TWEE OP DE WIP DAGPÜZ1LE a B PERUTZ Moeder /Kda. De zaak-Meulen b DE CARNAVAISMOORD Feiten en Meningen Het Rotterdams Toneel brengt dialoog van William Gibson i 1 n j llTiïïM bril! Oooh...wat een verschil! ver- Internationale federatie lengt beroepstermijn Rekenen Osservatore: Paus heeft stof tot polemiek willen wegnemen Bekijk het door de Royement Arka Mening Episcopaat over nieuwe structuur spoedig te verwachten TBABYDERMKÏ Het huwelijk van prins Albert Vorosjilov in ge breke gesteld V B LH Elke foto 'n meesterschot MARTIN MONS DONDERDAG 4 JUNI 1959 r~ - Perplex staat u van Perutz' grote gevoeligheid en prachtige gradatie! Yoorhel tere Baby-huidje Receptie mgr. Van Dodewaard 0e wereldvermaarde deodorant-stick door (Wordt vervolgd) Andrea Domburg en Guus Hermus in „Twee op de wip". Met „Two for the seesaw" heeft de J*hierikaanse schrijver William Gibson, ,ar verluidt, zijn naam als toneel- ehrijver gevestigd. Dit stuk, dat sinds 'l'i première in januari 1958 met suc- ii?S °P Broadway wordt gespeeld en I Londen, Parijs, Wenen en Duits- a"d ten tonele is gevoerd, werd gister- av°nd door Rotterdams Toneel voor de Arste keer aan het Nederlandse pu- „"ek getoond, onder regie van Karl JOTtmann en met de decors, welke de ^ener Otto Niedermoser voor de op- A?trin8 in Oostenrijk heeft getekend, jj'red Pleiter droeg de verantwoor ds voor de vertaling. I William Gibson, wiens werk drama, .Vrièk en proza omvat, werd in 1914 a dezelfde wijk in New York geboren P?ar hp de vrouwelyke hoofdfiguur Wttel uit „Two for the seesaw" van- J;aan Iaat komen. Dit te weten is be- vTÏigrjjk omdat in dit spel twee figuren Jjlh of meer zielkundig onder de loep gorden genomen en een van hen uit de- zeer volkse buurt komt. terwijl ander, de advocaat uit de beste gingen der provincie en van een ge- Le.l andere maatschappelijke orde. er- tj6 bijdraagt het conflict een bepaalde °nting te geven. Gibson, die tot nu toe vijf toneel stukken heeft geschreven, komt be vist niet uit de hedendaagse extreme School van Amerikaanse toneelschrij vers. Hij heeft het zich bij dit toneel spel voor twee personen echter ook Veer niet gemakkelijk gemaakt. enige mogelijke, dus onafgebro ken dialoog van volkskind en advo- ?aat, de bittere romance als men wil, Teeft hij geprojecteerd tegen de w.ql- kenbrabbers van New York. Een Maatschappelijke situatie, waarvan ®en zekere suggestie uitgaat., welke Wordt gesteund door geluidtechnische fblpmiddelen, die de lokale sfeer be hulpzaam moeten zijn. fjb „twee op de wip",, zoals Alfred ieiter Gibsons toneelspel noemt, ont beten - twee mensen elkaar, Jerry yan, de advocaat uit de gegoede c^Ugen in de provincie en Gittel Mos- awt het volksmeisje uit de Bronx 'eidersbuurt in New York. Van een de- (ju ongeljjke ontmoeting heeft Gibson ^J?Kbaar gebruik gemaakt om achter- ^nden te scheppe oL wolke tussen de itts' pen voor de roman- J man en de vrouw Instaat. De advocaat, een betrek- (j'like grootheid in de kleine wereld Provincie, is op het moment dat hij New York een luizige kamer huurt <L Maatschappelijk slechter aan toe wP het fidele volkskind met haar on troeide verlangens en haar kaprio- KRUISWOORDRAADSEL 1 23456789 10 i j horizontaal: 1. inwoner van Spanje, tejjPorlijk: 2. beginnen: 3. drievoud, in- 4. zomerpeil (afk.), joods feest; 11 maand (afk.), stierenhok in t^Vhse arena; 6. alvorens, loog; 7. in 'rv'Sheid brengen, ongeluksgodin; 8. (0, zwoord, vlak; 9. onzin, werkwoord; Grij1 terse bezigheid, koker; 11. nacht leg, verstand. Verticaal: 1. slaghout, Europese lucht- af.ij; 2. dralen, reverendus pater; k'^ai nij omroeP! 4. politieke partij, waar passiespelen worden ge- Vr,5®h; 5. berg, natuurverschijnsel; 6. ^hdpartij aan hof, vochtig; 7. academ. h'Uotvismaag, zoon van Jacob; 8. ®he7°°gd, voorzetsel; 9. pas gewijd -rU haspel; 10. sterk ontploffings- (afk.), vrouw, roofdier. Oplossing 2 juni KPRiz°NTAAL: 1. piccalilli; 2. in- 5. 