TWEE OP
DE WIP
DAGPÜZ1LE
a
B
PERUTZ
Moeder
/Kda.
De zaak-Meulen b
DE
CARNAVAISMOORD
Feiten en
Meningen
Het Rotterdams Toneel brengt
dialoog van William Gibson
i
1
n
j
llTiïïM bril!
Oooh...wat een verschil!
ver-
Internationale federatie
lengt beroepstermijn
Rekenen
Osservatore: Paus heeft stof
tot polemiek willen wegnemen
Bekijk het
door de
Royement Arka
Mening Episcopaat over nieuwe
structuur spoedig te verwachten
TBABYDERMKÏ
Het huwelijk van prins Albert
Vorosjilov in ge
breke gesteld
V B
LH
Elke foto 'n meesterschot
MARTIN MONS
DONDERDAG 4 JUNI 1959
r~
-
Perplex staat u van Perutz' grote gevoeligheid
en prachtige gradatie!
Yoorhel tere
Baby-huidje
Receptie mgr. Van
Dodewaard
0e wereldvermaarde deodorant-stick
door
(Wordt vervolgd)
Andrea Domburg en Guus Hermus in „Twee op de wip".
Met „Two for the seesaw" heeft de
J*hierikaanse schrijver William Gibson,
,ar verluidt, zijn naam als toneel-
ehrijver gevestigd. Dit stuk, dat sinds
'l'i première in januari 1958 met suc-
ii?S °P Broadway wordt gespeeld en
I Londen, Parijs, Wenen en Duits-
a"d ten tonele is gevoerd, werd gister-
av°nd door Rotterdams Toneel voor de
Arste keer aan het Nederlandse pu-
„"ek getoond, onder regie van Karl
JOTtmann en met de decors, welke de
^ener Otto Niedermoser voor de op-
A?trin8 in Oostenrijk heeft getekend,
jj'red Pleiter droeg de verantwoor
ds voor de vertaling.
I William Gibson, wiens werk drama,
.Vrièk en proza omvat, werd in 1914
a dezelfde wijk in New York geboren
P?ar hp de vrouwelyke hoofdfiguur
Wttel uit „Two for the seesaw" van-
J;aan Iaat komen. Dit te weten is be-
vTÏigrjjk omdat in dit spel twee figuren
Jjlh of meer zielkundig onder de loep
gorden genomen en een van hen uit de-
zeer volkse buurt komt. terwijl
ander, de advocaat uit de beste
gingen der provincie en van een ge-
Le.l andere maatschappelijke orde. er-
tj6 bijdraagt het conflict een bepaalde
°nting te geven.
Gibson, die tot nu toe vijf toneel
stukken heeft geschreven, komt be
vist niet uit de hedendaagse extreme
School van Amerikaanse toneelschrij
vers. Hij heeft het zich bij dit toneel
spel voor twee personen echter ook
Veer niet gemakkelijk gemaakt.
enige mogelijke, dus onafgebro
ken dialoog van volkskind en advo-
?aat, de bittere romance als men wil,
Teeft hij geprojecteerd tegen de w.ql-
kenbrabbers van New York. Een
Maatschappelijke situatie, waarvan
®en zekere suggestie uitgaat., welke
Wordt gesteund door geluidtechnische
fblpmiddelen, die de lokale sfeer be
hulpzaam moeten zijn.
fjb „twee op de wip",, zoals Alfred
ieiter Gibsons toneelspel noemt, ont
beten
- twee mensen elkaar, Jerry
yan, de advocaat uit de gegoede
c^Ugen in de provincie en Gittel Mos-
awt het volksmeisje uit de Bronx
'eidersbuurt in New York. Van
een
de-
(ju ongeljjke ontmoeting heeft Gibson
^J?Kbaar gebruik gemaakt om achter-
^nden
te
scheppe
oL wolke tussen de
itts'
pen voor de roman-
J man en de vrouw
Instaat. De advocaat, een betrek-
(j'like grootheid in de kleine wereld
Provincie, is op het moment dat hij
New York een luizige kamer huurt
<L Maatschappelijk slechter aan toe
wP het fidele volkskind met haar on
troeide verlangens en haar kaprio-
KRUISWOORDRAADSEL
1 23456789
10
i
j
horizontaal: 1. inwoner van Spanje,
tejjPorlijk: 2. beginnen: 3. drievoud, in-
4. zomerpeil (afk.), joods feest;
11 maand (afk.), stierenhok in
t^Vhse arena; 6. alvorens, loog; 7. in
'rv'Sheid brengen, ongeluksgodin; 8.
(0, zwoord, vlak; 9. onzin, werkwoord;
Grij1 terse bezigheid, koker; 11. nacht
leg, verstand.
Verticaal: 1. slaghout, Europese lucht-
af.ij; 2. dralen, reverendus pater;
k'^ai nij omroeP! 4. politieke partij,
waar passiespelen worden ge-
Vr,5®h; 5. berg, natuurverschijnsel; 6.
