Alleen forse ingreep geeft Rotterdam nog recreatiekans
J'p:-A si
A-f .-AA 4 VA j
A
Geen bekeuringen aan de
lopende band
ïs lezen leren voor kleuters
gevaarlijk
Reclame
Anton Sweers en Ons Lekenspel
BEWEGING IN DE WERELD
VAN HET AMATEURTONEEL
c.
Opzet plannen te
armetierig
Waarschuwing aan
plannenmakers
Piet de Vries in
Nederlands elftal
A.N.W.B. wenst:
Als „spel" en vrije bezigheid
volkomen verantwoord
*w>m
""V«'
De betaalde waar
schuwing
ZWARE EISEN VOOR
VERRAST DRIETAL
Maakt
voor Uw zaak
NIEUWS TREKT AL.IJD
IEDERE DAG
Wederom opstand in
merikaanse gevangenis
V B
WOENSDAG 13 MEI 1959
PAGINA 9
Enkele weken achtereen hebben
wij onze lezers meegevoerd op'
verkenningen door het tegen
woordige en toekomstige recrea
tiegebied voor Rotterdammers die
een dagtochtje willen maken per
fiets of brommer. Wij hadden ook
de wandelaar gaarne zijn deel ge
geven, maar helaas vonden we
voor hem alleen maar de groen
strook tussen Rotte en Bergse
Voorpias en het Kralingse Bos.
Cervelaatworst
Rijwielgenot
90 procent....
RECREATIERUIMTE
RONDOM
ROTTERDAM
In Rotterdam: 380 in één week
Pe bankoverval in Maasland
Politie in be\
Eerlijke kans voor alle functies
Fi. P''K.
Welk een ramp dit tekort voor Rotter
damse gezinnen-te-voet betekent, bewees
Hemelvaartsdag, toen de Rotterdammers
van de Crooswjjkse zijde komende,
groepje voor groepje door de politie
konden worden toegelaten, wanneer ver-
trckkenden voor hen plaats hadden ge
maakt °P het „witte bruggetje". Volgens
de methode, die gevolgd wordt bü druk
bezette caté's.
Het Kralingse Bos is na de tijdelijke
sluiting van het toch ai erg beperkte
Park de enige mogelijkheid voor na-
tuurzoekende wandelaars om eens uit te
waaieren over het terrein. In de eens
veelbelovende' Zuiderparkgordel is dut
onmogelijk geworden, omdat de gemeente
Rotterdam er, zoals sommigen het noe
men, een ,-cervelaatworst" van heelt
gemaakt. Men moet de paadjes houden
tussen de velden, die een bijzondere be
stemming kregen. Sportverenigingen en
volkstuinders hebben er hun complexen
gekregen en de wandelaars mogen er
naar kijken.
Nu hebben wij niets tegen volkstuinders
l" en sportbeoefenaren, Integendeel maar
v zij bakenen hun terreinen voor niet-
leden af en daarom achten wij hen
helemaal niet op hun plaats ;.n gebieden,
- die voor de algemene recreat e zijn be-
doeld.
De stroken langs de Brielse Maas en
de Oude Maas zijn smal; de speel- en lig-
weiden bevinden zich op de plannen aan
de zijden van het fietspad, zodat men
zich door bellen en knetteren zeer nabij
de eindeloze processie der rijdende
natuurzoekers weet.
Op die paden is het fietsen overigens
geen onvermengd genot meer, nu de
brommers de ongemotoriseerde pedde
laars naar de kant bellen en het is
gebleken dat een groot deel der gcmoto-
vrfsecrden het maximum van de dertig
kilometer-snelheid pleegt te overschrij
den.
Het enige gebied, wa'ar de fietser nu
n°g zijn paradijs vindt, dat is de Krim-
TPenerwaard met zijn voortreffelijke Vlist
■en de rivierendijken. Maar hoe' lang ;-l
dit nog zo blijven Gezien de acti
viteit van de Stichting Krimperierwaard
menen wij. dat het ebied spoedig zal
zijn ontdekt wat het tegendeel van
®rg is en dat de eenzaamheid en de
rust der binnenwegen niet meer zullen
-. blijven zoals ze zijn.
In juli van vorig jaar heeft de Rijks-
dienst voo,;- het Nationale Plan een rap
port uitgebracht over de recreatieruimte
het westen des lands. Dit rapport wijdt
- ruime aandacht aan de recreatieve
mogelijkheden voor de Rotterdammers en
men heeft opgemerkt, dat een groot deel
van de Rotterdammers zich naast de
meest nabije duin- en strandgebieden
zich richt op het poldergebied binnen
een straal van 20 km.
