perïïtz
Mhtig Qw®* MM
PERUTZ
De huisvestingsmoeilijkheden
beperken de verhuis-animo
In Nieuw-Guinea was sprake
van onwettige censuur
Inzake kwestie-mr. Van Beek
zal spoed worden betracht
TWEEDE KAMER WIL ÉÉN
GEMEENTE EMMELOORD
DE EILANDER
Na veertig jaar leraren
Knoop
dit in
uw oor »-
Oud-Hollandse trouwpartij
Indeling Noordo
De film, waarmee lenxen g6"*'
E Ike foto
>n meesterschot.
De binnenlandse migratie
Kruidenier verkocht
pocketbooks
Dr. B. J. J. Duneker
Min. Korthals hij vertrek van dr. Platteel
Voor universiteiten
98 ct
Centrale Volksbank
in juli
I KLAAS TOXOPEUS
Personeelsuitgaven
drastisch verlaagd
DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1959
PAGINA 5
Ontslagen van rechts
vervolging
m-
in
VAN NELLE
Afternoon
theebuiltjes
ROMAN VAN DE LOKKENDE ZEE
1 door
niiiiiiiJiiuiiiiiiiiiiiiiiuniiniiiiitimiiiniiiiiiuiiiiiiiriiiiiiiiiiHiiitHiiitiiii^
Advertent ie
Dezer dagen is een door het Cen
traal Bureau voor de Statistiek sa
mengestelde publikatie verschenen
over de binnenlandse migratie in ons
land in de jaren 1956 en 1957. Het
cijfermateriaal heeft betrekking op de
verhuizingen tussen de afzonderlijke
gemeenten. Gedurende 1956-1957 zijn
gemiddeld per jaar 477.000 personen
van woongemeente veranderd, d.w.z.
dat jaarlijks ruim 43 van elke 1.000
inwoners van ons land naar een ande
re gemeente zijn verhuisd. Van elke
100 migranten zijn gemiddeld per
jaar 46 gemigreerd in gezinsverband,
terwijl rond 26 mannen resp. 27 vrou
wen afzonderlijk, d.i. niet in gezins
verband zijn gemigreerd.
Hoewel de omvang van deze binnen
landse trek hoger is dan in vorige peri
oden, zoals blijkt uit de cijfers, blijft zij
nog aanzienlijk lager dan in de jaren
vóór de laatste wereldoorlog, toen ge
middeld per jaar 50 per 1000 inwoners
van woongemeente veranderden, het
geen ongetwijfeld samenhangt met de
nog steeds bestaande huisvestingsmoei
lijkheden.
Het verschijnsel, dat verreweg het
grootste deel der migratie zich afspeelt
tussen aangrenzende gemeenten resp.
gemeenten in dezelfde provincie, vindt
ook in de thans verschenen publikatie
weer bevestiging. De z.g. korte-af-
standsmigratie is voorts van groter om
vang onder de migrerende gezinnen en
afzonderlijk migrerende vrouwen dan
onder de afzonderlijk migrerende man
nen.
De trek naar het westen
het grootst
Uit de cijfers per provincie blijkt,
dat de binnenlandse migratie ook ge
durende 1956-1957 weer een vertrek-
overschot heeft opgeleverd voor Gro
ningen, Friesland, Drente, Overijssel
en Zeeland, terwijl de andere provin
cies een vestigingsoverschot vertonen
dat voor de beide Hollanden en
Utrecht het grootst is.
De cijfers zijn voor het eerst ook ge
groepeerd volgens een onderscheiding
naar platteland-stad.
Over 1957 vertoont het platteland een
vertrekoverschot van rond 15.000 perso
nen en leverde de binnenlandse migra
tie ook voor de steden een vertrekover
schot op (van ruim 4.000). Daartegen
over boekte het verstedelijkte platteland
1 (de geïndustrialiseerde plattelandsge
meenten en de zgn. forensengemeenten)
een vestigingssaldo van ruim 19.000,
waarvan ruim 10.000 in de forensenge
meenten.
1 juli eiste de officier van justitie
ir». W. Stam tijdens de zitting van de
economische politierechter te Zutphen
een boete van f 300 tegen een kruide
nier uit Deventer, die terechtstond om
dat hjj in zijn winkel z.g. pocketbooks
had verkocht, zonder vergunning van
de SER. De economische politierech
ter. mr. Reindersma heeft thans be
schuldigde ontslagen van rechtsvervol
ging.
