Vluchtige impressies van het Midden-Oosten I
Mandeibaum-poort in Jeruzalem
verbindt twee werelden
Br
a V
FESTIVAL is
Een schrale oogst
D
„Point of no returnin Heilige Stad
gedevalueerd
Lof aan de stichters van
Boerenleenbanken
t
Hend
Thijmgenoot-
schap
FILMS IN CANNES
Elf jaren na de wapenstilstand gaat
Jordanië nog steeds zichtbaar
gebukt onder Israels tastbare
aanwezigheid
Haardenfabriek
in moeilijkheden
Algemeen procuratiehouder
mr. J. Switzar ridder O.N.
Twintig slaatjes
per minuut
m
'Christus
een
was, zoals
Arabier"
Prof. Rogier treedt
af als voorzitter
Bergen op Zoom
BIJ FEESTVIERING IN EINDHOVEN
v -
DONDERDAG 14 MEI 1959
'ijk
'ek,
(Van een verslaggever)
getoeter, afgewisseld door schorre Arabische kreten over en weer,
hadden, de Jordaanse chanffeurs van een ware karavaan taxi's einde-
parkeerplaats gevonden op het plein voor de Geboortekerk in Beth-
e®. De inzittenden, 56 journalisten uit 12 landen, deelnemers aan de in-
^gUrale vlucht van een S.A.S.-Caravelle naar het Midden-Oosten, gingen
Oor de smalle, lage ingang de kerk binnen. Geen bij uitstek geschikt ge
nschap voor een bezoek aan de Heilige Plaatsen. Zelfs de oppergids uit
^isalem, die voor deze speciale gelegenheid met ons de tocht langs de
"e weg naar Hebron maakte, had moeite zijn groep bij elkaar te hou-
en naar de Geboortegrot mee te tronen,
de stenen trap die afdaalt naar de grot werd plotseling halt gehou-
V,
Van beneden drongen bekende klanken tot ons door. Over de schou-
s van de anderen heen zagen we dat bij het kribbe-altaartje, dat in een
J'diepe nis staat opgesteld, een priester en een aantal religieuzen in gebed
j ren neergeknield. We hadden de indruk dat onder de vorsende blik van
^salems oppergids een vroegtijdig einde aan het gebed werd gemaakt.
Sd Zntn' de bi)1
5:VriiJU.°s368 om hi
Sideling stonden we voor de prlk-
t vlofi versPerring, slordig dooreen
rHw ten rollen, een meter hoog on-
i tw- een toch al smalle dwarsweg
Isfi6'*11 delend. Van de andere kant,
0ae' dus, staarden groepjes kinde-
„"H .jS aan, eveneens zwijgend. Tus-
m>Hpf6 straten, de huizen en de be-
I'JtlfS ,aan weerskanten van het prik-
viel geen enkel verschil te
Puilen-rijm
PIUSALMANAK
Priester had de grot nog niet,
Wr toen de stem van de gids al
de kleine ruimte schalde,
tffrig licht van kaarsen
h wees hij ons de
r het Griekse altaar
tj het
en gods
wees hij ons de zilveren ster
fet Griekse altaar, die de plaats
VGt?eeft van Christus' geboorte. Hij
Ifu 'Köe de aandacht op de 53 gods-
''an deels van de Latijnse, deels
tojV de Griekse en-Armeense communi-
die voor het Geboorte-altaar aan
'oO^Welfdp zoldering hangen. In snel
hi,. Pp somde hij de overige altaren op:
Hy Altaar ter herinnering aan de aan-
^rwing der drie koningen, de Sint Jozef-
^ren en de kapel der Onnozele Kin-
- "Moslems en Christenen leven hier
,.-n a's 16611 grote, blijde familie",
g. verzekerde onze Mohammedaanse
En zonder enige overgang ging
tn een adem verder: „Zoals we
ChWstus was van het ge-
tVf.-j
Wi
weten was Christus een Arabier.
