witte doek Twee stemmen van Sir Alec Guinness in het lagerhuis Cocktail-partij in Hollywood .Pikant verlof in Parijs' Jazzgroten en volksmuziek David Niven - geluksvogel 'f- „DE ONBEKENDE WERELD" Pleidooi voor opheffing van vermakelijkheidsbelasting Rond een BALLET JAARBOEK „Onderbetaalde geëxploiteerde slaven" in de Nederlandse bal Iet- groepen Niet compleet zonder ruzie Disney tekent door V.U. bouwt de medische faculteit Amsterdam af Luch tige nieman cla I Prestaties Subsidiebeleid Dubbel pijnlijk incident op Broadway Roval Club Twaalf uur achtereen voor de filmcamera's Zonder complicaties Hans van Bergen ZATERDAG 14 FEBRUARI 1959 PAGINA 5 ite en g*v ^°k Vivien Leigh in „Suddenly, last Summer"? ihaakt- Disco's van de Lichte Muze Voor wie zich nog eens wagen wil aan een echte klucht in ouder wetse stijl, hehben wij gelezen „DE ONBEKENDE WERELD" van Anne Marie Kok en Johan Blaaser. En nu weten wij wel, dat het eerste wat wij van dit stuk moeten zeggen is: dat het geenszins beantwoordt aan het hoog culturele peil, waarop wij tegenwoordig zo graag het amateurtoneel gesteld zien. Maar welke „klucht" zal dit wel? En is het niet raadzaam voor alle „hoog mikkenden" om voor de afwisseling eens een echte pretentieloze klucht te spelen van het ouderwetse stempel? Mrs. Jazz Joegoslavische volksmuziek BH conc- 23.53 and«i 14.0° icise" amf' annj: 20."" coop' 22*' 14.1® 17.0# 17.5» 22.5" ove#' ere"- eau5, 1.25-- 4de1' Fllr"' OU*". 21 0° 22-3» 19 3® 21.1° our" AD' roe' jaar iref' ers' ;0°r be' ii»c ;eie' WERELDNIEUWS d" aaO' d" 'oüf ei eef' ko' Sf' de v n het Britse lagerhuis zullen volgende week twee verschillende stemmen ah Alec Guinness kunnen worden gehoord. De eerste zal de gewone stem k'Jn van Sir Alec, waarmee hij de afschaffing van de vermakelijkheids- asting op de bioscopen zal bepleiten. De tweede zal de schorre stem jlJ11 van de oude schilder Gulley Jiinson in de Guinness-film „The a °rsc's Mouth". Een fragment van vijf minuten uit de film zal namelijk ^an de parlementsleden worden vertoond. Guinness zal aan het hoofd lp3/*11 V3n Cen cle^eSatie van acteurs en actrices om er bij de lagerhuis- en van alle partijen op aan te dringen, hun stem te geven aan een ti°0lslcl om in de komende begroting een eind te maken aan de belas ts op de bioscopen. Tot de delegatie, die uit niets dan topsterren j^staat, zullen behoren Richard Atteborough, Felix Ayimer, Dirk j^ogarde, Ian Carmichael, Peggy Cummins, John Gregson, Jack Haw- ins, Virginia Maskell, Yvonne Mitchell, Anna Neagle, Janette Scott, ^lciard Todd en Wilfrid Hyde White. Anna Neagle heeft verleden jaar an het hoofd gestaan aan een *0ortgelijke delegatie en het resul- j?Our mail ill Havana" aat was, dat de belaStinig werd ge halveerd. De opbrengst ervan is 'lans 10.000.000 100.000.000) jaar, de enige vermakelijkheids- asting, die nog in Groot- r'ttannië wordt geheven. Voor Sir Alec Guinness zijn de bezoe ken aan Buckingham Palace en aan het lagerhuis niet veel meer dan intermezzi in een druk bezet leven. In „Our Man in Havana" een door Sir Carol Reed ge produceerde film, waarin hij, zoals we reeds meldden, de hoofdrol zal spelen, krijgt hij Noël Coward en Sir Ralph Ri chardson tot tegenspeler. Dat Carol reeds er in is geslaagd, Coward tot een terug keer op het witte doek over te halen afgezien van een gastrolletje in „De Reis om de Wereld in 80 Dagen" wordt dit zijn eerste film in negen jaar mag als grootste stunt van het iaar in de amu- sementswereld worden beschouwd. Achteraf heeft Sir Carol verteld, hoe het hem was gelukt om Coward over te halen, nadat zoveel producenten nul op