bereiden zich voor op de. vrede In Salzburg was een Hongaar van de rotsen gesprongen ■AMERSFOORT ZEVENHONDERD JAAR V E"- Een krans van rozen en een krans van hemen Mannen met baarden en historische costuums ..Sterretje" van de congregatie Oud juweel in een moderne schrijn Salzburg dankt Nederland O Vergeef ons dat wij zo weinig meegebeden hebben tijdens de professie van zuster Veronika en zuster Bernadette. Wij hadden zoveel te verwerken toen pater Stoffels kransen rode rozen om de wit gesluierde hoofden van de twee stralende jonge zustertjes legde. Door de ramen van de noodkapel zagen wij de ontzagwekkende bergen die als een donkere krans om Salzburg liggen en de stad als het ware opsluiten met haar onoplpsbare probleem, dat van de 25.000 vluchtelingen vanachter het IJzeren Gordijn. Met hun rozen kregen zuster Veronika en zuster Bernadette een deel van de last van dit probleem te dragen. Onze gedachten waren ook bij hetgeen wij kort tevoren van de Slowaakse zielzorger onder de vluchtelingen gehoord hadden. Er was een Hongaar van de rots gesprongen, daar bij dat luxueuze restaurant Winkler. De wanhoop had hem -gegrepen na zijn zoveelste mislukte poging om te emigreren. En aan die vrouw die in de cel van het politiebureau zelfmoord had gepleegd, nadat men haar gedreigd had terug te sturen naar achter het IJzeren Gordijn. We slaagden er niet in onze gevoelens en gedachten in overeenstemming te brengen met de serene stemming in de kapel. De kosteres droeg het wierookvat naar het altaar. Maar wij roken nog de knoflook- stank uit de barakken van de vluchtelingen. DE ZUSTERS DER VLUCHTELINGEN den gevormd. Straks immers zullen de bevrijde verdrukten niets meer willen weten van de valse of zwakke predikers die hun werk konden ver richten bij de gratie van een godde loos regiem. De goede apostelen zullen dan nagenoeg allen gedood of De zusters verrichten in de vluchtelingenkampen maatschappelijk werk. Roerloos, als kleine, witte zandheuvels liggen voor ons de dertig zusters, no vicen en postulanten in de banken ge knield. We kennen hun geluk, maar we kunnen nu ook raden naar de pijn van hun andere gevoelens. Daar voor ons knielt zuster Theresia, anoniem tussen de anderen, en een van de wonder baarlijkste vrouwen die wij ontmoet hebben. Ze is een gravin Schönbom uit Praag, een nicht van de al lang overleden grondlegster van de congre gatie, gravin Ada Chotek. Het klooster leven vap zuster Theresia? Partisane tegen de Duitsers, gepakt door de Ge stapo, Ravensbrück, voor een vermo- §en door haar vader vrijgekocht, ge- wongen tot verpleegstersdiensten tij dens de aanval van de Duitsers op Stalingrad, daarna door de Russen be laagd in Tsjechoslowakije, met levens gevaar voor tonnen aan kloostergoede ren naar het Westen gesmokkeld, de congregatie met ongelooflijke activitei ten in stand helpen houden... Voor ons belichaamt zij met moeder-overste de kracht van de congregatie, die voor het ergste nog niet bezweken is. In zuster Paula, die achter onze rug de misgezangen zingt, lezen wij de vreugde van de congregatie af. Ze komt uit Tirol en ze lacht altijd. Naar filmnormen is zij het „sterretje" van deze gemeenschap. Ze heeft een glas- zuivere stem. Wij weten nog niet hoe wjj haar het liefst horen, hier in deze ontroerend schone H. Mis, of in de scholen en de kampen, waar ze met haar gitaar heentrekt en met de kin deren jodelt en zingt. Dit is voor de zusters hun grote feestdag, de triomf na al hun tegen slagen en lijden. In hun zojuist be trokken nieuwe klooster aan de rand van Salzburg worden twee novicen geprofest en wel in aanwezigheid van enkele van de Nederlanders die voor hen hebben verricht wat zij „een wonder" noemen. Zij zijn onbeschrij felijk dankbaar. Is er in het