I JE KUNT NIET VERKOPEN)
I naai I WAT JE WEGGEEFT Hoogtepunten uit een belangrijke reeks
Van boeken
en schrijvers
De laatste Blitzkrieg
r
A
TWEE FOTOWEDSTRIJDEN,
met dubbele kansen, in één
Onmetelijk jachtterrein
De
prijzen
Overdreven noodkreten uit HollywoodUndset, Laxness, Anatole
Nederlandse acteurs in
een Amerikaanse film
Richt uw lens op de werkende mens
7 he journeyteleurstellende
film van Anatole Lit vak
FranceBoenin, Tagore
en Churchill
„Meer land om
op te leven"
V B
Het Pantheon der Nobelprijswinnaars (2)
o
Filmreportage van
Anton Koolhaas
„Duidelijk spreken,
Marlon"
ZATERDAG 25 APRIL 1959
tiiiiiiiiii!iiii!iniiiiniiiiiintiiiiiiiiiiunm(iiiimnmninniii>
In de Amerikaanse „show business",
een bedrijf met een omzet van vier
miljard dollars per jaar, speelt de
film nog altijd een dominerende rol.
In elk geval maakt het filmbedrijf
het heel wat beter dan de wanhoops
kreten, die nu en dan uit Hollywood
opklinken, het willen doen voorko
men.
Voor ieder in een stadscentrum ge
legen bioscoop, die moest worden ge
sloten of die is verbouwd tot een
meubelzaak of iets dergelijks, is er
in de voorsteden of desnoods midden
in een wei een nieuwe verrezen.
In 1933 werd de eerste „drive-in"
een bioscoop in de open lucht,
waar men in zijn auto zittend de
voorstelling kan volgen geopend
en thans zijn er meer dan 5000.
Er zijn nog altijd net zoveel bio
scopen in de Verenigde Staten als er
ooit geweest zijn: 19.000. Zij verko
pen iedere week ongeveer 45 miljoen
kaartjes tegen de hoogste gemiddel
de prijs in de geschiedenis van de
film voor een totaal van meer dan 1,2
miljard dollars per jaar.
*/.T
INIIIinilllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIHIIIIllliilllMlIIIIIIIIIIII
Met deze en dergelijke beschouwingen
en cijfers, die het ontleent aan het po
pulaire Amerikaanse tijdschrift ..Life"
probeert het huisorgaan van de Neder
landse Bioscoopbond „Film" sommige
van zijn leden die de ontwikkeling in
hun bedrijf met zorg gadeslaan, een
hart onder de riem te steken.
Trouwens, ook in Amerika zijn er ge
noeg zwartkijkers, die blijkens de arti
kelen in „Life" denken, dat de televisie
de dood zal zijn, niet alleen van de
film, maar van de hele „show busi
ness". een ook hier te lande ingebur
gerd begrip, waarvoor we eigenlijk geen
goed Nederlands woord hebben. De te
genwoordige huis-tuin-en-keuken-televi-
sieshovvs, aldus redeneren deze lieden,
verjagen steeds meer mensen van hun
televisietoestellen, wat er alleen maar
toe kan leiden, dat de uitgaven steeds
meer zullen moeten worden besnoeid,
wat weer tot gevolg heeft, dat de uit
zendingen steeds slechter worden. In
tussen heeft de televisie het publiek
gewend aan kosteloos amusement en er
is een oud spreekwoord in de „show
business" dat je niet meer kunt ver
kopen, wat je hebt weggegeven.
Tegenover deze sombere overwegin
gen van de pessimisten stellen de schrij
vers van de artikelen in „Life", die toe
geven, dat de televisie een crisis in de
„show business" heeft verwekt, vast,
dat de hele geschiedenis van dit be
drijf uit niets anders dan de ene crisis
na de andere bestaat, en dat geen en
kele ervan tot dusver fataal is gebleken.
Integendeel er is zoveel geld verdiend
aan het oplossen van de eeuwige pro
blemen van de show business, dat er
altjjd wel een leger vrijwilligers bereid
is om het nog eens te proberen en tot
nog toe is er altijd iemand geslaagd.
Nuchtere cijfers
De nuchtere cijfers, die in het begin
van dit jaar door het ministerie van
handel in Washington zijn gepubliceerd,
bevestigen dit trouwens. De bruto-re-
cettes van de Amerikaanse bioscopen
blijken van 1.116.000.000 dollar in 1957
te zijn gestegen tot 1.200.000.000 dollar
in 1958. een niet onaanzienlijke toene
ming met 84.000.000 dollar of 7,5 pet.