het rekest hadden gekregen: „Ik heb hem een paar weken geleden doodeenvou dig opgebeld en hem gevraagd, of hij een rol in een film zou willen spelen. Hij ant woordde, dat hij het graag zou doen. als het scenario hem beviel. En dat was. tot mijn grote verbazing, alles". Natuurlijk zit hier heel wat meer achter Coward krijgt in de film een pracht van een komische rol te spelen: een halfgare Engelsman, die bij de Geheime Diensl terecht komt en er bijna het leven bij in schiet. En dan hoeft men er niet aan te twijfelen, of Noël Coward heeft heimwee naar Brittannië en naar een grote rol, die hem terugbrengt bij het Britse publiek. Op het ogenblik werkt hij aan plannen voor zi.i'i eerste toneelstuk sinds drie jaar in het Londense West End: „Look After Lulu", een komedie, waarin Vivien Leigh de hoofdrol zal spelen. Tijdens de produktie van de film zal hij de zonneschijn, die hij volgens zijn zeggen nodig heeft om te kunnen lachen, niet hoeven te missen. Politiek en helden als Errol Flynn dienende, zal namelijk in april van dit jaar met de opnamen voor de film worden begonnen in het warme en zonnige Havana op Cuba. Daarna kan hij op tijd in Londen terug zijn om in de nazomer met de opvoeringen van „Look After Lulu" te beginnen. „Our Man in Havana" betekent ook een hernieuwde samenwerking tussen Sir Ralph Richardson en Carol Reed, de re gisseur, die hem zijn grootste filmsucces gaf met „The Fallen Idol", die nog on langs onder de titel „Een Kind klaagt aan" is vertoond op het Nederlandse tele visiescherm. „Ik hch sindsdien altijd graag nog eens een film rfict hem willen maken", al dus Sir Carol- ,Nu geloof ik> dat ik een goede rol voor hem heb". Alec Guinness als Gulley Jimson hAalt Disney, die enige tijd geleden Din bekend gemaakt, dat hij na „Slec- H, 8 Beauty" geen tekenfilms meer zou ken, omdat ze te duur werden, is van bi aehte veranderd. Hij heeft er voorlo- \v», n°8 twee op het program staan en 1 -King Arthur's Youth" en „101 Dal- jhons" naar Dodie Smith. IJlj r is alle kans. dat Vivien Leigh naast vjabeth Taylor zal optreden in de film- ly s'e van Tennessee Williams' „Sudden- <jj' Last Summer", die in de lente van jjaar in Engeland zal worden gemaakt. e Hollywoodse filmmagnaat c,~"~ Na een afwezigheid van acht jaar is Sir Laurence Olivier naar Hollywood te ruggekeerd om de hoofdrol van de leger leider Crassus te spelen in „Spartacus" een film. die wordt opgenomen door Uni versal International. Aan deze film wer ken verder mee Kirk Douglas, Peter Us tinov. Charles Laughton, Tony Curtis en de Duitse actrice Sabina Bethmann. Om zijn komst in Hollywood te vie ren en om propaganda te maken voor de film. heeft Olivier, die in 1948 een Os car won voor zijn vertolking in de film „Hamlet", een cocktail-arty gegeven in het elegante Star on the Roof-restaurant. Onder de gasten bevinden zich Krik Dou glas. Sophia Loren, Judy Garland, Tony Curtis. Gary Cooper. Jack Lemmon en Edward G. Robinson Toen de party in voile gang was, klonk er plotseling een kreet: „Hij heeft mijn vrouw beledigd" en twee gasten raakten fr?'ege]. be' zoek Sam die „The Bridge on the River produceerde, heeft onlangs een aan Londen gebracht voor het van besprekingen met Miss Leigh. vJe voelt er veel voor om op het voorstel de heer Spiegel in te gaan. maar jA-dl toch eerst het scenario lezen. Hij e rol zal één der moeilijkste zijn in Leigh's loopbaan als actrice. Ze °et 'Jd een moeder van middelbare leef- klg spelen, die zich hardnekkig vast- aan nagedachtenis van haar j-h. die een losbol was. Wuet enige toneelstuk, dat de Nobelprijs- Veanaar William Faulkner he.eft