Storm is een zivare ramp comme Nederlands opgewektste vertegenwoordiger voor het buitenland M L Minister Luns blijft zijn goede humeur bewaren - VB Bezitsvorming en Kabinets formatie Kinderbijslag en Kabinets formatie taiiiiniiiiMiiiiiiimiiiiiiiiiniiiM ZATERDAG 7 MAART 1959 V .1.4= PAGINA 8 Agenda Bon-mots Marine-klant „Wie is die bleke meneer?" -;:K fvj s HP i m m, tü s ss wmé Meer dan vierhonderd vissersvaartuigen liggen in de haven van he-t stadje Haugesund aan de, westkust van Noorwegen te u-achten op beter iveer om op de haringvangst te gaan. De haring visserij aan de westkust van IX oorwegen, een zeer belangrijke bron van inkomsten, is dit jaar op een fiasco uitgelopen. Het stormachtige weer dat nu al zo lang aanhoudt en de visvangst on. mogelijk maakt, betekent een economische cata strofe, niet alleen voor de vissers, maar voor het gehele u-estelijke deel van Noorwegen. Het K.V.P.-plan voor de bezitsvorming, dat prof. Romme onlangs heeft ontvouwd, is een mijlpaal in de ontwikkeling van de discussie rond de be zitsvorming in ons land. Na jarenlang een pakken de leuze te zijn geweest is de bezitsvorming nu ge komen in de sfeer van de praktische realisatie mogelijkheden. Het K.V.P.-plan vormt hiertoe een uitstekend uitgangspunt en wij wensen het alle succes toe. In de komende kabinetsformatie zal het beslist een belangrijke rol spelen. Een her stel van de brede basis lijkt er op het eerste ge zicht niet door vergemakkelijkt te worden. De heer Burger heeft op het K.V.P.-plan weliswaar niet ongunstig gereageerd. Wij zullen het in alle ernst bestuderen, zo verklaarde hij. En wij aeh- ten het niet onmogelijk, dat de P.v.d.A. zich langzamerhand wat positiever gaat opstellen te genover de bezitsvorming. Het is niet de eerste keer, dat de Pv.d.A. overstag gaat, na bepaalde K.V.P.-wensen aanvankelijk krachtig bestreden te hebben. Maar of dit ook in dit geval thans reeds zal gebeuren blijft voor ons toch nog de vraag. Nu de P.v.d.A. zo nadrukkelijk „links gericht" heeft In heel haar verkiezingspropaganda heeft zij het zich wel uiterst moeilijk gemaakt op het stuk van de bezitsvorming concessies te doen. Voor haar linkervleugel, waar zij zich in deze verkiezings campagne zo sterk naar heeft gericht, lijkt ons dit bijzonder moeilijk te verteren En het ver baasde ons dan ook niet al te zeer, dat oud-ml- nister Hofstra reeds te kennen gaf grote moei lijkheden te voorzien ten aanzien van de deelne ming van de P.v.d.A. aan het nieuwe kabinet, als het KVP-plan ongewijzigd gehandhaafd wordt. Dat er In de PvdA nog sterke oppositie leeft tegen heel de bezitsvormingsgedachte, bewijst een reactie van „Het Rotterdamsch Parool" op het KVP-plan. Dit socialistische blad Is met het K.V.P.-plan helemaal niet gelukkig. Het ziet hierin weinig heil voor de mensheid. „Sociologen weten", zo schrijft het o.a. „dat het kleine bezit al zeer weinig bijdraagt tot brede visie en vat baarheid voor de waardevolle dingen des levens. Na alle bezwaren tegen het K.V.P.-plan lijkt ons dit verreweg het belangrijkste". Hier wordt ken nelijk van een (socialistisch) apriori tegen de idee van particuliere bezitsvorming geredeneerd, waarop alle argumentatie voor deze Idee bij voor baat afstuit. Dit socialistische ressentiment tegen het parti culiere bezit wordt netjes verhuld door er een we tenschappelijk cachet aan te geven. Dat „de we tenschap" van sociologen niet meer is dan lariekoek, behoeft, lijkt ons, geen nader betoog. De C.H.-lijsttrekker dr. H. W. Tilanus, spreken de over de kabinetsformatie, heeft dezer dagen te kennen gegeven reeds ernstige bezwaren te heben tegen de algemene kinderbijslagverzeke ring, zoals door de K.V.P. voorgestaan. Is de bezitsvorming een zware hindernis voor een her stel van de brede basis, de algemene kinderbij slagverzekering zou dit kunnen worden voor een eventueel herstel van de christelijke coalitie. De K.V.P. heeft in haar verkiezingscampagnes nl. dui delijk te verstaan gegeven, dat de verwezenlijking van deze verzekering voor haar een conditio sine qua non is voor haar deelneming aan een nieuw kabinet. Hierover valt met haar niet te praten. Na de uitlatingen van de C.H.