perïïtz Mhtig Qw®* MM PERUTZ De huisvestingsmoeilijkheden beperken de verhuis-animo In Nieuw-Guinea was sprake van onwettige censuur Inzake kwestie-mr. Van Beek zal spoed worden betracht TWEEDE KAMER WIL ÉÉN GEMEENTE EMMELOORD DE EILANDER Na veertig jaar leraren Knoop dit in uw oor »- Oud-Hollandse trouwpartij Indeling Noordo De film, waarmee lenxen g6"*' E Ike foto >n meesterschot. De binnenlandse migratie Kruidenier verkocht pocketbooks Dr. B. J. J. Duneker Min. Korthals hij vertrek van dr. Platteel Voor universiteiten 98 ct Centrale Volksbank in juli I KLAAS TOXOPEUS Personeelsuitgaven drastisch verlaagd DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1959 PAGINA 5 Ontslagen van rechts vervolging m- in VAN NELLE Afternoon theebuiltjes ROMAN VAN DE LOKKENDE ZEE 1 door niiiiiiiJiiuiiiiiiiiiiiiiiuniiniiiiitimiiiniiiiiiuiiiiiiiriiiiiiiiiiHiiitHiiitiiii^ Advertent ie Dezer dagen is een door het Cen traal Bureau voor de Statistiek sa mengestelde publikatie verschenen over de binnenlandse migratie in ons land in de jaren 1956 en 1957. Het cijfermateriaal heeft betrekking op de verhuizingen tussen de afzonderlijke gemeenten. Gedurende 1956-1957 zijn gemiddeld per jaar 477.000 personen van woongemeente veranderd, d.w.z. dat jaarlijks ruim 43 van elke 1.000 inwoners van ons land naar een ande re gemeente zijn verhuisd. Van elke 100 migranten zijn gemiddeld per jaar 46 gemigreerd in gezinsverband, terwijl rond 26 mannen resp. 27 vrou wen afzonderlijk, d.i. niet in gezins verband zijn gemigreerd. Hoewel de omvang van deze binnen landse trek hoger is dan in vorige peri oden, zoals blijkt uit de cijfers, blijft zij nog aanzienlijk lager dan in de jaren vóór de laatste wereldoorlog, toen ge middeld per jaar 50 per 1000 inwoners van woongemeente veranderden, het geen ongetwijfeld samenhangt met de nog steeds bestaande huisvestingsmoei lijkheden. Het verschijnsel, dat verreweg het grootste deel der migratie zich afspeelt tussen aangrenzende gemeenten resp. gemeenten in dezelfde provincie, vindt ook in de thans verschenen publikatie weer bevestiging. De z.g. korte-af- standsmigratie is voorts van groter om vang onder de migrerende gezinnen en afzonderlijk migrerende vrouwen dan onder de afzonderlijk migrerende man nen. De trek naar het westen het grootst Uit de cijfers per provincie blijkt, dat de binnenlandse migratie ook ge durende 1956-1957 weer een vertrek- overschot heeft opgeleverd voor Gro ningen, Friesland, Drente, Overijssel en Zeeland, terwijl de andere provin cies een vestigingsoverschot vertonen dat voor de beide Hollanden en Utrecht het grootst is. De cijfers zijn voor het eerst ook ge groepeerd volgens een onderscheiding naar platteland-stad. Over 1957 vertoont het platteland een vertrekoverschot van rond 15.000 perso nen en leverde de binnenlandse migra tie ook voor de steden een vertrekover schot op (van ruim 4.000). Daartegen over boekte het verstedelijkte platteland 1 (de geïndustrialiseerde plattelandsge meenten en de zgn. forensengemeenten) een vestigingssaldo van ruim 19.000, waarvan ruim 10.000 in de forensenge meenten. 