I JE KUNT NIET VERKOPEN) I naai I WAT JE WEGGEEFT Hoogtepunten uit een belangrijke reeks Van boeken en schrijvers De laatste Blitzkrieg r A TWEE FOTOWEDSTRIJDEN, met dubbele kansen, in één Onmetelijk jachtterrein De prijzen Overdreven noodkreten uit HollywoodUndset, Laxness, Anatole Nederlandse acteurs in een Amerikaanse film Richt uw lens op de werkende mens 7 he journeyteleurstellende film van Anatole Lit vak FranceBoenin, Tagore en Churchill „Meer land om op te leven" V B Het Pantheon der Nobelprijswinnaars (2) o Filmreportage van Anton Koolhaas „Duidelijk spreken, Marlon" ZATERDAG 25 APRIL 1959 tiiiiiiiiii!iiii!iniiiiniiiiiintiiiiiiiiiiunm(iiiimnmninniii> In de Amerikaanse „show business", een bedrijf met een omzet van vier miljard dollars per jaar, speelt de film nog altijd een dominerende rol. In elk geval maakt het filmbedrijf het heel wat beter dan de wanhoops kreten, die nu en dan uit Hollywood opklinken, het willen doen voorko men. Voor ieder in een stadscentrum ge legen bioscoop, die moest worden ge sloten of die is verbouwd tot een meubelzaak of iets dergelijks, is er in de voorsteden of desnoods midden in een wei een nieuwe verrezen. In 1933 werd de eerste „drive-in" een bioscoop in de open lucht, waar men in zijn auto zittend de voorstelling kan volgen geopend en thans zijn er meer dan 5000. Er zijn nog altijd net zoveel bio scopen in de Verenigde Staten als er ooit geweest zijn: 19.000. Zij verko pen iedere week ongeveer 45 miljoen kaartjes tegen de hoogste gemiddel de prijs in de geschiedenis van de film voor een totaal van meer dan 1,2 miljard dollars per jaar. */.T INIIIinilllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIHIIIIllliilllMlIIIIIIIIIIII Met deze en dergelijke beschouwingen en cijfers, die het ontleent aan het po pulaire Amerikaanse tijdschrift ..Life" probeert het huisorgaan van de Neder landse Bioscoopbond „Film" sommige van zijn leden die de ontwikkeling in hun bedrijf met zorg gadeslaan, een hart onder de riem te steken. Trouwens, ook in Amerika zijn er ge noeg zwartkijkers, die blijkens de arti kelen in „Life" denken, dat de televisie de dood zal zijn, niet alleen van de film, maar van de hele „show busi ness". een ook hier te lande ingebur gerd begrip, waarvoor we eigenlijk geen goed Nederlands woord hebben. De te genwoordige huis-tuin-en-keuken-televi- sieshovvs, aldus redeneren deze lieden, verjagen steeds meer mensen van hun televisietoestellen, wat er alleen maar toe kan leiden, dat de uitgaven steeds meer zullen moeten worden besnoeid, wat weer tot gevolg heeft, dat de uit zendingen steeds slechter worden. In tussen heeft de televisie het publiek gewend aan kosteloos amusement en er is een oud spreekwoord in de „show business" dat je niet meer kunt ver kopen, wat je hebt weggegeven. Tegenover deze sombere overwegin gen van de pessimisten stellen de schrij vers van de artikelen in „Life", die toe geven, dat de televisie een crisis in de „show business" heeft verwekt, vast, dat de hele geschiedenis van dit be drijf uit niets anders dan de ene crisis na de andere bestaat, en dat geen en kele ervan tot dusver fataal is gebleken. Integendeel er is zoveel geld verdiend aan het oplossen van de eeuwige pro blemen van de show business, dat er altjjd wel een leger vrijwilligers bereid is om het nog eens te proberen en tot nog toe is er altijd iemand geslaagd. Nuchtere cijfers De nuchtere cijfers, die in het begin van dit jaar door het ministerie van handel in Washington zijn gepubliceerd, bevestigen dit trouwens. De bruto-re- cettes van de Amerikaanse bioscopen blijken van 1.116.000.000 dollar in 1957 te zijn gestegen tot 1.200.000.000 dollar in 1958. een niet onaanzienlijke toene ming met 84.000.000 dollar of 7,5 pet. Het ministerie berichtte voorts, dat het bioscoopbezoek in 1958 weer enigs zins was gestegen in vergelijking met dat in 1957 en dat, al verwacht het voor dit jaar geen grotere