Westen wel een congregatie met zo'n verle den als dat van deze zusters van de H. Eucharistie in Salzburg? De congregatie van de Eucharistin- nen werd in '37 gesticht, toen het dus in Europa aan alle kanten kraakte. De zusters van toen kwamen uit Sudeten- land, Bohemen, Slowakije en hoe al die gebieden ook heetten. Op hun onopval lende wijze stelden zij zich tegen de dreigende ontkerstening van Tsjecho slowakije teweer. Ze stonden de pries ters bij, gaven katechismusonderricht, verpleegden zieken enzovoort. Van de oorlogsverschrikkingen kregen zij volop hun deel. Na de oorlog waren er nog twaalf Eucharistinnen over die hun ge havende klooster openstelden voor de ontheemden. De Sovjets lieten de zus ters niet met rust, om het wat prude te zeggen. Zeven zusters besloten ge zamenlijk naar Oostenrijk te vluchten. Maar Oostenrijk, dat men toch wel een grote mate van religieuze onverschil ligheid mag verwijten, had hun geen hulp te bieden. Wel kregen ze onderdak. De aartsbisschop schonk hun een pand, dat temidden van de kostelijke bouw werken van het oude Salzburg was ge legen. Mozart had hier als jongen nog gezongen. Maar wat heeft men aan zo'n historisch bijzonderheidje als men moet leven in een kavalje waar de rat ten te gast zijn enin de spelonken het vocht van de muren afdruipt. In het gebouw was slechts één venster waardoor gedurende enkele uren van de dag de zon kon schijnen. Een zuster kreeg tbc en stierf. Moeder-overste stelde de verplichte ochtendgymnastiek in. Maar waarvoor bleven ze bij el kaar? Niemand had hen nodig, nie mand keek naar hen om. Zes nonnen uit Tsjechoslowakije, ze verdienden iets met hosties bakken en de was doen. Maar om in leven te blijven moesten ze nog langs de deuren om voedsel te bedelen! De zusters tracht ten de hemel een wonder af te sme ken. Om Salzburg werden duizenden vluchtelingen in kampen gestopt. De zusters gingen erheen, eten brengen, kleren verstellen, mensen opbeuren die door een onbeschrijfelijk leed ge troffen waren. Toen hoorden zij ook eens pater Werenfried van Straten over de Oostpriesterhulp spreken. De „spekpater" zal in zijn gebruikelijke, ietwat militaire terminologie hebben gepreekt over de „Dag X" en de „vestingen voor God" die hij overal langs het IJzeren Gordijn wilde op trekken om „troepen, te wapenen", en gereed te houden voor het uur dat, naar het woord van Paus Pius XII, de vrede ons zal overvallen. Daarvoor heeft Oostpriesterhulp de laatste jaren dan ook kloosters en seminaries la ten bouwen, waar nu zo'n 1500 jonge mannen voor het priesterschap wor- uit het Westen zullen de opengeval len plaatsen moeten innemen. De Eucharistinnen zochten pater Weren fried op en hi) kreeg onmiddellijk groot respect voor dit groepje Tsje chische nonnen. Hij vroeg ze zich voor te bereiden voor de zielzorg in Tsjechoslowakije. Ze begonnen met zes. In de kapel tel len wij er nu dertig. De dertigste is één dag voor ons bezoek aangekomen: een meisje uit Hamburg, dat na de meubels uit haar meisjeskamer op de trein gezet te hebben, zelf een enkele reis Salzburg kocht. Nog vee] meer is er gebeurd nadat de Eucharistinnen zo gretig hun nieuwe taak aanvaard heb ben. Nederland heeft geld (ongeveer 2,5 ton) bijeen gebracht om de Eu charistinnen een nieuw klooster te kun nen bieden dat op hun vliegensvlugge groei en hun werk volledig berekend is. De zusters hebben deze gave niet werke loos ontvangen. Zuster Theresia alleen al heeft voor meer dan een ton bijeen gekregen, hoewel ze zegt dat de H. Jo sef dit gepresteerd heeft. En nu studeren zjj allen Tsjechisch en Slowaaks. Tegelijkertijd zijn er aan de andere zijde van het IJzeren Gordijn gemeenschappen die zich ook op een soort „apostolaat" voorbereiden en Ita liaans, Frans en Nederlands