kgpkt David. David stamt van Abra-
v'„ "n Abraham was de stamvader
,„5 de Moslems
dit> ra<tgeerde op deze geschiedkun-
r6 Uiteenzetting. Alleen een Fran-
aa"" wiosiems Niemand van de
gt,6Wezigen in de overvolle Geboorte-
Collega, die naast ons stond, hoor-
j? We voor zich uit mompelen:
z'mShhen de Duitsers tijdens de be-
r,i.UnR ook niet betoogd dat Christus
6n Jood! was?"
opmerking. Even buiten Beth-
de térugw »g naar Jeruzalem le-
oppergids zelf de achtergrond
%t)l Sloeg de stoet taxi's onder zijn
!%Uv linksaf. Via een zich door het
0etrj611andschap slingerende schier on-
Y^tar1"6 zandweg bereikten we Beit
llrag?* aan de grens tusseti Jordanië en
In mei 1948 heeft de bestands-
'SSie die grens dwars door het
^getrokken.
ïfteJ,P Paar honderd meter van de de-
%l: Natielijn stopten we bij een huis,
sChioïas versterkt met een stevige, van
Saten voorziene betonmuur. Van
Sb Geïmproviseerde bunker uit, gun-
%ansClegen op een helling, keken Jor-
„,-i6 militairen geïnteresseerd naar
Jdimmende taxi's en de groep
'Ikip„ delingeneen welkome afleiding
bet geestdodende wachtkloppen.
Sb v ^d tot tijd dwaalden hun blikken
I*t rvecld over de andere helft van
li,, uorp; Israëlisch gebied. De solda-
Patn Ploegen gevechtstenue: Britse
^lrn„ 6ss met khaki-kleurige tropen-
5^1. riip van nrhtprpn rtnrvrlnoDt ir
ri die van achteren doorloopt in
'ekje, dat de nek en de hals tegen
(pi i
;jj-j Je zonnestralen beschermt.
militaire commandant van het
Shit' 6en gewichtig doende Jordaanse
gelastte ons fototoestellen en
lA mwa's in de taxi's achter te la-
S pV1 Sing ons vervolgens voor naar
%e.|lens. Kippen stoven luid kakelend
%h °P de zonovergoten, landelijke
ptmCfeg. Voor kleine boerderijtjes, op-
uit de zelfde prachtige witte
?h to ®6n als de huizen in Jerusalem
pidflerulehem, staarden vrouwen en
n eern^n zwijgend naar de groep
|®iiji. dalingen met ogen, die een der-
v'n „.bezoek kennelijk al eerder had-
pt'n „geslagen. Een paar keer kwa-
boeren tegen, gewapend met
bijbehorende patroon-
i'vriiv,"-,lusIes om bet middel geslagen.
l--acht.! bgers, leden van de burger-
J'lkp zette de kapitein met duide-
Sn Ssenomenheid uiteen. Het beeld
Wit1 vre<lige Bethlehem, een paar
er achter ons in de heuvels, ver-
j le langzaam in onze herinnering.
pS 5°cizaam Engels begon de kapi-
S-'it uiteenzetting. „Het deel van
rr-St)pJ a aan de andere kant van de
b°gde ISS is bezet gebied", zo be-
Fopfl a\). „Vroeger was het Arabisch
et do6bied. Met de wapenstilstand is
rP Wreed in tweeën gedeeld. Fa
milies werden uit elkaar gerukt. In dit
deel leven vaders en moeders, waar
van de kinderen in het andere gedeelte
wonen. Ze kunnen elkaar over het prik
keldraad heen zien, maar ze mogen
niet met elkaar spreken of op een an
dere manier contact met elkaar onder
houden". Na enige ontwijkende ant
woorden op verscheidene vragen ver
klaarde de kapitein tenslotte dat zo
wel de Israëlische als de Jordaanse
militairen dat contact zouden moeten
verhinderen. „In bijzondere omstandig
heden, zoals ziekte of sterfgevallen,
kunnen familieleden elkaar ontmoeten
bij de Mandeibaum-poort in Jeruzalem
ongeveer 16 km hier vandaan, maar
daarvoor pioet eerst een schriftelijk ver
zoek in drievoud worden ingediend", zo
besloot de kapitein.
