bereiden zich voor op de. vrede
In Salzburg was een Hongaar
van de rotsen gesprongen
■AMERSFOORT ZEVENHONDERD JAAR
V
E"-
Een krans van rozen en een krans van hemen
Mannen met baarden en historische costuums
..Sterretje" van de
congregatie
Oud juweel in een moderne schrijn
Salzburg dankt
Nederland
O
Vergeef ons dat wij zo weinig meegebeden hebben tijdens de
professie van zuster Veronika en zuster Bernadette. Wij hadden
zoveel te verwerken toen pater Stoffels kransen rode rozen
om de wit gesluierde hoofden van de twee stralende jonge zustertjes
legde. Door de ramen van de noodkapel zagen wij de ontzagwekkende
bergen die als een donkere krans om Salzburg liggen en de stad als
het ware opsluiten met haar onoplpsbare probleem, dat van de 25.000
vluchtelingen vanachter het IJzeren Gordijn. Met hun rozen kregen
zuster Veronika en zuster Bernadette een deel van de last van dit
probleem te dragen. Onze gedachten waren ook bij hetgeen wij kort
tevoren van de Slowaakse zielzorger onder de vluchtelingen gehoord
hadden. Er was een Hongaar van de rots gesprongen, daar bij dat
luxueuze restaurant Winkler. De wanhoop had hem -gegrepen na zijn
zoveelste mislukte poging om te emigreren. En aan die vrouw die in
de cel van het politiebureau zelfmoord had gepleegd, nadat men haar
gedreigd had terug te sturen naar achter het IJzeren Gordijn. We
slaagden er niet in onze gevoelens en gedachten in overeenstemming
te brengen met de serene stemming in de kapel. De kosteres droeg
het wierookvat naar het altaar. Maar wij roken nog de knoflook-
stank uit de barakken van de vluchtelingen.
DE ZUSTERS DER VLUCHTELINGEN
den gevormd. Straks immers zullen
de bevrijde verdrukten niets meer
willen weten van de valse of zwakke
predikers die hun werk konden ver
richten bij de gratie van een godde
loos regiem. De goede apostelen
zullen dan nagenoeg allen gedood of
De zusters verrichten in de vluchtelingenkampen maatschappelijk werk.
Roerloos, als kleine, witte zandheuvels
liggen voor ons de dertig zusters, no
vicen en postulanten in de banken ge
knield. We kennen hun geluk, maar we
kunnen nu ook raden naar de pijn van
hun andere gevoelens. Daar voor ons
knielt zuster Theresia, anoniem tussen
de anderen, en een van de wonder
baarlijkste vrouwen die wij ontmoet
hebben. Ze is een gravin Schönbom
uit Praag, een nicht van de al lang
overleden grondlegster van de congre
gatie, gravin Ada Chotek. Het klooster
leven vap zuster Theresia? Partisane
tegen de Duitsers, gepakt door de Ge
stapo, Ravensbrück, voor een vermo-
§en door haar vader vrijgekocht, ge-
wongen tot verpleegstersdiensten tij
dens de aanval van de Duitsers op
Stalingrad, daarna door de Russen be
laagd in Tsjechoslowakije, met levens
gevaar voor tonnen aan kloostergoede
ren naar het Westen gesmokkeld, de
congregatie met ongelooflijke activitei
ten in stand helpen houden... Voor ons
belichaamt zij met moeder-overste de
kracht van de congregatie, die voor het
ergste nog niet bezweken is.
In zuster Paula, die achter onze rug
de misgezangen zingt, lezen wij de
vreugde van de congregatie af. Ze
komt uit Tirol en ze lacht altijd. Naar
filmnormen is zij het „sterretje" van
deze gemeenschap. Ze heeft een glas-
zuivere stem. Wij weten nog niet hoe
wjj haar het liefst horen, hier in deze
ontroerend schone H. Mis, of in de
scholen en de kampen, waar ze met
haar gitaar heentrekt en met de kin
deren jodelt en zingt.
