Parel Rothenburg teruggevonden Middeleeuwse stad met pikant verleden BEVRIJDING in de m DROOM Op Je PLANKEN met of& is het VAN DE EXPO 1958 blijft niet veel meer over Fascinerende roman van Elleston Trevor DE TELEVISIE CONTRA AMATEURTONEEL Uoryg de Hef „Atomium" en de betonnen pijl leven nog Drin ■IS 3MMI Elk jaar Nog elk jaar spel „Der Meistertrunk" In drie stijlen Op genade of ongenade Trilogi Wij delen dit pessimisme niet Berg» V B ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1959 PAGINA 6 Rothenburg ob der Tauber was een vergeten stadje. Bijna een dood stadje, zoals sommige oude stadjes in het vaderland. Die stadjes worden stuk voor stuk weer in het volle leven, zelfs in de vaart der volken opgeno men. Dat doet het moderne toeristenverkeer, hetwelk Stromen reizigers van allerlei natio naliteit en allerlei allure naar die schier ver geten hoekjes zendt. Terwijl ze eeuwen in diepe rust verzonken lagen, weefde de moderne tijd een nieuw patroon er om heen. Soms werd er één daardoor in een soort diadeem gevat. Meestal werd de oude kern echter een anachronisme, ontstond er geen contact tussen het verleden en het heden. Het wonderlijke is, dat de hypermodernste bouwsels, waarvan men de zin vaak niet vatten kan, soms een betere entourage vor men, een soort grillige harmonie scheppend, dan de bouwsels van rond het eind der vorige en het begin dezer eeuw, uit de eerste jaren van het z.g. industriële tijdperk. Een torenflat dóet het bij een middeleeuwse toren beter dan èeii imitatie-gothieke spits of een namaak gekanteeld bastion. Mèn ont zag zich ook vroeger niet, de oude bouw stijlen na te apèn. Maar hét lijkt wel, alsof men heden fen dage met meer smaak pla giaat pleegt of zich op eleganter wijze laat beïnvloeden. Het gaat niet meer zo plomp, waardoor men inmiddels wel eens een in druk van iets „noch nie dagèwesénés" be komt, even verkeerd als de bewóndering, waarmede onze grootouders naar de bizarre produkten van hun zich nog bouwmeesters noemende architecten keken 'amL De Engelse schrijver Elleston Trevor heeft een meesterlijke kleine roman geschreven over een door een obsessie gekwelde en de voornaamste is ja er worden ook onceiaagde man, die tenslotte in een afschuwelijke droom bevrijding nog boeken gedrukt en uitgegeven, op een J B J wijze, waardoor Rothenburg ob der Tauber vindt. Het overspannen leven van deze man ondergaat schok na schok tot de laatste, welke verhelderend en corrigerend, zuiverend en vernieuwend is. Op de omslag van het boek, „Finnigan's droom" geheten, staat zeer juist: „de (laatste) schok was niet dodelijk, maar toch stierf hij. Hij maakte het einde door, maar daarna begon zijn leven opnieuw". Een geteisterd leven, dat onafwendbaar naar de ondergang scheen af te zakken, wordt gered door die mysterieuze verheviging en samenballing van het leven, die wij droom noemen. Droom dan in de meest harde zin, want wat deze man erin mee maakte had niets liefelijks of fantastisch het was een barre, ver stikkende realiteit. Dat Elleston Trevor dit gevoel dwingend over brengt op zijn lezers, die daardoor de beklemming en bevrijding als een persoonlijke beleving ervaren, getuigt van een gerijpt talent. ie ?5 ELLESTON TREVOR Hollandia-Bibliotheek De televisie gaat men zo langzamerhand als de vijand van het amateurtoneel beschouwen. Onlangs hebben we nog pessimistische stemmen hier omtrent kunnen vernemen op de landdag, die de NATÜ georganiseerd had in Ginneken hij Breda. Men constateerde daar reeds een achter, uitgang ten gevolge van de televisie, die het de mensen zoveel gemakkelijker maakt. De mensen kunnen thuis blijven zitten en hij een kopje