Minister Edzo Hendrilk Toxopeus
Hoop op goede perspectieven
van liet nieuwe prijsbeleid
Maatschappelijk werk
MODERNE BEDILLING OF
OPBOUWENDE BIJSTAND?
B
Sociaal
commentaar
KANKER
BETER
IS TEGENWOORDIG
TE HERKENNEN
K
HET VERHAAL VAN HENDRIK, KLAAS, MEES EN EDZO—
Hij is woestmaar toch kalm
Frans Schneiders
H. Vader vraagt
gebed voor
Genève
V 8
ZATERDAG 6 JUNI 1959
PAGINA 5
Protestants-Christelijke Werk gevers
Primaat van België
zegent prinselijk
huwelijk in
Jinmps Tere huid?
Medewerking van de leek is onmisbaar
Pullen-rijm
r,t at
Olie van gestrande
tanker bedreigt
Zweedse strand
Wie Toxopeus zegt, denkt niet direct aan de nieuwe minister van Binnen
landse Zaken. Misschien komt dat nog eens, maar dan zal hij tijdens
zijn pas begonnen ministerschap toch wel enkele spectaculaire dingen
moeten doen, die het land met bewondering zullen vervullen. Het is ook
Weer niet zó, dat hij nu zó erg onbekend is. In Breda, waar de raad hem
straks gaat uiteten, zeker niet. En hij heeft ook al enkele jaren in de
Tweede Kamer meegelopen, waar iedereen gratis kon kennismaken met
zijn bonhomie en zijn opgewektheid, die hij nu eenmaal van nature eta
leert zonder dat hij het zelf weet. Dat heeft hij in Brabant geleerd waar hij
zoveel van houdt. Maar wat zijn naam betreft, heeft hij nu eenmaal de con
currentie van de mensenreddersfamilie Toxopeus van Terschelling. Minis
ter Toxopeus heeft mij daarvan iets verteld. In de verte is het natuurlijk
familie, zegt hij. Ik weet dat van de abt van Oosterhout, die alles van de
familie Toxopeus afwist. En zo vertelt hij mij over Klaas en Mees Toxo
peus, over de reddingboot „Insulinde", waarop eerst Mees en later Klaas
Toxopeus schipper was. Er is ook nog een Hendrik Toxopeus geweest, die
strandvoogd was van Rottum. Toen de schippersplaats op de „Insulinde"
vacant kwam, schreef deze Hendrik een aanbeveling voor zijn neef Mees
Toxopeus en zo vertelt mij nu minister Toxopeus die aanbeveling
luidde: „Hij is woest, maar kalm."
je niet in de kerk komt dan tegen je
zin. Wij zouden dit niet geheel dur
ven onderschrijven, maar in ieder ge
val was dit het standpunt van vader
Toxopeus. de predikant. Zelf heeft
minister Toxopeus niets protestante-
rigs over zich. hoewel hij gelovig is
gebleven. Na school en catechisatie
kwam ik geregeld in de kerk, zegt
hij, uit eigen vrije wil, en mijn vader
vond dat natuurlijk erg prettig.
Ook de liefde voor boeken heeft hij
van zijn vader, zegt hij. Die zat altijd
te studeren. Hij kende persoonlijk Al-
bert Schweitzer, van wie hij uit
Afrika eens een briefje kreeg, waar
op niets anders stond dan: „Leben
Sie noch?"
Vermoedelijk en dat heeft hij óók
weer van die abt in Oosterhout is de
stamvader een predikant geweest, die
de naam van de familie heeft verlati-
niseerd. In het familiewapen staan ten
minste nog een pijl en een boog, waar
van men de latijnse namen in de naam
Toxopeus terug vindt.
Oorspronkelijk schijnen de Toxopeus-
en uit Oterdum te komen in Gronin
gen bij de Dollard. Daar liggen ze in
drommen op het kerkhof.
Maar nu minister Toxopeus. Hij heet
voluit Edzo, Hendrik Toxopeus, een
naam om naam te maken als mensen
redder. Dat kan hii natuurlijk als mi
nister óók nog worden, alleen zal men
dat dan niet zo gauw in de gaten heb
ben.
Hij is maar drie jaar kamerlid ge
weest, maar hij vond dat kamerlid
maatschap boeiend en interessant. Wie,
zoals wij, een goed stuk van een men
senleven in de Tweede Kamer heeft
doorgebracht, weet, dat men daar in de
Politiek geen plotselinge aanvallen be
hoeft te verwachten van algemene goe
dertierenheid. Hoogstens een keer te
gen Kerstmis, vlak vóór het reces, en
dan moet die goeie, oude ds. Zandt nog
op de katheder staan te fulmineren
tegen de vaccinedwang en de sport op
zondag. Maar overigens is het een hard
bedrijf.
Minister Toxopeus heeft het boeiend
gevonden en er maar node afscheid
Van genomen.
Wat ons opnieuw treft, nu wij na
der met hem kennis maken, is, dat
hij werkelijk een blijmoedig mens is.