leren. De Eucharistinnen weten wat de mzet is. De toekomstige realiteit ervaren ze nu al in de kampen om Salzburg. Daar aan moeten we denken als Phter Ri chard Stoffels S.J., de geesteltjk leider van Oostpriesterhulp in Nederland en de laatste jaren de grote steun van de Salzburgse nonnen, tot de geprofeste zusters zijn toespraakje houdt. Een jo viale priester, groot, van geestdrift struikelend over de Duitse woorden. Gisteren toen wij met hem in de kampen waren, was hij soms sprake loos door de ellende. Elk kind dat hij zag, trok hij naar zich toe om het een kruisje op het voorhoofd te ge ven. Russische, Hongaarse, Oekraïn- se, Roemeense kirtderen met verbaas de, smoezelige gezichtjes. Ze speel den tussen de verveloze barakken, of in de vertrekken, waar de baby in de wieg lag, het wasgoed hing te dro gen, gekookt werd e.n het meestal ar moedige huisraad chaotisch lag op geslagen. We stapten ook een ver trek binnen waar alles verrassend keurig was. Er stond een overdadig - opgesmukt slaapkamerameublement en ook een televisietoestel. Ja, ver namen wij, man en vrouw werkten allebei. „Kinder?" „Wollen wir nicht." We trachtten te spreken met twee j\/Tilddadige Nederlanders hebben L VJ. 'let mogelijk gemaakt dat in Salzburg een klooster kon wor den gebouwd voor de zusters van de congregatie van de H. Eucharistie. In velerlei opzicht hebben de Neder landse afdeling van Oostpriesterhulp en het r.-k. Huisvestingscomité hun onmisbare steun verleend. Kort ge leden hebben de zusters hun oude, mensonwaardige verblijf in het cen trum van Salzburg verlaten en hun nieuwe klooster betrokken. Het is gebouwd door een bekende Weense architect, professor Kramreiter. De kapel (een modern bouwwerk) zal in de herfst gereed komen. Vorige week zaterdag was er bezichtiging van het klooster door een aantal genodigden. Onder hen waren o.m. een hoge ver tegenwoordiger van de aartsbisschop van Salzburg, dr. Andreas Rohracher, en de burgemeester van de stad. Pa ter R. Stoffels S.J., de geestelijk lei der van Oostprieslerhulp-Nederland, en mr. E. baron Speyart van Woer den, vice-president van het Huisves tingscomité uit Den Bosch, behoor den tot de Nederlandse gasten. Gemachtigd door de aartsbisschop heeft pater Stoffels zondag jl. twee novicen van de Eucharistinnen gepro fest. De heer Speyart van Woerden heeft tijdens het feestelijke ontbijt nog een extra geschenk van het Huis vestingscomité overhandigd, nl. een groot bedrag aan geld. Uw verslag gever was aanwezig om de vele edel moedige gevers de grote dank van de zusters over te kunnen brengen. Dit zij hierbij gedaan, maar dan overeen komstig de woorden van de moeder overste: „Wij zeggen geen dank, maar wij zullen dank doen." Zuster Paula komt uit Tirol. Met haar gitaar trekt zij naar de kampen en scholen cm met de kinderen te zingen en te jodelen. mannen die dronken waren. „Heim wee," zeiden ze, en de rest was on verstaanbaar Russisdb. Vrouw en kin deren zaten erbij. Wij voelden geen weerzin. Wat zouden zij gevoeld heb ben? De ouders en broers van de mannen waren uitgeroeid; andere fa milieleden getransporteerd naar Si berië. Velen willen niet emigreren, afgezien van het feit, dat velen ook niet de kans krijgen. Ze willen het liefst zo dicht mogelijk langs het IJzeren Gordijn ver blijven. Het ongeduld waarmee zij op de „Dag X" wachten, is nauwelijks te verdragen. Andere vluchtelingenfami lies zijn door de emigratie uiteen ge rukt. Dergelijke trieste verhalen hoor den wij van enige Slowaakse vluchtelin gen. Ons bezoek aan hen echter had toch iets van een feest. Wat een over- hartelijke ontvangst, zoals ze ons on middellijk omringden en hun foto's van „thuis" lieten zien. Wat een prachtige, sterke mensen, die elkaar opzochten om gezamenlijk werk