Dit is voor de zusters hun grote
feestdag, de triomf na al hun tegen
slagen en lijden. In hun zojuist be
trokken nieuwe klooster aan de rand
van Salzburg worden twee novicen
geprofest en wel in aanwezigheid van
enkele van de Nederlanders die voor
hen hebben verricht wat zij „een
wonder" noemen. Zij zijn onbeschrij
felijk dankbaar. Is er in het Westen
wel een congregatie met zo'n verle
den als dat van deze zusters van de
H. Eucharistie in Salzburg?
De congregatie van de Eucharistin-
nen werd in '37 gesticht, toen het dus
in Europa aan alle kanten kraakte. De
zusters van toen kwamen uit Sudeten-
land, Bohemen, Slowakije en hoe al die
gebieden ook heetten. Op hun onopval
lende wijze stelden zij zich tegen de
dreigende ontkerstening van Tsjecho
slowakije teweer. Ze stonden de pries
ters bij, gaven katechismusonderricht,
verpleegden zieken enzovoort. Van de
oorlogsverschrikkingen kregen zij volop
hun deel. Na de oorlog waren er nog
twaalf Eucharistinnen over die hun ge
havende klooster openstelden voor de
ontheemden. De Sovjets lieten de zus
ters niet met rust, om het wat prude
te zeggen. Zeven zusters besloten ge
zamenlijk naar Oostenrijk te vluchten.
Maar Oostenrijk, dat men toch wel een
grote mate van religieuze onverschil
ligheid mag verwijten, had hun geen
hulp te bieden. Wel kregen ze onderdak.
De aartsbisschop schonk hun een pand,
dat temidden van de kostelijke bouw
werken van het oude Salzburg was ge
legen. Mozart had hier als jongen nog
gezongen. Maar wat heeft men aan
zo'n historisch bijzonderheidje als men
moet leven in een kavalje waar de rat
ten te gast zijn enin de spelonken
het vocht van de muren afdruipt. In
het gebouw was slechts één venster
waardoor gedurende enkele uren van
de dag de zon kon schijnen. Een zuster
kreeg tbc en stierf. Moeder-overste
stelde de verplichte ochtendgymnastiek
in.
Maar waarvoor bleven ze bij el
kaar? Niemand had hen nodig, nie
mand keek naar hen om. Zes nonnen
uit Tsjechoslowakije, ze verdienden
iets met hosties bakken en de was
doen. Maar om in leven te blijven
moesten ze nog langs de deuren om
voedsel te bedelen! De zusters tracht
ten de hemel een wonder af te sme
ken. Om Salzburg werden duizenden
vluchtelingen in kampen gestopt. De
zusters gingen erheen, eten brengen,
kleren verstellen, mensen opbeuren
die door een onbeschrijfelijk leed ge
troffen waren. Toen hoorden zij ook
eens pater Werenfried van Straten
over de Oostpriesterhulp spreken. De
„spekpater" zal in zijn gebruikelijke,
ietwat militaire terminologie hebben
gepreekt over de „Dag X" en de
„vestingen voor God" die hij overal
langs het IJzeren Gordijn wilde op
trekken om „troepen, te wapenen", en
gereed te houden voor het uur dat,
naar het woord van Paus Pius XII,
de vrede ons zal overvallen. Daarvoor
heeft Oostpriesterhulp de laatste jaren
dan ook kloosters en seminaries la
ten bouwen, waar nu zo'n 1500 jonge
mannen voor het priesterschap wor-
uit het Westen zullen de opengeval
len plaatsen moeten innemen. De
Eucharistinnen zochten pater Weren
fried op en hi) kreeg onmiddellijk
groot respect voor dit groepje Tsje
chische nonnen. Hij vroeg ze zich
voor te bereiden voor de zielzorg in
Tsjechoslowakije.
Ze begonnen met zes. In de kapel tel
len wij er nu dertig. De dertigste is
één dag voor ons bezoek aangekomen:
een meisje uit Hamburg, dat na de
meubels uit haar meisjeskamer op de
trein gezet te hebben, zelf een enkele
reis Salzburg kocht. Nog vee] meer is
er gebeurd nadat de Eucharistinnen zo
gretig hun nieuwe taak aanvaard heb
ben. Nederland heeft geld (ongeveer
2,5 ton) bijeen gebracht om de Eu
charistinnen een nieuw klooster te kun
nen bieden dat op hun vliegensvlugge
groei en hun werk volledig berekend is.
De zusters hebben deze gave niet werke
loos ontvangen. Zuster Theresia alleen
al heeft voor meer dan een ton bijeen
gekregen, hoewel ze zegt dat de H. Jo
sef dit gepresteerd heeft.
En nu studeren zjj allen Tsjechisch
en Slowaaks. Tegelijkertijd zijn er aan
de andere zijde van het IJzeren Gordijn
gemeenschappen die zich ook op een
soort „apostolaat" voorbereiden en Ita
liaans, Frans en Nederlands leren. De
Eucharistinnen weten wat de mzet is.