^hdpartij aan hof, vochtig; 7. academ.
h'Uotvismaag, zoon van Jacob; 8.
®he7°°gd, voorzetsel; 9. pas gewijd
-rU haspel; 10. sterk ontploffings-
(afk.), vrouw, roofdier.
Oplossing 2 juni
KPRiz°NTAAL: 1. piccalilli; 2. in-
5. 1; 3. snert, ambt; 4. telers, bar;
kr^m., machine; 6. edoch, kik; 7.
'0 Uem, EK; 8. lier, are; 9. beletten;
v"ee, stijf; 11. Venlo, sstt.
ERTiCAAL: 1. piste, aub; 2. innemen,
3- ceel, dollen; 4. ceremonieel; 5.
W'ciet; 6. Is, scherts; 7. ets; 8. lambik,
miiWi. ft; 10. intrekken.
len op het gebied van de liefde.
De advocaat is van zijn vrouw weg
gegaan en tracht vanuit de gore huur
kamer opnieuw vat op het leven te krij
gen. Zyn gevoel voor importantie
enerzijds, de kennis omtrent de misluk
king van zyn huwelijk anderzijds drei
gen hem eenzaam te maken. Totdat hij
via een fuifje aan het adres komt van
het meisje Gittel en op goed geluk met
haar contact zoekt. Tot zover lijkt al
les voor Gittel een gebruikelijk verloop
te hebben. Niet alleen omdat Gittel
uiterlijk veel op zijn vrouw lijkt, maar
vooral omdat zijn verleden hem parten
speelt, besluit hij op een gegeven mo
ment van haar geen liefdadigheid, geen
aalmoes zoals hij zegt, aan te nemen.
Het zou een herhaling kunnen beteke
nen van wat hij in zijn huwelijk als on
draaglijk was gaan beschouwen.
Hij vlucht voor haar intimiteiten en
hij vlucltf daardoor juist voor de ob
sessie van zijn verleden. Deze voor een
meisje als Gittel wonderlijke keer van
het getij doet haar beseffen, dat ande
re mogelijkheden op het gebied van de
liefde binnen haar bereik liggen. Heel
langhaam begint zij Jerry te geloven.
Zij verneemt bij stukken en beetjes de
waarheid omtrent zijn vroeger leven en
er breekt een tijd aan, dat het ver
schil tussen milieu en opvoeding en
verleden volkomen ondergaat in de be
leving van de prettige dingen van alle
dag. Er treedt ogenschijnlijk een ge
lukstoestand in, waarbinnen beiden zich
een plaats claimen. Totdat het meisje
merkt dat het verleden van Jerry niet
van hem los is te maken, dat zijn
vrouw hem tracht te bereiken, dat hij
wel volledige overgave van haar eist
zonder dat hijzelf tot die overgave he
lemaal bereid is. Misschien is hij wel
bereid, maar hij kan niet, omdat hij
staande aan de tweede helft van zijn le
ven de eerste onmogelijk van zich kan
afschudden. Maar dan is Gittel al in de
val gelopen, in het blok van haar liefde
voor JerryHun voeten komen niet
helemaal meer op de grond of slechts
even als bij kinderen, die op de wip
spelen en zich telkens afzetten en tel
kens weer neerkomen. Tussen willen en
kunnen ligt de eeuwigheid. Voor het
laatst worden er tijdens een telefoon
gesprek woorden gewisseld van pijn en
hoop. Het kruispunt van hun wegen is
nu pas te overzien. Ervaringskennis
kan een stukje wijsheid betekenen, zo
wil Gibson ons aan het einde van het
spel voorhouden.
Andrea Domburg als Gittel kreeg
van Alfred Pleiter heel wat kernachti
ge Nederlandse woorden in de mond
gelegd. Voor het waarschijnlijk platte
Amerikaans van de originele tekst
kwam een mixture van Rotterdams en
Amsterdams in de plaats. Ondanks dit
verschijnsel wist Andrea Domburg in ge
nuanceerd spel aan het volksmeisje
Gittel een diepte te geven, welke in dit
overigens sterk verstandelijke stuk
kleur en afwisseling bracht. Guus Her
mus als de egocentrische advocaat, die
zich zelf en zijn menselijke zwakheden
niet kan ontkomen, had aan zijn rol
een half heroïsche, half meelijwek
kende interpretatie gegeven. Karl
Guttmann, die dit stuk ook in Wenen
heeft geregisseerd, heeft de actrice
Advertentie
m
(Speciale berichtgeving)
De internationale federatie van chris
telijke vakorganisaties van overheids
personeel, die verleden jaar na het
verbreken van de samenwerking tus
sen K.A.B. en Arka laatstgenoemde
organisatie royeerde, heeft op het van
maandag t.m. woensdag te Wenen ge
houden congres het beroep van de
Arka tegen het royement behandeld
en de beroepstermijn verlengd tot, 30
juni 1960, zodat er nog geen beslissing
gevallen is.
