witte doek
Twee stemmen van Sir Alec Guinness
in het lagerhuis
Cocktail-partij in Hollywood
.Pikant verlof in Parijs'
Jazzgroten en
volksmuziek
David Niven - geluksvogel
'f-
„DE ONBEKENDE WERELD"
Pleidooi voor opheffing van
vermakelijkheidsbelasting
Rond een BALLET JAARBOEK
„Onderbetaalde geëxploiteerde
slaven" in de Nederlandse bal Iet-
groepen
Niet compleet zonder ruzie
Disney tekent door
V.U. bouwt de medische
faculteit Amsterdam af
Luch tige nieman cla I
Prestaties
Subsidiebeleid
Dubbel pijnlijk incident op Broadway
Roval Club
Twaalf uur achtereen
voor de filmcamera's
Zonder complicaties
Hans van Bergen
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1959
PAGINA 5
ite
en
g*v
^°k Vivien Leigh in „Suddenly,
last Summer"?
ihaakt-
Disco's
van de
Lichte
Muze
Voor wie zich nog eens wagen wil aan een echte klucht in ouder
wetse stijl, hehben wij gelezen „DE ONBEKENDE WERELD" van
Anne Marie Kok en Johan Blaaser. En nu weten wij wel, dat het
eerste wat wij van dit stuk moeten zeggen is: dat het geenszins
beantwoordt aan het hoog culturele peil, waarop wij tegenwoordig
zo graag het amateurtoneel gesteld zien. Maar welke „klucht" zal
dit wel? En is het niet raadzaam voor alle „hoog mikkenden" om
voor de afwisseling eens een echte pretentieloze klucht te spelen
van het ouderwetse stempel?
Mrs. Jazz
Joegoslavische volksmuziek
BH
conc-
23.53
and«i
14.0°
icise"
amf'
annj:
20.""
coop'
22*'
14.1®
17.0#
17.5»
22.5"
ove#'
ere"-
eau5,
1.25--
4de1'
Fllr"'
OU*".
21 0°
22-3»
19 3®
21.1°
our"
AD'
roe'
jaar
iref'
ers'
;0°r
be'
ii»c
;eie'
WERELDNIEUWS
d"
aaO'
d"
'oüf
ei
eef'
ko'
Sf'
de
v n het Britse lagerhuis zullen volgende week twee verschillende stemmen
ah Alec Guinness kunnen worden gehoord. De eerste zal de gewone stem
k'Jn van Sir Alec, waarmee hij de afschaffing van de vermakelijkheids-
asting op de bioscopen zal bepleiten. De tweede zal de schorre stem
jlJ11 van de oude schilder Gulley Jiinson in de Guinness-film „The
a °rsc's Mouth". Een fragment van vijf minuten uit de film zal namelijk
^an de parlementsleden worden vertoond. Guinness zal aan het hoofd
lp3/*11 V3n Cen cle^eSatie van acteurs en actrices om er bij de lagerhuis-
en van alle partijen op aan te dringen, hun stem te geven aan een
ti°0lslcl om in de komende begroting een eind te maken aan de belas
ts op de bioscopen. Tot de delegatie, die uit niets dan topsterren
j^staat, zullen behoren Richard Atteborough, Felix Ayimer, Dirk
j^ogarde, Ian Carmichael, Peggy Cummins, John Gregson, Jack Haw-
ins, Virginia Maskell, Yvonne Mitchell, Anna Neagle, Janette Scott,
^lciard Todd en Wilfrid Hyde White. Anna Neagle heeft verleden jaar
an het hoofd gestaan aan een
*0ortgelijke delegatie en het resul- j?Our mail ill Havana"
aat was, dat de belaStinig werd ge
halveerd. De opbrengst ervan is
'lans 10.000.000 100.000.000)
jaar, de enige vermakelijkheids-
asting, die nog in Groot-
r'ttannië wordt geheven.
Voor Sir Alec Guinness zijn de bezoe
ken aan Buckingham Palace en aan het
lagerhuis niet veel meer dan intermezzi
in een druk bezet leven. In „Our Man in
Havana" een door Sir Carol Reed ge
produceerde film, waarin hij, zoals we
reeds meldden, de hoofdrol zal spelen,
krijgt hij Noël Coward en Sir Ralph Ri
chardson tot tegenspeler. Dat Carol reeds
er in is geslaagd, Coward tot een terug
keer op het witte doek over te halen
afgezien van een gastrolletje in „De
Reis om de Wereld in 80 Dagen" wordt
dit zijn eerste film in negen jaar mag
als grootste stunt van het iaar in de amu-
sementswereld worden beschouwd.