stijging, het een teruggang uitgesloten acht. Trou wens, sedert 1953 is het bioscoopbezoek in Amerika weer voortdurend, zij het geleidelijk, gestegen. Weer belastingverlaging Bovendien verkeert het Amerikaanse filmbedrijf in de gelukkige positie, dat de regering een verdere verlaging van de vermakelijkheidsbelasting heeft toe gestaan, die op 1 januari van dit jaar van kracht is geworden. Dit is reeds de derde belastingverlaging, die et Amerikaanse filmbedrijf in enkele jaren tijds heeft gekregen, hoewel de rege, ring-Eisenhower zich sinds 1953, toen zjj aan het bewind kwam, krachtig tegen iedere belastingverlaging heeft verzet. De reden voor deze uitzondering moet worden gezocht in het feit, dat men het filmbedrijf niet langer bijzondere lasten wil opleggen, terwijl het van een fiscaal onbelast televisiebedrijf ernstige concurrentie ondervindt. tiitiiiiiiiitiiiiiiiiiiiitiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti i Met De laatste Blitzkrieg in de film, die Arthur Dreyfuss heeft gemaakt, wordt bedoeld het Ar dennen-offensief omstreeks Kerstmis 1944. Historisch gezien heeft de film er weinig mee te maken. Het gaat eigenlijk om heel andere dingen dan de Blitz krieg. De held van het verhaal is de Duitse officier Von Kroner, zoon van een generaal. Hij heeft lang in Ameri ka gewoond, spreekt dus Engels en is deswege bijzonder geschikt als spion. Daarom wordt hij in een Duits gevan genkamp geplaatst onder Amerikaanse gevangenen. Hij verraadt zijn „kame raden", die bezig zijn een tunnel te gra ven om te kunnen vluchten. Daarna komt h;j terecht bij de soldaten van een „Sonderkommando", die tijdens het offensief in de Ardennen, als Ameri kaanse soldaten vermomd, verwarring moeten stichten in de gelederen van de vijand. Zij doen dat niet zuinig, maar Kroner krijgt nu ook enkele staaltjes te zien van wreedheid, en ontdekt de Duit se soldaat als verraderlijk en onsportief. Hij wordt ontmaskerd en gevangen ge nomen, bewaakt door een Amerikaan, die op een onzalig ogenblik sneuvelt, zodat Kroner nu de handen vrij heeft. Dan ziet hij echter voor zijn ogen dat Duitsers krijgsgevangenen neerschie ten als honden en nu begint hij met een machinegeweer een slachting onder zijn kameraden. Hij wordt dodelijk gewond en schreeuwt de inmiddels omsingelde en gevangen Duitsers toe, dat ze nooit meer „Heil" moeten roepen. De tendenz heeft een politiek tintje, zoals u ziet. Voor het overige is de film niet beter of slechter gemaakt dan alle in deze soort en zeker minder goed dan destijds de film Bastogne. die althans trachtte historisch aanvaardbaar te zijn. Maar er zit toch een interessante kant aan het produkt. vooral voor de Nederlandse filmpracttiken. We ontmoeten namelijk enkele Neder landse acteurs: Han Bentz van den berg. Gijsbert Tersteeg, Ton van Duinhoven, die temidden van de Ame rikaanse collega's figureren en die ner gens de gebreken tonen, die de Neder landse speelfilm dikwijls aankleven, als onze acteurs gelegenheid krijgen tot de clameren. Hieruit valt te leren, en uit vroegere films trouwens eveneens, dat ook de Nederlandse acteur in gerouti neerde regisseurshanden even dhnk- baar materiaal is als alle andere. Dat wil dan toch wel zeggen, dat de regis seur zelfs over de bruikbaarheid van de spelers beschikt. Het is onder meer een kwestie van scherp snijden, een werkzaamheid, die bij Nederlandse speelfilms altijd een hachelijke zaak is geweest. Nochtans is de film in Cinetor.e „gesneden", name lijk door Lien d'Oliveyra, die dan ook opdracht had, naar Amerikaans model te werken. Dbg, De drooglegging van de Zuiderzee is een gigantische onderneming met zoveel aspecten, dat men er tientallen films aan zou kunnen wijden. Joris Ivens is daar indertijd al mee begonnen door in zijn „Zuiderzeewerken" dc durf van de op zet en de eerste fasen van het reuzen werk in een lyrisch gestemde film te be handelen. De verdere ontwikkeling werd