te verrichten op hun kamers. Zij huisden in een kazer ne, waar overal tussen de tussenmu ren en het plafond een open ruimte is, zodat heel zo'n vleugel alles van el kaar hoort en niets kan verbergen. En in de meeste vleugels zit vaak ook een a-sociaal element, of iemand die zijn verdriet tracht te verdrinken. Of zij niet wilden emigreren? Neen, ze wilden naar huis, naar hun dorp. Die hoop, dat ze dat nog zullen mee maken, trof ons steeds. Dat vasthou den aan hun taal, aan elkaar, was dat niet redeloos? De hoop dat straks het IJzeren Gordijn opgetrokken zal worden, bezielt ook de zusters Eucha ristinnen. Zuster Veronika en zuster Bernadette, die daar met de krans van rozen om hun sluier, voor het altaal- hun eeuwige geloften afleggen, beloven trouw aan de Regel, waarin staat dat de zusters voor de zielzorg in Tsjechoslowakije zullen werken. Maar de zusters kunnen-wachten. ZÜ hebben behalve hun opdracht voor de toekomst hun huidige taak in en in de omgeving van Salzburg, Zij sterven bovendien niet uit, dank zij de geluk kige aantrekkingskracht van hun con gregatie. Bij hen leeft behalve de hoop ook de vreugde, die onder veel rampspoed slechts groter is gewor den. Wij zijn daarvan getuige. We zien het in de vochtige ogen van moe der-overste, horen het in het bidden van zuster Theresia, zuster Michae- la, zuster Francisca, en in het zin gen van zuster Paula. Ons is het bid den op dat moment wat moeilijk ge vallen, hetgeen we nu des te meer betreuren, nu we ons de verwach tingsvolle blik van de zusters bij ons afscheid herinneren en de plotseling in het Nederlands gemaakte opmer king van een jonge postulante (die uit Tongerlo afkomstig bleek): „Mijn heer, kunt u er niet voor zorgen, dat er wat meisjes uit Nederland ko men? Zeg ze maar dat wij hier zo ge lukkig zijn." HENK SUÈR te, rijk en particulieren tezamen in deze perio de 1% miljoen gulden spendeerden voor restau raties, worden jaarlijks 40.000 Volkswagens over het hele land gedistribueerd, om niet te spreken van Morris en Austin, welke auto's door een an der hier gevestigd bedrijf worden geassembleerd. Ook in cultureel opzicht gaat Amersfoort, dat vroeger al zo veel kunstenaars binnen zijn mu ren herbergde, onder wie Jacob van Campen, met zijp tijd mee. In de orangerie van het huis Randenbroek, waar de beroemde bouwmeester woonde en dat nu gerestaureerd wordt, heeft de beeldhouwer Pieter Starreveld zijn atelier. Vele kunstenaars, schilders, beeldhouwers, handwevers, ja een glazenier en zelfs een been snijder, zijn verenigd in het Amersfoortse kunste naarsgenootschap of De Ploeg. Onze wandeling in Muurhuizen, zoals ook de straat op de wallen is genoemd, kunnen we even onderbreken, om „Het Oude Wevershuys" bin- De twee geestelijken, pater Werenfried van Straten O.Praem. en pater Richard Stoffels SJ., hebben zich bijzonder ingespannen om de Salzburgse zusters van de H. Eucharistie een nieuwe „resting voor God" te bezorgen. Patér Werenfried is gesprek met de moeder-overste Maria Mayer. Het -rustieke Hank rolijk tingelt het carillon van de Lieve Vrouwe-toren, als wij door Amersfoorts stralen dwalen. De héldere klanken men gen zich met het geroezemoes van het winke lend publiek in de Langestraat de Kalver- straat van de tweede stad van het Sticht een samenspel, dat ons geenszins hindert. Alleen het omhoog schietend gegil van een auto nu en dan is een dissonant. Om de melodie van het klokkenspel goed te beluisteren kunnen we be ter de grachtjes op vluchten of toeven in een van de vele krinkelende straatjes. Of wandelen langs de oude op en in de vroegere stadsmuur gebouwde hulzen, de beroemde Amersfoortse muurhuizen, die enig zjjn in ons land. Wanen we ons niet in Brugge en deed de Eem, die we zo straks door de