i
u
De griezelfilm
Bij uitzondering uitlaat voor jong en oud
AIeest al filmisch gif-
GOLDRUSH NAAR DE BREESAAP
Het woud der zere benen
SOCIALE WEGWIJZER
Slechts één slof
aardbeien van de
parochianen
wm
AANGENAAMSTE VLEK VAN HET GANSE LAND"
Deken B. G. Henning
Geheim Kamerheer
Vragen over crematie in
Eerste Kamer
Ziekenfonds bejaarden
V B
WOENSDAG 12 AUGUSTUS 1959
PAGINA 6
li»
I
A.W.W.
J
I
I
u
^BMa
In het laatste anderhalf jaar is het
begrip Griezelfilm weer eens opge
doken in de bioscopen en dientenge
volge in de Pers. die er overigens zel
den grote aandacht aan besteed heeft,
wetend dat ook dezc soort films even
als alle andere niet is ontstaan uit een
behoefte aan bet genre maar uit een
verlangen van de industrie haar geluk
Menace" voert dat de recente griezelfilms I Het Saat in deze sector niet alléén om
afwijken van de vroegere. De eerste jonge Heden, a] is mijn waarschuwing
„Frankenstein" had zulke komische pro- tegen dit filmische gif wel hoofdzakelijk
porties dat de horror daarin lachwekkend tot hen gericht. Ook bepaalde volwasse-
werd en doorgaans geen nachtmerries nen worden onweerstaanbaar aangetrok-
induceerde. De door Engelse maatschap
pijen vervaardigde griezelfilms van nu,
die aanvankelijk als B-pictures (tweede
rangsfilms) verschenen en hij noemt
weer eens te beproeven met een arti- dan bijvoorbeeld „The Vikings", waarin
maan
(Van een verslaggever)
De goldrush naar de Breesaap is eigenlijk nu pas goed begonnen. De ver
schijnselen daarvan zijn velerlei; wij behoeven maar te grijpen
Langs het landgoed waar drie eeuwen terug Johan de Witt kwam om in
idyllische rust het rijke meisje Wendela Bicker te vrijen, denderen steeds
meer bussen met arbeiders.
In een parochieblad berichtte vorige week een Beverwijkse pastoor te
leurgesteld dat hij dit jaar slechts één slof aardbeien van zijn parochianen
gekregen had. Een paar jaar geleden was dertig sloffen nog gewoon.
In de al grootsteedse Breestraat krijgt de ene na de andere winkel een
nieuwe pui.
Heemskerk is opgeschrikt door een relletje. Een Heemskerkse dame was
is badpak in haar tuin gaan zonnen. Andere Heemskerkers hadden geroe
pen dat zulks niet oirbaar was en de dame er beter aan deed zich naar de
kerk spoeden, waar het veertig-urengebed werd gehouden.
Kennemerland groeit van tuindersstreek naar staalstad. Voor wij twintig
jaar verder zijn, telt de staalstad zo'n 175.000 inwoners en zal zij het cen
trum zijn van het drukste forensenverkeer van Nederland. Wij noemen wel
dit cijfer, maar in deze streek durft niemand zich meer in de profeten
mantel te hullen. Ondanks kasten vol rapporten weet niemand wat er van
het Kennemerland precies zal worden. De dikke walm uit de industrie-
pijpen belemmert de klare blik. Staat hier straks een zwart berookt voor
geborchte van Lucifer, een stad volgestapeld met Corbusiers „machines a
habiter" De onzekerheid over de te verwachten groei vergt een tegelijk
moedig en voorzichtig beleid. Maar Kennemerland dreigt net als vroeger,
maar dan in figuurlijke zin Holland op zijn smalst te worden. Ieders beleid
vertoont een ander krachtlijnenveld, ieder Vecht heftige bestuurlijke ruzies
uit. De Breesaap mag dan geen bomenrijke plantage meer zijn, wie er zich
nu beweegt heeft een woud van „zere benen" te ontwijken.