Het congres benoemde een commis
sie van vertegenwoordigers van alle
aangesloten landen om het congres van
advies te dienen. De commissie, waarin
ook de secretaris van het Internatio
naal Christelijk Vakverbond, de heer
Van Istendael, zitting had, bleek una
niem van mening te zyn, dat het be
roep van de Arka' ontvankelijk was.
Hoewel de commissie bestond uit ver
tegenwoordigers van organisaties, die
zich vóór het royement, hadden uitge
sproken, kwam zij tevens tot de con
clusie, dat ue internationale federatie
weliswaar gerechtigd was, de Arka uit
te sluiten op genoemde grond, doch dat
het royement niet rechtsgeldig was.
Daarom adviseerde zij, de beroepster
mijn te verlengen om de mogelijkheid
open te houden, met de Arka tot over
eenstemming te komen.
Het congres heeft de conclusies van
de commissie in zoverre niet aanvaard,
dat het uitdrukkelijk de juistheid van
het royement wenste uit te spreken,
doch het besloot niettemin de beroeps
termijn te verlengen.
Voor de behandeling van deze zaak
waren namens de Arka de voorzitter,
mr. G. A. A. M. Boot, de algemeen
secretaris, de heer J. J. Loerakker,
en de directeur van het bureau, dr.
W. J. J. Dijsselbloem, op het congres
aanwezig. Desgevraagd werd ons van
Arka-zijde medegedeeld, dat haar het
congresbesluit niet geheel duidelijk is
en tegenstrijdighqden schijnt te bevat
ten. Het wordt bevreemdend genoemd,
dat het. congres niet volledig de con
clusies heeft overgenomen van haar ei
gen partijdige commissie, op de samen
stelling waarvan de Arka in tegen
stelling tot de andere partij geen
enkele invloed heeft uitgeoefend.
De Arka heeft het congres een ad
vies overgelegd van de Leuvense-
hoogleraar Van Hecke, waarin met na-
Advertentie
druk wordt vastgesteld, dat het roye
ment juridisch ongeldig is, zodat het
congres het met zou kunnen handha
ven. Tegen deze 1 erklaring bracht het
congres geen erjKel juridisch argument
in, aldus de Arka.
Bij de behandeling van het roye
ment kwam teven» houding van het
Nederlands ^P,s^opaat ten opzichte
van de toekomstige opbouw van de Ka
tholieke orgamsaties m Nederland ter
sprake. Bet thans wel zeker
te zijn, dat net episcopaat zich binnen
kort tot de betrokken organisaties zal
wenden. De verlenging van de beroeps
termijn houdt hiermede blijkbaar ver
band, op Srernl van de overweging,
dat liet moeilijk aanvaardbaar is, dat
de Arka uit de internationale federa
tie wordt gestoten, wanneer zij mee
werkt aan een opbouw van de organi
satiestructuur, die in overeenstemming
zou zijn met ue zienswijze van het
Episcopaat.
De bisschop-coadjutor van Haarlem,
mgr. dr. J. A. a. van Dodewaard, zal
ter gelegenheid van zijn verjaardag, op
maandag 8 juni a.s. recipiëren ten huize
van de bisschop van Haarlem, Nieuwe
Gracht 80, van 11-12 uur voor de reli
gieuzen (broeders en zusters) en de le
ken, en van 12-1 uur voor de priesters.
Die Algemene Reken
kamer vind ik een aardige
instelling. Je hoort er nooit
zo heel veel van, maar ais
zij eens voor de dag komt,
dan doet zij het ook goed.
Let maar eens op dat ver
slag over 1958. Wat hebben
wij aan die Rekenkamer te
danken. Zij bespaarde f 50.000 per jaar
zo lees ik omdat bij een aantal
leveranciers van vleeswaren voor het
leger een extra korting van 5 pet.
per kg werd bedongen. Ik heb het
idee dat er veel huisvrouwen in die
Rekenkamer zitten; en te weinig in
het leger. Alhoewel het feit dat zij
14.000 gulden bespaarde op het col
lectieve baden en zwemmen van het
leger wijst weer in een andere rich
ting. Ofschoon: misschien dacht men
bij dat leger te kunnen zwemmen in
het geld. Wat anders te zeggen van
die 2.7 miljoen, die werden besteed
voor de aankoop van een aantal
trekkers voor het vervoer van Cen-
turion-tanks: zij bleken bij nader in
zien onbruikbaar aangezien zij niet
onder de viaducten door konden. Wat
doen wij met die dingen? Ik voor mij
zou het leger in overweging willen
geven: laat alle Nederlandse viaducten
verhogen. Tot de aankoop van de vol
gende serie trekkers natuurlijk.
