Alleen forse ingreep geeft Rotterdam nog recreatiekans J'p:-A si A-f .-AA 4 VA j A Geen bekeuringen aan de lopende band ïs lezen leren voor kleuters gevaarlijk Reclame Anton Sweers en Ons Lekenspel BEWEGING IN DE WERELD VAN HET AMATEURTONEEL c. Opzet plannen te armetierig Waarschuwing aan plannenmakers Piet de Vries in Nederlands elftal A.N.W.B. wenst: Als „spel" en vrije bezigheid volkomen verantwoord *w>m ""V«' De betaalde waar schuwing ZWARE EISEN VOOR VERRAST DRIETAL Maakt voor Uw zaak NIEUWS TREKT AL.IJD IEDERE DAG Wederom opstand in merikaanse gevangenis V B WOENSDAG 13 MEI 1959 PAGINA 9 Enkele weken achtereen hebben wij onze lezers meegevoerd op' verkenningen door het tegen woordige en toekomstige recrea tiegebied voor Rotterdammers die een dagtochtje willen maken per fiets of brommer. Wij hadden ook de wandelaar gaarne zijn deel ge geven, maar helaas vonden we voor hem alleen maar de groen strook tussen Rotte en Bergse Voorpias en het Kralingse Bos. Cervelaatworst Rijwielgenot 90 procent.... RECREATIERUIMTE RONDOM ROTTERDAM In Rotterdam: 380 in één week Pe bankoverval in Maasland Politie in be\ Eerlijke kans voor alle functies Fi. P''K. Welk een ramp dit tekort voor Rotter damse gezinnen-te-voet betekent, bewees Hemelvaartsdag, toen de Rotterdammers van de Crooswjjkse zijde komende, groepje voor groepje door de politie konden worden toegelaten, wanneer ver- trckkenden voor hen plaats hadden ge maakt °P het „witte bruggetje". Volgens de methode, die gevolgd wordt bü druk bezette caté's. Het Kralingse Bos is na de tijdelijke sluiting van het toch ai erg beperkte Park de enige mogelijkheid voor na- tuurzoekende wandelaars om eens uit te waaieren over het terrein. In de eens veelbelovende' Zuiderparkgordel is dut onmogelijk geworden, omdat de gemeente Rotterdam er, zoals sommigen het noe men, een ,-cervelaatworst" van heelt gemaakt. Men moet de paadjes houden tussen de velden, die een bijzondere be stemming kregen. Sportverenigingen en volkstuinders hebben er hun complexen gekregen en de wandelaars mogen er naar kijken. Nu hebben wij niets tegen volkstuinders l" en sportbeoefenaren, Integendeel maar v zij bakenen hun terreinen voor niet- leden af en daarom achten wij hen helemaal niet op hun plaats ;.n gebieden, - die voor de algemene recreat e zijn be- doeld. De stroken langs de Brielse Maas en de Oude Maas zijn smal; de speel- en lig- weiden bevinden zich op de plannen aan de zijden van het fietspad, zodat men zich door bellen en knetteren zeer nabij de eindeloze processie der rijdende natuurzoekers weet. Op die paden is het fietsen overigens geen onvermengd genot meer, nu de brommers de ongemotoriseerde pedde laars naar de kant bellen en het is gebleken dat een groot deel der gcmoto- vrfsecrden het maximum van de dertig kilometer-snelheid pleegt te overschrij den. Het enige gebied, wa'ar de fietser nu n°g zijn paradijs vindt, dat is de Krim- TPenerwaard met zijn voortreffelijke Vlist ■en de rivierendijken. Maar hoe' lang ;-l dit nog zo blijven Gezien de acti viteit van de Stichting Krimperierwaard menen wij. dat het ebied spoedig zal zijn ontdekt wat het tegendeel van ®rg is en dat de eenzaamheid en de rust der binnenwegen niet meer zullen -. blijven zoals ze zijn. In juli van vorig jaar heeft de Rijks- dienst voo,;- het Nationale Plan een rap port uitgebracht over de recreatieruimte het westen des lands. Dit rapport wijdt - ruime aandacht aan de recreatieve mogelijkheden voor de Rotterdammers en men heeft opgemerkt, dat een groot deel van de Rotterdammers zich naast de meest nabije duin- en strandgebieden zich richt op het poldergebied binnen een straal van 20 km. Hoever trekt men uit de stad? Men zou, schrijven de rapporteurs, verwachten, dat dit