Staatssecretaris drs. G. Stubenrouch
nummer vier uit Breda
ONBEVREDIGEND BELEID
Organisatie van dej
beroepskeuzevoorlichting
Mgr. J. P. HUIBERS, bisschop van
Haarlem, zestig jaar priester
IHoogbejaard, maar krachtig en gezond
LOOPBAAN ZONDER SCHOKKEN
Pontificale mis
en recepties
Sociaal
commentaar
Vragen van Kamerlid
te moeilijk?
Aanbieding feestgave
Koel- en
luchttechniek
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1959
PAGINA 7
Haarlems bisschop, mgr. J. P.
Huibers, heeft in volle
geestelijke en lichamelijke
gezondheid de leeftijd bereikt,
waarop hij tussen zijn drukke
episcopale werkzaamheden door
van de ene gedenkdag naar de
andere leeft. Tussen de viering
van zijn vijf en vijftig-jarig pries
terfeest in 1954 en de komende
15e augustus, .wanneer hij de
diamanten jubilaris zal zijn, heeft
hij zijn tachtigste verjaardag be
leefd en heeft hij in 1956 mogen
herdenken, dat hij twintig jaar
geleden tot bisschop werd ge
wijd. Begrijpelijk, dat de bejaarde
kerkvorst het volume van de
jubelklanken wat wil beperkt
zien om te voorkomen, dat de
fanfares van het ene feest die van
het andere zouden storen. Want
na de vijftiende augustus komt
de 85ste verjaardag van mgr.
Huibers in 1960 in het verschiet
en in de verte ziet men reeds het
zilver van het bisschopsambt in
1961. Misschien maken wij ons
aan vermetel vertrouwen schuldig
door zover vooruit te zien, maar
tenslotte is het mgr. Huibers zelf,
die met zijn opvallende vitaliteit
bij zijn diocesanen de indruk
wekt, dat zij nog jaren op hem
mogen rekenen.
Bouwpastoor
Zorgvolle tijd
Mild en begrijpend
9 augustus
E H BO-zondag
GEEF ROYAAL
=-=S=B
den werd genomen: mur, Hutb.er
Er is stellig reden, bij het diamanten
hoogljj dat aanstaande is, terug te zien
op een priesterleven van zestig jaren,
zoals mgr. Huibers dat in onverminder
de werkzaamheid heeft doorgebracht
in alle rangen van de Haarlemse hiëra-
chie. Mgr. Huibers werd geboren in Am
sterdam op 15 november 1875 en pries
ter gewijd te Haarlem op 15 augustus
1899. Zijn eerste plechtige H. Mis droeg
hij op te Gouda, waar zijn ouders toen
woonden. Een maand later volgde zijn
benoeming tot kapelaan te Moordrecht,
waarna hij op 18 augustus 1902 te Lei
den benoemd werd als kapelaan aan
de. inmiddels voor de ere-dienst ge
sloten, Mon-Père-kerk aan de Haarlem
merstraat. In die jaren deed de latere
bisschop van Haarlem zich kennen als
een vurige volkspredikant, die onder
leiding van zijn pastoor-deken, de hoog
geleerde Dessens, vele initiatieven nam
welke niet alleen zijn parochie, maar
geheel katholiek Leiden tot zegen wa
ren.