Het ministerie berichtte voorts, dat
het bioscoopbezoek in 1958 weer enigs
zins was gestegen in vergelijking met
dat in 1957 en dat, al verwacht het
voor dit jaar geen grotere stijging, het
een teruggang uitgesloten acht. Trou
wens, sedert 1953 is het bioscoopbezoek
in Amerika weer voortdurend, zij het
geleidelijk, gestegen.
Weer belastingverlaging
Bovendien verkeert het Amerikaanse
filmbedrijf in de gelukkige positie, dat
de regering een verdere verlaging van
de vermakelijkheidsbelasting heeft toe
gestaan, die op 1 januari van dit jaar
van kracht is geworden. Dit is reeds
de derde belastingverlaging, die et
Amerikaanse filmbedrijf in enkele jaren
tijds heeft gekregen, hoewel de rege,
ring-Eisenhower zich sinds 1953, toen zjj
aan het bewind kwam, krachtig tegen
iedere belastingverlaging heeft verzet.
De reden voor deze uitzondering moet
worden gezocht in het feit, dat men
het filmbedrijf niet langer bijzondere
lasten wil opleggen, terwijl het van een
fiscaal onbelast televisiebedrijf ernstige
concurrentie ondervindt.
tiitiiiiiiiitiiiiiiiiiiiitiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti i
Met De laatste Blitzkrieg in de
film, die Arthur Dreyfuss heeft
gemaakt, wordt bedoeld het Ar
dennen-offensief omstreeks Kerstmis
1944. Historisch gezien heeft de film er
weinig mee te maken. Het gaat eigenlijk
om heel andere dingen dan de Blitz
krieg. De held van het verhaal is de
Duitse officier Von Kroner, zoon van
een generaal. Hij heeft lang in Ameri
ka gewoond, spreekt dus Engels en is
deswege bijzonder geschikt als spion.
Daarom wordt hij in een Duits gevan
genkamp geplaatst onder Amerikaanse
gevangenen. Hij verraadt zijn „kame
raden", die bezig zijn een tunnel te gra
ven om te kunnen vluchten. Daarna
komt h;j terecht bij de soldaten van
een „Sonderkommando", die tijdens het
offensief in de Ardennen, als Ameri
kaanse soldaten vermomd, verwarring
moeten stichten in de gelederen van de
vijand. Zij doen dat niet zuinig, maar
Kroner krijgt nu ook enkele staaltjes te
zien van wreedheid, en ontdekt de Duit
se soldaat als verraderlijk en onsportief.
Hij wordt ontmaskerd en gevangen ge
nomen, bewaakt door een Amerikaan,
die op een onzalig ogenblik sneuvelt,
zodat Kroner nu de handen vrij heeft.
Dan ziet hij echter voor zijn ogen dat
Duitsers krijgsgevangenen neerschie
ten als honden en nu begint hij met een
machinegeweer een slachting onder zijn
kameraden. Hij wordt dodelijk gewond
en schreeuwt de inmiddels omsingelde
en gevangen Duitsers toe, dat ze nooit
meer „Heil" moeten roepen.
De tendenz heeft een politiek tintje,
zoals u ziet. Voor het overige is de film
niet beter of slechter gemaakt dan alle
in deze soort en zeker minder goed dan
destijds de film Bastogne. die althans
trachtte historisch aanvaardbaar te
zijn. Maar er zit toch een interessante
kant aan het produkt. vooral voor de
Nederlandse filmpracttiken.
We ontmoeten namelijk enkele Neder
landse acteurs: Han Bentz van den
berg. Gijsbert Tersteeg, Ton van
Duinhoven, die temidden van de Ame
rikaanse collega's figureren en die ner
gens de gebreken tonen, die de Neder
landse speelfilm dikwijls aankleven, als
onze acteurs gelegenheid krijgen tot de
clameren. Hieruit valt te leren, en uit
vroegere films trouwens eveneens, dat
ook de Nederlandse acteur in gerouti
neerde regisseurshanden even dhnk-
baar materiaal is als alle andere. Dat
wil dan toch wel zeggen, dat de regis
seur zelfs over de bruikbaarheid van de
spelers beschikt.
Het is onder meer een kwestie van
scherp snijden, een werkzaamheid, die
bij Nederlandse speelfilms altijd een
hachelijke zaak is geweest. Nochtans is
de film in Cinetor.e „gesneden", name
lijk door Lien d'Oliveyra, die dan ook
opdracht had, naar Amerikaans model
te werken.
