreking hoogtij vieren. In
de dorpen en steden van onze
zuidelijke streken staan de
pret-ketels al dagenlang onder
stoom...., de prinsen hebben
het grote pretpak al verschei
dene malen voor de spiegel
aangetrokken, de pakskes en
de maskers zijn, diep in het
geheim, gepast en gereedge
maakt en in de ateliers worden
achter zorgvuldig gesloten
deuren thans voor het laatst de
monsterachtige wagens geïn
specteerd, die maandag in de
optochten zullen meerijden.
Perzen op zolder
Veel ijsberen
Geldgebrek
Kapiteeltjes
erdienstelijk werk heeft de
beeldhouwer W. van Kuilen-
berg verricht met het hak
ken van kleine kapitelen in de zui
len van de zijbeuken.
Kruisgang
Eindelijk is dan de lang verbeide memorie van
antwoord op de omroepwet verschenen. Nu wij
dit belangrijke wetsontwerp in zijn gewijzigde
vorm opnieuw onder de loep nemen, zonden wij
de ontwerpers in de eerste plaats nog eens een
compliment willen maken voor het evenwichtige
samenspel tussen overheidsbemoeiing en parti
culiere zelfwerkzaamheid, waardoor dit wetsont
werp gekenmerkt wordt. In een zo netelige ma
terie als de radio-omroep is dit een prestatie van
niet geringe betekenis. Tevens heeft het wetsont
werp een gelukkige synthese weten te bereiken tus
sen het zelfdoen der afzonderlijke omroep-orga-
nisaties en de onderlinge samenwerking. Te waar
deren valt ook de mogelijkheid, die voor nieuwe
omroeporganisaties is geopend om in de ether te
komen, als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Hiermede wordt de starheid, welke het bestaande
stelsel eigen is. doorbroken zonder dat aan de his
torische rechten der bestaande omroeporgani
saties tekort wordt gedaan.
De wijzigingen, die in het oorspronkelijke wets
ontwerp zijn aangebracht, zijn naar onze mening
evenzovele verbeteringen. In het bijzonder ver
heugt het ons, dat de regering is afgestapt van
haar standpunt inzake de financiering van de We
reldomroep uit de luistergelden en nu besloten
heeft dit instituut uit de algemene rijksmiddelen te
financieren. Iets, wat in ons blad meermalen is
bepleit.
De veelomstreden kwestie van de politiek in
de ether heeft in het gewijzigde ontwerp een op
lossing gekregen, die wij ten volle kunnen onder
schrijven. De politiek is een belangrijk aspect van
onze cultuur en een regelmatige voorlichting hier
over is voor een gezonde ontwikkeling van onze
democratie een onontbeerlijke voorwaarde. Op het
stuk van politieke vorming van het kiesgerechtig
de volk valt er nog ontzaglijk veel te doen. De ra
dio kan hierbij als voorlichtingsinstrument zeer
waardevolle diensten bewijzen. Vaststelling van
een erecode op dit punt zoals door de regering
wordt nagestreefd, zou zeer zijn toe te juichen.
Dat het onlangs gepubliceerde VPRO-plan be
treffende een nationale omroep bij de regering geen
weerklank zou vinden, was te verwachten. De rege
ring heeft dit plan met o.i. overtuigende argumen
ten naast zich neergelegd. Wat de aanhangers
van een zgn. nationale omroep wensen, is iets,
wat nu eenmaal niet past in onze Nederlandse sa
menleving, zoals zij historisch is gegroeid en men
kan zich daarom slechts verbazen over de hard
nekkigheid, waar-nee deze on-Nederlandse gedach
te telkens weer de kop opsteekt. Het wordt voor
degenen, die hun hart aan deze zaak verpand heb
ben, langzamerhand tijd om te beseffen, dat hun
streven in een land als het onze uitzichtloos is en
derhalve verspilde energie. De eenheid in ver
verscheidenheid, welke het huidige omroepbestel
kenmerkt en waarop de omroepwet voortbouwt,
heeft ln wezen veel meer een nationaal karakter
dan wat de aanhangers van een nationale omroep
wensen.
