Met sportvliegtuig naar de koningin
Een toevalligeBrabander
T
Lands Kroniek-
WAAROM BENT U TOCH MINISTER-PRESIDENT GEWORDEN
J i waf men prettig vindt
Van de zomer:
studeren
VITA VERA
VJ
gebracht
Nieuw huis in Fries-
Talrijke bejaarden zijn
verkeerd onder-
Russisch diplomaat in
Birma deserteert
ZATERDAG 27 JUNI 1959
Als ik de eerste keer tegenover minister-president De Quay zit
hij zit in dezelfde zetel waarin ik Drees heb zien zitten en
Beel denk ik bij mij zelf: Hoe zou ik deze man het best
kunnen beschrijven?
Ik moet daarover nog eens even nadenken en het gesprek moet
langer zijn dan de drie kwartier, die hij mij nu in het vooruitzicht
stelt.
„Nee, professor", zeg ik, „drie kwartier is volkomen onvoldoende".
En meteen daarop: „O, pardon, ik had eigenlijk Excellentie moeten
zeggen".
„Zegt u maar gerust professor, als u dat gemakkelijker afgaat.
Maar als ik nou toch drie kwartier voor u heb?" vraagt hij wat ver
baasd.
Ik zeg: „Dan is dat vijf kwartier te kort".
„Wacht even", zegt hij, „ik zal even in mijn agenda kijken", en hij
haalt een klein wat beduimeld boekje te voorschijn.
„Ja, donderdag, dat zou gaan. We zouden kunnen gaan lunchen,
dan heb ik twee uur de tijd".
„Dat wordt al wat beter", zeg ik.
Donderdag zitten we weer tegenover elkaar.
Een klein huzarenslaatje, wat belegde boterhammetjes en aard
beien toe. Klaar!
Ik eet niet zo veel, want ik zit meer naar hem te kijken.
Hi,j doet mij denken aan een vader van velé kinderen. Hij heeft er
negen, waar hij met liefde en begrip over spreekt. Hij is niet voor
niets psycholoog. Maar ik bemerk het: hij is allereerst Vader.
Hoe zou ik deze man nu moeten karakteriseren, denk ik bij mij
zelf. En ik kom tot de volgende definitie: „Een man met goede ogen
en de glimlach van het geluk".
ZILFA PLEET
Idee van schilder Vredestein in rubber -
Vijftig jaar feest voor aandeelhouders
Drie generaties De Quay; de minister-president met zijn vrouw, zijn zoon uit^New York en diens baby, samen op
het terras van de ambtswoning in Den Bosch.
koningin. Dat heeft iets van de politie
in zich.)
In zijn hart, is hij dus een Brabander.
Hij is ook geboren in Den Bosch, maar
zijn vader was beroepsmilitair, die ge
pensioneerd werd als luitenant-gene
raal, maar die natuurlijk herhaaldelijk
werd verplaatst.
Minister De Quay werd geboren in
Den Bosch, maar verhuisde binnen
twee jaar al naar Breda en daarna
naar Den Haag, waar hij de lagere
school heeft afgemaakt bij de Broe
ders in de Paramaribostraat. Daar
na gaat hij naar het Jezuïetencollege
in Katwijk en vervolgens naar
Utrecht.
Hij begon daar rechten te studeren,
maar toen hij zijn candidaats had ge
maakt zwaaide hij om naar de psy
chologie bü professor Roels.
Hij doctoreerde in 1927 op een proef
schrift getiteld: ,,De sensorische en
motorische componenten in het ar
beidsproces."
Hij had één oudere broer en twee
jongere zussen. Die oudere broer
werd Jezuïet en is nu pastoor in Solo
in Indonesië.
Zijn ene zuster trouwde met de bur
gemeester van Tilburg, de oudere
zuster trad in bij de Vrouwen van
Bethanië en ging dus in het kloos
ter.