Dat heb ik van Brabant, zegt hij. Er
is nu eenmaal een bepaald soort blij
moedigheid in dit Roomse gewest.
Hij spreekt ook Brabants en als ik de
proef op de som wil horen, vertelt
hij mij in sappig Brabants een ver
haal over d'n Tiest uit Teteringen,
die in Breda een ijzerwinkel binnen
komt met het Brabantse „Hoe geet
't?" En dan volgt er een verhaal
over een winkelier, die hem een kal-
verenbril en een andere, die daarvoor
niet wil onderdoen, en die hem hane-
klompjes wil verkopen.
En toch stamt deze man niet uit
Brabant. Hij is geboren in 1918 in
Amersfoort en Hij is de zoon van een
Evangelisch-Luthers predikant. Hij
had één zuster, die ook rechten stu
deerde, die getrouwd is in Rotterdam
en bij wie zijn moeder nu inwoont.
Hij is nog altijd een gelovig man.
Zijn vader, de dominee, was vrijzin
nig protestant. Hij zei altijd tegen ons, j
vertelt hij mij nu: ik heb liever, dat1
Kort na de geboorte van minister
Toxopeus wordt zijn vader beroepen
naar Zaandam en twee jaar later naar
Breda, waar hij als dominee drie ge
meente te bedienen had, namelijk:
Breda, Den Bosch en Heusden. Zo is
hij dus vanaf zijn tweede jaar opgeno
men geworden in de Brabantse katho
lieke gemeenschap. Men kan het hem
nóg aanzien. Die blijmoedigheid heeft
hij van de Brabanders. Hij zegt dan ook
eerlijk, dat hij het bijzonder prettig
vindt in die katholieke gemeenschap.
Desondanks is hij toch. al is hij libe
raal, het geloof zijner vaderen trouw
gebleven. Zijn vader overleed in 1950,
maar zelf is hij nu al zeven jaar vice-
voorzitter van de Kerkeraad van de
Evangelisch-Lutherse gemeente.
Hij maakte gymnasium-alpha in
Breda en ging toen op achttienjarige
leeftijd rechten studeren in Utrecht.
Dhar kwam hij dus in '36 aan. Maar
in '39 hij had zijn kandidaats toen
al brak de mobilisatie uit en moest
hij in dienst. 1-Ii.j kwam bij de school
voor reserve-officieren van de bere
den artillerie in Breda. Dus dat kon
al niet mooier. Hij deed dienst tot mei
1940. Daarna bleef hij in Breda, maar
studeerde toch in Utrecht op colleges
voor gedemobiliseerden, die toen spe
ciaal werden gegeven.
Hij studeerde af in mei 1942 en ver
loofde zich toen met Henriette Alber
ta Ufkes uit Breda, met wie hij nog
samen op de lagere school had ge
zeten. Och, hoe gaat dat? Hij was een
vriend van haar broer, kwam daar
over huis enraakte veriiefd.
Hij wilde toen eigenlijk kinderrech
ter worden Hij had zich nogal bezig
gehouden met kinderhulp. Een van de
leden van de rechterlijke macht, die
hem kwam feliciteren op zijn verlo
ving had hem gezegd, dat dat wel
kon, maar dat het beter was, als hij
eerst wat ervaring opdeed als advo
caat. Dus kwam hij, eerst als volon-
Minister Toxopeus met zijn echtgenote, zoon en dochter.
Samen werken in de tuin.
De voorzitter van het Verbond van
Chr. Werkgevers, de heer A.
®orst, heeft vrijdag in zijn openings-
'eie voor de jaarvergadering te Sche
llingen waarderend gesproken over
jjet voornemen van de regering om het
*?rtelbeleid te verscherpen. De rege-
'Og vindt dit nodig om de stabiliteit
van het prijsbeleid te kunnen bevorde-
*Jpn en het kwam de heer Borst voor,
?at een scherper kartelbeleid daarvoor
',pter geschikt is dan het beleid uit het
Paleden, waarbij rechtstreeks in de
hO.isvorniing van de individuele onder-
*}ehier werd ingegrepen. Hij hoopte,
'M de nieuwe lijn in het prijsbeleid
*°ede perspectieven zou bieden ten
La»zien van de bezwaren die zijn ver-
a°nd heeft tegen het aanhangige wets-
htwerp op de prijzen. De heer Borst
'uide zich ook tevreden over het nieu-
1'e geluid dat de regering ten aanzien
an de werktijdverkorting heeft laten
v"ren. De regering zal de invoering
(,an deze verkorting niet binden aan
I® bijzondere voorwaarden welke de
L "R heeft aanbevolen, doch zij zal ze
-h een lijn stellen met andere arbeids-
"orwaarden. Deze aanpak getuigt van
healiteitszin. Het bedrijfsleven wordt
11 voor een duidelijke keuze gesteld.