Het crèmekleurige Scheybeeck, het
strakke Akerendam en de andere bui
tens vertellen het nog dat vroeger bij
Beverwijk de „aangenaamste vlek van
het ganse land" gelegen was. De heel
rijke families met hun hoge gasten en
kunstzinnige vrienden voeren er uit
Amsterdam heen, over het langgerekte
IJ en het Wijkermeer. Vanuit hun ka
mers genoten zij van een magnifiek
bellevue over het water. Achter hen la
gen. de bossen en de duinen, en naar de
..westerpekelbron", om met Poot te
spreken, was het amper een uur gaans.
Aagje Wolf en Betje Deken bezaten, in
Lommerlust hun paradijsje. Die van
Wijk aan Zee hadden hun visserij, die
van Heemskerk en Beverwijk hun tuin
bouw. Beverwijk ging ook prat op zijn
marktcentrum, vanwaar de vis, het
fruit en de groente naar de stad wer-
iiiiiiimiiiifmiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiminiiiii
niiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimiiiiiiiiiumiiiiiiiiiiiiiiiiiim
den vervoerd. Met de komst van het
spoorwegstation - het grappige houten
geval staat nu op verdwijnen - verloor
het land een lief stuk van zijn pastora
le idylle. Toen onder Willem III het
Noordzeekanaal gegraven werd, bete
kende dit echter geen verandering voor
de paar duizend vissers, aardbeien
kwekers en marktkooplui - het kanaal
kwam er immers voor Amsterdam. Nog
voor de eeuwwisseling vestigde zich aan
de noordelijke oever van het kanaal de
papierfabriek van Van Gelder. En hier
mee werd duidelijk dat het kanaal nog
andere belangwekkende aspecten bood.
De plaats hier was zowel vanaf het
water als vanaf het bestaande wegen
net goed te bereiken. Onmiddellijk na
de eerste wereldoorlog verrees ten wes
ten van de papierfabriek het bedrijf van
de Hoogovens. Was er een betere situ
ering denkbaar? De grote ertsboten
konden na het passeren der sluizen voor
het bedrijf aanleggen, de afvoermoge-
Hjkheden naar het achterland waren al
even gunstig, d zandgrond was vaste
bouwgrond. De tuinders hadden het
slecht, lees daarover maar Mensenwee
van Querido. De jongens uit de voor
het merendeel grote, katholieke platte
landsgezinnen hadden op vaders tuin
niets om handen. Maar de industrie kon
hen best gebruiken. De nieuwe arbei
ders kwamen in IJmuiden en later in
Velzen te wonen. Het Hoogovenbedrijf
«n de toenemende omliggende industrie
groeiden met élan. Ook uit Beverwijk
stroomden de arbeiders toe. Bij het uit
breken van de tweede wereldoorlog had
het Hoogovenbedrijf tweeduizend man
in dienst. Beverwijk werd nog nauwer
bij de industrie betrokken toen in de
oorlog enkele duizenden evacué's uit
IJmuiden en Velzen huisvesting moest
worden verleend.
Uit de nood van na de oorlog steeg de
kreet „industrialisatie" op. De andere
mogelijkheden om in leven te blijven
(grootscheepse emigratie en/of genoe
gen nemen met een schrale beurs) wa
ren uiteraard niet aanlokkelijk. In
dustrialisatie schept werkgelegenheid,
vooral in de sectoren van de metaalnij
verheid en de chemische industrie. Me
de dank zij de Marshall-hulp kon het
Hoogovenbedrijf zjjn „Breedband" bou
wen. Toen verrezen die bizarre tem
pels van de god Vulcanus. Meer kolen,
meer erts werden er aangevoerd; ho
ger laaiden de enorme vuren in de ke
tels, dikker walmden de wolken stoom
in gele, rose en grijze kleuren over het
kanaal en het land. Zagen de passe
rende scheepspassagiers ooit een in
drukwekkender silhouet dan hier bij de
oude Breesaap? Het getal der arbeiders
steeg; vier-, zeven-, tien-, en op het
ogenblik twaalfduizend mensen. die
hier een betere boterham verdienen dan
op de ouderlijke hofsteden. Andere ar
beiders gingen naar Van Gelder, naar
Beynes, of naar nieuwe bedrijven als
Beverol, Cetabever, enz. De industriële
expansie moest geremd worden, omdat
de streek het niet meer kon verwerken.