Ook die machine van 226.000 gulden
die bestemd was om „verschoten vlieg-
tuigprojectielen" uit de grond te halen,
maar die voor dat doel nutteloos bleek
intrigeert mij: Op de eerste plaats laat
je geen vliegtuigprojectielen verschie
ten. En die machine staat daar maar
Gaat men haar nu bij die projectielen
in de grond duwen? Of gaat men haar.
zoals de eerste berichten luiden, ge-
bruikon bij de Zuiderzeewerken?
Enfin, afwachten. En het volgend
jaar hoop ik van de Algemene Reken
kamer, dit, mijn lievelingsinstituut
te vernemen dat het leger een aan
tal atoombommen heeft aangekocht,
die bij nader inzien beter geschikt
bleken om gebruikt te worden als
zuurballen.
en de acteur geen dwangmatig spel op
gelegd, maar juist de mogelijkheden
en beperktheden van beiden uitgebuit,
en voor wie dezen kent zal het duide
lijk zyn, dat dit spel sterk werd ge
maakt door de beide kunstenaars.
Guttmann bleek tévens een fantasierijk
man te zyn bjj het tamelijk beperkt ge
geven van tijd en plaats.
Na afloop bracht het Rotterdamse pu
bliek de actrice en de acteur langdu
rig hulde en betrok daarby ook de re
gisseur. DU.
De Osservatore Romano, het officiële
blad van het Vatlcaan, heeft gisteren
een verklaring gepubliceerd over het
huwelijk van prins Albert van België
en prinses Paoia Ruffo di Calabria,
Het blad verklaart, blijkens een bericht
van het KNP, dat de paus zelf de aan
sporing heeft gegeven het huwelijk niet
in het Vftticaan te sluiten, teneinde zo
elk voorwendsel voor een polemiek to
vermyden. Wat betreft de Juridische
geldigheid van het huwelijk, verklaart
j het blad, dat volgens het burgerlijk wet
boek van België een in het Vaticaan
gesloten huwelijk voor België rechts
geldig is.
Artikel 170 van het Belgische wetboek
bepaalt, dat een huweiyk, in het bui
tenland gesloten tussen twee Belgen of
tussen een Belg en een niet-Belgische
burger, volgens de wettelijke bepalingen
van het land, waar het huwelijk geslo
ten wordt, voor België geldig is. In het
Vaticaan, aldus de Osservatore, is de
kerkrechtelijke huwelijkssluiting de enig
geldige, zodat bij een door de paus
ingezegend huweiyk aan alle eisen van
het burgerlijk wetboek van België is
voldaan. Het b!ad wijst er op, dat de
bezwaren die de Belgische socialisten
Advertent'
regelt de
voor de verzorgde vrouu)
lux* dr&aistick f 3.15
handig* tas-stick 1.95
transpiratie
voorkomt de
geur
beschermt Uw
garderobe.
aanvoerden tegen het huwelijk van prins
Albert en prinses Paoia in het Vaticaan
volkomen ongegrond waren. De paus,
zo besluit het blad. heeft door zijn fyn-
gevoelige geste ieder voorwendsel voor
een polemiek willen vermijden.
In een gisteren te Moskou versche
nen nieuwe Geschiedenis van de Rus
sische communistische partij is de
naam van de 78-jarige president Vo-
rosjilov weggelaten uit de rü dierge
nen die premier en partyleider Khroesj-
tsjev steunden ln zijn strjjd tegen de
anti-partygroep van medio 1957. Voro-
sjilovs naam komt ook niet voor bij
de opsomming van personen die vast
besloten tegen Molotov, Malenkov, Ka-
ganowitsj en Sjepilov optraden.
Enige tjjd geleden heeft de New York
Times al gemeld, dat Vorosjilov zich
tydens de beiangryke stemming in het
presidium van steun aan Khroesjtsjev
heeft onthouden. Deze heeft daarop
toch zyn wil kunnen doorzetten en wei
door het centrale comité te hulp te
roepen. Vorosjilov is nog steeds pre
sident.
Voorts wordt van maarschalk Zjoe-
kov gezegd, dat diens rol in de tweede
wereldoorlog schromelyk is overdreven
en buiten alle verhoudingen is tot zijn
werkelyk aandeel in de Russische oor
logsinspanning (Zjoekov is in oktober
1957 van zyn ministersfunctie onthe
ven). In 1956, op het 20ste party con
gres, is naar aanleiding van kritiek
van o.a. vice-premier Mikojan op de
oorspronkeiyke partygeschiedenis beslo
ten tot uitgave van een nieuwe herzie
ne editie.
53
De kellner, een klein, vief mannetje, knipt even
met de ogen.
„Komt er niet op aan," zegt Perquin snel, „ver
telt u maar verder."