Achteraf heeft Sir Carol verteld, hoe
het hem was gelukt om Coward over
te halen, nadat zoveel producenten nul op
het rekest hadden gekregen: „Ik heb
hem een paar weken geleden doodeenvou
dig opgebeld en hem gevraagd, of hij een
rol in een film zou willen spelen. Hij ant
woordde, dat hij het graag zou doen. als
het scenario hem beviel. En dat was. tot
mijn grote verbazing, alles".
Natuurlijk zit hier heel wat meer achter
Coward krijgt in de film een pracht van
een komische rol te spelen: een halfgare
Engelsman, die bij de Geheime Diensl
terecht komt en er bijna het leven bij in
schiet. En dan hoeft men er niet aan te
twijfelen, of Noël Coward heeft heimwee
naar Brittannië en naar een grote rol, die
hem terugbrengt bij het Britse publiek.
Op het ogenblik werkt hij aan plannen
voor zi.i'i eerste toneelstuk sinds drie jaar
in het Londense West End: „Look After
Lulu", een komedie, waarin Vivien Leigh
de hoofdrol zal spelen.
Tijdens de produktie van de film zal hij
de zonneschijn, die hij volgens zijn zeggen
nodig heeft om te kunnen lachen, niet
hoeven te missen. Politiek en helden als
Errol Flynn dienende, zal namelijk in
april van dit jaar met de opnamen voor
de film worden begonnen in het warme
en zonnige Havana op Cuba. Daarna kan
hij op tijd in Londen terug zijn om in de
nazomer met de opvoeringen van „Look
After Lulu" te beginnen.
„Our Man in Havana" betekent ook een
hernieuwde samenwerking tussen Sir
Ralph Richardson en Carol Reed, de re
gisseur, die hem zijn grootste filmsucces
gaf met „The Fallen Idol", die nog on
langs onder de titel „Een Kind klaagt
aan" is vertoond op het Nederlandse tele
visiescherm.
„Ik hch sindsdien altijd graag nog
eens een film rfict hem willen maken", al
dus Sir Carol- ,Nu geloof ik> dat ik een
goede rol voor hem heb".
Alec Guinness als Gulley Jimson
hAalt Disney, die enige tijd geleden
Din bekend gemaakt, dat hij na „Slec-
H, 8 Beauty" geen tekenfilms meer zou
ken, omdat ze te duur werden, is van
bi aehte veranderd. Hij heeft er voorlo-
\v», n°8 twee op het program staan en
1 -King Arthur's Youth" en „101 Dal-
jhons" naar Dodie Smith.
IJlj r is alle kans. dat Vivien Leigh naast
vjabeth Taylor zal optreden in de film-
ly s'e van Tennessee Williams' „Sudden-
<jj' Last Summer", die in de lente van
jjaar in Engeland zal worden gemaakt.
e Hollywoodse filmmagnaat c,~"~
Na een afwezigheid van acht jaar is
Sir Laurence Olivier naar Hollywood te
ruggekeerd om de hoofdrol van de leger
leider Crassus te spelen in „Spartacus"
een film. die wordt opgenomen door Uni
versal International. Aan deze film wer
ken verder mee Kirk Douglas, Peter Us
tinov. Charles Laughton, Tony Curtis
en de Duitse actrice Sabina Bethmann.
Om zijn komst in Hollywood te vie
ren en om propaganda te maken voor
de film. heeft Olivier, die in 1948 een Os
car won voor zijn vertolking in de film
„Hamlet", een cocktail-arty gegeven in
het elegante Star on the Roof-restaurant.
Onder de gasten bevinden zich Krik Dou
glas. Sophia Loren, Judy Garland, Tony
Curtis. Gary Cooper. Jack Lemmon en
Edward G. Robinson
Toen de party in voile gang was, klonk
er plotseling een kreet: „Hij heeft mijn
vrouw beledigd" en twee gasten raakten
fr?'ege].
be'
zoek
Sam
die „The Bridge on the River
produceerde, heeft onlangs een
aan Londen gebracht voor het
van besprekingen met Miss Leigh.
vJe voelt er veel voor om op het voorstel
de heer Spiegel in te gaan. maar
jA-dl toch eerst het scenario lezen.
