Minister Edzo Hendrilk Toxopeus Hoop op goede perspectieven van liet nieuwe prijsbeleid Maatschappelijk werk MODERNE BEDILLING OF OPBOUWENDE BIJSTAND? B Sociaal commentaar KANKER BETER IS TEGENWOORDIG TE HERKENNEN K HET VERHAAL VAN HENDRIK, KLAAS, MEES EN EDZO— Hij is woestmaar toch kalm Frans Schneiders H. Vader vraagt gebed voor Genève V 8 ZATERDAG 6 JUNI 1959 PAGINA 5 Protestants-Christelijke Werk gevers Primaat van België zegent prinselijk huwelijk in Jinmps Tere huid? Medewerking van de leek is onmisbaar Pullen-rijm r,t at Olie van gestrande tanker bedreigt Zweedse strand Wie Toxopeus zegt, denkt niet direct aan de nieuwe minister van Binnen landse Zaken. Misschien komt dat nog eens, maar dan zal hij tijdens zijn pas begonnen ministerschap toch wel enkele spectaculaire dingen moeten doen, die het land met bewondering zullen vervullen. Het is ook Weer niet zó, dat hij nu zó erg onbekend is. In Breda, waar de raad hem straks gaat uiteten, zeker niet. En hij heeft ook al enkele jaren in de Tweede Kamer meegelopen, waar iedereen gratis kon kennismaken met zijn bonhomie en zijn opgewektheid, die hij nu eenmaal van nature eta leert zonder dat hij het zelf weet. Dat heeft hij in Brabant geleerd waar hij zoveel van houdt. Maar wat zijn naam betreft, heeft hij nu eenmaal de con currentie van de mensenreddersfamilie Toxopeus van Terschelling. Minis ter Toxopeus heeft mij daarvan iets verteld. In de verte is het natuurlijk familie, zegt hij. Ik weet dat van de abt van Oosterhout, die alles van de familie Toxopeus afwist. En zo vertelt hij mij over Klaas en Mees Toxo peus, over de reddingboot „Insulinde", waarop eerst Mees en later Klaas Toxopeus schipper was. Er is ook nog een Hendrik Toxopeus geweest, die strandvoogd was van Rottum. Toen de schippersplaats op de „Insulinde" vacant kwam, schreef deze Hendrik een aanbeveling voor zijn neef Mees Toxopeus en zo vertelt mij nu minister Toxopeus die aanbeveling luidde: „Hij is woest, maar kalm." je niet in de kerk komt dan tegen je zin. Wij zouden dit niet geheel dur ven onderschrijven, maar in ieder ge val was dit het standpunt van vader Toxopeus. de predikant. Zelf heeft minister Toxopeus niets protestante- rigs over zich. hoewel hij gelovig is gebleven. Na school en catechisatie kwam ik geregeld in de kerk, zegt hij, uit eigen vrije wil, en mijn vader vond dat natuurlijk erg prettig. Ook de liefde voor boeken heeft hij van zijn vader, zegt hij. Die zat altijd te studeren. Hij kende persoonlijk Al- bert Schweitzer, van wie hij uit Afrika eens een briefje kreeg, waar op niets anders stond dan: „Leben Sie noch?" Vermoedelijk en dat heeft hij óók weer van die abt in Oosterhout is de stamvader een predikant geweest, die de naam van de familie heeft verlati- niseerd. In het familiewapen staan ten minste nog een pijl en een boog, waar van men de latijnse namen in de naam Toxopeus terug vindt. Oorspronkelijk schijnen de Toxopeus- en uit Oterdum te komen in Gronin gen bij de Dollard. Daar liggen ze in drommen op het kerkhof. Maar nu minister Toxopeus. Hij heet voluit Edzo, Hendrik Toxopeus, een naam om naam te maken als mensen redder. Dat kan hii natuurlijk als mi nister óók nog worden, alleen zal men dat dan niet zo gauw in de gaten heb ben. Hij is maar drie jaar kamerlid ge weest, maar hij vond dat kamerlid maatschap boeiend en interessant. Wie, zoals wij, een goed stuk van een men senleven in de Tweede Kamer heeft doorgebracht, weet, dat men daar in de Politiek geen plotselinge aanvallen be hoeft te verwachten van algemene goe dertierenheid. Hoogstens een keer te gen Kerstmis, vlak vóór het reces, en dan moet die goeie, oude ds. Zandt nog op de katheder staan te fulmineren tegen de vaccinedwang en de sport op zondag. Maar overigens is het een hard bedrijf. Minister Toxopeus heeft het boeiend gevonden en er maar node afscheid Van genomen. Wat ons opnieuw treft, nu wij na der met hem kennis maken, is, dat hij werkelijk een blijmoedig mens is. Dat heb ik van Brabant, zegt hij. Er is nu eenmaal een bepaald soort blij moedigheid in dit Roomse gewest. Hij spreekt ook Brabants en als ik de proef op de som wil horen, vertelt hij mij in sappig