thee en een rokertje wordt hun veel meer gepresenteerd dan wij de mensen met ons armzalig amateurtoneel ooit kunnen bieden. Observator Hans van en Hans Roest Sr* de amigo echte mmme 1912 lóuter mooiigheid, zoals iemand hét wèl- eéns uitdrukte, iemand, die zelfs nooit eèn encyclopedie van het a.b.c. der kunst had opengeslagen, niet wist, dat zó'n ding be stond, maar een zuiver gevóel voor èen- voud en verhoudingen had. Een énigszins wonderlijke en eigenwij ze inleiding tot een bespiegeling over Rothenburg ob der Tauber, zal men zeg gen. Men zal zich daarbij wellicht ook nog ergeren aan dat ob der Tauber. Waarom niet an der Tauber? Ligt Rothenburg niet aan dat riviertjè? Natuurlijk, het ligt aan de Tauber, zoals Frankfurt aan de Main ligt on het andere Frankfurt aan de Oder, Limburg aan de Lahn kent u dit heel bijzondere stadje met die naam van een onzer mooiste provincies? en zoveel talrijke andere steden, als b. v. Katwijk aa^i de Rijn Maar dit kentekent de stad Rothen burg en haar inwóners wellicht meer dan iets andèrs. Het stadje werd enige meters hoger gebouwd dan het gedeelte van het dal, waardoor het riviertje stroómdt. Integendeel, het Vêrheft zich daar op zijn hoogte als een reusachtig bolwerk, een enorm kasteel, door tal van machti ge graven en baronnen bewoond, die elk door de stoerheid en massaliteit van hun torens eenieder en dus ook elkander dui delijk wilden maken, dat er met hen niet te spotten viel. In onze tijd is het stadje door zijn buitenwijken naar het riviertje toegegroeid en het is in de buitenwijken nuchtêr en karakterloos als zoveel, dat in de afgelopen halve eeuw gebouwd werd, precies eender als in al die andere steden aan deze en gene rivier. Er zijn oevers met zitbanken voor ouden van dagen i veroveraar Tilly een plezier te doen en overdag en voor minnekozende paartjes c'" hóófden van zijn raadsheren te red- des avonds, toeristen maken in hun va- <Jen- Veldheer Tilly was kwaad, omdat kantie van de dag een nacht rustiekeR°thenburg het gewaagd had, zich tegen tuintjes, van waaruit planten over hetjziïn troepen te verdedigen. De burgers water hangen en bleekveldjes, waarop deivan Rothenburg, gestaald in de strijd was zopas in het Tauberwater gewassen, vo°r hun rechten tegen de adel en de te drogen ligt. roofridders, waartussen soms weinig ver- ai. schil bestond, voelden er in hun recht- T'nrT rn nnr vaardige, doch wellicht onvoorzichtige JL (JCIL mUai trots niets voor, om de geweldenaar zo maar binnen te laten. Ze hadden voor he- Men zou dus af en toe denken, dat jter „vuren g®,staan; z° mfend®" ze' Er Rothenburg ob der Tauber tenslotte toch weJd «^ocht.En. h*rd gevochten Maar maar een gewóón, alledaags stadje isJ ook Rothenburg had, evenals Bnelle zijn een niet onaardig toeristenoord, waar iowakke poort daardoor wist een troep een paar genoeglijke uren kunt doorbren-1va" TllI/s mEranen naar binnen te drin- Kj gen in de beschouwing van een verleden, igen en de we§ V00r hera vrlJ maken' waarvan je toch maar blij bent, dat je er niet in behoeft te leven, niet te voet kwam i en ook niet te voet verder hoeft, doch etraks dn een snelle limousine of in een even snelle luxebus verder kan suizen, naar een ander Rothenburg al of niet ob pf an der Tauber. In drie stijlen is het gebouwd. Vroég- gótisch. Maar een gedeelte ging ip vlam men op. Hêt werd laat-GothiSch. Ten slotte voegde mép er een rênaissance- voorgevei aan toe waarvan dê officiële gidsen zeggen, dat het 'n ..herrlich Kunst werk'* is. Voor ons vloekt het ondanks zijn z. g. strenge eenvoud met dê beheerst weelderige laat-gothiek en nog meer met de vroeg-gothiêk, vooral met de