Hoever trekt men uit de stad?
Men zou, schrijven de rapporteurs,
verwachten, dat dit afhankelijk is van
het voorhanden zijn van recreatiegebie-
den. Ten dele is dit waar zo blijft
ruim de helft van de Hilversumse trek
- °P zondagmiddag binnen de ring van
,10 km. om de stad. Men vindt hier zeer
aantrekkelijke recreatie-gebieden en be-
hoeft "dus geen grotere afstanden af te
'eggen. Echter voor de overige drie ge-
meenten (Amsterdam, Rotterdam en
Zaandam) dat circa 20 procent zich
"innen de grens van de 10 km. ophoudt,
'erwijl circa 30 procent zich op 30 km.
er meer van de woongemeenten bevindt,
-•Ondanks de verschillen in aantrekkelijk-
jheid van de omgeving van die drie
Plaatsen. Dit houdt waarschijnlijk mede
r verband met het hereik der verschillende
.Vervoermiddelen.
Een dergelijke spreiding van het
recreatieve bezoek betekent dus in
wezen dat, wanneer circa 35 procent
van de bevolking zich op zondagmiddag
buiten de stad bevindt en hiervan
Weer circa 30 procent op een afstand
van 30 km. en meer -rtoeft, ongeveer
00 procent van de grote stadsbevolking
zich l„ deze tijdsperiode In of om de
stad ophoudt
Dit is een min of meer ontstellende
"ntdekking, wanneer deze berekening
voor Rotterdam opgaat. Negentig pro-
."jent van de Rotterdamse bevolking is
vis aangewezen op het magere recreatie-
gebied dat er is. Een groot deel van het
- „ontsluiten" recreatiegebied zoals
t^nimpenerwaard en Brielse Maas ligt
hovend'Ien nog aan de rand van het
- gebied met een straal van 3" km.
Des te erger blijkt ons de situatie,
Wanneer wjj denken aan de gezinnetjes
"iet kleine kinderen, die slechts het open-
,A'-T
Wanneer Rotterdam zich wat
Woon- en industriegebied uit
breidt, zoals de plannen dat aange
ven en daarbij het tegenwoordige
tempo wordt aangehouden, wordt
Rotterdam een onbewoonbaar oord.
Het vertrekoverschot, dat regelma
tig af te lezen valt van de bevol
kingsmigratie, duidt in de richting,
dat menige Rotterdammer in een
ander deel des land werk en een
woning gaat zoeken.
Het ontwerpen van een modern
en ruim aangelegd stadscentrum,
van nieuwe, frisse wijken is een
kranig stuk werk geweest. Maar
tot alleen dit mag een stadsplan-
hing zich niet bepalen.
Zoals wij op zaterdag 20 april al
reeds schreven, bezit menige grote
stad in binnen- en buitenland zijn
habiie bosterrein. De aanleg van
een bos vraagt vele jaren. Ais nu,
de kortste termijn, geen behoor-
"ik Rotterdams bosplan op tafel
Wordt gebracht en dan binnen
een straal van 10 kilometer van het
stadscentrum, dan vrezen wij voor
een groeiend verlangen bij velen,
kroot-Rotterdam als woongebied tc
""'vluchten. Met alle ellendige ge
volgen voor de haven en de in-
diislrieëie bedrijven. Een forse in
greep zal de enige redding zjjn.
IWV,..,
f t
V
V r
V
v
I W VmhO •-
AFSTAND VAN 15 km (WIELRIJDERS MET KINDEREN)
AFSTAND VAN 20km(WIELRIJDERS ZONDER KINDEReN)
AFSTAND VAN 30 km (BROMFIETSEN)
AGGLOMERATIE OMSTREEKS 1980
RECREATIEGEBIEDEN
RECREATIESTREKEN
MEREN BINNEN BROM FIETS BEREIK
ZIEHIER een kaart,
waarbij de rapporteurs van
de Rijksdienst voor het
Nationale Plan het volgen
de aantekenen:
„Van de grote stedelijke
agglomeraties in het wes
ten des lands is de Rotter
damse wel het minst met
natuurruimte bedeeld. Het
is daarom van veel belang,
dat over enige grote parken
en dergelijke gebieden be
schikt kan worden, die van
voldoende allure zijn om,
behalve voor de dagelijkse,
ook voor de dagrecreatie
dienst te doen: het Kra
lingse Bos met de Kralingse
Plas, het park, de Bergse
Plas met omgeving de Zui
derparkgordel. Het is van
belang dat de accommoda
tie van deze gebieden zo
veel mogelijk aan de wen
sen van de dagrecreatie
wordt aangepast door het
creëren van mogelijkheden
voor een langer opont
houd".