Niettemin werden vroegere hoefsmeden
eigenaar van constructiebedrijven met
vaak meer dan honderd man personeel.
Verzorgende industrieën zochten als big
gen de zeug van de basisindustrie op.
Ën de ontwikkeling snelt verder. Gro
te confectie-ateliers zien kans hier
vrouwelijke personeelsleden aan te
trekken. Voor de (hinderlijke) chemi
sche industrie is een terrein langs het
kanaal gereserveerd, waarvoor vele ge
gadigden zijn. Is het een wonder dat
men in deze streek grif over „een twee
de Roergebied" spreekt? Het Hoog
ovenbedrijf zal geen twintig jaar meer
nodig hebben om de twintigduizend
werknemers te halen. Hoewelmen
durf hierop niet te rekenen; wat zal
de automatie, één van de ongewisse
factoren, bewerkstelligen? Toch is het
onloochenbaar: de goldrush krijgt gro
te vaart. Uit Friesland en Groningen
zelfs komen de nieuwe Kennemerlan-
ders. Het Hoogovenbedrijf haalt dag en
nacht met bussen de arbeiders op uit
heel de Hollandse provincie.
Het ruim een kilometer 'ange strand
van Wijk aan Zee, waar boven de zach
te glooiing der duinen de rokende
tempeltorens uitsteken, gaat schuil on-
i familiebadplaats is nu voorbij, nu heet
dit; recreatie-oord. Het vijfduizend in
woners tellende Heemskerk is in enke
le jaren dubbel zo groot geworden. In
Velsen en het herbouwde IJmuiden kan
geen kip meer bij. Beverwijk heeft na
de oorlog enkele duizenden huizen ge
bouwd, maar kampt vandaag met een
woningnood die even groot is als die
van tien jaar terug. Vorig jaar is er
in deze stad een technische school voor
ruim vijfhonderd leerlingen geopend, die
nu al te klein is. Dertig andere scholen
zijn nodig. Het zal er van komen dat
de aardbeien-minnende pastoor voort
aan ook nog zijn ene slof moet ontbe
ren: de laatste veiling heeft aange
toond dat Beverwijk geen aardbeien-
stad meer is. Het heeft thans een be
scheiden stuk grond afgezonderd, waar
op enkele tientallen tuinders slechts de
meest rendabele gewassen mogen te
len. In de Breestraat, waar winkels in
warenhuizen veranderen, koopt de ge
hele streek. Beverwijk, nog geen half
uur rijden van Schiphol, zal het cen
trum worden van de noordelijke IJmond.
De plannen die het voor de uitbouw
heeft liggen, zijn van grote allure. Dat
er een chaos op het gebied van de ste-
denaanleg dreigt, is waarlijk niet zijn
schuld.
Toen de Breedband-fabrieken door de
koningin werden geopend, gingen de
burgemeesters van Velsen en Beverwijk
beurtelings aan het hoofd van de stoet.
