Parel Rothenburg teruggevonden
Middeleeuwse stad met pikant verleden
BEVRIJDING in de
m
DROOM
Op Je PLANKEN
met of& is het
VAN DE EXPO 1958
blijft niet veel meer over
Fascinerende roman van Elleston Trevor
DE TELEVISIE
CONTRA AMATEURTONEEL
Uoryg de
Hef „Atomium" en de betonnen pijl leven nog
Drin
■IS
3MMI
Elk jaar
Nog elk jaar spel „Der Meistertrunk"
In drie stijlen
Op genade of ongenade
Trilogi
Wij delen dit pessimisme
niet
Berg»
V B
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1959
PAGINA 6
Rothenburg ob der Tauber was een vergeten
stadje. Bijna een dood stadje, zoals sommige
oude stadjes in het vaderland. Die stadjes
worden stuk voor stuk weer in het volle
leven, zelfs in de vaart der volken opgeno
men. Dat doet het moderne toeristenverkeer,
hetwelk Stromen reizigers van allerlei natio
naliteit en allerlei allure naar die schier ver
geten hoekjes zendt. Terwijl ze eeuwen in
diepe rust verzonken lagen, weefde de
moderne tijd een nieuw patroon er om heen.
Soms werd er één daardoor in een soort
diadeem gevat. Meestal werd de oude kern
echter een anachronisme, ontstond er geen
contact tussen het verleden en het heden.
Het wonderlijke is, dat de hypermodernste
bouwsels, waarvan men de zin vaak niet
vatten kan, soms een betere entourage vor
men, een soort grillige harmonie scheppend,
dan de bouwsels van rond het eind der
vorige en het begin dezer eeuw, uit de eerste
jaren van het z.g. industriële tijdperk. Een
torenflat dóet het bij een middeleeuwse
toren beter dan èeii imitatie-gothieke spits
of een namaak gekanteeld bastion. Mèn ont
zag zich ook vroeger niet, de oude bouw
stijlen na te apèn. Maar hét lijkt wel, alsof
men heden fen dage met meer smaak pla
giaat pleegt of zich op eleganter wijze laat
beïnvloeden. Het gaat niet meer zo plomp,
waardoor men inmiddels wel eens een in
druk van iets „noch nie dagèwesénés" be
komt, even verkeerd als de bewóndering,
waarmede onze grootouders naar de bizarre
produkten van hun zich nog bouwmeesters
noemende architecten keken
'amL
De Engelse schrijver Elleston Trevor heeft een meesterlijke
kleine roman geschreven over een door een obsessie gekwelde en
de voornaamste is ja er worden ook onceiaagde man, die tenslotte in een afschuwelijke droom bevrijding
nog boeken gedrukt en uitgegeven, op een J B J
wijze, waardoor Rothenburg ob der Tauber vindt. Het overspannen leven van deze man ondergaat schok na
schok tot de laatste, welke verhelderend en corrigerend, zuiverend
en vernieuwend is. Op de omslag van het boek, „Finnigan's droom"
geheten, staat zeer juist: „de (laatste) schok was niet dodelijk, maar
toch stierf hij. Hij maakte het einde door, maar daarna begon zijn
leven opnieuw". Een geteisterd leven, dat onafwendbaar naar de
ondergang scheen af te zakken, wordt gered door die mysterieuze
verheviging en samenballing van het leven, die wij droom noemen.
Droom dan in de meest harde zin, want wat deze man erin mee
maakte had niets liefelijks of fantastisch het was een barre, ver
stikkende realiteit. Dat Elleston Trevor dit gevoel dwingend over
brengt op zijn lezers, die daardoor de beklemming en bevrijding als
een persoonlijke beleving ervaren, getuigt van een gerijpt talent.
ie
?5
ELLESTON TREVOR
Hollandia-Bibliotheek
De televisie gaat men zo langzamerhand als de vijand van het
amateurtoneel beschouwen.
Onlangs hebben we nog pessimistische stemmen hier omtrent
kunnen vernemen op de landdag, die de NATÜ georganiseerd had
in Ginneken hij Breda. Men constateerde daar reeds een achter,
uitgang ten gevolge van de televisie, die het de mensen zoveel
gemakkelijker maakt. De mensen kunnen thuis blijven zitten en
hij een kopje thee en een rokertje wordt hun veel meer gepresenteerd
dan wij de mensen met ons armzalig amateurtoneel ooit kunnen
bieden.