En verder Jezen wij:
„Voor vele Rotterdam
mers voert de tocht naar
de genoemde gebieden
(Krimpenerwaard, Alblas-
serwaard, Oude en Brielse
Maas) door onaantrekkelij
ke stadsgedeelten en door
weinig fraai landelijk ge-
bied; aantrekkelijkheid
van het reisdoel moet dan
wcl zeer groot zijn zo
als dat b.v. met het strand
het geval is! om een ze
kere psychische weerstand
tegen de af te leggen weg
te overwinnen. Toeristisch
aangename uitvalswegen
zijn voor Rotterdam, meer
nog dan elders, van be
lang".
'ERDELING VAN DE RECREATIERUIMTE.
OI.ll Vokantiegebieden
Watersportgebieden
Overheersend bos.duin.heide.enz.
Streken met gemengd bedrijf
"dtTJ Heuvelgebied Zuidlimburg
Steden met meer dan 25000 Inw.
baar vervoer voor verplaatsing ter be
schikking hebben en dan vaak voor de
heen- en terugreis een groot deel van de
vrije dag behoeven. Eerst de stadstram
en dan overstappen op een lijn van een
gewestelijke bus- of tramdienst en dat
dan tweemaal ls, met een gezin met
kleine kinderen geen onverdeeld ge
noegen.
Eén der conclusies van het rapport
luidt
„Soms echter zal het, vaak tegen hoge
kosten, nodig zijn om als zelfstandig
werk recreatiegebieden te maken, zoals
dat het geval ls met de grote parken
b(j de steden".
Wij zijn het daarmede eens in zoverre
dan, dat wij gaarne dat begrip „grote
parken" zagen vervangen door „ruime
bosaanleg". Eerst dan voelt de grootste-
deling zich wat vrijer. Eerst dan kan hij
spreken van recreatie in de vrije natuur.
Het Nederlands Elftal, dat woensdag
avond in Sofia tegen Bulgarije speelt, is
als volgt samengesteld.
Doel: De Munck (DOS).
Achter: Brnll (Rapid J. C.) en Wiersma
(PSV).
Midden: Notermans (Fortuna '54), Van
der Hart( Fotnna '54) en Klaassens (VVV).
Voor: Van der Kuil (Ajax), Rijvers
(Feijenoord), Canjels (NAC). De Vries
(Sparta) en Bosselaar (Sparta).
In dit elftal is Tonny van der Linden
door Piet de Vries van Spar'.a vervangen.
Verder heeft EIek Schwartz Kuys wegens
een zenuwontsteking aan de schouder,
vervangen door Brüll en mocht Bosselaar
de plaatsi innemen van Moulijn die last
heeft van een voetblessure.
(Van onze Utrechtse redacteur)
,.Wij kennx talrijke gevallen, waarbij ter
plaatse opgestelde politie-ambtenaren in
enkele uren tijds tientallen processen-
verbaal kunnen opmaken c.q. gemaks
halve op waarneming van het kenteken
verbaliseren, Dit wekt niet ten onrechte
erge-mis en weerstand QP -bij de betrok
kenen en daarom is 't nodig dat in de der
gelijke gevallen de autoriteiten van po
litie en justitie zich aanstonds afvragen
of de verkeersveiligheid niet meer gebaat
is met het opsporen van de grondoorzaak
van 't grote aantal identieke overtredin
gen en met het doen van voorstellen tot
spoedige verbetering"
Dit zei de heer A. G. M. Boost, direc
teur wegen en verkeer van de A N W.B. op
de vandaag te Utrecht door deze bond ge
organiseerde politie-verkeersleergang. die
werd bijgewoond door de commissaris der
Koningin in Gelderland, mr. H. K. Bloe-
mers, procureur-generaal officieren van
justitie en atlrijke hoofdcommissarissen
van politie.
Onduidelijke of tot verwarring aanle,-
ding gevende situaties, onvoldoende op
vallende verkeersborden of voor de ge
middelde weggebruiker moeilijk te be
grijpen combinaties daarvan, samen te
vatten als ,,de techniek van de weg" lei
den. aldus de heer Boost, tot ongewild»
overtredingen en dus bekeuringen aan de
lopende band. De politie heelt voor een
doelmatige handhaving duidelijke en con
crete bepalingen nodig.