„Monsieur had. tpen hij aankwam, 'nen vreselyke
hoofdpijn. Dadelyk noa het diner is hij noar jz'nen
koamer gegoan."
„Hoe laat was dat?"
„Een ietskp over negenen, menier."
..En u, juffrouw Melanie?"
Ze draait coquet haar wltgemutste kopje. „Mon
sieur vroeg me hem om halfnegen te wekken."
„Ja?"
„Hii kloeg over z'n hoofdpyn en zei, dat hy niet
wou worden gestoord. Voor niks of niemand nie, wie
er ook naar hem mocht vragen of telefoneren
Denkt er vooral om, Melanieke, ik wil genen mens
zien of horen voor morgenochtend halfnegen zei
hij. En toen heeft hij mij vijftig francs gegeven."
,,Ja maar, ja maar, Melanieke," valt Emile haai
in de rede, „ge kunt
„Laat u juffrouw Melanie uitspreken. Als u nog
wat te zeggen heeft, kunt u dat later doen. Was mijn
heer Jansen altijd zo gul met zijn fooien, juffrouw
Melanie?"
Ze trekt een pruimemondje. „Vyt'tig francs is wel
meer dan gewoon," zegt ze en gaat dan in één adem
verder: „Nou, en toen heb ik monsieur de volgende
morgen om half negen gewekt."
„Awel Melanieke, maar da kan toch nie?" zegt de
kellner weer.
„Wa kan nie?" snibt het kamerkatje. „Ik heb hem
op tyd geroepen, half negen, en als monsieur nu
klachten heeftMeniere Gaston, ik heb werke
lijk
„En heeft u gewacht tot u zeker was, dat mijn
heer u ook werkelijk had gehoord?" vraagt Per
quin gespannen.
„Moar natuurlijk," zegt ze ongeduldig. „Monsieur
heeft geroepen; „Al goed, dank je."
„En wat wou u nu zeggen?" Pieter Perquin keert
zich naar de kellner.
„Alleen moar, da Melanieke monsieur nie om hall'
negen gewekt kan hebben. Monsieur was al veel
vroeger bi) de hand. Ik heb hem zeil uit de vroegmis
zien komen."
„Hoe weet u, dat hij uit de kerk kwam?"
„Awel, menier, monsieur had toch een kruiske."
„Ben je er wel zeker van, dat het mynheer Jan
sen van Hilgersbeek was? Heb je hem duidelijk
gezien? Of zo maar gauw in het voorbijgaan?"
„Zo duidelijk als ik u nu zie, menier."
„O," zegt Perquin toonloos. Daar gaat weer een
mooie, met zorg opgebouwde theorie. Tot niets her
leid door die verklaring van Emile. En het had ge
leken of alles klopte. De voorgewende hoofdpijn die
het Jansen mogelyk had gemaakt zich zonder opzien
zo vroeg terug te trekken. Een steels verlaten van
het hotel, misschien gemaskerd en in domino, een
onopvallende figuur in de carnavalsdrukte. Het res
taurant en de grill-room waren natuurlijk vol geweest
van zulke verschyningen. Er moest een voortdurend
komen en gaan geweest ziin van gemaskerdén én
mensen in avondtoilet, waartussen een enkeling ge>
makkelyk verloren ging. Dan de laatste trein naai
Roosendaal en per auto naar Sint Odiliënrode. En de
morgen van Aswoensdag met de eerste trein weer
van Roosendaal naar Antwerpen. En daar komt mé
die kellner met zijn Awel Melanieke en daar
ligt zyn theorie. Want als Jansen die morgen naai
de vroegmis was geweest, had hy önmogeliik met
de eerste trein uit Roosendaal kunnen komen. Die
kwam eerst een klein uur later aan.
Als hij de Keizerlei afloopt schiet het hem ineens
te binnen, dat het masker zich niet in Roosendaal
maar in de buurt van Nispen heeft laten afzetten.
Maar dan haalt hfj zyn schouders op. Wat geeft het
waar de kerel zich heeft laten afzetten? Het staat
ais een paal boven water, dat Jansen van Hilgers
beek een uur voor de aankomst van de eerste trein
uit Roosendaal in Antwerpen was. En hoe moest dat
bakkertje, dat by half twee ln de buurt van Nispen
uit een taxi stapte, om zes uur 's morgens in Ant
werpen zijn gekomen? En toch, Perquins onderlip
schuift weer naar voren, en toch moet dat bakkertje
Jansen van Hilgersbeek geweest zijn. Want als dat
niet zo is, dan wordt de moord op André Kersber
gen klinkklare waanzin. Waarom zou Jansen eên
moord begaan om een negatief ln handen te krygen,
als hij niet de man was, die het origineel in Stee
nis' taxi had verloren? Het was meer dan vijfentwin
tig jaar geleden dat hij dat origineel kreeg. Niemand
zou zich verwonderd of enig wantrouwen gekoesterd
hebben als hij tegen de politie had moeten zeggen,
dat het al jaren niet meer ln zijn bezit was. Alleen
een slecht geweten, alleen de vrees voor ontdekking
kon iemand dryven tot een daad als de moord op de
fotograaf. Neen, hy moest er in allen gevalle aan
blijven vasthouden, dat Jansen de moordenaar van
de fotograaf en de dief van het negatief was.
