Tussen
Johannes
burg
en
Kaapstad
Liever slecht zelfbestuur dan
vreemde overheersing
ZATERDAG 14 MAART 1959
iH
De voorkeur van de kiezer
Protestantse eenheid
Triomf van de doorbraak
100.000 intellectuelen
Meer rassen
Daarom heeft het a.n.c.
Naar westerse
democratie
Bekende tactiek
mm
wt'j&f
r!' 1
Mr. Van Rijckevorsel is teruggebracht in de
Kamer en met een indrukwekkend vergroot pres
tige. De actie om voorkeurstemmen voor hem te
winnen heeft een resultaat opgeleverd, dat de
stoutste verwachtingen overtrof. Mr. Van Rijcke
vorsel heeft zijn zetel en meer dan dat vol
komen zelf veroverd.
Uiteraard heeft hier een complex van factoren
een rol gespeeld, maar het is de persoonlijkheid
van mr. Van Rijckevorsel geweest, welke in staat
was om deze krachten te bundelen en op zo grote
schaal te activeren. Als enige man in de fractie,
die op „eigen kracht" de volksvertegenwoordiging
is binnen gestapt, neemt hij thans een bijzondere
plaats in en draagt hij in zekere zin ook een bij
zondere verantwoordelijkheid.
Als wij goed zien is de verrassende toevloed van
stemmen naar mr. Van Rijckevorsel méér dan
slechts een willen herstellen van een bij de kan
didaatstelling begane en eigenlijk door niemand ge
wilde achteruitzetting. Dit motief heeft bij de kie
zers ongetwijfeld zwaar gewogen en daarop zijn
de verdiensten van mr. Van Rijckevorsel als volks
vertegenwoordiger rechtstreeks van invloed ge
weest. Maar het komt ons voor, dat daardoor allcer:
het massale succes niet verklaard is. Het is tevens
de uiting van een zekere spanning in het electoraat
tussen individuele kiezersvrijheid en partijdiscipline
In zoverre heeft de heer Van Rijckevorsel eerder
een symbolische betekenis gehad. In hoeverre hij
ook deze symbolische functie als een verantwoor
delijkheid zal beschouwen, is een kwestie welke op
de eerste plaats hem aangaat. Het lijkt enigszins
voor de hand te liggen, dat hij het zich tot taak zal
rekenen om vooral de harmonie, die bij een derge
lijke spanning kan heersen, te demonstreren. Hij
is daar inderdaad de meest geschikte man voor.
In die zin heeft hij voor de K.V.P. een bijzonder
persoonlijk nut.
De partij zelf heeft uiteraard op de eerste
plaats een leerzame ervaring opgedaan. Het is
moeilijk de motieven der voorkeurkiezers na te
gaan. Daaronder zullen er ongetwijfeld zijn welke
het voorwerp van die voorkeur beslist niet voor
zijn rekening zal willen nemen. In ieder geval kan.
dunkt ons, als algemene conclusie wel worden
vastgesteld, dat een aanmerkelijk deel van het
katholieke kiezerskorps een bewijs van zelfstandig
oordelen heeft willen geven. Dit oordeel betreft de
wijze van kandidaatstelling, maar dat niet alleen.
Het lijkt niet overdreven om in de massaliteit van
de voorkeurstemmen ook een zekere eigenstandig
heid tegenover de partij zelf te zien. In dit opzicht
is het „geval-Van Rijckevorsel" een precedent,
waarvan de betekenis uitgaat boven de persoon
van de betrokkene. Men kan dat op verschillende
wijzen beoordelen. Wij voor ons zien er een bevrijs
van een gegroeide politieke bewustwording in. Dat
heeft zijn voordelen, maar natuurlijk ook zijn risi
co's. Als symptoom van levendige politieke belang
stelling, en zelfs van een zekere mate van kritische
reserve tegenover de partij kunnen wij deze uit
slag waarderen. Het prikkelt de partij tot voort
durende waakzaamheid en tot een zorgvuldige pei
ling van haar aanhang. Wij twijfelen er niet aan
of de les van de voorkeur-stem zal zorgvuldig ter
harte worden genomen.
Prof. Zijlstra heeft een behartigenswaardige op
merking gemaakt na de ook ditmaal voor onze anti
revolutionaire broeders niet zeer bevredigende
verkiezingsuitslag. In twee jaar tijd is de A.R.P
weer ruim een half procent achteruit gegaan.