1; 3. snert, ambt; 4. telers, bar; kr^m., machine; 6. edoch, kik; 7. '0 Uem, EK; 8. lier, are; 9. beletten; v"ee, stijf; 11. Venlo, sstt. ERTiCAAL: 1. piste, aub; 2. innemen, 3- ceel, dollen; 4. ceremonieel; 5. W'ciet; 6. Is, scherts; 7. ets; 8. lambik, miiWi. ft; 10. intrekken. len op het gebied van de liefde. De advocaat is van zijn vrouw weg gegaan en tracht vanuit de gore huur kamer opnieuw vat op het leven te krij gen. Zyn gevoel voor importantie enerzijds, de kennis omtrent de misluk king van zyn huwelijk anderzijds drei gen hem eenzaam te maken. Totdat hij via een fuifje aan het adres komt van het meisje Gittel en op goed geluk met haar contact zoekt. Tot zover lijkt al les voor Gittel een gebruikelijk verloop te hebben. Niet alleen omdat Gittel uiterlijk veel op zijn vrouw lijkt, maar vooral omdat zijn verleden hem parten speelt, besluit hij op een gegeven mo ment van haar geen liefdadigheid, geen aalmoes zoals hij zegt, aan te nemen. Het zou een herhaling kunnen beteke nen van wat hij in zijn huwelijk als on draaglijk was gaan beschouwen. Hij vlucht voor haar intimiteiten en hij vlucltf daardoor juist voor de ob sessie van zijn verleden. Deze voor een meisje als Gittel wonderlijke keer van het getij doet haar beseffen, dat ande re mogelijkheden op het gebied van de liefde binnen haar bereik liggen. Heel langhaam begint zij Jerry te geloven. Zij verneemt bij stukken en beetjes de waarheid omtrent zijn vroeger leven en er breekt een tijd aan, dat het ver schil tussen milieu en opvoeding en verleden volkomen ondergaat in de be leving van de prettige dingen van alle dag. Er treedt ogenschijnlijk een ge lukstoestand in, waarbinnen beiden zich een plaats claimen. Totdat het meisje merkt dat het verleden van Jerry niet van hem los is te maken, dat zijn vrouw hem tracht te bereiken, dat hij wel volledige overgave van haar eist zonder dat hijzelf tot die overgave he lemaal bereid is. Misschien is hij wel bereid, maar hij kan niet, omdat hij staande aan de tweede helft van zijn le ven de eerste onmogelijk van zich kan afschudden. Maar dan is Gittel al in de val gelopen, in het blok van haar liefde voor JerryHun voeten komen niet helemaal meer op de grond of slechts even als bij kinderen, die op de wip spelen en zich telkens afzetten en tel kens weer neerkomen. Tussen willen en kunnen ligt de eeuwigheid. Voor het laatst worden er tijdens een telefoon gesprek woorden gewisseld van pijn en hoop. Het kruispunt van hun wegen is nu pas te overzien. Ervaringskennis kan een stukje wijsheid betekenen, zo wil Gibson ons aan het einde van het spel voorhouden. Andrea Domburg als Gittel kreeg van Alfred Pleiter heel wat kernachti ge Nederlandse woorden in de mond gelegd. Voor het waarschijnlijk platte Amerikaans van de originele tekst kwam een mixture van Rotterdams en Amsterdams in de plaats. Ondanks dit verschijnsel wist Andrea Domburg in ge nuanceerd spel aan het volksmeisje Gittel een diepte te geven, welke in dit overigens sterk verstandelijke stuk kleur en afwisseling bracht. Guus Her mus als de egocentrische advocaat, die zich zelf en zijn menselijke zwakheden niet kan ontkomen, had aan zijn rol een half heroïsche, half meelijwek kende interpretatie gegeven. Karl Guttmann, die dit stuk ook in Wenen heeft geregisseerd, heeft de actrice Advertentie m (Speciale berichtgeving) De internationale federatie van chris telijke vakorganisaties van overheids personeel, die verleden jaar na het verbreken van de samenwerking tus sen K.A.B. en Arka laatstgenoemde organisatie royeerde, heeft op het van maandag t.m. woensdag te Wenen ge houden congres het beroep van de Arka tegen het royement behandeld en de beroepstermijn verlengd tot, 30 juni 1960, zodat er nog geen beslissing gevallen is. Het congres benoemde een commis sie van vertegenwoordigers van alle aangesloten landen om het congres van advies te dienen. De commissie, waarin ook de secretaris van het Internatio naal Christelijk Vakverbond, de