1 juli eiste de officier van justitie ir». W. Stam tijdens de zitting van de economische politierechter te Zutphen een boete van f 300 tegen een kruide nier uit Deventer, die terechtstond om dat hjj in zijn winkel z.g. pocketbooks had verkocht, zonder vergunning van de SER. De economische politierech ter. mr. Reindersma heeft thans be schuldigde ontslagen van rechtsvervol ging. In het vonnis wordt o.m. overwogen dat het grondrecht van vrijheid van drukpers, als neergelegd in art 7 van de grondwet, mede omvat de vrijheid tot verspreiding der door deze bepaling als voortbrengselen der drukpers be schermde geestesuitingen en dat deze vrijheid aan geen preventieve beperkin gen kan worden onderworpen, tenzij ter bescherming van een ander algemeen belang. De opgelegde beperkingen mo gen nochtans nimmer zo ver gaan dat h doelde grondrecht wordt ontno men of in wezen wordt aangetast en de mogelijkheid mag niet worden gege ven dat deze beperkingen ooit op eni gerlei discriminerende wijze kunnen worden toegepast. De bescherming door het grondrecht der drukpersvrijheid moet in casu in de eerste plaats strek ken tot een zoveel mogelijk onbelem merde althans niet van voorafgaand verlof afhankelijke mogelijkheid tot ver koop aan het publiek op vaste verkoop plaatsen. De vrijheid tot verspreiding van deze pocketbooks, aldus het vonnis, word. aangetast door de vestigingsbe schikking boekverkopersbedrijf 1958 die de mogelijkheid tot bedrijfsmatige ver koop aan gebruikers afhankelijk stelt van een daartoe te verlenen ver gunning, waarvan het verkrijgen ge zien de zware eisen in de praktijk ge heel buiten het bereik van lieden als verdachte zal liggen, terwijl daarenbo ven in de beschikking de mogelijkheid is gegeven dat de verlening van be doelde vergunningen op discrimineren de wijze zal kunnen worden gehanteerd. De economische politierechter acht de vestigingsbeschikking strijdig met art 7 van de grondwet en diensvólgens on verbindend, weshalve het bewezen ver klaarde feit geen strafbaar feit ople vert. )od- :na- le- ter ïur- i 34 de al- da- 30 0 en nde een nse Pa- mi- ten us- aai din ge- nis- vei VO die >rts ge en olg de pe- ise jen Dor ïti- er- toe ge- in- sa- im- ing sen de er- de an- o's "Op )od na- Eir- 401 ge tal en. -an ien be en. ;en tot en. iet ;n> an ?al 'en in- lie de an 10- „Het jeugdvraagstuk is niet zo nijpend als sommigen ons wel willen doen geloven. De jeugd heeft nu eenmaal altijd iets an ders gewild dan de haar vooraf gaande generatie. Met dit ver schil: de jongeren van nu uiten zich meer. Maar moeten we daar een drama van maken?". Dr. B. J. J. Duneker, wiens nuchtere uitspraak hier wordt geciteerd, heeft een gezagdragende stem in het kapittel der pedagogen. Dit gezag berust op een drieënveer- tigjarige onderwijservaring. Het Rooms Katholiek middelbaar onderwijs in Rotterdam heeft voor deze bioloog weinig gehei men. Voordat hij in 1919 ver bonden werd aan het toen op gerichte St.-Franciscuscollege in Rotterdam de eerste instelling voor m.o. op katholieke basis in de Maasstad had hij reeds drie jaar voor de klas gestaan op lagere scholen in het Brabantse. Hij is in Amsterdam geboren, in maart 1898. In zijn onderwijzers, tijd legde hij zich toe op de bio logie, welk vak hij ook ging doceren aan het jonge St.-Fran ciscuscollege. In 1935 promoveer de hij aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. De periode aan het Franciscuseollege heeft tot 1948 geduurd. Bovendien had dr. Duneker sinds 1922 les gegeven aan het Dordrechts gemeentelyceum. Dit alles moest echter terzijde worden ge schoven, toen men hem vroeg de directie op zich te nemen van een in Rotterdam-zuid te stichten R.K.H.B.S., voor het eerst in Rotterdam op co-educatieve grondslag. In zuid bestond reeds geruime tijd een behoefte aan een r.-k. middelbare school. Het nieuwe St.