Mr J. F. E. Hopman, commissaris van
politie te Den Haag en voorzitter van de
verkeerspoiiitee-commissie, achtte het on
billijk bij kritiek op het politiebeleid te
generaliseren. De politie schept er zeker
geen behagen in bij onduidelijke situatie»
aan de lopende band verbalen te maken.
De heer K. J. Müller, commissaris van
politie te Rotterdam, weeg ©r op. dat de
politie tegen de achtergrond van de steeds
toenemende verkeersdrukte gevaarlijk
sterk onderbemand ls Het minimum aan
verkeerssurveiillance kan op vie plaat
sen in ons land niet worden gehaald met
als gevolg, dat het ongestraft plegen van
overtredingen tot een slechte gewoonte
dreigt te worden. Daardoor kan een chao
tisch en ongedisciplineerd verkeer ont
staan d'at de politie over 'het hoofd groeit
Een van de beste middelen om de orde
in 'het verkeer te handhaven is een voort
durende dreiging van correctie.
Mr. D. J. van Gilse, procureur-generaal
bij het gerechtshof te Den Haag, hield een
voordracht over de betaalde waarschu
wing, welk systeem eigenlijk een voort
bouwen is op het reeds jaren zo vertrouw
de transactiesysteeni. Aan de individuele
opsporingsambtenaar wordt een eigen be
leid toevertrouwd, zodat hij een gecon
stateerde overtreding ook nog wel eens
zonder meer kan pardonneren. Van een
betaalde waarschuwing mag echter nim
mer sprake zijn, wanneer de betrapte
verdachte verweer voert of ook maar in
enigerlei vorm met de opsporingsambte
naar over het geconstateerde strafbare feit
in discussie wil treden.
In Rotterdam zijn in de eerste week
380 betaalde waarschuwingen aangeboden
en geaccepteerd, waarmee het grootste
aantal overtredingen op deze wijze is af
gedaan, want in K'dam worden gewoon
lijk gemiddeld per dag 70 oproepingen
uitgereikt. Evenmin als in Zwolle en in
andere proefgebieden heeft de politie
moeilijkheden met het publiek ondervon
den.
Wil he>t systeem slagen, zo betoogde mr
Van Gilse, dan muet het publiek begrij
pen, dat er met de politie niet te mar
chanderen valt door te vragen of het niet
minder kan.
Voor de rechtbank te Rotterdam heb
ben gisteren de drie mannen terecht
gestaan* die in de nacht van 13 od 14 febr.
]I. de overval op de bank van Maasland
gepleegd zouden hebben.
Het waren de 26-jarige varensgezel J.
V. uit Leiden, tegen wie drie jaar gevan
genisstraf met aftrek geëist werd, de 35-
jarige schoonmaker W. S- uit Den Haag,
tegen wie de eis twee en een half jaar
gevangenisstraf met aftrek luidde, en de
44-jarige havenarj>eider A. A. A. H. uit
Den Haag, die eèn jaar gevangenisstraf
met aftrek tegen zich hoorde eisen.
Het verhaal van deze roofoverval is be
kend: de drie mannen waren enkele ma
len in Maasland op verkenning uit ge
weest en dit was opgevallen. De politie
nam het zekere voor het onzekere en be
trok de wacht in het bankgebouw. Het
jonge kassiersechtpaar dat er woonde
zocht tijdelijk een ander onderdak. En zo
gebeurde het dat de overvallers, toen zij
hun slag wilden slaan, in het echtelijk
bed van de kassier twee potige rijkspoli
tiemannen aantroffen....
„Water gebeurd zou zijn als dit niet het
geval was blijf, natuurlijk een buister
punt. Maar roofovervallen als deze zijn
bijzonder ernstig", aldus de officier van
justitie, mr. I. H. van de Roemer.
Hij zag V. als de hoofdpersoon. Deze
ontkende echter, dst hij het plan ge
maakt had, maar hij weigerde de naam te
noemen van degene die dat dan wel ge
daan had. De politie heeft een vierde man
ook niet kunnen vinden.
H. was niet mee naar binnen geweest,
hij had in de auto zitten wachten-
Alle verdachten waren reeds meermalen
veroordeeld De reclasseringsrapporten
luidden niet erg hoopvol.
De raadslieden vroeger lichtere straffen
met een voorwaardelijk gedeelte als „stok
achter de deur".
Uitspraken over veertien dagen.