Brabants een ver haal over d'n Tiest uit Teteringen, die in Breda een ijzerwinkel binnen komt met het Brabantse „Hoe geet 't?" En dan volgt er een verhaal over een winkelier, die hem een kal- verenbril en een andere, die daarvoor niet wil onderdoen, en die hem hane- klompjes wil verkopen. En toch stamt deze man niet uit Brabant. Hij is geboren in 1918 in Amersfoort en Hij is de zoon van een Evangelisch-Luthers predikant. Hij had één zuster, die ook rechten stu deerde, die getrouwd is in Rotterdam en bij wie zijn moeder nu inwoont. Hij is nog altijd een gelovig man. Zijn vader, de dominee, was vrijzin nig protestant. Hij zei altijd tegen ons, j vertelt hij mij nu: ik heb liever, dat1 Kort na de geboorte van minister Toxopeus wordt zijn vader beroepen naar Zaandam en twee jaar later naar Breda, waar hij als dominee drie ge meente te bedienen had, namelijk: Breda, Den Bosch en Heusden. Zo is hij dus vanaf zijn tweede jaar opgeno men geworden in de Brabantse katho lieke gemeenschap. Men kan het hem nóg aanzien. Die blijmoedigheid heeft hij van de Brabanders. Hij zegt dan ook eerlijk, dat hij het bijzonder prettig vindt in die katholieke gemeenschap. Desondanks is hij toch. al is hij libe raal, het geloof zijner vaderen trouw gebleven. Zijn vader overleed in 1950, maar zelf is hij nu al zeven jaar vice- voorzitter van de Kerkeraad van de Evangelisch-Lutherse gemeente. Hij maakte gymnasium-alpha in Breda en ging toen op achttienjarige leeftijd rechten studeren in Utrecht. Dhar kwam hij dus in '36 aan. Maar in '39 hij had zijn kandidaats toen al brak de mobilisatie uit en moest hij in dienst. 1-Ii.j kwam bij de school voor reserve-officieren van de bere den artillerie in Breda. Dus dat kon al niet mooier. Hij deed dienst tot mei 1940. Daarna bleef hij in Breda, maar studeerde toch in Utrecht op colleges voor gedemobiliseerden, die toen spe ciaal werden gegeven. Hij studeerde af in mei 1942 en ver loofde zich toen met Henriette Alber ta Ufkes uit Breda, met wie hij nog samen op de lagere school had ge zeten. Och, hoe gaat dat? Hij was een vriend van haar broer, kwam daar over huis enraakte veriiefd. Hij wilde toen eigenlijk kinderrech ter worden Hij had zich nogal bezig gehouden met kinderhulp. Een van de leden van de rechterlijke macht, die hem kwam feliciteren op zijn verlo ving had hem gezegd, dat dat wel kon, maar dat het beter was, als hij eerst wat ervaring opdeed als advo caat. Dus kwam hij, eerst als volon- Minister Toxopeus met zijn echtgenote, zoon en dochter. Samen werken in de tuin. De voorzitter van het Verbond van Chr. Werkgevers, de heer A. ®orst, heeft vrijdag in zijn openings- 'eie voor de jaarvergadering te Sche llingen waarderend gesproken over jjet voornemen van de regering om het *?rtelbeleid te verscherpen. De rege- 'Og vindt dit nodig om de stabiliteit van het prijsbeleid te kunnen bevorde- *Jpn en het kwam de heer Borst voor, ?at een scherper kartelbeleid daarvoor ',pter geschikt is dan het beleid uit het Paleden, waarbij rechtstreeks in de hO.isvorniing van de individuele onder- *}ehier werd ingegrepen. Hij hoopte, 'M de nieuwe lijn in het prijsbeleid *°ede perspectieven zou bieden ten La»zien van de bezwaren die zijn ver- a°nd heeft tegen het aanhangige wets- htwerp op de prijzen. De heer Borst 'uide zich ook tevreden over het nieu- 1'e geluid dat de regering ten aanzien an de werktijdverkorting heeft laten v"ren. De regering zal de invoering (,an deze verkorting niet binden aan I® bijzondere voorwaarden welke de L "R heeft aanbevolen, doch zij zal ze -h een lijn stellen met andere arbeids- "orwaarden. Deze aanpak getuigt van healiteitszin. Het bedrijfsleven wordt 11 voor een duidelijke keuze gesteld. Over de adviezen van de SER zei 3® voorzitter dat de regering haar op dachten tot het geven van advies dui- d®Ujk, goed begrensd, van een goede .