Over de adviezen van de SER zei
3® voorzitter dat de regering haar op
dachten tot het geven van advies dui-
d®Ujk, goed begrensd, van een goede
.^lichting voorzien en op tijd moet
uitstrekken. Voor de SER ligt er ze-
een taak om na te gaan welke
ifbeteringen er bij de vervulling van
'Jh adviserende taak zijn aan te bren-
5-b. De heer Borst is voorstander van
gtiodieke adviezen, waarbij hij denkt
ah tweejaarlijkse adviezen.
v |egen de geldontwaarding bestaat
jT'gcns de beer Borst een panacee,
bhde, dat men met de loonstijgingen
moet blijven binnen de perken van de
ontwikkeling van de produktiviteit. Hii
toonde zich verheugd, dat de regering
niet is ingegaan op de mening van
hen die de mogelijkheden voor een
loonsverhoging zien in een overschot
op de betalingsbalans.
De voorzitter verklaarde zich tegen
stander van een afschaffing van de
loongrens voor de Ziektewet. Bezorgd
maakte hii zich over het blijvend te
hoge belastingpeil. De belastingpolitiek
is te veel beschouwd als een sluitpost
van de nationale prioriteitenlijst en te
weinig als een van de concurrerende
prioriteiten in het geheel. Hij was het
verder niet eens met de gedachte van
de EEG-commissie om de eerste ja
ren het zoeken naar een principiële op
lossing voor de vrijhandelszone te sta
ken. Gelijktijdig met de opbouw van
de EEG moet naar zijn mening ge
streefd worden naar samenwerking
met andere WesLEuropese landen.
Prof. dr. J. Wemelsfelder hield een
inleiding over de conjunctuurpolitiek in
het integrerende Europa, waarin hij er
op wees dat er eigenlijk geen enkel
land is, dat zich van de theorie van
de conjunctuurpolitiek in de praktijk
veel aantrekt. Het zijn de inzichten
van de pressure groups die in sterke
mate de uitgangspunten vormen voor
het nationaal economisch beleid. De
Nederlandse conjunctuurpolitiek lijkt
veel op ganzeborden. Drie passen voor
uit in de hoogconjunctuur, vijf passen
achteruit in de bestedingsbeperking.
Voor de zes landen van de EEG geldt,
dat er wel een conjunctuur is en even
eens een beleid, maar geen conjunc
tuurbeleid. Toch is alles wellicht niet
zo rampzalig, als men het maar niet
te perfectionistisch beziet.
Er zijn voor de EEG drie gevaren-
complexen. Er kan in één van de
tair op een advocatenkantoor en hij
vond dat wérk zó boeiend, dat hij
daar bleef. En hóe gaat dat in zo'n
kleine gemeenschap? Men begeeft
zich in de politiek en wordt lid van
de gemeenteraad.
Vóór hem was er geen liberaal in de
gemeenteraad geweest. Hij was de
eerste en vormde dus een eenmans
fractie. De verstandhouding, zegt hij,
was daar altijd erg prettig. Er was
bijvoorbeeld altijd een I^.v.d.A.-wet
houder, die men toch gemakkelijk
bad kunnen weren. Maar men wilde
dat niet om de goede verstandhou
ding niet te verstoren en omdat de
.P.v.d.A. de grootste minderheidspar
tij was, kozen de katholieke raadsle
den altijd een socialistische wethou
der.
Die Bredase politici hebben het wel
een eind gebracht in de politiek. In die
dagen was zjjn voorganger op de zetel
van binnenlandse zaken. mr. Struyc-
ken, in diezelfde raad wethouder en
staatssecretaris Veldkamp komt ook
uit dat nest.
Ook minister Toxopeus heeft de
schoonste herinneringen aan die tijd.
Vooral aan de burgemeester Claudius
Prinsen. Die had van die plotselinge
prachtige zetten, zegt hij. Zo zei hij eens
tegen een raadslid, dat weer eens zijn
stokpaardje bereed: „Ja, ja, iedere haan
is koning op zijn eigen mesthoop".
Deze man, vertelt mij minister Toxo
peus, heeft zich letterlijk doodgewerkt.
Op het laatst at hij ook niet meer.
Op het jaarlijkse Raadsdiner maakte
ik hem daarop eens attent. „U eet
niet." zei ik.
Waarop burgemeester Claudius Prin
sen het Brabants bescheid gaf: „Als
ik eet is dat tijdverlies, want ik zie
zo geren eten!"
Dat werk in de raad van Breda heeft
hij met veel pleizier en animo gedaan.
Op onze vraag of hij nu naar Den
Haag zal verhuizen, zegt hij: „Nee.
voorlopig zeker niet. Ten eerste houd
ik van Breda, waar ik practisch mijn
hele leven heb gewoond. Maar boven
dien moet ik eerst eens zien hoe dit
avontuur uitpakt. Daar is natuurlijk
nog niets van te zeggen. Misschien we
ten wij meer. als voor de eerste keer
de begrotingen zijn behandeld.