heer Van Istendael, zitting had, bleek una niem van mening te zyn, dat het be roep van de Arka' ontvankelijk was. Hoewel de commissie bestond uit ver tegenwoordigers van organisaties, die zich vóór het royement, hadden uitge sproken, kwam zij tevens tot de con clusie, dat ue internationale federatie weliswaar gerechtigd was, de Arka uit te sluiten op genoemde grond, doch dat het royement niet rechtsgeldig was. Daarom adviseerde zij, de beroepster mijn te verlengen om de mogelijkheid open te houden, met de Arka tot over eenstemming te komen. Het congres heeft de conclusies van de commissie in zoverre niet aanvaard, dat het uitdrukkelijk de juistheid van het royement wenste uit te spreken, doch het besloot niettemin de beroeps termijn te verlengen. Voor de behandeling van deze zaak waren namens de Arka de voorzitter, mr. G. A. A. M. Boot, de algemeen secretaris, de heer J. J. Loerakker, en de directeur van het bureau, dr. W. J. J. Dijsselbloem, op het congres aanwezig. Desgevraagd werd ons van Arka-zijde medegedeeld, dat haar het congresbesluit niet geheel duidelijk is en tegenstrijdighqden schijnt te bevat ten. Het wordt bevreemdend genoemd, dat het. congres niet volledig de con clusies heeft overgenomen van haar ei gen partijdige commissie, op de samen stelling waarvan de Arka in tegen stelling tot de andere partij geen enkele invloed heeft uitgeoefend. De Arka heeft het congres een ad vies overgelegd van de Leuvense- hoogleraar Van Hecke, waarin met na- Advertentie druk wordt vastgesteld, dat het roye ment juridisch ongeldig is, zodat het congres het met zou kunnen handha ven. Tegen deze 1 erklaring bracht het congres geen erjKel juridisch argument in, aldus de Arka. Bij de behandeling van het roye ment kwam teven» houding van het Nederlands ^P,s^opaat ten opzichte van de toekomstige opbouw van de Ka tholieke orgamsaties m Nederland ter sprake. Bet thans wel zeker te zijn, dat net episcopaat zich binnen kort tot de betrokken organisaties zal wenden. De verlenging van de beroeps termijn houdt hiermede blijkbaar ver band, op Srernl van de overweging, dat liet moeilijk aanvaardbaar is, dat de Arka uit de internationale federa tie wordt gestoten, wanneer zij mee werkt aan een opbouw van de organi satiestructuur, die in overeenstemming zou zijn met ue zienswijze van het Episcopaat. De bisschop-coadjutor van Haarlem, mgr. dr. J. A. a. van Dodewaard, zal ter gelegenheid van zijn verjaardag, op maandag 8 juni a.s. recipiëren ten huize van de bisschop van Haarlem, Nieuwe Gracht 80, van 11-12 uur voor de reli gieuzen (broeders en zusters) en de le ken, en van 12-1 uur voor de priesters. Die Algemene Reken kamer vind ik een aardige instelling. Je hoort er nooit zo heel veel van, maar ais zij eens voor de dag komt, dan doet zij het ook goed. Let maar eens op dat ver slag over 1958. Wat hebben wij aan die Rekenkamer te danken. Zij bespaarde f 50.000 per jaar zo lees ik omdat bij een aantal leveranciers van vleeswaren voor het leger een extra korting van 5 pet. per kg werd bedongen. Ik heb het idee dat er veel huisvrouwen in die Rekenkamer zitten; en te weinig in het leger. Alhoewel het feit dat zij 14.000 gulden bespaarde op het col lectieve baden en zwemmen van het leger wijst weer in een andere rich ting. Ofschoon: misschien dacht men bij dat leger te kunnen zwemmen in het geld. Wat anders te zeggen van die 2.7 miljoen, die werden besteed voor de aankoop van een aantal trekkers voor het vervoer van Cen- turion-tanks: zij bleken bij nader in zien onbruikbaar aangezien zij niet onder de viaducten door konden. Wat doen wij met die dingen? Ik voor mij zou het leger in overweging willen geven: laat alle Nederlandse viaducten verhogen. Tot de aankoop van de vol gende serie trekkers natuurlijk. Ook die machine van 226.000 gulden die bestemd was om „verschoten vlieg- tuigprojectielen" uit de grond te halen, maar die voor dat doel nutteloos bleek intrigeert mij: Op de