-partijvoorzitter mr. Bernlnk, die een positievere houding tegen over een christelijk kabinet hadden te horen ge geven, dan wjj in de afgelopen jaren van de CHU gewend zijn, betekent het standpunt van dr. Ti lanus het opwerpen van een nieuwe hindernis. De oplossing van de komende formatie in de richting van een parlementair kabinet wosdt er, door de de laatste tijd aan de dag getreden verschillen tus sen de partijen, niet doorzichtiger op, Zwerver-diplomaat met internationale ervaring WAT IS EE\ MIMSTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EIGENLIJK? Een ,.h andelsreiziger in moeilijkheden", die in de schaarse tijd die hem overblijft hier en daar moet gaan eten. De minister van Buitenlandse Zaken, mr. Jozef Marie Antoine Hubert Luns, is bijna altijd onderweg. Als vakdiplomaat is hij dat ook altijd geweest. Hij zwierf al zijn leven de hele wereld over, maar hoe druk hij het ook heeft, hij behoudt er altijd zijn goede humeur bij. Dat internationale gedoe zit hem waarschijnlijk wel wat in het bloed. De moeder van minister Lnns is van Franse afkomst en werd geboren in België. Minister Luns zelf werd in Parijs geboren, zijn dochter Corry (15) in Lissabon en zijn zoon Huib (12) in Londen. Zijn studies maakte de minister in Amsterdam, Leiden, Brussel, Londen en Berlijn. Zo is zijn hele leven van zijn jeugd af internationaal georiënteerd geweest. ZOALS GEZEGD werd hij in Pa rijs geboren, maar later woonden zijn ouders in Amsterdam. Zijn vader was Huib Luns, de bekende kunstschilder en hoogleraar in de kunstgeschiedenis aan de Delftse Ho geschool. Er waren zes kinderen, vijf jongens en één meisje, Jozef was de tweede. Dat was dus anders dan bij Vader Jacob in het Oude Testament. Daar was Jozef de laatste. De laatste van ons gezin, vertelde hij mij, was een nakomertje. Die is verleden jaar getrouwd met een atoomingenieur. Het was uit de aard der zaak een artistiek milieu, waarin hij opgroeide en waar veel aanloop was van weten schapsmensen en kunstenaars. Vader Luns kon met waarheid Hooft nazeggen: „Mijn vloer betreden werd. mijn drempel werd gesleten door schilders, kunstenaars, geleer den en poëten." Ik citeer uit het hoofd, maar daar komt het todh wel op neer. Dikwijls, als ik in de krant de be richten lees over de reizen van minis ter Luns, denk ik wel eens bij mij zelf, dat hij meer in een vliegtuig boven de aarde zweeft dan dat hij erop staét. Zo erg is het natuurlijk ook weer niet. Maar veel tijd heeft hij toch niet over. Tóen ik hem voor dit verhaal vroeg eens met hem te praten, zei hij: laten we het maar tijdens de lunchpauze doen. Dan eten we met een. Zó is deze man, die geen se conde tijd meer over heeft, gewend zijn tijd te gebruiken. Dat gaat zo in de diplomatieke dienst. Aan de witte tafel bereikt men dikwijls meer dan aan de groene. Ik heb minister Luns gevraagd mij eens een week van zijn agenda te laten zien. Hij begon met ZONDAG 25 JANU ARI. toen hij naar Londen vertrok voor besprekingen over de K.L.M.- lijn naar Singapore. MAANDAG 26 JANUARI, van 10 tot 1 uur bespreking met zijn Britse collega van Buitenlandse Zaken. Daarna een lunch op de Nederlandse Ambassade, 's Middags vergaderd tot 6 uur. Daarna een werkdiner in de ambtswoning van zijn Britse collega, waaraan 16 mensen aanzitten. Dit duurt tot 's avonds kwart over elf. DINSDAG 27 JANUARI: de gehele dag geconfereerd met minister Sel- wyn Lloyd. Daarna lunch met Britse autoriteiten. Des middags terug naar Den. Haag. WOENSDAG 28 JANUARI: Eerst werkzaamheden aan het departement. Daarna bespreking met de commissie voor Buitenlandse Zaken uit de Tweede Kamer. Zes mensen voor de lunch. Des avonds diner bij de Por tugese ambassadeur. DONDERDAG 29 JANUARI: Be sprekingen met de Kamercommissie uit de Eerste Kamer. Een lunch met een der leden van Euratom om in tussen deze problemen te behande len. Des avonds naar een gala-voorstel ling van de opera. VRIJDAG 30 JANUARI: des mor gens de wekelijkse ministerraad. Lunch bij de ambassadeur van Chili, 's Middags wéér ministerraad. Daar na gewerkt aan het departement tot 7.15. 