De toekomstige realiteit ervaren ze nu
al in de kampen om Salzburg. Daar
aan moeten we denken als Phter Ri
chard Stoffels S.J., de geesteltjk leider
van Oostpriesterhulp in Nederland en
de laatste jaren de grote steun van de
Salzburgse nonnen, tot de geprofeste
zusters zijn toespraakje houdt. Een jo
viale priester, groot, van geestdrift
struikelend over de Duitse woorden.
Gisteren toen wij met hem in de
kampen waren, was hij soms sprake
loos door de ellende. Elk kind dat hij
zag, trok hij naar zich toe om het
een kruisje op het voorhoofd te ge
ven. Russische, Hongaarse, Oekraïn-
se, Roemeense kirtderen met verbaas
de, smoezelige gezichtjes. Ze speel
den tussen de verveloze barakken, of
in de vertrekken, waar de baby in
de wieg lag, het wasgoed hing te dro
gen, gekookt werd e.n het meestal ar
moedige huisraad chaotisch lag op
geslagen. We stapten ook een ver
trek binnen waar alles verrassend
keurig was. Er stond een overdadig
- opgesmukt slaapkamerameublement
en ook een televisietoestel. Ja, ver
namen wij, man en vrouw werkten
allebei.
„Kinder?"
„Wollen wir nicht."
We trachtten te spreken met twee
j\/Tilddadige Nederlanders hebben
L VJ. 'let mogelijk gemaakt dat in
Salzburg een klooster kon wor
den gebouwd voor de zusters van de
congregatie van de H. Eucharistie. In
velerlei opzicht hebben de Neder
landse afdeling van Oostpriesterhulp
en het r.-k. Huisvestingscomité hun
onmisbare steun verleend. Kort ge
leden hebben de zusters hun oude,
mensonwaardige verblijf in het cen
trum van Salzburg verlaten en hun
nieuwe klooster betrokken. Het is
gebouwd door een bekende Weense
architect, professor Kramreiter. De
kapel (een modern bouwwerk) zal in
de herfst gereed komen. Vorige week
zaterdag was er bezichtiging van het
klooster door een aantal genodigden.
Onder hen waren o.m. een hoge ver
tegenwoordiger van de aartsbisschop
van Salzburg, dr. Andreas Rohracher,
en de burgemeester van de stad. Pa
ter R. Stoffels S.J., de geestelijk lei
der van Oostprieslerhulp-Nederland,
en mr. E. baron Speyart van Woer
den, vice-president van het Huisves
tingscomité uit Den Bosch, behoor
den tot de Nederlandse gasten.
Gemachtigd door de aartsbisschop
heeft pater Stoffels zondag jl. twee
novicen van de Eucharistinnen gepro
fest. De heer Speyart van Woerden
heeft tijdens het feestelijke ontbijt
nog een extra geschenk van het Huis
vestingscomité overhandigd, nl. een
groot bedrag aan geld. Uw verslag
gever was aanwezig om de vele edel
moedige gevers de grote dank van de
zusters over te kunnen brengen. Dit
zij hierbij gedaan, maar dan overeen
komstig de woorden van de moeder
overste: „Wij zeggen geen dank, maar
wij zullen dank doen."
Zuster Paula komt uit Tirol. Met haar gitaar trekt zij naar de kampen en scholen
cm met de kinderen te zingen en te jodelen.
mannen die dronken waren. „Heim
wee," zeiden ze, en de rest was on
verstaanbaar Russisdb. Vrouw en kin
deren zaten erbij. Wij voelden geen
weerzin. Wat zouden zij gevoeld heb
ben? De ouders en broers van de
mannen waren uitgeroeid; andere fa
milieleden getransporteerd naar Si
berië.
Velen willen niet emigreren, afgezien
van het feit, dat velen ook niet de kans
krijgen. Ze willen het liefst zo dicht
mogelijk langs het IJzeren Gordijn ver
blijven. Het ongeduld waarmee zij op
de „Dag X" wachten, is nauwelijks te
verdragen. Andere vluchtelingenfami
lies zijn door de emigratie uiteen ge
rukt. Dergelijke trieste verhalen hoor
den wij van enige Slowaakse vluchtelin
gen. Ons bezoek aan hen echter had
toch iets van een feest. Wat een over-
hartelijke ontvangst, zoals ze ons on
middellijk omringden en hun foto's van
„thuis" lieten zien. Wat een prachtige,
sterke mensen, die elkaar opzochten
om gezamenlijk werk te verrichten op
hun kamers. Zij huisden in een kazer
ne, waar overal tussen de tussenmu
ren en het plafond een open ruimte is,
zodat heel zo'n vleugel alles van el
kaar hoort en niets kan verbergen. En
in de meeste vleugels zit vaak ook een
a-sociaal element, of iemand die zijn
verdriet tracht te verdrinken.
