Staatssecretaris drs. G. Stubenrouch nummer vier uit Breda ONBEVREDIGEND BELEID Organisatie van dej beroepskeuzevoorlichting Mgr. J. P. HUIBERS, bisschop van Haarlem, zestig jaar priester IHoogbejaard, maar krachtig en gezond LOOPBAAN ZONDER SCHOKKEN Pontificale mis en recepties Sociaal commentaar Vragen van Kamerlid te moeilijk? Aanbieding feestgave Koel- en luchttechniek ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1959 PAGINA 7 Haarlems bisschop, mgr. J. P. Huibers, heeft in volle geestelijke en lichamelijke gezondheid de leeftijd bereikt, waarop hij tussen zijn drukke episcopale werkzaamheden door van de ene gedenkdag naar de andere leeft. Tussen de viering van zijn vijf en vijftig-jarig pries terfeest in 1954 en de komende 15e augustus, .wanneer hij de diamanten jubilaris zal zijn, heeft hij zijn tachtigste verjaardag be leefd en heeft hij in 1956 mogen herdenken, dat hij twintig jaar geleden tot bisschop werd ge wijd. Begrijpelijk, dat de bejaarde kerkvorst het volume van de jubelklanken wat wil beperkt zien om te voorkomen, dat de fanfares van het ene feest die van het andere zouden storen. Want na de vijftiende augustus komt de 85ste verjaardag van mgr. Huibers in 1960 in het verschiet en in de verte ziet men reeds het zilver van het bisschopsambt in 1961. Misschien maken wij ons aan vermetel vertrouwen schuldig door zover vooruit te zien, maar tenslotte is het mgr. Huibers zelf, die met zijn opvallende vitaliteit bij zijn diocesanen de indruk wekt, dat zij nog jaren op hem mogen rekenen. Bouwpastoor Zorgvolle tijd Mild en begrijpend 9 augustus E H BO-zondag GEEF ROYAAL =-=S=B den werd genomen: mur, Hutb.er Er is stellig reden, bij het diamanten hoogljj dat aanstaande is, terug te zien op een priesterleven van zestig jaren, zoals mgr. Huibers dat in onverminder de werkzaamheid heeft doorgebracht in alle rangen van de Haarlemse hiëra- chie. Mgr. Huibers werd geboren in Am sterdam op 15 november 1875 en pries ter gewijd te Haarlem op 15 augustus 1899. Zijn eerste plechtige H. Mis droeg hij op te Gouda, waar zijn ouders toen woonden. Een maand later volgde zijn benoeming tot kapelaan te Moordrecht, waarna hij op 18 augustus 1902 te Lei den benoemd werd als kapelaan aan de. inmiddels voor de ere-dienst ge sloten, Mon-Père-kerk aan de Haarlem merstraat. In die jaren deed de latere bisschop van Haarlem zich kennen als een vurige volkspredikant, die onder leiding van zijn pastoor-deken, de hoog geleerde Dessens, vele initiatieven nam welke niet alleen zijn parochie, maar geheel katholiek Leiden tot zegen wa ren. Na enkele jaren parochiële ziel zorg benoemde zijn bisschop hem tot leraar aan het klein-seminarie Ha- geveld, dat toen nog te Voorhout was gevestigd, en daar heeft de jonge /.professor" een toen nog gang bare titel, ontleend aan het negen tiende eeuwse ..professeur" van 2 septerhber 1905 tot 7 mei 1916 La tijn, Grieks en Nederlandse letter kunde gedoceerd op een wijze, die zjjn oud-studenten nog vers in het ge heugen ligt.- Zijn taalvaardigheid en spreekvaar digheid waren in sommige opzichten exemplarisch. De inspirerende manier, waarop hij de letterkunde meer voor droeg dan doceerde, bezorgde hem een geboeid gehoor. Vondel was zijn grote liefde, en de laatste jaren dat het Ha- gevelds toneel aan zijn zorgen was toe vertrouwd, kregen de treurspelen een voorname plaats. Vondels Samson" met name, dat, sinds het geschreven was, slecht één keer opgevoerd was, werd onder zijn leiding weer ten tonele gebracht. Bovenal uitte ziéh ook in die jaren de pastorele trekken, die zijn priesterleven bijzonder kenmerken. Zijn afscheid van Hageveld in 1916 was niet alleen een vaarwpl aan een eminent leraar; maar evenzeer en misschien nog meer