Na enkele jaren parochiële ziel
zorg benoemde zijn bisschop hem tot
leraar aan het klein-seminarie Ha-
geveld, dat toen nog te Voorhout was
gevestigd, en daar heeft de jonge
/.professor" een toen nog gang
bare titel, ontleend aan het negen
tiende eeuwse ..professeur" van
2 septerhber 1905 tot 7 mei 1916 La
tijn, Grieks en Nederlandse letter
kunde gedoceerd op een wijze, die
zjjn oud-studenten nog vers in het ge
heugen ligt.-
Zijn taalvaardigheid en spreekvaar
digheid waren in sommige opzichten
exemplarisch. De inspirerende manier,
waarop hij de letterkunde meer voor
droeg dan doceerde, bezorgde hem een
geboeid gehoor. Vondel was zijn grote
liefde, en de laatste jaren dat het Ha-
gevelds toneel aan zijn zorgen was toe
vertrouwd, kregen de treurspelen een
voorname plaats. Vondels Samson"
met name, dat, sinds het geschreven
was, slecht één keer opgevoerd was,
werd onder zijn leiding weer ten tonele
gebracht. Bovenal uitte ziéh ook in
die jaren de pastorele trekken, die zijn
priesterleven bijzonder kenmerken. Zijn
afscheid van Hageveld in 1916 was niet
alleen een vaarwpl aan een eminent
leraar; maar evenzeer en misschien
nog meer aan een goede pastor.
De laatste kwaliteit is vermoedelijk
medebepalend geweest, toen by per 7
mei 1916 kapelaan werd aan de paro
chie van ,,De Liefde" té Amsterdam.
Hy kreeg tevens van zijn bisschop' de
opdracht de stichting van een nieuwe
parochie voor te berèrden in de „Baars
jes". De Amsterdammers hebben toen
hün vroegere stadgenoot als een door
tastend bouwer leren kennen, die reeds
spoedig zijn aan Onze Lieve Vrouw
van Altijddurende Bijstand toegewijde
kerk aan de Chasséstraat tot stand
bracht. Officieel werd hij\ 20 oktober
1917 tot pastoor van zijn nieuwe paro
chie benoemd, waar hij zich gemakke
lijk wist aan te passen aan de aard van
de parochianen, die hij zonder veel de
monstraties aan zich wist te binden. De
vallend omdat het klimmen der jaren
begrijpelijkerwijs enige vertraging van
tred in de voortgaande tjjd met zich
mee had kunnen brengéfl.
De verschillende onderscheidingen,
die hefn werden toegekend, getuigen
ervan, dat de waardering voor zijn per
soon en werk niet tot zijn diocesanen
beperkt is gebleven. In 1938 werd mgr.
Huibers benoemd tot Ridder in de orde
van de Nederlandse Leeuw. Bij bevor
dering werd hij in 1949 benoemd tot
Commandeur van dezelfde Orde. In
februari 1947 werd mgr. Huibers ere
kanunnik van het kapittel van Tarbes-
in 1948 kwam zijn bendeming tot assi
stent-bisschop bij de pauselijke troon en
vorige week werd hij benoemd tot ere
kanunnik van het kapittel van Takbes-
Lourdes.
W. H.
Staatssecretaris Stubenrouch is een verwoed filmer. Van links naar rechts Philip (10 jaar), staatssecretaris Sfubenrouch,
Staatssecretaris^ gtubenroucht Maurits (7 jaar), Adelheid (staande, 11 jaar), Anita (8 jaar) en Constatyn (4 jaar).
Een betrekkelijk recente foto van mgr. Huibers.
ïiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimi
teleurstelling van zijn parochianen was
dan ook oprecht, toen hij: elf jaar la
ter zjjn parochie moest verlaten. De
bisschop_ plaatste hem temidden van de
West-Friezen, toen hij hem tot pastoor
deken in Hoorn benoemde. Ook daar
wist hij zich uitstekend vertrouwd te
maken met het klimaat, dat naar de
natuur nogal koud was, maar naar de
levenssfeer een opmonterende warmte
bood, hetgeen zijn priesterlijk werk ver
gemakkelijkte.
Zo had hij dus gewerkt in de beide
Hollanden. De zielzorg had hjj in al
haar facetten leren kennen. Het roomse
leven kende hij van binnen en buiten,
zoals het zich voltrok in alle rangen en
standen. In het najaar van 1935 stierf
de bisschop van Haarlem, mgr. J. D. J.
Aengenent. Het was een moeilijke tyd.
De crisisjaren hadden grote werkloos
heid gebraéht, vele kerken, gebouwd
in de dure jaren, leefden op de rand
van de armoe. Een geestelijke neer
gang was onmiskenbaar.
