Met sportvliegtuig naar de koningin Een toevalligeBrabander T Lands Kroniek- WAAROM BENT U TOCH MINISTER-PRESIDENT GEWORDEN J i waf men prettig vindt Van de zomer: studeren VITA VERA VJ gebracht Nieuw huis in Fries- Talrijke bejaarden zijn verkeerd onder- Russisch diplomaat in Birma deserteert ZATERDAG 27 JUNI 1959 Als ik de eerste keer tegenover minister-president De Quay zit hij zit in dezelfde zetel waarin ik Drees heb zien zitten en Beel denk ik bij mij zelf: Hoe zou ik deze man het best kunnen beschrijven? Ik moet daarover nog eens even nadenken en het gesprek moet langer zijn dan de drie kwartier, die hij mij nu in het vooruitzicht stelt. „Nee, professor", zeg ik, „drie kwartier is volkomen onvoldoende". En meteen daarop: „O, pardon, ik had eigenlijk Excellentie moeten zeggen". „Zegt u maar gerust professor, als u dat gemakkelijker afgaat. Maar als ik nou toch drie kwartier voor u heb?" vraagt hij wat ver baasd. Ik zeg: „Dan is dat vijf kwartier te kort". „Wacht even", zegt hij, „ik zal even in mijn agenda kijken", en hij haalt een klein wat beduimeld boekje te voorschijn. „Ja, donderdag, dat zou gaan. We zouden kunnen gaan lunchen, dan heb ik twee uur de tijd". „Dat wordt al wat beter", zeg ik. Donderdag zitten we weer tegenover elkaar. Een klein huzarenslaatje, wat belegde boterhammetjes en aard beien toe. Klaar! Ik eet niet zo veel, want ik zit meer naar hem te kijken. Hi,j doet mij denken aan een vader van velé kinderen. Hij heeft er negen, waar hij met liefde en begrip over spreekt. Hij is niet voor niets psycholoog. Maar ik bemerk het: hij is allereerst Vader. Hoe zou ik deze man nu moeten karakteriseren, denk ik bij mij zelf. En ik kom tot de volgende definitie: „Een man met goede ogen en de glimlach van het geluk". ZILFA PLEET Idee van schilder Vredestein in rubber - Vijftig jaar feest voor aandeelhouders Drie generaties De Quay; de minister-president met zijn vrouw, zijn zoon uit^New York en diens baby, samen op het terras van de ambtswoning in Den Bosch. koningin. Dat heeft iets van de politie in zich.) In zijn hart, is hij dus een Brabander. Hij is ook geboren in Den Bosch, maar zijn vader was beroepsmilitair, die ge pensioneerd werd als luitenant-gene raal, maar die natuurlijk herhaaldelijk werd verplaatst. Minister De Quay werd geboren in Den Bosch, maar verhuisde binnen twee jaar al naar Breda en daarna naar Den Haag, waar hij de lagere school heeft afgemaakt bij de Broe ders in de Paramaribostraat. Daar na gaat hij naar het Jezuïetencollege in Katwijk en vervolgens naar Utrecht. Hij begon daar rechten te studeren, maar toen hij zijn candidaats had ge maakt zwaaide hij om naar de psy chologie bü professor Roels. Hij doctoreerde in 1927 op een proef schrift getiteld: ,,De sensorische en motorische componenten in het ar beidsproces." Hij had één oudere broer en twee jongere zussen. Die oudere broer werd Jezuïet en is nu pastoor in Solo in Indonesië. Zijn ene zuster trouwde met de bur gemeester van Tilburg, de oudere zuster trad in bij de Vrouwen van Bethanië en ging dus in het kloos ter. Huwelijksreis met studie Hoe was het bij U thuis vroeger? Nou ja. een ordentelijk gezin. Zeer regelmatig en ingesteld op huiselijk leven. Thuis maakten wij plannen voor de zondag: grote wandeltochteiqmet vader. Sinterklaasviering. Driekoningen: een taart met een boon erin. Nou ja, zo'n echt goed Rooms gezin. Maar hjj is dan in 1927 gepromoveerd en ook getrouwd. „We hebben," vertelt hij, „een wat verlengde huwelijksreis gemaakt naar Amerika. Vier maanden. Ik wou wat meer weten van de psychologie. Voor al de finishing touch van de toegepaste