Daarbij komt. zegt hij, dat ik in ruim
één uur van Breda naar Den Haag
rijd. Als u van uw huis naar de stad
gaat, laten we zeggen naar het Binnen
hof, hebt u óók een half uur nodig met
de tram. Ik kan dus 's avonds gemak
kelijk weer naar buis.
„Vanmorgen reed ik om vjjf over
acht weg en ik was om kwart over
negen op mijn departement."
Voor ministers, die verder af wonen
is het natuurlijk moeilijker. Die moeten
hier een kamer zoeken. Maar voor mij
is dat niet nodig.
Hij vertelt mij ook nog. dat zijn
vrouw Henriette al 28 jaar in de pad
vinderij zit en hoofdbestuurslid is van
het Nederlandse Padvindstersgilde.
Toen lady Baden Powell in Bouvigne
werd ontvangen, trad mevrouw Toxo
peus daar op als gastvrouw.
Wat het worden zal in deze poli
tieke situatie, weet hij ook niet. Dat
weet niemand. Dat nioet worden af
gewacht.
Maar we zjjn het er allebei hart
roerend over eens, dat zo'n kleine
stad, waar iedereen iedereen zo'n
beetje kent, toch wel leuk is. Toen
het zeker was. dat ik minister zou
worden, zegt hij, kwam er al direct
een aubade van de Politieharmonie.
En honderden kinderen kwamen hul
digen. Zij kwamen met een groot
krentenbrood, bloemen en een oor
konde.
En lachend zegt hij: „Daar zullen
heus niet veel V.V.D.-kinderen bij zjjn
geweest.
Na tien jaar inde gemeenteraad van
Breda te hebben gezeten, heeft hij
daar nu alscheid genomen. Gister
avond om negen uur is er een bij
zondere raadsvergadering geweest,
waar zijn vrouw ook bjj was. Het zal
wel Brabants gezellig zijn geweest.
Vooral daarna.
De beer Bax, nu woonachtig in Oud
Beyerland verzoekt mededeling, dat
het verhaal °ver zijn avonturen als ma
troos tijdens de oorlog, door ons ver
meld in het levensverhaal over vice-
admiraal Propper, niet geheel juist is.
Onze beschrijving vail zjjn grandioos
optreden als Sinterklaas schijnt wél
juist te zyn geweest. Hij had daarover
tenminste niet enige aanmerking.
Maar lui zou met name nooit zijn ge
drost en dus ook geen haif jaar „vakan
tie in de bergen" hebben gehad.
Waarvan gaarne acte. F. S.
(Van onze Romeinse correspondent)
ROME, hedenmorgen
Tijdens zijn predikatie na het plech
tig H. Hartlof op 5 juni heeft Paus
Joannes XXIII allen verzocht deze
maand te bidden voor de volgende in
tenties: de heiliging van alle mensen,
het welslagen van de algemene kerk
vergadering en de voorbereiding er
van en de goede resultaten van de Ro
meinse synode. Vervolgens vroeg de
Paus dat het werk van alle staatslie
den moge gezegend worden, die pogen
de volkeren der aarde uit dé bestaan
de moeilijkheden te helpen. Kennelijk
doelende op de huidige conferentie te
Genève bad de H. Vader, dat God de
wil van de leiders der mensheid moge
sterken om wars van enige haat te
komen tot een werkelijke samenwer
king tussen de volkeren, die alleen de
ware vrede kan garanderen. Tenslotte
gaf de Paus als gebedsintentie voor
de junimaand op: De verlichting van
het lijden der zeer velen, die naar de
geest of het lichaam in moeilijkheden
verkeren: de zieken, de gevangenen,
hen die gedwongen ver van luin vader
land moeten verkeren of hen die in
hun land onderdrukt worden. Mogen
vooral zü, die vervolgd worden om hun
geloof, daarvan bevrijd worden. De H.
Vader vroeg dit van het H. Hart van
Jezus, symbool bij uitstek van de lief
de Gods. af te bidden op voorspraak
van de H. Maagd.
De Paus gaf deze gebedsintenties op
gedurende het Heilig Uur, dat op het
feest van het H. Hart plaats vond in
de Vaticaanse Basiliek. Deze plechtig
heid begon gisteravond om zes uur on
der een grote toeloop van gelovigen.
Aanwezig waren ook de in Rome ver
blijvende kardinalen, bisschoppen en
prelaten. De H. Vader was, naar zjjn
gewoonte, te voet de St.-Pieter binnen
gekomen terwijl het Credo gezongen
werd. Het Adoro Te werd gezamenlijk
door allen gebeden, terwijl na een toe
spraak van Kardinaal Confalonieri bet
Magnificat aangeheven werd. Na de
opdracht aan het H. Hart volgde de
Litanie. De sluiting van het Lof had
plaats na het Pange Lingua en de ze
gen met het Allerheiligste.