In het vonnis wordt o.m. overwogen
dat het grondrecht van vrijheid van
drukpers, als neergelegd in art 7 van de
grondwet, mede omvat de vrijheid tot
verspreiding der door deze bepaling als
voortbrengselen der drukpers be
schermde geestesuitingen en dat deze
vrijheid aan geen preventieve beperkin
gen kan worden onderworpen, tenzij ter
bescherming van een ander algemeen
belang. De opgelegde beperkingen mo
gen nochtans nimmer zo ver gaan dat
h doelde grondrecht wordt ontno
men of in wezen wordt aangetast en
de mogelijkheid mag niet worden gege
ven dat deze beperkingen ooit op eni
gerlei discriminerende wijze kunnen
worden toegepast. De bescherming door
het grondrecht der drukpersvrijheid
moet in casu in de eerste plaats strek
ken tot een zoveel mogelijk onbelem
merde althans niet van voorafgaand
verlof afhankelijke mogelijkheid tot ver
koop aan het publiek op vaste verkoop
plaatsen. De vrijheid tot verspreiding
van deze pocketbooks, aldus het vonnis,
word. aangetast door de vestigingsbe
schikking boekverkopersbedrijf 1958 die
de mogelijkheid tot bedrijfsmatige ver
koop aan gebruikers afhankelijk stelt
van een daartoe te verlenen ver
gunning, waarvan het verkrijgen ge
zien de zware eisen in de praktijk ge
heel buiten het bereik van lieden als
verdachte zal liggen, terwijl daarenbo
ven in de beschikking de mogelijkheid
is gegeven dat de verlening van be
doelde vergunningen op discrimineren
de wijze zal kunnen worden gehanteerd.
De economische politierechter acht de
vestigingsbeschikking strijdig met art 7
van de grondwet en diensvólgens on
verbindend, weshalve het bewezen ver
klaarde feit geen strafbaar feit ople
vert.
)od-
:na-
le-
ter
ïur-
i 34
de
al-
da-
30 0
en
nde
een
nse
Pa-
mi-
ten
us-
aai
din
ge-
nis-
vei
VO
die
>rts
ge
en
olg
de
pe-
ise
jen
Dor
ïti-
er-
toe
ge-
in-
sa-
im-
ing
sen
de
er-
de
an-
o's
"Op
)od
na-
Eir-
401
ge
tal
en.
-an
ien
be
en.
;en
tot
en.
iet
;n>
an
?al
'en
in-
lie
de
an
10-
„Het jeugdvraagstuk is niet zo
nijpend als sommigen ons wel
willen doen geloven. De jeugd
heeft nu eenmaal altijd iets an
ders gewild dan de haar vooraf
gaande generatie. Met dit ver
schil: de jongeren van nu uiten
zich meer. Maar moeten we daar
een drama van maken?". Dr. B.
J. J. Duneker, wiens nuchtere
uitspraak hier wordt geciteerd,
heeft een gezagdragende stem in
het kapittel der pedagogen. Dit
gezag berust op een drieënveer-
tigjarige onderwijservaring. Het
Rooms Katholiek middelbaar
onderwijs in Rotterdam heeft
voor deze bioloog weinig gehei
men. Voordat hij in 1919 ver
bonden werd aan het toen op
gerichte St.-Franciscuscollege in
Rotterdam de eerste instelling
voor m.o. op katholieke basis in
de Maasstad had hij reeds drie
jaar voor de klas gestaan op
lagere scholen in het Brabantse.