Hij e rol zal één der moeilijkste zijn in
Leigh's loopbaan als actrice. Ze
°et
'Jd
een moeder van middelbare leef-
klg spelen, die zich hardnekkig vast-
aan nagedachtenis van haar
j-h. die een losbol was.
Wuet enige toneelstuk, dat de Nobelprijs-
Veanaar William Faulkner he.eft geschre-
op nog geen meter van Sir Laurence met
elkaar slaags. Er werd met vuisten ge
zwaaid en er vloeide zelfs bloed, waarna
Olivier en Kirk Douglas tussenbeiden
kwamen en een eind aan de strijd
maakten.
„Geen party in Hollywood is compleet
zonder ruzie" merkte iemand veront
schuldigend op.
„Ik heb het zelf in elkaar gezet. Ik had
publiciteit nodig", gaf Sir Laurence gek
scherend ten antwoord.
Dame Mar got Fonteyn twaalf
uur voor filmcamera's
De Vrjje Universiteit te Amsterdam
heeft een aanvang gemaakt met het be
gin van het einde: de voltooiing van haar
zesde faculteit, namelijk die der genees
kunde
Op het terrein aan de Amstelveense
Weg, waar dit einde in zicht komt met het.
gigantisch hoge betonskelet van het in aan
bouw zijnde ziekenhuis, zijn enkele niet-
permanente Poliklinieken reeds nu in ge
bruik genomen ln deze modern geoutil
leerde en ingerichte gebouwtjes zijn de
verloskunde en vrouwenziekten, benevens
de kinder-, oog- keel-, neus- en oorziek
ten ondergebracht.
Op 1 januari 1963 hoopt men het twaalf
lagen tellende ziekenhuis gereed te heb
ben- Het complex omvat de kliniek (700
bedden) met. ruimte voor onderwijs, spe
cialisatie, laboratoria en collegezalen,
voorts de poliklinieken alsmede de tehui
zen voor een deel van het personeel. De
kosten bedragen naar schatting veertig
miljoen gulden.
227
„Ziet u, dokter, als ik zo doe, dan
voel ik een hevige pijn in de
maagstreek
C.dit jaar door Darryl F. Zanuck Pro-
ZvHjUons worden verfilmd. De hoofdrollen
tj) worden gespeeld door Ruth Ford
jAachary Scott.
hl]] lry Belafonte en Dorothy Dandridge
®h de hoofdrollen spelen in de filmver-
,jyj die van het Londense toneelsucces
W1011 on a Rainbow Shawl" zal worden
deze film, die waarschijnlijk in Gr.-
I 'annië zal worden opgenomen, tre-
Y hitsluitend negeracteurs op.
hl Brynner zal minstens zes maanden
jaar in Britse studio's doorbren-
<le Onder regie van Stanley Donen,
Weaker van „Indiscreet", zal hij een
I til^heramentvolle dirigent spelen in de
I „Once more, with feeling". Daarna
,?t hij op als Paulus I van Rusland in
Illm „The Mad King".
.Requiem for a Nun" zal in de loop
Sir Laurence Olivier: „Ik
publiciteit nodig".
had
De 104 manschappen van een Ame
rikaanse radarbasis in het Poolge
bied vervelen zich. De arme kerels
hebben niets anders te doen dan el
kaar bloedneuzen te slaan, voor zo
ver ze niet apathisch op hun krib lig
gen. De legerpsychologen, onder wie
een beelschone, maar mannenhaten-
de luitenante (Janet Leigh), die er
goed aan zou hebben gedaan, zichzelf
het eerst te analyseren, weten daar
wel raad op: „The Perfect Furlough",
een volmaakt verlof, dat na een de
mocratische stemming onder de man
schappen een „PIKANT VERLOF IN
PARIJS" wordt.
Natuurlijk kunnen ze niet alle 104
naar Parijs, maar er zal worden ge
loot en de winnaar krijgt op kosten
van de armee een reisje naar Parijs
aangeboden aan de zijde van een be
roemde filmster (Linda Christal). Een
gegeven, dat al eens eerder, even
eens in Cinemascope en kleuren,
maar met meer muziek en minder
woorden, is verwerkt in de film
„Mardi Gras".