geschre- op nog geen meter van Sir Laurence met elkaar slaags. Er werd met vuisten ge zwaaid en er vloeide zelfs bloed, waarna Olivier en Kirk Douglas tussenbeiden kwamen en een eind aan de strijd maakten. „Geen party in Hollywood is compleet zonder ruzie" merkte iemand veront schuldigend op. „Ik heb het zelf in elkaar gezet. Ik had publiciteit nodig", gaf Sir Laurence gek scherend ten antwoord. Dame Mar got Fonteyn twaalf uur voor filmcamera's De Vrjje Universiteit te Amsterdam heeft een aanvang gemaakt met het be gin van het einde: de voltooiing van haar zesde faculteit, namelijk die der genees kunde Op het terrein aan de Amstelveense Weg, waar dit einde in zicht komt met het. gigantisch hoge betonskelet van het in aan bouw zijnde ziekenhuis, zijn enkele niet- permanente Poliklinieken reeds nu in ge bruik genomen ln deze modern geoutil leerde en ingerichte gebouwtjes zijn de verloskunde en vrouwenziekten, benevens de kinder-, oog- keel-, neus- en oorziek ten ondergebracht. Op 1 januari 1963 hoopt men het twaalf lagen tellende ziekenhuis gereed te heb ben- Het complex omvat de kliniek (700 bedden) met. ruimte voor onderwijs, spe cialisatie, laboratoria en collegezalen, voorts de poliklinieken alsmede de tehui zen voor een deel van het personeel. De kosten bedragen naar schatting veertig miljoen gulden. 227 „Ziet u, dokter, als ik zo doe, dan voel ik een hevige pijn in de maagstreek C.dit jaar door Darryl F. Zanuck Pro- ZvHjUons worden verfilmd. De hoofdrollen tj) worden gespeeld door Ruth Ford jAachary Scott. hl]] lry Belafonte en Dorothy Dandridge ®h de hoofdrollen spelen in de filmver- ,jyj die van het Londense toneelsucces W1011 on a Rainbow Shawl" zal worden deze film, die waarschijnlijk in Gr.- I 'annië zal worden opgenomen, tre- Y hitsluitend negeracteurs op. hl Brynner zal minstens zes maanden jaar in Britse studio's doorbren- <le Onder regie van Stanley Donen, Weaker van „Indiscreet", zal hij een I til^heramentvolle dirigent spelen in de I „Once more, with feeling". Daarna ,?t hij op als Paulus I van Rusland in Illm „The Mad King". .Requiem for a Nun" zal in de loop Sir Laurence Olivier: „Ik publiciteit nodig". had De 104 manschappen van een Ame rikaanse radarbasis in het Poolge bied vervelen zich. De arme kerels hebben niets anders te doen dan el kaar bloedneuzen te slaan, voor zo ver ze niet apathisch op hun krib lig gen. De legerpsychologen, onder wie een beelschone, maar mannenhaten- de luitenante (Janet Leigh), die er goed aan zou hebben gedaan, zichzelf het eerst te analyseren, weten daar wel raad op: „The Perfect Furlough", een volmaakt verlof, dat na een de mocratische stemming onder de man schappen een „PIKANT VERLOF IN PARIJS" wordt. Natuurlijk kunnen ze niet alle 104 naar Parijs, maar er zal worden ge loot en de winnaar krijgt op kosten van de armee een reisje naar Parijs aangeboden aan de zijde van een be roemde filmster (Linda Christal). Een gegeven, dat al eens eerder, even eens in Cinemascope en kleuren, maar met meer muziek en minder woorden, is verwerkt in de film „Mardi Gras". Tony Curtis als korporaal Hodges, de „ladykiller" van de basis, zorgt er voor, dat hij de gelukkige is en zijn reputatie, gecombineerd met een ge heim huwelijk, dat de filmster eerder heeft aangegaan, leiden tot een reeks verkeerd begrepen situaties en mis verstanden, die even hardnekkig als de vorst rond de Pool aanhouden, tot de korporaal en de van haar dwalin gen bekeerde luitenante veilig en wel zijn getrouwd- Blake Edwards heeft dit luchtige, soms een tikje té luchthartige nie- mandallet.je met alle gladheid van de