Huwelijksreis met studie
Hoe was het bij U thuis vroeger?
Nou ja. een ordentelijk gezin.
Zeer regelmatig en ingesteld op
huiselijk leven.
Thuis maakten wij plannen voor de
zondag: grote wandeltochteiqmet vader.
Sinterklaasviering. Driekoningen: een
taart met een boon erin.
Nou ja, zo'n echt goed Rooms gezin.
Maar hjj is dan in 1927 gepromoveerd
en ook getrouwd.
„We hebben," vertelt hij, „een wat
verlengde huwelijksreis gemaakt naar
Amerika. Vier maanden. Ik wou wat
meer weten van de psychologie. Voor
al de finishing touch van de toegepaste
psychologie.
Dus bezocht ik toen de universitei
ten Princeton, Yale, Harvard, Chicago
en Columbia. Ik deed daar kontakten
op. ik liep colleges en ik bezocht be
drijven."
Na vier maanden kwam hij terug en
werd secretaris van het Internatio
naal Congres voor psychotechniek.
Zijn eerste vaste baan was psycho
technisch adviseur bii de P.T.T. Daar
na kwam hij in dienst bjj een advies
bureau voor bedrijfsorganisatie. Daar
bleef hij een paar jaar.
Toen naar C. en A. voor de psycho
techniek en voor de bedrijfsorganisa
tie. Al die tüd was hij in Utrecht blij
ven wonen.
Maar ook de Quay was zo iemand
als Zijlstra, maarschalksstaf in
zijn ransel droeg. Hij was dus in 1927
gepromoveerd, het jaar waarin Tilburg
startte. Hij werd toen meteen lector in
Ja, ja, het leven is goed voor hem ge
weest. Maar hij is ook goed geweest
voor het leven.
Hij heeft altijd het geluk van de men
sen gezocht. Nooit zijn eigen geluk.
Maar het is nu eenmaal zo, dat men
dan pas óók zijn eigen geluk vindt.
Zijn afscheid als commissaris van de
provincie Noord-Brabant heb ik voor
de televisie gezien.
Ik heb het opgetekend.
De waarnemend commissaris sprak
tot hem:
„U hebt de emancipatie van Brabant
de volheid der voltooiing gegeven."
Prof. de Quay antwoordde: „Dat was
het werk van velen tezamen, maar als
je maar lang genoeg blijft zitten, denk
je nog, dat het waar is ook."
Dat is de Quay.
De man die alle krachten weet te
bundelen voor een bepaald doel, die te
gelijk een groot gevoel heeft voor hu
mor en die de eenvoud zelve is.
Ook nu. Hij zit hier tegenover mij.
In een grote leunzetel.
Hij heeft een stel prettige kamers
gevonden ergens op de Oude Scheve-
ningseweg, waar het aangenaam te
vertoeven is. Maar hij wil toch zo
gauw mogelijk zijn vrouw naar Den
Haag laten komen. „Ik moet tóch
weg." zegt h\j, „uit dat paleis, dat de
ambtswoning van de commissaris
is in Den Bosch. Want een paleis is
het. Veel te groot. Wij hadden er drie
dienstmeisjes nodig, een werkster en
een tuinman. Met één dienstbode kon
een vrouw dat onmogelijk baas."
„Zult U dat zo kunnen volhouden
met iedereen, zoals mij nu, vriende
lijk te ontvangen?" vraag ik hem.
„Nu U minister-president bent, zul
len ze U van alle kanten belagen."
1 „Och," zegt hij, „dat weet ik nog
niet, maar we zullen het maar ho
pen."
1901, een goed jaar
En dan vraag ik hem naar zijn hele
levensloop.
Hij zit daar nu rustig in een grote
stoel met een twinkeling van plezier in
zijn ogen.
„Ik ben geboren in 1901," zegt hij.
„Ik ook," zeg ik onverwacht.