Mistroostig dwaalt hij langs de havenkant, waar
het Steen grauw staat tegen de grauwe regenlucht.
Nog vier dagen resten hem van de kostbare week,
die de Officier hem gegund heeft. Nog vier korte,
kostbare dagen. En tot nu toe is elke theorie fout ge
bleken. Hij weet, wie de schuldige is en, verdomd,
hij kan het niet bewijzen. Eli als die vier dagen voor
bij zijn krygt „De Baat" de zaak in handen.
Dan volgt zonder genade het bevel tot inhechtenis-
tning van Smeenk. Dan krygt een onschuldige de
straf voor deze moord te dragen alleen maar omdat
hij, Pieter Auguste Perdjuin, te stom is om doorslaan
de bewijzen te vinden tegen de ware schuldige.
Hy keert zich om en slentert de stad weer in. Hij
zal toch we) iets dienen te eten voor hij zyn auto op
haalt. Op de Keizerlei overschreeuwen elkaar de kran-
tenventers; Libre Beigiqtle! Le Soir! Gazet van
Antwerpen!" Landerig koopt hy een krant en gaat
het eerste het beste restaurant binnen. Onder het
wachten op ziin bestelling vouwt hij lusteloos de
krant open: onrust in Ecuador. Érnstige mijn
ramp in de Borinage. Het raadsel van de verlaien
auto.
Hoe belangwekkend de juridische
zijde van de zaak-Meulenbelt
wellicht ook moge zyn, de
kern van de zaak ligt op het me
dische terrein. Zy spitst zich toe in
de vraag: waren de heer en me
vrouw Meulenbelt op die dies ater
van 23 februari 1955 al dan niet ge-
vaarlyk (wegens krankzinnigheid)?
Op die vraag vermag ik' geen ant
woord te geven, doch het is wel
nodig op enkele gezichtspunten de
aandacht te vestigen. Vooreerst zegt
de lezer, die simpelweg kennis
neemt van het verhaal, zoals de
heer en mevrouw Meulenbelt het
vertellen: krankzinnigheid bij twee
mensen, op hetzelfde moment? Dat
lijkt ongeloofwaardig.
Ware het zo eenvoudig dan was
er vermoedelijk nooit een tragedie-
Meuienbelt ontstaan. In de psychia
trische wetenschap echter is een
verschyningsvorm van krankzinnig
heid bekend, die genoemd wordt
„folie a deux", men zou kunnen
zeggen: eenparige krankzinnigheid.
Zy komt zo zelden voor, dat de be
langstelling der deskundigen zeer
geprikkeld wordt wanneer zij er
eens ooit een geval van ontmoeten.
Maar zij komt voor, zy is bekend.
„Folie k deux" is daarom niet on
geloofwaardig, al behoeft men een
bewering, dat zy zich in feite heeft
voorgedaan, nog niet voetstoots aan
te nemen.
Beziet men nu de beide lezin
gen, zoals ze in de voorafgaan
de artikelen werden gecon
fronteerd, dan valt niet te ontken
nen, dat zjj ieder op zich een zekere
plausibiliteit hebben. Op het eerste
gezicht lopen ze beide wel rond,
zy het ten opzichte van elkaar in
tegenovergestelde richting. Ze schy-
nen in grote trekken tamelyk wei
logisch op aaneensluitende feiten te
Derusten. By nader toezien ontdekt
men, dat het standpunt, waarvan
elk uitgaat, verschillend 'is.
De ambtelijke lezing gaat uit van
het juridische standpunt en ver
klaart, dat ieder der verantwoorde
lijkheid dragende personen binnen
zyn bevoegdheid gehandeld heeft.
De lezing-Meulenbelt gaat uit van
het medische standpunt en ver
klaart, dat de heer en mevrouw
Meulenbelt normaal waren en by*
gevoig ten onrechte ln een Inrichting
zyn opgesloten. In de ambteiyke,
uuuuiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHii,,1,1,1111,11,11
juridische lezing is de kwestie van
de krankzinnigheid in wezen een
„foregone conclusion". Er komt
weliswaar een hele reeks adstruc-
tieve feiten betreffende het gedrag
van de Meulenbeits aan te pas,
doch deze zyn gebaseerd op ambte-
iyke" onderzoeken en dus uit „van
horen zeggen" opgebouwd. Waar
het op aan komt is de deskundige
verklaring van de neer Van Erp
Taalman Kip, die daartoe bevoegd
is. Ergo zyn de Meulenbeits krank
zinnig en gaat het er alleen maar
om waar te maken, dat iedereen
gehandeld heeft binnen het raam
van zyn bevoegdheid.