(Ingezonden)
In twee lezingen voor kleuterleidsters
heeft de heer B. M. Reynders van het
Katholiek Pedagogisch Centrum gespro
ken over de grote betekenis van het spel
voor de kleuter, over de plaats, die daar
om het spel moet innemen op de kleu
terschool en over de gevaren van het le
ren lezen. Naast dit gevaarlijke lezen
noemt hij ook nog het liturgisch mate
riaal zoals kazuifeltjes, altaartjes, enz.
tel- en getallenmateriaal.
De heer Reynders begint zijn betoog
met de opmerking, dat hij bij de kleu
ters, speciaal in kleuterschoolverband,
geen ervaring heeft. Wij prijzen de liefde
en ijver voor hot kleuteronderwijs in de
spreker, en zijn warme pleidooi voor het
spel en zijn betekenis voor de kleuter.
Zijn positieve (of liever negatieve) richt
lijn in verband met de didactiek van
de kleuterschool kunnen wij moeilijk
waarderen juist al om het gemis aan
praktische ervaring met kleuters bij de
spreker.
Graag zouden wij het volgende willen
stellen in verband met het „leren" lezen
en de verwante activiteiten in de kleu
terschool. die alle meer of minder het ka.
rakter hebben van „leren"
Het spel is voor de kleuier zeer be
langrijk, ja levensnoodzakelijk. In het spel
leeft de kleuter en vindt hij de beste
ontwikkelingskansen. Door de psycholo
gen wordt het epel vaak aangewend, om
het psychisch afwijkende kind te genezen.
Het spel heeft dus therapeutische waar
de. Het kind. dat door opvoeding of om
standigheden te weinig heeft gespeeld, in
de tijd dat het dit zo hard nodig had
moet eerst deze schade inhalen en dus
speten, voor het verder goed kan uit
groeien. Daarom is het streven van ons
moderne onderwijs gezond: laat de kleu
ter spelen en geef hem de kan6 tot alle
spontane vormen van spel
We stellen ons nu de vraag: is het Ieren
lezen bij kleuters verantwoord?
Het kind leert van de geboorte af spon
taan, door zijn ervaringen. Dit leren heb
ben we niet op het oog. maar het opzet
telijk systematisch aanleren, in de zin
van onderrichten. Het leren, dat uitgaat
van de volwassene in de geest van: „luis
ter goed. let op, wees erbij met heel je
aandacht, want ik ga je iets leren".
Het antwoord ligt voor de hand. Neen,
dit leren is niet verantwoord, bij geen
enkele bezigheid van de kleuter, maar
zeker niet als 't gaat om leren. Dit hoort
niet bij de kleuter thuis, dit past niet
bij de spelsfeer, waarin de kleuter leeft.
Het lezen van de kleuter lijkt ons wel
verantwoord als vrije bezigheid, door de
kleuter zelf gezocht. Eén van de meest
fundamentele principes van dr. Maria
Montessori is: bereid de omgeving voor.
schep voor het kind een omgeving, waar
in het de beste ontwikkelingsvoorwaarden
vindt. Geef het kind een omgeving, die
uitnodigt tot activiteit, waardoor 't kind
zichzelf kan verwerkelijken. Dit principe
neeft. nooit tegenstand ontmoet en wordt
vooral in het kleuteronderwijs met suc
ces toegepast.
De omgeving moet zo zijn voorbereid,
dat alle functies en behoeften van de
kleuter 'n eerlijke kans krijgen. De kleu
ter viereneenhalf vijf jaar, toont spon
tane belangstelling voor letters. Hij her
kent zün naam, als die ergens staat ge
schreven en ontdekt met vreugde de letter
van zijn naam, gebruikt in een ander
woord. Wanneer men in een Montessori-
kleuterklas dan ook letters brengt, naast
de vele andere spelmogelijkheden. dan is
dat verantwoord. Alle functies moeten
een kans krijgen en alle vormen van spel,
dus ook deze functie en dit letter- en lees-
spel. Want Eet lezen is voor de kleuter
een spel. niet alleen om de vreugde,
waarmee het gepaard gaat. maar vooral
omdat deze bezigheid voor de kleuter het
karakter van spel draagt. Het meest we
zenlijke van spel is nl. dat het een be
zigheid is. die gezocht wordt om de be
zigheid zelf. Het doel van het spel ligt
in het spel zelf, het kind speelt om U
spelen, maar het leest ook om te lezen,
voorlooig nog niet om te weten, wat men
door de geschreven taal wil mededelen.
Het kind is enthousiast, als het in en
door zijn eigen activiteit plotseling ont
dekt, dat het lezen kan.