In die dagen benoemde paus Pius
XÏ de Deken van Hoorn in het geheim
consistorie van 16 december 1935 tot
bisschop van Haarlem. Enkele maan
den later, 13 januari 1936, nam oisr.
Huibers bezit van zjjn bisschoppelijke
zetel en 11 februari wijdde de pauselijk
internuntius, mgr. Paolo Giobbe, hem
totbisschop.
In het nu bijna vijf en twintig-jarig
episcopaat van mgr. Huibers zijn de
zorgen en moeilijkheden, zowel gees
telijk als materieel, niet minder gewor- j
den. De oorlogsjaren trokken door ge-
heel het bisdom een vernietigende
streep Het einde in 1945 bracht naast
een uitbundig gejubel de harde reali
teit van een geestelijke en niateriele
restauratie. Het werd spoedig duidelijk,
dat men niet zonder meer de tocht kon
hervatten op het punt, waarop in 1940
halt moest worden gehouden.
In die warwinkel van meningen en
opvattingen was meestal het laatste
woord aan de bisschop. Op hem druk
te een zware verantwoordelijkheid.
Het onderwjjs riep om vernieuwing,
de jeugd bepaalde meer haar eigen
weg, vak- en standorganisaties wer
den gedwongen tot bezinning op hun
wezen en taak.
Niemand heeft toen Haarlems bis
schop, die met de andere leden van
het Nederlandse episcopaat de weg haci
uitgestippeld, welke men in de bezet
tingsjaren moest gaan, om zijn taak
benijd. Niet iedere beslissing zal met
dezelfde waardering zjjn ontvangen,
maar achter ieder besluit viel het niet
moeilijk de Zielzorger te ontdekken. De
stormachtige ontwikkeling van het bis
dom Haarlem, dat door de oprichting
van het bisdom Rotterdam in 1954, wel
kleiner van omvang werd, maar waai
de zorgen niettemin zeer zwaar bleven,
dwong tot maatregelen, dje getuigden
'"nog «1* Umièa^ant (geheel links) tezamen met zijn ouders en zrjn broer.
Ter gelegenheid van zijn diamanten
priesterfeest zal mgr. J. P. Huibers za
terdag 15 augustus 's morgens om tien
uur een pontificale- H. Mis opdragen in
de kathedrale basiliek van Sint Bavo
te Haarlem. De plechtigheid, waaron
der de bisschop zelf de predikatie houdt,
wordt door de KRO uitgezonden. Tij
dens de H. Mis wordt de bisschop ge-
assisteerd door leden van het Haarlems
kapittel en door twee priester-ver-
wanten.
Na afloop is er een bijeenkomst voor
genodigden in een dei- zalen van het
Kreiagehu'is aan de Leiussvaart te
Haarlem, tijdens welke de feestgave
wordt overhandigd, zijnde de opbrengst
geleden is gehouden. De feestgave is
bestemd om hoognodige voorzieningen
ter treffen aan de bisschoppelijke semi
naria in Warmond en Heemstede. Te
vens wordt de bisschop een geldsbedrag I
voor hetzelfde doel aangeboden, dat j
door een lekencomité is bijeengebracht, j
Voor degénen, die nog niet in de gele
genheid zjjn geweest hun gave over t-e
maken, moge hier nog het gironjummer
vermeid worden: 206060 ten name van
if. W. J. L. L. Merkx te Haarlem, pen
ningmeester ere-cömitë ..Diamanten t
priesterfeest mgr. J. P. Huibers".
(In tegenstelling tot hetgeen vermeld
staat op de uitnodigingskaarten die van i
het bisdom zijn uitgegaan, wordt de
receptie na afloop van de pontificale
Mis op 15 augustus dus niet gehouden
in het Concertgebouw maar in het Kre-
lagchuis).
Voor leken en religieuzen, die de
bisschop willen feliciteren, is daartoe
gelegenheid zondag 16 augustus van elf
tot één uur in het bisschoppelijk huis
aan de Nieuwe Gracht te Haarlem.