Observator
Hans
van
en
Hans Roest
Sr*
de amigo
echte
mmme
1912
lóuter mooiigheid, zoals iemand hét wèl-
eéns uitdrukte, iemand, die zelfs nooit eèn
encyclopedie van het a.b.c. der kunst had
opengeslagen, niet wist, dat zó'n ding be
stond, maar een zuiver gevóel voor èen-
voud en verhoudingen had.
Een énigszins wonderlijke en eigenwij
ze inleiding tot een bespiegeling over
Rothenburg ob der Tauber, zal men zeg
gen. Men zal zich daarbij wellicht ook nog
ergeren aan dat ob der Tauber. Waarom
niet an der Tauber? Ligt Rothenburg
niet aan dat riviertjè? Natuurlijk, het ligt
aan de Tauber, zoals Frankfurt aan de
Main ligt on het andere Frankfurt aan
de Oder, Limburg aan de Lahn kent
u dit heel bijzondere stadje met die naam
van een onzer mooiste provincies? en
zoveel talrijke andere steden, als b. v.
Katwijk aa^i de Rijn
Maar dit kentekent de stad Rothen
burg en haar inwóners wellicht meer dan
iets andèrs. Het stadje werd enige meters
hoger gebouwd dan het gedeelte van het
dal, waardoor het riviertje stroómdt.
Integendeel, het Vêrheft zich daar op
zijn hoogte als een reusachtig bolwerk,
een enorm kasteel, door tal van machti
ge graven en baronnen bewoond, die elk
door de stoerheid en massaliteit van hun
torens eenieder en dus ook elkander dui
delijk wilden maken, dat er met hen niet
te spotten viel. In onze tijd is het stadje
door zijn buitenwijken naar het riviertje
toegegroeid en het is in de buitenwijken
nuchtêr en karakterloos als zoveel, dat in
de afgelopen halve eeuw gebouwd werd,
precies eender als in al die andere steden
aan deze en gene rivier. Er zijn oevers
met zitbanken voor ouden van dagen i veroveraar Tilly een plezier te doen en
overdag en voor minnekozende paartjes c'" hóófden van zijn raadsheren te red-
des avonds, toeristen maken in hun va- <Jen- Veldheer Tilly was kwaad, omdat
kantie van de dag een nacht rustiekeR°thenburg het gewaagd had, zich tegen
tuintjes, van waaruit planten over hetjziïn troepen te verdedigen. De burgers
water hangen en bleekveldjes, waarop deivan Rothenburg, gestaald in de strijd
was zopas in het Tauberwater gewassen, vo°r hun rechten tegen de adel en de
te drogen ligt. roofridders, waartussen soms weinig ver-
ai. schil bestond, voelden er in hun recht-
T'nrT rn nnr vaardige, doch wellicht onvoorzichtige
JL (JCIL mUai trots niets voor, om de geweldenaar zo
maar binnen te laten. Ze hadden voor he-
Men zou dus af en toe denken, dat jter „vuren g®,staan; z° mfend®" ze' Er
Rothenburg ob der Tauber tenslotte toch weJd «^ocht.En. h*rd gevochten Maar
maar een gewóón, alledaags stadje isJ ook Rothenburg had, evenals Bnelle zijn
een niet onaardig toeristenoord, waar iowakke poort daardoor wist een troep
een paar genoeglijke uren kunt doorbren-1va" TllI/s mEranen naar binnen te drin-
Kj gen in de beschouwing van een verleden, igen en de we§ V00r hera vrlJ maken'
waarvan je toch maar blij bent, dat je er
niet in behoeft te leven, niet te voet kwam i
en ook niet te voet verder hoeft, doch
etraks dn een snelle limousine of in een
even snelle luxebus verder kan suizen,
naar een ander Rothenburg al of niet ob
pf an der Tauber.