psychologie. Dus bezocht ik toen de universitei ten Princeton, Yale, Harvard, Chicago en Columbia. Ik deed daar kontakten op. ik liep colleges en ik bezocht be drijven." Na vier maanden kwam hij terug en werd secretaris van het Internatio naal Congres voor psychotechniek. Zijn eerste vaste baan was psycho technisch adviseur bii de P.T.T. Daar na kwam hij in dienst bjj een advies bureau voor bedrijfsorganisatie. Daar bleef hij een paar jaar. Toen naar C. en A. voor de psycho techniek en voor de bedrijfsorganisa tie. Al die tüd was hij in Utrecht blij ven wonen. Maar ook de Quay was zo iemand als Zijlstra, maarschalksstaf in zijn ransel droeg. Hij was dus in 1927 gepromoveerd, het jaar waarin Tilburg startte. Hij werd toen meteen lector in Ja, ja, het leven is goed voor hem ge weest. Maar hij is ook goed geweest voor het leven. Hij heeft altijd het geluk van de men sen gezocht. Nooit zijn eigen geluk. Maar het is nu eenmaal zo, dat men dan pas óók zijn eigen geluk vindt. Zijn afscheid als commissaris van de provincie Noord-Brabant heb ik voor de televisie gezien. Ik heb het opgetekend. De waarnemend commissaris sprak tot hem: „U hebt de emancipatie van Brabant de volheid der voltooiing gegeven." Prof. de Quay antwoordde: „Dat was het werk van velen tezamen, maar als je maar lang genoeg blijft zitten, denk je nog, dat het waar is ook." Dat is de Quay. De man die alle krachten weet te bundelen voor een bepaald doel, die te gelijk een groot gevoel heeft voor hu mor en die de eenvoud zelve is. Ook nu. Hij zit hier tegenover mij. In een grote leunzetel. Hij heeft een stel prettige kamers gevonden ergens op de Oude Scheve- ningseweg, waar het aangenaam te vertoeven is. Maar hij wil toch zo gauw mogelijk zijn vrouw naar Den Haag laten komen. „Ik moet tóch weg." zegt h\j, „uit dat paleis, dat de ambtswoning van de commissaris is in Den Bosch. Want een paleis is het. Veel te groot. Wij hadden er drie dienstmeisjes nodig, een werkster en een tuinman. Met één dienstbode kon een vrouw dat onmogelijk baas." „Zult U dat zo kunnen volhouden met iedereen, zoals mij nu, vriende lijk te ontvangen?" vraag ik hem. „Nu U minister-president bent, zul len ze U van alle kanten belagen." 1 „Och," zegt hij, „dat weet ik nog niet, maar we zullen het maar ho pen." 1901, een goed jaar En dan vraag ik hem naar zijn hele levensloop. Hij zit daar nu rustig in een grote stoel met een twinkeling van plezier in zijn ogen. „Ik ben geboren in 1901," zegt hij. „Ik ook," zeg ik onverwacht. „Ziet u wei, dat was dus een goed jaar, juist zoals men van sommige wijnjaren zegt." Ik vraag hem naar de Hiersenhof, die Brabant nu voor hem gaat restaureren. „Wat betekent die naam eigenlijk?" vraag ik hem. Grootvader De Quay en een van zijn kleinkinderen. telefoontje of hij bij de Koningin wil de komen. Dat is een mooi verhaal. H;i wist ook niet, waarom hij minis ter van oorlog moest worden. Misschien omdat zijn vader generaal was geweest. Er kwam een piloot hem halen om hem naar de koningin te brengen. Met een klein sportvliegtuigje. Dalen ging nog, maar opstijgen toen ook de Quay erin zat niet meer. „Waarom niet?" vroeg de Quay aan de piloot. „Omdat de startbaan te kort is en er aan het eind dennenbossen staan." „Nou," zei de Quay, „dan kappen we die om." En hij zijn jasje uit en mee kappen. „Gaat het nu?" vroeg hij. „Fifty, fifty," zei de piloot. „Nou dan doen we het, want de Ko ningin wacht op me." De piloot stond stomverbaasd. Dat had hij nog nooit gehoord. Maar ze deden het en het lukte ook. Net aan. Maar het ging. „Gas," zei de Quay, toen het vlieg tuigje de toppen van de dennebomen