Priesters worden, eveneens in het bis
schoppelijk huis verwacht maandag 17
augustus, 's middags van vier tot zes
uur.
lenslotte zal op een zondag in sep
tember een jeugddag worden gehouden,
welke besloten wordt met een plechtige
avondmis, op te dragen door mgr. Hui
bers in de kathedrale basiliek.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIN
van groot inzicht, In dit verband zij
slechts herinnerd aan de IJmond, waar
een traditionele levenssfeer volkomen
overhoop gegooid werd door de indus
trie. Het Bedrijfsapostolaat en de
Stichting Opbouw Katholiek Kennemer-
land waren daar tijdig present om de
nadelige gevolgen van die industriali-
satie-op-grote-schaal op te vangen.
Daarnaast kreeg men te doen met
het ontstaan van indrukwekkende woon-
agglomeraties in geheel het diocees.
De bouw van kerken vroeg een nieuwe
politiek. Financiële offers Werden van
de diocesanen gevraagd onder het
motto „Helpt de bisschop kerken bou
wen". Er was dus alleen sprake van
„helpen" en de bisschop, die werkelijk
bouwen moest, was mgr. Huibers.
De benoeming van mgr. dr. J. A. E.
van Dodewaard in 1958 tot coadjutor en
vicaris van mgr. Huibers bracht ver
lichting in het werk van Haarlems bis
schop. Maar hij is daarbij gebleven de
episcopus, de opzichter, die de last van
zijn ambt wilde blijven dragen. Ln in
dien iets hem in toenemende .mate is
blijven kenmerken, dan is het zjjn mild
heid. zijn openheid voor nieuwe denk
beelden en begrip voor veranderde om
standigheden. Dit alles is te meer op-
De Staatssecretaris van Onderwijs,
drs. G. Stubenrouch, is een man
wiens leven tot nu toe zonder schok
ken en rechtlijnig is verlopen. Dat er
vaart men, als hjj zo rustig van zjjn
leven vertelt en eigenlijk is dat gauw
verteld. Het was nogal pioeilijk dit
gesprek te organiseren, voordat hjj
met zyn vrouw en zijn vader (73) op
vakantie ging, maar met wat goede
wil vond hij in een lunchpauze vol
doende tijd voor een gesprek. Een ge
sprek, dat eigenlijk vanzelf verloopt,
omdat hjj gemakkelijk spreekt en een
gemakkelijke manier van omgang
heeft. Iets zuidelijks is hem niet
vreemd en hjj denkt, dat hij dat heeft
van zjjn ouders. Zjjn vader was na
melijk een Brabander en zjjn moe-
der een Limburgse. De enige schok
in zijn leven was eigenlijk het over
lijden van zijn moeder in 1942. Ge
rard Stubenrouch was toen al 24 jaar
oud, maar hjj was enig kind en bleef
alleen over met zijn vader.
..Wij vormden toen een mannenhuis
houding", zegt hij en het is hem aan te
zien, dat zjjn vader lat leven verder
ook rustig in de juiste banen is blijven
leiden. Het alleen zijn als enig kind in
'een gezin heeft hem niet gesloten of
gecompliceerd gemaakt. Misschien heeft
het hem wel ingekeerder, nadenkender
en werkzamgr gemaakt. Hij heeft
de voetsporen gedrukt van zjjn
vader, die ook een onderwijsman
was. maar anders dan hij. Zijn
vader was namelijk een wiskundeman,
die een gecombineerd leraarsambt ver
vulde: in Oss bij de Carmelieten en in
Nijmegen. He* was wel een teleurstel
ling, dat zijn zoon Gerard niets voor
wiskunde bieek te voelen. Dat merkte
hjj, toen Gerard naar het Canisiuscol-
iege in Nijmegen ging oltewel naar het
„hok". Het werd dus geen wiskunde,
wat hij ging studeren, maar klassieken
aan de universiteit in Nijmegen.