Enkele journalisten lieten blijken, dat
ze dat spreekverbod maar met een kor
reltje zout zouden nemen. Het leek er
op of de kapitein dat min of meer ver
wacht had. Hij had In elk geval_ een
patriarchaal uitziende Arabier bij de
hand om zijn verklaringen te bevesti
gen. „Al zijn kinderen wonen in het an
dere deel van het dorp", zo vertelde
de kapitein en vervolgens stelde hij de
man in het Arabisch de vraag of hij
met zijn kinderen en kleinkinderen
mocht spreken. Nog voor hij goed en
wel uitgesproken was, gaf de- bejaarde
Arabier ais antwoord: „Abadan, aba-
dan!", stootte hij opgewonden uit, het-
In het weekeinde van 23 en 24 mei
komt het Thijmgenootschap, de Vereni
ging tot het bevorderen van de beoefe
ning der wetenschap onder de katholie
ken in Nederland, bijeen voor haar al
gemene vergadering, welke gehouden
wordt in Utrecht.
Zaterdagmiddag vergaderen de acht
wetenschappelijke afdelingen afzonder
lijk op verscheidene punten in de stad.
Na een H. Mis voor de deelnemers be
gint zondag om 11 uur in de aula van
de Rijksuniversiteit van Utrecht de al
gemene vergadering.
De agenda vermeldt onder meer de
verkiezing van een nieuwe voorzitter
ter vervuiling van de vacature door het
statutair aftreden van prof. dr. L. J.
Rogier. Het hoofdbestuur stelt voor de
ze functie prof. dr. A. G. M. van Mel-
sen uit Nijmegen kandidaat. Aan pater
Eduard van Eijl O.F.M. van Alverna
zal de Struyckenprijs worden uitgereikt.
Pater van Eijl is lid van de theologische
afdeling van het Thijmgenootschap.
„Les quatre
ups" von Francois Truffyut.
(Bijzondere
De kerk van de Dormitio op de berg Sion waar volgens de overlevering Maria
is gestorven van Jordanië uit gezien door het prikkeldraad, dat hier een
smalle strook niemandsland markeert. De koepel van de kerk vormt de laatste
voorpost aan Israëlische zijde.
geen een krachtige ontkenning is. Na
een kort handgebaar van de kapitein
slofte de oude man weg, bfj de jour
nalisten het onbehagelijke gevoel ach
terlatend, dat ze mogelijk toch niet ge
heel juist waren voorgelicht.
Hoe onvolledig die voorlichting ook
mag zjjn geweest, duidelijk is dat zich
in Beit Safafa al jarenlang een niet
te miskennen menselijke tragedie af
speelt, waar in laatste instantie wel
licht niet Jordanië of Israël verant-
van Israël: wit met blauwe banen en
de zespuntige Davidster.
Slechts een handjevol diplomaten, ker
kelijke hoogwaardigheidsbekleders en
personeelsleden van de Verenigde Na
ties kunnen vrijelijk de Mandelbaum-
het een „point of no return". Wie zich
yan het Jordaanse gedeelte naar het
Israëlische begeeft Kan niet meer in
Jordanië terugkeren. En reizigers die
via Israël Jordanië willen betreden wor
den alleen toegelaten als hun paspoorten
woordelijk voor is, maar de bestands
commissie van de Verenigde Naties
in Palestina. En langs de Jordaans-
Israëlische grens liggen vele Beit Sa-
fafa's. Al sinds 15 mei 1948.
Eén daarvan is de Heilige Stad zelf.
Jeruzalem is een tragisch verdeelde
stad. De grens is er niet aangegeven
door prikkeldraadversperring van een
meter hoogte, maar door stukken nie
mandsland, die op sommige plaatsen
200 meter breed zijn. Voor de bewo
ners van Jeruzalem zou het hetzelfde
blijven als er een brede Oceaan tussen
de twee delen van de stad zou stro
men: de scheidslijn is onoverkomelijk.