Men kan in een verkiezingstijd werkelijk won
derlijke dingen vernemen, zoals wij de laatste
weken reeds meermalen hebben gesignaleerd. De
liberale kroonprins, mr. van Riel, heeft ons
zo pas wederom met stomme verbazing geslagen.
Als de liberalen invloed krijgen op het lands
bestuur, aldus mr. van Riel, zal het één hunner
verantwoordelijkheden zijn het probleem van de
ontevredenheid weg te nemen, die de basis vormt
van het socialisme. De oplossing van dat probleem
en nu komt het vraagt een buitengewone
mildheid en een grote wijsheid, twee eigenschap
pen, die altijd kenmerkend zijn geweest voor het
liberalisme. In deze laatste bewering klinkt nog
de oude arrogantie door van de liberale burgerij
die zich het denkende deel der natie waande. Een
arrogantie, die de laatste decennia meer en meer
op de socialisten is overgegaan.
Dat de pretentieuze uitlating van mr. v. Riel
over het liberalisme niet meer is dan een loze be
wering, is gauw genoeg bewezen. Als het liberalis
me immers steeds gekenmerkt was geweest door
een buitengewone mildheid en een grote wijsheid,
dan was nooit het probleem van de ontevredenheid
gerezen, welke ten grondslag ligt aan het socia
lisme, dan was het socialisme nimmer geboren
en was het niet nodig geweest er tegen te velde
te trekken met de leuze:' „Tegen het socialisme
alléén de VVD". Een leuze overigens, die meer is
ingegeven door electoraal winstbejag dan door
waarheidszin.
iiiiniiiiiiiiiiiiiiiii!
Mr. van Riel doet in verband met deze
verkiezingsleuze van de VVD zijn uiterste best
om de tegenstelling met het socialisme zo sterk
mogelijk te accentueren. „Ik heb een innerlijke
afschuw van het socialisme", zo verklaarde hij in
zijn verkiezingsrede te Zeist. En of dit nog niet
genoeg was, voegde hij hier nog aan toe, dat zijn
afschuw van het socialisme moeilijk kon worden
overtroffen. Dat kunnen de heren van Burger
recht zich voor gezegd houden! Tot dusverre kon
den zij prat gaan op een socialistenhaat, die zijn
weerga niet had in den lande. Maar nu steekt de
liberale kroonprins hun onverhoeds naar de kroon
En het grappige hiervan is, dat de Burgerrecht
liberalen zich hierover oprecht zullen verheugen!
Overigens dienen*we bij al deze liberale afschuw
niet te vergeten, dat het bij de huidige felle strijd
tussen liberalisme en socialisme in wezen om een
familietwist gaat. En, zoals bekend, kunnen familie
twisten bijzonder heftig zijn. In dit licht gezien is
de gemoedsgesteltenis van mr. van Riel ten op
zichte van het socialisme heel begrijpelijk.
Illllllllllllllllllllllll
In zijn verkiezingsrede te Zeist deed mr.
van Riel een scherpe aanval op het A.R.-dagblad
„Trouw", dat op een naar zijn mening geraffi
neerde wijze had gesuggereerd, dat er ten aan
zien van de samenwerking met de socialisten on
enigheid binnen liberale kring zou bestaan. Dat
was ook wel een zeer pijnlijke suggestie, want de
liberalen laten zich de laatste jaren gaarne voor
staan op hun grote politieke eensgezindheid, waar
geen enkele andere partij aan kan tippen.
Toch is de suggestie van „Trouw" inzake liberale
verdeeldheid bepaald niet uit de lucht gegrepen.
Over de kwestie van de politieke samenwerking
na de verkiezingen blijkt nl. wel degelijk een ern
stige controverse in liberale kring te bestaan.
De liberale Nieuwe Rotterdamse Courant heeft
duidelijk stelling genomen tegen het standpunt van
prof. Oud om de socialisten bij voorbaat van poli
tieke samenwerking uit te sluiten. En wij hebben de
indruk, dat 't blad in liberale kring zeker niet alleen
staat met zijn kritiek op het liberale beleid te de
zer zake. Ook de V.V.D. kent wel degelijk het
vleugelverschijnsel, al doet zij haar best dit naar
buiten zoveel mogelijk te camoufleren.