facade, waarboven zich de slanke, zestig meter hoge toren vérheft. Maar indrukwekkend blijft het toch. Deze markt met dit won derlijke stadhuis, waaraan in 1225 be gonnen werd, is een prachtig brok verle den, een versteend stuk cultuur, waarbij de kritiek het veld moet ruimen voor stil le bewondering om wat behouden bleef. Het is op deze Markt, dat Rothenburg ten onder ging. Met de „Meistertrunk" van burgemeester Bezold. Hij dronk een gro te drinkbeker, waarin twaalf flinke gla zen bier konden, in één teug leeg, om de Toen hield hij, volgens aloude en nog Steeds heersende gewóonte, zijn triom fantelijke intocht in de veroverde stad, welker burgers zich onvoorwaardelijk had den overgegeven. Of liever, op genade of ongenade, zoals het vroeger eerlijker hèette, Rothenburg had met de Zweed se invaller Gustaaf Adolf gémene zaak ge maakt en de troepen van de Duitse kêi- zêr moestèn deze daad van majesteits schennis en miskenning der keizerlijke macht de trotse burgers betaald zetten. Tevergeefs werd zélfs de „Junge Schar", het contingent van de jongste weerbaren in het vuur gebracht. Even had men dê in de verte naderende troepen voor een stoottroep van Gustaaf AdOlf gehouden. Het waren de keizerlii- ken.. De burgers van Rothenburg hadden tóen nog slechts weinig eerbied voor de Kaiser, ofschoon ze toch Duitsers waren. Vóór óorlogse en misschien ook vele na oorlogse Duitsers konden en kunnen dit nauwelijks begrijpen. Het was eên in de lucht vliegend vat buskruit, dat de koene verdedigers van Rothenburg als hêt ware een dolkstoot in de rug toebracht. De witte vlag werd aan de Galgentoren uitgehangen.. In de pom peuze raadszaal kwamen de raadsheren van de stad bijeen, teneinde de verove raar nederig hun onderwerping aan te bieden. Tilly en zijn stafofficieren toonden zich onverbiddelijk tegenover de man nen, die gemene zaak met Gustaaf Adolf hadden gemaakt. Zijn eerste bevel was, dat vier hunner onmiddellijk terecht zou den worden gesteld. Ze wilden er niet om loten. Dan allemaal, raasde Tilly. Burge meester Bezold kreeg bevel, de beul te ha len. Een nicht van hem, de schone Mag- dalena. kwam met haar twee kinderen naar het raadhuis, knielde voor de over winnaar neer en smeekte om vergiffe nis voor de stad. Tevergeefs. Maar dan redt de Meistertrunk de situatie.. Hetis een prachtig verhaal en het spréékt bijna vanzelf, dat het tot een dra ma werd uitgewerkt, zelfs tot een histo risch spel. Evenals de burgers van Oberammergau om de tien jaar hun j groots Passiespel hebben, om een benauw- j de episode uit hun geschiedenis in herin- j nering te brengén, dè burgers van Brugge j elk jaar hun indrukwekkende Bloedpro- cessie organiseren, voeren die van Ro thenburg elk jaar met Pinksteren hun1 feestspel „Dér Meistertrunk" op. Het is een gebeuren, waaraan kosten noch moei ten worden gespaard, zoals dat heet en het trèkt duizenden bezoèkers. Maar niét alleen, wanneer het histori sche spel gegeven wordt, kan men zich in Rothenburg ob der Taubèr in een mid deleeuwse stad wanen. Ondanks oorlog en brand is deze stad vrijwel gaaf behou den gebleven, stevig gevat in de oude stadsmuren met hun bonkige torens. Men kan over deze stadsmuren, waarvan ge-1 deelten overdekt zijn. rond heel de stad wandelen Telkens weer doemt dan een verrassend stadsbeeld óp. De hedendaag se bezoeker moet zich wel heel sterk in denken, dat dit geen filmdecor is, maar werkelijkheid. De tijd kan hier vier eeu wen teruggezet worden en wanneer de claxons van auto's en bussen niet tóete ren, een pleintje of een straatje verlaten liggen, is het alsóf de tijd inderdaad stil heeft gestaan. De parel van de Romantische