^lichting voorzien en op tijd moet uitstrekken. Voor de SER ligt er ze- een taak om na te gaan welke ifbeteringen er bij de vervulling van 'Jh adviserende taak zijn aan te bren- 5-b. De heer Borst is voorstander van gtiodieke adviezen, waarbij hij denkt ah tweejaarlijkse adviezen. v |egen de geldontwaarding bestaat jT'gcns de beer Borst een panacee, bhde, dat men met de loonstijgingen moet blijven binnen de perken van de ontwikkeling van de produktiviteit. Hii toonde zich verheugd, dat de regering niet is ingegaan op de mening van hen die de mogelijkheden voor een loonsverhoging zien in een overschot op de betalingsbalans. De voorzitter verklaarde zich tegen stander van een afschaffing van de loongrens voor de Ziektewet. Bezorgd maakte hii zich over het blijvend te hoge belastingpeil. De belastingpolitiek is te veel beschouwd als een sluitpost van de nationale prioriteitenlijst en te weinig als een van de concurrerende prioriteiten in het geheel. Hij was het verder niet eens met de gedachte van de EEG-commissie om de eerste ja ren het zoeken naar een principiële op lossing voor de vrijhandelszone te sta ken. Gelijktijdig met de opbouw van de EEG moet naar zijn mening ge streefd worden naar samenwerking met andere WesLEuropese landen. Prof. dr. J. Wemelsfelder hield een inleiding over de conjunctuurpolitiek in het integrerende Europa, waarin hij er op wees dat er eigenlijk geen enkel land is, dat zich van de theorie van de conjunctuurpolitiek in de praktijk veel aantrekt. Het zijn de inzichten van de pressure groups die in sterke mate de uitgangspunten vormen voor het nationaal economisch beleid. De Nederlandse conjunctuurpolitiek lijkt veel op ganzeborden. Drie passen voor uit in de hoogconjunctuur, vijf passen achteruit in de bestedingsbeperking. Voor de zes landen van de EEG geldt, dat er wel een conjunctuur is en even eens een beleid, maar geen conjunc tuurbeleid. Toch is alles wellicht niet zo rampzalig, als men het maar niet te perfectionistisch beziet. Er zijn voor de EEG drie gevaren- complexen. Er kan in één van de tair op een advocatenkantoor en hij vond dat wérk zó boeiend, dat hij daar bleef. En hóe gaat dat in zo'n kleine gemeenschap? Men begeeft zich in de politiek en wordt lid van de gemeenteraad. Vóór hem was er geen liberaal in de gemeenteraad geweest. Hij was de eerste en vormde dus een eenmans fractie. De verstandhouding, zegt hij, was daar altijd erg prettig. Er was bijvoorbeeld altijd een I^.v.d.A.-wet houder, die men toch gemakkelijk bad kunnen weren. Maar men wilde dat niet om de goede verstandhou ding niet te verstoren en omdat de .P.v.d.A. de grootste minderheidspar tij was, kozen de katholieke raadsle den altijd een socialistische wethou der. Die Bredase politici hebben het wel een eind gebracht in de politiek. In die dagen was zjjn voorganger op de zetel van binnenlandse zaken. mr. Struyc- ken, in diezelfde raad wethouder en staatssecretaris Veldkamp komt ook uit dat nest. Ook minister Toxopeus heeft de schoonste herinneringen aan die tijd. Vooral aan de burgemeester Claudius Prinsen. Die had van die plotselinge prachtige zetten, zegt hij. Zo zei hij eens tegen een raadslid, dat weer eens zijn stokpaardje bereed: „Ja, ja, iedere haan is koning op zijn eigen mesthoop". Deze man, vertelt mij minister Toxo peus, heeft zich letterlijk doodgewerkt. Op het laatst at hij ook niet meer. Op het jaarlijkse Raadsdiner maakte ik hem daarop eens attent. „U eet niet." zei ik. Waarop burgemeester Claudius Prin sen het Brabants bescheid gaf: „Als ik eet is dat tijdverlies, want ik zie zo geren eten!" Dat werk in de raad van Breda heeft hij met veel pleizier en animo gedaan. Op onze vraag of hij nu naar Den Haag zal verhuizen, zegt hij: „Nee. voorlopig zeker niet. Ten eerste houd ik van Breda, waar ik practisch mijn hele leven heb gewoond. Maar boven dien moet ik eerst eens zien hoe dit avontuur uitpakt. Daar is natuurlijk nog niets van te zeggen. Misschien we ten wij meer. als voor de eerste keer de begrotingen zijn behandeld. Daarbij komt. zegt hij, dat ik in ruim één uur van Breda naar Den Haag rijd. Als u van uw huis naar de stad gaat, laten we zeggen naar het Binnen hof, hebt u óók een half uur nodig met de tram. Ik kan dus 's avonds gemak kelijk weer naar buis. „Vanmorgen reed ik om vjjf over acht weg en ik was om kwart over negen op mijn departement." Voor ministers, die verder af wonen is het natuurlijk moeilijker. Die moeten hier een kamer zoeken. Maar voor mij is dat niet