Koppelpoort zagen stro men, niet aan het Minnewater denken? Onze ogen krjjgen niet genoeg van de fraaie gevels, waarvan vele zijn opgetrokken van Noordduitse baksteen in een architectuur uit de jaren om streeks 1500. Het treft ons zo zorgvuldig als vele gebouwen gerestaureerd zijn. Het is ons trou wens ook opgevallen midden in de binnenstad, waar we vlak bij een moderne winkelpui ver rast werden door een laat-gothische trapgevel, die door een deskundig herstel zijn oude luister heeft teruggewonnen. Uit dit alles spreekt de grote liefde van de Amersfoortei voor de schoonheid van zijn oude stad, die vrijwel hetzelfde patroon heeft behou den als 700 jaar geleden, toen Hendrik van Vian- den, bisschop van Utrecht, haar stadsrechten verleende. De naam Amersfoort werd echter al genoemd in een oorkonde van keizer Koenraad II van 1028 en is waarschijnlijk afgeleid van amer, hetgeen stromend water betekent, en van voorde, waaronder een doorwaadbare plaats werd verstaan. Waar zich nu de Vischmarkt be vindt, was de Eem zo ondiep, dat men daar ge makkelijk de rivier kon oversteken. Kooplieden uil west of oost trokken hier over en zo ont stond een nederzetting, waaruit een stad groei de, die, thans ruim 67.000 inwoners heeft en er in 1970 wellicht 100.000 telt. Kort na de laatste oorlog heeft men bij werk zaamheden aan het wegdek een anderhalve me- tei onder de grond nog oude boomstammen ge vonden, die waai schijnlijk over het water wer den gelegd om de overtocht gemakkelijker te ma ken Kwaadsprekende tongen beweren wel eens, dat Amersfoort in het verleden is blijven steken en spreken over een saaie stad. Haar. eerbied voor overgeleverde schoonheden heeft zij echter vooral in de na-oorlogse jaren gekoppeld aan een ijver om ook de moderne mens te dienen. Uit dezelfde stad, waar gemeen- van de Abeele, secretaris van St.-Martens-Lae- them in België. Het gemeentebestuur hoopt, wanneer over enige jaren het plan voor de nieuwe schouw burg „Zonnehof" achter Hotel de Witte is uit gevoerd dat het publiek meer tot een bezoek aan toneelvoorstellingen en concerten komt. In de Markthal is het bepaald niet leuk uitgaan. Tegenover zijn voorgangers zou het onbillijk ziin te beweren, dat vroeger niets is gedaan om de stad tot ontwikkeling te brengen. Eerst na het midden van de 19de eeuw werd op grote schaa! buiten de wallen gebouwd, waarmee een ontwikkeling is ingezet, die haar einde nog niet heeft gevonden. Rond 1900 verrezen talrijke vil la's op de berg en van lieverlede ontstond de industriewijk Soesterkwartier met nu 20.000 be woners, vroeger door een 40 minuten van het uur gesloten spoorwegovergang erg geïsoleerd, doch sinds een paar jaar door een moderne tunnel verbonden met de oude stad. De grote stadsuitbreiding gaat nu meer in de richting van het oosten over het Valleikanaal en zo wordt de oude stad steeds meer het centrum, architectonisch een juweel, dat binnen de sin gels aan de westkant echter gedempt ter wille van het verkeer als in een schrpn ge vat ligt. Ook economisch is het stadsbestuur steeds bii de pinken geweest. Naast een bloeiende han del heeft Amersfoort van ouds industrie gekend. Lakenweverijen, bombazijnfabrieken, zijdeteelt, tabaksindustrie en niet minder dan 350 brou werijen, waarvan er maar één, de „Phoenix", is overgebleven. Deze gaat voor het komende feest een speciaal bier, St.