aan een goede pastor. De laatste kwaliteit is vermoedelijk medebepalend geweest, toen by per 7 mei 1916 kapelaan werd aan de paro chie van ,,De Liefde" té Amsterdam. Hy kreeg tevens van zijn bisschop' de opdracht de stichting van een nieuwe parochie voor te berèrden in de „Baars jes". De Amsterdammers hebben toen hün vroegere stadgenoot als een door tastend bouwer leren kennen, die reeds spoedig zijn aan Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand toegewijde kerk aan de Chasséstraat tot stand bracht. Officieel werd hij\ 20 oktober 1917 tot pastoor van zijn nieuwe paro chie benoemd, waar hij zich gemakke lijk wist aan te passen aan de aard van de parochianen, die hij zonder veel de monstraties aan zich wist te binden. De vallend omdat het klimmen der jaren begrijpelijkerwijs enige vertraging van tred in de voortgaande tjjd met zich mee had kunnen brengéfl. De verschillende onderscheidingen, die hefn werden toegekend, getuigen ervan, dat de waardering voor zijn per soon en werk niet tot zijn diocesanen beperkt is gebleven. In 1938 werd mgr. Huibers benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Bij bevor dering werd hij in 1949 benoemd tot Commandeur van dezelfde Orde. In februari 1947 werd mgr. Huibers ere kanunnik van het kapittel van Tarbes- in 1948 kwam zijn bendeming tot assi stent-bisschop bij de pauselijke troon en vorige week werd hij benoemd tot ere kanunnik van het kapittel van Takbes- Lourdes. W. H. Staatssecretaris Stubenrouch is een verwoed filmer. Van links naar rechts Philip (10 jaar), staatssecretaris Sfubenrouch, Staatssecretaris^ gtubenroucht Maurits (7 jaar), Adelheid (staande, 11 jaar), Anita (8 jaar) en Constatyn (4 jaar). Een betrekkelijk recente foto van mgr. Huibers. ïiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimi teleurstelling van zijn parochianen was dan ook oprecht, toen hij: elf jaar la ter zjjn parochie moest verlaten. De bisschop_ plaatste hem temidden van de West-Friezen, toen hij hem tot pastoor deken in Hoorn benoemde. Ook daar wist hij zich uitstekend vertrouwd te maken met het klimaat, dat naar de natuur nogal koud was, maar naar de levenssfeer een opmonterende warmte bood, hetgeen zijn priesterlijk werk ver gemakkelijkte. Zo had hij dus gewerkt in de beide Hollanden. De zielzorg had hjj in al haar facetten leren kennen. Het roomse leven kende hij van binnen en buiten, zoals het zich voltrok in alle rangen en standen. In het najaar van 1935 stierf de bisschop van Haarlem, mgr. J. D. J. Aengenent. Het was een moeilijke tyd. De crisisjaren hadden grote werkloos heid gebraéht, vele kerken, gebouwd in de dure jaren, leefden op de rand van de armoe. Een geestelijke neer gang was onmiskenbaar. In die dagen benoemde paus Pius XÏ de Deken van Hoorn in het geheim consistorie van 16 december 1935 tot bisschop van Haarlem. Enkele maan den later, 13 januari 1936, nam oisr. Huibers bezit van zjjn bisschoppelijke zetel en 11 februari wijdde de pauselijk internuntius, mgr. Paolo Giobbe, hem totbisschop. In het nu bijna vijf en twintig-jarig episcopaat van mgr. Huibers zijn de zorgen en moeilijkheden, zowel gees telijk als materieel, niet minder gewor- j den. De oorlogsjaren trokken door ge- heel het bisdom een vernietigende streep Het einde in 1945 bracht naast een uitbundig gejubel de harde reali teit van een geestelijke en niateriele restauratie. Het werd spoedig duidelijk, dat men niet zonder meer de tocht kon hervatten op het punt, waarop in 1940 halt moest worden gehouden. In die warwinkel van meningen en opvattingen was meestal het laatste woord aan de bisschop. Op hem druk te een zware verantwoordelijkheid. Het onderwjjs riep om vernieuwing, de jeugd bepaalde meer haar eigen weg, vak- en