Strasze, zo wórdt Rothênburg ob dêr Tauber ge noemd. Het is zulks niet alleen dóór zijn uitzonderlijk móóie ligging, dóch tevens door de kunstschatten, welke het in zijn kerken o. a. de imposante domkerk met Tilman Riemênschneidêrs onvergelij kelijk houtsnijwerk en in voormalige pa leizen en rijke koopmanshuizen bezit. De Herterichs op de Markt is een juweel. Het exercitieveld voor de lands- knechten van het middeleeuwse. Rothenburg ob der Tauber, heden ten dage parkeerterrein. Neen, Rothenburg is heus Rothenburg Pb der Tauber, of wel een unieke reliek uit een interessant tijdperk, de parel van de z. g. Romantische Strasze en een stad, 'die respect inboezemt, al leven de 12.000 inwoners merendeels van de industrie, Waarvan de toeristenindustrie verreweg een zekere vermaardheid in de wereld van de boekdrukkunst behouden heeft. Maar laten w® opgaan naar het hart vaa het eens zo trotse Rothenburg dat diep vernederd werd en tot een onderho rige gemeente gedegradeerd en in de vo rige eeuw zelfs niet eens waardig gekeurd werd, om er de spoorweg langs te doen lopen. Dat is het behoud geweest van de binnenstad en de Marktplatz, het volmaak te plein met het indrukwekkende raad huis, hetwelk een raadsel is. Want hoe hebben die luttele duizenden inwoners van het middeleeuwse Rothenburg een dergelijk bouwwerk kunnen betalen en,, hoe hebben de Rothenburgers van onze tijd het zo grondig kunnen bederven door een even smakeloze als karakterloze aan bouw? Als die smakeloosheid nog karak ter had gehad, men zou er zich mee kun nen verzoenen, zoals men zich met veel verzoenen moet, wanneer men langs de Romantische Strasze de schoonheid hulde gaat brengen. Soms is het er lelijk van Een straat in Rothenburg ob der Tauber. Trevor is in ons fend reeds algemeen bekend door zijn oorlogsboeken „Tussen vuur en water", waarin hij de drama tische terugtocht van de Engelse troepen uit Duinkerken beschrijft. „De slag om - v Engeland", een bewogen schildering van de Duitse luchtaanvallen op Londen en andere Britse steden; en ..De invasie", dat een beeld geeft van de grootscheepse landingen in Normandië. De drie romans zijn zojuist door de Uitgeverij Hollandia te Baarn in een deel bijeengebracht onder de titel „De Trevor Trilogie". Het is een kloek, fraai verzorgd boekwerk, waarvan de prijs zo laag is ge steld, dat iedereen, die een waardig en waarheidsgetrouw verslag van de ver schillende oorlogsfases der Engelsen wenst, te lezen, zich deze trilogie kan aan schaffen „Finnigans droom" toont Trevor van een geheel andere zijde. Hier geen drama. I dat gehele volken meesleepte en mensen aan zichzelf onthulde als helden of laf aards, zelfzuchtigen of offervaardigen. Hier gaat het om een zeer persoonlijk en begrensd gebeuren maar het grijpt het leven van de man Finnigan zo sterk aan dat het in zijn uitzonderlijkheid toch iets algemeen menselijks heeft. Finnigan is weduwnaar, vader van een kleine jongen. Als dit kind door een auto mobilist die heel even zijn aandacht ver liest. aangereden en (althans voorlo pig) invalide wordt, verliest Finnigan alle houvast. Hij zoekt troost in de drank en gaat van kwaad tot erger. Zelfs zijn liefde voor Margo kan hem niet redden. gerijpt talent Hij voedt zijn haat jegens de automobi list en deze obsessie vindt tenslotte een ontlading in de droom: Finnigan ver moordt de man. Hij wordt gegrepen, ter dood veroordeeld en op de elektrische stoe] geplaatst. Wat. hij dan in het tiide- loze moment van de droom ondergaat, is de schok die hem tot een nieuw mens maakt. Trevor heeft het thema sterk en over tuigend uitgewerkt., als een bekwaam ver teller en menselijk beschouwer