„Ziet u wei, dat was dus een goed
jaar, juist zoals men van sommige
wijnjaren zegt."
Ik vraag hem naar de Hiersenhof, die
Brabant nu voor hem gaat restaureren.
„Wat betekent die naam eigenlijk?"
vraag ik hem.
Grootvader De Quay en een van zijn kleinkinderen.
telefoontje of hij bij de Koningin wil
de komen.
Dat is een mooi verhaal.
H;i wist ook niet, waarom hij minis
ter van oorlog moest worden.
Misschien omdat zijn vader generaal
was geweest.
Er kwam een piloot hem halen om
hem naar de koningin te brengen. Met
een klein sportvliegtuigje. Dalen ging
nog, maar opstijgen toen ook de Quay
erin zat niet meer.
„Waarom niet?" vroeg de Quay aan
de piloot. „Omdat de startbaan te kort
is en er aan het eind dennenbossen
staan."
„Nou," zei de Quay, „dan kappen
we die om."
En hij zijn jasje uit en mee kappen.
„Gaat het nu?" vroeg hij.
„Fifty, fifty," zei de piloot.
„Nou dan doen we het, want de Ko
ningin wacht op me."
De piloot stond stomverbaasd.
Dat had hij nog nooit gehoord.
Maar ze deden het en het lukte ook.
Net aan. Maar het ging.
„Gas," zei de Quay, toen het vlieg
tuigje de toppen van de dennebomen
raakte.
Hij zal dat nooit vergeten.
Zo werd hij minister.
En als minister bezocht hij de ka
zerne in Breda.
Hij liep zo maar door.
„Hé," zei de soldaat die op wacht
stond. ..dat gaat zo maar niet. Wie
ben je?"
„Ik ben de minister van Oorlog,"
zei de Quay.
„Nou ja," zei die soldaat, „dat kan
ik toch ook niet aan je neus zien."
Waarop de Quay: „dat is nou het
enige waar je het wel aan had kun
nen zien," want prof. de Quay heeft
een voorgevel, die er niet om liegt.
Bij Corps èn Veritas
Hij is lid geweest van het Corps in
Utrecht én lid van Veritas. Hij
heeft ook toneel gespeeld. Schrikt
U niet: de hoofdrol in „De Nar" van
Kees Meekel, dat geregisseerd werd door
Frank Luns. Hij was van hetzelfde stu
diejaar als gouverneur Houben van
Limburg.
Wij vragen hem ook wat er eigenlijk
al die tijd met de Hiersenhof is ge
beurd.
Nee, die heeft niet leeg gestaan, daar
is prof. de Quay te maatschappelijk en
sociaal voelend voor. Daar hebben al
tijd mensen in gewoond. Er hebben ge-
repatrieerden in gewoond. De zoon van
een jachtopziener, die ging trouwen en
die geen huis kon krijgen, heeft er ge
woond, er hebben gevluchte Hongaar
se studenten gewoond en nu, zegt hij,
woont er weer een jonggetrouwd stel
in.
Maar hü hoopt toch, dat de restau
ratie aan het eind van het jaar haar
beslag zal hebben gekregen. Dan kan
hij er nog eens een weekeind heen.
„Want daar horen we eigenlijk
thuis," zegt hij, „daar willen we la
ter gaan wonen. Daar op dat kleine
kerkhof van Beers liggen ook alle de
Quay's begraven."
Waarom doel u het?
En hoe is U er nu toe gekomen om
minister-president te gaan wor
den en dat mooie ambt van gou
verneur op te geven?
Ik zit intussen te bedenken, dat hij
niet ouder is dan 37 jaar.
Dr. Drees was 59 toen hij minister
werd en 62 toen hij minister-president
werd en de laatste functie bekleedde
hij elfjaar.
Waarom zou de Quay met zijn 57 ja
ren dat niet kunnen?
„Och, ik weet; het niet," zegt hij, „dat
weet je nooit in de politiek.