In drie stijlen is het gebouwd. Vroég-
gótisch. Maar een gedeelte ging ip vlam
men op. Hêt werd laat-GothiSch. Ten
slotte voegde mép er een rênaissance-
voorgevei aan toe waarvan dê officiële
gidsen zeggen, dat het 'n ..herrlich Kunst
werk'* is. Voor ons vloekt het ondanks
zijn z. g. strenge eenvoud met dê beheerst
weelderige laat-gothiek en nog meer met
de vroeg-gothiêk, vooral met de facade,
waarboven zich de slanke, zestig meter
hoge toren vérheft. Maar indrukwekkend
blijft het toch. Deze markt met dit won
derlijke stadhuis, waaraan in 1225 be
gonnen werd, is een prachtig brok verle
den, een versteend stuk cultuur, waarbij
de kritiek het veld moet ruimen voor stil
le bewondering om wat behouden bleef.
Het is op deze Markt, dat Rothenburg
ten onder ging. Met de „Meistertrunk" van
burgemeester Bezold. Hij dronk een gro
te drinkbeker, waarin twaalf flinke gla
zen bier konden, in één teug leeg, om de
Toen hield hij, volgens aloude en nog
Steeds heersende gewóonte, zijn triom
fantelijke intocht in de veroverde stad,
welker burgers zich onvoorwaardelijk had
den overgegeven. Of liever, op genade of
ongenade, zoals het vroeger eerlijker
hèette, Rothenburg had met de Zweed
se invaller Gustaaf Adolf gémene zaak ge
maakt en de troepen van de Duitse kêi-
zêr moestèn deze daad van majesteits
schennis en miskenning der keizerlijke
macht de trotse burgers betaald zetten.
Tevergeefs werd zélfs de „Junge Schar",
het contingent van de jongste weerbaren
in het vuur gebracht.
Even had men dê in de verte naderende
troepen voor een stoottroep van Gustaaf
AdOlf gehouden. Het waren de keizerlii-
ken.. De burgers van Rothenburg hadden
tóen nog slechts weinig eerbied voor de
Kaiser, ofschoon ze toch Duitsers waren.
Vóór óorlogse en misschien ook vele na
oorlogse Duitsers konden en kunnen dit
nauwelijks begrijpen.
Het was eên in de lucht vliegend vat
buskruit, dat de koene verdedigers van
Rothenburg als hêt ware een dolkstoot in
de rug toebracht. De witte vlag werd aan
de Galgentoren uitgehangen.. In de pom
peuze raadszaal kwamen de raadsheren
van de stad bijeen, teneinde de verove
raar nederig hun onderwerping aan te
bieden. Tilly en zijn stafofficieren toonden
zich onverbiddelijk tegenover de man
nen, die gemene zaak met Gustaaf Adolf
hadden gemaakt. Zijn eerste bevel was,
dat vier hunner onmiddellijk terecht zou
den worden gesteld. Ze wilden er niet om
loten. Dan allemaal, raasde Tilly. Burge
meester Bezold kreeg bevel, de beul te ha
len. Een nicht van hem, de schone Mag-
dalena. kwam met haar twee kinderen
naar het raadhuis, knielde voor de over
winnaar neer en smeekte om vergiffe
nis voor de stad. Tevergeefs. Maar dan
redt de Meistertrunk de situatie..
Hetis een prachtig verhaal en het
spréékt bijna vanzelf, dat het tot een dra
ma werd uitgewerkt, zelfs tot een histo
risch spel. Evenals de burgers van
Oberammergau om de tien jaar hun j
groots Passiespel hebben, om een benauw- j
de episode uit hun geschiedenis in herin- j
nering te brengén, dè burgers van Brugge j
elk jaar hun indrukwekkende Bloedpro-
cessie organiseren, voeren die van Ro
thenburg elk jaar met Pinksteren hun1
feestspel „Dér Meistertrunk" op. Het is
een gebeuren, waaraan kosten noch moei
ten worden gespaard, zoals dat heet en
het trèkt duizenden bezoèkers.
Maar niét alleen, wanneer het histori
sche spel gegeven wordt, kan men zich
in Rothenburg ob der Taubèr in een mid
deleeuwse stad wanen. Ondanks oorlog en
brand is deze stad vrijwel gaaf behou
den gebleven, stevig gevat in de oude
stadsmuren met hun bonkige torens. Men
kan over deze stadsmuren, waarvan ge-1
deelten overdekt zijn. rond heel de stad
wandelen Telkens weer doemt dan een
verrassend stadsbeeld óp. De hedendaag
se bezoeker moet zich wel heel sterk in
denken, dat dit geen filmdecor is, maar
werkelijkheid. De tijd kan hier vier eeu
wen teruggezet worden en wanneer de
claxons van auto's en bussen niet tóete
ren, een pleintje of een straatje verlaten
liggen, is het alsóf de tijd inderdaad stil
heeft gestaan.