raakte. Hij zal dat nooit vergeten. Zo werd hij minister. En als minister bezocht hij de ka zerne in Breda. Hij liep zo maar door. „Hé," zei de soldaat die op wacht stond. ..dat gaat zo maar niet. Wie ben je?" „Ik ben de minister van Oorlog," zei de Quay. „Nou ja," zei die soldaat, „dat kan ik toch ook niet aan je neus zien." Waarop de Quay: „dat is nou het enige waar je het wel aan had kun nen zien," want prof. de Quay heeft een voorgevel, die er niet om liegt. Bij Corps èn Veritas Hij is lid geweest van het Corps in Utrecht én lid van Veritas. Hij heeft ook toneel gespeeld. Schrikt U niet: de hoofdrol in „De Nar" van Kees Meekel, dat geregisseerd werd door Frank Luns. Hij was van hetzelfde stu diejaar als gouverneur Houben van Limburg. Wij vragen hem ook wat er eigenlijk al die tijd met de Hiersenhof is ge beurd. Nee, die heeft niet leeg gestaan, daar is prof. de Quay te maatschappelijk en sociaal voelend voor. Daar hebben al tijd mensen in gewoond. Er hebben ge- repatrieerden in gewoond. De zoon van een jachtopziener, die ging trouwen en die geen huis kon krijgen, heeft er ge woond, er hebben gevluchte Hongaar se studenten gewoond en nu, zegt hij, woont er weer een jonggetrouwd stel in. Maar hü hoopt toch, dat de restau ratie aan het eind van het jaar haar beslag zal hebben gekregen. Dan kan hij er nog eens een weekeind heen. „Want daar horen we eigenlijk thuis," zegt hij, „daar willen we la ter gaan wonen. Daar op dat kleine kerkhof van Beers liggen ook alle de Quay's begraven." Waarom doel u het? En hoe is U er nu toe gekomen om minister-president te gaan wor den en dat mooie ambt van gou verneur op te geven? Ik zit intussen te bedenken, dat hij niet ouder is dan 37 jaar. Dr. Drees was 59 toen hij minister werd en 62 toen hij minister-president werd en de laatste functie bekleedde hij elfjaar. Waarom zou de Quay met zijn 57 ja ren dat niet kunnen? „Och, ik weet; het niet," zegt hij, „dat weet je nooit in de politiek. Men heeft mij benaderd en mijn eer ste reactie was, dat men bij mij aan het verkeerde adres was, want ik had nooit in het politieke leven gezeten. Maar men zag blijkbaar bij mij ande re eigenschappen, eigenschappen van bestuur en beleid. Voor de politieke as pecten heb ik natuurlijk nog niet vol doende ervaring, maar hopelijk zal dat met de dag beter worden. Ik had nog zeven jaar voot de boeg als com missaris. Nog zeven jaar had ik mid den in het werk kunnen zitten en te maken hebben met alle kanten van het leven. En als minister-president kom je nu ineens te staan tegenover vraag stukken, die je niet voldoende kent, te genover andere werkmethoden en moet „Dat betekc t," zegt hij: „d'n Heer z'n Hof." „Als kind heb ik daar gespeeld, mijn grootvader woonde daar. Slet die naam is het hetzelfde," zegt hij, „als met mijn naam. Re is °°k verbasterd. Men heeft wel eens gedacht, dat mijn naam van Franse oorsprong is. Niks hoor! Ons geslacht stamt uit de stre ken Grave en Ravenstein en we wer den toen de Quade geheten. Dat schijnt langzamerhand verbasterd te zijn. zo als men van Nistelrode nu Nistelrooy maakt. Zo werden wij van de Quade de Quay. Niks geen Franserigheid bij." Of de Quay eigenlijk een Brabander is, kan men betwijfelen. Wél naar zijn hart, omdat hij eerst dertien jaar hoogleraar is geweest in Tilburg en daarna twaalf en een half jaar gouverneur van de provincie. (Wij vinden gouverneur altijd nog een bete re benaming dan commissaris van de Een deeltje van de familie De Quay in mevrouw De Quay en De de zon. Prof. De Quay, zoon, kleinkind, Quay jr. met filmcamera. de psychotechniek. Totdat in 1933 prof. Triebeis overleed. Toen