Of zij niet wilden emigreren? Neen,
ze wilden naar huis, naar hun dorp.
Die hoop, dat ze dat nog zullen mee
maken, trof ons steeds. Dat vasthou
den aan hun taal, aan elkaar, was
dat niet redeloos? De hoop dat straks
het IJzeren Gordijn opgetrokken zal
worden, bezielt ook de zusters Eucha
ristinnen. Zuster Veronika en zuster
Bernadette, die daar met de krans
van rozen om hun sluier, voor het
altaal- hun eeuwige geloften afleggen,
beloven trouw aan de Regel, waarin
staat dat de zusters voor de zielzorg
in Tsjechoslowakije zullen werken.
Maar de zusters kunnen-wachten. ZÜ
hebben behalve hun opdracht voor de
toekomst hun huidige taak in en in de
omgeving van Salzburg, Zij sterven
bovendien niet uit, dank zij de geluk
kige aantrekkingskracht van hun con
gregatie. Bij hen leeft behalve de
hoop ook de vreugde, die onder veel
rampspoed slechts groter is gewor
den. Wij zijn daarvan getuige. We
zien het in de vochtige ogen van moe
der-overste, horen het in het bidden
van zuster Theresia, zuster Michae-
la, zuster Francisca, en in het zin
gen van zuster Paula. Ons is het bid
den op dat moment wat moeilijk ge
vallen, hetgeen we nu des te meer
betreuren, nu we ons de verwach
tingsvolle blik van de zusters bij ons
afscheid herinneren en de plotseling
in het Nederlands gemaakte opmer
king van een jonge postulante (die
uit Tongerlo afkomstig bleek): „Mijn
heer, kunt u er niet voor zorgen, dat
er wat meisjes uit Nederland ko
men? Zeg ze maar dat wij hier zo ge
lukkig zijn."
HENK SUÈR
te, rijk en particulieren tezamen in deze perio
de 1% miljoen gulden spendeerden voor restau
raties, worden jaarlijks 40.000 Volkswagens over
het hele land gedistribueerd, om niet te spreken
van Morris en Austin, welke auto's door een an
der hier gevestigd bedrijf worden geassembleerd.
Ook in cultureel opzicht gaat Amersfoort, dat
vroeger al zo veel kunstenaars binnen zijn mu
ren herbergde, onder wie Jacob van Campen,
met zijp tijd mee. In de orangerie van het huis
Randenbroek, waar de beroemde bouwmeester
woonde en dat nu gerestaureerd wordt, heeft
de beeldhouwer Pieter Starreveld zijn atelier.
Vele kunstenaars, schilders, beeldhouwers,
handwevers, ja een glazenier en zelfs een been
snijder, zijn verenigd in het Amersfoortse kunste
naarsgenootschap of De Ploeg.
Onze wandeling in Muurhuizen, zoals ook de
straat op de wallen is genoemd, kunnen we even
onderbreken, om „Het Oude Wevershuys" bin-
De twee geestelijken, pater Werenfried van Straten O.Praem. en pater Richard
Stoffels SJ., hebben zich bijzonder ingespannen om de Salzburgse zusters van de
H. Eucharistie een nieuwe „resting voor God" te bezorgen. Patér Werenfried is
gesprek met de moeder-overste Maria Mayer.
Het -rustieke Hank
rolijk tingelt het carillon van de Lieve
Vrouwe-toren, als wij door Amersfoorts
stralen dwalen. De héldere klanken men
gen zich met het geroezemoes van het winke
lend publiek in de Langestraat de Kalver-
straat van de tweede stad van het Sticht een
samenspel, dat ons geenszins hindert. Alleen
het omhoog schietend gegil van een auto nu en
dan is een dissonant. Om de melodie van het
klokkenspel goed te beluisteren kunnen we be
ter de grachtjes op vluchten of toeven in een
van de vele krinkelende straatjes. Of wandelen
langs de oude op en in de vroegere stadsmuur
gebouwde hulzen, de beroemde Amersfoortse
muurhuizen, die enig zjjn in ons land. Wanen
we ons niet in Brugge en deed de Eem, die
we zo straks door de Koppelpoort zagen stro
men, niet aan het Minnewater denken? Onze
ogen krjjgen niet genoeg van de fraaie gevels,
waarvan vele zijn opgetrokken van Noordduitse
baksteen in een architectuur uit de jaren om
streeks 1500. Het treft ons zo zorgvuldig als vele
gebouwen gerestaureerd zijn. Het is ons trou
wens ook opgevallen midden in de binnenstad,
waar we vlak bij een moderne winkelpui ver
rast werden door een laat-gothische trapgevel,
die door een deskundig herstel zijn oude luister
heeft teruggewonnen.