Het oostelijk deel, dat de Oude Stad
omvat, maakt deel uit van het Hasje-
mietische koninkrijk Jordanië. Het an
dere is de hoofdstad van de jonge ener
gieke staat Israël.
In die stroken niemandsland, die voor
het grootste deel uit puinhopen bestaan,
trieste souveniers van de Palestijnse
oorlog, vormt de Mandeibaum-poort
de enige verbindingsweg tussen de
twee delen van de stad, tussen twee
werelden. De Jordaanse wachtposten,
die hier de prachtige rood-witte kaf-
fiah als hoofdtooi dragen, bevinden zich
op nog geen steenworp van hun Is
raëlische collega's. De Mandeibaum-
poort passeren. Voor alle anderen is
poort is helemaal geen poort, maar
een kruispunt van drie, vier straten.
Aan de andere kant wappert de vlag
al bij aankomst op het vliegveld van Jeruzalem wordt de reiziger
u'-op door het opvallend militair vertoon. Tegen de achtergrond van een
vuchilderde Dakota van de V.N. kan men het omvangrijke detachement van
aafce0»etd zien paraderen en overal zijn wachtposten opgesteld onder het
^"he oog van officieren, zoals deze jeugdige luitenant met zijn schilder
achtige hoofdtooi, de rood-witte „kaffiah".
geen Israëlisch visum bevatten. En
zelfs dan mogen ze niet meer via Is
raël het land verlaten, maar alleen via
Arabische buurlanden of per vliegtuig.
De Mandeibaum-poort kan men slechts
in èèn richting passeren.
De bepalingen zjjn zo scherp, dat
men burgerpersoneel van de Verenig
de Naties in Jeruzalem, dat qver een
eigen wagen beschikt, bij het passe
ren van de Mandeibaum-poort met
routine-gebaren de Jordaanse num
merborden kan zien verwisselen voor
Israëlische of omgekeerd. Beide sta
ten erkennen eikaars nummerborden
eenvoudig niet. Theoretisch zijn ze nog
met elkaar in oorlog. In Jordanië
wordt zelfs niet over „Israël" gespro
ken. In gesprekken op kaarten en
brochures wordt dat woord zorgvul
dig vermeden. Men spreekt van „de
bezette gebieden" of over „de andere
kant". Zelfs Europese luchtvaart
maatschappijen houden daar rekening
mee bij de samenstelling van hun
routekaarten.
De Arabische landen hebben Israël
nooit officeel erkend. En Jordanië, dat
do langste grens met Israël heeft en
de meeste Arabische vluchtelingen her
bergt, blijkt elf jaar na de wapenstil
standsovereenkomst nog steeds zeer ge
bukt te gaan onder de schier tastbare
aanwezigheid van de jonge Joodse
staat. Het bestaan van de staat Israël
alleen vormt een psychologische last,
waar de onderdanen van koning Hoes
sein niet goed raad mee weten. Daar
wordt geen verandering in gebracht
door de traditionele Hebreeuwse groet,
waarmee de Jordaanse wacht bij de
Mandelbaumpoort zijn collega „aan de
andere kant" iedere bezoeker van Is
raël hoort begroeten: „Shalom", dat
betekent: „Vrede".
De n.v. Haardenfabriek „De Schelde"
te Bergen op Zoom heeft surséance van
betaling aangevraagd. Het moet niet
onmogelijk worden geacht, dat de fa
briek binnenkort in andere handen
overgaat. Besprekingen hierover zijn
thans in volle gang en zouden nog deze
week hun beslag kunnen krijgen. Er is
een nieuw werkplan gemaakt, dat sa
nering en modernisering van het be
staande bedrijf inhoudt. Onlangs is voor
65 man van het personeel een ontslag
aanvrage ingediend bij het gewestelijk
arbeidsbureau. Gedeeltelijk zou deze
aanvrage inmiddels zijn ingetrokken.
In elk geval hoopt men met ongeveer
55 man personeel een produkt op de
markt te kunnen brengen, dat de zware
concurrentie op dit gebied het hoofd
zal kunnen bieden.
(Bijzondere correspondentie)
ke Nederlandse speelfilm „Fanfa
re" van Bert Haanstra is dus op
het internationale filmfestival
van Cannes vertoond, en, uit het feit
dat dit de eerste maal is dat Neder
land met een speelfilm op dit festival
is vertegenwoordigd, mag blijken dat
de Nederlandse autoriteiten die verant
woordelijk zijn voor de keuzebepaling,
verstandiger zijn dan die van andere
landen. „Fanfare", zeker geen grote
film en als zodanig ook niet beoor
deeld in Cannes, heeft een frisheid die
opvalt tussen de vele middelmatige
producten die dit twaalfde internationa
le filmfestival moeten opluisteren.
Het filmfestival accepteert van ieder
film-producerend land één film, en het
is aan de autoriteiten van een deelne
mend land, meestal een vereniging van
producenten, te bepalen welke film de
filmindustrie zal vertegenwoordigen.
Men zou denken, dat men de beste
film zou kiezen die men heeft, of bjj
het gemis aan een film van enig artis
tiek niveau, er de voorkeur aan zou ge
ven geen enkele film in te zenden. De
ervaring leert dat men zeer commercië
le rolprenten stuurt en meer let op
commerciële facetten, dan artistieke.
De fout van de leiding van het film
festival te Cannes is, dat men deze
middelmatige, of slechte, films iet
weigert. De statuten zijn zo gesteld
dat. men moet accepteren wat wordt
ingezonden, en slechts een correctie op
de/.e eenzijdige keuze kan maken door
zelf films van waarde te inviteren.
„Room at the top" van Jack Clayton.
Met dit al is he.t filmfestival van
Cannes gedevalueerd. Er worden te
veel films vertoond die geen enkel De-
lang hebben. Men kan niet verwachten
dat de twee-en-dertig speelfilms die
worden gedraaid, alle meesterwerken
zijn; men mag biy zijn als er zich drie
films van uitzonderlijk gehalte onder
bevinden. Maar ais middelmatige
film na middelmatige film wordt ver
toond, gaat men zich afvragen wat de
zin van een filmfestival is men or
ganiseert een festival om goede films
te tonen, niet om slechte films te laten
zien, en dat is precies wat tot nu toe
is gebeurd.
De hele structuur van het filmfestival
van Cannes is verkeerd, want op de wij
ze waarop nu het programma wordt
samengesteld, kan liet slechts een fes
tival van de slechte en middelmatige
film worden. Pas als men zelf de films
kiest kan men het artistieke peil bepa
len. Nu neemt men wat men krijgt aan
geboden, zonder dat er kans bestaat
films te weigeren. De overvloed van
films maakt een slechte indruk en heeft
invloed op de matheid van de gehele
stemming van het festival. Op één
avond moeten soms twee films worden
vertoond en tegen de tijd dat men de
eerste film heeft gezien is men te moe
om de tweede nog te kunnen apprecië
ren, of omgekeerd, als de eerste film
slecht is, is het publiek onverschillig
geworden voor de tweede. „Fanfare"
werd gedraaid na een Poolse film,
„Kleine Drama's" <Male Dramaty),
van regisseur Januez Nasfeter; het
werk zou, indien het alleen zou z(jn ver
toond, zeker waardering hebben gekre
gen maar nu werd de film, die de we
reld van het kind tracht te verbeelden,
met onverschilligheid aangezien, ter
wijl Haanstra's „Fanfare" eveneens
lauw en met minder enthousiasme
werd ontvangen, als anders het geval
had kunnen z;jn.
Het feit dat de Nederlandse docu
mentaire „Tussenspel bij kaarslicht"
van Charles Huguenot van der Linden,
met waardering werd ontvangen, mag
worden toegeschreven aan het fantas
tische onderwerp (de bizarre poppen
van Harrv van Tussenbroek) en de
fantasierijke manier waarop de pop
pen en marionetten werden gepresen
teerd.