Zuid-Nederland
CARNAVAL...
vieren. Niettemin worden er al
druk voorbereidingen getroffen om
het straks, in het heetst van de
strijd niet koud te krijgen. Zo toon
de men mij dezer dagen kartonnen
maskers, die met watten waren
gevoerd, capes, waarin een oud
bontjasje was genaaid en een wijd
narrenpak, dat voor een goed deel
was opgevuld met oude kranten.
Van begin februari kan je immers
van allés verwachten en het zou
sneu zijn in een winterjas carnaval
te moeten vieren.
Vandaar, dat de ijsbeer-vermom-
mingen dit keer bijzonder in trek
zijn en dat we wel b'tter weinig
Afrikaanse neger-groepjes zullen
tegenkomen, alhoewel die in de
kanten van Maastricht de laatste
jaren toch bijzonder populair zijn
geweest.
Van een prins carnaval, die
ambtshalve verplicht is om maan
dagmiddag vele uren achtereen
eenzaam en in de open lucht boven
op een grote wagen in een soort
kooi te staan, wordt gefluisterd dat
hij bij een elektricien heeft geïn
formeerd of het niet mogelijk is,
met behulp van een accu een stel
elektrisch-verwarmd ondergoed te
Deze grote ezel zal a.s. maandag deel uitmaken van de Maastrichtse
Carnavalsstoet. Een laatste controle....
fabriceren. Hij vreesde een Fuchs-
en-Hillary-avontuur daarboven op
zijn praalwagen. Of het plan in
derdaad is uitgevoerd, daarover
wordt door Prins en- Raad van
Elf angstvallig gezwegen
Het méést vreest men de
sneeuw. Tegen kou kan men zich
kleden, maar een pak sneeuw kan
de straten zo onbegaanbaar ma
ken, dat de enthousiaste carnaval-
vierders er natte voeten van krij
gen en dat mag niet, want je moet
drie dagen lang fit blijven .Hoe het
zal- worden?..... afwachten maar.
In het zuiden hopen alle gekken
en gekkinnen echter dat Koning
Winter in deze carnavaldagen niet
te gek zal doen..... Hetgeen overi
gens best mogelijk is, want hij fs
tenslotte geen zuiderling!
Utrechts kathedraal D°"'r "mp™"
in restauratie voor blank schip
Wat deze wagens precies zullen
voorstellen, daarover wordt een
diep stilzwijgen bewaard. Doch ge
kunt er zeker van zijn dat „Het
Goede Heertje", de Hoela-Hoep,
de scherpe kantjes aan automobie
len en een prognose over de aan
staande verkiezingen in de optoch
ten niet zullen ontbreken. Want is
dit niet de gelegenheid, waarbij
naar hartelust goedmoedig kan
worden gespot en waarbij de ano
nieme maskers de goede burgers
potsierlijk de spiegel mogen voor
houden? Het staat nu al vast, dat
maandag weer honderdduizenden
De gehele afgelopen week is er in de geïmproviseerde ateliers hard
gewerkt om de potsierlijke poppen gereed te krijgen.
naar Den Bosch, Roermond, Maas
tricht of een andere feestvierende
stad zullen trekken om er de hop-
sa-heissa van de optocht te onder
gaan.
In de meeste restaurants en ca
fés van het zuiden hebben de kas
teleins het fraaie glaswerk en de
sierlijke serviezen in dikke kisten
met houtwol verpakt en op de zol
ders opgeslagen. In de gelagka
mers vindt men nu slechts goed
koop glas en aardewerk. De per
zen in de deftige zaken zijn ver
vangen door plastic kleedjes. Het
Japanse schemerlampje heeft
plaats gemaakt voor een spaar-
pit. Van alle kanten is hulp-perso
neel aangetrokken om straks aan
de invasie weerstand te kunnen
bieden.... ze weten ginds wat het
zeggen wil: drie dagen carnaval.