nodig. Hij vertelt mij ook nog. dat zijn vrouw Henriette al 28 jaar in de pad vinderij zit en hoofdbestuurslid is van het Nederlandse Padvindstersgilde. Toen lady Baden Powell in Bouvigne werd ontvangen, trad mevrouw Toxo peus daar op als gastvrouw. Wat het worden zal in deze poli tieke situatie, weet hij ook niet. Dat weet niemand. Dat nioet worden af gewacht. Maar we zjjn het er allebei hart roerend over eens, dat zo'n kleine stad, waar iedereen iedereen zo'n beetje kent, toch wel leuk is. Toen het zeker was. dat ik minister zou worden, zegt hij, kwam er al direct een aubade van de Politieharmonie. En honderden kinderen kwamen hul digen. Zij kwamen met een groot krentenbrood, bloemen en een oor konde. En lachend zegt hij: „Daar zullen heus niet veel V.V.D.-kinderen bij zjjn geweest. Na tien jaar inde gemeenteraad van Breda te hebben gezeten, heeft hij daar nu alscheid genomen. Gister avond om negen uur is er een bij zondere raadsvergadering geweest, waar zijn vrouw ook bjj was. Het zal wel Brabants gezellig zijn geweest. Vooral daarna. De beer Bax, nu woonachtig in Oud Beyerland verzoekt mededeling, dat het verhaal °ver zijn avonturen als ma troos tijdens de oorlog, door ons ver meld in het levensverhaal over vice- admiraal Propper, niet geheel juist is. Onze beschrijving vail zjjn grandioos optreden als Sinterklaas schijnt wél juist te zyn geweest. Hij had daarover tenminste niet enige aanmerking. Maar lui zou met name nooit zijn ge drost en dus ook geen haif jaar „vakan tie in de bergen" hebben gehad. Waarvan gaarne acte. F. S. (Van onze Romeinse correspondent) ROME, hedenmorgen Tijdens zijn predikatie na het plech tig H. Hartlof op 5 juni heeft Paus Joannes XXIII allen verzocht deze maand te bidden voor de volgende in tenties: de heiliging van alle mensen, het welslagen van de algemene kerk vergadering en de voorbereiding er van en de goede resultaten van de Ro meinse synode. Vervolgens vroeg de Paus dat het werk van alle staatslie den moge gezegend worden, die pogen de volkeren der aarde uit dé bestaan de moeilijkheden te helpen. Kennelijk doelende op de huidige conferentie te Genève bad de H. Vader, dat God de wil van de leiders der mensheid moge sterken om wars van enige haat te komen tot een werkelijke samenwer king tussen de volkeren, die alleen de ware vrede kan garanderen. Tenslotte gaf de Paus als gebedsintentie voor de junimaand op: De verlichting van het lijden der zeer velen, die naar de geest of het lichaam in moeilijkheden verkeren: de zieken, de gevangenen, hen die gedwongen ver van luin vader land moeten verkeren of hen die in hun land onderdrukt worden. Mogen vooral zü, die vervolgd worden om hun geloof, daarvan bevrijd worden. De H. Vader vroeg dit van het H. Hart van Jezus, symbool bij uitstek van de lief de Gods. af te bidden op voorspraak van de H. Maagd. De Paus gaf deze gebedsintenties op gedurende het Heilig Uur, dat op het feest van het H. Hart plaats vond in de Vaticaanse Basiliek. Deze plechtig heid begon gisteravond om zes uur on der een grote toeloop van gelovigen. Aanwezig waren ook de in Rome ver blijvende kardinalen, bisschoppen en prelaten. De H. Vader was, naar zjjn gewoonte, te voet de St.-Pieter binnen gekomen terwijl het Credo gezongen werd. Het Adoro Te werd gezamenlijk door allen gebeden, terwijl na een toe spraak van Kardinaal Confalonieri bet Magnificat aangeheven werd. Na de opdracht aan het H. Hart volgde de Litanie. De sluiting van het Lof had plaats na het Pange Lingua en de ze gen met het Allerheiligste. Kardinaal van Roey, aartsbisschop van Mechelen en primaat van België, zal op 2 juli aanstaande in de Sint Goedeie kerk te Brussel het huwelijk inzegenen van Prins Albert met Prinses Paola Ruffo di Calabria, aldus verneemt het KNP uit Brussel. Mgr. Boone, deken van Brussel en pastoor van de Sint Goedeie zal daarna de plechtige huwe lijksmis opdragen, aldus het KNP. (Van een medewerker). ij het eerste treffen tussen de nieu we regering en de Tweede Kamer is het moderne maatschappelijke werk plotseling geworden tot een on derwerp van felle discussie. Bij geruch te had de Kamer vernomen, dat een deel van het werk, dat tot nog toe res sorteerde onder het departement van Sociale Zaken, zou overgaan naar het departement van Maatschappelijk Werk. Onder meer behoorde hiertoe de uit kering aan werkloze arbeiders, die, na te zijn uitgetrokken uit de W.W.