afhankelijk is van het voorhanden zijn van recreatiegebie- den. Ten dele is dit waar zo blijft ruim de helft van de Hilversumse trek - °P zondagmiddag binnen de ring van ,10 km. om de stad. Men vindt hier zeer aantrekkelijke recreatie-gebieden en be- hoeft "dus geen grotere afstanden af te 'eggen. Echter voor de overige drie ge- meenten (Amsterdam, Rotterdam en Zaandam) dat circa 20 procent zich "innen de grens van de 10 km. ophoudt, 'erwijl circa 30 procent zich op 30 km. er meer van de woongemeenten bevindt, -•Ondanks de verschillen in aantrekkelijk- jheid van de omgeving van die drie Plaatsen. Dit houdt waarschijnlijk mede r verband met het hereik der verschillende .Vervoermiddelen. Een dergelijke spreiding van het recreatieve bezoek betekent dus in wezen dat, wanneer circa 35 procent van de bevolking zich op zondagmiddag buiten de stad bevindt en hiervan Weer circa 30 procent op een afstand van 30 km. en meer -rtoeft, ongeveer 00 procent van de grote stadsbevolking zich l„ deze tijdsperiode In of om de stad ophoudt Dit is een min of meer ontstellende "ntdekking, wanneer deze berekening voor Rotterdam opgaat. Negentig pro- ."jent van de Rotterdamse bevolking is vis aangewezen op het magere recreatie- gebied dat er is. Een groot deel van het - „ontsluiten" recreatiegebied zoals t^nimpenerwaard en Brielse Maas ligt hovend'Ien nog aan de rand van het - gebied met een straal van 3" km. Des te erger blijkt ons de situatie, Wanneer wjj denken aan de gezinnetjes "iet kleine kinderen, die slechts het open- ,A'-T Wanneer Rotterdam zich wat Woon- en industriegebied uit breidt, zoals de plannen dat aange ven en daarbij het tegenwoordige tempo wordt aangehouden, wordt Rotterdam een onbewoonbaar oord. Het vertrekoverschot, dat regelma tig af te lezen valt van de bevol kingsmigratie, duidt in de richting, dat menige Rotterdammer in een ander deel des land werk en een woning gaat zoeken. Het ontwerpen van een modern en ruim aangelegd stadscentrum, van nieuwe, frisse wijken is een kranig stuk werk geweest. Maar tot alleen dit mag een stadsplan- hing zich niet bepalen. Zoals wij op zaterdag 20 april al reeds schreven, bezit menige grote stad in binnen- en buitenland zijn habiie bosterrein. De aanleg van een bos vraagt vele jaren. Ais nu, de kortste termijn, geen behoor- "ik Rotterdams bosplan op tafel Wordt gebracht en dan binnen een straal van 10 kilometer van het stadscentrum, dan vrezen wij voor een groeiend verlangen bij velen, kroot-Rotterdam als woongebied tc ""'vluchten. Met alle ellendige ge volgen voor de haven en de in- diislrieëie bedrijven. Een forse in greep zal de enige redding zjjn. IWV,.., f t V V r V v I W VmhO •- AFSTAND VAN 15 km (WIELRIJDERS MET KINDEREN) AFSTAND VAN 20km(WIELRIJDERS ZONDER KINDEReN) AFSTAND VAN 30 km (BROMFIETSEN) AGGLOMERATIE OMSTREEKS 1980 RECREATIEGEBIEDEN RECREATIESTREKEN MEREN BINNEN BROM FIETS BEREIK ZIEHIER een kaart, waarbij de rapporteurs van de Rijksdienst voor het Nationale Plan het volgen de aantekenen: „Van de grote stedelijke agglomeraties in het wes ten des lands is de Rotter damse wel het minst met natuurruimte bedeeld. Het is daarom van veel belang, dat over enige grote parken en dergelijke gebieden be schikt kan worden, die van voldoende allure zijn om, behalve voor de dagelijkse, ook voor de dagrecreatie dienst te doen: het Kra lingse Bos met de Kralingse Plas, het park, de Bergse Plas met omgeving de Zui derparkgordel. Het is van belang dat de accommoda tie van deze gebieden zo veel mogelijk aan de wen sen van de dagrecreatie wordt aangepast door het creëren van mogelijkheden voor een langer opont houd". En verder Jezen wij: „Voor vele Rotterdam mers voert de tocht naar de genoemde gebieden (Krimpenerwaard, Alblas- serwaard, Oude en Brielse Maas) door onaantrekkelij ke stadsgedeelten en door weinig fraai landelijk ge- bied; aantrekkelijkheid van het reisdoel moet dan wcl zeer groot zijn zo als dat b.v. met het strand het geval is! om een ze kere psychische weerstand tegen de af te leggen weg te overwinnen. Toeristisch aangename uitvalswegen zijn voor Rotterdam, meer nog dan elders, van be lang". 