Men heeft mij benaderd en mijn eer
ste reactie was, dat men bij mij aan
het verkeerde adres was, want ik had
nooit in het politieke leven gezeten.
Maar men zag blijkbaar bij mij ande
re eigenschappen, eigenschappen van
bestuur en beleid. Voor de politieke as
pecten heb ik natuurlijk nog niet vol
doende ervaring, maar hopelijk zal
dat met de dag beter worden. Ik had
nog zeven jaar voot de boeg als com
missaris. Nog zeven jaar had ik mid
den in het werk kunnen zitten en te
maken hebben met alle kanten van het
leven. En als minister-president kom
je nu ineens te staan tegenover vraag
stukken, die je niet voldoende kent, te
genover andere werkmethoden en moet
„Dat betekc t," zegt hij: „d'n Heer
z'n Hof."
„Als kind heb ik daar gespeeld, mijn
grootvader woonde daar. Slet die naam
is het hetzelfde," zegt hij, „als met
mijn naam. Re is °°k verbasterd.
Men heeft wel eens gedacht, dat mijn
naam van Franse oorsprong is. Niks
hoor! Ons geslacht stamt uit de stre
ken Grave en Ravenstein en we wer
den toen de Quade geheten. Dat schijnt
langzamerhand verbasterd te zijn. zo
als men van Nistelrode nu Nistelrooy
maakt. Zo werden wij van de Quade de
Quay. Niks geen Franserigheid bij."
Of de Quay eigenlijk een Brabander
is, kan men betwijfelen.
Wél naar zijn hart, omdat hij eerst
dertien jaar hoogleraar is geweest in
Tilburg en daarna twaalf en een half
jaar gouverneur van de provincie. (Wij
vinden gouverneur altijd nog een bete
re benaming dan commissaris van de
Een deeltje van de familie De Quay in
mevrouw De Quay en De
de zon. Prof. De Quay, zoon, kleinkind,
Quay jr. met filmcamera.
de psychotechniek. Totdat in 1933 prof.
Triebeis overleed. Toen werd hü be
noemd tot hoogleraar in de psychologie
met een onderdeel van de bedrijfsleer.
Als ik zo tegenover hem zit, kan ik
me haast niet begrijpen, dat deze man
de bedrijfstechniek kent. Voor mjj zijn
bedrijfsmensen harde mensen en dat
is de Quay nu juist helemaal niet.
Eerst dan gaat hij verhuizen naar
Tilburg. In 1933.
Zijn moeder komt bij hem inwonen,
want zijn vader is in dat jaar gestor
ven.
Hij is reserve-oflicier van de artille
rie, wordt in '39 gemobiliseerd en be
gint dan na de capitulatie aan het avon
tuur van de Nederlandse Unie. Met
Enthoven en Linthorst Homan.
„Er was nu eenmaal behoefte," zegt
hü, „aan een bundeling van hef Ne
derlandse volk.
Nou ja, na een jaar werd die Unie
door de Duitsers opgeheven. En ik
kwam als gijzelaar eerst in Haaren te
recht en toen in St.-Michielsgestel.
Maar na een jaar werd ik door de Duit
sers ontslagen, omdat alle officieren
zich moesten melden in Amersfoort."
En dat deed hij nu juist niet. Hij
dook onder, in Beers.
Daar staat dat huis ook, dat Bra
bant nu voor hem gaat restaureren.
Daar is hij bar blij mee.
„Kijk eens," zegt hij, „als alle
Brabantse groeperingen op eigen ge
legenheid een geschenk hadden gege
ven, dan had ik van alles en nog wat
gehad.
Maar ik had met mijn vrouw al
een plan gemaakt voor de restauratie
van de Hiersenhof. Ieder jaar wat en
wij dachten, dan is de zaak over ze
ven jaar, als ik word gepensioneerd,
in orde.