Het leek vreemd. Maar de gemeente
grens loopt nogal grillig door het com
plex en de burgemeesters wilden wel
weten waar hun domein begon en ein
digde. Er komt wellicht een tijd dat de
vorstin een derde gids wordt toege
voegd, in de persoon van de Heems
kerkse burgemeester. De Hoogovens
komen dichter en dichter bij de Heem-
kerkse gemeente. We betreden thans
het „woud der zere benen". Daar het
verlossende woord voor het grote pro
bleem op dit ogenblik niet van ons te
verwachten is. zullen wij er nu voor
waken ook maar tegen één zeer been
te trappen. Slechts dit: de groeiende
staalstad is een geheel van enkele ge
meenten; een schip met verscheidene
kapiteins. Ieder reageert op een eigen
wijze op de veranderende situatie, maar
het is duidelijk dat de leiding van het
geheel van één hand moet komen. Wel
ke suggesties er door Rijk, provincie of
gemeente in de bestuurskwestie ook ge
opperd worden, men wordt het niet
eens. Elk der partners is bovendien op
een andere manier en volgens een an
der de mensen. De tijd van de rustige I dere geaardheid met het nieuwe ver*
.dag en nacht bussen met arbeiders door heel de provincie
trouwd geworden en dan woelen er over
al menselijke gevoeligheidjes. Mogen
de Kennemerlanders erfgenaam wor
den van de nuchterheid van Betje De
ken en het bestuurlijk genie van de Bic
kers. Intussen handelen dus de drie ge
meenten nog steeds op eigen houtje, al
houdt Beverwijk zich zoveel mogelijk
aan het grote streekplan dat vanwege
het Rijk is opgesteld. Men bouwt, legt
aan en ontwerpt elk volgens eigen idee.
Dit wordt een planologische botsing
van jewelste, tenzij de stukken van de
verschillende legpuzzels op korte ter
mijn passend worden geknipt. Een fraai
mozaïek kan er al niet meer ontstaan.
Een Heemskerkse dame gaat in bad
pak in de tuin zitten. Waarom? Omdat
zij een vlotte indruk wil maken bij
haar buurvrouw, die uit de stad af
komstig is en er ook luchtig bijloopt.
In Beverwijk is het eerste eindexamen
van het Rius-X-coilege achter de rug
en liefst alle leerlingen zijn geslaagd.
Een ploeg arbeiders van de Hoogovens
rijdt dagelijks met de bus langs een
huis waar achter het raam een zieke,
bejaarde vrouw op bed ligt. Iemand
gaat met de pet rond en korte tijd daar
na biedt een delegatie de zieke vrouw
een televisietoestel aan. Ook de nieuw
gebouwde kerken zijn 's zondags vol.
Het zijn de kleine tekenen van een ge
meenschap die leeft, al gebeurt dit
niet zonder spanningen. Het metaal ver.
hardt niet noodzakelijk het gemoed en
de chemie is niet de kunstmatige ver
vangster voor al het echte. Van de an
dere kant ontsnappen aan zo'n drastisch
veranderen geheel onwillekeurig een
reeks - krachttermen en voor het kuisen
daarvan heeft men een leger nijvere
doctorandussen nodig. Die zijn er en
men kan zeggen dat de geestelijke toe
stand van de IJmond-Noord weinig min
der gezond is dan in het agrarische ver
leden. Haarlems bisschop heelt enkele
jaren geleden gezegd: De IJmond-Noord
zal tonen dat liet industrialisatieproces
geen ontkerstening inhoudt. Met de
kwalijke voorbeelden uit het nabije ver
leden voor ogen, mag men dit als een
opmerkelijke uitspraak noteren. In de
IJmond-Noord kent ieder de heren van
de Stichting Opbouw Katholiek Kenne
merland (S.T.O.K.K.). Zij zijn werkzaam
op heel het sociaal-charitatieve terrein
en betrokken bij het culturele werk en
het jeugdwerk. Zij brengen de zaken op
gang, coördineren het organisatieleven
en zijn behulpzaam bij alle aanpassings
vraagstukken. In Hoorn zetelt de Stich
ting Opbouw Noordhollands Noorder
kwartier, die de toekomstige erpjgran-
kel. dat in vroeger tijden bewezen
heeft, winsten af te kunnen werpen, die
de aanmaak van nieuwe griezels moti
veerden.
Aangezien op alle regelen uitzonderin
gen bestaan, kan men ook in de soort
griezelfilm een paar activiteiten aan
wijzen die gevolg zijn van een innerlijke
noodzaak. Zo mag men wel aannemen
dat Fritz Lang zijn Testament van Dr.