De oogst van goede films Is schraal.
Men heeft alle hoop gevestigd op de
films die nog in de laatste week moe
ten worden vertoond. „Middle of the
night" van Delbert Mann naar een
scenario van Paddy Chayevsky; Cas-
tellani's „Nella citta l'infërno" (De hel
in de stad), waarin de Italiaanse mon
ster-actrices Anna Magnani en Guiliet-
ta Massina optreden als gevangenen:
„Nazarin" van Bunuel wordt, ongezien,
reeds genoemd ais kandidaat voor de
Grote Prijs, maar het is de ironische
gang van zaken dat regisseur John
Huston via een reeks telegrammen de
festivalleiding op het bestaan van deze
film moest attent maken, omdat de
Mexicaanse regering weigerde de film
naar het festival te zenden en een his
torische draak met Dolores «iel Rlo als
officiële inzending stuurde.
De manier waarop dit filmfestival
moet worden georganiseerd Hjkt op een
gok-basis te rusten. Engeland had voor
het eerst sinds jaren gelegenheid enige
goede lilms in te zenden „Room at the
top" en „Look back in anger"; de eer
ste film is hier vertoond, maar de an
dere film kon niet worden ingezonden
omdat men niet op t(jd de film van
Franse ondertitels bon voorzien, met
het resultaat dat een middelmatige co-
medie „Law and Disorder" als tweede
keuze wordt vertoond.
Het mag een wonder worden ge
noemd dat er nog goede films te zien
zijn geweest. De Engelse film „Room
at the top" van Jack Clayton is er
één. Hij is gebaseerd op een roman
van de Angry Young Man John Brai-
ne; nieuw is het onderwerp niet want
het heeft sterke verwantschap met
Stendhal's ,,Le rouge et ie noir" en
Theodore Dreiser's „An American Tra
gedy". De Engelse .Tulien Sorel heet
Joe Lampton, die zichzelf en anderen
opoffert om zjjn ambities te kunnen
verwezenlijken. Jack Clayton, een ze
venendertig jarige regisseur. heeft
zich in zijn regie voornamelijk gecon
centreerd op het spel van de acteurs
zonder de filmvorm te verwaarlozen.
De film is gaaf en is in zijn volwas
sen benadering van het verhaal een
verademing na de commerciële films
die de Engelsen de laatste jaren ge
woon waren te produceren.
De Franse film die opviel was „Qua
tre cents coups" van de 27-jarige
criticus Francois Truffaut. „Qua
tre cents coups" is een uitdrukking
voor „vier honderd angsten uitstaan"
en is in wezen een autobiografie van
de auteur-regisseur, die er in geslaagd
is de kinderziel diep te peilen. Hij
heeft op „neo-realistische" fcianier zijn
kinder-acteurs laten spelen, waarbij
de spelende kinderen in velo gevallen
zelf hun woorden moesten kiezen; hier
door ontstond een frisheid in het spel,
die, door de lijn welke door de regis
seur werd gevolgd, wordt versterkt.
Dit debuut is opmerkelijk, al is de
film* niet gaaf te noemen omdat Truf
faut, te sterk verbonden met het onder-
(Van onze correspondent)
Een .J)°°gfePunt van de viering van
het vijftig jarig bestaan van de n.v.
Boerenhypotheekbank en het zestig
jarig bestaan van de Coöp. Centrale
Boerenleenbank in de Philips-jubi-
Ieum hal te Eindhoven, was woens
dagmiddag ongetwijfeld het bezoek
van de minister van Landbouw a.i.
ir. C. Staf. Minder officieel, maar
daarom niet minder grandioos was
de Brabantse koffietafel in een spe
ciaal daartoe bij de jubileumhal op
gebouwde tent, waar bijna driedui
zend gasten, voor het merendeel be
heerders van plaatselijke boerenleen
banken, aanzaten.