Tony Curtis als korporaal Hodges,
de „ladykiller" van de basis, zorgt er
voor, dat hij de gelukkige is en zijn
reputatie, gecombineerd met een ge
heim huwelijk, dat de filmster eerder
heeft aangegaan, leiden tot een reeks
verkeerd begrepen situaties en mis
verstanden, die even hardnekkig als
de vorst rond de Pool aanhouden, tot
de korporaal en de van haar dwalin
gen bekeerde luitenante veilig en
wel zijn getrouwd-
Blake Edwards heeft dit luchtige,
soms een tikje té luchthartige nie-
mandallet.je met alle gladheid van de
Hollywood-regisseur in elkaar gezet.
De sfeer op de Pooibasis is aardig
getekend, de dialogen en de grapjes
ten koste van de Amerikaanse leger
psychologen zijn wel leuk, maar ove
rigens is deze film alleen maar amu
sant voor volwassenen, die nog zo
onvolwassen zijn, dat ze schijnbaar
pijnlijke en choquante, maar in wer
kelijkheid volkomen onschuldige si
tuaties en gedragingen, onweerstaan
baar grappig vinden.
Een terugblik op het vorige ballet
seizoen roept enkele tegenstrijdige
gedachn op. Aanleiding voor een
bespreking hiervan vormt het hij
Gottmer uitgegeven tweede Ballet-
jaarboek. Over de uitvoering van dit
album kunnen wij kort zijn. De lay
out is aanmerkelijk beter dan van
het orige jaarboek. De foto's zijn
goed uitgekozen en technisch gaaf
gereproduceerd. Over hetgeen de sa
menstellers Janet Sinclair en -eo
Kersley hebben geschreven in de in
leiding, kan verschil van opvatting
bestaan.
Zoals bij andere kunstvormen, is het
bij de danskunst ook zo gesteld, dat
men moet uitgaan van hetgeen wordt
gepresteerd om het artistieke peil te
bepalen. Een fotoboek over de Ne
derlandse danskunst zal zich niet
kunnen abstraheren van de estheti
sche prestatiebeoordeling. Maar op
dit gladde ijs hebben de inleiders
zich niet willen bewegen. Zij geven
wat statistisch materiaal, waaruit
men voorzichtig een enkele conclusie
kan trekken. Van de 13 wereldpre
mières in het seizoen 1957'58 wa
ren er 7 bij van Nederlandse choreo
grafen, waarbij zelfs 3 balletten op
speciaal hiervoor gecomponeerde mu
ziek. Na een seizoen, waarin slechts
2 balletten van Nederlandse oorsprong
werden uitgevoerd, betekent dit een
gelukkige vooruitgang. Het Ballet der
Lage Landen slaat hierbij het gun
stigste figuur, want het nam liefst
11 premières van de 33 die in Neder
land werden uitgevoerd voor reke
ning van de groep, die vooral met
subsidieproblemen heeft moeten kam
pen om het hoofd boven water te
houden.
Bij conflicten moeten de Stichtings
besturen trachten te inveniëren. De
weinig verkwikkende gang van za
ken bij Het Nederlands Ballet is daar
een recent voorbeeld van.
Dat de binding van de danseres
sen en dansers aan de Nederlaiydse
bal^etgroeperingen nog vrij groot is,
kan voortspruiten uit het feit, dat el
ders moeilijk voor hen emplooi is te
vinden. Een kunstenaar is over het
algemeen niet zo vastgeroest aan een
bepaald milieu om niet elders grote
re mogelijkheden te benutten. De ver
schuivingen in ons land vallen'door
gaans nogal mee. Men blijft beken
de gezichten zien, vooral van dege
nen, die in „rang" zijn opgeklom
men. Neemt men de prestaties als
norm, dan is het bestaan tot nu toe
van liefst vier dansgroepen nergens
gewettigd. Solistische prestaties van
wereldniveau zijn niet kenmerkend
voor de Nederlandse danswereld. En
toch is juist de persoonlijke brille
inherent aan de danskunst. Als de
balletten vergeten zouden zijn, dan
zijn de solisten bewaard in het mau
soleum van de herinnering.
Thans zijn zo ongeveer 130 danse
ressen en dansers actief bij het be
roepsballet werkzaam. Het bestaan
is niet gemakkelijk. De kunst is een
hard beroep, vooral voor de niet-uit-
blinkers. Het publiek geeft echter
blijk van een ontroerende trouw. Men
kan zeggen dat het ballet-minded is.