Mabuse heeft bedoeld als een prelu
dium op Hitiers regime, maar dan toch
nadat de griezelfilms die er aan vooraf
zi.in gegaan volgens program, dat wil
zeggen met commerciële bedoelingen
op stapel waren gezet. Voorts is in De
Tijd naar aanleidins van de vertoning
van oude films in Venetië eens nadruk
kelijk gewezen op de evolutie van
Dreyers filmarbeid. die heeft geculmi
neerd in La passion de Jeanne d'Arc.
sluitstuk van een vrij lange reeks grie
zelfilms van dezelfde maker. In bedoel
de beschouwing werd zelfs min of meer
de veronderstelling gewaagd dat de be
roemde film van Dreyer minder te
danken zou zijn aan Dreyers bewonde
ring voor Jeanne dan aan zijn hang
naar de uitbeelding van heksenverbran
dingen. Een derde uitzondering zou men
bepaalde films van Hitchcock kunnen
noemen waarin de dikke fantast waar
lijk wei iets méér demonstreert dan een
serviele ijver om de opdrachten van
zijn mercantiele bazen tot een goed
einde te brengen.
Maar voor de rest: men maakt grie
zelfilms, omdat men er brood in ziet.
Men maakt Dracula's omdat men meent
te kunnen speculeren op de wan
smaak van een bepaald soort grof be
snaard publiek, die de griezel nodig
heeft om gelukkig te kunnen zijn. Ver
neemt men dan dat er mensen flauw
vallen bij de vertoningen, dan moet
men zo wijs zijn daar niet alles van te
geloven. Er zit reclame achter.
Men kan nu de wenkbrauwen fron
send vragen gaan stellen als deze:
„Wat heeft de nieuwe rage der griezel
films eigenlijk te maken met het maat
schappelijk bestel van onze dagen? Men
kan er, nog altijd wenkbrauwfronsend
op antwoorden: De na-ooriogse mentali
teit is er de oorzaak van. De mensen
willen weer griezelfilms zien. Wat er pre
cies van waar is, kan moeilijk met zeker
heid worden gezegd maar het lijkt on
denkbaar dat plotseling over de hele we
reld een zucht naar griezel ontstaat bij
volken dje wel. of gedeeltelijk of hele
maal niet aan de wereldoorlog hebben
meegedaan. En toch gaan de griezelfilms
naar alle landen, vergezeld van dezelfde
reclame dezelfde slagzinnen die hoege
naamd geen onderscheid maken tussen
bevattingsvermogen van het ene en het
andere publiek, maar van alle püblieken
veronderstellen dat ze zullen gaan zien,
wat z0 ijverig wordt aanbevolen. Een
plotselinge nieuwe reeks van griezelfilms
betekent niet veel meer dan dat men op
zoek naar variatie maar weer eens een
oud recept voor de dag haalt. Hier en
daar verneemt men dan wel dat er toch
wel enig verschil is met vroegere grie
zels (want men moet toch een zekere evo
lutie kunnen nastreven) maar te bewe
ren dat de huidige griezelfilms sadisti-
scher zijn dan de vroegere, lijkt ons over
dreven We kunnen er alleen maar een
bekentenis in zien, de bekentenis nl. dat
de schrijvers van zulke theorieën die oude
films nooit hebben gezien. Ware dit wel
het geval, wat zouden ze dan wei moeten
zeggen van Dreyers Vampier, een film
waarvan ons aller draak Dracula een af
gietsel lijkt te zijn.
Natuurlijk kan men genuanceerder over
de verhouding griezelfilm-maatschappij
mijmeren, maar in de meeste mijme
ringen wordt de rol van de mereeantiele
bedoeling, dus de kunstmatige ingreep te-
zeer verwaarloosd.
Intussen: ze zijn er geweest ze zijn er
nog en ze zullen wel blijven. Wat. even
eens blijven zal is de neiging om de hui
dige films sterk te onderscheiden van de
vroegere. Zo zegt de manager Arthur L.