eerste plaats laat je geen vliegtuigprojectielen verschie ten. En die machine staat daar maar Gaat men haar nu bij die projectielen in de grond duwen? Of gaat men haar. zoals de eerste berichten luiden, ge- bruikon bij de Zuiderzeewerken? Enfin, afwachten. En het volgend jaar hoop ik van de Algemene Reken kamer, dit, mijn lievelingsinstituut te vernemen dat het leger een aan tal atoombommen heeft aangekocht, die bij nader inzien beter geschikt bleken om gebruikt te worden als zuurballen. en de acteur geen dwangmatig spel op gelegd, maar juist de mogelijkheden en beperktheden van beiden uitgebuit, en voor wie dezen kent zal het duide lijk zyn, dat dit spel sterk werd ge maakt door de beide kunstenaars. Guttmann bleek tévens een fantasierijk man te zyn bjj het tamelijk beperkt ge geven van tijd en plaats. Na afloop bracht het Rotterdamse pu bliek de actrice en de acteur langdu rig hulde en betrok daarby ook de re gisseur. DU. De Osservatore Romano, het officiële blad van het Vatlcaan, heeft gisteren een verklaring gepubliceerd over het huwelijk van prins Albert van België en prinses Paoia Ruffo di Calabria, Het blad verklaart, blijkens een bericht van het KNP, dat de paus zelf de aan sporing heeft gegeven het huwelijk niet in het Vftticaan te sluiten, teneinde zo elk voorwendsel voor een polemiek to vermyden. Wat betreft de Juridische geldigheid van het huwelijk, verklaart j het blad, dat volgens het burgerlijk wet boek van België een in het Vaticaan gesloten huwelijk voor België rechts geldig is. Artikel 170 van het Belgische wetboek bepaalt, dat een huweiyk, in het bui tenland gesloten tussen twee Belgen of tussen een Belg en een niet-Belgische burger, volgens de wettelijke bepalingen van het land, waar het huwelijk geslo ten wordt, voor België geldig is. In het Vaticaan, aldus de Osservatore, is de kerkrechtelijke huwelijkssluiting de enig geldige, zodat bij een door de paus ingezegend huweiyk aan alle eisen van het burgerlijk wetboek van België is voldaan. Het b!ad wijst er op, dat de bezwaren die de Belgische socialisten Advertent' regelt de voor de verzorgde vrouu) lux* dr&aistick f 3.15 handig* tas-stick 1.95 transpiratie voorkomt de geur beschermt Uw garderobe. aanvoerden tegen het huwelijk van prins Albert en prinses Paoia in het Vaticaan volkomen ongegrond waren. De paus, zo besluit het blad. heeft door zijn fyn- gevoelige geste ieder voorwendsel voor een polemiek willen vermijden. In een gisteren te Moskou versche nen nieuwe Geschiedenis van de Rus sische communistische partij is de naam van de 78-jarige president Vo- rosjilov weggelaten uit de rü dierge nen die premier en partyleider Khroesj- tsjev steunden ln zijn strjjd tegen de anti-partygroep van medio 1957. Voro- sjilovs naam komt ook niet voor bij de opsomming van personen die vast besloten tegen Molotov, Malenkov, Ka- ganowitsj en Sjepilov optraden. Enige tjjd geleden heeft de New York Times al gemeld, dat Vorosjilov zich tydens de beiangryke stemming in het presidium van steun aan Khroesjtsjev heeft onthouden. Deze heeft daarop toch zyn wil kunnen doorzetten en wei door het centrale comité te hulp te roepen. Vorosjilov is nog steeds pre sident. Voorts wordt van maarschalk Zjoe- kov gezegd, dat diens rol in de tweede wereldoorlog schromelyk is overdreven en buiten alle verhoudingen is tot zijn werkelyk aandeel in de Russische oor logsinspanning (Zjoekov is in oktober 1957 van zyn ministersfunctie onthe ven). In 1956, op het 20ste party con gres, is naar aanleiding van kritiek van o.a. vice-premier Mikojan op de oorspronkeiyke partygeschiedenis beslo ten tot uitgave van een nieuwe herzie ne editie. 