o.a. getoond in „Land uit zee" van Rudi Hornecker en ..Der zee ontrukt" van Herman van der Horst, waarin resp. de waterstaatkundige problemen egi het in cultuur brengen der drooggelegde landen aan de orde kwamen. Met. de nu pas gereedgekomen film, waarvoor An ton Koolhaas het scenario schreef en de regie verzorgde, heeft de bedoeling voor gezeten om de sociologische zijde van de i landaanwinning en -bevolking te be- i lichten. Profilti kreeg van het Ministe- rie van Verkeer en Waterstaat de op- dracht hiertoe en maakte gedurende de 1 lange periode, die het bedijken en droogleggen van de Noord-Oostpolder in j beslag nam. een reeks technisch goed verzorgde opnamen, die werden aange- vuld met actuele beelden van het ver- I delen der nieuw-gewonnen gronden on- j der de gegadigden en de vestiging van een jonge boer. die zijn leven gaat wij- den aan de ontginning van het jonge, i maagdelijke land. Doordat de film erg aan de buiten- kant van al deze dingen blijft en de j verlanglijst van de opdrachtgever ken- j neliik een vracht aan verplichte infor- maties behelsde, is de film onder die druk nergens van de grond kunnen komen. Men kan weliswaar soreken van een verdienstelijke journalistieke repor- t.age. maar dan moet het ons tevens van 3 het hart. dat we ditzelfde in het weke- jj lijks journaal vaak pittiger, bezielder en derhalve aansnrekender hebben waarge- 3 nomen. De beeldschakeling is uiterst conventioneel en wordt begeleid door 3 een commentaar dat zich onoohoudeliik rent om nog even aan te vullen, wat in 3 het beeld niet meer kon worden onder- 3 eebracht tijdens de 25 minuten, die de 3 film duurt. Er is ook voortdurend mu- ziek te beluisteren van Hugo de Groot. 3 die alleen even zwijgt bii de sluiting van 3 de dijk. welke de toekomstige polder omringt, om ruimte te laten voor een lusteloos „hoera", dat ook onze stem- z ming vertolkt. Men kan namelijk tevre- 3 den ziirr dat dit alles bedachtzaam ge- 3 ordend is vastgelegd en aldus ter kennis g kan worden gebracht van geïnteresseer. 3 den en het nageslacht, zonder door de film in enige mate van geestdrift te ge- g raken over een bezielde conceptie of 3 voordracht van het onderwerp, dat hier- g toe toch eigenlijk wel ruimschoots aan- 3 leiding geeft. S Bezoekers aan de studio, waar Mar- S Ion Brando enige tjjd geleden de regie voerde over de film One-eyed Jacks", een wild west-drama, waarin hjjzelf de hoofdrol speelt, verbaasden zich er over, dat hij zo vreselijk tekeer ging tegen ..mompelende" acteurs en van hen ver- E langde, dat ze duideljjk zouden spreken, Brando zelf immers, is de ergste 5 „mompelaar" van allemaal. Hij heeft echter bekend, dat hij er aanvankelijk zelf helemaal geen erg in heeft gehad. „Ik realiseerde me niet, dat ik mom-1 pelde, tot Elia Kazan me er op wees in E het Broadway-stuk „Truckline Cafe". Tjidens de repetities schreeuwde hij tel- kens: „Duidelijk spreken, Marlon! Houd op met dat gemompel. Als ik aan dit stuk geld verlies, wil ik hóren waar- 3 aan ik het kwijtraak." E iiiiiiMiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiHiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMi!iiiiiiiiimtmiiHiii!tiittitiii In aansluiting op onze beschouwing van vorige week over de opzet der Pantheon-reeks laten wij nu enige 3 Nobelprijswinnaars de revue passeren. 3 Allereerst Sigrid U n d s e t, de 3 Noorse romancière die liefst twee Pan- 3 theon-delen kreeg toegewezen. Waarom 3 twee delen, tegen de meeste anderen 3 slechts één? De reden is wellicht gele- 3 gen in de uitgesproken lange adem wei- ij ke het verhalend talent van Sigrid Und- 3 set kenmerkt. Deze schrijfster moet 3 ruim baan hebben om tot haar recht r te komen. Via een beknopte bloemle- 3 zing komt zij niet naar waarde bij de i lezer over. Men moet over geduld en j rust beschikken om haar te kunnen 3 genieten en dit geldt niet slechts voor haar bekende trilogieën („Kristin La- vransdochter" en „Olaf Audunszoon"), maar ook voor de in deze twee delen 3 verzamelde romans „Witte orchideeën", j „Het brandende braambos" en „Jen- ny". Laatstgenoemd boek is een van Sigrid Undsets vroegste publikaties. Het dateert van 1911 en was in zijn tijd een j „moedig" boek omdat het „een ero- tisch probleem" aan de orde stelde. De j felle discussies die rondom „Jenny" ge- voerd werden, kunnen wij ons nu niet j meer voorstellen. Het boek geeft naar hedendaagse begrippen op zo'n innige j en voorzichtige wijze de realiteit weer, I dat niemand er aanstoot aan kan nemen, j Maar bewonderenswaardig en modern is dit boek nog altijd, als peiling van wat er in een gewone vrouwenziel kan omgaan. Innige zielsromans, dat zijn i ook beide andere boeken van Sigrid i Undset die in dit Pantheon onderdak hebben gekregen: de meer historische kant van haar talent komt in deze uit- j gaven dus niet aan de orde en evenmin i krijgt men hier proeven te lezen van Sigrid Undset als beschrijfster van hei- i ligenlevens. Men kan dit om wille van i de volledigheid betreuren, maar moet toch vaststellen dat met „Witte orchi deeën (1929) en „Het bradende braam bos" (1930) in elk geval het meest es sentiële facet van haar schrijverschap naar voren is gebracht: haar gave om te getuigen van het geloof als inspire rende kracht niet alleen voor de mid deleeuwse mens maar ook voor de mo derne mens. Beide boeken zijn zogenaamde be keringsromans. De schrijfster was in 1925 katholiek geworden; de geeste lijke omwenteling die daarmee ge paard ging bewoog haar tot een nieuw geestelijk realisme, waarin de moder ne stadsmens wordt uitgebeeld met zijn onbehagen in de cultuur, zijn bur gerlijke verwording en zijn vaak on machtig streven naar een waarlijk re ligieus beleven der dingen. Als reli gieus belijdster is Sigrid Undset een moderne figuur in de internationale letteren. Niet ten onrechte opende de Pantheon-reeks met haar. In „langademigheid" aan haar ver want en trouwens behorend tot dezelfde Skandinavische levenssfeer, is de IJs lander Hallor Kiljan Laxness. Hij kreeg in 1955 de Nobelprijs „voor- zijn uitzonderlijke epische begaafdheid die de grote vertelkunst van IJsland heeft doen Herleven." Maar ondanks deze prijstoekenning is Laxness een vrij wel onbekende meester gebleven. Wel licht is hij historisch gesproken iets te laat op het wereldtoneel verschenen. De grote vraag naar trilogieën is voor bij. Laxness intussen blijft de trilogie gedachte trouw. Het epos waarmee hij in de Pantheon-reeks uitkomt. „IJs- lands klok", is zeer nadrukkelijk een drieluik. Het werd geschreven tijdens de tweede wereldoorlog en speelt zich af omstreeks 1700, d.w.z. in de tijd dat IJsland nog een echte Deense „kolonie" was en het IJslandse volk in een toe stand van machteloos, mokkend verzet leefde. „IJslands klok" is een vooral door sociale gevoelens geïnspireerd boek. Het is wat zwaar, weerbarstig, nors van stijl, maar dat past bij het boerse en winterse klimaat dat Laxness wenst op te roepen. „IJslands klok" is een van de boeken in deze Pantheon reeks waarvan men niet bij voorbaat kan zeggen dat alle lezers er even warm voor zullen lopen maar waar van wel iedereen moet beamen dat het een monumentaal geschrift is dat ner gens beter dan in deze Pantheon-reeks tot zijn recht had kunnen komen. Vervolgens gaat onze aandacht uit naar een zeldzaam briljante Fransman Anatole France, Nobelprijswin naar 1921, van wie in dit Pantheon een boek verscheen, bevattende twee ro mans („De misdaad van Sylvestre Bonnard" en „Dit was mjjn vriend") en enig kleiner typisch literair werk (o.a. een commentaar bij een Franse bloemlezing uit Multatuli). Anatole France werd vertaald door Jan Willem Hofstra en deze heeft de zelfverzekerde élégance van de Franse stilist voorbeel dig in een gelijkwaardig Nederlands weten over 1e brengen. Uit de zeer interessante inleiding, die evenals aan alle andere Pantheon-delen ook