De geestverwante C.H.U. verloor haar winst van
de Statenverkiezingen en zakte eveneens onder het
peil van 1956. Prof Zijlstra nu concludeert uit deze
ontwikkeling terecht, dat reformatorisch Nederland
niet langer gescheiden kan optreden. „Het reforma
torisch ideaal verdraagt eigenlijk dit gescheiden
voortgaan niet meer".
Meer eenheid in de protestantse gelederen, op de
eerste plaats tussen A.R.P. en C.H.U, zou vermoe
delijk een beter resultaat hebben mogelijk gemaakt.
De langzamerhand klein geworden A.R.P. werkt
juist door dit slinkingsproces reeds niet animerend
op haar potentiële aanhang. Dat dit proces dan nog
eens extra in de hand gewerkt wordt door het op
treden van snipperpartijen als het Gereformeerd
Politiek Verbond, de Protestants Nationaal Chris
telijke Unie en de Staatkundig Gereformeerden,
maakt de zaak slechts onverkwikkelijker.
De opmerking van prof. Zijlstra komt thans als
mosterd na de maaltijd. Zij komt zelfs als mosterd
na een rééks van niet-gesavoureerde maaltijden.
Dal zou niet zo bezwaarlijk zijn. als de pikanterie
van deze Hollandse mosterd nu maar eindelijk eens
iets aantrekkelijks begon te krijgen voor de direct
betrokkenen. Maar pikanterie, zelfs niet van figunr-
liike mosterd, wil er in die kring niet in. De ervaring
van de laatste jaren heeft, althans op landelijk
niveau, weinig bemoedigends te zien gegeven. Zo
dat zeer ernstig te vrezen valt, dat de mosterd van
prof. Zijlstra ook ditmaal weer vruchteloos ook
vóór de volgende maaltijd dreigt te zijn opge
diend.
Het perspectief, dat zich voor de protestantse
gelederen opent, is zodoende niet rooskleurig. Wij
erkennen gaarne de moeilijkheden, welke een eens
gezind optrekken van het christelijk volksdeel in
de eigen kring ontmoet. (Over een C.DU. praten
we maar niets eens Maar kijkend naar de moei
lijkheden, die daartegenover, door een uitblijven
van die eenheid, voor de politieke kracht der
christelijke partijen en voor de regeerbaarheid van
het land opdoemen, blijven we ons toch met een
groeiend onbehagen de vraag van de heer Tilanus
stellen: Moet dat nu zo
Bij deze verkiezingen heeft de „doorbraak" een
veel geringere rol gespeeld dan bij vorige gelegen
heden. In de lichte achteruitgang, welke de chris
telijke partijen bij de laatste verkiezingen hebben
ondergaan, ziet men thans echter in socialistische
kring ineens weer een reden om het afgezaagde
„doorbraak"-lied te gaan aanheffen.
Het Vrije Volk bestempelt de verkiezingsuitslag
brutaalweg als een „confessionele nederlaag". De
confessionele partijen zijn verder afgebrokkeld.
Een deel van hun aanhang heeft de weg naar de
.Pv.d.A. gevonden of teruggevonden, hun conser
vatieve kiezers zijn in vrij groten getale naar de
V.V.D. uitgeweken. Het proces der splitsing van
het kiezerskorps in een progressief en een conser
vatief deel zet door. Het zal dan ook in de toe
komst niet te stuiten zijn, aldus het socialistische
partijorgaan. En het socialistische Tvvcede-Kamcr-
lid drs. J. M. den Uyl spreekt zelfs in een beschou
wing over deze verkiezingen in „Vrij Nederland"
van „dc triomf van de doorbraak".
We kunnen het niet helpen, maar deze socialis
tische reacties kunnen we niet anders dan belache
lijk noemen.
Het is in verband met deze nieuwe uitingen van
doorbraak-hysterie wellicht niet ondienstig er even
aan te herinneren, dat de K.V.P. weer de grootste
partij in den lande is en dat de P.v.d.A. vergeleken
met 1956 meer zetels heeft verloren dan de drie
christelijke partijen tezamen
ïhe African National Congress
wil eigen toekomst bepalen
Afrika's jonge intelligentsia; gevoelig voor alles icat met kolonialisme
te maken heeft.
TA 5 niet-blanke bevolking in Zuid-Afrika kan onderscheiden
worden in Bantoes (9.300.000), de z.g. kleurlingen (1.300.000)
en Aziaten w.o. voornamelijk Indiërs (420.000) tegenover
2.900.000 blanken. De politieke activiteit van de Bantoes wordt
voornamelijk ontwikkeld door: „The African National Con
gress". Het A.N.C., zoals het gewoonlijk genoenfd wordt, werd
gesticht te Bloemfontein, januari 1912. De „moving spirit" was
een zekere dr. Prixley ka Seme, een jonge Zoeloe advocaat, die
zijn studies in Amerika en Engeland gemaakt had. Het A.N.C.
werd gevormd ter verdediging van de belangen van de natu
rellen in de toen juist gestichte Unie van Suid-Afrika. Het plan
was om al de Bantoes in één groepering samen te brengen, maar
de „chiefs" (betaald door het gouvernement) hielden zich af
zijdig en zo werd het A.N.C. voornamelijk een groepering van
zwarte intellectuelen.
In de 45 jaar van het bestaan
van het A.N.C. is de activiteit
zeer groot, maar zijn de resulta
ten vrijwel negatief geweest, dat
wil zeggen het Congres heeft te
gen alle discriminerende maatre
gelen van de regering protesten
en acties ondernomen evenwel zon
der 't gewenste resultaast. Toch heb
ben de durf en het doorzettings
vermogen van dit Congres indruk
gemaakt op de eigen mensen, want
ruw gesohat is het aantal leden van
deze beweging meer dan 100.000
intellectuelen.
Het A.N.C. is dan ook de grote
politieke beweging met afdelingen
in praktisch alle territoria van
Afrika bezuiden de Sahara. De in
tellectuele neger in Afrika wordt
meer zelfbewust, hij gaat meer po
sitief denken over de toekomsti
ge status van zichzelf en zijn volk
in Afrika. „Wij moeten onze eigen
toekomst bepalen, ook al branden
wij onze vingers een beetje", ver
klaarde de leider van het A.N.C.
afdeling Nyassaland, dr. Hastings
Banda. En de leiders van de af
delingen van het A.N.C. in andere
delen van Afrika zijn dezelfde me
ning toegedaan. „Liever slecht ge
regeerd door onze eigen mensen,
dan goed geregeerd door ande
ren". Zo ontstaat langzamerhand
een Bantoe-natiooalisme over
geheel Afrika bezuiden de Sahara.
En dit nationalisme begint reeds
vrucht te dragen in het onafhan
kelijk worden van verschillende
negerstaten. Ghana zal in 1960
gevolgd worden door Nigeria en
de onlangs uit de Franse Unie ge
treden kolonie Guinea heeft met
Ghana een soort federatie ge
vormd. Overal constateert men
dan ook in Afrika de wil van de
intelligentsia van de zwarte bevol
king naar onafhankelijkheid. Oe
ganda is eveneens op weg naar
zelfstandigheid en Tanganyika en
Kenya zullen waarschijnlijk vol
gen. Deze evolutie is niet meer
te stuiten. Aan deze evolutie is
aan de grenzen van bepaalde lan
den geen halt mogelijk. Daarom
ligt in staten, welke overgaan van
kolonie naar onafhankelijke neger
staat de problematiek minder in
gewikkeld dan in een staat als de
Unie van Suid-Afrika. Hier heeft
men te doen met een staat, die
geen kolonie is van een Europese
macht, maar een staat, waar zich
in de loop der eeuwen een blanke
bevolking heeft gevestigd, welke
een blijvend stempel op deze staat
heeft gedrukt, d.w.z. die staat
heeft gemaakt tot het vaderland
van de blanke bevolking.
ook duidelijk begrepen en ver
klaard, dat de Unie van Suid
Afrika een staat, een gemeen
schap moet worden van meer
rassen, een „multiracial society",
blank en bruin naast elkaar, in
volkomen gelijkheid van rechten.
En hier ligt in de Unie nu juist
het grote probleem. Blank en
zwart nationalisme staan op dit
punt onverzoenlijk tegenover el
kaar, d.w.z. de Bantoe aanvaardt
niet langer de suprematie van de
blanke en dr. Verwoerd en de Na
tionalistische Partij kunnen geen
concessies doen aan de Bantoe,
omdat dit volgens hen verraad
aan de Bijbel betekent. Voor dr.
Verwoerd en de zijnen is geen
weg terug mogelijk, alleen maar
een nog scherper lijn trekken te
gen het opdringend zwart natio
nalisme.
Zodoende is het begrijpelijk, dat
extremisten onder de zwarte na
tionalisten de kop opsteken. Het
extremisme ter ene zijde roept ex
tremisme ter andere zijde op. Van
het A.N.C. heeft zich namelijk een
groep afgescheiden, zich noemend
„Africanists". Eén van hun pun
ten is: „de Europeanen in zee te
drijven, waar zij vandaan kwa
men". De „Africanists" wensen
niets met de blanken te maken
te hebben, hetzij in de vorm van
hulp, hetzij in de vorm van sa
menwerking of naast elkaar be
staan in de Unie. Maar tot op he
den is in geen enkel opzicht spra-
Er zijn belangrijker zaken dan
verschil van huidskleur
ke van enige sympathie voor de
„Africanists" van de zijde van het
A.N.C. De meerderheid van de
meer ontwikkelde naturellen is
vóór een „meer-rassige" gemeen
schap, met voor alle rassen, in
clusief het blanke, gelijke rech
ten en kansen. Is de naturel ech
ter al op een dusdanig peil van
beschaving gekomen, dat hij een
volwaardig lid van een naar Euro
pese begrippen georganiseerde
staat kan zijn of moet de te creëren
veel-rassige staat op zuiver Afri
kaanse begrippen gebaseerd zijn?
Men kan de kwestie ook zó stel
len: verlangt de neger in Suid Afri
ka naar een multiraciale wester
se beschaving, naar een vermen
ging van de westerse met de Afri
kaanse beschaving of naar een zui
ver Afrikaanse civilisatie?
EEN DOOR ONDERGETEKEN
DE ingesteld onderzoek onder een
aantal zwarte studenten heeft uit
gewezen, dat in staatkundig op
zicht de westerse democratie
wordt verlangd. Deze wordt ver
kozen boven de stam-instellingen
en stam-tradities, voor zover deze
de politieke status van de neger
aangaan. De intellectuele neger
heeft een duidelijk beeld van de
democratie zoals die door de wes
terse beschaving wordt voorge
staan, Op de vraag, welke de mi
nimum rechten zijn. waarop zij
aanspraak willen maken, kwamen
de volgende antwoorden binnen:
vrijheid van godsdienst, vrijheid
van onderwijs, vrijheid van bewe
ging, vrije meningsuiting, direct
Het recht in eigen handen nemen.
Deze methode is niet de gelukkigste
kiesrecht, wettelijke bescherming
sociale gelijkheid, aandeel aan het
bestuur enz. Kortom het gehele
gamma van democratische rech
ten, waarvoor men in Europa bij
na een eeuw lang revoluties heeft
gehad. Het zou derhalve aan te
bevelen zijn om de intellectuele
neger tot volwaardig lid van de
staat te maken.
Zij zijn er beslist gereed voor
en kunnen als zodanig een be
langrijke bijdrage leveren tot op
heffing van hun eigen volk. En dit
is zeer nodig. De verheffing van
de neger moet geschieden door de
eigen mensen. Het standpunt van
de leiders is: „De Afrikanen we
ten het best wat het beste is voor
de Afrikanen niemand anders".
Wanneer zij dan sympathiek staan
tegenover de „Europese bescha
ving", dan behoren deze mensen
hun kans te krijgen. Zij zijn vol
komen in staat om mede te hel
pen een beschaving op te bouwen,
welke op westerse en Afrikaanse
elementen zal zijn gebaseerd. Met
deze mensen, georganiseerd in het
A.N.C. en geleid door leiders, die
inderdaad beschouwd kunnen wor
den als de representanten van de
Bantoe moet, zoals prof. DuPles-
sis heeft voorgesteld, gepraat wor
den. Men krijgt absoluut de in
druk, dat zij voor zulk een gesprek
klaar zijn, en zij zullen ongetwij
feld hun volk weten te leiden. Een
dergelijk voorstel als „stupide"
betitelen is struisvogelpolitiek.
Het is nu nog tijd om met deze
mensen aan één tafel te gaan zit
ten. Haat tegen de blanken onder
de Afrikaners in de Unie is eigen
lijk haat tegen het blanke natio
nalisme, d.i. apartheid. De natu
rel haat in het algemeen de blanke
niet, maar er wordt van de zijde
van de Nationalisten in de Unie
zeer hoog spel gespeeld. Suid Afri
ka heeft geen Franse Revolutie
gekend, maar dat neemt niet weg,
dat in dat opzicht de geschiedenis
zich zou kunnen herhalen.
Deze methode, studie en voorbe
reiding op een grote taak, is beter.
En het is kort dag. De in de
cember 1958 te Ghana gehouden
All Africa Peoples' Conference is
een duidelijk „mene, tekel". De
ontvoogding in Afrika is in volle
gang. Nu wil de „African" nog
coöpereren, nog coëxisteren met
de blanke. Als dit nu niet begre
pen wordt, zal hij straks de wes
terse democratie slechts gebrui
ken om als meerderheidspartij de
blanke volkomen te overheersen.
Ingeschakeld in de regering, er
kend als volwaardig lid van de
staat, waarin zij leven, kunnen de
ze mensen in de Unie mede helpen
de beschaving van hun volk op een
hoger peil te brengen. En het zij
nogmaals gezegd, Afrika is op
Het stadhuis van Pretoria
drift en de stroom is aan de gren
zen van de Unie niet te keren.
Dit verklaart dan ook de zorg.
waarvan enkele prominente figu
ren in de Nationalistische Partij
vervuld zijn. Het gaat thans meer
om de toekomst van de blanke dan
om die van de niet-blanke in de
Unie. Ook dr. Verwoerd voelt dit»
doch hij heeft als middel gekozen
om de positie van de blanke in de
Unie te handhaven: politieke en
sociale onderdrukking van de niet-
blanke. Daarom ook heeft de re
gering van de Unie van Suid Afri
ka de „All Africa Peoples' Con
ference" te Ghana opzettelijk ge
meden. En dit is anderzijds ook
weer begrijpelijk, omdat op deze
:onferentie de Suid Afrikaanse ras
senpolitiek een belangrijk pro
grammapunt vormde. Toch lag
lier een kans voor de Unie. De
oesluiten van deze conferentie
:.a.v. de Unie kwamen in het kort
lierop neer: wel actie, maar geen
gewelddadige actie tegen de Unie.
Vandaar een oproep van de voor-
utter van de conferentie aan alle
mafhankelijke Afrikaanse staten
en alle democratische regeringen
van de wereld om een positieve
actie te ondernemen tegen de
Unie. Daarom werden de Afrikaan
se staten uitgenodigd om alle goe
deren van Suid Afrikaanse her
komst te boycotten. Ook werd
als middel om de Unie t.a.v. het
racialisme op de knieën te krij'
gen, geadviseerd geen werkkrach
ten van buiten de Unie meer naar
de Unie te sturen en „aldus die
arbeidskrachten aan de Suid Afri*
kaanse industrie te onthouden,
welke het instrument der onder
drukking is geworden". Men be
hoeft maar een kijkje te gaan ne
men in de „Compounds" b(j de
goudmijnen te Johannesburg om
de betekenis van deze raad ten
volle te begrijpen.
TOCH LIGT DE „AU Africa
Peoples' Conference" de eerste
minister Verwoerd zwaar op d®
maag, want kort na de sluiting
van deze conferentie heeft hij ec®
interview gegeven aan de di
recteur van „United Press", af®-
Europa, waarin hij uiteindelijk d®
westerse wereld verantwoordelijk
stelt voor de gisting onder de zwar
te bevolking in de Unie: „HU
communisme heeft een doelstel
ling in Afrika de zwarte de
aanwezigheid van de blanke doen
haten. En de westei se wereld, wel
ke ook vrienden in Afrika wens1
ie maken mogelijk om sterk ge'
aoeg te staan in het vermijden
/an een komende krachtmeting -*T
is thans, ongetwijfeld zonder he
in de gaten te hebben, bezig he-'
zelfde spel te spelen.
De westerse naties begrijpen
niet wat zij doen in ogenschijnlijk®
sympathie met de ondermijn®
van Suid Afrika".
Heel handig weet dr. Verwoei®
de besehuldigingen aan het adr®'
van Suid Afrika te pareren dof-
de schuld op anderen te schub'®
en Europa te verwijten dat he
door tegen Suid Afrika te ager®
de communisten in de kaart sPe®L'
Doch deze tactiek is té bekend 1
Europa uit de Hitier jaren.
Verwoerd ergert zich erover, da,
Hitier jaren,
verwoera ergert zich erover, «--j
de Unie, zoveel gedaan hebben
voor de Bantoes, zo weinig dan*
baarheid van deze mensen onde
vindt. Er is inderdaad door
Unie veel gedaan, maar de »cg A
quaestionis'' wordt omzeild.
de rassenkwestie, zegt. dr. v®
woerd, zal spoedig tot het ver
den behoren, als de Unie van Su
Afrika maar eerst een republL^
is. Bij een volgende gelegenhe
willen we derhalve nagaan, h
deze oplossing dan door dr. v®
woerd gedacht is.