53 De kellner, een klein, vief mannetje, knipt even met de ogen. „Komt er niet op aan," zegt Perquin snel, „ver telt u maar verder." „Monsieur had. tpen hij aankwam, 'nen vreselyke hoofdpijn. Dadelyk noa het diner is hij noar jz'nen koamer gegoan." „Hoe laat was dat?" „Een ietskp over negenen, menier." ..En u, juffrouw Melanie?" Ze draait coquet haar wltgemutste kopje. „Mon sieur vroeg me hem om halfnegen te wekken." „Ja?" „Hii kloeg over z'n hoofdpyn en zei, dat hy niet wou worden gestoord. Voor niks of niemand nie, wie er ook naar hem mocht vragen of telefoneren Denkt er vooral om, Melanieke, ik wil genen mens zien of horen voor morgenochtend halfnegen zei hij. En toen heeft hij mij vijftig francs gegeven." ,,Ja maar, ja maar, Melanieke," valt Emile haai in de rede, „ge kunt „Laat u juffrouw Melanie uitspreken. Als u nog wat te zeggen heeft, kunt u dat later doen. Was mijn heer Jansen altijd zo gul met zijn fooien, juffrouw Melanie?" Ze trekt een pruimemondje. „Vyt'tig francs is wel meer dan gewoon," zegt ze en gaat dan in één adem verder: „Nou, en toen heb ik monsieur de volgende morgen om half negen gewekt." „Awel Melanieke, maar da kan toch nie?" zegt de kellner weer. „Wa kan nie?" snibt het kamerkatje. „Ik heb hem op tyd geroepen, half negen, en als monsieur nu klachten heeftMeniere Gaston, ik heb werke lijk „En heeft u gewacht tot u zeker was, dat mijn heer u ook werkelijk had gehoord?" vraagt Per quin gespannen. „Moar natuurlijk," zegt ze ongeduldig. „Monsieur heeft geroepen; „Al goed, dank je." „En wat wou u nu zeggen?" Pieter Perquin keert zich naar de kellner. „Alleen moar, da Melanieke monsieur nie om hall' negen gewekt kan hebben. Monsieur was al veel vroeger bi) de hand. Ik heb hem zeil uit de vroegmis zien komen." „Hoe weet u, dat hij uit de kerk kwam?" „Awel, menier, monsieur had toch een kruiske." „Ben je er wel zeker van, dat het mynheer Jan sen van Hilgersbeek was? Heb je hem duidelijk gezien? Of zo maar gauw in het voorbijgaan?" „Zo duidelijk als ik u nu zie, menier." „O," zegt Perquin toonloos. Daar gaat weer een mooie, met zorg opgebouwde theorie. Tot niets her leid door die verklaring van Emile. En het had ge leken of alles klopte. De voorgewende hoofdpijn die het Jansen mogelyk had gemaakt zich zonder opzien zo vroeg terug te trekken. Een steels verlaten van het hotel, misschien gemaskerd en in domino, een onopvallende figuur in de carnavalsdrukte. Het res taurant en de grill-room waren natuurlijk vol geweest van zulke verschyningen. Er moest een voortdurend komen en gaan geweest ziin van gemaskerdén én mensen in avondtoilet, waartussen een enkeling ge> makkelyk verloren ging. Dan de laatste trein naai Roosendaal en per auto naar Sint Odiliënrode. En de morgen van Aswoensdag met de eerste trein weer van Roosendaal naar Antwerpen. En daar komt mé die kellner met zijn Awel Melanieke en daar ligt zyn theorie. Want als Jansen die morgen naai de vroegmis was geweest, had hy önmogeliik met de eerste trein uit Roosendaal kunnen komen. Die kwam eerst een klein uur later aan. Als hij de Keizerlei afloopt schiet het hem ineens te binnen, dat het masker zich niet in Roosendaal maar in de buurt van Nispen heeft laten afzetten. Maar dan haalt hfj zyn schouders op. Wat geeft het waar de kerel zich heeft laten afzetten? Het staat ais een paal boven water, dat Jansen van Hilgers beek een uur voor de aankomst van de eerste trein uit Roosendaal in Antwerpen was. En hoe moest dat bakkertje, dat by half twee ln de buurt van Nispen uit een taxi stapte, om zes uur 's morgens in Ant werpen zijn gekomen? En toch, Perquins onderlip schuift weer naar voren, en toch moet dat bakkertje Jansen van Hilgersbeek geweest zijn. Want als dat niet zo is, dan wordt de moord op André Kersber gen klinkklare waanzin. Waarom zou Jansen eên moord begaan om een negatief ln handen te krygen, als hij niet de man was, die het origineel in Stee nis' taxi had verloren? Het was meer dan vijfentwin tig jaar geleden dat hij dat origineel kreeg. Niemand zou zich verwonderd of enig wantrouwen gekoesterd hebben als hij tegen de politie had moeten zeggen, dat het al jaren niet meer ln zijn bezit was. Alleen een slecht geweten, alleen de vrees voor ontdekking kon iemand