Kardinaal van Roey, aartsbisschop van
Mechelen en primaat van België, zal op
2 juli aanstaande in de Sint Goedeie
kerk te Brussel het huwelijk inzegenen
van Prins Albert met Prinses Paola
Ruffo di Calabria, aldus verneemt het
KNP uit Brussel. Mgr. Boone, deken
van Brussel en pastoor van de Sint
Goedeie zal daarna de plechtige huwe
lijksmis opdragen, aldus het KNP.
(Van een medewerker).
ij het eerste treffen tussen de nieu
we regering en de Tweede Kamer
is het moderne maatschappelijke
werk plotseling geworden tot een on
derwerp van felle discussie. Bij geruch
te had de Kamer vernomen, dat een
deel van het werk, dat tot nog toe res
sorteerde onder het departement van
Sociale Zaken, zou overgaan naar het
departement van Maatschappelijk Werk.
Onder meer behoorde hiertoe de uit
kering aan werkloze arbeiders, die, na
te zijn uitgetrokken uit de W.W.-wet,
nog een jaar lang krachtens de soci
ale voorzieningsregeiing een uitkering
ontvangen. Arbeiders dus, die meer
dan anderhalf jaar zonder werk zijn.
Dit stuitte op fel protest, het scherpst
geformuleerd door de PvdA. maar naar
onze vaste overtuiging niet alleen uit
die kring. Zou minister-president. De
Quay niet hebben toegezegd, dat het
kabinet de zaak nog eens nader zou
overwegen, dan was het zeer te bezien
geweest, of niet de eerste dag de beste
de regering een motie van de Kamer
had thuisgekregen, die niet bepaald een
onverdeeld vertrouwen in het ko
mend beleid zou hebben uitgedrukt.
Nu de regering nog een keer aan het
overwegen is geslagen lijkt het ons
Een handje helpen bij het tafeldekken.
de moeite waard eens na te gaan. wat
er eigenlijk aan de hand is. Op voor
hand willen we wel zeggen, dat wij het
misbaar, van de zijde van de PvdA ge
maakt, misplaatst vinden, al willen we
beslist niet zover gaan als een groot
katholiek streekblad dezer dagen
schreef: „Wij menen n.l., dat aan soci
ale zaken eerder het begrip „bedeling
en steun" vastzit dan aan maatschap
pelijk werk". Wij voor ons geloven, dat
we langzamerhand zeer vérgaand, en
zeker tegenover alle bonafide landge
noten, moeten loskomen van alle be
grippen bedeling en steun. Het doet
daarbij niet ter zake, of de bijstand,
die mensen onder bepaalde omstandig
heden behoeven, wordt uitgevoerd door
departement A of departement B. mits
gezorgd wordt, dat de basis van het
werk is de sociale rechtssfeer.
Sinds de wat geforceerde geboorte
van het departement van Maatschap
pelijk Werk is er in het inzicht van de
aanvankelijke tegenstanders, althans
voor zover ze de moeite hebben geno
men het maatschappelijk werk van
meer nabij te volgen, wel enige kente
ring gekomen. De socialisten bleken de
ze kentering bij het laatste debat weer
volledig te zijn vergeten, maar wjj zou
den hun willen adviseren nog eens te
herlezen, wat door hun partijgenote
mej. mr. Tjeenk Willink in de Eerste
Kamer over dit departement is gezegd.
\Y T ie begrippen maatschappelijk
yjy werk en sociale arbeid eens op
hun woordbetekenis gaat onder
zoeken, doet om te beginnen de simpe
le ontdekking, dat zij loten zijn van één
stam. Het woord „sociaal" stamt van
socius, dat gezel of maat betekent:
„maatschappelijk" bepaalt de relatie
van de „maats". In het ene geval ge
bruiken we dus een Nederlandse uit
drukking, in het andere een verneder
landste Latijnse term. Het gaat in we
zen dus om aangelegenheden met een
gelijk voorwerp, n.l. de mens en de
menselijke verhoudingen.
In de praktijk is het departement van
Sociale Zaken gegroeid tot het depar
tement,, dat o.m. de verantwoordelijk
heid draagt voor de materiële bestaans
zekerheid van de mens, voor zover de
ze verantwoordelijkheid aan de over
heid toekomt. Inmiddels is deze verant
woordelijkheid van het departement
meer begrensd dan bij een oppervlak
kige beschouwing schijnt. Vraagstuk
ken van industrialisatie en prijspoli
tiek, .twee kwesties van levensbelang
voor het materieel welzijn met name
van de arbeiders, ressorteren onder de
verantwoordelijkheid van de minister
van Economische Zaken. We attende
ren hierop, omdat men terecht kan zeg
gen, dat de kwestie van de werkgele
genheid, voor zover deze afhankelijk is
van de industrievestiging en industrie
spreiding, een zodanige specialisatie
\ordert, dat zij eerder thuishoort on
der dit aparte departement, dan dat
zij mag opgaan in de algemene zorg
van Sociale Zaken.
En hiermee hebben we een woord ge
bruikt, dat bij het benaderen van het
huidige begrip maatschappelijk werk e-
veneens op zijn plaats is, n.l. de speci
alisatie. De zorg voor de werkende
mens laat zich uiteraard nooit schei
den in aandacht voor zijn materieel be
staan en voor zijn geestelijke gezond
heid. Niettemin zijn het twee onder
scheiden begrippen. Men treft de prak
tische uitwerking ervan in tal van vor
men aan in allerlei organisaties. Onze
sociale organisaties kennen de onder
scheiding vakbeweging en standsorga
nisatie. En dat niet alleen bij de katho
lieken. We gaan hier met opzet niet in
op de organisatorische vormgeving van
dat werk. We praten niet over dioce
sane bonden, zelfs niet over de vraag,
of dat z.g. standsorganisatorische werk
door aparte instituten moet worden ver
zorgd. maar we stellen nadrukkelijk
het feit vast, dat b.v. ook het N.V.V.
bestuurders in algemene dienst heeft,
die zich niet met het vakverenigings
werk in enge zin bezig houden, maar
wier bijzondere taak het is, de materi
ele zorg voor de mens te begeleiden
met een bijzondere aandacht voor zjjn
algemeen maatschappelijk welzijn. Zou
den we dat niet doen, dan voert onze
materiële zorg ons per se naar het ma
terialisme, dat door Katholiek en niet-
katholiek als een kwaad in zich wordt
bestreden.
Nu wo
die
Advertentie
Babyderm-zeep
EEG-landen een grote inflatie ont
staan, er kan in één van de landen
een ernstige deflatie komen en er kan
zich buiten de EEG, met name in Ame
rika een ernstige inflatie voordoen. De
eerste twee gevaren hoeven niet zo
somber bezien te worden. Het laatst
is erger. De EEG zou zich tegen dat
risico moeten dekken door uit te ade
men als Amerika inademt, dat wil zeg
gen, de afzetmogelijkheden binnen de
gemeenschap te vergroten als zé daar
buiten kleiner worden. Verder zou niet
elk der zes landen afzonderlijk tot im
portbeperking moeten overgaan, maar
de gemeenschap zou dat via een ge
meenschappelijke handelspolitiek als
geheel moeten doen. Deze loskoppeling
van de Europese conjunctuur van de
wereldconjunctuur is een ambitieuze
wens die niet op korte termijn in ver
vulling zal gaan, maar men zou kun
nen proberen om voetje voor voetje in
deze richting te gaan.
Dr. G. A. Kohnstamm betoogde, dat
de Nederlandse loon-, prijs- en kartel-
politiek niet op korte termijn door de
EEG-politiek zullen worden aangetast.
Op alle drie de gebieden voeren wij
een eigen beleid, dat de partnerianden
niet kennen. We hebben de keuze om
dat beleid te blijven voeren hetgeen
door de vertragingsfactoren wei gerui
me tijd mogelijk zal blijken of wij kun
nen pogen om de partnerianden te
overtuigen van de juistheid van onze
politiek. Met dit laatste zouden wij dan
het initiatief in handen krijgen, maar
dat is een zware, misschien zelfs ho
peloze taakstelling.
ankerbestrüding is
een veelzijdig en
voor velen vaag en
min of meer onwezenlijk
en emotioneel geladen be
grip. Terwijl de grote
epidemieën van besmet
telijke ziekten (typhus,
pest, cholera etc.) bij
ons niet meer voorko
men en zelfs de t.b.c.
sterk is teruggedrongen,
houdt de kanker stand.
Er is echter geen reden om aan te
nemen dat de kankerziekten aan de
winnende hand zouden zjjn. De mens
wordt ouder en aangezien kanker
evenals de meeste hartaandoeningen
een ziekte is van de hogere leeftijd
zal kanker meer mensen treffen dan
vroeger. Wij zijn nu eenmaal sterfelijke
wezens. In feite is kanker niet ernsti
ger dan welke andere ziekte ook waar
aan een mens kan overlijden. Boven
dien wordt de ziekte tegenwoordig
dank zij de vooruitgang van de dia
gnostische mogelijkheden, met name
röntgen en laboratorium, beter her
kend. Onder de mensen die vroeger
aan „ouderdom overleden" zal zonder
twijfel een niet gering aantal kanker-
pattenten gerekend kunnen worden.
Het is goed, zonder in nodeloze de
tails te vervallen, dat nu en dan de
sluier van het geheimzinnige kanker-
vraagstuk even wordt opgelicht, opdat
de [eek enigszins kan bevroeden met
welk ontzaglijk ingewikkelde pro
blemen de onderzoekers over de ge
hele wereld worstelen.