De parel van de Romantische Strasze,
zo wórdt Rothênburg ob dêr Tauber ge
noemd. Het is zulks niet alleen dóór zijn
uitzonderlijk móóie ligging, dóch tevens
door de kunstschatten, welke het in zijn
kerken o. a. de imposante domkerk met
Tilman Riemênschneidêrs onvergelij
kelijk houtsnijwerk en in voormalige pa
leizen en rijke koopmanshuizen bezit. De
Herterichs op de Markt is een juweel.
Het exercitieveld voor de lands-
knechten van het middeleeuwse.
Rothenburg ob der Tauber, heden
ten dage parkeerterrein.
Neen, Rothenburg is heus Rothenburg
Pb der Tauber, of wel een unieke reliek
uit een interessant tijdperk, de parel van
de z. g. Romantische Strasze en een stad,
'die respect inboezemt, al leven de 12.000
inwoners merendeels van de industrie,
Waarvan de toeristenindustrie verreweg
een zekere vermaardheid in de wereld
van de boekdrukkunst behouden heeft.
Maar laten w® opgaan naar het hart
vaa het eens zo trotse Rothenburg dat
diep vernederd werd en tot een onderho
rige gemeente gedegradeerd en in de vo
rige eeuw zelfs niet eens waardig gekeurd
werd, om er de spoorweg langs te doen
lopen. Dat is het behoud geweest van de
binnenstad en de Marktplatz, het volmaak
te plein met het indrukwekkende raad
huis, hetwelk een raadsel is. Want hoe
hebben die luttele duizenden inwoners
van het middeleeuwse Rothenburg een
dergelijk bouwwerk kunnen betalen en,,
hoe hebben de Rothenburgers van onze
tijd het zo grondig kunnen bederven door
een even smakeloze als karakterloze aan
bouw? Als die smakeloosheid nog karak
ter had gehad, men zou er zich mee kun
nen verzoenen, zoals men zich met veel
verzoenen moet, wanneer men langs de
Romantische Strasze de schoonheid hulde
gaat brengen. Soms is het er lelijk van
Een straat in Rothenburg ob der
Tauber.
Trevor is in ons fend reeds algemeen
bekend door zijn oorlogsboeken „Tussen
vuur en water", waarin hij de drama
tische terugtocht van de Engelse troepen
uit Duinkerken beschrijft. „De slag om
-
v
Engeland", een bewogen schildering van
de Duitse luchtaanvallen op Londen en
andere Britse steden; en ..De invasie",
dat een beeld geeft van de grootscheepse
landingen in Normandië.
De drie romans zijn zojuist door de
Uitgeverij Hollandia te Baarn in een deel
bijeengebracht onder de titel „De Trevor
Trilogie". Het is een kloek, fraai verzorgd
boekwerk, waarvan de prijs zo laag is ge
steld, dat iedereen, die een waardig en
waarheidsgetrouw verslag van de ver
schillende oorlogsfases der Engelsen
wenst, te lezen, zich deze trilogie kan aan
schaffen
„Finnigans droom" toont Trevor van
een geheel andere zijde. Hier geen drama.
I dat gehele volken meesleepte en mensen
aan zichzelf onthulde als helden of laf
aards, zelfzuchtigen of offervaardigen.
Hier gaat het om een zeer persoonlijk en
begrensd gebeuren maar het grijpt het
leven van de man Finnigan zo sterk aan
dat het in zijn uitzonderlijkheid toch iets
algemeen menselijks heeft.
Finnigan is weduwnaar, vader van een
kleine jongen. Als dit kind door een auto
mobilist die heel even zijn aandacht ver
liest. aangereden en (althans voorlo
pig) invalide wordt, verliest Finnigan alle
houvast. Hij zoekt troost in de drank en
gaat van kwaad tot erger. Zelfs zijn liefde
voor Margo kan hem niet redden.
gerijpt talent
Hij voedt zijn haat jegens de automobi
list en deze obsessie vindt tenslotte een
ontlading in de droom: Finnigan ver
moordt de man. Hij wordt gegrepen, ter
dood veroordeeld en op de elektrische
stoe] geplaatst. Wat. hij dan in het tiide-
loze moment van de droom ondergaat, is
de schok die hem tot een nieuw mens
maakt.