dryven tot een daad als de moord op de fotograaf. Neen, hy moest er in allen gevalle aan blijven vasthouden, dat Jansen de moordenaar van de fotograaf en de dief van het negatief was. Mistroostig dwaalt hij langs de havenkant, waar het Steen grauw staat tegen de grauwe regenlucht. Nog vier dagen resten hem van de kostbare week, die de Officier hem gegund heeft. Nog vier korte, kostbare dagen. En tot nu toe is elke theorie fout ge bleken. Hij weet, wie de schuldige is en, verdomd, hij kan het niet bewijzen. Eli als die vier dagen voor bij zijn krygt „De Baat" de zaak in handen. Dan volgt zonder genade het bevel tot inhechtenis- tning van Smeenk. Dan krygt een onschuldige de straf voor deze moord te dragen alleen maar omdat hij, Pieter Auguste Perdjuin, te stom is om doorslaan de bewijzen te vinden tegen de ware schuldige. Hy keert zich om en slentert de stad weer in. Hij zal toch we) iets dienen te eten voor hij zyn auto op haalt. Op de Keizerlei overschreeuwen elkaar de kran- tenventers; Libre Beigiqtle! Le Soir! Gazet van Antwerpen!" Landerig koopt hy een krant en gaat het eerste het beste restaurant binnen. Onder het wachten op ziin bestelling vouwt hij lusteloos de krant open: onrust in Ecuador. Érnstige mijn ramp in de Borinage. Het raadsel van de verlaien auto. Hoe belangwekkend de juridische zijde van de zaak-Meulenbelt wellicht ook moge zyn, de kern van de zaak ligt op het me dische terrein. Zy spitst zich toe in de vraag: waren de heer en me vrouw Meulenbelt op die dies ater van 23 februari 1955 al dan niet ge- vaarlyk (wegens krankzinnigheid)? Op die vraag vermag ik' geen ant woord te geven, doch het is wel nodig op enkele gezichtspunten de aandacht te vestigen. Vooreerst zegt de lezer, die simpelweg kennis neemt van het verhaal, zoals de heer en mevrouw Meulenbelt het vertellen: krankzinnigheid bij twee mensen, op hetzelfde moment? Dat lijkt ongeloofwaardig. Ware het zo eenvoudig dan was er vermoedelijk nooit een tragedie- Meuienbelt ontstaan. In de psychia trische wetenschap echter is een verschyningsvorm van krankzinnig heid bekend, die genoemd wordt „folie a deux", men zou kunnen zeggen: eenparige krankzinnigheid. Zy komt zo zelden voor, dat de be langstelling der deskundigen zeer geprikkeld wordt wanneer zij er eens ooit een geval van ontmoeten. Maar zij komt voor, zy is bekend. „Folie k deux" is daarom niet on geloofwaardig, al behoeft men een bewering, dat zy zich in feite heeft voorgedaan, nog niet voetstoots aan te nemen. Beziet men nu de beide lezin gen, zoals ze in de voorafgaan de artikelen werden gecon fronteerd, dan valt niet te ontken nen, dat zjj ieder op zich een zekere plausibiliteit hebben. Op het eerste gezicht lopen ze beide wel rond, zy het ten opzichte van elkaar in tegenovergestelde richting. Ze schy- nen in grote trekken tamelyk wei logisch op aaneensluitende feiten te Derusten. By nader toezien ontdekt men, dat het standpunt, waarvan elk uitgaat, verschillend 'is. De ambtelijke lezing gaat uit van het juridische standpunt en ver klaart, dat ieder der verantwoorde lijkheid dragende personen binnen zyn bevoegdheid gehandeld heeft. De lezing-Meulenbelt gaat uit van het medische standpunt en ver klaart, dat de heer en mevrouw Meulenbelt normaal waren en by* gevoig ten onrechte ln een Inrichting zyn opgesloten. In de ambteiyke, uuuuiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHii,,1,1,1111,11,11 juridische lezing is de kwestie van de krankzinnigheid in wezen een „foregone conclusion". Er komt weliswaar een hele reeks adstruc- tieve feiten betreffende het gedrag van de Meulenbeits aan te pas, doch deze zyn gebaseerd op ambte- iyke" onderzoeken en dus uit „van horen zeggen" opgebouwd. Waar het op aan komt is de deskundige verklaring van de neer Van Erp Taalman Kip, die daartoe bevoegd is. Ergo zyn de Meulenbeits krank zinnig en gaat het er alleen maar om waar te maken, dat iedereen gehandeld heeft binnen het