Hollywood-regisseur in elkaar gezet. De sfeer op de Pooibasis is aardig getekend, de dialogen en de grapjes ten koste van de Amerikaanse leger psychologen zijn wel leuk, maar ove rigens is deze film alleen maar amu sant voor volwassenen, die nog zo onvolwassen zijn, dat ze schijnbaar pijnlijke en choquante, maar in wer kelijkheid volkomen onschuldige si tuaties en gedragingen, onweerstaan baar grappig vinden. Een terugblik op het vorige ballet seizoen roept enkele tegenstrijdige gedachn op. Aanleiding voor een bespreking hiervan vormt het hij Gottmer uitgegeven tweede Ballet- jaarboek. Over de uitvoering van dit album kunnen wij kort zijn. De lay out is aanmerkelijk beter dan van het orige jaarboek. De foto's zijn goed uitgekozen en technisch gaaf gereproduceerd. Over hetgeen de sa menstellers Janet Sinclair en -eo Kersley hebben geschreven in de in leiding, kan verschil van opvatting bestaan. Zoals bij andere kunstvormen, is het bij de danskunst ook zo gesteld, dat men moet uitgaan van hetgeen wordt gepresteerd om het artistieke peil te bepalen. Een fotoboek over de Ne derlandse danskunst zal zich niet kunnen abstraheren van de estheti sche prestatiebeoordeling. Maar op dit gladde ijs hebben de inleiders zich niet willen bewegen. Zij geven wat statistisch materiaal, waaruit men voorzichtig een enkele conclusie kan trekken. Van de 13 wereldpre mières in het seizoen 1957'58 wa ren er 7 bij van Nederlandse choreo grafen, waarbij zelfs 3 balletten op speciaal hiervoor gecomponeerde mu ziek. Na een seizoen, waarin slechts 2 balletten van Nederlandse oorsprong werden uitgevoerd, betekent dit een gelukkige vooruitgang. Het Ballet der Lage Landen slaat hierbij het gun stigste figuur, want het nam liefst 11 premières van de 33 die in Neder land werden uitgevoerd voor reke ning van de groep, die vooral met subsidieproblemen heeft moeten kam pen om het hoofd boven water te houden. Bij conflicten moeten de Stichtings besturen trachten te inveniëren. De weinig verkwikkende gang van za ken bij Het Nederlands Ballet is daar een recent voorbeeld van. Dat de binding van de danseres sen en dansers aan de Nederlaiydse bal^etgroeperingen nog vrij groot is, kan voortspruiten uit het feit, dat el ders moeilijk voor hen emplooi is te vinden. Een kunstenaar is over het algemeen niet zo vastgeroest aan een bepaald milieu om niet elders grote re mogelijkheden te benutten. De ver schuivingen in ons land vallen'door gaans nogal mee. Men blijft beken de gezichten zien, vooral van dege nen, die in „rang" zijn opgeklom men. Neemt men de prestaties als norm, dan is het bestaan tot nu toe van liefst vier dansgroepen nergens gewettigd. Solistische prestaties van wereldniveau zijn niet kenmerkend voor de Nederlandse danswereld. En toch is juist de persoonlijke brille inherent aan de danskunst. Als de balletten vergeten zouden zijn, dan zijn de solisten bewaard in het mau soleum van de herinnering. Thans zijn zo ongeveer 130 danse ressen en dansers actief bij het be roepsballet werkzaam. Het bestaan is niet gemakkelijk. De kunst is een hard beroep, vooral voor de niet-uit- blinkers. Het publiek geeft echter blijk van een ontroerende trouw. Men kan zeggen dat het ballet-minded is. Dit schept verplichtingen. Het pres tatiepeil zal opgevoerd moeten wor den. Als de Russen een verplichte Scène met Mariene Huyts en Leo Kersley uit „De Kennismaking", vooropleiding van acht jaar eisen, dan zijn de amper drie jaren in ons land alleen voor uitzonderlijk begaaf den een waarborg dat er toch nog voldoende mogelijkheden zijn om, naast het drukbezette tournée-leven, de training te