Trevor heeft het thema sterk en over
tuigend uitgewerkt., als een bekwaam ver
teller en menselijk beschouwer van een
ontspoorde.
De Hollandia-Bibliotheek. waarin „Fin
nigans droom" verscheen, is een belang
rijke serie, in fraaie uitvoering en betrek
kelük laag van prijs. Ik heb al eerder
gewezen «P het ontroerende boekje „De
navigator" door Jules Roy. het tragi
komische verhaal „Pnin" door V. Nabo-
kow en de Japanse roman „Vuren °P de
vlakte", een boek dat mij zeer heeft ge
troffen.
Als nieuw deel verscheen zojuist „Vrij
geleide" autobiografische herinneringen
van de Nobelprijswinnaar Boris Paster
nak. Op dit boek hoop ik nader terug te
komen.
Een curieuze moderne roman is „De
wedloop." een luchtvaartverhaal door
Geoffrey Willans. Centrale figuur: een
nieuw vliegtuigtype, met daaromheen
de mensen in wier leven het toestel om
diverse redenen een rol speelt. Het ver
haal heeft dus niet het innige, innerlijke
van „De navigator", waarin de mens- in
de-luchtvaart wordt geobserveerd. Een
boeiende pointe en een pakkende liefdes
geschiedenis maken dat het verhaal, dat
met vaart is verteld, de lezer niet loslaat.
Bovendien schijnt de ..De Wedloop" vlieg
technisch onberispelijk te ziin.
Een toekomstroman, die oók deze grie
zelige mogelijke juistheid schijnt te be
zitten. is „De donkere wolk" (Hollan
dia. Baarn). geschreven door de Engelse
astronoom en hoogleraar Fred. Hoyle.
Men heeft bij dit boek gedacht aan de
fantastische romans van H G. Wells en
Ik voei veef voor deze vergelijking. Maar
achter dit, boek van Hoyle voelt men
angst en bedreigd zjjn. Wat bij Wells
slechts gedurfde verbeelding was, is
nu een schrikwekkende mogelijkheid.
De inhoud laat zich niet navertellen
zij is te gecompliceerd. Maar zij is be
langrijk genoeg om u aan te raden er
kennis van te nemen!
de Wèisze Turm met de erker van
het „Judentanzhaus" een pronkjuweel. La
ten wê hier evenwel geen monotone op-
Somming geven van al het schone in Ro
thenburg ob der Tauber, welks musea het
door elke wereldstad benijd zouden kun
nen worden
Het grootste wonder van Rothenburg
ob dêr Tauber is wel, dat het alle oorlogen
overleefde. Al vloeide tijdens de grote
boerenopstanden een keer bij de terecht
stellingen op dé markt zoveel bloed, dat
de goten er door verstopl raakten, het
oorlogsgeweld heeft dit brok versteende
romantiek niet aangetast Zelfs in de af
gelopen vernietigingsoorlog bleef Rothen
burg ob der Tauber....
Men kan er logeren in een hotel, Hotel
Eisenhut, hetwelk uit twee grote pa
triciërs huizen bestaat, die geheel intact
zijn gelaten. De wanden zijn er versierd
met tal van kunstwerken. Ergens op een
tafeltje in een hoek kan men een prach
tig stuk houtsnijwerk bewonderen of een
fraai, antiek Mariabeeld. Hotel Eisenhut
is desondanks geen museum. Op sommi
ge kamers staan de honderden jaren oude
ledikanten met troonhemels. Daar kan de
gast zich ook des nachts in het verleden
teruggeplaatst wanen. Toch heeft men ook
hier een weinig aan de eisen van de mo:
deme tijd moeten toegeven. Van een rui
me hal werd een gedeelte afgeschoten,
om tot badkamer te dienen. De rijke Ame
rikanen en de voorname gasten, die in
Eisenhut gelogeerd willen hebben in
het gastenboek komt ook de naam Chur
chill voor eisen nu eenmaal modern
comfort en dus een badkamer....
Ook het moderne toerisme heeft zijn
weg naar Rothenburg ob der Tauber ge
vonden. Dies wordt het vooral tijdens de
weekenden overstroomd, zijn er geen gid
sen genoeg, om de bezoekers alles te la
ten zien en nog meer te vertellen. In de
wingels voor curiositeiten verdringen de
liefhebbers zich en het is pas tegen het
late avonduur, dat de stilte wederkeert,
die bij deze oude stad hoort.