raam van zyn bevoegdheid. Of zy werkelyk krankzinnig wa ren, doet er in deze opvatting van de krankzinnigenwet maar weinig toe. De deskundige stelt wel in zyn verklaring krankzinnigheid, doch dit woord zegt niet meer dan „ziek", nader gespecificeerd als „ziek van geest", welke aard, wel ke graad, welke vorm van ziektfe, dat doet op dit moment niet ter za ke. Het woord zegt alleen „ziekte van de geest" en de deskundige verklaart reden te hebben gevolgen voor de openbare orde te duchten. Ziekten zyn naar hun aard en graad van emstigheid vaak op oppervlak kig waargenomen verschijnselen nauwelijks te definiëren. Wie van daag ziek lijkt, laat ons aannemen ook is, kan morgen beter zyn. Men begint met het optreden van ziekte vast te stellen. Geestesziekte is nog moeilyker specificeerbaar. Zij kan bovendien tot een onmiddellijk ge vaar voor de openbare orde (en voor de patiënt zelf bovendien) ly- den en doet dit cok niet zelden, schoon lang niet ->altijd. De deskun dige doet In feite voor een geval van inbewaringstelling, zoals hier aan de orde is, niet meer dan ver klaren, dat hy verschijnselen waar neemt van de aanwezigheid van geestesziekte, waaruit hy zijn con clusie trekt, die hy by wyze van advies aan de burgemeester door geeft. De patiënt wordt om te be ginnen ter observatie opgenomen. Het gevaar, dat de deskundige ver klaart te duchten, rechtvaardigt de dwangopneming. In feite wordt de patiënt niet eens opgenomen wegens krankzinnigheid, maar omdat de deskundige hem gevaariyk vér- klaart. In de lezing van het echtpaar Meulenbelt is de krankzinnigheid geheel in de kern van de zaak ge plaatst. zy hebben geen autoriteit om te verklaren, dat zy niet krank zinnig en zeker niet gevaariyk wa ren. maar hun verhaal van hun eigen handelingen is er geheel op ge richt aannemelijk te maken, dat zy normaal waren. Dit houdt in, dat de fungerende autoriteiten onjuist, onbevoegd of wederrechtelyk gehan deld hebben. Hoe plausibel beide lezingen ook mogen klinken, er vallen toch wel enkele kanttekeningen bij te maken, In de lezing-Meulenbelt zyn niet te miskennen aanwijzingen van een obsederende angst, met name op de dag, waarop zy by verras sing een strafklacht tegen hun vy- and willen indienen. Zy vrezen de heer Arendsen Hein zozeer, dat zij hem tot elke prys ontlopen willen. Zy zijn tegelykertyd ook bevreesd voor de zet, die zij tegen hem gaan ondernemen. Nog maar nauwelijks begonnen met de volvoering van hun plan, doen zij iets anders, dat het eerste plan geheel doorkruist. Eerst gaan zij naar de Rijkspolitie ter plaatse, die zy alarmeren, met het gevolg dat mr. Arendsen Hein wordt opgebeld. Daarna hellen zij twee relaties van hun vijand op. bij één van wie zij reeds eerder nu) op het rekest hebben gekre gen en geven daarbij hun verblijf plaats en hun beweging prijs. Na dat zij dit gedaan hebben, zijn ze niet ten onrechte bevreesd, dat hun vyand hen zal achterna komen en hun de volvoei.-.g van hun plan zal beletten. Zy menen met aan zeker heid grenzende waarschyniykheid, dat hy dit inderdaad gedaan heeft. Maar dan hebben zy zichzelf de strop om de nals gelegd, die zjj trachtten te ontlopen. Vreesden zij werkelijk, dat hun vyand hen in een krank zinnigengesticht zou organiseren, door hun beweging te verraden hebben zy hem daartoe zelf de ge legenheid gegeven. De overige bijzonderheden van het verhaal-Meuienbelt laat ik daar. Zy volgen wel uit dit centrale punt van hun verklaringen en overigens staat hierby „ja" tegenover „neen". Maar de boven uiteengezette feiten volgen uit hun eigen authentieke le zing. In de ambtelijke lezing, aangevuld door de verklaringen van mr. Arendsen Hein. zijn enkele pun ten centraal: het echtpaar Meulen belt was volgens verklaring van de deskundige Van Erp Taalman Kip krankzinnig en gevaariyk; de heer Arendseri Hein zelf heeft zich slechts vluchtig en op de achtergrond met de voorvallen van 23 februari 1955 bemoeid, omdat hy tydens de