Of zy werkelyk krankzinnig wa
ren, doet er in deze opvatting van
de krankzinnigenwet maar weinig
toe. De deskundige stelt wel in
zyn verklaring krankzinnigheid,
doch dit woord zegt niet meer dan
„ziek", nader gespecificeerd als
„ziek van geest", welke aard, wel
ke graad, welke vorm van ziektfe,
dat doet op dit moment niet ter za
ke. Het woord zegt alleen „ziekte
van de geest" en de deskundige
verklaart reden te hebben gevolgen
voor de openbare orde te duchten.
Ziekten zyn naar hun aard en graad
van emstigheid vaak op oppervlak
kig waargenomen verschijnselen
nauwelijks te definiëren. Wie van
daag ziek lijkt, laat ons aannemen
ook is, kan morgen beter zyn. Men
begint met het optreden van ziekte
vast te stellen. Geestesziekte is nog
moeilyker specificeerbaar. Zij kan
bovendien tot een onmiddellijk ge
vaar voor de openbare orde (en
voor de patiënt zelf bovendien) ly-
den en doet dit cok niet zelden,
schoon lang niet ->altijd. De deskun
dige doet In feite voor een geval
van inbewaringstelling, zoals hier
aan de orde is, niet meer dan ver
klaren, dat hy verschijnselen waar
neemt van de aanwezigheid van
geestesziekte, waaruit hy zijn con
clusie trekt, die hy by wyze van
advies aan de burgemeester door
geeft. De patiënt wordt om te be
ginnen ter observatie opgenomen.
Het gevaar, dat de deskundige ver
klaart te duchten, rechtvaardigt de
dwangopneming. In feite wordt de
patiënt niet eens opgenomen wegens
krankzinnigheid, maar omdat de
deskundige hem gevaariyk vér-
klaart.
In de lezing van het echtpaar
Meulenbelt is de krankzinnigheid
geheel in de kern van de zaak ge
plaatst. zy hebben geen autoriteit
om te verklaren, dat zy niet krank
zinnig en zeker niet gevaariyk wa
ren. maar hun verhaal van hun
eigen handelingen is er geheel op ge
richt aannemelijk te maken, dat zy
normaal waren. Dit houdt in, dat
de fungerende autoriteiten onjuist,
onbevoegd of wederrechtelyk gehan
deld hebben.
Hoe plausibel beide lezingen ook
mogen klinken, er vallen toch
wel enkele kanttekeningen bij
te maken, In de lezing-Meulenbelt zyn
niet te miskennen aanwijzingen van
een obsederende angst, met name
op de dag, waarop zy by verras
sing een strafklacht tegen hun vy-
and willen indienen. Zy vrezen de
heer Arendsen Hein zozeer, dat zij
hem tot elke prys ontlopen willen.
Zy zijn tegelykertyd ook bevreesd
voor de zet, die zij tegen hem gaan
ondernemen. Nog maar nauwelijks
begonnen met de volvoering van hun
plan, doen zij iets anders, dat het
eerste plan geheel doorkruist. Eerst
gaan zij naar de Rijkspolitie ter
plaatse, die zy alarmeren, met het
gevolg dat mr. Arendsen Hein
wordt opgebeld. Daarna hellen zij
twee relaties van hun vijand
op. bij één van wie zij reeds eerder
nu) op het rekest hebben gekre
gen en geven daarbij hun verblijf
plaats en hun beweging prijs. Na
dat zij dit gedaan hebben, zijn ze
niet ten onrechte bevreesd, dat hun
vyand hen zal achterna komen en
hun de volvoei.-.g van hun plan zal
beletten. Zy menen met aan zeker
heid grenzende waarschyniykheid,
dat hy dit inderdaad gedaan heeft.
Maar dan hebben zy zichzelf de strop
om de nals gelegd, die zjj trachtten
te ontlopen. Vreesden zij werkelijk,
dat hun vyand hen in een krank
zinnigengesticht zou organiseren,
door hun beweging te verraden
hebben zy hem daartoe zelf de ge
legenheid gegeven.
De overige bijzonderheden van het
verhaal-Meuienbelt laat ik daar. Zy
volgen wel uit dit centrale punt van
hun verklaringen en overigens staat
hierby „ja" tegenover „neen".
Maar de boven uiteengezette feiten
volgen uit hun eigen authentieke le
zing.
In de ambtelijke lezing, aangevuld
door de verklaringen van mr.
Arendsen Hein. zijn enkele pun
ten centraal: het echtpaar Meulen
belt was volgens verklaring van de
deskundige Van Erp Taalman Kip
krankzinnig en gevaariyk; de heer
Arendseri Hein zelf heeft zich slechts
vluchtig en op de achtergrond met
de voorvallen van 23 februari 1955
bemoeid, omdat hy tydens de uren.
waarin zij zich afspeelden, geheel
geoccupeerd was door zijn audiëntie
met staatssecretaris Muntendam.