Uit dit alles spreekt de grote liefde van de
Amersfoortei voor de schoonheid van zijn oude
stad, die vrijwel hetzelfde patroon heeft behou
den als 700 jaar geleden, toen Hendrik van Vian-
den, bisschop van Utrecht, haar stadsrechten
verleende. De naam Amersfoort werd echter al
genoemd in een oorkonde van keizer Koenraad
II van 1028 en is waarschijnlijk afgeleid van
amer, hetgeen stromend water betekent, en van
voorde, waaronder een doorwaadbare plaats
werd verstaan. Waar zich nu de Vischmarkt be
vindt, was de Eem zo ondiep, dat men daar ge
makkelijk de rivier kon oversteken. Kooplieden
uil west of oost trokken hier over en zo ont
stond een nederzetting, waaruit een stad groei
de, die, thans ruim 67.000 inwoners heeft en er
in 1970 wellicht 100.000 telt.
Kort na de laatste oorlog heeft men bij werk
zaamheden aan het wegdek een anderhalve me-
tei onder de grond nog oude boomstammen ge
vonden, die waai schijnlijk over het water wer
den gelegd om de overtocht gemakkelijker te ma
ken
Kwaadsprekende tongen beweren wel eens,
dat Amersfoort in het verleden is blijven
steken en spreken over een saaie stad.
Haar. eerbied voor overgeleverde schoonheden
heeft zij echter vooral in de na-oorlogse jaren
gekoppeld aan een ijver om ook de moderne
mens te dienen. Uit dezelfde stad, waar gemeen-
van de Abeele, secretaris van St.-Martens-Lae-
them in België.
Het gemeentebestuur hoopt, wanneer over
enige jaren het plan voor de nieuwe schouw
burg „Zonnehof" achter Hotel de Witte is uit
gevoerd dat het publiek meer tot een bezoek
aan toneelvoorstellingen en concerten komt. In
de Markthal is het bepaald niet leuk uitgaan.
Tegenover zijn voorgangers zou het onbillijk
ziin te beweren, dat vroeger niets is gedaan
om de stad tot ontwikkeling te brengen. Eerst
na het midden van de 19de eeuw werd op grote
schaa! buiten de wallen gebouwd, waarmee een
ontwikkeling is ingezet, die haar einde nog niet
heeft gevonden. Rond 1900 verrezen talrijke vil
la's op de berg en van lieverlede ontstond de
industriewijk Soesterkwartier met nu 20.000 be
woners, vroeger door een 40 minuten van het
uur gesloten spoorwegovergang erg geïsoleerd,
doch sinds een paar jaar door een moderne
tunnel verbonden met de oude stad. De grote
stadsuitbreiding gaat nu meer in de richting
van het oosten over het Valleikanaal en zo
wordt de oude stad steeds meer het centrum,
architectonisch een juweel, dat binnen de sin
gels aan de westkant echter gedempt ter
wille van het verkeer als in een schrpn ge
vat ligt.
Ook economisch is het stadsbestuur steeds
bii de pinken geweest. Naast een bloeiende han
del heeft Amersfoort van ouds industrie gekend.
Lakenweverijen, bombazijnfabrieken, zijdeteelt,
tabaksindustrie en niet minder dan 350 brou
werijen, waarvan er maar één, de „Phoenix",
is overgebleven. Deze gaat voor het komende
feest een speciaal bier, St.-Jorisbier, genoemd
naar de schutspatroon van de stad en van de
sedert haar bestaan hier gelegen cavalerie,
brouwen. De tegenwoordige industrie is veel
meer gedifferentieerd en dus minder conjunc
tuur-gevoelig.