Vader was intussen naast zjjn leraars
ambt ook nog docent geworden aan de
Economische Hogeschool in Tilburg,
waar hij doceerde samen met Cobben-
hagen en de Quay.
Over zijn studententijd vertelt hjj nog
een anecdote. Ze schiet hem plotseling
te binnen en hjj praat erover alsof hij
zeggen wil: denk niet, dat ik daarvan
ook maar enig complex heb overgehou
den. Hij vertelt namelijk de herinnering
van een enig kind. Hjj had zich op het
gymnasium iet of wat misdragen en
werd tot de orde „eroepen. De pater,
die zijn „wandaad" te bestraffen had,
sprak erover met een collega en zei:
..Zie je wel. zo'n verwend enig kindje."
Het antwoord, dat hij kreeg was: „Het
spijt me we] collega, maar dat ben ik
ook." Hij heeft das nu nog plezier
in. Zelf zegt hjj: ik heb een prettige
tjjd met mijn vader gehad. Alleen de
liefde voor de klassieken heb ik niet
van hem, maar van mijn leraren.
In 1947 trouwde hij met Euphe-
mia, Elisabeth Huurman uit Deven
ter. Hoe gaat zo iets? Zoals het dui
zenden malen opnieuw gaat in het le
ven. Hij leerde haar kennen op de eer
ste officiële inauguratie na de bevrij
ding in 1946. Daar behoorde je te ko
men mét dame en hij zei tegen een
vriendje: „Ik heb geen dame. neem
je zuster mee!" Die zuster was Eu-
jihemia en een jaar later trouwden
ze. Zij hebben nu vijf kinderen. Hij is
trots op die kinderen én op hun na
men. Ze heten: Adelheid, Philip. Ani
ta. Maurits en Constantjjn. Zo van
11 tot 4 jaar.
Het leven gaat verder in één rechte
ljin. Als hij is afgestudeerd wordt hji
leraar aan het O.L. Vrouw lyceum vooi
jongens in Breda. Na zjjn huweljjk gaat
hij ook m Brepa wonen en hjj begint
zich in 1948 te Interesseren voor de po
litiek. Er is namelijk in Breda behoefte
aan een .jongerenorganisatie van de
K.V.P. Daarmee belast deze leraar
zich, niet alleen omdat hij zoveel voelt
voor de politiek, maar ook omdat hjj
voelt voor de jeugd. Hjj richt de jonge
renorganisatie op en wordt er kring-
voorzitter van. Vervolgens komt hjj in
het hoofdbestuur en in 1949 wordt hjj
lid van de Raad. Struycken is dan wet
houder, Toxopeus en Veldkamp zjjn ook
lid Van de Raad. Stubenrouch wordt
secretaris van de raadsfractie en als
Veldkamp staatssecretaris wordt, volgt
hij hem op als fractievoorzitter. In 1953
werd hjj tenslotte wethouder van onder
wijs. Dat wethouderschap vond hjj een
fascinerende tijd. 's Morgens Homerus
met de jeugd en 's middags met Bre
dase burgers praten over scholen, sport
velden etc. Hij had nu eenmaal de
grootste belangstelling voor de jeugd-
gport en ontspanning, maar de moei
lijkheid was, zegt hij, dat wij wegens
het gebrek aan ruimte geen compact
geheel van sportvelden konden maken.
Wij moesten dus decentraliseren en ont
wierpen een athletiekcentrum, een hoc-
keycentrum en voetbalcentra. Dat vond
hij een van de belangrijkste zaken in
zjjn werk als wethouder.
Advertentie
(Van een medewerker)
Wie gedacht had dat de strjjd
rond een goede organisatie van
de beroepskeuzevoorlichting
langzamerhand tot het verleden behoor
de, moet zich de laatste maanden wel
teleurgesteld hebben gevoeld.