Dan weerklinkt uit het open raam van
een verborgen caféstube het heldere ge
tokkel van een cither. Rothenburgers
rusten er na een zware dag- en avond
taak uit. Wie het aantal glazen bier telt,
dat ze verzwelgen, geeft hun man voor
man.-, en., vrouw het recht, zich
Wij delen dit pessimisme echter geens
zins. De televisie kan bij een wijs en ma
tig gebruik een zeer groot goed betekenen.
Door de televisie worden wij in zekere
zin wereldburgers. Niets behoeft ons meer
volledig te ontgaan. Door de reportages
kunnen wij overal bij zijn. Vanuit onze
huiskamers kunnen wij gade slaan, wat er
in Amerika gebeurt, zonder dat we ervoor
naar een bioscoop behoeven te lopen,
waar men dan nog slechts te zien krijgt,
wat, er enkele dagen geleden is gebeurd.
Nee, op hetzelfde moment kunnen wij
het in onze huiskamers meemaken, kun
nen wij er getuigen van zijn. Dit is een
zeer grote winst. En de grote kracht van
de televisie zal altijd wei op het gebied
van de reportage blijven liggen.
Maar ais wij nu het toneel nemen. Het
toneel op de televisie. Och ja, onlangs heb
ben wij „Het Hemelbed" gezien van Jan
de Hartog. En we moeten eerlijk beken
nen, dat we van de televisie-uitzending nog
meer genoten hebben dan van de uitvoe
ring in de schouwburg. Je zat er zo heer
lijk dicht met je neus boven op. Je zat om
het zo maar eens uit te drukken bij die
waardige nazaten van hun burgemeester - - j„
Bezold te noemen. Alles bij elkaar is het hemelbi8&;E&„li*
per hoofd een Meistertrunk..
Advertentie
televisie natuurlijk op het toneel voor. In
de schouwburg moet je op je plaats blijven
zitten, ook al zit je wat achteraan. En
bij de televisie loop je gewoon een beet
je met de camera's mee over het toneel.
Als iemand zijn mond opendoet, kan je
tot achter zijn kiezen kijken.
En toch.. neen, wat de schouwburg
ons aan toneel kan bieden, dat zal de te
levisie nooit gelukken.
Neem nu eerst maar eens de sfeer. De
sfeer van de schouwburg zelf, het doven
van de lichten, het opgaan van het doek.
En dan de gang naar de schouwburg toe;
op zichzelf al een feest.
Hoe gaat het thuis? Er is geen sfeer bij.
Integendeel, ieder ogenblik wordt de be
tovering door het' een an ander verbroken.
Het is altijd echt een avond met hinder
nissen. Je bent er nooit helemaal uit of
erin. Je vergeet nooit helemaal tijd en
plaats, want altijd is er wel wat dat je
in de nuchtere werkelijkheid terug zet
Maar dat alles is nog tot daar aan toe.
Wat je op de televisie ziet, is een plaatje
een rolprent heel sterk verkleind. Je bent
er niet bij zoais in de schouwburg Er is
niet. het minste contact tussen speler en
publiek. Je ziet en hoort het spel. dat
is het enige, maar je wordt er zelf niet in
opgenomen. Je behoeft na afloop niet eens
te klappen, want de spelers horen er toch
niets van. En wie weet zitten ze zelf mee
te kijken of spelen op hetzelfde mo
ment heel iets anders voor een werkelijk
aanschouwend publiek in een of andere
schouwburg.
Och natuurlijk als men niet in de gele
genheid is om het stuk in een schouwburg
te gaan zien, dan zijn wij dankbaar dat
wij het tenminste nog over de televisie mo
gen bekijken, maar het blijft een plaatje,
een foto van de werkelijkheid. En nimmer
wordt het een werkelijkheid voor je. zo
als dat in de schouwburg het. geval is.
Dit is wel de meest voorname factor,
waarom de televisie de schouwburg nooit
zal kunnen vervangen. Natuurlijk nu is
de televisie voor de meesten van ons
nog een nieuwtje dat wij uitbuiten en
waarvan we zoveel mogelijk willen pro
fiteren. Maar in Amerika en ook hier
al heerst allang een televisie-moeheid.