Dbg,
De drooglegging van de Zuiderzee is
een gigantische onderneming met zoveel
aspecten, dat men er tientallen films aan
zou kunnen wijden. Joris Ivens is daar
indertijd al mee begonnen door in zijn
„Zuiderzeewerken" dc durf van de op
zet en de eerste fasen van het reuzen
werk in een lyrisch gestemde film te be
handelen. De verdere ontwikkeling
werd o.a. getoond in „Land uit zee" van
Rudi Hornecker en ..Der zee ontrukt"
van Herman van der Horst, waarin resp.
de waterstaatkundige problemen egi het
in cultuur brengen der drooggelegde
landen aan de orde kwamen. Met. de nu
pas gereedgekomen film, waarvoor An
ton Koolhaas het scenario schreef en de
regie verzorgde, heeft de bedoeling voor
gezeten om de sociologische zijde van de i
landaanwinning en -bevolking te be- i
lichten. Profilti kreeg van het Ministe-
rie van Verkeer en Waterstaat de op-
dracht hiertoe en maakte gedurende de 1
lange periode, die het bedijken en
droogleggen van de Noord-Oostpolder in j
beslag nam. een reeks technisch goed
verzorgde opnamen, die werden aange-
vuld met actuele beelden van het ver- I
delen der nieuw-gewonnen gronden on- j
der de gegadigden en de vestiging van
een jonge boer. die zijn leven gaat wij-
den aan de ontginning van het jonge, i
maagdelijke land.
Doordat de film erg aan de buiten-
kant van al deze dingen blijft en de j
verlanglijst van de opdrachtgever ken- j
neliik een vracht aan verplichte infor-
maties behelsde, is de film onder die
druk nergens van de grond kunnen
komen. Men kan weliswaar soreken van
een verdienstelijke journalistieke repor-
t.age. maar dan moet het ons tevens van 3
het hart. dat we ditzelfde in het weke- jj
lijks journaal vaak pittiger, bezielder en
derhalve aansnrekender hebben waarge- 3
nomen. De beeldschakeling is uiterst
conventioneel en wordt begeleid door 3
een commentaar dat zich onoohoudeliik
rent om nog even aan te vullen, wat in 3
het beeld niet meer kon worden onder- 3
eebracht tijdens de 25 minuten, die de 3
film duurt. Er is ook voortdurend mu-
ziek te beluisteren van Hugo de Groot. 3
die alleen even zwijgt bii de sluiting van 3
de dijk. welke de toekomstige polder
omringt, om ruimte te laten voor een
lusteloos „hoera", dat ook onze stem- z
ming vertolkt. Men kan namelijk tevre- 3
den ziirr dat dit alles bedachtzaam ge- 3
ordend is vastgelegd en aldus ter kennis g
kan worden gebracht van geïnteresseer. 3
den en het nageslacht, zonder door de
film in enige mate van geestdrift te ge- g
raken over een bezielde conceptie of 3
voordracht van het onderwerp, dat hier- g
toe toch eigenlijk wel ruimschoots aan- 3
leiding geeft. S
Bezoekers aan de studio, waar Mar- S
Ion Brando enige tjjd geleden de regie
voerde over de film One-eyed Jacks",
een wild west-drama, waarin hjjzelf de
hoofdrol speelt, verbaasden zich er over,
dat hij zo vreselijk tekeer ging tegen
..mompelende" acteurs en van hen ver- E
langde, dat ze duideljjk zouden spreken,
Brando zelf immers, is de ergste 5
„mompelaar" van allemaal. Hij heeft
echter bekend, dat hij er aanvankelijk
zelf helemaal geen erg in heeft gehad.
„Ik realiseerde me niet, dat ik mom-1
pelde, tot Elia Kazan me er op wees in E
het Broadway-stuk „Truckline Cafe".
Tjidens de repetities schreeuwde hij tel-
kens: „Duidelijk spreken, Marlon! Houd
op met dat gemompel. Als ik aan dit
stuk geld verlies, wil ik hóren waar- 3
aan ik het kwijtraak." E
iiiiiiMiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiHiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMi!iiiiiiiiimtmiiHiii!tiittitiii