Toen heeft burgemeester Loeft van
Den Bosch, die dit plan kende, alle
instanties die iets wilden doen, aan
geschreven."
En zo is dat restauratieplan tot
stand gekomen. Hij is er maar wat
blij mee.
oen hij ondergedoken zat, omdat
hij niet in Duitse krijgsgevangen
schap wenste te gaan, kreeg hij
direct na de bevrijding van Brabant een
je met heel iets anders gaan beginnen.
,.Ik was met dat ambt vergroeid,"
zegt hij.
Hij zit daar rustig, zijn handen ge
vouwen en zijn ogen vol berusting over
wat hij heeft aangevangen,
„Men kan in het leven niet altijd
doen, wat nen prettig vindt. Men
moet ook vertrouwen hebben in het
oordeel van anderen en men denkt
dan: het zal dan wel mijn plicht zijn.
Dit is de leiding van O.L. Heer. Het
gaat niet om jezelf, het gaat om de
zaak, die niet mag worden geschaad.
Natuurlijk: indien men overtuigd is,
dat men het niet aan zal kunnen,
moet men het niet doen. Maar als
men dat niet denkt en men vertrouwt
daarbij op het oordeel van anderen,
moet men het aanvaarden. Dan kan
het óók nog een mislukking worden,
maar dan heeft men gedaan wat God
op een zeker ogenblik van je verlang
de."
Zo is zijn godsdienstige instelling.
Vertrouwen op God, dat hü altijd
heeft afgebeden, ook iedere dag in de
Bossche kathedraal.
Zoals hot lichaam voedsel nodig
heeft, zo heeft het geloof in God ge
bed nodig om in leven te blijven.
En hij vervolgt: „maar dan moet
men ook gaan werken met ijver en
met de inzet van je hele persoon.
Men moet in het werk ook iets van
voldoening vinden, anders werk je
beneden je capaciteit."
Nief op vakantie
Wij hebben het erover, dat de zo
mer politiek gesproken geen
andere problemen zal opleve
ren dan de regeringsnota over de lo
nen, de huren en subsidies, waarvoor
in de Tweede Kamer twee dagen zijn
uitgetrokken. Daar zullen dan vier of
Advertentie
[gebedenboek VOOR meisjes]
Een bedrijf kan soms heel toevallig
aan zijn naam komen. 51 jaar geleden
had een schilder aan de Haagweg
tussen Loosduinen en Den Haag het
hek van een tuinderij onderhanden.
„Moet er geen naam op dat hek?"
vroeg de schilder aan de eigenaar-
van de groentekwekerij. Het ant
woord luidde: „Zet er maar wat
opDe schilder, de heer Tazelaar,
koos de naam „Vredestein". Een jaar
later werd de kwekerij, met het hek
uiteraard er bij, verkocht aan ir. E. L.
C. Schiff, die ter plaatse een fabriek
wilde vestigen, welke hij de naam gaf,
die toch al op dat hek stond: „Vre
destein". Bij het 50-jarig bestaan van
deze fabriek wordt er een herinne
ringstentoonstelling gehouden en men
haalt er de oude schilder Tazelaar bij,
die ter opening van deze expositie an
dermaal op een hekje het woord
„Vredestein" zal schilderen. „Vrede
stein" is in een halve eeuw „een naam
in rubber" geworden. Ir. Schiff begon
met de produktie van guttapercha
hakken en rubber hakken, die respec
tievelijk een échec en een succes op
leverden. Zijn zoon, ir E. L. C.
Schiff jr., de huidige directeur kan
thans wijzen op een produktie van
ruim 15.000 artikelen van de meest
uiteenlopende aard: rubber laarzen en
pantoffels, fietsbanden en autobanden,
flessenstoppen en slangen voor alle
mogelijke doeleinden, transportbanden
en rubber vloeren, pers- en zuigzakken
voor waterbouwkundige werken, diia-
tatievoegstroken in tunnels, rubber-
fenders voor petroleumhavens, afdich
tingen voor sluisdeuren, vouwbaigen
tussen spoorwegriituigen enz. enz.