Sommige mensen kunnen wel een
radio een hele dag lang aan laten staan,
zij horen hem zelfs niet een3 meer;
maar dit is met de televisie toch niet het
geval. Daarnaar moet men werkelijk
kijken. En kijken wordt op den duur
ook vermoeiend.
En dan wat betekent ons ama
teurtoneel niet voor het gemeenschaps
leven? De televisie daarentegen sluit ons
allemaal in ons eigen kringetje op. En
dit kan men wel even met zich laten
begaan, maar heel lang duurt dit niet.
dan zoekt men weer het gemeenschapsle
ven, dat het amateurtoneel op zo'n sfeer
volle en prettige manier zo dikwijls weet
te verzorgen.
(Advertentie)
Er zijn nog veel Brusselaars die zich
met heimwee naar de Heiselvlakte bege
ven. om er te wandelen op de plaatsen,
waar een jaar geleden de grandioze Expo
1958 miljoenen mensen uit alle delen van
de wereld naar zich trok. Niet zelden
wordt op die wandelingen een Plan meege
dragen. want zó ingrijpend zijn daar se
dert de sluitingsdag de veranderingen, dat
het niet altijd gemakkelijk is uit te ma
ken waar zich bepaalde paviljoens en pa
leizen bevonden.
Wat blijft thans, afgescheiden van her
inneringen. nog over van a] het moois, al
het wonderbare dat daar een half jaar
lang is te zien geweest? Niet véél meer!
Zelfs paviljoens, zoals dat van de Kolen-
en Staalgemeenschap waarvan men oor
spronkelijk dacht dat zij zouden Wijven
bestaan zijn afgebroken. Mogelijk be
houdt men daar nog gedurende enige tijd
de „steenkoolmijn" die men onder het
K.S.G. paviljoen kon bezoeken.
Van de exotische tuin der Kongolese af
deling is niets meer te zien. Twee-derde
van de oppervlakte van de voormalige
Expo ziet er thans uit zoals vóór de tijd
dat zij nog moest gebouwd worden. Dit
wil ook zeggen, dat zelfs de funderingen
van de meeste paviljoens verdwenen zijn.
De mooie, romantische tuin van de Vier
Seizoenen Hst verlaten en dreigt, als niet
door tuinmannen wordt ingegrepen, spoe
dig in een kleine jungle te veranderen. De
grote waterpartijen in de midden-alléé en
de fonteinen voor de Eeuwfeestpaleizen
blijven bestaan maar haar vroegere luis
ter ia getaand, door het. feit dat het. wa
ter tr°ebel is geworden en de beplantingen
er omheen door de langdurige droogte ziin
verwelkt.
Daar waar de Kongolese sectie stond,
tussen het Planetarium en het Atomium,
wij men over een oppervlakte van vijf
hectaren een attractiecomplex aanleggen
met een voAtijjark. ee" golfterrein,
en oarkings
Men heeft fipSmasiffeve dak van het Pa
leis der Véï«|L'de Naties met dynamiet
doen springen VJWrzichtiger is men te
werk gegaan met de efbraak van Vrolijk
België, omdat, tal vaa#e typische huisjes
die zich daar bevond» lifer en daar in de
provincie werden heropgebouwd. Geen
enkele der grote entrêes van de Expo be
staat nog; men kan nu vrij langs alle kan
ten op de terreinen komen, En overal mag
men er rondwandelen
De vijver van het paviljoen der Verenig
de Staten bleef gehandhaafd, maar hij
ligt droog. En de meeste van de in zijn om.
geving geplante appelboompjes uit Ame^
rika zijn vergaan. Volledig gespaard blijft
de modelschouwburg van het paviljoen
der Verenigde Staten. De stad Brussel-
kreeg hem ten geschenke maar schijnt
momenteel nog niet goed te weten wat
zij er mee zal aanvangen?
In de Natiënlaan staan nog grote frag
menten overeind van de metalen geraam
ten der paviljoens van Rusland, Frankrijk
en Ver Arabië. Doch men werkt nu on
afgebroken aan hun demontage. De gewel
dige spits van het paviljoen van Frank
rijk kan men nog vanuit de verte zien.
maar niet voor heel lang meer. Niets her
innert nog aan de merkwaardige paviljoe
nen en de kerk van de Heilige Stoel. Wan
delingen zijn weer met haar vroegere
charme mogelijk in het Bospark en het Os-
seghempark.