aan dit deel voorafgaat, leert men Anatole France kennen als een iets beminne lijker geest dan hij wellicht in werke lijkheid is geweest. Het Pantheon-deel dat aan de Kus Iwan Poen in gewijd is. is naar onze persoonlijke smaak een boek om bijzonder enthousiast over te zijn. Zo als men weet is Boenin (voor Paster nak) de enige Rus geweest aan wie ooit een literaire Nobelprijs ten deel viel. Boenin kreeg de prijs in 1933, toen hjj als aristocratisch Russisch balling in Frankrijk woonde, alwaar hij in 1953, 83 jaar oud. is overleden. Boenin is een voortzetter van de grote Russische verteltradities der 19e eeuw. Hii vindt zijn inspiratie in wat men gaarne noemt „de Russische volksziel". Hij is een verteller op het niveau van Gogol en Tsjechof, een scherp waarnemer, lichtelijk melan choliek van inslag, puntig waar het op een raak formuleren van kleinig heden aankomt, kortom, een van die grote „oude" Russen voor wie wij te genwoordig kennelijk steeds meer ge voel beginnen op te brengen. Boenin is tot op heden nog een van de weinig bekende figuren. Hij verdient via de ze uitgave vele nieuwe lezers te krij gen. Tenslotte nog enige opwekkende woorden over twee figuren van totaal andere geaardheid dan de tot nog toe besproken schrijvers. En wel de Indiër Rabindranath Tagore (No belprijs 1913) en de Brit Churchill (Nobelprijs 1953). Beiden hebben een politieke carrière gemaakt en zij hadden eventueel ook de Nobel-vredesprijs kunnen krijgen, in dien zij daarvoor uiteindelijk niet te zeer omstreden figuren waren geweest. Ten aanzien van Churchill zal men dit wellicht begrijpen. Hij staat nog levend in ons midden en wij allen kennen hem behalve als pacifist ook als militairist. Over deze dubbele rol van Churchill worden ons kenschetsende bijzonderhe den verteld in het aan de Britse staats- Van, de Noorse romancière Sifirid Undset zijn twee Pantheon-delen verschenen- Men ziet haar hier op een uit 1923 daterende foto met haar zonen Anders en Hans- man gewijde Pantheon-deel, dat een prachtig overzicht bevat van zijn tus sen 1938 en 1945 gehouden „Redevoe ringen"; prachtig ook vooral vanwege de mannelijke taal van bemoediging welke heenklinkt door deze proeven van welsprekendheid-in-oorlogstijd. Deze taal is onvergelijkbaar met de bloem rijke, Oosterse, soms ietwat zwevende taal waarin Tagore zijn boodschappen aan de mensheid vervatte. Tagpre was een dichter die een leidende rol heeft gespeeld bij de internationale bekend making van Indië's geestelijke groot heid. Kort voor en na de eerste wereld oorlog was hjj de beroemdste dichter ter wereld en werd hij ook in Neder land (geïntroduceerd door Frederik van Eeden) zeer veel gelezen. Nu is de cul tus ongetwijfeld definitief voorbij, maar juist daarom is het goed nu eens in een samenvattend boekwerk het beste bijeen te krijgen wat Tagore in de loop van zijn lange leven heeft geschreven. Het boek heet „Verhalen, gedichten en toneel". Men zal het zeker niet adem loos uitlezen. De bloemrijkheid der x) Uitg. De Toorts, Haarlem. ?5 T~\ e sinds vele jaren in Hollywood werkzame regisseur Anatole Lit- vak heeft tè veel films van niveau als „Mayerling", „Tovarich", „The Snake Pit" en „Sorry, wrong number" op zijn naam staan dan dat men hem zonder meer als leverancier van romantische „Kitsch" zou mogen kwalificeren. Toch kunnen we ons niet onttrekken aan de indruk, dat ook hij begint te bezwijken voor de verleiding om concessies te doen aan de smaak van een publiek, dat onwezenlijke romantiek verkiest boven gedramatiseerde werkelijkheid. Zijn film „Anastasia", waarin hij fei ten en verdichtsels rond de omstreden figuur van de laatste overlevende tsaren- dochter in beeld bracht, wees reeds in die richting en in „The Journey", zijn nieuwste werkstuk, dat in Amsterdam onder de niets ter zake doende, maar sensationeel-aanlokkelijke titel „De Ge heimzinnige Passagier" wordt vertoond, wordt deze indruk helaas