Hij is in Amsterdam geboren, in
maart 1898. In zijn onderwijzers,
tijd legde hij zich toe op de bio
logie, welk vak hij ook ging
doceren aan het jonge St.-Fran
ciscuscollege. In 1935 promoveer
de hij aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht. De periode aan het
Franciscuseollege heeft tot 1948
geduurd. Bovendien had dr. Duneker sinds 1922 les gegeven aan het
Dordrechts gemeentelyceum. Dit alles moest echter terzijde worden ge
schoven, toen men hem vroeg de directie op zich te nemen van een in
Rotterdam-zuid te stichten R.K.H.B.S., voor het eerst in Rotterdam op
co-educatieve grondslag. In zuid bestond reeds geruime tijd een behoefte
aan een r.-k. middelbare school. Het nieuwe St.-Montfortcollege zou aan
deze behoefte moeten gaan voldoen. De eerste ontwikkeling ging gepaard
met grote financiële zorgen. De leerlingen stroomden toe. Nu na elf jaar
is het schoolgebouw, dat aanvankelijk slechts gedeeltelijk werd gebruikt,
te klein geworden. De zorg voor uitbreiding zal dr. Duneker echter niet
meer op directe wijze behoeven te dragen. Met ingang van 1 september
is hij benoemd tot rijksinspecteur van het gymnasiaal en middelbaar onder
wijs, vier jaren voordat hij volgens de geldende regels, van zijn pensioen
zou kunnen gaan genieten. Het doet deze rot in het onderwijsvak volgens
eigen zeggen wel pijn, het Montfortcollege te moeten verlaten. Het is een
deel van zijn leven gaan uitmaken; iets, dat hij mede heeft opgebouwd.
Uiteraard heeft de kenner van het Rotterdams onderwijs zelf in
hart en nieren Rotterdammer, ondanks het Amsterdamse verleden, dat maar
zes jaren duurde wel enige kernachtige uitspraken over het m.o. in de
Maasstad. „Wij zijn te laat hier begonnen, vooral met het katholiek middel
baar onderwijs. Vele steden waren ons voor. Deze schade, veroorzaakt
door een chronologische achterstand van misschien een tiental jaren, zal
slechts na geruime tijd teniet zijn gedaan."
Als directeur heeft hij met lede ogen vele leerkrachten uit Rotterdam
zien vertrekken. Dr. Duneker acht dit te wijten aan het woningprobleem.
Toch staat ook in Rotterdam het onderwijs op behoorlijk peil. De
vele gesprekken met buitenlandse onderwijsdeskundigen, die de jonge
school in zuid bezochten, hebben dr, Duneker in deze mening gesterkt.
„Er moet uiteraard wel iets veranderen," voegt hij er voorzichtig aan toe.
Dr. Duneker houdt van Rotterdam. Ook nu zou hij er niet weg willen,
zelfs als dit zijn benoeming in de weg zou hebben gestaan. „Het is een
werkstad, het materialisme speelt er een grote rol hoewel niet zodanig,
dat er voor cultuur geen plaats is maar ik ben aan deze stad gehecht."
Een zienswijze overigens, die zijn echtgenote volkomen deelt.
We troffen dr. Duneker op de dag dat zijn benoeming officieel werd
bekendgemaakt, in Katwijk, genietend van zijn vakantie. „Neen, conclu
deer nu niet direct dat ik een „strandman" ben." Nu hij eens terugblikt
op die veertig Rotterdamse jaren, komt hij tot de ontdekking dat het om
gaan met jonge mensen, met het levend materiaal hem toch wel het meest
heeft geboeid van alle aspecten van het leraarsvak.
Zijn hobbies, waar eigenlijk nooit tijd voor was: autorijden en lezen,
ook natuurlijk vaklitteratuur. „Die gymnasiale afdeling van het Montfort
college zal er ook wel komen," zegt hij peinzend en het lijkt, alsof dat
gebouw in zuid hem maar niet wil loslaten. „We gaan in begin september
de boel daar eerst op poten zetten. Als alles dan weer loopt, aanvaarden we
het inspecteurschap. Dat zal wel rond vijftien september zijn." Een onder
wijsman in hart en nieren. Dat is de ene dr. Duneker. Een wetenschapsmens
aan de andere kant. Een combinatie van beide heeft veertig jaar lang het
r.-k. middelbaar onderwijs in Rotterdam gediend en tot bloei gebracht
Woensdagavond is de gouverneur van
i-ederlaiids Nieuw-Guinea, dr. P. J.
Platteel, met het KLM-toestel via de
Poolroute en Tokio naar Biak vertrok-
uitgeleide gedaan door de minister
^an zaken overzee ad interim drs. H.
A. Korthals en de secretaris-generaal
i'oor zaken overzee, de heer B. Krijger.
Póör het zover was hebben minister
Korthals, gouverneur Platteel zelf en
de heer Krijger in een informeel ge
sprek de pers te woord gestaan. Mi
nister Korthals begon met te verklaren,
"at hij aan de leden van de vaste com
missie voor zaken overzee uit de Twee
de Kamer mededelingen heeft gedaan
aver een tweetal aangelegenheden, nl.