van een ontspoorde. De Hollandia-Bibliotheek. waarin „Fin nigans droom" verscheen, is een belang rijke serie, in fraaie uitvoering en betrek kelük laag van prijs. Ik heb al eerder gewezen «P het ontroerende boekje „De navigator" door Jules Roy. het tragi komische verhaal „Pnin" door V. Nabo- kow en de Japanse roman „Vuren °P de vlakte", een boek dat mij zeer heeft ge troffen. Als nieuw deel verscheen zojuist „Vrij geleide" autobiografische herinneringen van de Nobelprijswinnaar Boris Paster nak. Op dit boek hoop ik nader terug te komen. Een curieuze moderne roman is „De wedloop." een luchtvaartverhaal door Geoffrey Willans. Centrale figuur: een nieuw vliegtuigtype, met daaromheen de mensen in wier leven het toestel om diverse redenen een rol speelt. Het ver haal heeft dus niet het innige, innerlijke van „De navigator", waarin de mens- in de-luchtvaart wordt geobserveerd. Een boeiende pointe en een pakkende liefdes geschiedenis maken dat het verhaal, dat met vaart is verteld, de lezer niet loslaat. Bovendien schijnt de ..De Wedloop" vlieg technisch onberispelijk te ziin. Een toekomstroman, die oók deze grie zelige mogelijke juistheid schijnt te be zitten. is „De donkere wolk" (Hollan dia. Baarn). geschreven door de Engelse astronoom en hoogleraar Fred. Hoyle. Men heeft bij dit boek gedacht aan de fantastische romans van H G. Wells en Ik voei veef voor deze vergelijking. Maar achter dit, boek van Hoyle voelt men angst en bedreigd zjjn. Wat bij Wells slechts gedurfde verbeelding was, is nu een schrikwekkende mogelijkheid. De inhoud laat zich niet navertellen zij is te gecompliceerd. Maar zij is be langrijk genoeg om u aan te raden er kennis van te nemen! de Wèisze Turm met de erker van het „Judentanzhaus" een pronkjuweel. La ten wê hier evenwel geen monotone op- Somming geven van al het schone in Ro thenburg ob der Tauber, welks musea het door elke wereldstad benijd zouden kun nen worden Het grootste wonder van Rothenburg ob dêr Tauber is wel, dat het alle oorlogen overleefde. Al vloeide tijdens de grote boerenopstanden een keer bij de terecht stellingen op dé markt zoveel bloed, dat de goten er door verstopl raakten, het oorlogsgeweld heeft dit brok versteende romantiek niet aangetast Zelfs in de af gelopen vernietigingsoorlog bleef Rothen burg ob der Tauber.... Men kan er logeren in een hotel, Hotel Eisenhut, hetwelk uit twee grote pa triciërs huizen bestaat, die geheel intact zijn gelaten. De wanden zijn er versierd met tal van kunstwerken. Ergens op een tafeltje in een hoek kan men een prach tig stuk houtsnijwerk bewonderen of een fraai, antiek Mariabeeld. Hotel Eisenhut is desondanks geen museum. Op sommi ge kamers staan de honderden jaren oude ledikanten met troonhemels. Daar kan de gast zich ook des nachts in het verleden teruggeplaatst wanen. Toch heeft men ook hier een weinig aan de eisen van de mo: deme tijd moeten toegeven. Van een rui me hal werd een gedeelte afgeschoten, om tot badkamer te dienen. De rijke Ame rikanen en de voorname gasten, die in Eisenhut gelogeerd willen hebben in het gastenboek komt ook de naam Chur chill voor eisen nu eenmaal modern comfort en dus een badkamer.... Ook het moderne toerisme heeft zijn weg naar Rothenburg ob der Tauber ge vonden. Dies wordt het vooral tijdens de weekenden overstroomd, zijn er geen gid sen genoeg, om de bezoekers alles te la ten zien en nog meer te vertellen. In de wingels voor curiositeiten verdringen de liefhebbers zich en het is pas tegen het late avonduur, dat de stilte wederkeert, die bij deze oude stad hoort. Dan weerklinkt uit het open raam van een verborgen caféstube het heldere ge tokkel van een cither. Rothenburgers rusten er na een zware dag- en avond taak uit. Wie het aantal glazen bier telt, dat ze verzwelgen, geeft hun man voor man.