In aansluiting op onze beschouwing
van vorige week over de opzet der
Pantheon-reeks laten wij nu enige
3 Nobelprijswinnaars de revue passeren.
3 Allereerst Sigrid U n d s e t, de
3 Noorse romancière die liefst twee Pan-
3 theon-delen kreeg toegewezen. Waarom
3 twee delen, tegen de meeste anderen
3 slechts één? De reden is wellicht gele-
3 gen in de uitgesproken lange adem wei-
ij ke het verhalend talent van Sigrid Und-
3 set kenmerkt. Deze schrijfster moet
3 ruim baan hebben om tot haar recht
r te komen. Via een beknopte bloemle-
3 zing komt zij niet naar waarde bij de
i lezer over. Men moet over geduld en
j rust beschikken om haar te kunnen
3 genieten en dit geldt niet slechts voor
haar bekende trilogieën („Kristin La-
vransdochter" en „Olaf Audunszoon"),
maar ook voor de in deze twee delen
3 verzamelde romans „Witte orchideeën",
j „Het brandende braambos" en „Jen-
ny". Laatstgenoemd boek is een van
Sigrid Undsets vroegste publikaties. Het
dateert van 1911 en was in zijn tijd een
j „moedig" boek omdat het „een ero-
tisch probleem" aan de orde stelde. De
j felle discussies die rondom „Jenny" ge-
voerd werden, kunnen wij ons nu niet
j meer voorstellen. Het boek geeft naar
hedendaagse begrippen op zo'n innige
j en voorzichtige wijze de realiteit weer,
I dat niemand er aanstoot aan kan nemen,
j Maar bewonderenswaardig en modern
is dit boek nog altijd, als peiling van
wat er in een gewone vrouwenziel kan
omgaan. Innige zielsromans, dat zijn
i ook beide andere boeken van Sigrid
i Undset die in dit Pantheon onderdak
hebben gekregen: de meer historische
kant van haar talent komt in deze uit-
j gaven dus niet aan de orde en evenmin
i krijgt men hier proeven te lezen van
Sigrid Undset als beschrijfster van hei-
i ligenlevens. Men kan dit om wille van
i de volledigheid betreuren, maar moet
toch vaststellen dat met „Witte orchi
deeën (1929) en „Het bradende braam
bos" (1930) in elk geval het meest es
sentiële facet van haar schrijverschap
naar voren is gebracht: haar gave om
te getuigen van het geloof als inspire
rende kracht niet alleen voor de mid
deleeuwse mens maar ook voor de mo
derne mens.
Beide boeken zijn zogenaamde be
keringsromans. De schrijfster was in
1925 katholiek geworden; de geeste
lijke omwenteling die daarmee ge
paard ging bewoog haar tot een nieuw
geestelijk realisme, waarin de moder
ne stadsmens wordt uitgebeeld met
zijn onbehagen in de cultuur, zijn bur
gerlijke verwording en zijn vaak on
machtig streven naar een waarlijk re
ligieus beleven der dingen. Als reli
gieus belijdster is Sigrid Undset een
moderne figuur in de internationale
letteren. Niet ten onrechte opende de
Pantheon-reeks met haar.
In „langademigheid" aan haar ver
want en trouwens behorend tot dezelfde
Skandinavische levenssfeer, is de IJs
lander Hallor Kiljan Laxness.
Hij kreeg in 1955 de Nobelprijs „voor-
zijn uitzonderlijke epische begaafdheid
die de grote vertelkunst van IJsland
heeft doen Herleven." Maar ondanks
deze prijstoekenning is Laxness een vrij
wel onbekende meester gebleven. Wel
licht is hij historisch gesproken iets te
laat op het wereldtoneel verschenen.
De grote vraag naar trilogieën is voor
bij. Laxness intussen blijft de trilogie
gedachte trouw. Het epos waarmee hij
in de Pantheon-reeks uitkomt. „IJs-
lands klok", is zeer nadrukkelijk een
drieluik. Het werd geschreven tijdens
de tweede wereldoorlog en speelt zich
af omstreeks 1700, d.w.z. in de tijd dat
IJsland nog een echte Deense „kolonie"
was en het IJslandse volk in een toe
stand van machteloos, mokkend verzet
leefde. „IJslands klok" is een vooral
door sociale gevoelens geïnspireerd
boek. Het is wat zwaar, weerbarstig,
nors van stijl, maar dat past bij het
boerse en winterse klimaat dat Laxness
wenst op te roepen. „IJslands klok" is
een van de boeken in deze Pantheon
reeks waarvan men niet bij voorbaat
kan zeggen dat alle lezers er even
warm voor zullen lopen maar waar
van wel iedereen moet beamen dat het
een monumentaal geschrift is dat ner
gens beter dan in deze Pantheon-reeks
tot zijn recht had kunnen komen.
Vervolgens gaat onze aandacht uit
naar een zeldzaam briljante Fransman
Anatole France, Nobelprijswin
naar 1921, van wie in dit Pantheon een
boek verscheen, bevattende twee ro
mans („De misdaad van Sylvestre
Bonnard" en „Dit was mjjn vriend")
en enig kleiner typisch literair werk
(o.a. een commentaar bij een Franse
bloemlezing uit Multatuli). Anatole
France werd vertaald door Jan Willem
Hofstra en deze heeft de zelfverzekerde
élégance van de Franse stilist voorbeel
dig in een gelijkwaardig Nederlands
weten over 1e brengen. Uit de zeer
interessante inleiding, die evenals aan
alle andere Pantheon-delen ook aan dit
deel voorafgaat, leert men Anatole
France kennen als een iets beminne
lijker geest dan hij wellicht in werke
lijkheid is geweest.