-Montfortcollege zou aan deze behoefte moeten gaan voldoen. De eerste ontwikkeling ging gepaard met grote financiële zorgen. De leerlingen stroomden toe. Nu na elf jaar is het schoolgebouw, dat aanvankelijk slechts gedeeltelijk werd gebruikt, te klein geworden. De zorg voor uitbreiding zal dr. Duneker echter niet meer op directe wijze behoeven te dragen. Met ingang van 1 september is hij benoemd tot rijksinspecteur van het gymnasiaal en middelbaar onder wijs, vier jaren voordat hij volgens de geldende regels, van zijn pensioen zou kunnen gaan genieten. Het doet deze rot in het onderwijsvak volgens eigen zeggen wel pijn, het Montfortcollege te moeten verlaten. Het is een deel van zijn leven gaan uitmaken; iets, dat hij mede heeft opgebouwd. Uiteraard heeft de kenner van het Rotterdams onderwijs zelf in hart en nieren Rotterdammer, ondanks het Amsterdamse verleden, dat maar zes jaren duurde wel enige kernachtige uitspraken over het m.o. in de Maasstad. „Wij zijn te laat hier begonnen, vooral met het katholiek middel baar onderwijs. Vele steden waren ons voor. Deze schade, veroorzaakt door een chronologische achterstand van misschien een tiental jaren, zal slechts na geruime tijd teniet zijn gedaan." Als directeur heeft hij met lede ogen vele leerkrachten uit Rotterdam zien vertrekken. Dr. Duneker acht dit te wijten aan het woningprobleem. Toch staat ook in Rotterdam het onderwijs op behoorlijk peil. De vele gesprekken met buitenlandse onderwijsdeskundigen, die de jonge school in zuid bezochten, hebben dr, Duneker in deze mening gesterkt. „Er moet uiteraard wel iets veranderen," voegt hij er voorzichtig aan toe. Dr. Duneker houdt van Rotterdam. Ook nu zou hij er niet weg willen, zelfs als dit zijn benoeming in de weg zou hebben gestaan. „Het is een werkstad, het materialisme speelt er een grote rol hoewel niet zodanig, dat er voor cultuur geen plaats is maar ik ben aan deze stad gehecht." Een zienswijze overigens, die zijn echtgenote volkomen deelt. We troffen dr. Duneker op de dag dat zijn benoeming officieel werd bekendgemaakt, in Katwijk, genietend van zijn vakantie. „Neen, conclu deer nu niet direct dat ik een „strandman" ben." Nu hij eens terugblikt op die veertig Rotterdamse jaren, komt hij tot de ontdekking dat het om gaan met jonge mensen, met het levend materiaal hem toch wel het meest heeft geboeid van alle aspecten van het leraarsvak. Zijn hobbies, waar eigenlijk nooit tijd voor was: autorijden en lezen, ook natuurlijk vaklitteratuur. „Die gymnasiale afdeling van het Montfort college zal er ook wel komen," zegt hij peinzend en het lijkt, alsof dat gebouw in zuid hem maar niet wil loslaten. „We gaan in begin september de boel daar eerst op poten zetten. Als alles dan weer loopt, aanvaarden we het inspecteurschap. Dat zal wel rond vijftien september zijn." Een onder wijsman in hart en nieren. Dat is de ene dr. Duneker. Een wetenschapsmens aan de andere kant. Een combinatie van beide heeft veertig jaar lang het r.-k. middelbaar onderwijs in Rotterdam gediend en tot bloei gebracht Woensdagavond is de gouverneur van i-ederlaiids Nieuw-Guinea, dr. P. J. Platteel, met het KLM-toestel via de Poolroute en Tokio naar Biak vertrok- uitgeleide gedaan door de minister ^an zaken overzee ad interim drs. H. A. Korthals en de secretaris-generaal i'oor zaken overzee, de heer B. Krijger. Póör het zover was hebben minister Korthals, gouverneur Platteel zelf en de heer Krijger in een informeel ge sprek de pers te woord gestaan. Mi nister Korthals begon met te verklaren, "at hij aan de leden van de vaste com missie voor zaken overzee uit de Twee de Kamer mededelingen heeft gedaan aver een tweetal aangelegenheden, nl. "et verlof aan mr. Van Beek, de advo caat-generaal van het hof van justitie, O de postcensunr. Deze kwesties, heb ben, aldus de minister, in Nieuw-Gui- ?ea en Nederland de gemoederen nogal 1,1 beroering gebracht. In de kwestie van Beek is advies ge daagd aan