's Avonds een diner met mr. Blaisse en eega. ZATERDAG 31 JANUARI: 's mor gens ontvangst Amerikaanse ambas sadeur. Daarna beleidsvergadering met hoofdambtenaren van het depar tement. Lunch in Amsterdam, 's Avonds aanwezig bij het afscheid van de Italiaanse Ambassaderaad. De minister i3 dan alweer drie da gen thuis geweest. Nu ja thuis? Al thans in Den Haag. Of ergens in Nederland. Maar ZONDAG 1 FEBRUARI moet hij alweer op reis. Naar Brussel. Voor een ministersbespreking over de EEG en Euratom. Dat duurt de hele maan dagmorgen. Hij luncht daarna met vijf collega's als gast van zijn Franse collega Couve de Murville. Des mid dags wéér vergaderen tot 's avonds acht uur en daarna een diner bij de Belgisphe minister van Buitenlandse Zaken. DINSDAG 3 FEBRUARI is het weer vergaderen geblazen van 's morgens half elf tot 's middags half twee. Daarna terug naar Den Haag. Van vier tot zeven uur zit minister Luns weer op zijn departement en 's avonds moet hij aanzitten aan een diner in het Kurhaus van de Haagse Club met een groot aantal ambassa deurs. WOENSDAGMORGEN 4 FEBRU ARI heeft hij een bespreking met de Eerste-Kamercommissie, daarna een werklunch met de commissie voor verzoekschriften. En op dit punt gekomen zei minis ter Luns mij: „En toen heb ik 's avonds eens thuis gegeten". WAT EEN SNERTBAAN heb ik toen bij mijzelf gedacht. En toch be houdt minister Luns onveranderlijk zijn goede humeur. Zijn bonhomie is bekend. Men zou zo denken, dat een minis- ter van Buitenlandse Zaken, die in een deftige ambtswoning woont, om dat hij nu eenmaal allerlei gezanten en ambassadeurs moet ontvangen, minstens net als al die ambassadeurs een huisknecht zal hebben een butler en 'n stuk of wat andere hulpen in de keuken. En beneden en boven ook nog wat. Natuurlijk zal hij dat bij de ontvangsten en diners, die hij nu eenmaal moet geven, wel nodig heb ben. maar ik heb er geen enkele gezien. Ik ben daar wel eens op een recep tie geweest. En dan ging Huib, de zoon van twaalf, die genoemd is naar zijn beroemde grootvader, gezellig rond met een blad met hapjes. Want dat vindt zo'n jongen nu eenmaal leuk. En dat mag van minister Luns. .Wie er dan ook zijn. Ik kwam daar op een zondagmiddag aan de deftige ambtswoning op het Plein 1813. Nee, geen butler opende mij de deur, maar Corry, de dochter van vijftien. En ik stond nauwelijks in de hal of daar kwam minister Luns zelf al. „Komt u binnen", zei hij „en drink wat. Huib is er nog niet". We kwamen namelijk de foto ma ken, die u hierbij ziet. De minister kwam zelf met een borrel aandragen. Zo uit de hand. Zo is hij. Hoe is hij nog meer? Hij is geestig en gevat. Er zijn heel wat „bon-mots" van hem in omloop. Van 1952 tot 1956 was hij aan Bui tenlandse Zaken minister zonder por tefeuille. Minister Beyen was toen minister van Buitenlandse Zaken. Dat wil zeggen: In ons land was de heer Luns toen minister zondeT por tefeuille, maar zo gauw hij de grens over was, was hij óók minister van Buitenlandse Zaken. Toen werd hem in Amerika eens gevraagd: waarom hebben jullie, zo'n klein landje, toch twee ministers van Buitenlandse Zaken? Nou, dat is nogal duidelijk, zei minister Luns onmiddellijk. Wij zijn zo erg klein, dat ons buitenland veel groter is dan dat van jullie. Daarom hebben wij er twee nodig. Toen minister Beyen naar het bui tenland ging, zei minister Luns, be denkend, dat hij voor het buitenland ook minister van Buitenlandse Zaken was. altijd tegen de heer Beyen: „Denk erom, gedraag me goed!" OCH JA, HIJ HEEFT het politieke vak intussen wel geleerd. Het was natuurlijk wat moeilijk. Het begon, toen hij in 1952 minis ter zonder portefeuille werd, met de verdeling van het werk. Wij hadden toen, zegt hij, precies dezelfde func tie en verantwoordelijkheid voor het hele beleid. De werkverdeling was, dat Beyen de multilaterale Europese kwesties zou behandelen, uitgezon derd de Benelux en dat Luns be halve Benelux alle bilaterale kwes ties op zich zou nemen, dus ook de U.N.O., Indonesië, enzovoort. Weet u, dat hij ook nog seiner matroos is geweest