-wet, nog een jaar lang krachtens de soci ale voorzieningsregeiing een uitkering ontvangen. Arbeiders dus, die meer dan anderhalf jaar zonder werk zijn. Dit stuitte op fel protest, het scherpst geformuleerd door de PvdA. maar naar onze vaste overtuiging niet alleen uit die kring. Zou minister-president. De Quay niet hebben toegezegd, dat het kabinet de zaak nog eens nader zou overwegen, dan was het zeer te bezien geweest, of niet de eerste dag de beste de regering een motie van de Kamer had thuisgekregen, die niet bepaald een onverdeeld vertrouwen in het ko mend beleid zou hebben uitgedrukt. Nu de regering nog een keer aan het overwegen is geslagen lijkt het ons Een handje helpen bij het tafeldekken. de moeite waard eens na te gaan. wat er eigenlijk aan de hand is. Op voor hand willen we wel zeggen, dat wij het misbaar, van de zijde van de PvdA ge maakt, misplaatst vinden, al willen we beslist niet zover gaan als een groot katholiek streekblad dezer dagen schreef: „Wij menen n.l., dat aan soci ale zaken eerder het begrip „bedeling en steun" vastzit dan aan maatschap pelijk werk". Wij voor ons geloven, dat we langzamerhand zeer vérgaand, en zeker tegenover alle bonafide landge noten, moeten loskomen van alle be grippen bedeling en steun. Het doet daarbij niet ter zake, of de bijstand, die mensen onder bepaalde omstandig heden behoeven, wordt uitgevoerd door departement A of departement B. mits gezorgd wordt, dat de basis van het werk is de sociale rechtssfeer. Sinds de wat geforceerde geboorte van het departement van Maatschap pelijk Werk is er in het inzicht van de aanvankelijke tegenstanders, althans voor zover ze de moeite hebben geno men het maatschappelijk werk van meer nabij te volgen, wel enige kente ring gekomen. De socialisten bleken de ze kentering bij het laatste debat weer volledig te zijn vergeten, maar wjj zou den hun willen adviseren nog eens te herlezen, wat door hun partijgenote mej. mr. Tjeenk Willink in de Eerste Kamer over dit departement is gezegd. \Y T ie begrippen maatschappelijk yjy werk en sociale arbeid eens op hun woordbetekenis gaat onder zoeken, doet om te beginnen de simpe le ontdekking, dat zij loten zijn van één stam. Het woord „sociaal" stamt van socius, dat gezel of maat betekent: „maatschappelijk" bepaalt de relatie van de „maats". In het ene geval ge bruiken we dus een Nederlandse uit drukking, in het andere een verneder landste Latijnse term. Het gaat in we zen dus om aangelegenheden met een gelijk voorwerp, n.l. de mens en de menselijke verhoudingen. In de praktijk is het departement van Sociale Zaken gegroeid tot het depar tement,, dat o.m. de verantwoordelijk heid draagt voor de materiële bestaans zekerheid van de mens, voor zover de ze verantwoordelijkheid aan de over heid toekomt. Inmiddels is deze verant woordelijkheid van het departement meer begrensd dan bij een oppervlak kige beschouwing schijnt. Vraagstuk ken van industrialisatie en prijspoli tiek, .twee kwesties van levensbelang voor het materieel welzijn met name van de arbeiders, ressorteren onder de verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken. We attende ren hierop, omdat men terecht kan zeg gen, dat de kwestie van de werkgele genheid, voor zover deze afhankelijk is van de industrievestiging en industrie spreiding, een zodanige specialisatie \ordert, dat zij eerder thuishoort on der dit aparte departement, dan dat zij mag opgaan in de algemene zorg van Sociale Zaken. En hiermee hebben we een woord ge bruikt, dat bij het benaderen van het huidige begrip maatschappelijk werk e- veneens op zijn plaats is, n.l. de speci alisatie. De zorg voor de werkende mens laat zich uiteraard nooit schei den in aandacht voor zijn materieel be staan en voor zijn geestelijke gezond heid. Niettemin zijn het twee onder scheiden begrippen. Men treft de prak tische uitwerking ervan in tal van vor men aan in allerlei organisaties. Onze sociale organisaties kennen de onder