'ERDELING VAN DE RECREATIERUIMTE. OI.ll Vokantiegebieden Watersportgebieden Overheersend bos.duin.heide.enz. Streken met gemengd bedrijf "dtTJ Heuvelgebied Zuidlimburg Steden met meer dan 25000 Inw. baar vervoer voor verplaatsing ter be schikking hebben en dan vaak voor de heen- en terugreis een groot deel van de vrije dag behoeven. Eerst de stadstram en dan overstappen op een lijn van een gewestelijke bus- of tramdienst en dat dan tweemaal ls, met een gezin met kleine kinderen geen onverdeeld ge noegen. Eén der conclusies van het rapport luidt „Soms echter zal het, vaak tegen hoge kosten, nodig zijn om als zelfstandig werk recreatiegebieden te maken, zoals dat het geval ls met de grote parken b(j de steden". Wij zijn het daarmede eens in zoverre dan, dat wij gaarne dat begrip „grote parken" zagen vervangen door „ruime bosaanleg". Eerst dan voelt de grootste- deling zich wat vrijer. Eerst dan kan hij spreken van recreatie in de vrije natuur. Het Nederlands Elftal, dat woensdag avond in Sofia tegen Bulgarije speelt, is als volgt samengesteld. Doel: De Munck (DOS). Achter: Brnll (Rapid J. C.) en Wiersma (PSV). Midden: Notermans (Fortuna '54), Van der Hart( Fotnna '54) en Klaassens (VVV). Voor: Van der Kuil (Ajax), Rijvers (Feijenoord), Canjels (NAC). De Vries (Sparta) en Bosselaar (Sparta). In dit elftal is Tonny van der Linden door Piet de Vries van Spar'.a vervangen. Verder heeft EIek Schwartz Kuys wegens een zenuwontsteking aan de schouder, vervangen door Brüll en mocht Bosselaar de plaatsi innemen van Moulijn die last heeft van een voetblessure. (Van onze Utrechtse redacteur) ,.Wij kennx talrijke gevallen, waarbij ter plaatse opgestelde politie-ambtenaren in enkele uren tijds tientallen processen- verbaal kunnen opmaken c.q. gemaks halve op waarneming van het kenteken verbaliseren, Dit wekt niet ten onrechte erge-mis en weerstand QP -bij de betrok kenen en daarom is 't nodig dat in de der gelijke gevallen de autoriteiten van po litie en justitie zich aanstonds afvragen of de verkeersveiligheid niet meer gebaat is met het opsporen van de grondoorzaak van 't grote aantal identieke overtredin gen en met het doen van voorstellen tot spoedige verbetering" Dit zei de heer A. G. M. Boost, direc teur wegen en verkeer van de A N W.B. op de vandaag te Utrecht door deze bond ge organiseerde politie-verkeersleergang. die werd bijgewoond door de commissaris der Koningin in Gelderland, mr. H. K. Bloe- mers, procureur-generaal officieren van justitie en atlrijke hoofdcommissarissen van politie. Onduidelijke of tot verwarring aanle,- ding gevende situaties, onvoldoende op vallende verkeersborden of voor de ge middelde weggebruiker moeilijk te be grijpen combinaties daarvan, samen te vatten als ,,de techniek van de weg" lei den. aldus de heer Boost, tot ongewild» overtredingen en dus bekeuringen aan de lopende band. De politie heelt voor een doelmatige handhaving duidelijke en con crete bepalingen nodig. Mr J. F. E. Hopman, commissaris van politie te Den Haag en voorzitter van de verkeerspoiiitee-commissie, achtte het on billijk bij kritiek op het politiebeleid te generaliseren. De politie schept er zeker geen behagen in bij onduidelijke situatie» aan de lopende band verbalen te maken. De heer K. J. Müller, commissaris van politie te Rotterdam, weeg ©r op. dat de politie tegen de achtergrond