Woestijnen van Irak moeten weer vruchtbaar Mesopotamie worden GEEN LEUGEN voor haar.... costume naar... Komen Koerden in machtspositie Dadels Duizend en Een Nacht overtroffen Moeilijke waterstaats kwestie In Bagdads straten Minder gunstig jaar voor de Nederlandsche Selieepslivpotheek Onze prijspuzzel mmm toont: U iets bete& MAANDAG 13 APRIL 1959 PAGINA 10 Als 885 zwaar gewapende Koerden, die in Sovjet.Rusland voor de krijgsdienst werden op geleid, met een Sovjet-Russisch schip door het Suezkanaal naar Basra worden gevoerd, de Iraakse havenstad aan de Perzische Golf, geeft dat te denken. Want de Koerden vormen in Irak. de jonge oliestaat. een opstandige minderheid. Een uiterst militante minderheid, die er naar streeft, een eigen. Koerdische republiek te stich ten. Het zijn van oudsher vechtersbazen. Ze hebben gevochten tegen de Arabieren en de Turken en ook tegen de Sovjet-Russen. Die zijn er momenteel, naar het schijnt, op uit de Koer den in hun streven naar onafhankelijkheid te steunen en daardoor onrust en tweedracht te zaaien in Irak, waar de communistisch gezinde Kassem zelf een Koerd dé teugels van het bewind aan zich getrokken heeft. Zelf een Koerd entevens een vechtersbaas, die zijn positie van hoofd-officier misbruikte, om de bestaande regering omver te werpen en een eigen dictatuur te stichten. Zullen dank zij Kassem en Moskou de Koerden een overheersende positie in Irak verwerven? Dit zal dan vermoedelijk betekenen, dat Sovjet-Rusland er in werkelijkheid heer en meester wordt. Reeds doen geruchten de ronde, als zou Kassem de petroleummaatschappijen nationaliseren. Onze Koninklijke Shell is in be langrijke mate in een der grootste olieonder nemingen van Irak geïnteresseerd. Observator Mie/ie. Tussen Eufraat en Tigris wordt de tijd teruggedraaid op het landsbestuur, welke invloed intus sen voornamelijk achter de schermen wordt uitgeoefend. Deze' Soennieten delen met de Be doeïenen de stille minachting ais af stammelingen van de oude, zwervende Arabieren voor de aan zijn land gebon den boer, die vaak ook zeer gemengd van den bloede is. Irak staat al sinds weken in het pond sterling, welk centrum van de belangstelling. Het is daarom interessant, eens na te gaan, wat het eigenlijk voor een land is- Irak, de naam zegt ons niet veelMeer spreekt tot ons de benaming Land van Twee Stro men ofwel Mesopotamie. waar eens het paradijs zou hebben gelegen.... W€ herinneren ons de tragedie van de koningsmoord, de slachtpartij op de fa milie van de jongeman Feisal, die zijn op voeding in Engeland genoten had en zo juist een plan had ontworpen, om voor zijn verloofde, een mooie Turkse prinseè, een prachtig paleis te bouwen in Bagdad Bagdad de stad van Haroen al-Rasjid, de plaats van handeling van de verhalen uit Duizend en Eén Nacht.. Ook dit spreekt tot ons. Maar dat is toch allemaal meer verleden We doen er goed aan, te beden ken. dat Irak een nieuwe Arabische staat is, helaas kort geleden uit het Bagdad- verdrag getreden, waardoor een dam was opgeworpen tegen de Sovjet-Russische op mars in het Nabije Oosten. De huidige republiek" Irak ligt tussen Turkije. Perzië. Serië en Soeadi Arabië ingesloten en grenst tevens aan het ver maarde oliesieikdotn van Koeweit. Het heeft een oppervlakte van 435.223 km2 en ongeveer vijf miljoen inwoners, waarvan een aanzienlijk gedeelte nog door nomaden gevormd wordt. Het is een kunst matige staat, in het leven geroepen door Engeland. De bewoners beschikken nau welijks over enig nationaal gevoel. Kort voor de revolutie, waardoor de officieren aan de macht kwamen, verklaarde de toenmalige president van het parlement, Khalil Kenneh aan een buitenlands jour nalist: „We hebben behoefte aan rust voor de opbouw van ons land. Onze tegenstan ders verwijten ons, dat wij de inkomsten uit de olie alleen voor de industrialisering en voor het kanaliseren van de grote ri vieren gebruiken, maar het is onze bedoe ling, de sociale en culturele verheffing van het volk in een tweede gedeelte van ons plan uit te voeren Het leger ligt ons na aan het hart. Ook hiervoor doen wij grote uitgaven Maar het is dan ook de eigenlijke drager van de nationale gedach te". Dit leger zou die rust verstoren. Voor het overige lijkt het onwaarschijnlijk, dat het een ander programma kan volgen dan Khalil Kenneh, Nouri el Said (de vader des vaderlands) en koning Feisal Op hun naam staat o.a. de grote stuwdam van Samarra. waardoor Bagdad tegen over stromingen door de Tigris beschermd wordt. Bij hoog water wordt de door de stuwdam opgehouden watermassa door een 67 km lang kanaal naar het Thar- thardal in de woestijn gevoerd, waar het verdampt. Dit dal kan 30 miljard kubieke meter water bevatten, dat daar opgebor gen, geen schade vermag aan te richten. De Samarradam was een onderdeel van een zesjarenplan, hetwelk in 1951 werd in gezet en waarin zowel de beteugeling der grote rivieren als de industrialisatie en de verbetering van de landbouw waren ge coördineerd. Er stonden 6 deskundigen aan het hoofd van 'n uitvoerend comité of commissie, waaronder een Engelsman en een Amerikaan, door hun respectieve regeringen aangewezen. Het was de tijdelijke inzinking van Per- zië's olieproduktie onder Mossadecq, waar door de Iraakse olie-industrie zich snel ontwikkelen kon. In 1950 bedroeg deze 6 miljoen ton, in 1954 31 miljoen ton. In 1955 'icdroegen de royalties van de in Irak wer kende oliemaatschappijen zestig miljoen enorm bedrag aan Iraks economie ten goede kwam- Het land zelf brengt zo goed als niets op, de Irakese boer werkt nog volgens primitie ve methoden. Irak drijft op de olie, het zwarte goud. Het dankt er zijn snelle industrialisering aan, de grote ontwikkeling van Bagdad, waar de moderne paleizen van industrie en bankwezen die van Duizend en Eén Nacht overtreffen, in grootte althans... De oliestad Mosoel is een modern centrum geworden en menige kleine stad in het binnenland groeit m Amerikaans tempo Juist echter door de voorspoed van alles, wat met de olieproduktie samenhangt en de ellende van de Iraakse boer, zijn de te genstellingen in dit Arabische land groter dan ooit. hetgeen uiteraard sterke spannin gen opwekt. Weinig is er nog over van de talrijke beschavingen, -die op de bodem van Irak en speciaal in Mesopotamië gebloeid heb ben. Men stelle zich voor. reeds zesdui zend jaar geleden was wat nu Irak is een rijk en welvarend gebied. Tussen Tigris en Eufraat bloeide een indrukwekkende cultuur. We behoeven slechts aan de han gende tuinen van Naboechodo-nosor te her inneren, om een idee te geven van de pracht van het verre verleden. In die tij den was het land volgens een ingenieus systeem gedraineerd, leverde het rijke vruchten op. Tot ongeveer in de dertien de eeuw is dit antieke irrigatiesysteem in werking gebleven, dus nog tijdens het ka lifaat van Bagdad. Toen echter werd het door de invallende Mongolen verwoest, waardoor het vruchtbare land in een woes tijn veranderde. Op de Mongolen volgden als veroveraars de Turken. In de vier eeuwen, waarin ze regeerden, hebben ze niets gedaan, om de economische omstan digheden te verbeteren. Het land werd niet opnieuw geirrigeerd èn steeds weer he-t domein der zwervende Bedoeïenen. De waterstaatskwestie was er overigens lang niet gemakkelijk. Eigenlijk nog moeilijker dan in Egypte, waar men eveneens ook pas in de laatste jaren de Nijl enigszins aan banden wist te leggen, waartoe Nassers befaamde Assoea-ndam het sluitstuk moet vormen. Zo hier te lan de, naar we zo pas hebben kunnen lezen, Friesland te nat «n Limburg te droog is, in Irak bereiken de Tigris en de Eufraat hun hoogste waterstand in het voorjaar en hun laagste in de zomer, wanneer men De Unesco doet in Irak veel, om de huisindustrie te bevorderen, ten einde de arme boeren aan een be hoorlijk bestaan te helpen. Hier geeft een Indiër een meisje les, hoe een ouderwets weefgetouw te bedie. nen. Kinderarbeid, ja, maar anders zouden deze kinderen evenals hun ouders verkommeren. het water juist het meest nodig heeft, uiteraard vooral in de landbouw. De Ti- gris ligt hoger dan de Eufraat en door middel van kanalen heeft men het hoog teverschil kunnen benutten voor een ge deeltelijke bevloeiing der landerijen, ech ter in onvoldoende mate. Van de 44.000 vierkante kilometers bebouwde opper vlakte zijn er slechts 13.000 geïrrigeerd ofwel een povere 2.9 pet. van de totale oppervlakte van Irak. Dit duidt wel heel duidelijk op een bij zonder zwakke economische positie, waar aan de toegevloeide olierijkdommen van de laatste jaren nog niet zo heel veel heb ben kunnen verbeteren. De reeds aange stipte scherpe tegenstellingen en contras ten vindt men in Irak bijzonder sterk in de steden tot uitdrukking gekomen. In een stad als Bagdad verheffen de modernste gebouwen zich niet ver van vervuilde krotbuurten. (We vermelden even, dat ook Nederlandse architecten in Bagdad hun bijdrage aan de nieuwbouw hebben geleverd). Het moderne is er nog slechts een facade, waardoor het oude even aan het oog onttrokken wordt, doch slechts even In Bagdads straten ziet men gesluierde vrouwen naast vrouwen, volgens de laat ste Parijs® mode gekleed, verveloze hand karren tussen glanzende limousines. Te vens een allegaartje van allerlei volken, ofschoon de Arabieren drie kwart van de bevolking uitmaken, hetgeen niet van elk „Arabisch" land gezegd kan worden. Deze Arabierdn zijn overigens zeer ver mengd met de andere volken, die :n het huidige Irak wonen. Ze hebben evenwel de Mohammedaanse godsdienst gemeen met de Koerden, die streng orthodox zijn, de Perzen (Muzelmanse schismatieken), de Turken en Turkmenen, die in meerder heid orthodox Mohammedaan zijn. De Joden vormen een sterke minderheid, doch hun aantal is door een grote uittocht naar Israël aanzienlijk verminderd. Voorts leven er Arnemen, Syriërs. Chaldeërs en Assyriërs, waaronder zich Rooms-Katho- lieken en Grieks-Katholieken bevinden. De Irakese Arabieren zijn in religieus opzicht verdeeld in Sjiieten, voornamelijk in Beneden Irak wonend en die de meer derheid vormen en evenals de Perzen schismatiek zijn, alsmede de Soennieten, orthodoxe Mohammedanen. Deze vormen de leidende klasse, in het land. In Bagdad behoren daartoe dé grote kooplieden en de grond- en huizenbezitters, uit wier mid den talrijke regeringsfunctionarissen voortkomen. Zij hebben, samen met de sjeiks der Bedoeïenen, een grote invloed Het is in Beneden Irak, dat de landbouw i het best floreert. Daar woont ook, ten zui den van Bagdad, ongeveer 70 pet. van de boerenbevolking van het land. In het ge bied rond Bagdad maakt goede irriga tie vooral de cultuur van de dadelpalm mogelijk en tevens winstgevend. Hier wordt vier vijfde gedeelte va.n heel de da- deloogst der Arabische landen geprodu- ceerd. In het noorden, waar hoofdzake- lijk Koerden in een bergachtige streek wonen wordt eveneens landbouw bedre ven. In de winter dalen ze van hun heu vels en lage bergen en gaan het land be werken om er koren te zaaien. Zij zijn een merkwaardig oorlogszuchtig volk, deze Koerden. Voor hun uigen staat Koerdistan, 'zouden ze ook een stuk van Perzië, dat door hen bewoond wordt, willen annexeren. Koerdistan kan derhal ve een haard van onrust worden en de onruststokers zitten niet ver De Bedoeïenen van Irak zwerven door de westelijke woestijn, alsmede in Mesopo tamie, er hun kamelen en schapen hoe dend. 's Zomers houden ze zich in de buurt van de Tigris en de Eufraat op. 's win ters zoeken z"e hun weiden meer in het zui den," in Saoedi Arabië, hetgeen ook al tot moeilijkheden aanleiding kan geven. Irak is in korte tijd uit de Middeleeuwen de moderne tijd binnengestapt- Het heeft het voordeel gehad, dat het onder En gels bestuur een goede bestuursorganisa tie kon opbouwen. De genoemde commis sie waarin ook de Uno zitting had, zorgde ervoor dat het grootse gedeelte van het nationale inkomen uit de oliebronnen aan de ontwikkeling van het land werd be steed, hetgeen een gunstige situatie schiep tegenover bv. Saoedi Arabië, waar de ko ning al deze inkomsten als zijn privé in komen beschouwde en besteedde en enor me sommen uitgaf voor nieuwe paleizen Heus, dit is een straat in Bagdad, waar zich ecus de paleizen van Har oen al Rasjid verhieven. en extravagante uitgaven van zijn ta-irijke familieleden, waarvan o.a. tal van zonen gQede sier maakten in Europa en in Cai ro. De voornaamste opgave voor hen, die Irak besturen öf zullen besturen de jongste revolutie zal wel niet de laatste geweest zijn..' is het verhogen van het welvaartspeil, de strijd tegen het anal fabetisme en het invoeren van rationele, efficiënte manieren van werken, 'owe! voor de boeren als voor de handwerkslie den. Zelfs in de tapijtindustrie moeten de verouderde getouwen gemoderniseerd worden. In dit zich moeizaam tot een modern gemenebest opwerkend Irak vinden wel licht reeds morgen gebeurtenissen plaats, die de situatie in het Nabije. Oosten geheel en .gevaarlijk kunnen veranderen. Een straat in een soukhofwel bazaar van het oude Bagdad. De brutowinst van de Nederlandsche Scheeps-Hypotheekbank te Rotterdam daalde in het boekjaar 1958 tot 993.129 (in 1957 1.081.872). De winst- en ver liesrekening, die aan de a.s. algemene aandeelhoudersvergadering fer goed keuring zal worden voorgelegd, sluit met een winstsaldo van 331.136 478.920). Voorgesteld wordt een di vidend van 50"/o (onv.) over het ver plicht volgestorte kapitaal. De voortdurende expansie van het bedrijf is in 1958 tengevolge van de recessie onderbroken, waardoor een lichte vermindering van het totaal be drag der leningportefeüille heeft plaats gehad, aldus de directie in haar jaar verslag. Mede door vroeger gedane toe zeggingen beliep de produktie der bank toch nog 9.334.200 19.209.500). Ex tra-aflossingen werden minder verricht dan in de laatste jaren. Het .totale be drag der terugontvangen en afgeboekte gelden bedroeg 12.746.118, hetgeen toch nog 920.006 meer is dan in 1957. Het uitstaande bedrag aan leningen kromp in met 3.356.285 (v. j. een stij ging van 7.383.388) tot 57.845.798 61.202.083). Op 1 januari 1958 moest echter nog voor 5.723.520 der- gesloten leningen tot uitbetaling komen en op 1 januari 1959 slechts voor 549.070. Hieruit blijkt wel, dat het bedrag der werkelijk rentedragende 'leningen niet kleiner geworden is, doch gestegen, en wel van 55.478.563 tot 57.296.728. Hierdoor is ook te verklaren dat meer geld aangetrokken werd, zodat de toe vertrouwde gelden toenamen tot 53.733.100 50.601.200). In het letter-raadsel, dat zaterdag jl. geplaatst werd, is een storende fout ge maakt, waardoor het voor onze puzze laars moeilijk wordt de juiste oplossing te vinden. Ter verduidelijking laten wij het laatste gedeelte .van de opgave hier nog maals volgen. In de horizontale woorden en de spreuk van Salomon worden samen de volgende lettergrepen gebruikt: daar de de de de der dood droe e el en erf fant ge gen goed gri het in in lah le le ie len li li nas ne ne no o o raad rig slaan souw sport ste to tong vel ven ven ver ver vig wel weid ijs zon zijn. Wij bieden onze verontschuldiging aan voor deze onnauwkeurigheid. Nooit meer.Hij ziet die woorden overal staan, waarheen hij ook kijkt. Ze begeleiden hem op die eenzame tocht naar huis. Ze staan daar levens groot middenin die neon-reclamever- lichting daar boven op dat dak, hij hoort ze in het ritme van zijn trage stap. Nooit meer. .Zo juist werden die woorden uiterst voorzichtig door de chirurg gezegd, die hem een dag na de operatie van Elsbeth bij hem ont bood. Geopereerd is zij gisteren niet, de wond werd weer dichtgemaakt. Nog een maand of twee Hij kan het niet geloven, maar zo beslist is de uitspraak van de chirurg geweest, dat hij beter doet, zich geen illusies meer te maken. Maar dan al die plannen, het leven straks zonder haar? Mijn God, ze is nog geen vijftig. De kinderen Ze weten nog van niets, nee, nu moet hij dit eerst zelf even verwerken, hij gaat naar huis. Nu kan hij onmogelijk met hen praten. Elsbeth, fijne, moedige kameraad, Els beth straks weg uit zijn leven. Nooit meer, nooit meer. Die woorden laten hem niet los. Dat het zo erg was met haar, o, ja, ze had veel pijn, werd ont stellend mager, maar ze was altijd zo opgewekt en zo ontzettend moedig. Ge lukkig, hij is thuis. Met het hoofd in de handen gebor gen blijft hij eerst een poosje zitten. Het heeft hem allemaal zo overdon derd en je kan toch moeilijk zo ineens zeggen, het is goed, wat U van ons vraagt, God. Dit, dit is niet goed, ze mag niet weggaan, het kan toch, dat de chirurg zich vergist heeft. En hij moet het haar zelf zeggen, haar erop voorbereiden, dat ze niet meer beter kan worden. Het zijn maar 15 voetstappen van zijn stoel naar het raam en weer terug. Hij loopt maar heen en weer, duizen den gedachten, vragen, waarop hij geen antwoord weet, alleen die twee woorden: nooit meer. Ze worden hem tot een obsessie, Elsbeth, die nog van niets weet, die hem over een uurtje aan zal kijken, vragen zal stellen, Els beth, die je niet voorliegen kan. En toch, nee, niet vandaag zal hy het haar zeggen, hij moet dit eerst zelf verwer ken. Die dokter heeft toch niet ge zegd, dat dat vandaag al gebeuren moet. Kan het toch niet, dat hij zich vergist heeft? Hij blijft midden in de kamer staan, voelt dan pas, hoe moe en koud hij is. In alle spanning verge ten de oliestook aan te zetten. pie warmte doet hem goed, eigenlijk moet hij bij Inge en Joop eten, maar hij heeft de moed er niet voor, hun on der de ogen te komen. Hij zal maken, dat hij het eerst bij Elsbeth is vanavond, hij mocht trouwens een half uurtje eer der komen en dat weten de kinderen niet. Och, het is hier ook niet uit te houden, eten doet hij straks wel. De oliestook draait hij weer uit, vlucht dan weer naar buiten. Elsbeth, het zal goed zijn, bij haar te zitten. O, praten hier over kan hij nog niet, maar ze hoort bij hem, nog wel. „Je bent nog zwak Elsbeth je moet nog even geduld hebben." Toch' kijkt hij haar niet aan, wijst naar de bloemen die hij op het tafel tje neergelegd heeft. „Ruud ik wéét dat je niet kan jok ken niet tegen mij Ruud. We heb ben het samen zo ongelooflijk goed ge-| had en daar ben ik God dankbaar voor, maar scheep me niet met een leugen af. Ik wil de waarheid weten Ruud Hij staat op en loopt naar het raam. Mijn God, wat is dit moeilijk. Hij kan niet liegen, maar Elsbeth, ze ligt daar zo weerloos. Zijn blik naar buiten ge richt, zegt hij zacht: „Elsbeth, je bent nu ziek, maar. Bij het ziekenhuis koopt hij anjers, rode anjers, haar lievelingsbloemen. Ongeduldig loopt hij heen en weer, o nu mag hij naar boven. Met een loodzwaar hart loopt hij de trap op kamer 117. Voor de deur aar zelt hij, doet hem dan heel voorzichtig open. Twee grote bruine ogen waarin de blijheid glanzen; twee smalle bijna doorschijnend witte handen worden naar hem uitgestoken. Hij buigt zich over haar heen kust haar, voelt hoe heet die handen zijn. „Gaat het een beetje" zegt hij moeilijk vermijdt haar aan te zien druk doende een. stoel bij het bed neer te zetten. Die kleine witte handen omsluit hij met een teder gebaar. „Je moet flink eten en dan ga je een paar weken naar buiten. Het wordt straks lekker bui ten en ik zal zien dat ik nu mijn va kantie op kan nemen. Zal je eens zien hoe gauw je opknapt." Ze ziet hem vól aan Ruud ik weet het niet maar de pijn is nog precies eender als voor de operatie. Ruud zég me kan ik be ter worden?" Hij ontwijkt haar dwingende blik weet even niets te zeggen. „Ik word niet meer beter, Ruud, ik heb het gelezen in je ogen, ik heb het aan je gemerkt. En dat ik nog zóveel pijn heb, ik heb zoveel gedacht van daag, Ruud Haar woorden sterven weg in een snik. Met een paar passen is hij weer bij haar en dan zegt hij het haar, streelt het' grijzende haar bij de sla- j pen, veegt voorzichtig met zijn zak doek de tranen weg, die langzaam over dat ingevallen gezicht druppen. Met ge- j sloten ogen luistert ze, doet ze geen i moeite, die tranen tegen te houden. In dit samenzijn bloeit hun liefde weer j open, die er altijd in hun huwelijk ge- j weest is. Altijd door en voor elkaar en straks nooit meer? Het is goed, in dit ogenblik elkaar die dingen te zeggen, dio steunen en schragen, opdat het afscheid straks er een kan zijn van volle overgave. Nóg lijkt het zo onwaarschijnlijk, maar ze weten, dat de dood straks verlossing brengt van al die bijna ondraaglijke pijn nu. Als hij afscheid van haar neemt, knikt ze hem bemoedigend toe. „Ik wist het wel, Ruud, dat jij me alles zou zeggen. Deze kórte tijd, ik I zal' flink zijn. Zeg het maar niet aan) de kinderen, dat doe ik zelf wel. Ik hou van je Ruud, vergeet dat nooit." Hij knikt slechts, gaat dan weg. Nu zijn het haar woorden, die hem bege leiden naar huis en vergeet hij even die onheilspellende andere Rotterdam - Lijnbaan 51 Winkel Promenade"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 10