standorganisaties wer den gedwongen tot bezinning op hun wezen en taak. Niemand heeft toen Haarlems bis schop, die met de andere leden van het Nederlandse episcopaat de weg haci uitgestippeld, welke men in de bezet tingsjaren moest gaan, om zijn taak benijd. Niet iedere beslissing zal met dezelfde waardering zjjn ontvangen, maar achter ieder besluit viel het niet moeilijk de Zielzorger te ontdekken. De stormachtige ontwikkeling van het bis dom Haarlem, dat door de oprichting van het bisdom Rotterdam in 1954, wel kleiner van omvang werd, maar waai de zorgen niettemin zeer zwaar bleven, dwong tot maatregelen, dje getuigden '"nog «1* Umièa^ant (geheel links) tezamen met zijn ouders en zrjn broer. Ter gelegenheid van zijn diamanten priesterfeest zal mgr. J. P. Huibers za terdag 15 augustus 's morgens om tien uur een pontificale- H. Mis opdragen in de kathedrale basiliek van Sint Bavo te Haarlem. De plechtigheid, waaron der de bisschop zelf de predikatie houdt, wordt door de KRO uitgezonden. Tij dens de H. Mis wordt de bisschop ge- assisteerd door leden van het Haarlems kapittel en door twee priester-ver- wanten. Na afloop is er een bijeenkomst voor genodigden in een dei- zalen van het Kreiagehu'is aan de Leiussvaart te Haarlem, tijdens welke de feestgave wordt overhandigd, zijnde de opbrengst geleden is gehouden. De feestgave is bestemd om hoognodige voorzieningen ter treffen aan de bisschoppelijke semi naria in Warmond en Heemstede. Te vens wordt de bisschop een geldsbedrag I voor hetzelfde doel aangeboden, dat j door een lekencomité is bijeengebracht, j Voor degénen, die nog niet in de gele genheid zjjn geweest hun gave over t-e maken, moge hier nog het gironjummer vermeid worden: 206060 ten name van if. W. J. L. L. Merkx te Haarlem, pen ningmeester ere-cömitë ..Diamanten t priesterfeest mgr. J. P. Huibers". (In tegenstelling tot hetgeen vermeld staat op de uitnodigingskaarten die van i het bisdom zijn uitgegaan, wordt de receptie na afloop van de pontificale Mis op 15 augustus dus niet gehouden in het Concertgebouw maar in het Kre- lagchuis). Voor leken en religieuzen, die de bisschop willen feliciteren, is daartoe gelegenheid zondag 16 augustus van elf tot één uur in het bisschoppelijk huis aan de Nieuwe Gracht te Haarlem. Priesters worden, eveneens in het bis schoppelijk huis verwacht maandag 17 augustus, 's middags van vier tot zes uur. lenslotte zal op een zondag in sep tember een jeugddag worden gehouden, welke besloten wordt met een plechtige avondmis, op te dragen door mgr. Hui bers in de kathedrale basiliek. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIN van groot inzicht, In dit verband zij slechts herinnerd aan de IJmond, waar een traditionele levenssfeer volkomen overhoop gegooid werd door de indus trie. Het Bedrijfsapostolaat en de Stichting Opbouw Katholiek Kennemer- land waren daar tijdig present om de nadelige gevolgen van die industriali- satie-op-grote-schaal op te vangen. Daarnaast kreeg men te doen met het ontstaan van indrukwekkende woon- agglomeraties in geheel het diocees. De bouw van kerken vroeg een nieuwe politiek. Financiële offers Werden van de diocesanen gevraagd onder het motto „Helpt de bisschop kerken bou wen". Er was dus alleen sprake van „helpen" en de bisschop, die werkelijk bouwen moest, was mgr. Huibers. De benoeming van mgr. dr. J. A. E. van Dodewaard in 1958 tot coadjutor en vicaris van mgr. Huibers bracht ver lichting in het werk van Haarlems bis schop. Maar hij is daarbij gebleven de episcopus, de opzichter, die de last van zijn ambt wilde blijven dragen. Ln in dien iets hem in toenemende .mate is blijven kenmerken, dan is het zjjn mild heid. zijn openheid voor nieuwe denk beelden en begrip voor