van de steeds toenemende verkeersdrukte gevaarlijk sterk onderbemand ls Het minimum aan verkeerssurveiillance kan op vie plaat sen in ons land niet worden gehaald met als gevolg, dat het ongestraft plegen van overtredingen tot een slechte gewoonte dreigt te worden. Daardoor kan een chao tisch en ongedisciplineerd verkeer ont staan d'at de politie over 'het hoofd groeit Een van de beste middelen om de orde in 'het verkeer te handhaven is een voort durende dreiging van correctie. Mr. D. J. van Gilse, procureur-generaal bij het gerechtshof te Den Haag, hield een voordracht over de betaalde waarschu wing, welk systeem eigenlijk een voort bouwen is op het reeds jaren zo vertrouw de transactiesysteeni. Aan de individuele opsporingsambtenaar wordt een eigen be leid toevertrouwd, zodat hij een gecon stateerde overtreding ook nog wel eens zonder meer kan pardonneren. Van een betaalde waarschuwing mag echter nim mer sprake zijn, wanneer de betrapte verdachte verweer voert of ook maar in enigerlei vorm met de opsporingsambte naar over het geconstateerde strafbare feit in discussie wil treden. In Rotterdam zijn in de eerste week 380 betaalde waarschuwingen aangeboden en geaccepteerd, waarmee het grootste aantal overtredingen op deze wijze is af gedaan, want in K'dam worden gewoon lijk gemiddeld per dag 70 oproepingen uitgereikt. Evenmin als in Zwolle en in andere proefgebieden heeft de politie moeilijkheden met het publiek ondervon den. Wil he>t systeem slagen, zo betoogde mr Van Gilse, dan muet het publiek begrij pen, dat er met de politie niet te mar chanderen valt door te vragen of het niet minder kan. Voor de rechtbank te Rotterdam heb ben gisteren de drie mannen terecht gestaan* die in de nacht van 13 od 14 febr. ]I. de overval op de bank van Maasland gepleegd zouden hebben. Het waren de 26-jarige varensgezel J. V. uit Leiden, tegen wie drie jaar gevan genisstraf met aftrek geëist werd, de 35- jarige schoonmaker W. S- uit Den Haag, tegen wie de eis twee en een half jaar gevangenisstraf met aftrek luidde, en de 44-jarige havenarj>eider A. A. A. H. uit Den Haag, die eèn jaar gevangenisstraf met aftrek tegen zich hoorde eisen. Het verhaal van deze roofoverval is be kend: de drie mannen waren enkele ma len in Maasland op verkenning uit ge weest en dit was opgevallen. De politie nam het zekere voor het onzekere en be trok de wacht in het bankgebouw. Het jonge kassiersechtpaar dat er woonde zocht tijdelijk een ander onderdak. En zo gebeurde het dat de overvallers, toen zij hun slag wilden slaan, in het echtelijk bed van de kassier twee potige rijkspoli tiemannen aantroffen.... „Water gebeurd zou zijn als dit niet het geval was blijf, natuurlijk een buister punt. Maar roofovervallen als deze zijn bijzonder ernstig", aldus de officier van justitie, mr. I. H. van de Roemer. Hij zag V. als de hoofdpersoon. Deze ontkende echter, dst hij het plan ge maakt had, maar hij weigerde de naam te noemen van degene die dat dan wel ge daan had. De politie heeft een vierde man ook niet kunnen vinden. H. was niet mee naar binnen geweest, hij had in de auto zitten wachten- Alle verdachten waren reeds meermalen veroordeeld De reclasseringsrapporten luidden niet erg hoopvol. De raadslieden vroeger lichtere straffen met een voorwaardelijk gedeelte als „stok achter de deur". Uitspraken over veertien dagen. (Ingezonden) In twee lezingen voor kleuterleidsters heeft de heer B. M. Reynders van het Katholiek Pedagogisch Centrum gespro ken over de grote betekenis van het spel voor de kleuter, over de plaats, die daar om het spel moet innemen op de kleu terschool en over de gevaren van het le ren lezen. Naast dit gevaarlijke lezen noemt hij ook nog het liturgisch mate riaal zoals kazuifeltjes, altaartjes, enz. tel- en getallenmateriaal. De heer Reynders begint zijn betoog met de opmerking, dat hij bij de kleu ters, speciaal in kleuterschoolverband, geen ervaring heeft. Wij prijzen de liefde en ijver voor hot kleuteronderwijs in de spreker, en zijn warme pleidooi voor het spel en zijn betekenis voor de kleuter. Zijn positieve (of liever negatieve) richt lijn in verband met de didactiek van de kleuterschool kunnen wij moeilijk waarderen juist al om het gemis aan praktische ervaring met kleuters bij de spreker. Graag zouden wij het volgende willen stellen in verband met het „leren" lezen en de verwante activiteiten in de kleu terschool. die alle meer of minder het ka. rakter hebben van „leren" Het spel is voor de kleuier zeer be langrijk, ja levensnoodzakelijk. In het spel leeft de kleuter en vindt hij de beste ontwikkelingskansen. Door de psycholo gen wordt het epel vaak aangewend, om het psychisch afwijkende kind te genezen. Het spel heeft dus therapeutische waar de. Het kind. dat door opvoeding of om standigheden te weinig heeft gespeeld, in de tijd dat het dit zo hard nodig had moet eerst deze schade inhalen en dus speten, voor het verder goed kan uit groeien. Daarom is het streven van ons moderne onderwijs gezond: laat de kleu ter spelen en geef hem de kan6 tot alle spontane vormen van spel We stellen ons nu de vraag: is het Ieren lezen bij kleuters verantwoord? Het kind leert van de geboorte af spon taan, door zijn ervaringen. Dit leren heb ben we niet op het oog. maar het opzet telijk systematisch aanleren, in de zin van onderrichten. Het leren, dat uitgaat van de volwassene in de geest van: „luis ter goed. let op, wees erbij met heel je aandacht, want ik ga je iets leren". Het antwoord ligt voor de hand. Neen, dit leren is niet verantwoord, bij geen enkele bezigheid van de kleuter, maar zeker niet als 't gaat om leren. Dit hoort niet bij de kleuter thuis, dit past niet bij de spelsfeer, waarin de kleuter leeft. Het lezen van de kleuter lijkt ons wel verantwoord als vrije bezigheid, door de kleuter zelf gezocht. Eén van de meest fundamentele principes van dr. Maria Montessori is: bereid de omgeving voor. schep voor het kind een omgeving, waar in het de beste ontwikkelingsvoorwaarden vindt. Geef het kind een omgeving, die uitnodigt tot activiteit, waardoor 't kind zichzelf kan verwerkelijken. Dit principe neeft. nooit tegenstand ontmoet en wordt vooral in het kleuteronderwijs met suc ces toegepast. De omgeving moet zo zijn voorbereid, dat alle functies en behoeften van de kleuter 'n eerlijke kans krijgen. De kleu ter viereneenhalf vijf jaar, toont spon tane belangstelling voor letters. Hij her kent zün naam, als die ergens staat ge schreven en ontdekt met vreugde de letter van zijn naam, gebruikt in een ander woord. Wanneer men in een Montessori- kleuterklas dan ook letters brengt, naast de vele andere spelmogelijkheden. dan is dat verantwoord. Alle functies moeten een kans krijgen en alle vormen van spel, dus ook deze functie en dit letter- en lees- spel. Want Eet lezen is voor de kleuter een spel. niet alleen om de vreugde, waarmee het gepaard gaat. maar vooral omdat deze bezigheid voor de kleuter het karakter van spel draagt. Het meest we zenlijke van spel is nl. dat het een be zigheid is. die gezocht wordt om de be zigheid zelf. Het doel van het spel ligt in het spel zelf, het kind speelt om U spelen, maar het leest ook om te lezen, voorlooig nog niet om te weten, wat men door de geschreven taal wil mededelen. Het kind is enthousiast, als het in en door zijn eigen activiteit plotseling ont dekt, dat het lezen kan. Dit nu is in een goede Montessori-klas het geval, Lezen is voor kleuters aanvaardbaar, maar alleen dan. als de omgeving werke lijk zo is voorbereid dat er spel- en ont wikkelingsmateriaal is, waarin alle func ties van het kind hun bevrediging vinden, waar de verhouding tussen spel- en ont wikkelingsmateriaal juist ligt. Een harmo nische ontwikkelme van het kind in zijn ganse persoonlijkheid moet verzekerd zijn. De grote opgave aan de kleuterleidster blijft dan ook. zich steeds weer te bezin nen op het juist voorbereiden van de om geving. Dit is echter niet voldoende. De kleuter is zeer suggestibel. Hij voelt heel snel en trefzeker aan, waar de leidster heen wil. Zij moet dan ook een juist in zicht hebben in de vrijheid in de opvoe- nmg. waarover Maria Montessori zo her haaldelijk spreekt. Zij zegt zo terecht, dat het geven van vrijheid een levenskunst Is, die niet gemakkelijk geleerd wordt en zeer moeilijk begrepen. De instelling van de leidster moet zo zijn, dat zij iedere bezigheid van de kleuter evenzeer waar deert. De leidster, die erg graag ziet, dat haar kleuters lezen en op vorderingen en kleine succesjes bij de kleuters bijzon der waarderend reageert, beïnvloedt de kleuter niet weinig. Het moet haar vol- Komen onverschillig laten, welke bezig heid het kind kiest waar het mee speelt of „werkt", als het maar leuk en ge animeerd bezig is. Als het maar speelt en „werkt" met overgave. Dit alleen is belangrijk, want hierin komt de kleuter tot ontplooiing. Pasch van Marvilde zegt in zijn bijzon der verdienstelijke boek: „Volg uw kind in zijn ontwikkeling", dat de kleuter niet alleen speelt, maar ook graag werkt, iets presteert, groot wil zijn en „moeilijke" dingen wil doen. Hij groeit daarin en wint aan zelfvertrouwen. Dit blij'kt ook telkens weer in de praktijk van de kleuterschool. Zou de kleuter daar alleen en dus uit sluitend creatief en expressief bezig zijn met blokken, zand. klei. water, lapjes, enz. dan zou hij zich op de duur gaan vervelen. De meest moderne kleuterscho len hebben reeds moeten constateren, dat de grote kleuters beslist tekort komen. Daarom ook voegde mejuffrouw N. Nij- kamp, de grote voorstandster van het vrije spel in de kleuterschool, in de nieuwe uitgave van haar boek: „De kleuter in ae gemeenschap", een uitgebreid hoofd stuk toe juist over activiteiten als lezen en tellen. De kleuter wil spelen en werken en noewel deze beide activiteiten bij hem moeilijk te scheiden zijn, dragen sommige bezigheden toch meer het karakter van arbeid. Hij streeft in zijn bezig-zijn in de meeste gevallen geen doel na. buiten de bezigheid en daarom is ook weer al zijn werken spelen. De kleuter, die moeder „helpt" bij haar huishoudelijk werk, veegt en schrobt om het plezier van de bezig heid zelf. Toch vindt hij zichzelf zeer ge wichtig en meent hij. dat moeder beslist niet klaar zou gekomen zijn zonder zijn „hulp". Het huishoudelijke werk, zoals het ook door de kleuters wordt gedaan in de kleuterschool, draagt naast het karakter van spe] voor de kleuter toch ook het karakter van arbeid. Zo draagt ook het lezen voor de kleuter een werkkarakter. Hij vindt het gewich tig en „moeilijk" en geniet ook juist daarvan. Wanneer de kleuter, in de sfeer van de Montessori-opvoeding. op een goede dag ontdekt, dat hij zo maar lezen kan. dan aankt h'l dit aan zijn eigen Innerlijke drang in deze richting aan de weivoor- bereide omgeving en aan de leidster, die de kletter respecteert in zijn spontane ontwi'•-•'!tMtsdrang. Als de volwassene hem v aagt „wie heeft tou dat tooh wel geleerd?", dan zegt hij trot6 en verbaasd over zo'n domme vraag: „dat heb ik me zelf geleerd". En to is het ook. Een van de leidsters, toehoorster van de lezing van de heer Reynders, vroeg aan haar kleuters daags voor de verga dering: Als ik nu morgen naar Leiden ga, ga ik ook wat kopen voor de school. Wat zal ik meebrengen?" De