Mayer, die als bijnaam „the Merchant of
mensenetende reuzenkrabben en een wil'
de-berenkuil voorkomen hebben volgens
Mayer „the capacity" to curdle the blood
and stimulate the boxoffice". Het publiek
waarvan de filmproducenten het hebben
moeten, de jeugdigen van vandaag, is
rijp overrijp voor sadisme en bruut
heid. Zij wijzen de gevestigde code van
mores en ethiek af: voor hén spelen wij!
schrijft Mayer, die vergeet erbij te zeggen:
.voor hen hebben wij altijd gespeeld".
Deze nieuwe horrorpictures kunnen glo
baal verdeeld worden in twee soorten: de
pure griezels (waarvan ..Horror of Dracu-
ia" met Christopher Lee in de hoofdrol
een voorbeeld is) en die welke science fic
tion gebruiken in de verklaring van het
verhaal (bijv. „Revenge of Frankenstein")
Uit de wereld van de filmmakers stamt
de mededeling, dat „horror" altijd een
element is geweest in bepaalde typen van
films, maar dat dit alarmerend gestegen
is in de jaren 19581959. Men is daar
bang. dat de smaak van het publiek zal
veranderen vóórdat alle op stapel staan
de griezelfilms in omloop zijn gebracht
Overigens houdt men rekening met de
kans, dat de griezelfilm als categorie een
lang leven beschoren is. Om duistere re
denen wordt niettemin ook in dit gezel
schap de vraag gesteld of de meest vio
lente gangsterfilms en de afschuwelijkste
griezelfilms waarin een appèl wordt ge
daan op excessieve wreedheid en sadis
me niet een potentieel gevaar vormen
voor jeugdigen, zeker wanneer „they make
prime appeal to base emotions and seem
to be having an adverse effect on audien
ces". In het laatste geval pas „it is time
to call a halt" Eerder niet. Of intussen de
scenario's minderwaardig zijn en de films
totaal onder de maat. doet er blijkbaar
niet toe. Als de shock-werking maar geld
in het laatje brengt
Terugkomend op het publiek: Enkele
psychiaters en psychologen zouden van
mening zijn. dat gruwelfilms voor jon
gelui niet verwerpelijk zijn omdat deze
rolprenten een mogelijke uitlaatklep bie
den voor warrige spanningen van seksuele
en agressieve aard. Ik meen. dat dergelij
ke films slechts in uitzonderingsgevallen
een gunstig gevolg kunnen hebben in die
zin dat. gestuwde spanningen direct war
den afgereageerd. Uit geordend enquête-
materiaal kan worden opgemaakt, dat bij
jeugdigen niet zelden ernstige, desinte-
gratietoestanden optraden na het zien van
dit soort films. De rol van de film in de
ze is meestal provocatief of vormgevend
aan de ziekelijke uiting. De hoofdoorzaak
van de onrustbarende reactie is doorgaans
gelegen in pre-existente structuren (aan-
legstoornis en/of misvorming door milieu
omstandigheden) van de jonge mens. Het
vervelende in de hele affaire is. dat juist
de min of meer verwrongen naturen zich
aangetrokken voelen door films van hel
hier aangeduide bedenkelijke allooi, een
allooi dat opzettelijk door de bioscoopre
clame wordt geaccentueerd. Hierbij komt
nog, dat jeugdigen in het algemeen maar
vooral déze jeugdigen aan de inbouw van
het element „horror" in het geheel van
de film waardoor dit element soms
wordt genivelleerd voorbijzien, zodat de
griezelscènes geïsoleerd op hen afkomen
en als zodanig een onberekenbare scha
de kunnen aanrichten, 'n momentele frus
tratie of. indien gebonden aan in het on
bewuste nawerkende reële belevenissen
van vroeger datum een chronische frus
tratie met alle gevolgen van dien.