Het Pantheon-deel dat aan de Kus
Iwan Poen in gewijd is. is naar
onze persoonlijke smaak een boek om
bijzonder enthousiast over te zijn. Zo
als men weet is Boenin (voor Paster
nak) de enige Rus geweest aan wie
ooit een literaire Nobelprijs ten deel
viel. Boenin kreeg de prijs in 1933,
toen hjj als aristocratisch Russisch
balling in Frankrijk woonde, alwaar
hij in 1953, 83 jaar oud. is overleden.
Boenin is een voortzetter van de grote
Russische verteltradities der 19e
eeuw. Hii vindt zijn inspiratie in wat
men gaarne noemt „de Russische
volksziel". Hij is een verteller op het
niveau van Gogol en Tsjechof, een
scherp waarnemer, lichtelijk melan
choliek van inslag, puntig waar het
op een raak formuleren van kleinig
heden aankomt, kortom, een van die
grote „oude" Russen voor wie wij te
genwoordig kennelijk steeds meer ge
voel beginnen op te brengen. Boenin
is tot op heden nog een van de weinig
bekende figuren. Hij verdient via de
ze uitgave vele nieuwe lezers te krij
gen.
Tenslotte nog enige opwekkende
woorden over twee figuren van totaal
andere geaardheid dan de tot nog toe
besproken schrijvers. En wel de Indiër
Rabindranath Tagore (No
belprijs 1913) en de Brit Churchill
(Nobelprijs 1953).
Beiden hebben een politieke carrière
gemaakt en zij hadden eventueel ook
de Nobel-vredesprijs kunnen krijgen, in
dien zij daarvoor uiteindelijk niet te
zeer omstreden figuren waren geweest.
Ten aanzien van Churchill zal men dit
wellicht begrijpen. Hij staat nog levend
in ons midden en wij allen kennen hem
behalve als pacifist ook als militairist.
Over deze dubbele rol van Churchill
worden ons kenschetsende bijzonderhe
den verteld in het aan de Britse staats-
Van, de Noorse romancière Sifirid Undset zijn twee Pantheon-delen verschenen-
Men ziet haar hier op een uit 1923 daterende foto met haar zonen Anders en Hans-
man gewijde Pantheon-deel, dat een
prachtig overzicht bevat van zijn tus
sen 1938 en 1945 gehouden „Redevoe
ringen"; prachtig ook vooral vanwege
de mannelijke taal van bemoediging
welke heenklinkt door deze proeven van
welsprekendheid-in-oorlogstijd. Deze
taal is onvergelijkbaar met de bloem
rijke, Oosterse, soms ietwat zwevende
taal waarin Tagore zijn boodschappen
aan de mensheid vervatte. Tagpre was
een dichter die een leidende rol heeft
gespeeld bij de internationale bekend
making van Indië's geestelijke groot
heid. Kort voor en na de eerste wereld
oorlog was hjj de beroemdste dichter
ter wereld en werd hij ook in Neder
land (geïntroduceerd door Frederik van
Eeden) zeer veel gelezen. Nu is de cul
tus ongetwijfeld definitief voorbij, maar
juist daarom is het goed nu eens in
een samenvattend boekwerk het beste
bijeen te krijgen wat Tagore in de loop
van zijn lange leven heeft geschreven.
Het boek heet „Verhalen, gedichten en
toneel". Men zal het zeker niet adem
loos uitlezen. De bloemrijkheid der
x) Uitg. De Toorts, Haarlem.
?5
T~\ e sinds vele jaren in Hollywood
werkzame regisseur Anatole Lit-
vak heeft tè veel films van niveau
als „Mayerling", „Tovarich", „The Snake
Pit" en „Sorry, wrong number" op zijn
naam staan dan dat men hem zonder
meer als leverancier van romantische
„Kitsch" zou mogen kwalificeren. Toch
kunnen we ons niet onttrekken aan de
indruk, dat ook hij begint te bezwijken
voor de verleiding om concessies te
doen aan de smaak van een publiek, dat
onwezenlijke romantiek verkiest boven
gedramatiseerde werkelijkheid.
Zijn film „Anastasia", waarin hij fei
ten en verdichtsels rond de omstreden
figuur van de laatste overlevende tsaren-
dochter in beeld bracht, wees reeds in
die richting en in „The Journey", zijn
nieuwste werkstuk, dat in Amsterdam
onder de niets ter zake doende, maar
sensationeel-aanlokkelijke titel „De Ge
heimzinnige Passagier" wordt vertoond,
wordt deze indruk helaas bevestigd.