veranderde om standigheden. Dit alles is te meer op- De Staatssecretaris van Onderwijs, drs. G. Stubenrouch, is een man wiens leven tot nu toe zonder schok ken en rechtlijnig is verlopen. Dat er vaart men, als hjj zo rustig van zjjn leven vertelt en eigenlijk is dat gauw verteld. Het was nogal pioeilijk dit gesprek te organiseren, voordat hjj met zyn vrouw en zijn vader (73) op vakantie ging, maar met wat goede wil vond hij in een lunchpauze vol doende tijd voor een gesprek. Een ge sprek, dat eigenlijk vanzelf verloopt, omdat hjj gemakkelijk spreekt en een gemakkelijke manier van omgang heeft. Iets zuidelijks is hem niet vreemd en hjj denkt, dat hij dat heeft van zjjn ouders. Zjjn vader was na melijk een Brabander en zjjn moe- der een Limburgse. De enige schok in zijn leven was eigenlijk het over lijden van zijn moeder in 1942. Ge rard Stubenrouch was toen al 24 jaar oud, maar hjj was enig kind en bleef alleen over met zijn vader. ..Wij vormden toen een mannenhuis houding", zegt hij en het is hem aan te zien, dat zjjn vader lat leven verder ook rustig in de juiste banen is blijven leiden. Het alleen zijn als enig kind in 'een gezin heeft hem niet gesloten of gecompliceerd gemaakt. Misschien heeft het hem wel ingekeerder, nadenkender en werkzamgr gemaakt. Hij heeft de voetsporen gedrukt van zjjn vader, die ook een onderwijsman was. maar anders dan hij. Zijn vader was namelijk een wiskundeman, die een gecombineerd leraarsambt ver vulde: in Oss bij de Carmelieten en in Nijmegen. He* was wel een teleurstel ling, dat zijn zoon Gerard niets voor wiskunde bieek te voelen. Dat merkte hjj, toen Gerard naar het Canisiuscol- iege in Nijmegen ging oltewel naar het „hok". Het werd dus geen wiskunde, wat hij ging studeren, maar klassieken aan de universiteit in Nijmegen. Vader was intussen naast zjjn leraars ambt ook nog docent geworden aan de Economische Hogeschool in Tilburg, waar hij doceerde samen met Cobben- hagen en de Quay. Over zijn studententijd vertelt hjj nog een anecdote. Ze schiet hem plotseling te binnen en hjj praat erover alsof hij zeggen wil: denk niet, dat ik daarvan ook maar enig complex heb overgehou den. Hij vertelt namelijk de herinnering van een enig kind. Hjj had zich op het gymnasium iet of wat misdragen en werd tot de orde „eroepen. De pater, die zijn „wandaad" te bestraffen had, sprak erover met een collega en zei: ..Zie je wel. zo'n verwend enig kindje." Het antwoord, dat hij kreeg was: „Het spijt me we] collega, maar dat ben ik ook." Hij heeft das nu nog plezier in. Zelf zegt hjj: ik heb een prettige tjjd met mijn vader gehad. Alleen de liefde voor de klassieken heb ik niet van hem, maar van mijn leraren. In 1947 trouwde hij met Euphe- mia, Elisabeth Huurman uit Deven ter. Hoe gaat zo iets? Zoals het dui zenden malen opnieuw gaat in het le ven. Hij leerde haar kennen op de eer ste officiële inauguratie na de bevrij ding in 1946. Daar behoorde je te ko men mét dame en hij zei tegen een vriendje: „Ik heb geen dame. neem je zuster mee!" Die zuster was Eu- jihemia en een jaar later trouwden ze. Zij hebben nu vijf kinderen. Hij is trots op die kinderen én op hun na men. Ze heten: Adelheid, Philip. Ani ta. Maurits en Constantjjn. Zo van 11 tot 4 jaar. Het leven gaat verder in één rechte ljin. Als hij is afgestudeerd wordt hji leraar aan het O.L. Vrouw lyceum vooi jongens in Breda. Na zjjn huweljjk gaat hij ook m Brepa wonen en hjj begint zich in 1948 te Interesseren voor de po litiek. Er is namelijk in Breda behoefte aan een .jongerenorganisatie van de K.V.P. Daarmee belast deze leraar zich, niet alleen omdat hij zoveel voelt voor de politiek, maar ook omdat hjj voelt voor de jeugd. Hjj richt de jonge renorganisatie op en wordt er kring- voorzitter van. Vervolgens komt hjj in het hoofdbestuur en in 1949 wordt hjj lid van de Raad. Struycken is dan wet houder, Toxopeus en Veldkamp zjjn ook lid Van de Raad. Stubenrouch wordt secretaris van de raadsfractie en als Veldkamp staatssecretaris wordt, volgt hij hem op als fractievoorzitter. In 1953 werd hjj tenslotte wethouder van onder wijs. Dat wethouderschap vond hjj een fascinerende tijd. 