kleuters ant woordden: „grote bouwdozen om mee op de grond te werken, en heel veel nieuwe leeswerkjes". Dus: spelen en „werken" samen bevre digen de kleuter. Het leren lezen kan gevaarlijk zijn voor de kleuter, als de leidster het kind in zijn eigen aard niet begrijpt en het kind te sterk aanspoort of zelfs min of meer dwingt om te leren lezen. Maar zo'n leid ster zal over de hele linie een verkeer de instelling hebben t.o.v. de kleuter en daardoor de spontane groei met de vreug de. die ermee gepaard gaat voor de kleu ter. bedreigen N. 4 an liefhebberijtoneel is in ons land de eeuwen door veel energie besteed. Duizenden gaan er rok nu nog in op. Het blijkt een fascinerende bezig heid. Waarschijnlijk vooral, omdat acteren zelfs do amateur enigermate dwingt uit hei eigen karakter ge gevenheden te voorschijn te halen, die daar onbewust sluimeren. Dit kan bevrijdend werken en althans een verruiming betekenen van de bonzon, waarbinnen het dagelijks leven pleegt te verlopen. Aangezien de gemiddelde amateur-speler dit niet uit zichzelf zal bereiken is het geen wonder, dat vrijwel elke amateurvereniging slaat of valt met één man. Hij moet de geestdrift van anderen kunnen wekken. Aan geboren en onvermoeibaar enthousiasme mag hij niet ontberen, neerslachtigheid noch prikkelbaarheid ken nen. Artistieke aanleg heeft hij zeker nodig, althans in die zin. dat hij zijn spelers zo moet laten werken, dat zij het publiek, waartoe zij zich richten, onder do suggestie van het spel kunnen brengen. Zakelijke han digheid is daarbij een niet overbodige conditie, wil men met- de amateurs niet bij een financiële deb&cle belanden. Het bovenstaande zou een abstract portret kunnen wezen van Anton Sweers, die onderhand zo'n veertig jaar bezig is de katholieke amateur toneelwereld in beweging te brengen in de richting van betere stukken en beter spel. Een abstract portret toch maar, want het zeer eigene, dat deze eigenschappen tot een levende, brui sende harmonie bracht, is er niet in verdisconteerd. De beschrijving daar van is ook moeilijk, want wie hem in zijn dagelijks werk ontmoet kan de indruk krijgen, dat hij er geen privé-leven op na houdt, al zou het maar zijn omdat de tijd ervoor hem ontbreekt: altijd op reis, altijd bezig met het toneel. Dit laatste zelfs zozeer, dat men niet weet of hij, ietwat hees pratend en wat hij zegt soms met een gebaar onder strepend, zich zelf is of slechts zich zelf speelt. Dit moet men niet voor onoprechtheid verslijten. Wie zo met. het toneel leeft als hij kan het blijk baar moeilijk nalaten de techniek van de expressie aan te wenden wanneer hij iets suggestief wil vertellen, betogen, bepleiten. Het gewone, dat er toch ook bij hoort, blijft op die manier verbor gen. Dit komt bij Anton Sweers op heel andere wijze tot uiting, nauwelijks in woorden, wel in attenties van veler lei aard op dagen, die voor zijn vrien den aanleiding geven tot blijdschap of verdriet. Daarin is hij uiterst attent en dit betekent, dat hij buiten zijn onop houdelijk werk als animator een harte lijk en gevoelig man is. Dit schrijven we nu, omdat zijn „Ons Lekenspel" deze maanc vijf en twintig jaar bestaat. Dit „Lekenspel" is Anton Sweers in meer georganiseerde vorm van wat hij als jongeman begonnen was. Toen hij dertien jaar was speelde hij al toneel, maar zijn hartstochtelijke belangstelling daarvan is pas goed ont waakt, toen hij, in dienst van een bloe- menzaak, geregeld bloemstukken naar de Stadsschouwburg moest brengen. Dit liet hem vanachter de schermen de grote Royaards bezig zien. Het moet een blijvende indruk op Sweers ge-1 maakt hebben. Nog voor hij twintig j jaar was zette hij op eigen risico een voorstelling van Frencken's „De Ge kruisigde" in het Amsterdamse