ken door „Dracula" en aanverwante dra
ken. Totdat zij onmachtig uit hun bio-
scoopfauteuil vallen! Van een enkele toe
schouwer wordt gezegd dat hij weer
bij zijn positieven gekomen met alle
geweld terug wilde in de zaal en na vijf
minuten gruwlustig kijken opnieuw in
zwijm viel. Dergelijke gevallen bewijzen
ontegenzeglijk hoe verlokkelijk de draai
kolk van de griezelfilm is en geven een
indruk van de ziekelijk-dwangmatige hang
naar de griezelshock Daar waar de
film alleen maar is een technisch ver
fijnde bevrediging van de sensatiebehoef
te en de gemakzucht van het publiek,
voert hij tot verveling en stompe indolen
tie. De griezelfim is dan nog in staat deze
barrière te doorbreken met horror. Bij
wijze van kanttekening zij vermeld, dat
de televisie in gematigde vorm zelfs
de Nederlandse televisie niet schroomt
om de „horror" binnenskamers te bren
gen. Gemakkelijker kan het a] niet.
De stof Van dit artikel, waarin het aan
bod en de vraag met betrekking tot de
griezelfilm fragmentarisch werden weer
gegeven. zal elders worden aangevuld met
een diepergaande beschouwing van de
desbetreffende geesteshygiënische aspec
ten.
J. J. C. MARLET, zenuwarts.
Op het feest van St.-Laurentius, pa
troon van het bisdom Rotterdam, heeft
de bisschop mgr. M. A. Jansen, aan deken
B. G. Henning van Rotterdam de benoe
ming meegedeeld tot pauselijk geheim
kamerheer. De pauselijke benoemings
brief was gedateerd op 3 juli 1959 en
kwam maandag op het bisdom aan.
Deken Henning, die tevens proost is
van het kathedraal kapittel van Rotter
dam werd 6 oktober 1905 te Zierikzee
geboren. Na zijn priesterwijding op
14 juni 1930 was hij achtereenvolgens
kapelaan te Middelharnis. Langeraar,
Bloemendaal, Rotterdam (H. Elisabeth),
rector van het St.-Annagesticht en Maris
Stella in Scheveningen, in 1955 pastoor
te Zwijndrecht. Op 12 december 1958
werd hij benoemd tot deken van Dor
drecht, nadat hij op 1 november 1956
was benoemd tot kanunnik van het
kathedraal kapittel. Op 26 februari 1958
werd hij deken_ van Rotterdam, waarna
op 9 januari 195.9 zijn benoeming volgde
tot proost van het kathedraal kapittel.
De socialistische Eerste-Kamerfractie
heeft aan minister Toxopeus (Binnenland
se Zaken) de vraag voorgelegd, „of in de
komende parlementaire periode een wets
ontwerp is te verwachten dat o.a. begra
ven en cremeren gelijk stelt en aan de
gemeenten de mogelijkheid biedt een cre
matorium te bouwen". De vraag komt
voor in het voorlopig verslag op een ont
werp tot wijziging van de wet op de lijk
bezorging. De minister, die van liberalen
huize is, zal ook nog moeten antwoorden
op de vraag „of het steeds oorbaar is
en juist te achten, dat een minister een
wetsontwerp verdedigt, strekkende tot
wijziging van een wet welke met 's minis
ters diepste overtuiging in strijd is, in
dien deze wijziging slechts enige verbete
ring in de bestaande wet wil brengen".
Mevr. A. V.-v. L. te R. heeft een broer
van 68 jaar. Het inkomen van die broer
bedroeg in 1958 iets meer dan I 2580,.
Als wij het gespecificeerde lijstje van het
inkomen nagaan, dan mogen wij aanne
men, dat in 1959 niet veel wijziging in
het totaalbedrag zal komen. Briefschrijf
ster wil weten, hoeveel premie haar broer
moet betalen voor het ziekenfonds.
DvmgebtmcL
Ui/brti ding
HEEMSKERK
u/è&r*ïc/iti<j
.%W.