-Jorisbier, genoemd naar de schutspatroon van de stad en van de sedert haar bestaan hier gelegen cavalerie, brouwen. De tegenwoordige industrie is veel meer gedifferentieerd en dus minder conjunc tuur-gevoelig. Een andere draad uit de historie getrokken De beeldhouwer aan het werk nen te gaan, een bijzonder sfeervolle expositie ruimte, waar we van tijd tot tijd ook kunnen kennis maken met werk van moderne schilders van elders Neen, Amersfoort zweert niet bij de prestaties van eigen kunstenaars. Wij herinne ren ons een ontmoeting in het ons dierbare Bra bantse Hilvarenbeek met de burgervader van Amersfoort, de heer Molendijk, die in verband met een beiaardierswedstrijd daar aanwezig was U weet toch, dat Amersfoort een eigen beiaardschool bezit? Ook al tussen de muurhui zen. in de Plompetoren, een mooi gaaf torentje. Gelijk werd in het raadhuis van Hilvarenbeek een tentoonstelling van werken van de priester schilder Egbert Dekkers gehouden en burge meester Molendijk zei ons niet te rusten voor hij die, expositie naar zijn stad had gekregen. En aldus is geschied. Eerlijk gezegd kunnen de Amersfoorters zeli wel wat warmer lopen voor allerlei kunstmani festaties, naar men ons verzekerde, en hun stijl is wel een tikje tè provinciaal. Een aantal leidinggevende figuren doet zijn best onder de bevolking wat meer savoir vivre te brengen Heel elegant doet dit het Gilde der edele flu- mieren. een genootschap, dat al dateert uit 1359 tijdens de Franse revolutie ten onder ging en in 1952 tot nieuw leven werd gewekt. Maximaal mogen er slechts 12 gezellen en 12 leerlingen zün, doch er zijn thans slechts 9 meesters, 2 ge zellen en 8 leerlingen. Meester-geheimschrijver is de héér Verdou, directeur van V.V.V., de meest gepl.aagde man van Nederland thans door de voót'béreidingsdrukte voor het van 12 juni tot 15 augustus te vieren zevende eeuwfeest der stad. Grootmeester van dit gilde was weleer Aer- nout van de Abeele en onlangs heeft het gezel schap eén bezoek gebracht aan een nazaat. Hueo Nieuw Amersfoort Zo paart Amersfoort oude roem aan nieuwe maatschappelijke voorzieningen. De 700 jaaf oude stad verdient het daarom met luister haat eeuwfeest te vieren. Er is daarvoor een rw* gevarieerd programma vastgesteld, met a'f hoogtepunt de officiële herdenking op 12 juf' in de uit 1243 daterende St.-Joriskerk, welk® drie-hallenkerk al evenzeer de trots van de KeJ' stad is. Hoe Amersfoort aan die naam korft' behoeven we u zeker niet meer te vertelled- Er zijn verder tentoonstellingen, openlucht' spelen, een internationale zeepkistenrace, biel" topwedstrijden, belangrijke sportevenementen ja waarlijk te veel om op te noemen, om nie te vergeten historische optochten, waarvoor roe' nige burger zpn baard heeft laten groeien. van 1 tot 15 augustus wordt de klo'-j heus teruggezet, want dan ziet u d, Amersfoorters weer gekleed als poorter® en burgeressen. Zij zullen niet schromen zifP zo naar kantoor of werkplaats te begeven. nu in Amersfoort komt, bemerkt het ogenblfjj keliik. De bakker neeft een baard, de har®!; van de slagersjongen hangen diep in zijn ne|* en zelfs op sommige middelbare scholen zl)n heel kleine pluisbaardjes in ontwikkeling. IGNAAT AGASI' A /„Het oude Wevershuis". en meer de geest rakend, betreft de zorg voor de oude en zieke mens en de bevordering van het intellect. In het St.-Pieters- en Bloklands gasthuis worden al sinds 1500 bejaarden ver pleegd, ln een aan de moderne' eisen aange paste omgeving, zij het dat de typische unieke daapzaa! van vóór 1390 met aan weerszijden «n een lange gang vertrekjes, bewaard is ge- oleven. Over die andere waterpoort, Monnikendam ,n bet zuiden van de stad, lopen geen monniken meet van een nabij gelegen klooster, maar wel ziei men er menig keer andere religieuzen, zowel vrouwelijke als mannelijke passeren, meestal od een fiets, die moderne onderwijs inrichtingen aan de rand van de stad leiden, zoals de Kruisheren het ConstantHncollege wei eens het Kremlin van Amersfoort genoemd en de zusters van O.L. Vrouw het meisjes- ivopum en de kweekschool O.L. Vrouw ter Fepi De koppelpoort.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 4