werd hü be noemd tot hoogleraar in de psychologie met een onderdeel van de bedrijfsleer. Als ik zo tegenover hem zit, kan ik me haast niet begrijpen, dat deze man de bedrijfstechniek kent. Voor mjj zijn bedrijfsmensen harde mensen en dat is de Quay nu juist helemaal niet. Eerst dan gaat hij verhuizen naar Tilburg. In 1933. Zijn moeder komt bij hem inwonen, want zijn vader is in dat jaar gestor ven. Hij is reserve-oflicier van de artille rie, wordt in '39 gemobiliseerd en be gint dan na de capitulatie aan het avon tuur van de Nederlandse Unie. Met Enthoven en Linthorst Homan. „Er was nu eenmaal behoefte," zegt hü, „aan een bundeling van hef Ne derlandse volk. Nou ja, na een jaar werd die Unie door de Duitsers opgeheven. En ik kwam als gijzelaar eerst in Haaren te recht en toen in St.-Michielsgestel. Maar na een jaar werd ik door de Duit sers ontslagen, omdat alle officieren zich moesten melden in Amersfoort." En dat deed hij nu juist niet. Hij dook onder, in Beers. Daar staat dat huis ook, dat Bra bant nu voor hem gaat restaureren. Daar is hij bar blij mee. „Kijk eens," zegt hij, „als alle Brabantse groeperingen op eigen ge legenheid een geschenk hadden gege ven, dan had ik van alles en nog wat gehad. Maar ik had met mijn vrouw al een plan gemaakt voor de restauratie van de Hiersenhof. Ieder jaar wat en wij dachten, dan is de zaak over ze ven jaar, als ik word gepensioneerd, in orde. Toen heeft burgemeester Loeft van Den Bosch, die dit plan kende, alle instanties die iets wilden doen, aan geschreven." En zo is dat restauratieplan tot stand gekomen. Hij is er maar wat blij mee. oen hij ondergedoken zat, omdat hij niet in Duitse krijgsgevangen schap wenste te gaan, kreeg hij direct na de bevrijding van Brabant een je met heel iets anders gaan beginnen. ,.Ik was met dat ambt vergroeid," zegt hij. Hij zit daar rustig, zijn handen ge vouwen en zijn ogen vol berusting over wat hij heeft aangevangen, „Men kan in het leven niet altijd doen, wat nen prettig vindt. Men moet ook vertrouwen hebben in het oordeel van anderen en men denkt dan: het zal dan wel mijn plicht zijn. Dit is de leiding van O.L. Heer. Het gaat niet om jezelf, het gaat om de zaak, die niet mag worden geschaad. Natuurlijk: indien men overtuigd is, dat men het niet aan zal kunnen, moet men het niet doen. Maar als men dat niet denkt en men vertrouwt daarbij op het oordeel van anderen, moet men het aanvaarden. Dan kan het óók nog een mislukking worden, maar dan heeft men gedaan wat God op een zeker ogenblik van je verlang de." Zo is zijn godsdienstige instelling. Vertrouwen op God, dat hü altijd heeft afgebeden, ook iedere dag in de Bossche kathedraal. Zoals hot lichaam voedsel nodig heeft, zo heeft het geloof in God ge bed nodig om in leven te blijven. En hij vervolgt: „maar dan moet men ook gaan werken met ijver en met de inzet van je hele persoon. Men moet in het werk ook iets van voldoening vinden, anders werk je beneden je capaciteit." Nief op vakantie Wij hebben het erover, dat de zo mer politiek gesproken geen andere problemen zal opleve ren dan de regeringsnota over de lo nen, de huren en subsidies, waarvoor in de Tweede Kamer twee dagen zijn uitgetrokken. Daar zullen dan vier of Advertentie [gebedenboek VOOR meisjes] Een bedrijf kan soms heel toevallig aan zijn naam komen. 