Dit schept verplichtingen. Het pres
tatiepeil zal opgevoerd moeten wor
den. Als de Russen een verplichte
Scène met Mariene Huyts en Leo
Kersley uit „De Kennismaking",
vooropleiding van acht jaar eisen,
dan zijn de amper drie jaren in ons
land alleen voor uitzonderlijk begaaf
den een waarborg dat er toch nog
voldoende mogelijkheden zijn om,
naast het drukbezette tournée-leven,
de training te onderhouden om een
aanvaardbaar niveau te bereiken. Is
dit niet het geval, dan zal bij de keu
ze van het repertoire en vooral bij de
nieuwe choreografieën duidelijk met
deze beperking rekening moeten wor
den gehouden. En vooral bunde
ling van krachten. Met minder groe
peringen, minder halfbezochte voor
stellingen kunnen betere resultaten
worden bereikt.
Bu
Het is niet mogelijk om over de
danskunst in ons land te spreken of
te schrijven, zonder het subsidie
beleid te passeren. Dit spook waart
in de wereld van de tutu's rond en
deelt slagen uit, die bij de etherische
Muze van de dans gevoeliger aanko
men dan bij b.v. de stoere opera-
Muze, temeer, daar de leden van het
Opera-orkest goed georganiseerd zijn
en zij kunnen hun eisen stellen. Dat
is niet zo bij de Nederlandse dans
kunstenaars. Het doet echter minder
prettig aan, om in het Ballet Jaar
boek te moeten lezen, dat het gemis
van een sterke vakgroep voor de die
naren van Terpsichore veel onheil
oplevert. Wij menen dat de onderlin
ge naijver van de groepen, die door
de overheid nu eenmaal gecreëerd is,
oorzaak is van veel ellende. Die voor
komt men niet wanneer de financiële
positie van de danseressen en dan
sers gunstiger wordt. De salariëring
schijnt in vergelijking met de zelfs
ongesubsidieerde buitenlandse groe
pen zo laag te liggen, dat Kersley
onomwonden schrijft, dat de dansers
hier „onderbetaalde geëxploiteerde
slaven" zijn. Deze woorden liegen er
niet om. Dat dit moet veranderen, is
duidelijk.
Een oplossing geven, is geen een
voudige opgave. In hoeverre serieu
ze pogingen op onwil schipbreuk heb
ben geleden, is ons niet bekend. Het
lijkt ons echter onwaarschijnlijk dat
dit is gebeurd. Het subsidiebeleid
geschiedt nu eenmaal op basis van
vertrouwen in de leiding.
De overheid controleert de artis
tieke verrichtingen niet. In een land,
waar staatsbemoeiingen niet tot in
de verre geschiedenis van het verle
den teruggaan, is een Staatsopera en
een Staatsballet niet mogelijk. Dan
zouden de problemen gemakkelijker
liggen. Het vertrouwen in de leiding
is dan afhankelijk te stellen aan de
benoeming van de directeur. Nu is
het in Nederland zo gesteld, dat de
leiding van de groeperingen een ge
geven is voor de overheid. Maar wil
men komen tot meer concentratie,
dan moet men toch durven aan
vaarden, dat de leiding moet berus
ten bij iemand, die wel degelijk be
wust is van de verantwoordelijkheid
van deze taak. Nu moddert men door.
In 1938 ontdekte John Hammond de
tweede pianist van de befaamde jazz
musicus Benny Moten. De originaliteit
van deze pianist, William „Count" Ba-
sie maakte terecht grote indruk op hem.
Omdat Basie nu eenmaal bij Moten
musiceerde, werd zijn stijl ogenblikke
lijk gedetermineerd tot de Kansas City
stijl, ofschoon Basie niet in deze stad
geboren is. Later is deze plaatselijke
stijl vereenzelvigd met de swing en de
bebop. Count Basie heeft zich in de loop
van de jaren niet alleen tot een fameuze
pianist, maar ook tot een goed orkest
leider ontwikkeld. Zijn eenvoudige stijl,
waarbij hij klankfiguren herhaalt en
ritmische varianten aanbrengt, is vir
tuoos maar zonder effectbejag. Op de
45-toerenplaat Brunswick 10098 EPB,
speelt hij enkele blues uit zijn vroege
re jaren. Juist omdat de vier muziek
stukken dateren uit de tijd, waarin hij
net „ontdekt" was, hebben ze behalve
een muzikale ook een goede historische
waarde.