De film houdt zich bezig met de
lotgevallen van een internationaal
groepje reizigers, die in 1956 het door de
revolutie verscheurde Hongarije pogen
te verlaten. Als het vliegveld van Boe
dapest door de Russen is bezet en ge
sloten voor alle burgerlijke verkeer,
trachten zij per autobus de Oostenrijkse
grens te bereiken, maar vallen in handen
van het Sovjetleger, gepersonifieerd
door een majoor met een open oog voor
de aantrekkelijkheden van de plaatse
lijke schoonheden en een onlesbare dorst
naar wodka. De majoor ontdekt, dat een
jonge en natuurlijk knappe, want deze
rol wordt vertolkt door Deborah Kerr
Britse vrouw uit het gezelschap een
gewonde Hongaar over de grens wil
smokkelen. Nobel cn goed van aard als
hij is, probeert de Rus met zijn geweten
in het reine te komen en het paar te
laten gaan, een moeilijk te volgen pro
ces, dat nog aanzienlijk ingewikkelder
wordt door het feit, dat de stoere mili
tair smoorverliefd is geworden op de
blonde Blitse schoonheid. De andere
reizigers, die de vlam der liefde in het
martiale oog zien branden, en bedacht
zijn op eigen veiligheid, sporen hun
medereizigsters aan, in te gaan op diens
avances over vele glazen wodka heen
en met zigeunermuziek op de achter
grond. Het einde van het verhaal is.
dat de majoor één kusje krijgt van de
koele Britse schone, in ruil waarvoor
iedereen het vrije Oostenrijk mag be
treden, terwijl de majoor zelf wordt
doorzeefd met de kogels van de Hon- E
gaarse verzetsstrijders.
Litvak, wiens kundigheden als cineast
wc niet in twijfel zullen trekken, al lijkt 33
ons zijn goede trouw in dit geval een
tikje dubieus, is er niet in geslaagd
een historisch en psychologisch gefun- 33
deerde film van dit gegeven te maken,
ofschoon „The Journey", vooral in het
begin, goede momenten heeft en de E
minder op de voorgrond tredende Britse,
Duitse, Amerikaanse, Japanse en Joodse E
leden van het gezelschap raak met de
camera worden geobserveerd.
Het verhaal is van alle geestelijke
diepgang en van alle historische achter- 3
gronden ontdaan, zodat er niets over- 5
bleef dan een romantisch ontsnappings- 3
avontuur. Daarvan heeft een acteur als S
Yul Brynner, die in geen enkel opzicht
aan een Russische militair doet denken, 3
misbruik gemaakt om in een aanmati- 1
gend nummer solo-toneel een door en 3
door burgerlijke vertoning van een I
kale Don Juan weg te geven.
Evenals in „Anastasia" wordt ook nu 3
weer alle filmesthetica met voeten ge- E
treden. Maar hier mist men zelfs de 3
gedenkwaardige creatie van Ingrid 1
Bergman, die eerstgenoemde film ten- 3
minste nog reproducerende waarde ver- E
leende. 3
Het ergste is evenwel, dat Litvak, die 3
zelf heeft toegegeven, dat het verhaal
van zijn film reeds in bewerking was
vóór de Hongaren in opstand kwamen
tegen hun Russische onderdrukkers, dit 3
gebeuren, dat ieder nog vers in het 3
geheugen ligt en waaraan men slechts
met diepe smart en felle veronlwaardi- 3
ging kan terugdenken, tot achtergrond
heeft gekozen voor een romantisch 3
ontsnappingsverhaaltje, waaraan het 3
door hem gebruikte technicolor het
laatste sprankje dramatische realiteit 3
ontneemt. 3
Hoewel de film in Oostenrijk werd 3
opgenomen, heeft zij alle gladheid en
glans, die de produkten van Hollywood
plegen te kenmerken. Juist die glans en 3
gladheid èn het onvermogen, of de on-
wil, van Litvak, zelf te Kiew in Rus- 3
land geboren, om de door hem gekozen E
achtergronden een wezenlijke functie te 3
geven, doen sterk afbreuk aan zijn film, E
al zal een weinig eisend, romantiek ver-
langend publiek er ongetwijfeld nog 33
veel in te waarderen vinden.
F. 3
ons hun beste foto's te zenden van
„de werkende mens". Een uit onze
redactie gevormde jury maakt uit
wie de eerste, tweede of derde prijs
verdienen. En alle foto's die wij voor
onze wedstrijd hebben ontvangen
worden doorgezonden aan de Ver
eniging Nederlands Fabrikaat. Daar
zetelt een heel andere jury, die op
nieuw de foto's tezamen met de
exemplaren die buiten onze bladen
om worden ingezonden) aan een keu
ring zal onderwerpen. De foto's
van onze lezers dingen ook nog naar
de prijzen die door de Vereniging en
de Stichting worden uitgeloofd.