-, en., vrouw het recht, zich Wij delen dit pessimisme echter geens zins. De televisie kan bij een wijs en ma tig gebruik een zeer groot goed betekenen. Door de televisie worden wij in zekere zin wereldburgers. Niets behoeft ons meer volledig te ontgaan. Door de reportages kunnen wij overal bij zijn. Vanuit onze huiskamers kunnen wij gade slaan, wat er in Amerika gebeurt, zonder dat we ervoor naar een bioscoop behoeven te lopen, waar men dan nog slechts te zien krijgt, wat, er enkele dagen geleden is gebeurd. Nee, op hetzelfde moment kunnen wij het in onze huiskamers meemaken, kun nen wij er getuigen van zijn. Dit is een zeer grote winst. En de grote kracht van de televisie zal altijd wei op het gebied van de reportage blijven liggen. Maar ais wij nu het toneel nemen. Het toneel op de televisie. Och ja, onlangs heb ben wij „Het Hemelbed" gezien van Jan de Hartog. En we moeten eerlijk beken nen, dat we van de televisie-uitzending nog meer genoten hebben dan van de uitvoe ring in de schouwburg. Je zat er zo heer lijk dicht met je neus boven op. Je zat om het zo maar eens uit te drukken bij die waardige nazaten van hun burgemeester - - j„ Bezold te noemen. Alles bij elkaar is het hemelbi8&;E&„li* per hoofd een Meistertrunk.. Advertentie televisie natuurlijk op het toneel voor. In de schouwburg moet je op je plaats blijven zitten, ook al zit je wat achteraan. En bij de televisie loop je gewoon een beet je met de camera's mee over het toneel. Als iemand zijn mond opendoet, kan je tot achter zijn kiezen kijken. En toch.. neen, wat de schouwburg ons aan toneel kan bieden, dat zal de te levisie nooit gelukken. Neem nu eerst maar eens de sfeer. De sfeer van de schouwburg zelf, het doven van de lichten, het opgaan van het doek. En dan de gang naar de schouwburg toe; op zichzelf al een feest. Hoe gaat het thuis? Er is geen sfeer bij. Integendeel, ieder ogenblik wordt de be tovering door het' een an ander verbroken. Het is altijd echt een avond met hinder nissen. Je bent er nooit helemaal uit of erin. Je vergeet nooit helemaal tijd en plaats, want altijd is er wel wat dat je in de nuchtere werkelijkheid terug zet Maar dat alles is nog tot daar aan toe. Wat je op de televisie ziet, is een plaatje een rolprent heel sterk verkleind. Je bent er niet bij zoais in de schouwburg Er is niet. het minste contact tussen speler en publiek. Je ziet en hoort het spel. dat is het enige, maar je wordt er zelf niet in opgenomen. Je behoeft na afloop niet eens te klappen, want de spelers horen er toch niets van. En wie weet zitten ze zelf mee te kijken of spelen op hetzelfde mo ment heel iets anders voor een werkelijk aanschouwend publiek in een of andere schouwburg. Och natuurlijk als men niet in de gele genheid is om het stuk in een schouwburg te gaan zien, dan zijn wij dankbaar dat wij het tenminste nog over de televisie mo gen bekijken, maar het blijft een plaatje, een foto van de werkelijkheid. En nimmer wordt het een werkelijkheid voor je. zo als dat in de schouwburg het. geval is. Dit is wel de meest voorname factor, waarom de televisie de schouwburg nooit zal kunnen vervangen. Natuurlijk nu is de televisie voor de meesten van ons nog een nieuwtje dat wij uitbuiten en waarvan we zoveel mogelijk willen pro fiteren. Maar in Amerika en ook hier al heerst allang een televisie-moeheid. Sommige mensen kunnen wel een radio een hele dag lang aan laten staan, zij horen hem zelfs niet een3 meer; maar dit is met de televisie toch niet het