„Count" Basie, die evenals Lord Kit-
Count Basie
Niven: „In mijn zenuwen be-
°ette ik Gloria al te geestdriftig"
David Niven, de Britse acteur, die door
de New Yorkse filmcritici hemelboog is
geprezen om zijn rol in „Separate Ta
bles", vindt zichzelf een buitengewone ge
luksvogel.
„Toen ik na zes jaar oorlog uit het leger
kwam", aldus luidt zijn verklaring daar
voor. „bood Louis Mayer me een nieuw
contract aan. Ik greep de kans met beide
handen aan. Maar het duurde niet. lang,
of ik begon de verhalen van mijn publici
teitsagent zelf te geloven. Dus gaf ik
Louis Meyer oo een goede dag te kennen,
dat hij me niet voldoende kansen gaf en
dat ik de studio wilde verlaten en mijn
geluk met een andere producent wilde pro
beren. Tot mijn verbazing stemde hij er
direct in toe, me te laten gaan. Ander
half jaar ben ik toen zonder werk geweest.
Of eigenlijk niet precies achttien maan
den, want ik ben intussen nog opgetreden
in een toneelstuk met Gloria Swanson.
Ze had een verschrikkelijke hekel aan me,
de arme vrouw.
In Philadelphia was het stuk een mis
lukking en in Chicago een ramp. Iedereen
kan zich dus wel voorstellen, hoe ik me
voelde op de avond van de première op
Broadway in New York.
Die goeie ouwe Swanson had als een
soort geldbelegging een modehuis achter
de hand, dat ook korsetten vervaardigde.
In elk geval stond ze er altijd op, haar
eigen kostuums te ontwerpen. Afschuwe
lijke dingen, die er uitzagen als zijden ten
ten.
Het doek ging op en in mijn zenuwen be
groette ik Gloria een beetje al te geest
driftig. Met het gevolg, dat er een enorm
grote balein uit haar japon te voorschijn
schoot, precies in een van mijn neusgaten.
Een zeer pijnlijk incident, in beide bete
kenissen van het woord.
Iedereen, die zo iets overleeft en er
bovendien nog in slaagt de lof van de cri
tici te verdienen, moet wel een geluksvo
gel zijn".
to
Jndian Tonic
QUININE
-oerlAllY BOTTIID BY
S TIMS «OERDOM
Sedert 1312
Dame Margot Fonteyn, Brittannië's eer
ste ballerina, heeft onlangs bijna twaalf
uur zonder onderbreking gedanst wat
gelijk staat met zes normale avondvoor
stellingen in het operagebouw van Co-
vent Garden. En dit alles, omdat Miss
Fonteyn, die twintig jaar lang alle aanbie
dingen van iedere grote Britse en Ameri
kaanse filmmaatschappij van de hand
heeft gewezen, tenslotte bereid is gevon
den om in een film van de Rank Organisa
tie op te treden.
Gedurende al die twaalf uren waren elf
camera's onder regie van dr. Paul Czin-
ner, de man, die ook de film „The Bol-
shoï Ballet" heeft gemaakt, op haar en
haar partner Michael Somes gericht, ter
wijl zij samen scènes dansten uit Frede
rick Ashton's baliet „Ondine".
Het ging hierbij om opnamen in East-
mancolor van elk tien minuten lengte.
Maar bij de kleinste fout moest de opna
me telkens worden overgedaan, tot zij vol
maakt goed was.
Toen het doek voor de eerste maal op
ging stonden er naast de elf filmcamera's
nog zes camera's van de journaalfilmers
en een batterij van vijftig persfotografen.
Eehalvp „Ondine" danst Fonteyn in de
ze -ilm nog „De Vuurvogel" en de tweede
akte uit „Het Zwanenmeer",
Een klucht heeft nu eenmaal de eigen
schap van zonder complicaties te zijn.
Dit wil niet zeggen, dat het verhaaltje
zelf zonder complicaties is, integendeel!
In een klucht stapelen de complicaties
zich meestal zo hoog op, dat men zich
dikwijls afvraagt „hoe komen ze er ooit
weer uit?"
Maar een klucht brengt over het alge
meen geen complicaties met zich mee
voor spelers. In psychologische diep
ten behoeft men niet af te dalen, om een
klucht te kunnen brengen. Vandaar lat
een klucht pretentieloos is. De speler be
hoeft alleen maar te kunnen spelen. En
een goede klucht geeft de speler alle ge
legenheid zijn komisch speltalent eens uit
te vieren.