het hof van justitie en dit advies is inmiddels uitgebracht. Op dit ogenblik kunnen, noch mogen medede- Engen over dit advies worden verstrekt, ctet is slechts een deel van de schakel eerst als het onderzoek is afgesloten 'allen meer definitieve conclusies kun- worden getrokken. Van postcensuur, aldus minister Kort hals, is ai eens meer sprake geweest ~h daaromtrent hadden de regering in ®en vroeger stadium berichten bereikt, Uaarvan men destijds geen bevestiging ?aeft kunnen krijgen. De kwestie is l"ans actueel geworden nu er klachten Advertentie Met 1 Van Nelte „Afternoon" tfaeebuütje (groot formaat) zet n minstens 5 koppen krachtige, geu rige thee. 'n Hele pot vol voor nog geen 5 cent Dat is dus minder dan 1 cent per kop! Thee zetten met „Afternoon' thee builtjes is ideaalSnel, gemak kelijk ènproper! Doe 't ook! Bestel ze direct: (groot formaat) doos van 20 stuks te ?T Juli is bij de Centrale Volksbank Utrecht ingelegd f2.584.300 en terug- j -'aald f 1.873.100, hetgeen resulteerde jp. J. J..OIO.XUU, XlCl/gCGAJl 3ür?en spaaroverschot van f711.200. In hitièfb^d-0eg het spaaroverschot^Cdefi- U1+ f) f 983.800, in juli 1958 f 17.200. Per c- luli 1959 bedroeg het tr4-1- "i4 de spaarsaldo X 83.419.300. zijn binnengekomen over onwettig be dreven censuur. De gouverneur van Nieuw-Guinea heeft met instemming van de regering een voorlopig onder zoek ingesteld. Tijdens zijn verblijf in Nederland heeft dr. Platteel medegedeeld, dat hij tot de conclusie is gekomen dat zich on wettige censuur heeft voorgedaan. Per soonlijk, zo zei minister Korthals, acht ik dit een ernstige zaak en ook het ka binet denkt er zo over. Met een voor lopig onderzoek kan niet worden vol staan. De gouverneur is physlek niet in staat om dat verdere onderzoek al leen uit te voeren. Met volledige in stemming van de gouverneur heeft de regering besloten het onderzoek in han den te leggen van deskundigen, die bui ten de samenleving van Nieuw-Guinea staan. Dat is de reden, waarom een commissie van Nederlandse deskundi gen in het leven is geroepen. De com missie kan zich bij de uitvoering van haar taak verzekerd weten van de steun van de Nederlandse regering en van alle nodige hulp en bijstand. Over de inhoud van het advies van het hof van justitie inzake de kwestie mr. Van Beek zei minister Korthals nog daaromtrent geen mededelingen te kunnen doen. ,,Ik ben verbaasd, dat het advies in de dagbladen is verschenen, immers het verslag van de president van het hof van Nieuw-Guinea is onder verzegelde enveloppe neergelegd op het bureau van de gouverneur. Verder moet men het advies slechts zien als een schakel in het geheel van deze kwes ties. Zonder twijfel zal de commissie van onderzoek de zaak Van Beek wel op zfjn weg tegenkomen. Omtrent de opdracht, aan de commissie te geven, kan ik in dit stadium geen mededeling verstrekken. Maar de commissie dient op zeer korte termijn haar bevindingen te rapporteren en zal met haar arbeid de grootst mogelijke spoed dienen te betrachten. De resultaten, neergelegd in een rapport van de commissie, zui len aan de Kamer ter kennis worden gebracht", aldus minister Korthals. D. Platteel wees er nog op, dit om misverstand te vermijden, dat er inzake de postcensuur klachten en beschuldi gingen waren binnen gekomen over on wettig openen van brievenpost, dus buiten de wettelijke machtiging om. Op een vraag inzake de financiële garantie van de heer Verolme voor de expeditie naar het Sterrengebergte ant woordde de minister, dat de overheid reeds belangrijke bijdragen in geld en natura heeft verstrekt. Hij was zeer erkentelijk voor de garantie welke de heer Verolme wenst te geven aan de stichting en hij juichte dit initiatief op particulier niveau ten zeerste toe. Hij hoopte dat dit een nieuwe impuls zou zijn om het verdere verloop van de ex peditie tot een goed einde te brengen. ij. In het kader van de eeuwfeest viering trad woensdag te Amers foort het bruidspaar Willy van Essen Nico Eibergen in het huwelijk, waarbij beiden in histo risch kostuum gekleed gingen. De huwelijksinzegening geschiedde in de r.