51 jaar geleden had een schilder aan de Haagweg tussen Loosduinen en Den Haag het hek van een tuinderij onderhanden. „Moet er geen naam op dat hek?" vroeg de schilder aan de eigenaar- van de groentekwekerij. Het ant woord luidde: „Zet er maar wat opDe schilder, de heer Tazelaar, koos de naam „Vredestein". Een jaar later werd de kwekerij, met het hek uiteraard er bij, verkocht aan ir. E. L. C. Schiff, die ter plaatse een fabriek wilde vestigen, welke hij de naam gaf, die toch al op dat hek stond: „Vre destein". Bij het 50-jarig bestaan van deze fabriek wordt er een herinne ringstentoonstelling gehouden en men haalt er de oude schilder Tazelaar bij, die ter opening van deze expositie an dermaal op een hekje het woord „Vredestein" zal schilderen. „Vrede stein" is in een halve eeuw „een naam in rubber" geworden. Ir. Schiff begon met de produktie van guttapercha hakken en rubber hakken, die respec tievelijk een échec en een succes op leverden. Zijn zoon, ir E. L. C. Schiff jr., de huidige directeur kan thans wijzen op een produktie van ruim 15.000 artikelen van de meest uiteenlopende aard: rubber laarzen en pantoffels, fietsbanden en autobanden, flessenstoppen en slangen voor alle mogelijke doeleinden, transportbanden en rubber vloeren, pers- en zuigzakken voor waterbouwkundige werken, diia- tatievoegstroken in tunnels, rubber- fenders voor petroleumhavens, afdich tingen voor sluisdeuren, vouwbaigen tussen spoorwegriituigen enz. enz. Mén maakt ook artikelen in plastic, deels omdat het goedkoper is, deels omdat het in bepaalde gevallen doel matiger is. Maar men zegt er bij: plastic zal rubber nooit kunnen ver vangen; het is niet: elastisch. De toe passingsmogelijkheden van rubber breiden zich nog steeds uit. In de bezettingstijd heeft de fabriek niet voor oorlogsdoeleinden gewerkt; er is wel kunstrtabber gemaakt. Toen het bedrijf stil kwam te liggen, hield het tijdens de razzia in Den Haag op een zoldertje vijfenzeventig jonge ar beiders verborgen. Drie weken na de bevrijding begon de fabriek reeds weer te draaien. Het Vredestein-con- cern bestaat thans uit een n. v. met vestigingen in Den Haag ILoosduinen) en Doetinchem en een tweede naam loze vennootschap, de N. V. Neder lands-Amerikaanse (Goodrich! Auto- bandenfabriek Vredestein te Ensche de. De autobandenfabriek maakt 2500 banden per dag. Daaronder zijn ook speciale woestijnbanden. Om een band te krijgen, die niet wegzakt in het zand, heeft men lering getrokken uitde druk van een kameelpoot. De fabriek in Doetinchem, waar de andere soorten banden worden ge maakt, heeft een dagelijkse produktie van niet minder dan 25.000' fietsban den. De directie van „Vredestein", die over het algemeen zeer positieve geluiden laat horen, blijft goede ver wachtingen koesteren voor de toe komst. De geboortengolf van vlak na de oorlog zal straks gevolgd worden door een golf van behoeften aan aller lei produkten. „Vredestein" ziet wat de Euromarkt betreft, wel problemen, doch het bedrijf heeft de wil zich „in te vechten" op andere markten. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan is, zoals men tegenwoordig wel meer doet bij jubilea, niet een zwaar gedenkboek uitgegeven, doch een voortreffelijk geredigeerd en ge ïllustreerd boekje, dat „De wereld van vandaag" heet en de betekenis van rubber tot onderwerp heeft. De tekst is van Max Dendermonde. Het bedriif heeft een uitgebreid feest opgezet, waarbij de buitenlandse relaties, de bejaarden en de kinderen niet worden vergeten. „En de aandeelhouders?" vroeg een financieel georiënteerd journalist op de persconferentie, die dezer dagen werd gehouden. „Die heb ben al vijftig jaar feest gevierd." ant woordde ir. Schiff zeer ter snede. Het klinkt voor de levenskracht van een bedrijf bepaald niet slecht, wanneer men dat bij een jubileum kan zeggen. It Advertentie modern bestek BAKSTEEN Zn. Westewagenstnac 70 ■Minimin ui DiiiiiiïMiiitim in ui in hui