„DE ONBEKENDE WERELD" is een
goede klucht- Wij zeggen niet een zeer
origineel spel, daarvoor is het op ouder
wetse manier te volgepropt met clichés.
De schrijvers hebben beproefde paden
bewandeld en het stuk wemelt dan ook
yan beproefde grapjes en .verwikkelin
gen- Deze grapjes en verwikkelingen doen
het echter nog steeds bij het grote pu
bliek. Dus men kan verzekerd zijn van
het succes, als men een prima stel klucht
spelers heeft en als het stuk van tevoren
goed ingestudeerd wordt. Want hoewel
een klucht vaak gemakkelijk speelt, eist
een goede vertolking toch immer een se
rieuze voorbereiding. Men moet er op de
eerste plaats weten uit te halen wat er in
zit, maar een klucht „goed" vertolken
betekent vooral een klucht „vlot" vertol
ken. Het tempo moet immers zeer vlot
zijn. Als er maar iets aan het tempo ha
pert. valt de klucht. De grapjes kun
nen leuk zijn, maar de speles mogen
er nimmer een moment bij stil staan, wil
len zij niet vervelend worden. In een
goede klucht moeten de grapjes zo opge
stapeld liggen, dat het niet hindert, als
aan het publiek eens iets ontgaat door
het vlotte tempo. Het publiek zal zich dan
in aandacht spitsen, om toch maar voor
al niets te missen. Hetgeen duizend maal
beter is dan wanneer de spelers menen,
dat zij bij sommige grapjes even stil moe
ten staan, om ze goed tot het publiek te
laten doordringen.
Dit vlotte tempo eist een intense voor
bereiding, vooral omdat de wirwar in
een klucht dikwijls zo groot is. Niets
mag missen, alles moet precies en op
de seconde »P elkaar ingrijpen; geen
deur mag ook maar een onderdeel van
een seconde te laat opengaan.
Een klucht goed brengen is daarom
heus nog zo gemakkelijk niet, al brengt
zij geen complicaties met zich mee voor
de spelers. En een goed gebrachte
klucht kan zeer bevrijdend werken, zo
wel voor de spelers als voor het pu
bliek. Wij voor ons zien dan ook niets
minderwaardigs in het zo no en dan
brengen van een goede klucht.
En een klucht is o.i. goed, als de ver
gissingen en kluchtige situaties zich zo
danig opstapelen, dat w ijop een gige
ven moment een dusdanige wirwar aan
gegevens krijgen, dat een normaal den
kend mens er geen wijs meer uit kan.
Het is dan de kunst van de schrijver,
om alles evengoed weer op zijn poot
jes terecht te brengen.
Dit is o.i. de enig wezenlijke eis, die
men aan een klucht mag stellen. En de
naam Johan Blaaser staat er borg voor
dat aan dit wezenseigen element van de
klucht volop is voldaan.
Natuurlijk moet men aan een klucht ook
nog wel andere eisen stellen, zoals goe
de dialoog, originaliteit etcetera, maar
dit wezenselement mag natuurlijk nooit
ontbreken. En de dialoog is bij Johan
Blaaser ook wel in goede handen. Origi
naliteit is zeer zeker niet zijn sterkste
zijde; hij teert te veel op oude grapjes-,
oude gegevens, die hij steeds weer op
nieuw bewerkt. Maar daarom noemen wij
zijn klucht ook een klucht in ouderwetse
stijl- Maar „toneel" is het van a. tot z.
Van het begin tot het einde kan men
„spelen" en zijn humoristische talenten
ten toon spreiden.
chener, Duke Ellington, Nat King Cole
en Earl Hines deze aristocratische bij
naam ten volle verdient, wordt begeleid
door Freddy Green, gitaar, Walter Pa
ge, bas en Joe Jones, drums die even
beroemd is als de befaamde Sonny Pay
ne. Deze oude bezetting doet het nog
bijzonder goed. Wij hebben reeds eer
der in deze rubriek gewezen op de re
vival van de dertiger jaren-stijl en
Count Basie demonstreert duidelijk, dat
goede jazz niet sterft, en dat de com
merciële muziek niet volledige heer
schappij heeft in de jazz.
Twee 45-toerenplaatjes met Spiri
tuals willen 'wij onder de aanffacht
brengen. Op Brunswick 10110 EPB
zingt The Reverend Kelsey en op Co-
ral 94127 EPC zijn het The Ames
Brothers die Favourite Negro Spiri
tuals zingen zoals „Shadrack", „Who
Built The Ark", „Blind Barnabas" en
„Joshua Fit the Battle Of Jericho"-
Deze spirituals zijn min of meer be
kend, en wij kunnen ze voor de col-
lectionnairs van dit genre van harte
aanbevelen. De extatische zang van
Kelsey valt enigszins buiten het gang
bare genre- Het doet meer denken
aan de gospel-songs, hoewel de blij
moedigheid ietwat buiten dit kader
ligt. Vooral vanwege de samenzang
met de gelovigen is dit plaatje inte
ressant. Muzikaal geven wij nog steeds
de voorkeur aan Mahalia Jackson.
Voor wie zich Nelson Eddy nog kan
herinneren, van de Amerikaanse ope
rettefilms geeft Fontana 462068 TE een
aardige opname waarop natuurlijk de
„Indian love call" en „Rose Marie" niet
ontbreken. Hoewel hij niet met Jea-
nette MacDonald, zijn partner van de
film zingt, maar met Dorothy Kirsten
en twee liedjes uit .Naughty Marietta"
met Nadine Conner, is dit een aardig
plaatje voor liefhebbers van de Ameri
kaanse operette, die door de musical
is opgevolgd.
Samen met een van de beste jazz or
kesten, die ons land telt The Dutch
Swing College, zingt Neva Raphaello op
Philips P 13041 acht songs waaronder
„Doctor Jazz", „Some of these days"
„Trouibe in mind". Met haar diepe
lage stem weet mrs. Jazz spanning te
leggen in haar vocale prestaties. De be
zetting van The Dutch Swing College is
de moeite waard. Van de verschillende
soli noemen wij het clarinet-duo van
Schilperoort-Kesber; de trompet van Bu-
ma die uitzonderlijk muzikaal klinkt,
Men kent de stijl van deze musici- De
„Two 19 blues" behoren tot de beste
blues die ooit zijn gecomponeerd. Ze
worden door Neva Raphaello boeiend
„verteld". De reputatie die deze vocalis-
te zich heeft verworven door haar forse
pittige manier van zingen is te beluis
teren op deze 33-toerenplaat, die or
kestraal ook bijzonder interessant is.
In 1954 bezocht de volksdans- en zang
groep van studenten van de universi
teit van Zagreb voor het eerst ons land.
Ivan Goran Kovacic is de leider van
deze groep, die de Joegoslavische volks
muziek zuiver heeft gecollecteerd en
uitvoert. Het lied in Joegoslavië is
meestal danslied. Vaak meerstemmig,
maar dan met een geritmiseerde, vrij
monotone begeleiding van een groep
zangers. Arbeid en spel zijn nooit uit
elkaar te weken. Tijdens de oogst wordt
op het ritme van de zang gewerkt. Vrij
wel zonder scherpe scheiding gaat dit
oogstlied over in danslied. Het tempo
wordt opgevoerd. Boven alle liederen
en dansen rijst uit de KOLO, de rei
dans met nerveus geladen opeenvolging
van tempi.
Op Fontana 680505 TL „This is Yougo-
slavia" is een goede verzameling van
deze volksmuziek samengebracht- In de
zang uit Slavonië hoort men duidelijk
de invloeden van het lieflijker Oosten
rijkse landschap, waar de begroeide
Karawanken minder bar zijn dan de
bergen in Joegoslavië zelf. In de Oost-
Servische muziek treedt de „frula", de
lange herdersfluit scherp naar voren-
De melancholie van de Dalmatische lie
deren wekt herinneringen op aan de
drie eeuwen Turkse overheersing, waar
bij een onderdrukt volk aan de kust
mijmerde over de onmetelijke water
vlakte van de zee. In Servië wordt de
zang begeleid door de tambura, een
nationaal Turks instrument, dat in Joe
goslavië gemeengoed is geworden. Men
kan dit het beste een kruising tussen
de mandoline en de balalaika noemen.
Tot slot horen we muziek uit Voïvo-
dina, de vruchtbare Donau-vlakte. In
deze streek bestaan alleen al 4000 ver
schillende dansen! Deze statige volks
liederen worden begeleid door de doedel
zak.