-k. parochiekerk van St.-Francis- cus Xaverius, waar honderden ge- kostumeerden de plechtigheid bij woonden. Les Chanteurs du Roi" uit Weurt bij Nijmegen fungeerden als kerkkoor. De bovenste foto toont de bruidsstoet bij het ver laten van de kerk. Op de foto hiernaast ziet men pastoor G. Veldhuis gezeten naast het bruids paar, aan het feestmaal in de open lucht dat duizenden kijkers trok. Van zaterdag 8 tot en met zondag 30 augustus 1959 zal in de zalen der maatschappij „Arti et Amicitiae" te Amsterdam, Rokin, hoek Spui, de eer ste groep der in drie gedeelten gesplitste Najaarstentoonstelling worden gehouden van w rken vervaardigd door leden der Maatschappij. (Van onze Haagse redactie) Een „niet onbeduidende" meerder heid in de Tweede Kamer is tegen het voorstel (nog door het kabinet-Drees ingediend) om de Noord-Oostpolder te verdelen in vier gemeenten. In het voor lopige verslag wordt gezegd dat er in de polder eigenlijk maar één kern is, die voor de bevolking iets betekent, en dat is Emmeloord. De verbindingen van de verschillende dorpen naar dit centrum zijn uitstekend, tussen de dor pen onderling zijn zii slecht. Het ziet er verder niet naar uit, dat de dorpen ooit voldoende inwoners zullen tellen om daar een levende gemeenschap te vormen. Voor een voldoende beharti ging van gemeentelijke taken zoals in dustrievestiging, zorg voor het onder wijs e.d. kan alle n et krachtige ge meente zorgen. De Kamercommissie heeft verder bij een onderzoek in de pol der geconstateerd, dat het merendeel van de bewoners een duidelijke voorkeur hemt voor de vorming van één gemeen- Slechts onde- de aanhang van de KM treft men veel voorstanders aan o?0-* '"stelling van vier gemeenten, sluit de voorgestelde indeling aan bij een kerkelijke (parochiële) indeling, zo wordt elders in het verslag gevraagd. Bijkomende overwegingen, die voor de vorming van één gemeente pleiten, y. volgens de commissieminder riva liteit dan wanneer twee kleine dorpen dan in een gemeente worden verenigd, de extra uitgaven, die aan de vorming van een groter aantal gemeenten zijn verbonden en het feit dat de bevol- kingal gewend is aan Emmeloord, als hoofdplaats van de polder en als ze tel van het bestuur. De minderheid die voor het rege ringsvoorstel is meent, dat de verschil lende kernen wel degelijk een eigen le ven gaan leiden, waarvan het karak ter steeds meer gaat afwijken van dat van Emmeloord, dat de functie van een hoofdplaats in een klein gewest ver vult. De beoordeling van de gemeentelijke indeling in de polder laat de positie van de gemeente Urk ongemoeid. Wel vraagt de commissie een deel van het onbewoonde gebied rond het oude eiland aan de gemeente toe te voegen om ruimte te maken voor de noodzake lijke sanering. Het wetsontwerp is voor de Kamer aanleiding om te vragen naar een spoedige beslissing over de provinciale indeling. Vrijwel algemeen meent men dat de polder aan de provincie Overijssel moet worden toegevoegd. Enkele leden zeggen bij hun onderzoek te hebben geconstateerd dat de voor standers van het „vier-gemeentenplan" onder de bevolking ook vrijwel allen de voorkeur geven aan de vorming van een twaalfde provincie. 