's Morgens Homerus met de jeugd en 's middags met Bre dase burgers praten over scholen, sport velden etc. Hij had nu eenmaal de grootste belangstelling voor de jeugd- gport en ontspanning, maar de moei lijkheid was, zegt hij, dat wij wegens het gebrek aan ruimte geen compact geheel van sportvelden konden maken. Wij moesten dus decentraliseren en ont wierpen een athletiekcentrum, een hoc- keycentrum en voetbalcentra. Dat vond hij een van de belangrijkste zaken in zjjn werk als wethouder. Advertentie (Van een medewerker) Wie gedacht had dat de strjjd rond een goede organisatie van de beroepskeuzevoorlichting langzamerhand tot het verleden behoor de, moet zich de laatste maanden wel teleurgesteld hebben gevoeld. Men kent de geschiedenis. Nadat van particuliere zijde reeds meer dan 30 jaar op verdienstelijke wijze aan we tenschappelijk verantwoorde beroeps keuzevoorlichting was gedaan, door kruiste de rijksoverheid In 1948 het par ticulier initiatief hiet een haast dode lijke concurrentie. De strijd om een financieel gelijke behandeling vond in dit voorjaar een voorlopig eind toen minister Beel de onmogelijke voorwaar den van zjjn Ambtsvoorganger minis ter Suurholf tot redelijke proporties te rugbracht. Helaas wachten ook thans - augustus 1959 - de bijzondere bu reaus nog op definitieve beslissingen, waardoor zjj precies zullen weten waar zjj over het jaar 1959 aan toe zjjn. Maar aangenomen dat dit allemaal nog wel op zjjn pootjes terecht zal komen, is er toch wel nieuwe aanleiding om zich ernstig Ongerust te maken over een aantal verschijnselen vooral bij de organisatie en de uitvoering van de be roepskeuzevoorlichting, voorzover zjj ressorteert onder de direoteur-gpne- raal van de arbeidsvoorziening. Ronduit gezegd zijn wij van oordeel, dat. het rijksarbeidsbureau bezig is zjjn naam als verzorger van beroepskeuze voorlichting in ernstige mate in discre- diel te brengen. Reeds hebben twee Ka merleden, ïnej- ten Broecke Hoekstra en de heer Zwanikken 'hierover schrif telijk vragen gesteld aan de minister. De vragen van mej. ten Broecke Hoek stra, ingezonden op 23 juni. werden op 4 augustus beantwoord. De heer Zwa nikken, die zijn vragen inzond op 15 ju ni, wacht ook vandaag nog op ant- w 3rd. Beide vragenstellers hebben, gezien de aard van hun opmerkingen, tot doei, een juist onderscheid in de bevoegdheden van functionarissen, die zich met het werk van de beroepskeuze voorlichting bezighouden, te bevorde ren. Vanouds is het de gewoonte, dal mefi bij dit werk een duidelijk onderscheid maakt tussen organisatie en uitvoering. Wie de groei van dit wer :eht weet, dat vooral in dc soktor van de bijzon dere bureaus hier strikt de hand aan werd en wordt gehoudt 0. Er ziin ver spreid over jiet gehele land, grote aan tallen mensen, die zjcli met bijzondere liefde aan 'de organisatie van het werk hebben gewijd. Zjj zorgden en zorgen dat bureaus worden opgericht en in- stand gehouden; zjj bedelen om de nog altjjd grote tekorten gedekt te krijgen; zjj beleggen voorlichtingsavonden; zij richten plaatselijke aanmeldingscomi- té's op; zij bevorderen de subsidiever lening door provinciale- en gemeente lijke besturen; enz. enz. Zodra het evenwel aankomt op de vraag welk soort onderzoek een adviesvragende moet ondergaan, welke methode daar bij moet worden gevolgd, treedt de or ganisator terug en komt de vakman aan bod. Natu -rlyk is c, een nauw over leg tussen beiden, omdat een goed sa menspel tussen organisatie en tech nische uitvoering de meest gewenste resultaten kan garanderen. Toen in 1949 de onjuiste concurren tiestrijd (er is ook een juiste, denk baar) tussen het rjjks. en het bijzon dere initiatief ontbrandde, werd men het over één zaak spoedig eens: de beroeps keuzevoorlichting van de rijksarbeids bureaus. zou nimmer misgroeien tot een apparaat in handen van de arbeids bemiddeling. Indien dit immers zou ge beuren, zou het met de vrijheid van de beroepskeuze, een groot principieel goed. ten spoedigste gedaan zjjn. En we moeten hel de functionarissen van het rijksarbeidsbureau tot hun oer na geven, dat zij zich als regel voortref felijk aan deze erecode hebben gehou den. Het zou trouwens elke beroeps keuzeadviseur in zijn beroepseer kwet sen, indien hij, de geschiktheid van een candïdaat onderzoekende, zijn advies bij voorbaat afhankelijk zou stellen van de concrete behoefte aan een bepaald soort. Nu zijn er de laatste 1 ver schijnselen welke erop duiden, dat een gevaarlijke vermenging van taken bezig Is zich aan het departe ment van Sociale Zaken te voltrekken. De bovenbedoelde vragen van de heide Kamerleden hebben hierop bel/ekking. Het meest duidelijk spreekt dit uit de vragen van de heer Zwanikken. Het is evident, dat het uitblonken van een beroepskeuzearivics een persoonlij ke zaak is tussen de adviseur en de adviesvragende <S diens ouders In een rondschrijven van de directeur-gene raal van de arbeidsvoorziening nu wordt voorgeschreven dat de hoofdin specteur-directeur, c.q. de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau be paalt of het advies, zoals dit is opge steld door de beroepskeuze-adviseur, c.q. de psycholoog, al dan niet aan de aanvrager zal worden uitgereikt. In een volgende bepaling wordt het nog bonter gemaakt. Daal wordt n.l. ge steld dat de directeur van het gewes telijk arbeidsbureau een gewijzigd ad vies kan verlangen. Men hoeft geen deskundige te zjjn om te begrijpen, dat hier met een van de grondbeginselen van de wetenschappelijke beoefening van de beroepskeuzevoorlichting een voudig wordt gespot. We dachten onwillekeurig aan een vergelijkbaar geval. Stel dat aan een ziekenhuis een economisch directeur, niet-medicus, is verbonden; er komt een patient, de dokter stelt een diagno se maar de cli ecteur, niet-deskundige, verlangt om welke geheimzinnige reden dan ook een andere diagnose. Heel de medische wereld zou uiteraard op zjjn achterste benen staan en zulk een inmenging in de deskundigheid eenvou dig niet nemen. Het lijdt geen twijfel dat zulk een directeur op staande voet zdu worden ontslagen. De beroepskeuzeadviseurs van het rijksarbeidsbureau zjjn tameljjk onder geschikte ambtenaren. Hun weten schappelijke status begint eerst sinds de invoering van het officiële certifL caat van erkend beroepskeuzeadviseur I enige betekenis te, krjjgen. Het groot tekort aan psychologen, zeker bij de af deling beroepskeuzevoorlichting van de gewestelijke arbeidsbureaus maakt hun positie nog onbeschermder. We hebben er wei een paar gesproken die ronduit verklaarden, dat zij zouden wei geren te voldoen aan bevelen of wensen die met hun beroepsethos in strijd zou den zjjn, desnoods ten koste van hun positie. Of .ze dit ook zullen doen is in middels een volgende vraag. Volkomen terecht, dunkt ons, heeft de heer Zwanikken de minister van So ciale Zaken gevraagd te bevorderen dat deze richtlijnen van de directejrr- generaal voor de arbeidsvoorziening zullen worden ingetrokken en dat de bevoegdheden ten aanzien*van onder zoek en advies uitsluitend in handen zullen blijven van daartoe aangewe zen