Mén maakt ook artikelen in plastic,
deels omdat het goedkoper is, deels
omdat het in bepaalde gevallen doel
matiger is. Maar men zegt er bij:
plastic zal rubber nooit kunnen ver
vangen; het is niet: elastisch. De toe
passingsmogelijkheden van rubber
breiden zich nog steeds uit.
In de bezettingstijd heeft de fabriek
niet voor oorlogsdoeleinden gewerkt;
er is wel kunstrtabber gemaakt. Toen
het bedrijf stil kwam te liggen, hield
het tijdens de razzia in Den Haag op
een zoldertje vijfenzeventig jonge ar
beiders verborgen. Drie weken na de
bevrijding begon de fabriek reeds
weer te draaien. Het Vredestein-con-
cern bestaat thans uit een n. v. met
vestigingen in Den Haag ILoosduinen)
en Doetinchem en een tweede naam
loze vennootschap, de N. V. Neder
lands-Amerikaanse (Goodrich! Auto-
bandenfabriek Vredestein te Ensche
de. De autobandenfabriek maakt 2500
banden per dag. Daaronder zijn ook
speciale woestijnbanden. Om een band
te krijgen, die niet wegzakt in het
zand, heeft men lering getrokken
uitde druk van een kameelpoot.
De fabriek in Doetinchem, waar de
andere soorten banden worden ge
maakt, heeft een dagelijkse produktie
van niet minder dan 25.000' fietsban
den. De directie van „Vredestein",
die over het algemeen zeer positieve
geluiden laat horen, blijft goede ver
wachtingen koesteren voor de toe
komst. De geboortengolf van vlak na
de oorlog zal straks gevolgd worden
door een golf van behoeften aan aller
lei produkten. „Vredestein" ziet wat
de Euromarkt betreft, wel problemen,
doch het bedrijf heeft de wil zich „in
te vechten" op andere markten.
Ter gelegenheid van het vijftigjarig
bestaan is, zoals men tegenwoordig
wel meer doet bij jubilea, niet een
zwaar gedenkboek uitgegeven, doch
een voortreffelijk geredigeerd en ge
ïllustreerd boekje, dat „De wereld van
vandaag" heet en de betekenis van
rubber tot onderwerp heeft. De tekst
is van Max Dendermonde. Het bedriif
heeft een uitgebreid feest opgezet,
waarbij de buitenlandse relaties, de
bejaarden en de kinderen niet worden
vergeten. „En de aandeelhouders?"
vroeg een financieel georiënteerd
journalist op de persconferentie, die
dezer dagen werd gehouden. „Die heb
ben al vijftig jaar feest gevierd." ant
woordde ir. Schiff zeer ter snede. Het
klinkt voor de levenskracht van een
bedrijf bepaald niet slecht, wanneer
men dat bij een jubileum kan zeggen.
It
Advertentie
modern bestek
BAKSTEEN Zn.
Westewagenstnac 70
■Minimin ui DiiiiiiïMiiitim in ui in hui iiHiHiiiiiiiiiiiiiiiiitiii mi nullum nun ii iiiitiiiitiiiiti in ii ui iiiiiiu minimin in minimum nun immuun 7J /r M e 'S 1 '1
Prof. De OuavI met altijd doen
liHIHlHHIHlUHIIHHIHIlUHIHIIlIHHIUIIIIHIHIHIIHIHlUHtHlIHHIIHHIIIlUHIHUIHHIHIIIIItUIIIUtUHIlUlUHHIlUHIHHIlUHIIIIHIIHIUlIHlHIHHIIItïi
De heer en mevrouw De Quay in hun
tuin in Den Bosch.
vijf ministers op hebben te antwoor
den. Hü zelf als minister-president het
eerst, denkt hij,
„Maar daarna kan ik gaan studeren
op al die vele problemen, die daarna in
wetsontwerpen moeten worden vastge
legd.