iiHiHiiiiiiiiiiiiiiiiitiii mi nullum nun ii iiiitiiiitiiiiti in ii ui iiiiiiu minimin in minimum nun immuun 7J /r M e 'S 1 '1 Prof. De OuavI met altijd doen liHIHlHHIHlUHIIHHIHIlUHIHIIlIHHIUIIIIHIHIHIIHIHlUHtHlIHHIIHHIIIlUHIHUIHHIHIIIIItUIIIUtUHIlUlUHHIlUHIHHIlUHIIIIHIIHIUlIHlHIHHIIItïi De heer en mevrouw De Quay in hun tuin in Den Bosch. vijf ministers op hebben te antwoor den. Hü zelf als minister-president het eerst, denkt hij, „Maar daarna kan ik gaan studeren op al die vele problemen, die daarna in wetsontwerpen moeten worden vastge legd. Ik ga dus ook niet op vacantie," zegt hij. „Misschien wel eens een lang week end, maar meer ook niet. In deze po litiek verder rustige zomer ga ik dan de problemen bestuderen. M;jn vrouw," vertelt hij mij, „zal dus in september alleen naar Canada moe ten gaan om de kinderen op te zoe ken." Wij zeiden immers, dat hü met zo veel liefde over zjjn kinderen praat. Van de negen zijn er twee in Canada. Een dochter, die getrouwd is met een zoon van ridder de van der Schueren en de zevende, ook een zoon, die boer is geworden in Canada. „Die zevende" bepeinst hü „ik heb het wel eens tegen mijn vrouw gezegd: we hebben een land bouwkundig ingenieur, een jurist, een luitenant ter zee tweede klas bij de marine, een dochter, die studeert in Nümegen. En toch," zegt de psycholoog die de Quay is, „die zevende, die alleen maar boer is geworden in Canada via verschillende landbouwscholen en practisch werk, hij is misschien niet de geleerdste, maar het is best mogelijk," dat hij straks wel de wijste van alle negen zal blijken te zijn." FRANS SCHNEIDERS Ongeveer 2700 bejaarden in ons land verblpven in een psychiatrische inrich ting, terwijl zü er niet thuishoren. Bo vendien zijn er in verpleeg-, rust- en armhuizen nog veie bejaarden, die in een instelling voor geestelijk gestoor- de bejaarden zouden moeten wonen. Dit heeft de hoofdinspecteur van de dienst geestelüke volksgezondheid te Den Haag, dr. J. Piebenga, vrüdag verklaard bü de opening van het eer ste verpleeghuis voor geestelük ge stoorde bejaarden in ons land Nieuw Toutenburg te Noordbergum. De officiële opening van het zeer moderne centrum, waarin reeds ;150 geestelijk gestoorde bejaarden zijn op genomen welk aantal nog zal wor den verdrievoudigd weid verricht door de commissaris der koningin in Friesland, mr. H. P. Linthorst Homan- Volgens dr. Piehenga zal het aantal bedden in dergelüke inrichtingen moe ten worden vergroot tot 6 a 7000 stuks. Alexander Urevitsj Kaznatsjef, ver bonden aan de voorlichtingsdienst van de Russische ambassade in Rangoon, heeft verklaard voortaan tegen „de wrede onderdrukking en tyrannic van het communisme te willen strijden"' De 27-jarige Rus verblijft momenteel in de Amerikaanse ambassade. De Amerikaanse ambassadeur. Walter P- Mcconaughtv, heeft de Bii-maan.se mi nister van buitenlandse zaken U. Chan Htoon Aung medegedeeld dat de sov jet-diplomaat „binnen enkele dagen" naar een ander land zal worden over gebracht. Kaznatsjef heeft een hand geschreven verklaring uitgegeven waarin hij zegt de ambassade „vrijwil lig te hebben verlaten" om tegen hel communisme te strijden. Hij schreef voorts door zijn superieuren ie zijn ge dwongen zijn collega's en „Birmaan.se vrienden" te bespionneren. De voorzitter van het centraal stern- bureau heeft benoemd verklaard tot lid der Tweede Kamer in de vacature- mr. H. Calmeyer (CH), die lot staats' secr-'tpi'is is benoemd, de hoer; H. M- Gerbrandy te N ijlend (Friesland). Van KEMPEN, BEGEER Lijnbaan 77 VOS H. van LOON Meent 14 LUCARDIE Nieuwe Binnenweg 94

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 8