deskundigen. Dat beantwoording van de vragen voor de-minister var Sociale Zaken een moeilijk geval is, begrijpen wij, en daar om was enig geduid hij het wachten ,op >een antwoord op zjjn blasts. Maar een spoedige uitspraak omtrent de principiële kant der kwestie is toch in ieder geval noodzakelijk. Helemaal deze zaak oplossen zal naar onze overtuiging slechts mogelijk zjjn indien de vragen van mej. ten Broecke Hoekstra op een volkomen an dere. wijze zullen worden beantwoord- als thans het geval is. Zij heeft ge vraagd onder rneer: of de gehele be roepskeuzevoorlichting niet op andere wijze hierarchies kan worden ingepast op het ministerie van Sociale Zaken. Neej zegt de minister, dat gaat niet. Ja. zéggen wij, dat moét gaan, want zoals het nu gaat blijven wij de fi guur behouden van de .ondeskundige die dc deskundige zal voorschrijven wat hij als zodanig heeft te doen. En dat is onaanvaardbaar. Hij was een harde werker, die werk te aan scholenbouw en aan de opvoe ring van het onderwjjspeil. Ook de zuivere culturele opvoeding had zijn belangstelling. Aan de uitbreiding van het culturele centrum de Beyerd heeft hij hard meegewerkt. Dit alles meent njj in de steek te moeten la ten als de Kroon roept, hoe ongewis het ook is. Je moet dan maar ver trouwen op de toekomst, zegt hij, maar weigeren mag men zo iets niet. En bovendien, zegt hjj, ik kom uit een onderwijsnest. Nu heb ik opnieuw met het onderwijs te maken, dat be vredigt mij er dan moet ik het ver der maar afwachten. Intussen is hij de vierde man, die de Bredase ge meenteraad afstaat aan de regering. Eerst Struycken, maar dat is alweer een jaar of acht geleden. Daarna Veldkamp, toen volgde Toxopeus en nu staatssecretaris Stubenrouch. Komt men nu met hem te spreken over het terrein van de politiek, dan kan hij begrijpelijkerwijze nog niet veel loslaten. We] wil hij, de oud-wethouder van onderwijs, straks officieel het nieu we meisjeslyceum in Breda gaan ope nen. Het heet Mencia de Mendoza-ly- ceum naar een of andere Spaanse gra vin, die iets te maken had met het hof van de Nassaus. Zelf zegt hij: „Ik kan in mijn nieuwe functie natuurlijk niet zelf alle middelbare scholen gaan ope nen, maar dit Mencia de Mendoza-ly- ceum wi] ik toch niet missen". Overi gens zal hij te maken krjjgen met de Mammoetwet, die minister Cals verle den jaar reeds heeft ingediend. Hjj ver telt mij, dat hjj de zorg heeft gekre gen voor het L.O.,N.O., V.H.M.O. en het S.P.O., het sociaal pedagogisch on derwjjs. Wjj komen er dan vanzelf over te spreken of hjj nu ook straks de Mam moetwet in de Kamers zal hebben te verdedigen. Hjj laat zich daar niet de finitief .over uit. „Het is de wet van minister Cals". merk ik op, „en hij is dus de eerst aangewezene om deze wet te verdedigen". Hjj lacht eens. Och zegt hjj dat is een kwestie van intern beleid. Het zal van de omstan digheden afhangen, hoe en in welke vorm ik deze wet mede zal moeten helpen verdedigen. Maar zijn vak is het wel. Hij kent het V.H.M.O. en minister Cals zal, zo denken wjj, in ieder geval een goe de steun aan hem hebben. Daarvoor zit hij nu al te studeren. Hjj zal wel bemerken, dat deze zaak politiek niet eenvoudig is, maar hij heeft op terreinen, die hjj beheerst, een opmerkelijk gemak van spYeken en gevoel voor omgang met anderen. Intussen wacht hy het rustig af. De tjjd zal het leren. FRANS SCHNEIDERS. Advertentie Bewaar de pleisters droog en zonvrij - luister naar bekend making geheim K R O op 9 aug. 20.35 20.45 u. 298 m. (ga vroeg naar de kerk!) en iTiiiiiiiiiimiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii in 24ste jaar van episcopaat 'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIH

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 7