onderhouden om een aanvaardbaar niveau te bereiken. Is dit niet het geval, dan zal bij de keu ze van het repertoire en vooral bij de nieuwe choreografieën duidelijk met deze beperking rekening moeten wor den gehouden. En vooral bunde ling van krachten. Met minder groe peringen, minder halfbezochte voor stellingen kunnen betere resultaten worden bereikt. Bu Het is niet mogelijk om over de danskunst in ons land te spreken of te schrijven, zonder het subsidie beleid te passeren. Dit spook waart in de wereld van de tutu's rond en deelt slagen uit, die bij de etherische Muze van de dans gevoeliger aanko men dan bij b.v. de stoere opera- Muze, temeer, daar de leden van het Opera-orkest goed georganiseerd zijn en zij kunnen hun eisen stellen. Dat is niet zo bij de Nederlandse dans kunstenaars. Het doet echter minder prettig aan, om in het Ballet Jaar boek te moeten lezen, dat het gemis van een sterke vakgroep voor de die naren van Terpsichore veel onheil oplevert. Wij menen dat de onderlin ge naijver van de groepen, die door de overheid nu eenmaal gecreëerd is, oorzaak is van veel ellende. Die voor komt men niet wanneer de financiële positie van de danseressen en dan sers gunstiger wordt. De salariëring schijnt in vergelijking met de zelfs ongesubsidieerde buitenlandse groe pen zo laag te liggen, dat Kersley onomwonden schrijft, dat de dansers hier „onderbetaalde geëxploiteerde slaven" zijn. Deze woorden liegen er niet om. Dat dit moet veranderen, is duidelijk. Een oplossing geven, is geen een voudige opgave. In hoeverre serieu ze pogingen op onwil schipbreuk heb ben geleden, is ons niet bekend. Het lijkt ons echter onwaarschijnlijk dat dit is gebeurd. Het subsidiebeleid geschiedt nu eenmaal op basis van vertrouwen in de leiding. De overheid controleert de artis tieke verrichtingen niet. In een land, waar staatsbemoeiingen niet tot in de verre geschiedenis van het verle den teruggaan, is een Staatsopera en een Staatsballet niet mogelijk. Dan zouden de problemen gemakkelijker liggen. Het vertrouwen in de leiding is dan afhankelijk te stellen aan de benoeming van de directeur. Nu is het in Nederland zo gesteld, dat de leiding van de groeperingen een ge geven is voor de overheid. Maar wil men komen tot meer concentratie, dan moet men toch durven aan vaarden, dat de leiding moet berus ten bij iemand, die wel degelijk be wust is van de verantwoordelijkheid van deze taak. Nu moddert men door. In 1938 ontdekte John Hammond de tweede pianist van de befaamde jazz musicus Benny Moten. De originaliteit van deze pianist, William „Count" Ba- sie maakte terecht grote indruk op hem. Omdat Basie nu eenmaal bij Moten musiceerde, werd zijn stijl ogenblikke lijk gedetermineerd tot de Kansas City stijl, ofschoon Basie niet in deze stad geboren is. Later is deze plaatselijke stijl vereenzelvigd met de swing en de bebop. Count Basie heeft zich in de loop van de jaren niet alleen tot een fameuze pianist, maar ook tot een goed orkest leider ontwikkeld. Zijn eenvoudige stijl, waarbij hij klankfiguren herhaalt en ritmische varianten aanbrengt, is vir tuoos maar zonder effectbejag. Op de 45-toerenplaat Brunswick 10098 EPB, speelt hij enkele blues uit zijn vroege re jaren. Juist omdat de vier muziek stukken dateren uit de tijd, waarin hij net „ontdekt" was, hebben ze behalve een muzikale ook een goede historische waarde. „Count" Basie, die evenals Lord Kit- Count Basie Niven: „In mijn zenuwen be- °ette ik Gloria al te geestdriftig" David Niven, de Britse acteur, die door de New Yorkse filmcritici hemelboog is geprezen om zijn rol in „Separate Ta bles", vindt