geval. Daarnaar moet men werkelijk kijken. En kijken wordt op den duur ook vermoeiend. En dan wat betekent ons ama teurtoneel niet voor het gemeenschaps leven? De televisie daarentegen sluit ons allemaal in ons eigen kringetje op. En dit kan men wel even met zich laten begaan, maar heel lang duurt dit niet. dan zoekt men weer het gemeenschapsle ven, dat het amateurtoneel op zo'n sfeer volle en prettige manier zo dikwijls weet te verzorgen. (Advertentie) Er zijn nog veel Brusselaars die zich met heimwee naar de Heiselvlakte bege ven. om er te wandelen op de plaatsen, waar een jaar geleden de grandioze Expo 1958 miljoenen mensen uit alle delen van de wereld naar zich trok. Niet zelden wordt op die wandelingen een Plan meege dragen. want zó ingrijpend zijn daar se dert de sluitingsdag de veranderingen, dat het niet altijd gemakkelijk is uit te ma ken waar zich bepaalde paviljoens en pa leizen bevonden. Wat blijft thans, afgescheiden van her inneringen. nog over van a] het moois, al het wonderbare dat daar een half jaar lang is te zien geweest? Niet véél meer! Zelfs paviljoens, zoals dat van de Kolen- en Staalgemeenschap waarvan men oor spronkelijk dacht dat zij zouden Wijven bestaan zijn afgebroken. Mogelijk be houdt men daar nog gedurende enige tijd de „steenkoolmijn" die men onder het K.S.G. paviljoen kon bezoeken. Van de exotische tuin der Kongolese af deling is niets meer te zien. Twee-derde van de oppervlakte van de voormalige Expo ziet er thans uit zoals vóór de tijd dat zij nog moest gebouwd worden. Dit wil ook zeggen, dat zelfs de funderingen van de meeste paviljoens verdwenen zijn. De mooie, romantische tuin van de Vier Seizoenen Hst verlaten en dreigt, als niet door tuinmannen wordt ingegrepen, spoe dig in een kleine jungle te veranderen. De grote waterpartijen in de midden-alléé en de fonteinen voor de Eeuwfeestpaleizen blijven bestaan maar haar vroegere luis ter ia getaand, door het. feit dat het. wa ter tr°ebel is geworden en de beplantingen er omheen door de langdurige droogte ziin verwelkt. Daar waar de Kongolese sectie stond, tussen het Planetarium en het Atomium, wij men over een oppervlakte van vijf hectaren een attractiecomplex aanleggen met een voAtijjark. ee" golfterrein, en oarkings Men heeft fipSmasiffeve dak van het Pa leis der Véï«|L'de Naties met dynamiet doen springen VJWrzichtiger is men te werk gegaan met de efbraak van Vrolijk België, omdat, tal vaa#e typische huisjes die zich daar bevond» lifer en daar in de provincie werden heropgebouwd. Geen enkele der grote entrêes van de Expo be staat nog; men kan nu vrij langs alle kan ten op de terreinen komen, En overal mag men er rondwandelen De vijver van het paviljoen der Verenig de Staten bleef gehandhaafd, maar hij ligt droog. En de meeste van de in zijn om. geving geplante appelboompjes uit Ame^ rika zijn vergaan. Volledig gespaard blijft de modelschouwburg van het paviljoen der Verenigde Staten. De stad Brussel- kreeg hem ten geschenke maar schijnt momenteel nog niet goed te weten wat zij er mee zal aanvangen? In de Natiënlaan staan nog grote frag menten overeind van de metalen geraam ten der paviljoens van Rusland, Frankrijk en Ver Arabië. Doch men werkt nu on afgebroken aan hun demontage. De gewel dige spits van het paviljoen van Frank rijk kan men nog vanuit de verte zien. maar niet voor heel lang meer. Niets her innert nog aan de merkwaardige paviljoe nen en de kerk van de Heilige Stoel. Wan delingen zijn weer met haar vroegere charme mogelijk in het Bospark en het Os- seghempark. De gebouwen van de Helihaven worden tot schoollokalen omgebouwd. Het grote Esplanadeplein waar in 1958 veel