bevestigd. De film houdt zich bezig met de lotgevallen van een internationaal groepje reizigers, die in 1956 het door de revolutie verscheurde Hongarije pogen te verlaten. Als het vliegveld van Boe dapest door de Russen is bezet en ge sloten voor alle burgerlijke verkeer, trachten zij per autobus de Oostenrijkse grens te bereiken, maar vallen in handen van het Sovjetleger, gepersonifieerd door een majoor met een open oog voor de aantrekkelijkheden van de plaatse lijke schoonheden en een onlesbare dorst naar wodka. De majoor ontdekt, dat een jonge en natuurlijk knappe, want deze rol wordt vertolkt door Deborah Kerr Britse vrouw uit het gezelschap een gewonde Hongaar over de grens wil smokkelen. Nobel cn goed van aard als hij is, probeert de Rus met zijn geweten in het reine te komen en het paar te laten gaan, een moeilijk te volgen pro ces, dat nog aanzienlijk ingewikkelder wordt door het feit, dat de stoere mili tair smoorverliefd is geworden op de blonde Blitse schoonheid. De andere reizigers, die de vlam der liefde in het martiale oog zien branden, en bedacht zijn op eigen veiligheid, sporen hun medereizigsters aan, in te gaan op diens avances over vele glazen wodka heen en met zigeunermuziek op de achter grond. Het einde van het verhaal is. dat de majoor één kusje krijgt van de koele Britse schone, in ruil waarvoor iedereen het vrije Oostenrijk mag be treden, terwijl de majoor zelf wordt doorzeefd met de kogels van de Hon- E gaarse verzetsstrijders. Litvak, wiens kundigheden als cineast wc niet in twijfel zullen trekken, al lijkt 33 ons zijn goede trouw in dit geval een tikje dubieus, is er niet in geslaagd een historisch en psychologisch gefun- 33 deerde film van dit gegeven te maken, ofschoon „The Journey", vooral in het begin, goede momenten heeft en de E minder op de voorgrond tredende Britse, Duitse, Amerikaanse, Japanse en Joodse E leden van het gezelschap raak met de camera worden geobserveerd. Het verhaal is van alle geestelijke diepgang en van alle historische achter- 3 gronden ontdaan, zodat er niets over- 5 bleef dan een romantisch ontsnappings- 3 avontuur. Daarvan heeft een acteur als S Yul Brynner, die in geen enkel opzicht aan een Russische militair doet denken, 3 misbruik gemaakt om in een aanmati- 1 gend nummer solo-toneel een door en 3 door burgerlijke vertoning van een I kale Don Juan weg te geven. Evenals in „Anastasia" wordt ook nu 3 weer alle filmesthetica met voeten ge- E treden. Maar hier mist men zelfs de 3 gedenkwaardige creatie van Ingrid 1 Bergman, die eerstgenoemde film ten- 3 minste nog reproducerende waarde ver- E leende. 3 Het ergste is evenwel, dat Litvak, die 3 zelf heeft toegegeven, dat het verhaal van zijn film reeds in bewerking was vóór de Hongaren in opstand kwamen tegen hun Russische onderdrukkers, dit 3 gebeuren, dat ieder nog vers in het 3 geheugen ligt en waaraan men slechts met diepe smart en felle veronlwaardi- 3 ging kan terugdenken, tot achtergrond heeft gekozen voor een romantisch 3 ontsnappingsverhaaltje, waaraan het 3 door hem gebruikte technicolor het laatste sprankje dramatische realiteit 3 ontneemt. 3 Hoewel de film in Oostenrijk werd 3 opgenomen, heeft zij alle gladheid en glans, die de produkten van Hollywood plegen te kenmerken. Juist die glans en 3 gladheid èn het onvermogen, of de on- wil, van Litvak, zelf te Kiew in Rus- 3 land geboren, om de door hem gekozen E achtergronden een wezenlijke functie te 3 geven, doen sterk afbreuk aan zijn film, E al zal een weinig eisend, romantiek ver- langend publiek er ongetwijfeld nog 33 veel in te waarderen vinden. F. 3 ons hun beste foto's te zenden van „de werkende mens". Een uit onze redactie gevormde jury maakt uit wie de eerste, tweede of derde prijs verdienen. En alle foto's die wij voor onze wedstrijd hebben ontvangen worden doorgezonden aan de Ver eniging Nederlands Fabrikaat. Daar zetelt een heel andere jury, die op nieuw de foto's tezamen met de exemplaren die buiten onze bladen om worden ingezonden) aan een keu ring zal onderwerpen. De foto's van onze lezers dingen ook nog naar de prijzen die door de Vereniging en de Stichting worden uitgeloofd. We begrijpen dat u, met uw toestel in de hand, al popelt om met speurend oog de straat in te trekken. Maar leest eerst rustig de wedstrijdvoorwaarden. 