Een door alle partijen toegegeven
feit is, dat er een onoplosbaar ar
beidsconflict bestond tussen de heer
Arendsen Hein én de heer Meulen
belt. Daar dit conflict in het drama,
waar het hier om gaat, zelf geen rol
speelt, lijkt het onnodig het hier
uiteen te zetten. Genoeg is het te
weten, dat naar de mening van de
heer Meulenbelt de heer Arendsen
Hein een strafbaar feit beging, waar
aan Meulenbelt zich niet medeplich
tig wilde maken. Vandaar de klacht,
die hij bij de politie wilde indienen.
Op dit punt volstaande met de
vermelding, dat ook de lezingen
aangaande het arbeidsconflict zelf,
zoals zy gegeven worden resp. door
de heren Meulenbelt en Arendsen
Hein, diametraal tegenover elkaar
staan, is het van de lezing-Meulen
belt uit gezien denkbaar, dat de heer
Arendsen Hein er belang bij had te
voorkomen, dat de Meulenbeits de
politie in de zaak zouden mengen,
subs, te voorkomen, dat deze de
Meulenbeits ernstig zou nemen. Vol
gens de lezing van het echtpaar
Meulenbelt heeft de heer Arendsen
Hein getracht de heer Meulenbelt
te intimideren, o.a. zelfs met ontoe
rekeningsvatbaarheid en krankzin
nigheid.
De heer Arendsen Hein stelt, dat
hij een ontwikkeling als biykt uit
de verklaring van de heei Van Erp
Taalman Kip in het geheel niet
heeft kunnen voorzien en dat hij
voorts, reeds als gevolg van de feite
lijke omstandigheden, die hij be
schrijft, gedwongen was zeer gedis-
tancieerd te blijven van het drama
van die 23ste februari.
Hoe men het ook keert of wendt,
de vraag waar alles om draait luidt:
waren de heer en mevrouw Meulen
belt op die dag krankzinnig en ge
vaariyk? Uit hun eigen verhaal
blijkt niet, dat zy het waren. Wat
wel blijkt en wat zij zelf ook tot
op zekere hoogte toegeven is. dat
zij op die dag opgewonden en
zenuwachtig waren, een toestand die
er in de loop van de dag zeker niet
op verminderd is of kan zyn.
Opgewonden en zenuwachtig ech
ter is nog niet krankzinnig en
krankzinnig is nog niet gevaarlijk.
Voor dit laatste staat alleen de ver
klaring van de deskundige, de heer
Van Erp Taalman Kip. Uit de con
frontatie van de verschillende lezin
gen rijst de vraag: heeft de heer
Van Erp Taalman Kip lichtvaardig
gehandeld?
Zo staat de zaak, voor zover ze
my uit onderzoek gebleken is. Dit
onderzoek kon zich niet verder uit
strekken dan het de journalist nu
eenmaal gegeven is. Doch voor een
met hogere bevoegdheid beklede in
stantie lijkt het een menswaardige
taak te trachten klaarheid in dit
geval te brengen.
Maar de kardinale kwestie, die
uit dit hele drama oprijst is:
men wordt van zijn vrijheid
ontdaan, omdat een deskundige een
verklaring van gevaarlijke krank
zinnigheid afgeeft, niet omdat men
krankzinnig en daarby gevaarlijk
is. In onze vrije wereld is het ont
nemen van de vrijheid aan een in
dividu een verschrikkelijk feit, a
fortiori als dat gepaard gaat met het
odium van krankzinnigheid. Toch
volstaat daartoe de enkele verkla
ring van één man, zonder beroep en
zonder controle.
Het is aan de wetgever om daar
diep over na te denken, los van de
vraag of de Meulenbeits al dan niet
tereent zyn opgesloten. In theorie
is een situatie denkbaar, dat men
sen onder dekking van deze wet een
monsterachtigheid begaan, of een
domheid, die wegens haar strekking
evenzeer monsterachtig is. Misschien
heeft zoiets zich voorgedaan, mis
schien ook niet. Maar na het geval-
Meulenbelt lijkt het niet ondenkbaar
dat het gebeurt.
En zeker zal iedereen terwille van
de mensen Meulenbelt- en terwille
van het rechtsgevoel verlangend zyn
te weten of het gebeurd is.
LIBRA
Spanje Volgens U.P.I. zijn maan
dag in Valencia twee studenten gearres
teerd wegens tegen Franco gerichte ac
tiviteiten.
In Wenen heeft de Belg Roger Moens
de 800 meter gelopen in 1 min. 48.5 sec.,
de beste tijd die dit jaar op deze af
stond is gemaakt.