"et verlof aan mr. Van Beek, de advo
caat-generaal van het hof van justitie,
O de postcensunr. Deze kwesties, heb
ben, aldus de minister, in Nieuw-Gui-
?ea en Nederland de gemoederen nogal
1,1 beroering gebracht.
In de kwestie van Beek is advies ge
daagd aan het hof van justitie en dit
advies is inmiddels uitgebracht. Op dit
ogenblik kunnen, noch mogen medede-
Engen over dit advies worden verstrekt,
ctet is slechts een deel van de schakel
eerst als het onderzoek is afgesloten
'allen meer definitieve conclusies kun-
worden getrokken.
Van postcensuur, aldus minister Kort
hals, is ai eens meer sprake geweest
~h daaromtrent hadden de regering in
®en vroeger stadium berichten bereikt,
Uaarvan men destijds geen bevestiging
?aeft kunnen krijgen. De kwestie is
l"ans actueel geworden nu er klachten
Advertentie
Met 1 Van Nelte „Afternoon"
tfaeebuütje (groot formaat) zet n
minstens 5 koppen krachtige, geu
rige thee. 'n Hele pot vol voor nog
geen 5 cent Dat is dus minder
dan 1 cent per kop!
Thee zetten met „Afternoon' thee
builtjes is ideaalSnel, gemak
kelijk ènproper! Doe 't ook!
Bestel ze direct:
(groot formaat)
doos van 20 stuks
te ?T Juli is bij de Centrale Volksbank
Utrecht ingelegd f2.584.300 en terug-
j -'aald f 1.873.100, hetgeen resulteerde
jp. J. J..OIO.XUU, XlCl/gCGAJl
3ür?en spaaroverschot van f711.200. In
hitièfb^d-0eg het spaaroverschot^Cdefi-
U1+ f) f 983.800, in juli 1958 f 17.200. Per
c- luli 1959 bedroeg het tr4-1- "i4
de spaarsaldo X 83.419.300.
zijn binnengekomen over onwettig be
dreven censuur. De gouverneur van
Nieuw-Guinea heeft met instemming
van de regering een voorlopig onder
zoek ingesteld.
Tijdens zijn verblijf in Nederland heeft
dr. Platteel medegedeeld, dat hij tot
de conclusie is gekomen dat zich on
wettige censuur heeft voorgedaan. Per
soonlijk, zo zei minister Korthals, acht
ik dit een ernstige zaak en ook het ka
binet denkt er zo over. Met een voor
lopig onderzoek kan niet worden vol
staan. De gouverneur is physlek niet
in staat om dat verdere onderzoek al
leen uit te voeren. Met volledige in
stemming van de gouverneur heeft de
regering besloten het onderzoek in han
den te leggen van deskundigen, die bui
ten de samenleving van Nieuw-Guinea
staan. Dat is de reden, waarom een
commissie van Nederlandse deskundi
gen in het leven is geroepen. De com
missie kan zich bij de uitvoering van
haar taak verzekerd weten van de
steun van de Nederlandse regering en
van alle nodige hulp en bijstand.
Over de inhoud van het advies van
het hof van justitie inzake de kwestie
mr. Van Beek zei minister Korthals
nog daaromtrent geen mededelingen te
kunnen doen. ,,Ik ben verbaasd, dat het
advies in de dagbladen is verschenen,
immers het verslag van de president
van het hof van Nieuw-Guinea is onder
verzegelde enveloppe neergelegd op het
bureau van de gouverneur. Verder moet
men het advies slechts zien als een
schakel in het geheel van deze kwes
ties. Zonder twijfel zal de commissie
van onderzoek de zaak Van Beek wel
op zfjn weg tegenkomen. Omtrent de
opdracht, aan de commissie te geven,
kan ik in dit stadium geen mededeling
verstrekken. Maar de commissie dient
op zeer korte termijn haar bevindingen
te rapporteren en zal met haar arbeid
de grootst mogelijke spoed dienen te
betrachten. De resultaten, neergelegd
in een rapport van de commissie, zui
len aan de Kamer ter kennis worden
gebracht", aldus minister Korthals.
D. Platteel wees er nog op, dit om
misverstand te vermijden, dat er inzake
de postcensuur klachten en beschuldi
gingen waren binnen gekomen over on
wettig openen van brievenpost, dus
buiten de wettelijke machtiging om.