„De kou zal heus de pret niet
drukken", zeggen de zuiderlingen
tegen elkaar, nu zij op het punt
staan een van de vroegste carna
vals uit "de geschiedenis te gaan
(Van onze Utrechtse redacteur)
Wie nu de Utrechtse kathe
draal binnenloopt, na daar
enkele maanden niet geweest te
zijn, wordt verrast door de ranke
lijnen en het vele licht in dit
kerkgebouw, dat eertijds vrij
somber was. Bij een vergelijking
met tekeningen van Pieter Saen.
redam van de in 1562 geheel
voltooide kerk men dient er
echter rekening mee te houden
dat de kerk verschillende bouw
perioden heeft gekend; zij werd
eigenlijk reeds in 1468 door
Karmelieten gesticht dan is
het duidelijk dat ir. G. M. Leeu.
wenberg bij de restauratie er
naar gestreefd heeft zoveel mo.
gelijk weer de oude vorm te
herstellen.
Dikke pleisterlagen zijn verwij
derd, overtollig zware ribben slan
ker geworden, profileringen ver
fijnd en de ombouwing van drie
kwartzuilen tot een dikte van wel
60 cm is weggehakt. Hierdoor is
de kerk inwendig 1.20 m. breder
geworden. De veranderingen zijn
duidelijk waar te nemen bij de
scheiding van schip en priester
koor, waar het werk door geld
gebrek helaas moest blijven ste
ken. Een pijler heeft daar nog
de oude gekleurde ommanteling ge
houden, terwijl daaruit een smalle
blanke boog de kerk. in omhoog
schiet. Merkwaardig is boven de
rechtse pijler een haak, die in het
gerestaureerde gedeelte tevoor
schijn kwam, en die ook zichtbaar
is op de tekening van Saenredam.
Op de triomfboog voor het
priesterkoor leest men het
latijnse opschrift: „Anno rnil-
lesimo quingentesimo vigesimo
quarto perfecta est haec testudo",
de aanduiding van de voltooiing
van dit gewelf in het jaar 1524, toen
ook het koor gereed kwam. Men
vond nog 'n deel van de reeds vroe
ger geschilderde gotische letters
terug, waarvan de kleuren netjes
werden opgehaald. Wie zal echter
zeggen, wanneer aan de andere
zijde van de boog de datum van het
einde van de tegenwoordige res
tauratie vermeld kan worden, zo
als in het voornemen ligt, nu het
Rijk niet langer in de kosten kan
bijdragen? Rijk, provincie en ge
meente droegen gezamenlijk voor
80 procent in de kosten bij.
Eerstdaags, wanneer geen nieu
we geldmiddelen worden gevon
den, zal de restauratie onherroe
pelijk gestaakt moeten worden en
dan blijft men met een pompeus
en donker priesterkoor zitten,
vóór een lichte en rank-gotische
kerk. Deze tegenstelling wordt
enigszins verzwakt door het jub^e
dat echter dringend om een
schoonmaakbeurt vraagt, waar
door het overigens sierlijke bouw
sel wat lichter van kleur wordt
en zal nog minder te voelen zijn
wanneer straks het H. Sacraments
altaar naar de Iinker-zfjwand is
verplaatst. Daaraan zullen dan
dagelijks de Missen gelezen wor-
Aan de pilaar is duidelijk te zien
Van het onderste gedeelte is de
Het gewelf
den en zal op zon- en feestdagen
aan een voorin de kerk op te
richten altaar de priester het H.
Offer opdragen, met het gezicht
naar de gelovigen gekeerd. Het
koor behoeft dan slechts dienst te
doen wanneer de aartsbisschop
pontificeert.
Sprekend over de witte bepleis
tering van gewelven en zuilen,
stelt ir. Leeuwenberg, dat de mid
deleeuwse kerken in Nederland al
tijd gepleisterd waren. In de ge
welven werd nog iets van een ou
de sthildering teruggevonden, doch
er was niets meer van te maken.
Om de eentonigheid van het vele
wit te breken heeft hij door een
decorateur in de top van het ge
welf boven het schip enkele geo
metrische figuren laten schilde
ren. Meer boeit de kleurenflon-
kering van de door Mieke Geuer
herstelde gebrandschilderde ra
men in het transept, nog werk
stukken van haar grootvader. Zij
heeft de neo-gotische stijl gehand
haafd en kopjes van de figuren
opnieuw ingeschilderd. Uiter
aard aanvaardde ze deze op
dracht in dankbaarheid en kwam
daarvoor speciaal uit Bolivia,
waar zij woont met haar vader,
eveneens een kunstenaar. Ook de
ramen in de zijbeuken, minder
mooi van tekening en van ande
re herkomst, moeten hier en daar
worden opgeknapt en de sterk
verbleekte kleuren opgehaald.
hoever de restauratie is gevorderd,
ommanteling nog niet verwijderd,
is al gereed.