uren. waarin zij zich afspeelden, geheel geoccupeerd was door zijn audiëntie met staatssecretaris Muntendam. Een door alle partijen toegegeven feit is, dat er een onoplosbaar ar beidsconflict bestond tussen de heer Arendsen Hein én de heer Meulen belt. Daar dit conflict in het drama, waar het hier om gaat, zelf geen rol speelt, lijkt het onnodig het hier uiteen te zetten. Genoeg is het te weten, dat naar de mening van de heer Meulenbelt de heer Arendsen Hein een strafbaar feit beging, waar aan Meulenbelt zich niet medeplich tig wilde maken. Vandaar de klacht, die hij bij de politie wilde indienen. Op dit punt volstaande met de vermelding, dat ook de lezingen aangaande het arbeidsconflict zelf, zoals zy gegeven worden resp. door de heren Meulenbelt en Arendsen Hein, diametraal tegenover elkaar staan, is het van de lezing-Meulen belt uit gezien denkbaar, dat de heer Arendsen Hein er belang bij had te voorkomen, dat de Meulenbeits de politie in de zaak zouden mengen, subs, te voorkomen, dat deze de Meulenbeits ernstig zou nemen. Vol gens de lezing van het echtpaar Meulenbelt heeft de heer Arendsen Hein getracht de heer Meulenbelt te intimideren, o.a. zelfs met ontoe rekeningsvatbaarheid en krankzin nigheid. De heer Arendsen Hein stelt, dat hij een ontwikkeling als biykt uit de verklaring van de heei Van Erp Taalman Kip in het geheel niet heeft kunnen voorzien en dat hij voorts, reeds als gevolg van de feite lijke omstandigheden, die hij be schrijft, gedwongen was zeer gedis- tancieerd te blijven van het drama van die 23ste februari. Hoe men het ook keert of wendt, de vraag waar alles om draait luidt: waren de heer en mevrouw Meulen belt op die dag krankzinnig en ge vaariyk? Uit hun eigen verhaal blijkt niet, dat zy het waren. Wat wel blijkt en wat zij zelf ook tot op zekere hoogte toegeven is. dat zij op die dag opgewonden en zenuwachtig waren, een toestand die er in de loop van de dag zeker niet op verminderd is of kan zyn. Opgewonden en zenuwachtig ech ter is nog niet krankzinnig en krankzinnig is nog niet gevaarlijk. Voor dit laatste staat alleen de ver klaring van de deskundige, de heer Van Erp Taalman Kip. Uit de con frontatie van de verschillende lezin gen rijst de vraag: heeft de heer Van Erp Taalman Kip lichtvaardig gehandeld? Zo staat de zaak, voor zover ze my uit onderzoek gebleken is. Dit onderzoek kon zich niet verder uit strekken dan het de journalist nu eenmaal gegeven is. Doch voor een met hogere bevoegdheid beklede in stantie lijkt het een menswaardige taak te trachten klaarheid in dit geval te brengen. Maar de kardinale kwestie, die uit dit hele drama oprijst is: men wordt van zijn vrijheid ontdaan, omdat een deskundige een verklaring van gevaarlijke krank zinnigheid afgeeft, niet omdat men krankzinnig en daarby gevaarlijk is. In onze vrije wereld is het ont nemen van de vrijheid aan een in dividu een verschrikkelijk feit, a fortiori als dat gepaard gaat met het odium van krankzinnigheid. Toch volstaat daartoe de enkele verkla ring van één man, zonder beroep en zonder controle. Het is aan de wetgever om daar diep over na te denken, los van de vraag of de Meulenbeits al dan niet tereent zyn opgesloten. In theorie is een situatie denkbaar, dat men sen onder dekking van deze wet een monsterachtigheid begaan, of een domheid, die wegens haar strekking evenzeer monsterachtig is. Misschien heeft zoiets zich voorgedaan, mis schien ook niet. Maar na het geval- Meulenbelt lijkt het niet ondenkbaar dat het gebeurt. En zeker zal iedereen terwille van de mensen Meulenbelt- en terwille van het rechtsgevoel verlangend zyn te weten of het gebeurd is. LIBRA Spanje Volgens U.P.I. zijn maan dag in Valencia twee studenten gearres teerd wegens tegen Franco gerichte ac tiviteiten. In Wenen heeft de Belg Roger Moens de 800 meter gelopen in 1 min. 48.5 sec., de beste tijd die dit jaar op deze af stond is gemaakt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 7