markan te demonstraties op plaats hadden, wordt ingeschakeld in de expositieterreinen van de Internationale Jaaj-bcurs van Brussel. Van het paleis der Televerbindingen maakt, men een school voor kunstambach ten en ajlerlel beroepen. De daartoe nodi ge werken worden door leerlingen uitge voerd. Er za) daar ook een afdeling zijn voor readaptatie van werklozen. Het Pa viljoen van de Jacht en de Visvangst werd door de Stad Brussel aangekocht, die er een kindertuin van zal maken. Het Atomium trekt nog elke dag een paar duizend bezoekers. Na de winter heeft men gedurende een paar weken nijvere mannen als dwergen op haar enorme gladde bollen kunnen zien evolu eren. Het dóf geworden aluminium hebben zij weer als spiegels doen glimmen. Elke avond „leeft" het Atomium neg met het grillige spei van zijn ontelbare aan- en uitgaande lichten, terwijl op de bovenste sfeer fier een grote Belgische vlag wap pert Zijn voortbestaan is voor tenminste tien jaar verzekerd zegt men. Nog een ander belangrijk monument dat van de Expo zal blijven getuigen is de futuristisch aandoende reusachtige beton nen pijl van de Civiele Bouwkunde met de tuin en de merkwaardige landkaart van België die in zijn schaduw liggen. Deze pijl wordt terecht beschouwd als een der meest sensationele technische verwezen lijkingen van de Expo. De tuin met zijn talrijke variëteiten vetplanten en rotsbloe- men en die de vorm heeft van de land kaart van België, wordt opgeknapt. Het. water van de „Noordzee" klotst weer te gen het „strand" en de vele miniatuur autootjes rijden weer langs bestaande of nog aan te leggen autosnelwegen. De eige naars van dit complex, de Groep Bouw 1958. heeft het aan de Staat overgemaakt, om bewaard te blijven. Het is nu reeds kosteloos toegankelijk. Samen met het Atomium moet dit tot de attracie6 van Brussel blijven behoren. De pijl en de kaart symboliseren in de geest der schen kers de wil van België om zijn infrastruc tuur te doen gelden in de wereld van mor gen. De kaart geeft een beeld van de uit breiding en de modernisering der havens van dit land. alsmede van de verbete ringen die zullen worden aangebracht in het net van wegen voor het verkeer en voor de scheepvaart, die tot over de gren zen doordringen in he achterland der Belgische havens. Het zijn de deelnemende landen zelf die. volgens contract, de terreinen waarop zij bouwden volledig in hun oorspronkelijke staat moeten terugbrengen. Slechts één land heeft tot heden volledig die verplich ting nagekomen: Tsjechoslowakije. dat hier op alle gebied tijdens de Wereldten toonstelling een model is geweest. Nog za] bewaard blijven de grote beton nen dubbele brug, vanwaar men een prachtig uitzicht had op de paviljoens van de Heilige Stoel, van Rusland, van Frank rijk en van de Verenigde Staten. De Commissaris Generaal van de We reldtentoonstelling graaf Moens de Fer- nig. die zijn hoofdkwartier had in het me de met, dat doel totaal gerestaureerde Belvédèrepaleis gelegen tussen de ko ninklijke residentie van Laeken eti 't kas teel van Stuyvenbergh waar koningin Eli sabeth woont, heeft dit gebouw verlaten, dat eerstdaags de definitieve woonplaats' zal ziin van prins Albert en prinses Paola. Moens de Femis en zijn resterende Ex- podiensten zijn nu in de Amerikaanse schouwburg gevestigd. Dat za) nog duren tot 19 april aanstaande, eerste veriaardag van de sluiting van de Expo 1958. Op die datum zal de liquidatie van de We- reldtentoonsteling zo goed als gedaan ziin. Wat nog zou overblijven te doen. zal daar na door het ministerie van Economische Zaken verder afgehandeld worden. B.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 6