Daarin bracht hij figuren aan
uit het Oude en Nieuwe Testa
ment, bekende episodes, in een
goede compositie en met een
speelse doch beheerste fantasie
weergegeven.
Druk wordt nog gewerkt aan
de achtermuur van de kerk die het
portaal afscheidt, en waar vroe
ger de ingang was. In de jaren
1900 en 1901, toen ook de grote
toren is gebouwd, werd door de
architect Tepe de kerk aan die zij
de verlengd, waarbij de oude gevel
werd nagebootst. De muur moet
nog opnieuw bepleisterd worden
en boven de middendeur is even
als bij de ramen een nieuwe tra
cering aangebracht, drie- in plaats
van twee-delig.
Voor de verlichting van de kerk
worden nu straallampen gebruikt
uit de gewelven, hetgeen het Gods
huis nog meer luister geeft. Bij
plechtigheden wordt tevens ge
bruik gemaakt van kaarsen in drie
grote antiek-koperen kronen die
onlangs werden aangeschaft en na
de restauratie in het schip worden
opgehangen.
BÜ de uitwendige herstelwerk
zaamheden werd aan de zui
delijke muur een interessan
te vondst gedaan, inkervingen nl-,
die er op wezen dat het aangrens
zende St.-Catharijne-convent
nu eigendom van de gemeente en
verschillende musea bevattend
een vierde kruisgang moet hebben
gehad. Deze zou met nissen in
open verbinding met de kerk heb
ben gestaan, en bogen daarvan
trof men aan in een dichtgemet
selde, nu afgebroken binnenmuur.
Ook waren er moeten te zien bij
het aanlopen van het gewelf in
de kerkmuur en bij de zoldervloer,
overeenkomend met het nog be
staande pand.
De aanzet van twee nissen in
de kerk, even vóór het rechter-zij-
altaar, heeft men bij de restau
ratie behouden, zodat de geschie
denis van de kerk hier als het ware
is „af te lezen."
Waarschijnlijk kwam men door
de ene nis rechtstreeks in het
klooster, bewoond door de Broe
ders van St.-Jan, nadat deze van
wege de bouw van de citadel Vre-
denburgh van de St.-Catharijne-
poort waren verdreven, reden
waarom zij hun nieuwe klooster
naar St.-Catharijn noemden. De
andere nis leidde naar de nu ont
dekte gang.
In de benedenzalen van het museum de Lakenhal wordt de tentoon
stelling over het leven van Vincent van Gogh gehouden. Dr. J. Hulsker
heeft deze leerzame documentaire samengesteld en het succes van deze
mobile expositie op panelen is reeds meermalen bewezen.
Op aanschouwelijke wijze wordt
de ontwikkeling van Van Gogh
duidelijk gemaakt, terwijl even
eens op illustratieve wijze wordt
gedemonstreerd hoe de prettige en
tragische episoden uit zijn leven
hand in hand gaan met de vorde
ring van zijn werk.
Aanvankelijk geeft Van Gogh de
voorkeur aan het uitbeelden van
eenvoudige landlieden in de trant
van Millet. Hij zoekt contact met
de werklieden uit de Belgische
Borinage, nadat hij eerst de Brus
selse evangelistenschool bezocht
heeft. In Den Haag leert hij Mauve
en Israels kennen, maar de ernst
waarmee Van Gogh de soberheid
en het armtierige der boerenbe
volking ervaart (de aardappel
eters) is niet te vergelijken met
de toneelromantiek die Israels en
Mauve hebben geschonken aan
hun bevende oudjes of aan de
schaapjes op de grote stille heide.
Dit alles en nog veel meer ziet
men concreet voor zich wanneer
men de moeite neemt deze ten
toonstelling te gaan bezichtigen,
welke duurt tot en met 2 maart.