zichzelf een buitengewone ge luksvogel. „Toen ik na zes jaar oorlog uit het leger kwam", aldus luidt zijn verklaring daar voor. „bood Louis Mayer me een nieuw contract aan. Ik greep de kans met beide handen aan. Maar het duurde niet. lang, of ik begon de verhalen van mijn publici teitsagent zelf te geloven. Dus gaf ik Louis Meyer oo een goede dag te kennen, dat hij me niet voldoende kansen gaf en dat ik de studio wilde verlaten en mijn geluk met een andere producent wilde pro beren. Tot mijn verbazing stemde hij er direct in toe, me te laten gaan. Ander half jaar ben ik toen zonder werk geweest. Of eigenlijk niet precies achttien maan den, want ik ben intussen nog opgetreden in een toneelstuk met Gloria Swanson. Ze had een verschrikkelijke hekel aan me, de arme vrouw. In Philadelphia was het stuk een mis lukking en in Chicago een ramp. Iedereen kan zich dus wel voorstellen, hoe ik me voelde op de avond van de première op Broadway in New York. Die goeie ouwe Swanson had als een soort geldbelegging een modehuis achter de hand, dat ook korsetten vervaardigde. In elk geval stond ze er altijd op, haar eigen kostuums te ontwerpen. Afschuwe lijke dingen, die er uitzagen als zijden ten ten. Het doek ging op en in mijn zenuwen be groette ik Gloria een beetje al te geest driftig. Met het gevolg, dat er een enorm grote balein uit haar japon te voorschijn schoot, precies in een van mijn neusgaten. Een zeer pijnlijk incident, in beide bete kenissen van het woord. Iedereen, die zo iets overleeft en er bovendien nog in slaagt de lof van de cri tici te verdienen, moet wel een geluksvo gel zijn". to Jndian Tonic QUININE -oerlAllY BOTTIID BY S TIMS «OERDOM Sedert 1312 Dame Margot Fonteyn, Brittannië's eer ste ballerina, heeft onlangs bijna twaalf uur zonder onderbreking gedanst wat gelijk staat met zes normale avondvoor stellingen in het operagebouw van Co- vent Garden. En dit alles, omdat Miss Fonteyn, die twintig jaar lang alle aanbie dingen van iedere grote Britse en Ameri kaanse filmmaatschappij van de hand heeft gewezen, tenslotte bereid is gevon den om in een film van de Rank Organisa tie op te treden. Gedurende al die twaalf uren waren elf camera's onder regie van dr. Paul Czin- ner, de man, die ook de film „The Bol- shoï Ballet" heeft gemaakt, op haar en haar partner Michael Somes gericht, ter wijl zij samen scènes dansten uit Frede rick Ashton's baliet „Ondine". Het ging hierbij om opnamen in East- mancolor van elk tien minuten lengte. Maar bij de kleinste fout moest de opna me telkens worden overgedaan, tot zij vol maakt goed was. Toen het doek voor de eerste maal op ging stonden er naast de elf filmcamera's nog zes camera's van de journaalfilmers en een batterij van vijftig persfotografen. Eehalvp „Ondine" danst Fonteyn in de ze -ilm nog „De Vuurvogel" en de tweede akte uit „Het Zwanenmeer", Een klucht heeft nu eenmaal de eigen schap van zonder complicaties te zijn. Dit wil niet zeggen, dat het verhaaltje zelf zonder complicaties is, integendeel! In een klucht stapelen de complicaties zich meestal zo hoog op, dat men zich dikwijls afvraagt „hoe komen ze er ooit weer uit?" Maar een klucht brengt over het alge meen geen complicaties met zich mee voor spelers. In psychologische diep ten behoeft men niet af te dalen, om een klucht te kunnen brengen. Vandaar lat een klucht pretentieloos is. De speler be hoeft alleen maar te kunnen spelen. En een goede klucht geeft de speler alle ge legenheid zijn komisch speltalent eens uit te vieren. „DE ONBEKENDE WERELD" is een goede klucht- Wij zeggen niet een zeer origineel spel, daarvoor is het op ouder wetse manier te volgepropt met clichés. De schrijvers hebben beproefde paden bewandeld en het stuk wemelt dan ook yan beproefde grapjes en .verwikkelin gen- Deze grapjes en verwikkelingen doen het echter nog steeds bij het grote pu bliek. Dus men kan verzekerd zijn van het succes, als men een prima stel klucht spelers heeft en als het stuk van tevoren goed ingestudeerd wordt. Want hoewel een klucht vaak gemakkelijk speelt, eist een goede vertolking toch immer een se rieuze voorbereiding. Men moet er op de eerste plaats weten uit te halen wat er in zit, maar een klucht „goed" vertolken betekent vooral een klucht „vlot" vertol ken. Het tempo moet immers zeer vlot zijn. Als er maar iets aan het tempo ha pert. valt de klucht. De grapjes kun nen leuk zijn, maar de speles mogen er nimmer een moment bij stil staan, wil len zij niet vervelend worden. In een goede klucht moeten de grapjes zo opge stapeld liggen, dat het niet hindert, als aan het publiek eens iets ontgaat door het vlotte tempo. Het publiek zal zich dan in aandacht spitsen, om toch maar voor al niets te missen. Hetgeen duizend maal beter is dan wanneer de spelers menen, dat zij bij sommige grapjes even stil moe ten staan, om ze goed tot het publiek te laten doordringen. Dit vlotte tempo eist een intense voor bereiding, vooral omdat de wirwar in een klucht dikwijls zo groot is. Niets mag missen, alles moet precies en op de seconde »P elkaar ingrijpen; geen deur mag ook maar een onderdeel van een seconde te laat opengaan. Een klucht goed brengen is daarom heus nog zo gemakkelijk niet, al brengt zij geen complicaties met zich mee voor de spelers. En een goed gebrachte klucht kan zeer bevrijdend werken, zo wel voor de spelers als voor het pu bliek. Wij voor ons zien dan ook niets minderwaardigs in het zo no en dan brengen van een goede klucht. En een klucht is o.i. goed, als de ver gissingen en kluchtige situaties zich zo danig opstapelen, dat w ijop een gige ven moment een dusdanige wirwar aan gegevens krijgen, dat een normaal den kend mens er geen wijs meer uit kan. Het is dan de kunst van de schrijver, om alles evengoed weer op zijn poot jes terecht te brengen. Dit is o.i. de enig wezenlijke eis, die men aan een klucht mag stellen. En de naam Johan Blaaser staat er borg voor dat aan dit wezenseigen element van de klucht volop is voldaan. Natuurlijk moet men aan een klucht ook nog wel andere eisen stellen, zoals goe de dialoog, originaliteit etcetera, maar dit wezenselement mag natuurlijk nooit ontbreken. En de dialoog is bij Johan Blaaser ook wel in goede handen. Origi naliteit is zeer zeker niet zijn sterkste zijde; hij teert te veel op oude grapjes-, oude gegevens, die hij steeds weer op nieuw bewerkt. Maar daarom noemen wij zijn klucht ook een klucht in ouderwetse stijl- Maar „toneel" is het van a. tot z. Van het begin tot het einde kan men „spelen" en zijn humoristische talenten ten toon spreiden. chener, Duke Ellington, Nat King Cole en Earl Hines deze aristocratische bij naam ten volle verdient, wordt begeleid door Freddy Green, gitaar, Walter Pa ge, bas en Joe Jones, drums die even beroemd is als de befaamde Sonny Pay ne. Deze oude bezetting doet het nog bijzonder goed. Wij hebben reeds eer der in deze rubriek gewezen op de re vival van de dertiger jaren-stijl en Count Basie demonstreert duidelijk, dat goede jazz niet sterft, en dat de com merciële muziek niet volledige heer schappij heeft in de jazz. Twee 45-toerenplaatjes met Spiri tuals willen 'wij onder de aanffacht brengen. Op Brunswick 10110 EPB zingt The Reverend Kelsey en op Co- ral 94127 EPC zijn