Willi- brordushuis op de planken. Kort daarop richtte hij met Jan Bakker het R.K.A.T. op, dat in die jaren met voorstellingen in de Hollandse Schouwburg en het Paleis van Volksvlijt de aandacht trok van het hele land. Deze aandacht gold vooral de duide lijke afstand die men er nam van het „Ons Lekenspel" heeft in de loop van zijn 25-jarige ge schiedenis ook be kwame en hardwer kende medewerkers gekend, maar An ton Sweers zelf, zo'n veertig jaar op dit gebied hevig actief, ls er zowel de mo tor als de vlag van. f- - pathetische en larmoyante, dat het ama teurtoneel in die dagen doorgaans aan kleefde. Men streefde naar een eerlij ker speelstijl, die verwant was met het grote toneel van die dagen. Onze tijd, gewend aan „understatement", zou mo gelijk weer twijfelen aan de oprecht heid van de krachtige expressiviteit, die men toen nastreefde. Omdat er geen repertoire was, dat aan de toen nieuwe opvattingen be antwoordde, kwam in april 1934 „Ons Lekenspel" tot stand, geboren op de zelfde impulsieve manier, waarop An ton Sweers alles onderneemt, wat hij doet. Eén bespreking met kapelaan Smit, broer van Mgr. Olav Smit, en de zaak was beklonken. Onmiddel lijk toog een keurraad aan het werk om in binnen- en buitenland betere stukken te verzamelen. In september verscheen de eerste bundel, twintig buitenlandse, twee Nederlandse stuk ken. Dit werk is steeds voortgezet zoals de activiteiten, die beogen de vakkundigheid van amateur-regis seurs te verhogen. Ook werden Le- kenspeeldagen in het hele land ge houden om te demonstreren, wat in een modern, eigentijds genre met amateurs te bereiken was. Een eigen groep, „De gesellen van de Spelewei" trad met dezelfde bedoelingen op. Dit leidde tot de oprichting van „Het vrolijke peleton", dat in de mobili satie van 1939-'40 veel voor „het le ger" optrad, een klein groepje spe lers, dat per fiets zijn tournees maakte. Veertien jaar lang werden zo'n tweehonderd voorstellingen per jaar gegeven. Het merkwaardige is, dat het aan eenrijen van deze en dergelijke gege vens uit de historie weinig zegt van het onverdroten enthousiasme en de gestage, niet zelden jachtige, en nim mer veel voor zich zelf eisende 'werk lust van Anton Sweers en degenen die hij aan zich wist te verbinden. Toch was het die geestdrift, die de beweging haar weerklank gaf en haar invloed bepaaldé. Hiervan kan men soms een vleugje waarnemen, wanneer men na afloop van een voorstelling, die An ton Sweers geregisseerd heeft, mee maakt met welk een uitbundigheid zijn amateur-spelers hem achter de scher men beapplaudisseren. Deze regies Anton Sweers geeft ze overal in het land houden wel niet steeds rechtstreeks verband met „Ons Lekenspel", maar ze komen uit dezelfde geest voor. Uit dezelfde inven tiviteit, die telkens opnieuw opdrach ten verstrekte, prijsvragen uitschreef, prijskampen organiseerde en alhoe wel zelf ongesubsidieerd subsidies toekende. Niet aan ons de taqk om uit te maken, wat dit alles voor het ka tholiek amateurtoneel in Nederland be tekend heeft, wel om met enige ver bazing terug te kijken naar wat de jaren door kon worden gedaan door een impulsief man, voor wie enthou siasme de meest natuurliike levenshou ding lijkt. Circa 150 gevangenen die werken op z boerderij van de gevangenis van Fort Ulow in de Amerikaanse staat Tennes- ee. zijn gisteravond in op6ta-nd gekomen. 0 heeft de politie van Mempris meege- 'eeld. Zij houden twee gijzelaars vast en ebben zicih met de gijzelaars opgesloten 1 een kamer in de westelijke vleugel van boerderij De gevangenen hebben ge- -eii"d de gijzelaars te zullen doden zo ien traangas tegen hen gebruikt. Zij helbben geweigerd hun klachten ken. baar te maken, aldus meldt Reuter.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 9