Men kent de geschiedenis. Nadat van
particuliere zijde reeds meer dan 30
jaar op verdienstelijke wijze aan we
tenschappelijk verantwoorde beroeps
keuzevoorlichting was gedaan, door
kruiste de rijksoverheid In 1948 het par
ticulier initiatief hiet een haast dode
lijke concurrentie. De strijd om een
financieel gelijke behandeling vond in
dit voorjaar een voorlopig eind toen
minister Beel de onmogelijke voorwaar
den van zjjn Ambtsvoorganger minis
ter Suurholf tot redelijke proporties te
rugbracht. Helaas wachten ook thans
- augustus 1959 - de bijzondere bu
reaus nog op definitieve beslissingen,
waardoor zjj precies zullen weten waar
zjj over het jaar 1959 aan toe zjjn.
Maar aangenomen dat dit allemaal nog
wel op zjjn pootjes terecht zal komen,
is er toch wel nieuwe aanleiding om
zich ernstig Ongerust te maken over
een aantal verschijnselen vooral bij de
organisatie en de uitvoering van de be
roepskeuzevoorlichting, voorzover zjj
ressorteert onder de direoteur-gpne-
raal van de arbeidsvoorziening.
Ronduit gezegd zijn wij van oordeel,
dat. het rijksarbeidsbureau bezig is zjjn
naam als verzorger van beroepskeuze
voorlichting in ernstige mate in discre-
diel te brengen. Reeds hebben twee Ka
merleden, ïnej- ten Broecke Hoekstra
en de heer Zwanikken 'hierover schrif
telijk vragen gesteld aan de minister.
De vragen van mej. ten Broecke Hoek
stra, ingezonden op 23 juni. werden op
4 augustus beantwoord. De heer Zwa
nikken, die zijn vragen inzond op 15 ju
ni, wacht ook vandaag nog op ant-
w 3rd. Beide vragenstellers hebben,
gezien de aard van hun opmerkingen,
tot doei, een juist onderscheid in de
bevoegdheden van functionarissen, die
zich met het werk van de beroepskeuze
voorlichting bezighouden, te bevorde
ren.
Vanouds is het de gewoonte, dal mefi
bij dit werk een duidelijk onderscheid
maakt tussen organisatie en uitvoering.
Wie de groei van dit wer :eht weet,
dat vooral in dc soktor van de bijzon
dere bureaus hier strikt de hand aan
werd en wordt gehoudt 0. Er ziin ver
spreid over jiet gehele land, grote aan
tallen mensen, die zjcli met bijzondere
liefde aan 'de organisatie van het werk
hebben gewijd. Zjj zorgden en zorgen
dat bureaus worden opgericht en in-
stand gehouden; zjj bedelen om de nog
altjjd grote tekorten gedekt te krijgen;
zjj beleggen voorlichtingsavonden; zij
richten plaatselijke aanmeldingscomi-
té's op; zij bevorderen de subsidiever
lening door provinciale- en gemeente
lijke besturen; enz. enz. Zodra het
evenwel aankomt op de vraag welk
soort onderzoek een adviesvragende
moet ondergaan, welke methode daar
bij moet worden gevolgd, treedt de or
ganisator terug en komt de vakman
aan bod. Natu -rlyk is c, een nauw over
leg tussen beiden, omdat een goed sa
menspel tussen organisatie en tech
nische uitvoering de meest gewenste
resultaten kan garanderen.
Toen in 1949 de onjuiste concurren
tiestrijd (er is ook een juiste, denk
baar) tussen het rjjks. en het bijzon
dere initiatief ontbrandde, werd men het
over één zaak spoedig eens: de beroeps
keuzevoorlichting van de rijksarbeids
bureaus. zou nimmer misgroeien tot
een apparaat in handen van de arbeids
bemiddeling. Indien dit immers zou ge
beuren, zou het met de vrijheid van de
beroepskeuze, een groot principieel
goed. ten spoedigste gedaan zjjn. En
we moeten hel de functionarissen van
het rijksarbeidsbureau tot hun oer na
geven, dat zij zich als regel voortref
felijk aan deze erecode hebben gehou
den. Het zou trouwens elke beroeps
keuzeadviseur in zijn beroepseer kwet
sen, indien hij, de geschiktheid van een
candïdaat onderzoekende, zijn advies
bij voorbaat afhankelijk zou stellen van
de concrete behoefte aan een bepaald
soort.