1. De wedstrijd is voor jong en oud, maar niet voor vakfotografen. 2. De ingezonden foto's moeten betrek king hebben op het onderwerp „de werkende mens" in de ruimste zin van het woord. 3. Het formaat van de foto's moet ten minste 9x9 cm zijn en ten hoogste 18x24 cm. Iedere deelnemer mag maximaal vijf foto's inzenden, zowel zwart-wit als in kleuren. De foto's mogen niet op karton zijn geplakt. 4. Op elke foto dienen (duidelijk a.u.b.) aan de achterzijde vermeid te wor den: naam en adres van de inzen der en het totaal der ingezonden fo- llllllllllllltllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIUUIIIIIHIIHMIHUHIIIIII,,!,,!,!,,!,, /n ons land worden de laatste jaren miljoenen foto's gemaakt uit liefhebberij. Zoals de foto grafie, wordt er geen liefhebberij be oefend. Kan men dit heir van bezig kiekende, knippende en afdrukkende amateurfotografen een groter ge noegen bezorgen dan door een foto wedstrijd te organiseren? Neen, meent de redactie van uw lijfblad. Een ivedstrijd waaraan iedereen met box of super-camera kan deelnemen is iedereen welkom. De edele foto grafeerrage van deze tijd brengt ech ter met zich mee dat er meer initia tieven van deze aard ontplooid wor den, die de schare liefhebbers mis schien wel even welkom zijn. Er is immers straks ook de Week van de Fotografie, waarvoor onder auspiciën van de Vereniging Nederlands Fabri kaat en de Stichting ter bevordering van de Amateurfotografie een na tionale fotowedstrijd georganiseerd wordt Om te voorkomen dat wij deze loffelijke actie zullen doorkruisen, haken wij met onze grote fotowed strijd in op de nationale. Wij kiezen dus ook hetzelfde motto, dat luidt: „Richt uw lens op de iverkende mens". Begrijpt u ons dus goed. Wij nodi gen de lezers van onze bladen uit Eenieder kent het grapje: „Ik houd van werken, ik kan er urenlang naar kij ken." Voor de foto-wed strijd „richt uw lens op de werkende mens" is het de bedoeling dat men naar andermans werken gaat kijken. Uiteraard met het toestel in e hand. De ober die met zijn schotels ba lanceert. de verhuizers die een piano omhoog hijsen de boer met zijn ploeg, de vertegenwoordiger die goed van de tongriem ge sneden is, de lopende- bandwerker in de fabriek, de bruidsfotograaf, de ke telstoker, de big-business- directeur aan zijn tele foon, de schoonheidsspe cialiste, de juffrouw van de kleuterschoolzij allen behoren tot het on metelijke „jachtterrein", dat met onze fotowed strijd voor de amateur-fo tograaf wordt opengesteld. Het onderwerp is zo in spirerend, dat het niet nodig is er meer over te zeggen. We verwachten de fraaiste, stemmigste, ka- -rakteristiekste foto's, vol spanning en beweging en kracht, of vol intensiteit cn markante silhouetten. We zouden er veel over kunnen filosoferen, ovei „arbeid adelt" en derge- l'iLe, maar we weten ons ook gevoelig voor het humoristische, anecdoti- sche plaatje. We kunnen dus volstaan met uit te roepen: „Ga uw gang, be kijk de ander maar eens goed als hij (of zij) met werken bezig is.." We zul len eerder letten op de voorstelling op de foto's dan op de technische uit voering. Het interesseert ons niet of u een boxje bezit of een ,.camera-met- wat-al-niet-ingebouwd." Of u wel met telelenzen, filters, elektronenblitz werkt of niet, blijft ons om het even. De lenzen van de tegenwoordige toestellen zijn alle goed genoeg om te realiseren wat u zich, met hoofd e.. zinnen het beeld opnemend, voor stelt te fotograferen. We hopen dat u „het" ziet en uw respect jegens ander mans weri. via uw foto zult betuigen. lo's. Maar dat is nog niet alles. Voor de nationale fotowedstrijd, die twee groepen omvat Groep A voor de leeftijd van 10 tot en met 17 jaar en Groep B voor alle overige amateurs dienen achttienjarigen en ouderen te vermelden „Groep B" en de jon geren „Groep A". De jongeren van de A-groep behoren ook hun leeftijd en hun school op te geven. 5. Alle Inzendingen moeten natuurlijk eigen werk zjjn, gemaakt in 1959 én mogen niet eerder bekroond zjjn. Het doen afwerken of vergroten van de in te zenden foto's is toegestaan. 6. De inzending sluit maandag 15 juni a.s. De foto's moeten aan het bu reau van dit blad gezonden worden. 7. De jury kan geen correspondentie voeren over de toekenning van de bekroningen. 8. Wie prjjs stelt op terugzending van foto's dient een gefrankeerde stevige enveloppe, waarop naam en adres .staan vermeld, bjj zijn inzending mee te sturen. Terugzending geschiedt na 15 augustus a.s. 9. De toto's die door de Vereniging Ne derlands Fabrikaat en de Stichting ter Bevordering van de Amateurfo tografie worden bekroond, worden het eigendom van de Vereniging en de Stichting. Zjj hebben het recht de ze foto's te publiceren en te doen pu bliceren zonder bronvermelding en Er zijn in de gecombineerde fotowedstrijd van onze bla den enerzijds en de Vereni ging Nederlands Fabrikaat en de Stichting ter Bevordering van de Amatenrfotografie anderzijds heel wat prijzen te behalen. Zoals men ook in de wedstrijdvoorwaarden kan lezen zijn er voor de nationale wedstrijd van de Vereniging en de Stichting twee groepen van deel nemers. De jeugdgroep, Groep A, zal straks elf provinciale winnaars tellen. De jeugdige winnaars uit elf provinciën mogen als gast van de Centrale Werkgeversorganisa ties een vijfdaagse reis langs de Nederlandse industrie maken. Voorts is de eerste prijs 100, de tweede prijs 75, en de derde prijs 50, in contanten. Bovendien zijn er waardevolle prijzen in natura en an<H*n attrac ties. Groep B, voor achttie cn ouder, biedt: Eerste prijs 1000, Tweede prijs 500, Derde prijs 250,— Vijf prijzen a 50, Vijf prijzen a 25, Twintig prijzen a 10, Vijfendertig prijzen a 5, Al deze prijzen zijn in de vorm van waardebonnen, die men naar keuze aan fotografisch materiaal kan besteden. Dan zijn er ook nog een aantal prijzen in natura be schikbaar. De Vereniging Neder lands Fabrikaat stelt een extra premie beschikbaar voor de beste foto met betrekking tot de Neder landse industrie. Deze premie is 500 gulden in contanten. Wellicht ten overvloede vermelden wij, dat de deelnemers aan de fotowedstrijd van onze bladen automatisch mee dingen naar bovengenoemde prij- Dan worden bovendien prijzen uitgeloofd aan de deelnemende lezers van de groep van bladen, waartoe ons blad behoort. Eerste prijs 400, Tweede prijs 250, Derde prijs 100, De winnaar van onze wedstrijd ontvangt daarenboven een ere penning van de Vereniging Neder lands Fabrikaat. zegswijzen, eens om strfjd bewonderd door fijnzinnige geesten en theedrinken de dameskransen, kan ons thans slechts vooi' korte tijd bekoren. Maar ook hier speelt een kwestie van persoonlijke smaak mee en het is niet onmogelijk, dat nog menige lezer of lezeres opnieuw open gaat staan voor het zeer fijne, milde en wijsgerige levensgevoel dat door Tagore wordt vertolkt. Onnodigte zeggen.dat ook dit Pan- theondeel eminent vertaald, gedocumen teerd en tot in de puntjes verzorgd werd. Er is met dit Pantheon van Nobel prijswinnaars een monumentale bi bliotheek in wording. Men mag op grond der reeds verschenen uitgaven rustig vertrouwen dat ook de vele delen die ons nog te wachten staan de toets der kritiek zullen kunnen doorstaan en daarom kan de belang stellende lezer er veilig op in tekenen.x). NiCO VERHOEVEN zonder vergoeding van auteursrech ten. Deelnemers kunnen geen bezwaar maken tegen publicatie in onze bla den van één of meer van hun inzen dingen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 8