het The Ames Brothers die Favourite Negro Spiri tuals zingen zoals „Shadrack", „Who Built The Ark", „Blind Barnabas" en „Joshua Fit the Battle Of Jericho"- Deze spirituals zijn min of meer be kend, en wij kunnen ze voor de col- lectionnairs van dit genre van harte aanbevelen. De extatische zang van Kelsey valt enigszins buiten het gang bare genre- Het doet meer denken aan de gospel-songs, hoewel de blij moedigheid ietwat buiten dit kader ligt. Vooral vanwege de samenzang met de gelovigen is dit plaatje inte ressant. Muzikaal geven wij nog steeds de voorkeur aan Mahalia Jackson. Voor wie zich Nelson Eddy nog kan herinneren, van de Amerikaanse ope rettefilms geeft Fontana 462068 TE een aardige opname waarop natuurlijk de „Indian love call" en „Rose Marie" niet ontbreken. Hoewel hij niet met Jea- nette MacDonald, zijn partner van de film zingt, maar met Dorothy Kirsten en twee liedjes uit .Naughty Marietta" met Nadine Conner, is dit een aardig plaatje voor liefhebbers van de Ameri kaanse operette, die door de musical is opgevolgd. Samen met een van de beste jazz or kesten, die ons land telt The Dutch Swing College, zingt Neva Raphaello op Philips P 13041 acht songs waaronder „Doctor Jazz", „Some of these days" „Trouibe in mind". Met haar diepe lage stem weet mrs. Jazz spanning te leggen in haar vocale prestaties. De be zetting van The Dutch Swing College is de moeite waard. Van de verschillende soli noemen wij het clarinet-duo van Schilperoort-Kesber; de trompet van Bu- ma die uitzonderlijk muzikaal klinkt, Men kent de stijl van deze musici- De „Two 19 blues" behoren tot de beste blues die ooit zijn gecomponeerd. Ze worden door Neva Raphaello boeiend „verteld". De reputatie die deze vocalis- te zich heeft verworven door haar forse pittige manier van zingen is te beluis teren op deze 33-toerenplaat, die or kestraal ook bijzonder interessant is. In 1954 bezocht de volksdans- en zang groep van studenten van de universi teit van Zagreb voor het eerst ons land. Ivan Goran Kovacic is de leider van deze groep, die de Joegoslavische volks muziek zuiver heeft gecollecteerd en uitvoert. Het lied in Joegoslavië is meestal danslied. Vaak meerstemmig, maar dan met een geritmiseerde, vrij monotone begeleiding van een groep zangers. Arbeid en spel zijn nooit uit elkaar te weken. Tijdens de oogst wordt op het ritme van de zang gewerkt. Vrij wel zonder scherpe scheiding gaat dit oogstlied over in danslied. Het tempo wordt opgevoerd. Boven alle liederen en dansen rijst uit de KOLO, de rei dans met nerveus geladen opeenvolging van tempi. Op Fontana 680505 TL „This is Yougo- slavia" is een goede verzameling van deze volksmuziek samengebracht- In de zang uit Slavonië hoort men duidelijk de invloeden van het lieflijker Oosten rijkse landschap, waar de begroeide Karawanken minder bar zijn dan de bergen in Joegoslavië zelf. In de Oost- Servische muziek treedt de „frula", de lange herdersfluit scherp naar voren- De melancholie van de Dalmatische lie deren wekt herinneringen op aan de drie eeuwen Turkse overheersing, waar bij een onderdrukt volk aan de kust mijmerde over de onmetelijke water vlakte van de zee. In Servië wordt de zang begeleid door de tambura, een nationaal Turks instrument, dat in Joe goslavië gemeengoed is geworden. Men kan dit het beste een kruising tussen de mandoline en de balalaika noemen. Tot slot horen we muziek uit Voïvo- dina, de vruchtbare Donau-vlakte. In deze streek bestaan alleen al 4000 ver schillende dansen! Deze statige volks liederen worden begeleid door de doedel zak.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5