Het mysterie van de ongeremde
nieuwvorming is in de ware zin van
het woord gecompliceerd en de oplos
sing ervan zal niet in een klein hoek
je Jiggen. De degelijke kankeronder
zoekers publiceren de resultaten van
hun werk en poneren hun theorieën
in de medische, vaak specialistische
tyaschriflen en op congressen, alwaar
zij door vakgenoten met kennis van
zaken worden becritiseerd. Uit deze
gedachtenwisseling die voortdurend
over de gehele wereld plaats heeft
moet langzamerhand de ontsluiering
van het kankermysterie volgen. In de
joop van de jaren is a.1 heel veel be
kend geworden, maar het is nog niet
gejukt een sluitend geheel van de veel
heid van gegevens te maken. Mis
schien is de tjjd er nog niet rijp voor,
met andere woorden het is de vraag
of de technische wetenschappen, met
name de scheikunde, al ver genoeg
zijn gevorderd om de medische onder
zoekers te steunen. Het zal voor de
leek geen probleem zijn dat deze
moeilijke materie zich niet goed leent
voor korte en toch begrijpelijke uit
leg in de krant of anderszins. Het zou
bijzonder saaie en dorre lectuur zijn.
Deze onmogelijkheid versterkt even
wel de geheimzinnigheid. De onbe
kendheid met de mysterieuze kanker-
problematiek. de kankervrees, het
vooralsnog niet zelden tekortschieten
van de bonafide geneeskunde en niet
in de laatste plaats de redelijke ver
wachting van vooruitgang in de strijd
maken de leek bijzonder gevoelig
voor de opzienbarende mededelingen
op het gebied van de dubieuze of op
zijn minst voorbarige kankertherapeu-
tica, die op gezette lijden in het nieuws
verschijnen en valse hoop wekken.
Van deze gesublimeerde kwakzalverij
naar het ordinaire boerenbedrog is
niet zo'n grote stap.
kansen. Verschillende vormen van
kanker verraden zich zelf in een
vroeg stadium waardoor zjj als het
ware in de kiem gesmoord kunnen
worden. Helaas is een vroege diagno
se niet altijd een garantie voor volle
dige genezing, omdat niet alle vormen
van kanker zich laten uitroeien met
wortel en tak. Ik acht een dagblad
niet de plaats voor de opsomming van
een aantal symptomen waarvoor de
dokter geraadpleegd moet worden. Bij
enige twijfel raadplege men zijn huis
arts.
De aanleiding tot het schrijven van
ordt het steeds moeilijker, om
bijzondere aandacht vorm te
blijven geven. De wereld wordt
ingewikkelder, de maatschappelijke
verhoudingen wijzigen zich, we moeten
ons aanpassen aan nieuwe woon-gewoon-
ten, aan nieuwe methoden van vrije-tijds-
vulling enz. enz. Tal van groepen van
mensen komen door deze maatschap
pelijke ontwikkeling in verwarring. En
nu redeneert de gezonde maatschap
pelijke denker, dat er dan een toene
mende plicht ontstaat, om in deze moei
lijke situatie concreet handelend op te
treden. Het is uiteraard niet de taak
van de overheid, om dat door middel
van ambtenaren en ambtenaressen te
doen. Wij hebben allen uitgesproken he-
hel aan maatschappelijke werksters, die
in opdracht van een onbekende ambte
lijke instantie met een bloemetje en een
troostwoord menen aan maatschappelijk
werk te doen. En we zijn er stellig van
overtuigd, dat minister Klompé er pre
cies zo over denkt. Heel bewust is zij
sinds haar optreden als minister bezig
om het particulier initiatief te prikke
len en wat nog veel meer zegt. om de
ouderwetse zucht naar bedélen en be
dillen radicaal weg te werker, en daar
voor in de plaats te brengen het mo
rele recht van de mens in nood om
geholpen te worden.
Daarbij was het ook onder haar voor
ganger, minister van Thiel, al mogelijk
gebleken om een apparaat te bouwen,
dat in staat was incidentele grote moei
lijkheden direct op te vangen. Denk aan
de watersnoodramp, waarbij dit depar
tement zijn bestaansrecht heeft bewezen.
Bij het vluchtelingenwerk (denk aan
Hongarije), bij de repatriantenaangele
genheid, de bejaardenaandacht, het
werk van de gezinszorg, de binnen
landse migratie, de arbeid, noodzake
lijk bij de omscholing van landarbeiders
naar de industrie (en dan omscholing
niet verstaan ais vakkundige omscho
ling maar mentale omschakeling); bij
al deze kwesties en aangelegenheden is
sprake van een specialisatie, welke het
bestaan van dit departement recht
vaardigt en waarbij nergens sprake is
van ouderwetse armenzorg of misgroei-
de weldadigheid.
Wanneer daar dan een andere groep
bijkomt, omdat de materiële aandacht
misschien ontoereikend kan zjjn. waar
om moet dan deze groep plotseling het
stempel van bedeelden of van armen
zorg krijgen? Wij kunnen deze zienswij
ze van onze vrienden uit de vakbewe
ging niet delen. Gaarne willen we be
grip opbrengen voor hun bezwaren,
maar anderzijds mag ook van hen be
grip worden gevraagd voor de intentie
waarmee gewerkt wordt op het depar
tement van Maatschappelijk Werk.