Op een vraag inzake de financiële
garantie van de heer Verolme voor de
expeditie naar het Sterrengebergte ant
woordde de minister, dat de overheid
reeds belangrijke bijdragen in geld en
natura heeft verstrekt. Hij was zeer
erkentelijk voor de garantie welke de
heer Verolme wenst te geven aan de
stichting en hij juichte dit initiatief op
particulier niveau ten zeerste toe. Hij
hoopte dat dit een nieuwe impuls zou
zijn om het verdere verloop van de ex
peditie tot een goed einde te brengen.
ij.
In het kader van de eeuwfeest
viering trad woensdag te Amers
foort het bruidspaar Willy van
Essen Nico Eibergen in het
huwelijk, waarbij beiden in histo
risch kostuum gekleed gingen. De
huwelijksinzegening geschiedde in de
r.-k. parochiekerk van St.-Francis-
cus Xaverius, waar honderden ge-
kostumeerden de plechtigheid bij
woonden. Les Chanteurs du Roi"
uit Weurt bij Nijmegen fungeerden
als kerkkoor. De bovenste foto
toont de bruidsstoet bij het ver
laten van de kerk. Op de foto
hiernaast ziet men pastoor G.
Veldhuis gezeten naast het bruids
paar, aan het feestmaal in de open
lucht dat duizenden kijkers trok.
Van zaterdag 8 tot en met zondag
30 augustus 1959 zal in de zalen der
maatschappij „Arti et Amicitiae" te
Amsterdam, Rokin, hoek Spui, de eer
ste groep der in drie gedeelten gesplitste
Najaarstentoonstelling worden gehouden
van w rken vervaardigd door leden der
Maatschappij.
(Van onze Haagse redactie)
Een „niet onbeduidende" meerder
heid in de Tweede Kamer is tegen het
voorstel (nog door het kabinet-Drees
ingediend) om de Noord-Oostpolder te
verdelen in vier gemeenten. In het voor
lopige verslag wordt gezegd dat er in
de polder eigenlijk maar één kern is,
die voor de bevolking iets betekent, en
dat is Emmeloord. De verbindingen
van de verschillende dorpen naar dit
centrum zijn uitstekend, tussen de dor
pen onderling zijn zii slecht. Het ziet
er verder niet naar uit, dat de dorpen
ooit voldoende inwoners zullen tellen
om daar een levende gemeenschap te
vormen. Voor een voldoende beharti
ging van gemeentelijke taken zoals in
dustrievestiging, zorg voor het onder
wijs e.d. kan alle n et krachtige ge
meente zorgen. De Kamercommissie
heeft verder bij een onderzoek in de pol
der geconstateerd, dat het merendeel van
de bewoners een duidelijke voorkeur
hemt voor de vorming van één gemeen-
Slechts onde- de aanhang van de
KM treft men veel voorstanders aan
o?0-* '"stelling van vier gemeenten,
sluit de voorgestelde indeling aan bij
een kerkelijke (parochiële) indeling, zo
wordt elders in het verslag gevraagd.
Bijkomende overwegingen, die voor
de vorming van één gemeente pleiten,
y. volgens de commissieminder riva
liteit dan wanneer twee kleine dorpen
dan in een gemeente worden verenigd,
de extra uitgaven, die aan de vorming
van een groter aantal gemeenten zijn
verbonden en het feit dat de bevol-
kingal gewend is aan Emmeloord, als
hoofdplaats van de polder en als ze
tel van het bestuur.
De minderheid die voor het rege
ringsvoorstel is meent, dat de verschil
lende kernen wel degelijk een eigen le
ven gaan leiden, waarvan het karak
ter steeds meer gaat afwijken van dat
van Emmeloord, dat de functie van een
hoofdplaats in een klein gewest ver
vult.
De beoordeling van de gemeentelijke
indeling in de polder laat de positie
van de gemeente Urk ongemoeid. Wel
vraagt de commissie een deel van het
onbewoonde gebied rond het oude eiland
aan de gemeente toe te voegen om
ruimte te maken voor de noodzake
lijke sanering.
Het wetsontwerp is voor de Kamer
aanleiding om te vragen naar een
spoedige beslissing over de provinciale
indeling. Vrijwel algemeen meent
men dat de polder aan de provincie
Overijssel moet worden toegevoegd.
Enkele leden zeggen bij hun onderzoek
te hebben geconstateerd dat de voor
standers van het „vier-gemeentenplan"
onder de bevolking ook vrijwel allen
de voorkeur geven aan de vorming van
een twaalfde provincie.
43
Op een ochtend roken de eilanders voor het eerst
dat he) voorjaar in aantocht was. Zij merkten dat
aan tientallen kleine dingen. Het vee werd ongedurig
in de stallen en er kon soms een wind uit zee aan
waaien, die zwoel was als de adem van een dier.
Aan de haven was meer activiteit te zien. Er werden
sloepen, die de hele winter omgekeerd tegen het
dijktalud hadden gelegen, geteerd en een enkele
vrouw uit het dorp was zelfs al aan de schoonmaak
begonnen. Er waren ook prachtige zonsondergangen,
waarbij de wolken als door neonlicht beschenen
werden. De kleuren van de huizen werden frisser
en helderder. Het geluid van de scheepsfluit van de
melkfabriek klonk minder ver dan in de winter hel
geval was. Zo langzamerhand waren de meeste ei
landers aan het zware gebrom van de fluit gewend
geraakt. Zij waren zelfs een weinig trots op hun aan
winst. Dat was tenminste iets, dat je op geen ander
eiland vond!
Alleen de Peperkorrel had zich niet met de nieuw(
toestand kunnen verzoenen. De fluit van de melkfa
briek maakte hem als rondsnellende onheilsbode
overbodig. De Peperkorrel had het altijd als een per
soonlijke verdienste beschouwd dat hij de eerste was
die over het gehele eiland de bevolking waarschuwen
mocht bij strandingen. Wat hèm betrof kon die fluil
van de melkfabriek een keelaandoening krijgen!
Simon de Rijke was precies dezelfde gebleven:
zwijgzaam, doch op zijn tijd luimiger dan men van
hem zou verwachten. Hij trok zich van de mensen
niet veel aan,
Zijn schuitje scheen bij hem de plaats van een
gezin in te nemen. In de afgelopen winter had hij
er een kleine dieselmotor in laten bouwen. De ,,Cobri"
was er aanmerkelijk sneller op geworden. Het enige
dat Simon hinderde was, dat er praktisch geen werk
van betekenis aan het strand voor hem te doen was.
Tegen Ruurd Bol van de vuurtoren had hij al eens
gezegd: „Kun je die pit van jullie niet eens 'n tijdje
doven, Ruurd? We hebben hier weer eens 'n fikse
stranding nodig. Dat is goed voor het vreemdelingen-
bezoek!" Ruurd had Simon lachend aangeraden om
een koe het strand op te sturen, met een lantaarn
tussen de horens, zoals ze dat heel vroeger op Schier
monnikoog deden, om de schepen te misleiden.
Op een avond schenen Simons geheimste wensen
door de zee te worden verhoord.
Het was volkomen windstil op zee. Niets was er,
dat op naderend onheil kon wijzen.
Vanuit zijn observatiepost, die in de schemer was
gehuld, keek Ruurd Bol uit over de diepblauwe zee.
Hü had de beide vensters van zijn uitkijkpost wijd
open gezet, zodat de frisse lucht hem wakker kon
houden. Hij genoot van de stilte. Het grote licht
zwaaide regelmatig zijn stralenbundel over het wa
teroppervlak. In de verte zag Ruurd de lichtjes van
de passerende schepen. Het was vanavond niet druk
op deze route. De gewoonte getrouw ging hij achter
de zeekijker staan, die op een ijzeren driepoot was
gemonteerd, om de kim te verkennen. Hij onder
scheidde nu, behalve de toplichten, ook de boord-
/uren van de voorbijvarende schepen.
Ruurd Bol geeuwde. Het zou moeite kosten de
ogen open te houden vanavond. Hij verliet de om
bop van de vuurtoren en zocht uit de zakken van zijr
iasje dat hij over een stoelleuning had gehangen
pijp en tabak. Rustig_ vulde hij de pijp, zorgvuldig
ilk uitstekend krulletje met een 'lucifer weer in de
njpekop stoppend.
Toen sprong hij plotseling overeind. Hij legde de
>ijp en de tabak neer en snelde naar buiten. Vlug
ïam hij achter de grote kijker plaats en spiedde over
ret water.
Ruurd had duidelijk en helder een lichtflits om de
oost gezien!. Hij kon de plaats, waar het even heidei
was opgeflikkerd, zo ongeveer gissen doch door de
kijker zag hij niets. Was het gezichtsbedrog geweest?
Of had inderdaad een schip een vuurpijl afgescho
ten?
Ruurd aarzelde niet. Hij greep de telefoon en bel
de het hoofdstation van de Kustwacht op. „Geen
radiosignalen gehoord", antwoordden zij daar op het
verzoek van de vuurtorenwachter. „We zullen de
schepen in de buurt eens aanhoren. Waarschuw in
tussen de reddingsbootbemanning, dat ze zich gereed
houdt om op het eerste sein uit te varen. Je kunt
nooit weten! En bedankt voor de melding!"
Ruurd was met één slag volmaakt wakker. Hij
keek zó scherp in de richting waarin hij de lichtflits
had waargenomen, dat hij op een gegeven moment
meende, werkelijk een schip met volle verlichting te
zien. Suggestie natuurlijk, dacht hij.
Een kwartier nadat hij het eerste verdachte teken
had gezien, ging er heel duidelijk een rode vuurpijl
de lucht in. Snel stelde Ruurd de kijker in. Niets
te zien. Het was te donker. Weer nam Ruurd de tele
foon. Hij gaf de juiste positie van het in nood verke
rende schip - want dat het dit was, daaraan twijfel-
Ie hii niet langer - aan Scheveningen-radio door.
Het eiland raakte in rep en roer. De daverende sig
nalen van de melkfabriek hadden de reddingsboot
bemanning in z'n rust opgeschrikt. Scheveningen-
radio verzocht de in de buurt varende schepen
radarpeilingen te doen en verder goed uit te zien.
De vermoedelijke positie, door Ruurd Bol opgege
ven. werd doorgeseind naar alle schepen op de route.
Reeds kwamen de eerste meldingen uit zee binnen.
Vanaf diverse schepen was de vuurpijl gezien. Een
overvliegend vliegtuig van de KLM meldde, dat het
sok de eerste lichtflits had waargenomen. Daardoor
ontstond de veronderstelling, dat een onbekend schip
>en ontploffing aan boord had gehad, waarbij de radio
dan waarschijnlijk was vernield, zodat er geen „May
day" kon worden gegeven.
Overal op het eiland werden de radio's aangezet.
Ook bij de Hedlands was dat het geval. Clara en
Chris luisterden naar het drukke gepraat in het radio-
noodverkeer. Ze werden niet gewaar wat er precies
aan de hand was. De meldingen spraken elkaar te
gen. Chris had zijn korte jekker aangeschoten, ge
reed om bij het eerste sein naar de reddingsboot-
schuur te draven. De paarden stonden al opgetuigd
bij het hek. Het kón niets wezen, deze keer, doch
daarover kreeg men gewoonlijk pas zekerheid na een
paar uren van angstig afwachten.
(Wordt vervolgd).
Om bij het vertrek van gouverneur dr. P. J. Platteel van Schiphol naar Nederlands
Nieuw-Guinea het gesprek op de brandende kwestie van de censuur te brengen
hadden de journalisten een zilveren briefopener gekocht en deze voor dr. Platteel
°P tafel gelegd. Rechts van de heer Platteel de minister van Zaken Overzee a.i.
drs. H. A. Korthals.
(Van onze Haagse redactie)
De onderwijscommissie uit de Twee
de Kamer heeft haar verwondering uit
gesproken over het feit, dat minister
Cals bü suppletoire begroting de per
soneelsuitgaven voor de universiteiten
van Utrecht en Leiden voor 1958 resp.
met 1.8 en 1 miljoen wil verlagen. De
verlaging dient volgens het voorstel
van de minister ter compensatie van
hogere uitgaven voor de academische
ziekenhuizen in Utrecht en Groningen,
als gevolg van het achterwege blijven
van een verhoging van de verpleeg-
prijzen. De Kamer vraagt of de perso
neelsuitgaven voor Utrecht en Leiden
zo maar met een dergelijk groot bedrag
kunnen worden verlaagd en of het uit
blijven van een tariefsverhoging voor
de academische ziekenhuizen geen ge
volgen heeft voor het academisch zie
kenhuis te Leiden, waarvoor geen ver
hoging van de begrotingspost is voor
gesteld.