Dit nu is in een goede Montessori-klas
het geval,
Lezen is voor kleuters aanvaardbaar,
maar alleen dan. als de omgeving werke
lijk zo is voorbereid dat er spel- en ont
wikkelingsmateriaal is, waarin alle func
ties van het kind hun bevrediging vinden,
waar de verhouding tussen spel- en ont
wikkelingsmateriaal juist ligt. Een harmo
nische ontwikkelme van het kind in zijn
ganse persoonlijkheid moet verzekerd zijn.
De grote opgave aan de kleuterleidster
blijft dan ook. zich steeds weer te bezin
nen op het juist voorbereiden van de om
geving. Dit is echter niet voldoende. De
kleuter is zeer suggestibel. Hij voelt heel
snel en trefzeker aan, waar de leidster
heen wil. Zij moet dan ook een juist in
zicht hebben in de vrijheid in de opvoe-
nmg. waarover Maria Montessori zo her
haaldelijk spreekt. Zij zegt zo terecht,
dat het geven van vrijheid een levenskunst
Is, die niet gemakkelijk geleerd wordt en
zeer moeilijk begrepen. De instelling van
de leidster moet zo zijn, dat zij iedere
bezigheid van de kleuter evenzeer waar
deert. De leidster, die erg graag ziet,
dat haar kleuters lezen en op vorderingen
en kleine succesjes bij de kleuters bijzon
der waarderend reageert, beïnvloedt de
kleuter niet weinig. Het moet haar vol-
Komen onverschillig laten, welke bezig
heid het kind kiest waar het mee speelt
of „werkt", als het maar leuk en ge
animeerd bezig is. Als het maar speelt
en „werkt" met overgave. Dit alleen is
belangrijk, want hierin komt de kleuter
tot ontplooiing.
Pasch van Marvilde zegt in zijn bijzon
der verdienstelijke boek: „Volg uw kind
in zijn ontwikkeling", dat de kleuter niet
alleen speelt, maar ook graag werkt, iets
presteert, groot wil zijn en „moeilijke"
dingen wil doen. Hij groeit daarin en wint
aan zelfvertrouwen. Dit blij'kt ook telkens
weer in de praktijk van de kleuterschool.
Zou de kleuter daar alleen en dus uit
sluitend creatief en expressief bezig zijn
met blokken, zand. klei. water, lapjes,
enz. dan zou hij zich op de duur gaan
vervelen. De meest moderne kleuterscho
len hebben reeds moeten constateren, dat
de grote kleuters beslist tekort komen.
Daarom ook voegde mejuffrouw N. Nij-
kamp, de grote voorstandster van het
vrije spel in de kleuterschool, in de nieuwe
uitgave van haar boek: „De kleuter in
ae gemeenschap", een uitgebreid hoofd
stuk toe juist over activiteiten als lezen
en tellen.
De kleuter wil spelen en werken en
noewel deze beide activiteiten bij hem
moeilijk te scheiden zijn, dragen sommige
bezigheden toch meer het karakter van
arbeid. Hij streeft in zijn bezig-zijn in de
meeste gevallen geen doel na. buiten de
bezigheid en daarom is ook weer al zijn
werken spelen. De kleuter, die moeder
„helpt" bij haar huishoudelijk werk, veegt
en schrobt om het plezier van de bezig
heid zelf. Toch vindt hij zichzelf zeer ge
wichtig en meent hij. dat moeder beslist
niet klaar zou gekomen zijn zonder zijn
„hulp". Het huishoudelijke werk, zoals het
ook door de kleuters wordt gedaan in de
kleuterschool, draagt naast het karakter
van spe] voor de kleuter toch ook het
karakter van arbeid.
Zo draagt ook het lezen voor de kleuter
een werkkarakter. Hij vindt het gewich
tig en „moeilijk" en geniet ook juist
daarvan.
Wanneer de kleuter, in de sfeer van de
Montessori-opvoeding. op een goede dag
ontdekt, dat hij zo maar lezen kan. dan
aankt h'l dit aan zijn eigen Innerlijke
drang in deze richting aan de weivoor-
bereide omgeving en aan de leidster, die
de kletter respecteert in zijn spontane
ontwi'•-•'!tMtsdrang. Als de volwassene
hem v aagt „wie heeft tou dat tooh wel
geleerd?", dan zegt hij trot6 en verbaasd
over zo'n domme vraag: „dat heb ik me
zelf geleerd". En to is het ook.