Minister Staf hield tijdens de herden
kingsbijeenkomst een korte rede, waar
in de bewindsman de belangrijkheid
van de boerenleenbanken onderstreep
te en de belangstelling van de rege
ring toezegde voor het werk van deze
banken. De minister was niet met lege
handen naar Eindhoven gekomen. Hij
overhandigde mr. J. Switzar, alge
meen procuratiehouder, de versierse
len behorende bq het ridderschap in de
orde van Oranje-Nassau en aan de
heren W. Gast. algemeen procuratie
houder en P. Tops van de binnenin-
spectie de gouden eremedaille verbon
den aan de orde van Oranje-Nassau.
In zijn begroetingstoespraak bij de
herdenkingsbijeenkomst, die ook werd
bijgewoond door de burgemeester van
Eindhoven mr. dr Ch. van Rooy en
de deken mgr. H. Heezemans, alsmede
vele autoriteiten uit agrarische en fi-
naciële kringen, wees de president van
de raad van toezicht van de C.C.B. de
heer C. Mertens erop, dat de n.v. Boe
renhypotheekbank eind 1958 een uit
staand bedrag aan hypotheken van
ruim 25 miljoen gulden had.
In de herdenkingsrede lichtte prof.
dr. Th. Thurlings, hoogleraar aan de
Landbouwhogeschool te Wageningen,
de betekenis van het landbouwkre
dietwezen toe. Het vraagstuk van de
bedrljfsgrootte besprekend gaf prof.
Thurlings als zlin mening 1e kennen,
dat het niet juist zou zlin de verbete
ringen. die noodzakelijk zijn, met
wettelijke voorschriften af te dwin
gen.
De vraag stellend of de boerenleen
banken tekort schieten in hun taak. be
val hij de overweging aan of een nieu
we instelling in het levën zou moeten
worden geroepen, die in kringen van
het boerenleenbankwezen op de basis
van risico aanvaarden, middelen zou
aantrekken en daarmee het verschaf
fen van persoonlijke leningen mogelijk
zou maken. Een lichtvaardig beroep op
de centrale overheid in dit verband
Wees prof. Thurlings van de hand.
Aan het slot van zjjn rede wees de
hoogleraar erop, dat het boerenleen-
bankwezen gesticht is door mannen,
die wisten aangewezen te zlin op «1e
zelfwerkzaamheid. Zij wisten met nuch
ter verstand en beseheiden middelen
grote dingen te bereiken. Moge hun
geest ook in de komende «tecennia
werkzaam zijn, zo wenste prof. Thur
lings de beide instellingen toe.
Voor deze huldigingsbijeenkomst
werd de gebruikelijke algemene verga
dering gehouden. Bli ontstentenis van
de voorzitter mr. E. Delhougne gaf het
lid van het bestuur ir. J. Ridder de van
der Schueren een toelichting op de
jaarstukken van de centrale bank. Het
vasthouden aan de stabiliteit van het
prijsniveau noemde hij zeer waardeer
baar. Echter, hq wilde een prijsbewe
ging zeker niet veroordelen. Slechts in
dien in de prijs, en loonvorming de no
dige zelfbeheersing wordt betracht
door werkgevers en werknemers, is
een evenwichtige economische ontwik
keling gewaarborgd. Evenals het be
schikbaar komen van de Y°°r een ge-
Het warme weer van de laatste
dagen mag door vrijwel iedereen met
enthousiasme zijn begroet, één man
had het kwik dinsdag en woensdag
graag wat lager gezien. Deze man ivas
Naud van den Boer uit Veghel. Aan
tem was namelijk de verzorging van
de koffietafel voor de 2600 afgevaar
digden op de jubileumbijeenkomst
van de Coöp. Centrale Boerenleen
bank opgedragen. Daarvoor waren
2600 slaatjes nodig. Deze pleegt men
bij dergelijke massabijeenkomsten een
dag tevoren klaar te maken. Het zo
merweer maakte het echter noodza
kelijk dit woensdagmorgen te doen.