Ik ga dus ook niet op vacantie," zegt
hij. „Misschien wel eens een lang week
end, maar meer ook niet. In deze po
litiek verder rustige zomer ga ik dan de
problemen bestuderen.
M;jn vrouw," vertelt hij mij, „zal dus
in september alleen naar Canada moe
ten gaan om de kinderen op te zoe
ken."
Wij zeiden immers, dat hü met zo
veel liefde over zjjn kinderen praat.
Van de negen zijn er twee in Canada.
Een dochter, die getrouwd is met een
zoon van ridder de van der Schueren
en de zevende, ook een zoon, die boer
is geworden in Canada.
„Die zevende" bepeinst hü
„ik heb het wel eens tegen mijn
vrouw gezegd: we hebben een land
bouwkundig ingenieur, een jurist,
een luitenant ter zee tweede klas bij
de marine, een dochter, die studeert
in Nümegen.
En toch," zegt de psycholoog die
de Quay is, „die zevende, die alleen
maar boer is geworden in Canada
via verschillende landbouwscholen
en practisch werk, hij is misschien
niet de geleerdste, maar het is best
mogelijk," dat hij straks wel de wijste
van alle negen zal blijken te zijn."
FRANS SCHNEIDERS
Ongeveer 2700 bejaarden in ons land
verblpven in een psychiatrische inrich
ting, terwijl zü er niet thuishoren. Bo
vendien zijn er in verpleeg-, rust- en
armhuizen nog veie bejaarden, die in
een instelling voor geestelijk gestoor-
de bejaarden zouden moeten wonen.
Dit heeft de hoofdinspecteur van de
dienst geestelüke volksgezondheid te
Den Haag, dr. J. Piebenga, vrüdag
verklaard bü de opening van het eer
ste verpleeghuis voor geestelük ge
stoorde bejaarden in ons land Nieuw
Toutenburg te Noordbergum.
De officiële opening van het zeer
moderne centrum, waarin reeds ;150
geestelijk gestoorde bejaarden zijn op
genomen welk aantal nog zal wor
den verdrievoudigd weid verricht
door de commissaris der koningin in
Friesland, mr. H. P. Linthorst Homan-
Volgens dr. Piehenga zal het aantal
bedden in dergelüke inrichtingen moe
ten worden vergroot tot 6 a 7000 stuks.
Alexander Urevitsj Kaznatsjef, ver
bonden aan de voorlichtingsdienst van
de Russische ambassade in Rangoon,
heeft verklaard voortaan tegen „de
wrede onderdrukking en tyrannic van
het communisme te willen strijden"'
De 27-jarige Rus verblijft momenteel
in de Amerikaanse ambassade. De
Amerikaanse ambassadeur. Walter P-
Mcconaughtv, heeft de Bii-maan.se mi
nister van buitenlandse zaken U. Chan
Htoon Aung medegedeeld dat de sov
jet-diplomaat „binnen enkele dagen"
naar een ander land zal worden over
gebracht. Kaznatsjef heeft een hand
geschreven verklaring uitgegeven
waarin hij zegt de ambassade „vrijwil
lig te hebben verlaten" om tegen hel
communisme te strijden. Hij schreef
voorts door zijn superieuren ie zijn ge
dwongen zijn collega's en „Birmaan.se
vrienden" te bespionneren.
De voorzitter van het centraal stern-
bureau heeft benoemd verklaard tot lid
der Tweede Kamer in de vacature-
mr. H. Calmeyer (CH), die lot staats'
secr-'tpi'is is benoemd, de hoer; H. M-
Gerbrandy te N ijlend (Friesland).
Van KEMPEN, BEGEER
Lijnbaan 77 VOS
H. van LOON
Meent 14
LUCARDIE
Nieuwe Binnenweg 94