De gebouwen van de Helihaven worden
tot schoollokalen omgebouwd. Het grote
Esplanadeplein waar in 1958 veel markan
te demonstraties op plaats hadden, wordt
ingeschakeld in de expositieterreinen van
de Internationale Jaaj-bcurs van Brussel.
Van het paleis der Televerbindingen
maakt, men een school voor kunstambach
ten en ajlerlel beroepen. De daartoe nodi
ge werken worden door leerlingen uitge
voerd. Er za) daar ook een afdeling zijn
voor readaptatie van werklozen. Het Pa
viljoen van de Jacht en de Visvangst werd
door de Stad Brussel aangekocht, die er
een kindertuin van zal maken.
Het Atomium trekt nog elke dag een
paar duizend bezoekers. Na de winter
heeft men gedurende een paar weken
nijvere mannen als dwergen op haar
enorme gladde bollen kunnen zien evolu
eren.
Het dóf geworden aluminium hebben zij
weer als spiegels doen glimmen. Elke
avond „leeft" het Atomium neg met het
grillige spei van zijn ontelbare aan- en
uitgaande lichten, terwijl op de bovenste
sfeer fier een grote Belgische vlag wap
pert Zijn voortbestaan is voor tenminste
tien jaar verzekerd zegt men.
Nog een ander belangrijk monument dat
van de Expo zal blijven getuigen is de
futuristisch aandoende reusachtige beton
nen pijl van de Civiele Bouwkunde met
de tuin en de merkwaardige landkaart van
België die in zijn schaduw liggen. Deze
pijl wordt terecht beschouwd als een der
meest sensationele technische verwezen
lijkingen van de Expo. De tuin met zijn
talrijke variëteiten vetplanten en rotsbloe-
men en die de vorm heeft van de land
kaart van België, wordt opgeknapt. Het.
water van de „Noordzee" klotst weer te
gen het „strand" en de vele miniatuur
autootjes rijden weer langs bestaande of
nog aan te leggen autosnelwegen. De eige
naars van dit complex, de Groep Bouw
1958. heeft het aan de Staat overgemaakt,
om bewaard te blijven. Het is nu reeds
kosteloos toegankelijk. Samen met het
Atomium moet dit tot de attracie6 van
Brussel blijven behoren. De pijl en de
kaart symboliseren in de geest der schen
kers de wil van België om zijn infrastruc
tuur te doen gelden in de wereld van mor
gen. De kaart geeft een beeld van de uit
breiding en de modernisering der havens
van dit land. alsmede van de verbete
ringen die zullen worden aangebracht in
het net van wegen voor het verkeer en
voor de scheepvaart, die tot over de gren
zen doordringen in he achterland der
Belgische havens.
Het zijn de deelnemende landen zelf die.
volgens contract, de terreinen waarop zij
bouwden volledig in hun oorspronkelijke
staat moeten terugbrengen. Slechts één
land heeft tot heden volledig die verplich
ting nagekomen: Tsjechoslowakije. dat
hier op alle gebied tijdens de Wereldten
toonstelling een model is geweest.
Nog za] bewaard blijven de grote beton
nen dubbele brug, vanwaar men een
prachtig uitzicht had op de paviljoens van
de Heilige Stoel, van Rusland, van Frank
rijk en van de Verenigde Staten.
De Commissaris Generaal van de We
reldtentoonstelling graaf Moens de Fer-
nig. die zijn hoofdkwartier had in het me
de met, dat doel totaal gerestaureerde
Belvédèrepaleis gelegen tussen de ko
ninklijke residentie van Laeken eti 't kas
teel van Stuyvenbergh waar koningin Eli
sabeth woont, heeft dit gebouw verlaten,
dat eerstdaags de definitieve woonplaats'
zal ziin van prins Albert en prinses Paola.
Moens de Femis en zijn resterende Ex-
podiensten zijn nu in de Amerikaanse
schouwburg gevestigd. Dat za) nog duren
tot 19 april aanstaande, eerste veriaardag
van de sluiting van de Expo 1958. Op
die datum zal de liquidatie van de We-
reldtentoonsteling zo goed als gedaan ziin.
Wat nog zou overblijven te doen. zal daar
na door het ministerie van Economische
Zaken verder afgehandeld worden.
B.