Hij heeft daar samen met zijn ISO
medewerksters twee uur en een kwar
tier over gedaan, oftewel twintig
slaatjes per minuut. Ook de plaats
waar de koffiemaaltijd moest worden
geserveerd heeft de nodige hoofd
brekens gekost. De oplossing werd
gevonden in het samenvoegen van
een vijftal grote tenten lot een ruim
te van 75 bij 52 m. Dat het warm was
In de tenten en dat de slaatjes, als zij
een dag eerder waren klaar gemaaki,
zeker niet goed gebleven zouden zijn,
mag blijken uit het feit, dat. het Twee
de Kamerlid C. G. A. Mertens. de
commissaris van de koningin in Over-
ijsel ir. J. B. G. M. Ridder de van der
Schueren en de directeuren van de
jubilerende bank mr. F. J. K. Claes-
sens en drs. F. P. J. Bakx hun col
bertjes spoedig over de leuning van
hun respectievelijke zetels hingen,
een voorbeeld dat door de overige
aanwezigen snel werd opgevolgd.
werp, geen afstand heeft weten te ne
men en episodes in zijn film heeft ge
voegd die noch tot de sfeer noch tot het
drama zelf bijdragen.
Het feit dat het filmfestival van Can
nes een commercieel aanhangsel van
de filmwereld is geworden, vindt z(jn
weerslag in het niveau van de films.
Dat er toch nog enkele goede films
zqn te vinden mag een wonder heten.
„Room at the top" werd door de
produceurs gemaakt omdat zq dachten
dat de eerlijke manier waarop de film
werd gemaakt, genoeg reclame zou op
leveren een kas-succes zou worden; «le
regisseur was er slechts van overtuigd
dat hij een artistiek belangrijke film re
gisseerde en zag er geen enkele winst
in. Truffaut kon geen financier voor
zqn film vinden en maakte hem met
eigen geld, zodat hq aan niemand ver
antwoording verschuldigd was en alle
vrijheid had, om, zonder concessies te
doen aan „het publiek", zijn eigen in
geving te volgen.
Indien dit Internationale filmfesti
val een weerspiegeling moet zqn van
de toestand waarin de hedendaagse
filmindustrie zich bevindt, dan kan
men slechts concluderen dat het er
voor de film niet goed uitziet. Het aan
tal films met artistieke pretentie, het
aantal films dat Iets te zeggen heeft en
het in filmtaal zegt, is beperkt. Men
heeft angst voor de invloed van de tele
visie, die het publiek uit de bioscopen
houdt, maar terzelfderijd kan men ter
nauwernood ondervinden dat men iets
doet om films op een hoger niveau te
brengen, en als dat de les is die dit film
festival ons moet leren, is het een bij
zonder pessimistische.
Advertentie
zonde financiering van de maatschap
pelijke- en bedrijfsinvesteringen ver
eiste besparingen, die hard nodig zI1n
om werkgelegenheid en welvaart voor
allen voor de toekomst veilig te stel
len.
De boerenleenbanken, die over de
middelen willen blijven beschikken om
met name in de land- en tuinbouw zelf
te kunnen blijven voorzien in de be
hoefte aan langlopende financierings
middelen, zullen hun financiële kruit
daarvoor droog moeten houden en zich
eventueel beperkingen moeten opleg
gen in het doen van beleggingsuitzetten
buiten de landbouw, ook indien het be
treft de ons allen na aan het hart lig
gende financiering van de particuliere
woningbouw, aldus is Ridder de van
der Schueren.
Bruidstoïletje
huur-jacquet je
foto maken
zuchtje slaken
handjes geven
nichten, neven
Amstel drinken
Pullen klinken
ander pëtk aan
op huw'lijksrela
AMSTEL
Het adresboek van katholiek Neder
land, kortweg genaamd de Piusalma-
nak voor 1959 is verschenen. Natuurlijk
in alle opzichten bijgewerkt, aangevuld
en verbeterd.
Een van de nuttigste aanvullingen be
staat in de vermelding van de tijden der
Missen in de verschillende parochies
van het land. Men mag de samensteller
van het lijvige boek, de heer Henri
Overhoff, een compliment voor zijn
«arme arbeid niet onthouden.