Een van de leidsters, toehoorster van
de lezing van de heer Reynders, vroeg
aan haar kleuters daags voor de verga
dering: Als ik nu morgen naar Leiden
ga, ga ik ook wat kopen voor de school.
Wat zal ik meebrengen?" De kleuters ant
woordden: „grote bouwdozen om mee op
de grond te werken, en heel veel nieuwe
leeswerkjes".
Dus: spelen en „werken" samen bevre
digen de kleuter.
Het leren lezen kan gevaarlijk zijn voor
de kleuter, als de leidster het kind in zijn
eigen aard niet begrijpt en het kind te
sterk aanspoort of zelfs min of meer
dwingt om te leren lezen. Maar zo'n leid
ster zal over de hele linie een verkeer
de instelling hebben t.o.v. de kleuter en
daardoor de spontane groei met de vreug
de. die ermee gepaard gaat voor de kleu
ter. bedreigen
N.
4 an liefhebberijtoneel is in ons land de eeuwen
door veel energie besteed. Duizenden gaan er rok
nu nog in op. Het blijkt een fascinerende bezig
heid. Waarschijnlijk vooral, omdat acteren zelfs do
amateur enigermate dwingt uit hei eigen karakter ge
gevenheden te voorschijn te halen, die daar onbewust
sluimeren. Dit kan bevrijdend werken en althans een
verruiming betekenen van de bonzon, waarbinnen het
dagelijks leven pleegt te verlopen.
Aangezien de gemiddelde amateur-speler dit niet uit
zichzelf zal bereiken is het geen wonder, dat vrijwel
elke amateurvereniging slaat of valt met één man. Hij
moet de geestdrift van anderen kunnen wekken. Aan
geboren en onvermoeibaar enthousiasme mag hij niet
ontberen, neerslachtigheid noch prikkelbaarheid ken
nen. Artistieke aanleg heeft hij zeker nodig, althans
in die zin. dat hij zijn spelers zo moet laten werken,
dat zij het publiek, waartoe zij zich richten, onder do
suggestie van het spel kunnen brengen. Zakelijke han
digheid is daarbij een niet overbodige conditie, wil
men met- de amateurs niet bij een financiële deb&cle
belanden.
Het bovenstaande zou een abstract
portret kunnen wezen van Anton
Sweers, die onderhand zo'n veertig
jaar bezig is de katholieke amateur
toneelwereld in beweging te brengen
in de richting van betere stukken en
beter spel. Een abstract portret toch
maar, want het zeer eigene, dat deze
eigenschappen tot een levende, brui
sende harmonie bracht, is er niet in
verdisconteerd. De beschrijving daar
van is ook moeilijk, want wie hem
in zijn dagelijks werk ontmoet kan
de indruk krijgen, dat hij er geen
privé-leven op na houdt, al zou het
maar zijn omdat de tijd ervoor hem
ontbreekt: altijd op reis, altijd bezig
met het toneel.
Dit laatste zelfs zozeer, dat men niet
weet of hij, ietwat hees pratend en wat
hij zegt soms met een gebaar onder
strepend, zich zelf is of slechts zich
zelf speelt. Dit moet men niet voor
onoprechtheid verslijten. Wie zo met.
het toneel leeft als hij kan het blijk
baar moeilijk nalaten de techniek van
de expressie aan te wenden wanneer hij
iets suggestief wil vertellen, betogen,
bepleiten. Het gewone, dat er toch ook
bij hoort, blijft op die manier verbor
gen. Dit komt bij Anton Sweers op
heel andere wijze tot uiting, nauwelijks
in woorden, wel in attenties van veler
lei aard op dagen, die voor zijn vrien
den aanleiding geven tot blijdschap of
verdriet. Daarin is hij uiterst attent en
dit betekent, dat hij buiten zijn onop
houdelijk werk als animator een harte
lijk en gevoelig man is.
Dit schrijven we nu, omdat zijn „Ons
Lekenspel" deze maanc vijf en twintig
jaar bestaat. Dit „Lekenspel" is Anton
Sweers in meer georganiseerde vorm
van wat hij als jongeman begonnen
was. Toen hij dertien jaar was speelde
hij al toneel, maar zijn hartstochtelijke
belangstelling daarvan is pas goed ont
waakt, toen hij, in dienst van een bloe-
menzaak, geregeld bloemstukken naar
de Stadsschouwburg moest brengen. Dit
liet hem vanachter de schermen de
grote Royaards bezig zien. Het moet
een blijvende indruk op Sweers ge-1
maakt hebben. Nog voor hij twintig j
jaar was zette hij op eigen risico een
voorstelling van Frencken's „De Ge
kruisigde" in het Amsterdamse Willi-
brordushuis op de planken. Kort daarop
richtte hij met Jan Bakker het R.K.A.T.
op, dat in die jaren met voorstellingen
in de Hollandse Schouwburg en het
Paleis van Volksvlijt de aandacht trok
van het hele land.