Een andere draad uit de historie getrokken
De beeldhouwer aan het werk
nen te gaan, een bijzonder sfeervolle expositie
ruimte, waar we van tijd tot tijd ook kunnen
kennis maken met werk van moderne schilders
van elders Neen, Amersfoort zweert niet bij de
prestaties van eigen kunstenaars. Wij herinne
ren ons een ontmoeting in het ons dierbare Bra
bantse Hilvarenbeek met de burgervader van
Amersfoort, de heer Molendijk, die in verband
met een beiaardierswedstrijd daar aanwezig
was U weet toch, dat Amersfoort een eigen
beiaardschool bezit? Ook al tussen de muurhui
zen. in de Plompetoren, een mooi gaaf torentje.
Gelijk werd in het raadhuis van Hilvarenbeek
een tentoonstelling van werken van de priester
schilder Egbert Dekkers gehouden en burge
meester Molendijk zei ons niet te rusten voor hij
die, expositie naar zijn stad had gekregen. En
aldus is geschied.
Eerlijk gezegd kunnen de Amersfoorters zeli
wel wat warmer lopen voor allerlei kunstmani
festaties, naar men ons verzekerde, en hun
stijl is wel een tikje tè provinciaal. Een aantal
leidinggevende figuren doet zijn best onder de
bevolking wat meer savoir vivre te brengen
Heel elegant doet dit het Gilde der edele flu-
mieren. een genootschap, dat al dateert uit 1359
tijdens de Franse revolutie ten onder ging en in
1952 tot nieuw leven werd gewekt. Maximaal
mogen er slechts 12 gezellen en 12 leerlingen
zün, doch er zijn thans slechts 9 meesters, 2 ge
zellen en 8 leerlingen. Meester-geheimschrijver is
de héér Verdou, directeur van V.V.V., de meest
gepl.aagde man van Nederland thans door de
voót'béreidingsdrukte voor het van 12 juni tot 15
augustus te vieren zevende eeuwfeest der stad.
Grootmeester van dit gilde was weleer Aer-
nout van de Abeele en onlangs heeft het gezel
schap eén bezoek gebracht aan een nazaat. Hueo
Nieuw Amersfoort
Zo paart Amersfoort oude roem aan nieuwe
maatschappelijke voorzieningen. De 700 jaaf
oude stad verdient het daarom met luister haat
eeuwfeest te vieren. Er is daarvoor een rw*
gevarieerd programma vastgesteld, met a'f
hoogtepunt de officiële herdenking op 12 juf'
in de uit 1243 daterende St.-Joriskerk, welk®
drie-hallenkerk al evenzeer de trots van de KeJ'
stad is. Hoe Amersfoort aan die naam korft'
behoeven we u zeker niet meer te vertelled-
Er zijn verder tentoonstellingen, openlucht'
spelen, een internationale zeepkistenrace, biel"
topwedstrijden, belangrijke sportevenementen
ja waarlijk te veel om op te noemen, om nie
te vergeten historische optochten, waarvoor roe'
nige burger zpn baard heeft laten groeien.
van 1 tot 15 augustus wordt de klo'-j
heus teruggezet, want dan ziet u d,
Amersfoorters weer gekleed als poorter®
en burgeressen. Zij zullen niet schromen zifP
zo naar kantoor of werkplaats te begeven.
nu in Amersfoort komt, bemerkt het ogenblfjj
keliik. De bakker neeft een baard, de har®!;
van de slagersjongen hangen diep in zijn ne|*
en zelfs op sommige middelbare scholen zl)n
heel kleine pluisbaardjes in ontwikkeling.
IGNAAT AGASI'
A
/„Het oude Wevershuis".
en meer de geest rakend, betreft de zorg voor
de oude en zieke mens en de bevordering van
het intellect. In het St.-Pieters- en Bloklands
gasthuis worden al sinds 1500 bejaarden ver
pleegd, ln een aan de moderne' eisen aange
paste omgeving, zij het dat de typische unieke
daapzaa! van vóór 1390 met aan weerszijden
«n een lange gang vertrekjes, bewaard is ge-
oleven.
Over die andere waterpoort, Monnikendam
,n bet zuiden van de stad, lopen geen monniken
meet van een nabij gelegen klooster, maar wel
ziei men er menig keer andere religieuzen,
zowel vrouwelijke als mannelijke passeren,
meestal od een fiets, die moderne onderwijs
inrichtingen aan de rand van de stad leiden,
zoals de Kruisheren het ConstantHncollege
wei eens het Kremlin van Amersfoort genoemd
en de zusters van O.L. Vrouw het meisjes-
ivopum en de kweekschool O.L. Vrouw ter
Fepi
De koppelpoort.