bij de Nederland se marine? Dat vindt hij eigenlijk de mooiste tijd van zijn leven. Hij wou ook niet anders worden dan seiner matroos. Hij was er lang genoeg voor, want toen ik hem vroeg hoe lang hij eigenlijk was, zei hij prompt: 1 meter 96. Hij kan dus lid worden van de K.L.M. Dat is niet de maat schappij, waarmee hij zoveel vliegt, maar de Klub van Lange Mensen. Maar uit die matrozentijd heeft hij zijn liefde voor de marine overge houden. Staassecretftris Moorman vertelde mij dat al. Ik then medewerker geweest, ver telde hij mij, van het naslagwerk over de vloten van de wereld: Janne's old the world fighting ships. In 1944 publiceerde hij zelfs in Lissabon in het Frans een boek over de rol van de Nederlandse Marine tijdens de oorlog. Hij heeft meer met de zee te ma ken gehad. Na zijn diensttijd als ma troos kwam hij in dienst van de reder Philippus van Ommeren om handels- ervaring op te doen. En toen pas is hij gaan studeren. DAARNA IS HIJ IN de diplomatie terecht gekomen. Daarin had hij zich bekwaamd. Maar met het politieke leven had hij zich nooit bemoeid. Hij had altijd in het buitenland gezeten. Hij zei mij: „ik had nog nooit ge stemd". In 1956 heb ik voor het eerst gestemd en toen heb ik nog op mijzelf gestemd. Wat heeft die man toch rond ge zworven. Hij was in 1938 attaché bij Buitenlandse Zaken geworden. Daar na kwam hij bij het protocol, wat hij een nuttige ervaring noemde, om dat dit een belangrijke kant is van de diplomatie. In januari 1940 gaat hij naar Bern en moet daar spoedig mr. G. van Hamel vervangen, die als een verzetsheld, juist als zijn broer, is omgekomen in Bergen-Belsen. In 1941 gaat hij via het Frankrijk van Vichy naar Lissabon, waar zijn dochter Corry wordt geboren. Hij blijft daar als tweede secretaris tot 1943. Dan wordt hij eerste secretaris van de Nederlandse ambassade in Lon den tot 1949 en daarna Raad bij de Nederlandse Missie bij de V.N. in New York tot 1952. Maar toen hij van Lissabon naar Londen moest het was midden in de oorlog bleef zijn vrouw, ba ronesse Van Heemstra met Corry aanvankelijk in Lissabon achter. Huib, die later, in Londen is gebo ren, vertelt mij, dat alles in Neder land veel beter is, dan waar ter we reld ook. De K.L.M. is volgens Huib beter dan iedere andere maatschappij. En wat zegt minister Luns nu? Och. zegt hij, het is een zware baan. De vervlochtenheid van de verschil lende landen op deze wereld en de steeds groter en inniger contacten tussen de mensen, vraagt een veel heid van organisaties, die de taak van de minister van Buitenlandse Zaken steeds zwaarder maakt. Er zijn nu problemen bijgekomen ate de Europese Integratie, de Nato- politiek, de verhouding tussen Oost en West, Indonesië, de Verenigde Naties en ga zo maar door. Allemaal werk voor de minister van Buitenlandse Zaken. En toch blijft hij zijn goede humeur bewa ren. Ik heb hem al eens gezegd: Uw vrouw zal wel eens zeggen: wij krijgen vandaag een gast, mijn man komt eten. Och, zegt minister Luns. naar al die verplichte diners neem ik haar altijd mee. Arme Corry en arme Huib. Van mij zeggen de kinderen wel eens: wie is toch die bleke meneer, die 'b zondags het vlees komt snij den. Maar hij doet zijn zeer zwars taak met vreugde en opgewektheid en Elisabeth Luns. zijn vrouw, staat hem daarbij trouw ter zijde. Hoe hij heft allemaal klaar speelt ls mij overigens een raadsel. Mis schien: alleen met deze vrouw! FRANS SCHNEIDERS. Boven: In de ambtswoning van minister Luns. Van links naar rechts: mevr. Luns-baronesse Van Heemstra met in haar armen de pekinees Chou-, Corry (15), Huib (12) en minister Luns zelf Hiernaast: Minister Luns, in officieel tenue, en zijn echtgenote, zoals ze door H. M. de Koningin en Z. K. II. I prins Bernhard op Huis Ten Bosch werden ontvangen voor een diplomatendiner oil - Hf*."-' de te. Aandachtige interesse. Minister Lunst kan luisteren Zijn optimisme is spreekwoordelijk, maar zijn ernst is waar Als hij geluisterd heeft gaat hij spreken, weloverdacht Minister Luns heeft last van het slaap- duiveltje. Menselijk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 8