scheiding vakbeweging en standsorga nisatie. En dat niet alleen bij de katho lieken. We gaan hier met opzet niet in op de organisatorische vormgeving van dat werk. We praten niet over dioce sane bonden, zelfs niet over de vraag, of dat z.g. standsorganisatorische werk door aparte instituten moet worden ver zorgd. maar we stellen nadrukkelijk het feit vast, dat b.v. ook het N.V.V. bestuurders in algemene dienst heeft, die zich niet met het vakverenigings werk in enge zin bezig houden, maar wier bijzondere taak het is, de materi ele zorg voor de mens te begeleiden met een bijzondere aandacht voor zjjn algemeen maatschappelijk welzijn. Zou den we dat niet doen, dan voert onze materiële zorg ons per se naar het ma terialisme, dat door Katholiek en niet- katholiek als een kwaad in zich wordt bestreden. Nu wo die Advertentie Babyderm-zeep EEG-landen een grote inflatie ont staan, er kan in één van de landen een ernstige deflatie komen en er kan zich buiten de EEG, met name in Ame rika een ernstige inflatie voordoen. De eerste twee gevaren hoeven niet zo somber bezien te worden. Het laatst is erger. De EEG zou zich tegen dat risico moeten dekken door uit te ade men als Amerika inademt, dat wil zeg gen, de afzetmogelijkheden binnen de gemeenschap te vergroten als zé daar buiten kleiner worden. Verder zou niet elk der zes landen afzonderlijk tot im portbeperking moeten overgaan, maar de gemeenschap zou dat via een ge meenschappelijke handelspolitiek als geheel moeten doen. Deze loskoppeling van de Europese conjunctuur van de wereldconjunctuur is een ambitieuze wens die niet op korte termijn in ver vulling zal gaan, maar men zou kun nen proberen om voetje voor voetje in deze richting te gaan. Dr. G. A. Kohnstamm betoogde, dat de Nederlandse loon-, prijs- en kartel- politiek niet op korte termijn door de EEG-politiek zullen worden aangetast. Op alle drie de gebieden voeren wij een eigen beleid, dat de partnerianden niet kennen. We hebben de keuze om dat beleid te blijven voeren hetgeen door de vertragingsfactoren wei gerui me tijd mogelijk zal blijken of wij kun nen pogen om de partnerianden te overtuigen van de juistheid van onze politiek. Met dit laatste zouden wij dan het initiatief in handen krijgen, maar dat is een zware, misschien zelfs ho peloze taakstelling. ankerbestrüding is een veelzijdig en voor velen vaag en min of meer onwezenlijk en emotioneel geladen be grip. Terwijl de grote epidemieën van besmet telijke ziekten (typhus, pest, cholera etc.) bij ons niet meer voorko men en zelfs de t.b.c. sterk is teruggedrongen, houdt de kanker stand. Er is echter geen reden om aan te nemen dat de kankerziekten aan de winnende hand zouden zjjn. De mens wordt ouder en aangezien kanker evenals de meeste hartaandoeningen een ziekte is van de hogere leeftijd zal kanker meer mensen treffen dan vroeger. Wij zijn nu eenmaal sterfelijke wezens. In feite is kanker niet ernsti ger dan welke andere ziekte ook waar aan een mens kan overlijden. Boven dien wordt de ziekte tegenwoordig dank zij de vooruitgang van de dia gnostische mogelijkheden, met name röntgen en laboratorium, beter her kend. Onder de mensen die vroeger aan „ouderdom overleden" zal zonder twijfel een niet gering aantal kanker- pattenten gerekend kunnen worden. Het is goed, zonder in nodeloze de tails te vervallen, dat nu en dan de sluier van het geheimzinnige kanker- vraagstuk even wordt opgelicht, opdat de [eek enigszins kan bevroeden met welk ontzaglijk ingewikkelde pro blemen de onderzoekers over de ge hele wereld worstelen. Het mysterie van de ongeremde nieuwvorming is in de ware zin van het woord gecompliceerd en de oplos sing ervan zal niet in een klein hoek je Jiggen. De degelijke kankeronder zoekers publiceren de resultaten van hun werk en poneren hun theorieën in de medische, vaak specialistische tyaschriflen en op congressen, alwaar zij door vakgenoten met kennis van zaken worden becritiseerd. Uit deze gedachtenwisseling die voortdurend over de gehele wereld plaats heeft moet langzamerhand de ontsluiering van het kankermysterie volgen. In de joop van de jaren is a.1 heel veel be kend geworden, maar het is nog niet gejukt