Advertentie
Uit gesprekken met leken is mij
meer dan eens gebleken dat onder
een deel van het publiek de merk
waardige opvatting heerst, dat een
zéker conservatisme van de beoefe
naren van de geneeskunde een snel
le ontplooiing van bijvoorbeeld een
nieuwe therapie wel eens in de weg
staat. Dat zou dan niet alleen voor
kanker gelden. Ten dele zal dit wel
te verklaren zijn uit het zoeven ge
noemde onvermijdelijk achter de
schermen blijven van het kanker
onderzoek, terwijl bet onuitroeibaar
geloof in de magie zeker ook een
rol van betekenis speelt. Wie zou in
ernst willen beweren dat een nieu
we werkelijk waardevolle methode
niet onmiddellijk zou inslaan in de
vakpers? Ais wij ons afvragen wat
er van waarde is gebleken van de
talrijke, in de loop der jaren soms
met veel ophef bekend gemaakte
„oplossingen" van het kankerpro
bleem in de lekenpers, dan moeten
wij helaas constateren: weinig
of niets.
Een behoedzame voorlichting is
voorts van belang om de leek duide
lijk te maken dat zijn medewerking
onmisbaar is bij de strijd tegen deze
ziekte. Vooreerst omdat de leek moet
helpen bij de preventie respectievelijk
de vroege herkenning van kanker.
Wat betreft de preventie zijn de mo
gelijkheden op een uitzondering na nog
niet groot, maar die ene uitzondering
mag er zijn. Zoals u wel weet is er
een onmiskenbaar statistisch verband
tussen zwaar roken en longkanker.
Longkanker is thans in ons land onder
de mannen de meest voorkomende
vorm van kanker. Voorkomen is mo
gelijk door matigheid met roken te be
trachten, hetgeen in de praktijk niet
eenvoudig blijkt te zijn. Later hierover
meer.
De vroege herkenningen biedt meer
deze kroniek is het tienjarig bestaan
van het Koningin Wilhelmina Fonds,
waarover u dezer dagen al meer hebt
gehoord en gelezen. Nu behoeft u de
ze kroniek niet verder ongelezen te la
ten uit vrees dat er een bedelpreek
volgt. Op dit punt zijn de dames en
heren van het K.W.F. mans genoeg.
Ik heb er vanzelfsprekend in het ge
heel geen bezwaar tegen als u bjj een
voorkomende gelegenheid het K.W.F.
op passende wijze steunt.
Bij gelegenheid van het tweede lus
trum ben ik op bezoek geweest bij 'het
K.W.FMen heeft mij daar een en an
der verteld over hetgeen in de afgelo
pen 10 jaar is bereikt en over de plan
nen voor de toekomst. De heer Besan-
ger, directeur van de stichting, gaf een
indruk van de grote hoeveelheid werk,
die in 10 jaar tijd is verricht om de
miljoenen bijeen te brengen, die het
K.W.F. heeft uitgegeven of gaat uil
geven. Naast de grote bedragen af
komstig van radio-acties en schenkin
gen van grote maatschappijen legde
hij de nadruk op het belang van de
vaste financiële basis welke gevormd
wordt door de kleine giften en contri
buties. Aan de ruim 10 kanker-centra
in ons land is inmiddels al de reus
achtige som van 15 miljoen gulden uit
gekeerd, waarmee het K.W.F. zich on
misbaar heeft getoond. De kankerbe
strijding in ons land is niet meer voor
te stellen zonder de steun van het
K.W.F. Laat het genoeg zijn nog te
vermelden dat het K.W.F. voor uit
breiding respectievelijk nieuwbouw
van het Antoni van Leeuwenhoekhuis
in Amsterdam en het Rotterdamse ra
diotherapeutisch instituut in totaal
ruim 4 miljoen gulden beschikbaar
kan stellen.
In de volgende kroniek zal ik u ver
der verslag doen over de belangwek
kende dingen die ik bjj mijn bezoek
aan het K.W.F. heb vernomen.
Canadees
dure sjees
staat versteld
bollenveld
klederdracht
lentepracht
Hollands zwier
Pullen bier
Nederland
Amstel-land
(Uit ??°r\^eranci<>r
AM STEL
ft kleurenfo^de
Vlak voor hel begin van het vakantie
seizoen wordt het strand van Zweedse
badplaatsen aan de straat van Oeresund
tussen Denemarken en de westkust van
de provincie Skane bedreigd door grote
hoeveelheden olie. die afkomstig zijn
van de Russische tankboot Friedrich En
gels, die enkele dagen geleden bij Lim-
hamn, in de buurt van Malmö, is vas*
gelopen. Sommige der olievlekken zijn
wel tien km lang. honderd meter breed
en meerdere centimeters dik. Het strand
van sommige plaatdkn, die door tien
duizenden vakantiegangers worden be
zocht, heeft reeds ernstige schade opge
lopen en daar het olie van een zware en
teerachtige soort betreft is het schoon
maken van het strand een moeilijk kar
wei.