43 Op een ochtend roken de eilanders voor het eerst dat he) voorjaar in aantocht was. Zij merkten dat aan tientallen kleine dingen. Het vee werd ongedurig in de stallen en er kon soms een wind uit zee aan waaien, die zwoel was als de adem van een dier. Aan de haven was meer activiteit te zien. Er werden sloepen, die de hele winter omgekeerd tegen het dijktalud hadden gelegen, geteerd en een enkele vrouw uit het dorp was zelfs al aan de schoonmaak begonnen. Er waren ook prachtige zonsondergangen, waarbij de wolken als door neonlicht beschenen werden. De kleuren van de huizen werden frisser en helderder. Het geluid van de scheepsfluit van de melkfabriek klonk minder ver dan in de winter hel geval was. Zo langzamerhand waren de meeste ei landers aan het zware gebrom van de fluit gewend geraakt. Zij waren zelfs een weinig trots op hun aan winst. Dat was tenminste iets, dat je op geen ander eiland vond! Alleen de Peperkorrel had zich niet met de nieuw( toestand kunnen verzoenen. De fluit van de melkfa briek maakte hem als rondsnellende onheilsbode overbodig. De Peperkorrel had het altijd als een per soonlijke verdienste beschouwd dat hij de eerste was die over het gehele eiland de bevolking waarschuwen mocht bij strandingen. Wat hèm betrof kon die fluil van de melkfabriek een keelaandoening krijgen! Simon de Rijke was precies dezelfde gebleven: zwijgzaam, doch op zijn tijd luimiger dan men van hem zou verwachten. Hij trok zich van de mensen niet veel aan, Zijn schuitje scheen bij hem de plaats van een gezin in te nemen. In de afgelopen winter had hij er een kleine dieselmotor in laten bouwen. De ,,Cobri" was er aanmerkelijk sneller op geworden. Het enige dat Simon hinderde was, dat er praktisch geen werk van betekenis aan het strand voor hem te doen was. Tegen Ruurd Bol van de vuurtoren had hij al eens gezegd: „Kun je die pit van jullie niet eens 'n tijdje doven, Ruurd? We hebben hier weer eens 'n fikse stranding nodig. Dat is goed voor het vreemdelingen- bezoek!" Ruurd had Simon lachend aangeraden om een koe het strand op te sturen, met een lantaarn tussen de horens, zoals ze dat heel vroeger op Schier monnikoog deden, om de schepen te misleiden. Op een avond schenen Simons geheimste wensen door de zee te worden verhoord. Het was volkomen windstil op zee. Niets was er, dat op naderend onheil kon wijzen. Vanuit zijn observatiepost, die in de schemer was gehuld, keek Ruurd Bol uit over de diepblauwe zee. Hü had de beide vensters van zijn uitkijkpost wijd open gezet, zodat de frisse lucht hem wakker kon houden. Hij genoot van de stilte. Het grote licht zwaaide regelmatig zijn stralenbundel over het wa teroppervlak. In de verte zag Ruurd de lichtjes van de passerende schepen. Het was vanavond niet druk op deze route. De gewoonte getrouw ging hij achter de zeekijker staan, die op een ijzeren driepoot was gemonteerd, om de kim te verkennen. Hij onder scheidde nu, behalve de toplichten, ook de boord- /uren van de voorbijvarende schepen. Ruurd Bol geeuwde. Het zou moeite kosten de ogen open te houden vanavond. Hij verliet de om bop van de vuurtoren en zocht uit de zakken van zijr iasje dat hij over een stoelleuning had gehangen pijp en tabak. Rustig_ vulde hij de pijp, zorgvuldig ilk uitstekend krulletje met een 'lucifer weer in de njpekop stoppend. Toen sprong hij plotseling overeind. Hij legde de >ijp en de tabak neer en snelde naar buiten. Vlug ïam hij achter de grote kijker plaats en spiedde over ret water. Ruurd had duidelijk en helder een lichtflits om de oost gezien!. Hij kon de plaats, waar het even heidei was opgeflikkerd, zo ongeveer gissen doch door de kijker zag