een sluitend geheel van de veel heid van gegevens te maken. Mis schien is de tjjd er nog niet rijp voor, met andere woorden het is de vraag of de technische wetenschappen, met name de scheikunde, al ver genoeg zijn gevorderd om de medische onder zoekers te steunen. Het zal voor de leek geen probleem zijn dat deze moeilijke materie zich niet goed leent voor korte en toch begrijpelijke uit leg in de krant of anderszins. Het zou bijzonder saaie en dorre lectuur zijn. Deze onmogelijkheid versterkt even wel de geheimzinnigheid. De onbe kendheid met de mysterieuze kanker- problematiek. de kankervrees, het vooralsnog niet zelden tekortschieten van de bonafide geneeskunde en niet in de laatste plaats de redelijke ver wachting van vooruitgang in de strijd maken de leek bijzonder gevoelig voor de opzienbarende mededelingen op het gebied van de dubieuze of op zijn minst voorbarige kankertherapeu- tica, die op gezette lijden in het nieuws verschijnen en valse hoop wekken. Van deze gesublimeerde kwakzalverij naar het ordinaire boerenbedrog is niet zo'n grote stap. kansen. Verschillende vormen van kanker verraden zich zelf in een vroeg stadium waardoor zjj als het ware in de kiem gesmoord kunnen worden. Helaas is een vroege diagno se niet altijd een garantie voor volle dige genezing, omdat niet alle vormen van kanker zich laten uitroeien met wortel en tak. Ik acht een dagblad niet de plaats voor de opsomming van een aantal symptomen waarvoor de dokter geraadpleegd moet worden. Bij enige twijfel raadplege men zijn huis arts. De aanleiding tot het schrijven van ordt het steeds moeilijker, om bijzondere aandacht vorm te blijven geven. De wereld wordt ingewikkelder, de maatschappelijke verhoudingen wijzigen zich, we moeten ons aanpassen aan nieuwe woon-gewoon- ten, aan nieuwe methoden van vrije-tijds- vulling enz. enz. Tal van groepen van mensen komen door deze maatschap pelijke ontwikkeling in verwarring. En nu redeneert de gezonde maatschap pelijke denker, dat er dan een toene mende plicht ontstaat, om in deze moei lijke situatie concreet handelend op te treden. Het is uiteraard niet de taak van de overheid, om dat door middel van ambtenaren en ambtenaressen te doen. Wij hebben allen uitgesproken he- hel aan maatschappelijke werksters, die in opdracht van een onbekende ambte lijke instantie met een bloemetje en een troostwoord menen aan maatschappelijk werk te doen. En we zijn er stellig van overtuigd, dat minister Klompé er pre cies zo over denkt. Heel bewust is zij sinds haar optreden als minister bezig om het particulier initiatief te prikke len en wat nog veel meer zegt. om de ouderwetse zucht naar bedélen en be dillen radicaal weg te werker, en daar voor in de plaats te brengen het mo rele recht van de mens in nood om geholpen te worden. Daarbij was het ook onder haar voor ganger, minister van Thiel, al mogelijk gebleken om een apparaat te bouwen, dat in staat was incidentele grote moei lijkheden direct op te vangen. Denk aan de watersnoodramp, waarbij dit depar tement zijn bestaansrecht heeft bewezen. Bij het vluchtelingenwerk (denk aan Hongarije), bij de repatriantenaangele genheid, de bejaardenaandacht, het werk van de gezinszorg, de binnen landse migratie, de arbeid, noodzake lijk bij de omscholing van landarbeiders naar de industrie (en dan omscholing niet verstaan ais vakkundige omscho ling maar mentale omschakeling); bij al deze kwesties en aangelegenheden is sprake van een specialisatie, welke het bestaan van dit departement recht vaardigt en waarbij nergens sprake is van ouderwetse armenzorg of misgroei- de weldadigheid. Wanneer daar dan een andere groep bijkomt, omdat de materiële aandacht misschien ontoereikend kan zjjn. waar om moet dan deze groep plotseling het stempel van bedeelden of van armen zorg krijgen? Wij kunnen deze zienswij ze van onze vrienden uit de vakbewe ging niet delen. Gaarne willen we be grip opbrengen voor hun bezwaren, maar anderzijds mag ook van hen be grip worden gevraagd voor de intentie waarmee gewerkt wordt op het depar tement van Maatschappelijk Werk. Advertentie Uit gesprekken met leken is mij meer dan eens gebleken dat onder een deel van het publiek de merk waardige opvatting heerst, dat een zéker conservatisme van de beoefe naren van de geneeskunde een snel le ontplooiing van bijvoorbeeld een nieuwe therapie wel eens in de weg staat. Dat zou dan niet alleen voor kanker gelden. Ten dele zal dit wel te verklaren zijn uit het zoeven ge noemde onvermijdelijk achter de schermen blijven van het kanker onderzoek, terwijl bet onuitroeibaar geloof in de magie zeker ook een rol van betekenis speelt. Wie zou in ernst willen beweren dat een nieu we werkelijk waardevolle methode niet onmiddellijk zou inslaan in de vakpers? Ais wij ons afvragen wat er van waarde is gebleken van de talrijke, in de loop der jaren soms met veel ophef bekend gemaakte „oplossingen" van het kankerpro bleem in de lekenpers, dan moeten wij helaas constateren: weinig of niets. Een behoedzame voorlichting is voorts van belang om de leek duide lijk te maken dat zijn medewerking onmisbaar is bij de strijd tegen deze ziekte. Vooreerst omdat de leek moet helpen bij de preventie respectievelijk de vroege herkenning van kanker. Wat betreft de preventie zijn de mo gelijkheden op een uitzondering na nog niet groot, maar die ene uitzondering mag er zijn. Zoals u wel weet is er een onmiskenbaar statistisch verband tussen zwaar roken en longkanker. Longkanker is thans in ons land onder de mannen de meest voorkomende vorm van kanker. Voorkomen is mo gelijk door matigheid met roken te be trachten, hetgeen in de praktijk niet eenvoudig blijkt te zijn. Later hierover meer. De vroege herkenningen biedt meer deze kroniek is het tienjarig bestaan van het Koningin Wilhelmina Fonds, waarover u dezer dagen al meer hebt gehoord en gelezen. Nu behoeft u de ze kroniek niet verder ongelezen te la ten uit vrees dat er een bedelpreek volgt. Op dit punt zijn de dames en heren van het K.W.F. mans genoeg. Ik heb er vanzelfsprekend in het ge heel geen bezwaar tegen als u bjj een voorkomende gelegenheid het K.W.F. op passende wijze steunt. Bij gelegenheid van het tweede lus trum ben ik op bezoek geweest bij 'het K.W.FMen heeft mij daar een en an der verteld over hetgeen in de afgelo pen 10 jaar is bereikt en over de plan nen voor de toekomst. De heer Besan- ger, directeur van de stichting, gaf een indruk van de grote hoeveelheid werk, die in 10 jaar tijd is verricht om de miljoenen bijeen te brengen, die het K.W.F. heeft uitgegeven of gaat uil geven. Naast de grote bedragen af komstig van radio-acties en schenkin gen van grote maatschappijen legde hij de nadruk op het belang van de vaste financiële basis welke gevormd wordt door de kleine giften en contri buties. Aan de ruim 10 kanker-centra in ons land is inmiddels al de reus achtige som van 15 miljoen gulden uit gekeerd, waarmee het K.W.F. zich on misbaar heeft getoond. De kankerbe strijding in ons land is niet meer voor te stellen zonder de steun van het K.W.F. Laat het genoeg zijn nog te vermelden dat het K.W.F. voor uit breiding respectievelijk nieuwbouw van het Antoni van Leeuwenhoekhuis in Amsterdam en het Rotterdamse ra diotherapeutisch instituut in totaal ruim 4 miljoen gulden beschikbaar kan stellen. In de volgende kroniek zal ik u ver der verslag doen over de belangwek kende dingen die ik bjj mijn bezoek aan het K.W.F. heb vernomen. Canadees dure sjees staat versteld bollenveld klederdracht lentepracht Hollands zwier Pullen bier Nederland Amstel-land (Uit ??°r\^eranci<>r AM STEL ft kleurenfo^de Vlak voor hel begin van het vakantie seizoen wordt het strand van Zweedse badplaatsen aan de straat van Oeresund tussen Denemarken en de westkust van de provincie Skane bedreigd door grote hoeveelheden olie. die afkomstig zijn van de Russische tankboot Friedrich En gels, die enkele dagen geleden bij Lim- hamn, in de buurt van Malmö, is vas* gelopen. Sommige der olievlekken zijn wel tien km lang. honderd meter breed en meerdere centimeters dik. Het strand van sommige plaatdkn, die door tien duizenden vakantiegangers worden be zocht, heeft reeds ernstige schade opge lopen en daar het olie van een zware en teerachtige soort betreft is het schoon maken van het strand een moeilijk kar wei.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5