Deze aandacht gold vooral de duide
lijke afstand die men er nam van het
„Ons Lekenspel"
heeft in de loop van
zijn 25-jarige ge
schiedenis ook be
kwame en hardwer
kende medewerkers
gekend, maar An
ton Sweers zelf, zo'n
veertig jaar op dit
gebied hevig actief,
ls er zowel de mo
tor als de vlag van.
f- -
pathetische en larmoyante, dat het ama
teurtoneel in die dagen doorgaans aan
kleefde. Men streefde naar een eerlij
ker speelstijl, die verwant was met het
grote toneel van die dagen. Onze tijd,
gewend aan „understatement", zou mo
gelijk weer twijfelen aan de oprecht
heid van de krachtige expressiviteit,
die men toen nastreefde.
Omdat er geen repertoire was, dat
aan de toen nieuwe opvattingen be
antwoordde, kwam in april 1934 „Ons
Lekenspel" tot stand, geboren op de
zelfde impulsieve manier, waarop An
ton Sweers alles onderneemt, wat hij
doet. Eén bespreking met kapelaan
Smit, broer van Mgr. Olav Smit, en
de zaak was beklonken. Onmiddel
lijk toog een keurraad aan het werk
om in binnen- en buitenland betere
stukken te verzamelen. In september
verscheen de eerste bundel, twintig
buitenlandse, twee Nederlandse stuk
ken. Dit werk is steeds voortgezet
zoals de activiteiten, die beogen de
vakkundigheid van amateur-regis
seurs te verhogen. Ook werden Le-
kenspeeldagen in het hele land ge
houden om te demonstreren, wat in
een modern, eigentijds genre met
amateurs te bereiken was. Een eigen
groep, „De gesellen van de Spelewei"
trad met dezelfde bedoelingen op. Dit
leidde tot de oprichting van „Het
vrolijke peleton", dat in de mobili
satie van 1939-'40 veel voor „het le
ger" optrad, een klein groepje spe
lers, dat per fiets zijn tournees
maakte. Veertien jaar lang werden
zo'n tweehonderd voorstellingen per
jaar gegeven.
Het merkwaardige is, dat het aan
eenrijen van deze en dergelijke gege
vens uit de historie weinig zegt van
het onverdroten enthousiasme en de
gestage, niet zelden jachtige, en nim
mer veel voor zich zelf eisende 'werk
lust van Anton Sweers en degenen die
hij aan zich wist te verbinden. Toch
was het die geestdrift, die de beweging
haar weerklank gaf en haar invloed
bepaaldé. Hiervan kan men soms een
vleugje waarnemen, wanneer men
na afloop van een voorstelling, die An
ton Sweers geregisseerd heeft, mee
maakt met welk een uitbundigheid zijn
amateur-spelers hem achter de scher
men beapplaudisseren.
Deze regies Anton Sweers geeft
ze overal in het land houden wel
niet steeds rechtstreeks verband met
„Ons Lekenspel", maar ze komen uit
dezelfde geest voor. Uit dezelfde inven
tiviteit, die telkens opnieuw opdrach
ten verstrekte, prijsvragen uitschreef,
prijskampen organiseerde en alhoe
wel zelf ongesubsidieerd subsidies
toekende. Niet aan ons de taqk om uit
te maken, wat dit alles voor het ka
tholiek amateurtoneel in Nederland be
tekend heeft, wel om met enige ver
bazing terug te kijken naar wat de
jaren door kon worden gedaan door
een impulsief man, voor wie enthou
siasme de meest natuurliike levenshou
ding lijkt.
Circa 150 gevangenen die werken op
z boerderij van de gevangenis van Fort
Ulow in de Amerikaanse staat Tennes-
ee. zijn gisteravond in op6ta-nd gekomen.
0 heeft de politie van Mempris meege-
'eeld. Zij houden twee gijzelaars vast en
ebben zicih met de gijzelaars opgesloten
1 een kamer in de westelijke vleugel van
boerderij De gevangenen hebben ge-
-eii"d de gijzelaars te zullen doden zo
ien traangas tegen hen gebruikt.
Zij helbben geweigerd hun klachten ken.
baar te maken, aldus meldt Reuter.