We begrijpen dat u, met uw toestel
in de hand, al popelt om met speurend
oog de straat in te trekken. Maar leest
eerst rustig de wedstrijdvoorwaarden.
1. De wedstrijd is voor jong en oud,
maar niet voor vakfotografen.
2. De ingezonden foto's moeten betrek
king hebben op het onderwerp „de
werkende mens" in de ruimste zin
van het woord.
3. Het formaat van de foto's moet ten
minste 9x9 cm zijn en ten hoogste
18x24 cm. Iedere deelnemer mag
maximaal vijf foto's inzenden, zowel
zwart-wit als in kleuren. De foto's
mogen niet op karton zijn geplakt.
4. Op elke foto dienen (duidelijk a.u.b.)
aan de achterzijde vermeid te wor
den: naam en adres van de inzen
der en het totaal der ingezonden fo-
llllllllllllltllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIUUIIIIIHIIHMIHUHIIIIII,,!,,!,!,,!,,
/n ons land worden de laatste
jaren miljoenen foto's gemaakt
uit liefhebberij. Zoals de foto
grafie, wordt er geen liefhebberij be
oefend. Kan men dit heir van bezig
kiekende, knippende en afdrukkende
amateurfotografen een groter ge
noegen bezorgen dan door een foto
wedstrijd te organiseren? Neen,
meent de redactie van uw lijfblad.
Een ivedstrijd waaraan iedereen met
box of super-camera kan deelnemen
is iedereen welkom. De edele foto
grafeerrage van deze tijd brengt ech
ter met zich mee dat er meer initia
tieven van deze aard ontplooid wor
den, die de schare liefhebbers mis
schien wel even welkom zijn. Er is
immers straks ook de Week van de
Fotografie, waarvoor onder auspiciën
van de Vereniging Nederlands Fabri
kaat en de Stichting ter bevordering
van de Amateurfotografie een na
tionale fotowedstrijd georganiseerd
wordt Om te voorkomen dat wij deze
loffelijke actie zullen doorkruisen,
haken wij met onze grote fotowed
strijd in op de nationale. Wij kiezen
dus ook hetzelfde motto, dat luidt:
„Richt uw lens op de iverkende
mens".
Begrijpt u ons dus goed. Wij nodi
gen de lezers van onze bladen uit
Eenieder kent het grapje:
„Ik houd van werken, ik
kan er urenlang naar kij
ken." Voor de foto-wed
strijd „richt uw lens op de
werkende mens" is het de
bedoeling dat men naar
andermans werken gaat
kijken. Uiteraard met het
toestel in e hand. De ober
die met zijn schotels ba
lanceert. de verhuizers die
een piano omhoog hijsen
de boer met zijn ploeg,
de vertegenwoordiger die
goed van de tongriem ge
sneden is, de lopende-
bandwerker in de fabriek,
de bruidsfotograaf, de ke
telstoker, de big-business-
directeur aan zijn tele
foon, de schoonheidsspe
cialiste, de juffrouw van
de kleuterschoolzij
allen behoren tot het on
metelijke „jachtterrein",
dat met onze fotowed
strijd voor de amateur-fo
tograaf wordt opengesteld.
Het onderwerp is zo in
spirerend, dat het niet
nodig is er meer over te
zeggen. We verwachten de
fraaiste, stemmigste, ka-
-rakteristiekste foto's, vol
spanning en beweging en
kracht, of vol intensiteit
cn markante silhouetten.
We zouden er veel over
kunnen filosoferen, ovei
„arbeid adelt" en derge-
l'iLe, maar we weten ons
ook gevoelig voor het
humoristische, anecdoti-
sche plaatje. We kunnen
dus volstaan met uit te
roepen: „Ga uw gang, be
kijk de ander maar eens
goed als hij (of zij) met
werken bezig is.." We zul
len eerder letten op de
voorstelling op de foto's
dan op de technische uit
voering. Het interesseert
ons niet of u een boxje
bezit of een ,.camera-met-
wat-al-niet-ingebouwd."
Of u wel met telelenzen,
filters, elektronenblitz
werkt of niet, blijft ons om
het even. De lenzen van de
tegenwoordige toestellen
zijn alle goed genoeg om
te realiseren wat u zich,
met hoofd e.. zinnen het
beeld opnemend, voor
stelt te fotograferen. We
hopen dat u „het" ziet en
uw respect jegens ander
mans weri. via uw foto
zult betuigen.
lo's. Maar dat is nog niet alles. Voor
de nationale fotowedstrijd, die twee
groepen omvat Groep A voor de
leeftijd van 10 tot en met 17 jaar en
Groep B voor alle overige amateurs
dienen achttienjarigen en ouderen
te vermelden „Groep B" en de jon
geren „Groep A". De jongeren van
de A-groep behoren ook hun leeftijd
en hun school op te geven.