hij niets. Was het gezichtsbedrog geweest? Of had inderdaad een schip een vuurpijl afgescho ten? Ruurd aarzelde niet. Hij greep de telefoon en bel de het hoofdstation van de Kustwacht op. „Geen radiosignalen gehoord", antwoordden zij daar op het verzoek van de vuurtorenwachter. „We zullen de schepen in de buurt eens aanhoren. Waarschuw in tussen de reddingsbootbemanning, dat ze zich gereed houdt om op het eerste sein uit te varen. Je kunt nooit weten! En bedankt voor de melding!" Ruurd was met één slag volmaakt wakker. Hij keek zó scherp in de richting waarin hij de lichtflits had waargenomen, dat hij op een gegeven moment meende, werkelijk een schip met volle verlichting te zien. Suggestie natuurlijk, dacht hij. Een kwartier nadat hij het eerste verdachte teken had gezien, ging er heel duidelijk een rode vuurpijl de lucht in. Snel stelde Ruurd de kijker in. Niets te zien. Het was te donker. Weer nam Ruurd de tele foon. Hij gaf de juiste positie van het in nood verke rende schip - want dat het dit was, daaraan twijfel- Ie hii niet langer - aan Scheveningen-radio door. Het eiland raakte in rep en roer. De daverende sig nalen van de melkfabriek hadden de reddingsboot bemanning in z'n rust opgeschrikt. Scheveningen- radio verzocht de in de buurt varende schepen radarpeilingen te doen en verder goed uit te zien. De vermoedelijke positie, door Ruurd Bol opgege ven. werd doorgeseind naar alle schepen op de route. Reeds kwamen de eerste meldingen uit zee binnen. Vanaf diverse schepen was de vuurpijl gezien. Een overvliegend vliegtuig van de KLM meldde, dat het sok de eerste lichtflits had waargenomen. Daardoor ontstond de veronderstelling, dat een onbekend schip >en ontploffing aan boord had gehad, waarbij de radio dan waarschijnlijk was vernield, zodat er geen „May day" kon worden gegeven. Overal op het eiland werden de radio's aangezet. Ook bij de Hedlands was dat het geval. Clara en Chris luisterden naar het drukke gepraat in het radio- noodverkeer. Ze werden niet gewaar wat er precies aan de hand was. De meldingen spraken elkaar te gen. Chris had zijn korte jekker aangeschoten, ge reed om bij het eerste sein naar de reddingsboot- schuur te draven. De paarden stonden al opgetuigd bij het hek. Het kón niets wezen, deze keer, doch daarover kreeg men gewoonlijk pas zekerheid na een paar uren van angstig afwachten. (Wordt vervolgd). Om bij het vertrek van gouverneur dr. P. J. Platteel van Schiphol naar Nederlands Nieuw-Guinea het gesprek op de brandende kwestie van de censuur te brengen hadden de journalisten een zilveren briefopener gekocht en deze voor dr. Platteel °P tafel gelegd. Rechts van de heer Platteel de minister van Zaken Overzee a.i. drs. H. A. Korthals. (Van onze Haagse redactie) De onderwijscommissie uit de Twee de Kamer heeft haar verwondering uit gesproken over het feit, dat minister Cals bü suppletoire begroting de per soneelsuitgaven voor de universiteiten van Utrecht en Leiden voor 1958 resp. met 1.8 en 1 miljoen wil verlagen. De verlaging dient volgens het voorstel van de minister ter compensatie van hogere uitgaven voor de academische ziekenhuizen in Utrecht en Groningen, als gevolg van het achterwege blijven van een verhoging van de verpleeg- prijzen. De Kamer vraagt of de perso neelsuitgaven voor Utrecht en Leiden zo maar met een dergelijk groot bedrag kunnen worden verlaagd en of het uit blijven van een tariefsverhoging voor de academische ziekenhuizen geen ge volgen heeft voor het academisch zie kenhuis te Leiden, waarvoor geen ver hoging van de begrotingspost is voor gesteld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5