To&kamthge
BEVERWIJK
Hoogovens
te:i naar de IJmond fn alle opzichten
bij de voorbereiding helpen. De arbei
ders van Kennemerland kennen .ook de
bedrjjfsaalmoezeniers, wier werkzaam
heden op het gebied van de specifieke
zielzorg liggen. De nieuw benoemde
pastoors in deze streek hebben veelal
als kapelaan in de grote stad gewerkt.
Zij zullen dan wellicht de aardbeien
moeten kopen, maar het hart van de
parochianen zal zich, naar men gelooft,
op ander* goede manieren uiten.
/'Ie
>0
Uw broer kan deelnemen aan de zieken-
fonds verzekering voor bejaarden 1. om
dat hij ouder is dan 64 jaar en 2. omdat
zijn jaarinkomen niet meer bedraagt dan
3590,—. Er zijn twee premiebedragen
bij Koninklijk Besluit vastgesteld Voor
1959 zijn die bedragen: 0.82 per week
bij een jaarinkomen t.m. f 2580 —en
1.64 per week bij een jaarinkomen van
meer dan 2580,— t.m. 3590,—. Uw
broer moet dus f 1.64 per week betalen.
I akantie huispersoneel
Mevr. P. H. v. V.-v T. te R. heeft
sedert oktober 1958 een werkster, die op
een halve dag per week bij haar werkt.
Briefschrijfster gaat nu 2 weken met va
kantie. Zij vraagt ons: heeft de werk
ster recht op tweemaal een halve dag uit
kering of kan ik haar die 2 halve
dagen later laten inhalen, zodat zij geen
financiële schade lijdt?
Wij nemen aan, dat omtrent de onder
havige situatie met de werkster bij de
aanvang van de dienstbetrekking geen
duidelijke afspraak is gemaakt. Als er
wel een afspraak is gemaakt, dan mag
de situatie thans geen vragen meer op
werpen. In dat geval moet de afspraak
uiteraard worden nagekomen. Als er niets
afgesproken is, dan heeft de werkster
formeel althans geen recht op enige
uitkering. Een andere vraag is, of zij op
morele gronden aanspraak, kan maken op
een vergoeding, nu zij geheel buiten
haar toedoen inkomsten derft. Het ant
woord op die vraag zouden we willen la
ten afhangen van de omstandigheden (dis
in de brief niet genoemd zijn) Is de
werkster bijvoorbeeld van oktober af
trouw iedere week gekomen? Zo ja. dan
is er onmiskenbaar een zekere moreia
binding tussen u en haar ontstaan, wel
ke ons Zou doen overhellen naar de ge
dachte om haar een vergoeding voor d«
niet gewerkte 2 halve dagen te geven.
Nam de werkster zelf haar taak niet zo
nauw op, dan ligt de oplossing wellicht in
een andere richting. Wanneer u deze en
misschien nog andere overwegingen in
't geding brengt, dan zult u zeker tot een
verantwoorde beslissing kunnen komen.
Verheugt u zich met ons er over. dat
in dit geval geen wettelijk voorschrift
geldt, zodat u in de gelegenheid bent om
zelf een goede oplossing te vinden
Mevr. G. S. G.-v. D. te R. is weduwe.
j?_i.i is 55 jaar oud en heeft een eigen
kind van 14 jaar. U ontvangt inderdaad
weduwenpensioen. omdat er op de dag.
waarop u 50 jaar werd een eigen kind be
neden 18 jaar van u in leven was. Het we
duwenpensioen bedraagt voor u 164—
per maand. Bovendien ontvangt u kinder
bijslag ad f 15.08 gemiddeld per maand.
De genoemde bedragen zijn de thans
bekende. Het ziet er naar uit. dat zij neg
enige verhoging zullen ondergaan.
Of u uw pensioen van de zaak van uw
overleden man zult behouden Is afhan
kelijk van de beslissing die de directie
van die zaak terzake zal nemen.
(Vragen omtrent de sociale verzeke- r)ba,
ringswetten kunnen schriftelijk worden in
gediend bij onze sociaal-economische re
dactie, Kortenaerstraat l te Botterdam).