5. Alle Inzendingen moeten natuurlijk
eigen werk zjjn, gemaakt in 1959 én
mogen niet eerder bekroond zjjn. Het
doen afwerken of vergroten van de
in te zenden foto's is toegestaan.
6. De inzending sluit maandag 15 juni
a.s. De foto's moeten aan het bu
reau van dit blad gezonden worden.
7. De jury kan geen correspondentie
voeren over de toekenning van de
bekroningen.
8. Wie prjjs stelt op terugzending van
foto's dient een gefrankeerde stevige
enveloppe, waarop naam en adres
.staan vermeld, bjj zijn inzending mee
te sturen. Terugzending geschiedt
na 15 augustus a.s.
9. De toto's die door de Vereniging Ne
derlands Fabrikaat en de Stichting
ter Bevordering van de Amateurfo
tografie worden bekroond, worden
het eigendom van de Vereniging en
de Stichting. Zjj hebben het recht de
ze foto's te publiceren en te doen pu
bliceren zonder bronvermelding en
Er zijn in de gecombineerde
fotowedstrijd van onze bla
den enerzijds en de Vereni
ging Nederlands Fabrikaat en de
Stichting ter Bevordering van de
Amatenrfotografie anderzijds heel
wat prijzen te behalen. Zoals men
ook in de wedstrijdvoorwaarden
kan lezen zijn er voor de nationale
wedstrijd van de Vereniging en de
Stichting twee groepen van deel
nemers. De jeugdgroep, Groep A,
zal straks elf provinciale winnaars
tellen. De jeugdige winnaars uit
elf provinciën mogen als gast van
de Centrale Werkgeversorganisa
ties een vijfdaagse reis langs de
Nederlandse industrie maken.
Voorts is
de eerste prijs 100,
de tweede prijs 75,
en de derde prijs 50,
in contanten.
Bovendien zijn er waardevolle
prijzen in natura en an<H*n attrac
ties.
Groep B, voor achttie
cn ouder, biedt:
Eerste prijs 1000,
Tweede prijs 500,
Derde prijs 250,—
Vijf prijzen a 50,
Vijf prijzen a 25,
Twintig prijzen a 10,
Vijfendertig prijzen a 5,
Al deze prijzen zijn in de vorm
van waardebonnen, die men naar
keuze aan fotografisch materiaal
kan besteden. Dan zijn er ook nog
een aantal prijzen in natura be
schikbaar. De Vereniging Neder
lands Fabrikaat stelt een extra
premie beschikbaar voor de beste
foto met betrekking tot de Neder
landse industrie. Deze premie is
500 gulden in contanten. Wellicht
ten overvloede vermelden wij, dat
de deelnemers aan de fotowedstrijd
van onze bladen automatisch mee
dingen naar bovengenoemde prij-
Dan worden bovendien prijzen
uitgeloofd aan de deelnemende
lezers van de groep van bladen,
waartoe ons blad behoort.
Eerste prijs 400,
Tweede prijs 250,
Derde prijs 100,
De winnaar van onze wedstrijd
ontvangt daarenboven een ere
penning van de Vereniging Neder
lands Fabrikaat.
zegswijzen, eens om strfjd bewonderd
door fijnzinnige geesten en theedrinken
de dameskransen, kan ons thans slechts
vooi' korte tijd bekoren. Maar ook hier
speelt een kwestie van persoonlijke
smaak mee en het is niet onmogelijk,
dat nog menige lezer of lezeres opnieuw
open gaat staan voor het zeer fijne,
milde en wijsgerige levensgevoel dat
door Tagore wordt vertolkt.
Onnodigte zeggen.dat ook dit Pan-
theondeel eminent vertaald, gedocumen
teerd en tot in de puntjes verzorgd
werd.
Er is met dit Pantheon van Nobel
prijswinnaars een monumentale bi
bliotheek in wording. Men mag op
grond der reeds verschenen uitgaven
rustig vertrouwen dat ook de vele
delen die ons nog te wachten staan
de toets der kritiek zullen kunnen
doorstaan en daarom kan de belang
stellende lezer er veilig op in
tekenen.x).
NiCO VERHOEVEN
zonder vergoeding van auteursrech
ten.
Deelnemers kunnen geen bezwaar
maken tegen publicatie in onze bla
den van één of meer van hun inzen
dingen.