Nu zijn er de laatste 1 ver
schijnselen welke erop duiden,
dat een gevaarlijke vermenging
van taken bezig Is zich aan het departe
ment van Sociale Zaken te voltrekken.
De bovenbedoelde vragen van de heide
Kamerleden hebben hierop bel/ekking.
Het meest duidelijk spreekt dit uit de
vragen van de heer Zwanikken. Het is
evident, dat het uitblonken van een
beroepskeuzearivics een persoonlij
ke zaak is tussen de adviseur en de
adviesvragende <S diens ouders In een
rondschrijven van de directeur-gene
raal van de arbeidsvoorziening nu
wordt voorgeschreven dat de hoofdin
specteur-directeur, c.q. de directeur
van het gewestelijk arbeidsbureau be
paalt of het advies, zoals dit is opge
steld door de beroepskeuze-adviseur,
c.q. de psycholoog, al dan niet aan de
aanvrager zal worden uitgereikt. In
een volgende bepaling wordt het nog
bonter gemaakt. Daal wordt n.l. ge
steld dat de directeur van het gewes
telijk arbeidsbureau een gewijzigd ad
vies kan verlangen. Men hoeft geen
deskundige te zjjn om te begrijpen, dat
hier met een van de grondbeginselen
van de wetenschappelijke beoefening
van de beroepskeuzevoorlichting een
voudig wordt gespot.
We dachten onwillekeurig aan een
vergelijkbaar geval. Stel dat aan een
ziekenhuis een economisch directeur,
niet-medicus, is verbonden; er komt
een patient, de dokter stelt een diagno
se maar de cli ecteur, niet-deskundige,
verlangt om welke geheimzinnige reden
dan ook een andere diagnose. Heel
de medische wereld zou uiteraard op
zjjn achterste benen staan en zulk een
inmenging in de deskundigheid eenvou
dig niet nemen. Het lijdt geen twijfel
dat zulk een directeur op staande voet
zdu worden ontslagen.
De beroepskeuzeadviseurs van het
rijksarbeidsbureau zjjn tameljjk onder
geschikte ambtenaren. Hun weten
schappelijke status begint eerst sinds
de invoering van het officiële certifL
caat van erkend beroepskeuzeadviseur
I enige betekenis te, krjjgen. Het groot
tekort aan psychologen, zeker bij de af
deling beroepskeuzevoorlichting van de
gewestelijke arbeidsbureaus maakt
hun positie nog onbeschermder. We
hebben er wei een paar gesproken die
ronduit verklaarden, dat zij zouden wei
geren te voldoen aan bevelen of wensen
die met hun beroepsethos in strijd zou
den zjjn, desnoods ten koste van hun
positie. Of .ze dit ook zullen doen is in
middels een volgende vraag.
Volkomen terecht, dunkt ons, heeft
de heer Zwanikken de minister van So
ciale Zaken gevraagd te bevorderen
dat deze richtlijnen van de directejrr-
generaal voor de arbeidsvoorziening
zullen worden ingetrokken en dat de
bevoegdheden ten aanzien*van onder
zoek en advies uitsluitend in handen
zullen blijven van daartoe aangewe
zen deskundigen.
Dat beantwoording van de vragen
voor de-minister var Sociale Zaken een
moeilijk geval is, begrijpen wij, en daar
om was enig geduid hij het wachten
,op >een antwoord op zjjn blasts. Maar
een spoedige uitspraak omtrent de
principiële kant der kwestie is toch in
ieder geval noodzakelijk.
Helemaal deze zaak oplossen zal
naar onze overtuiging slechts mogelijk
zjjn indien de vragen van mej. ten
Broecke Hoekstra op een volkomen an
dere. wijze zullen worden beantwoord-
als thans het geval is. Zij heeft ge
vraagd onder rneer: of de gehele be
roepskeuzevoorlichting niet op andere
wijze hierarchies kan worden ingepast
op het ministerie van Sociale Zaken.
Neej zegt de minister, dat gaat niet.
Ja. zéggen wij, dat moét gaan, want
zoals het nu gaat blijven wij de fi
guur behouden van de .ondeskundige
die dc deskundige zal voorschrijven
wat hij als zodanig heeft te doen. En
dat is onaanvaardbaar.
Hij was een harde werker, die werk
te aan scholenbouw en aan de opvoe
ring van het onderwjjspeil. Ook de
zuivere culturele opvoeding had zijn
belangstelling. Aan de uitbreiding
van het culturele centrum de Beyerd
heeft hij hard meegewerkt. Dit alles
meent njj in de steek te moeten la
ten als de Kroon roept, hoe ongewis
het ook is. Je moet dan maar ver
trouwen op de toekomst, zegt hij,
maar weigeren mag men zo iets niet.
En bovendien, zegt hjj, ik kom uit een
onderwijsnest. Nu heb ik opnieuw
met het onderwijs te maken, dat be
vredigt mij er dan moet ik het ver
der maar afwachten. Intussen is hij
de vierde man, die de Bredase ge
meenteraad afstaat aan de regering.
Eerst Struycken, maar dat is alweer
een jaar of acht geleden. Daarna
Veldkamp, toen volgde Toxopeus en
nu staatssecretaris Stubenrouch.
Komt men nu met hem te spreken
over het terrein van de politiek, dan
kan hij begrijpelijkerwijze nog niet veel
loslaten. We] wil hij, de oud-wethouder
van onderwijs, straks officieel het nieu
we meisjeslyceum in Breda gaan ope
nen. Het heet Mencia de Mendoza-ly-
ceum naar een of andere Spaanse gra
vin, die iets te maken had met het hof
van de Nassaus. Zelf zegt hij: „Ik kan
in mijn nieuwe functie natuurlijk niet
zelf alle middelbare scholen gaan ope
nen, maar dit Mencia de Mendoza-ly-
ceum wi] ik toch niet missen". Overi
gens zal hij te maken krjjgen met de
Mammoetwet, die minister Cals verle
den jaar reeds heeft ingediend. Hjj ver
telt mij, dat hjj de zorg heeft gekre
gen voor het L.O.,N.O., V.H.M.O. en
het S.P.O., het sociaal pedagogisch on
derwjjs.
Wjj komen er dan vanzelf over te
spreken of hjj nu ook straks de Mam
moetwet in de Kamers zal hebben te
verdedigen. Hjj laat zich daar niet de
finitief .over uit. „Het is de wet van
minister Cals". merk ik op, „en hij
is dus de eerst aangewezene om deze
wet te verdedigen". Hjj lacht eens.
Och zegt hjj dat is een kwestie van
intern beleid. Het zal van de omstan
digheden afhangen, hoe en in welke
vorm ik deze wet mede zal moeten
helpen verdedigen.
Maar zijn vak is het wel. Hij kent
het V.H.M.O. en minister Cals zal,
zo denken wjj, in ieder geval een goe
de steun aan hem hebben.
Daarvoor zit hij nu al te studeren.
Hjj zal wel bemerken, dat deze zaak
politiek niet eenvoudig is, maar hij
heeft op terreinen, die hjj beheerst,
een opmerkelijk gemak van spYeken
en gevoel voor omgang met anderen.
Intussen wacht hy het rustig af. De
tjjd zal het leren.
FRANS SCHNEIDERS.
Advertentie
Bewaar de pleisters droog en
zonvrij - luister naar bekend
making geheim K R O op 9 aug.
20.35 20.45 u. 298 m. (ga
vroeg naar de kerk!) en
iTiiiiiiiiiimiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii in 24ste jaar van episcopaat 'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIH