UW LAATSTE KANS OM MEE TE DOEN AAN
DE GROTE NESCAFÉ-KLM PRIJSVRAAG!
Vraag formulier bij Uw winkelier!
Pleidooi voor speciale
leraarsopleiding
Geen verdoezeling
van noodsituatie
Meer aandacht voor
begaafde leerlingen
Redt eerst
de anderen
7!'eleüisie en
reclame
Liefst na de
schappelijke studie
p
Gouden priesterfeest van mgr.
Lemmens in Rolduc gevierd
Hoofddirecteur Y.U
i
Leraren rijks H.B.S.-en bijeen
Snoek in fontein
P||:
Limburgse clerus huldigt jubilaris
A. Blankert
V B
De situatie rond de
huurblokkering
Algemene vergadering V.H.M.O.-leraren
72 varkens van een
veehouder afgemaakt
Slachtoff^rs Dachau
herbegraven
Chinezen doorge
drongen op Indisch
gebied?
DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1959
PAGINA 5
i door
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiin MARGUERITE
BOURCET
Advertentie
De staatssecretaris van O. K. en
W., mr. Y. Scholten, bereidt
thans een nota voor inzake de
toelating van reclame in de televisie,
Welke, naar verwacht wordt, dit na
jaar aan de Tweede Kamer zal wor
den aangeboden. Zijn voorganger, mr.
Röppener, had zich met dezelfde ma
terie bezig gehouden, maar door zijn
heengaan is over de nota, die zijner-
z'jds gereed was gemaakt, het doek
gevallen. In hoeverre de arbeid van
Oir. Höppener van invloed.is geweest
op de beslissing van de regering-De
Quay van 5 juni j.l., waarbij ,,in
Principe" tot toelating van reclame
Werd besloten, is niet bekend. In
elk geval is deze beslissing een gege-
ven geweest voor de eerst na* die da
tum opgetreden mr. Scholten, aan
Wiens bevindingen, opgedaan in zijn
besprekingen met de uiteenlopende
groepen van belanghebbenden, het
regeringsbesluit opnieuw getoetst zal
Worden. Een uitgemaakte zaak is de
t.v.-reclame dus nog niet, nog afge
zien van het beslissende woord, dat
he volksvertegenwoordiging moet
spreken.
In dit stadium lijkt het nuttig
Uog eens enkele facetten van het
vraagstuk te bezien. Het standpunt
hat wij steeds hebben ingenomen, is,
dat wij niet overtuigd zijn van de
noodzaak van t.v.-reclame, maar
Wel overtuigd, op verschillende gron
den, van de onwenselijkheid ervan.
Over de beweerde „economische nood-
Zaak" handelt een volgend artikel.
Maar mocht het pleit tenslotte ten
gunste van de reclame in de televisie
beslecht worden, dan zo is subsi
diair ons standpunt moet de ver
gunning daartoe verstrekt worden aan
de bestaande omroeporganisaties, sa
menwerkend in de Nederlandse Te
levisie Stichting. Daarover thans.
De enige georganiseerde groep in
ons land, die aandringt op de
totstandkoming van een televi
sie-maatschappij, welke uit de op
brengst van t.v.-reclame gefinan
cierd zou moeten worden, is, naar be
kend, de OTEM n.v., de Onafhanke
lijke Televisie Exploitatie Maatschap-
Pij, waarachter zich o.m. de grootste
Nederlandse bankinstellingen hebben
geschaard, alsmede de televisie-in
dustrie, enkele grote consumptiegoe-
derenondernemingen en dagblad
bedrijven. Een belangrijke groep dus,
die kapitaalkrachtigheid paart aan
het vermogen om op de in aanmer
king komende instanties enige druk
Uit te oefenen; twee eigenschappen
overigens, welke daar zal eenieder
het wel mee eens zijn uiteraard
uiet van doorslaggevende betekenis
mogen zijn.
De OTEM heeft onder haar con
cessie-aanvrage een steviger basis
trachten te schuiven door zich
te beroepen op het beginsel van
de vrije meningsuiting, van de gees
telijke vrijheid zelfs. Maar dat lijkt
ons misplaatst. Wij laten nu daar of
dit beginsel gehanteerd zou kunnen
Worden in geval een „vrije concur
rentie" technisch' en economisch mo
gelijk ware, maar deze „open situa
tie" bestaat in feite nu eenmaal niet,
Zodat de overheid duidelijk geroepen
is de meest harmonische ordening te
bevorderen. In geen enkel land heeft
de staat zich op het stuk van radio-
en televisiewetgeving op het stand-
Punt gesteld van een verplichting tot
het verlenen vah een uitzendconces-
sie aan een ieder, die de financiële
middelen daartoe had.
In Nederland heeft de over
heid voor die ordening een eigen,
uitzonderlijke weg ingeslagen door
de erkenning van de vijf om
roepverenigingen. Het is bekend,
dat daar kritiek op is, overigens niet
Van de zijde van de OTEM, tenzij
dan voorzover daaruit een barrière
Voor haar eigen entrée zou voort
vloeien. Naar ons inzicht verdient
het bestaan van de NTS en de daarin
samenwerkende omroepverenigingen
inderdaad zulk een barrière te zijn.
De komst van de OTEM zou een fun
damentele ondermijning van ons om
roepbestel zijn.
Van dit bestel zijn wij overtuigde
voorstanders, niet omdat het
geen gebreken zou vertonen in
opzet of in uitvoering er kleven
natuurlijk feilen aan! maar om
dat wij het beschouwen als een sys
teem dat,' in vergelijking met het
buitenland, over uniek gunstige kwa
liteiten beschikt.
Het is een systeem dat de
omroep autonoom maakt tegen
over de staat en onafhankelijk van
financiële en commerciële belangen
groepen. Het kent, naast samenwer
king, een diversiteit van geestelijke
inspiratie, welke in zelfstandigheid én
Wedijver tot uitdrukking komt in
eigen programma's. Het wortelt daar
door, en door de historie van de om
roep, in de bevolking op een wijze,
nis noch een staatsomroep, noch een
commerciële omroep ooit kan berei
ken. Voor communicatiemedia als ra
dio en, vooral, televisie zijn, met hun
Zeer grote mogelijkheden tot en ver
antwoordelijkheid voor de beïnvloe
ding van de belangstelling, denkwijze
en leefgewoonten van 't grote publiek,
kortom van de geest der samenleving,
betekenen deze eigenschappen even-
Zoveel waarborgen en kansen voor
®en gezonde vorming van luisteraar
cn kijker tot geestelijke zelfstandig
heid, welke in het buitenland veelal
Pijnlijk gemist worden. Het zou van
°nverantwoordelijke lichtvaardigheid
getuigen dit bestel in de waagschaal
stellen door er een commerciële
televisiemaatschappij aan toe te voe
gen, die haar financieel concurrentie
Vermogen in dienst stelt van een ideo
logisch principieel kleurloze jacht op
een zo .groot mogelijke kijkersmassa.
Natuurlijk, de OTEM is niet voor
nemens slechts opper,vlakkig-
heid te brengen. Zij wil geen
bloedeloos neutralisme"; maar
haar uitgangspunt is anderzijds, met
Zoveel woorden, „ideologisch onbe
paald". Opmerkelijk is de wijze.
Waarop zij deze onverzoenlijken
Poogt te verzoenen, n.l. door middel
van een Programmaraad: zelf geèn^
richting hebbend, verzoekt zij men
sen, die buiten haar organisatie
staan, om richtlijnen voor haar werk
zaamheid. Een duidelijker demon
stratie van het gemis aan een eigen
boodschap kan moeilijk worden Ver
langd. Bij de samenstelling van de
raad wil men rekening houden met
de geestelijke en maatschappelijke
'tromingen, maar die stromingen
Vbben, om tot uiting te komen via
„De leraren moeten niet afwachten
tot de overheid het initiatief neemt tot
het instellen van een leraarsopleiding:
zij zullen die opleiding zelf ter hand
dienen te nemen.
De inhoiffl van die opleiding zal voor
een belangrijk deel te maken hebben
met de doelstelling van het (middel
baar) onderwijs, welke doelstelling
men niet te beperkt moet zien als:
„klaarstomen voor het eindexamen".
Die opmerking maakte de heer A. J.
S. van Dam, directeur van het Onder
wijskundig Studiecentrum te Amster
dam tijdens de woensdag m Oosterbeek
gehouden conferentie van de Vereni
ging van Leraren aan Rijks hogere
burgerscholen. De heer Van Dam ont
vouwde enkele gedachten over een toe
komstige leraars-opleiding in ons land,
waarvan hij de noodzaak bij de talrijk
aanwezige docenten met vele argumen
ten op het hart bond.
De inleider schetste in een breed
voerig betoog de omstandigheden,
waarin vele leraren vandaag de dag
verkeren: hun vrijheid is vaak te zeer
gebonden aan leerprogramma's en
eindexamens. Ze verkeren veelal in
een wat „beschermde" omgeving - ook
al omdat de school een instituut is, dat
aan bepaalde regels en voorschriften
is gebonden - en hebben te vaak de nei
ging om behoudend te zijn. Het onder
wijs is van nature weinig tot verande-
In de fontein op Trafalgar Square in
Londen werd dezer dagen een stevige
snoek waargenomen. Een lid van de
schoonmaakdienst van het ministerie van
Openbare Werken moest er het zijne van
hebben. Toen hij de vis op het droge
bracht bleek het beest dood te zijn.
de televisie, niet gewacht op deze
commerciële onderneming, die
wel begrijpelijk overigens haar
aanvaardbaarheid tracht te verkrij
gen door een soort van grootste geme
ne deler van wat de omroepvereni
gingen veel beter reeds bezitten.
De verrassend snelle groei van het
aantal tw.-kijkers heeft bovendien de
verdere OTEM-argumentatie ver
zwakt. Verruiming van de zendtijd is
te verwachten en de televisie-indus
trie heeft geen bijzondere opwek
kingsmiddelen meer van node. Maar
zelfs al zou t.v.-reclame in de toe
komst aanbeveling verdienen hetzij
vanwege de exploitatiekosten van
de t.v.-omroep (b.v. in verband met
een tweede net), hetzij wegens een
aantoonbaar en overwegend belang
van het bedrijfsleven, dan nog valt niet
in te zien, dat zulks zou moeten ge
beuren middels een nieuw te schep
pen heterogeen element in ons om
roepbestel, als een commerciële t.v.-
maatschappij zou zijn.
ringen geneigd. Maar die veranderin
gen zijn juist broodnodig, want de we
reld is heel anders geworden en het le
ven stelt heel andere eisen aan de men
sen dan in het verleden.
Spr. wees op de voortgaande ver
schuiving van het ambacht en het boe
renbedrijf naar de industrie en vooral
ook naar de dienstenverlenende be
drijven, die alle hoge eisen aan hup
kaderpersoneel stellen. De wereld ver
andert snel en de jonge mens moet zich
kunnen aanpassen, de creativiteit, die
hem daartoe in staat zal stellen, moet
zijn ontwikkeld. Hij moet verder wor
den voorbereid op een juiste besteding
van zijn vrije tijd, hij moet ook de ge
legenheid vinden tot bezinning op zich
zelf en op de anderen, die hij ontmoet
en op de diepere betekenis van het be
staan.
Natuurlijk kan men niet verwachten,
dat iedere leraar doe eigen observa
tie en studie de implicaties van dit al
les zal vinden. Hij moet daartoewor
den ingeleid, evenals tot de studie van
het vak, dat hij koos. Het gaat hierbij
niet allereerst om kennis, veeleer be
treft het een gezindheid, een richting
van denken en willen. Omdat de ta
ken verschuiven, moet de leraar steeds
veranderen; creatief moet hij de opga
ven, die hem gesteld worden, kunnen
oplossen, niet alleen maar met zijn col
lega's.
Daarom is er een leraarsopleiding
nodig, naast en liefst na de vak-weten
schappelijke studie, zo betoogde de
heer Van Dam, die er op wees, dat
de noodzaak om alle talent in ons volk
te benutten - economisch, sociaal en
cultureel-de huidige gebondenheid van
de scholen in de toekomst uitsluit. De
vaste programma's en examens, uitge
vonden om het peil der scholen te
waarborgen, zullen onbruikbaar blijken
in verband met de verschillen tussen
de kinderen en de noodzaak de grote
talenten omhoog te stuwen en de klei
ne te reddden.
Dat betekent, dat aan de leraar de
volmacht zal moeten worden gegeven
om naar zijn beste kunnen de kinde
ren zover te brengen als voor elk moge
lijk blijkt. De maatschappij zal dan
waarborgen verlangen voor 's leraars
deskundigheid en gezindheid, evenals
zij die van de arts verlangt.
De leraarsopleiding die twee jaar
zou moeten duren kan niet thcore-1
tisch zijn. Zjj moet voor een belangrijk
deel in de school plaats vinden. Daar-
naast moet de a.s. leraar invloeden on
dergaan, die hem stimuleren tot het
brede inzicht in zijn taak en aan be
voegde beoordelaars tonen, dat hij vol
doende is voorbereid om de hoogste
verantwoordelijkheid te dragen. Dat
kan het beste in de gemeenschap van
een seminarie, meende de heer Van
Dam.
Tenslotte bracht hij nog naai voren,
dat een leraarsopleiding alleen dan zin
kan hebben als er in de scholen krach
ten leven, die zich op deze materie be
zinnen en voor de opleiding daadwerke
lijk belangstelling tonen.
(Van onze Haagse redactie)
Minister Van Aartsen heeft dc si
tuatie rond de huurblokkering als volgt
samengevat:
a. De stortingsplicht, alsmede de ove
rige verplichtingen ingevolge de Wet
grootboek woningverbetering blijven be
staan, zolang daarin geen wijziging is
gebracht.
b. In afwachting van het tot stand ko
men van een wet tot opheffing van de
huurblokkering, wordt van het instellen
van invorderingsmaatregelen afgezien.
De regering is niet alleen van mening,
dat zt) tot het achterwege laten van in
vorderingsmaatregelen bevoegd is,
maar zjj acht dit bovendien uit een oog
punt van doelmatigheid gewenst, aldus
de minister in antwoord op vragen van
het Tweede-Kamerlid Van Rijckevorsel
(KVP).
Het winkelcentrum van de Ierste stad Limerick is dinsdag door een enorme
brand geteisterd. Een blok kantoorgebouwen, winkels en huizen werd in de as
gelegd. De brandweer, die versterkt was met eenheden uit de omliggende plaat
sen en zelfs uit andere districten, kon niet verhinderen dat de gebouwen links
en rechts vaji de vuurhaard, die toen deze foto genomen werd nog niet door de
vlammenzee waren aangetast, tot de grond toe afbrandden. Er deden zich geen
Persoonlijke ongelukken voor. De schade is enorm.
0 N
(Van onze onderwjjsredacteur)
De voorzitter van de Algemene Ver
eniging van Leraren bjj het V.H.M.O.,
drs. P. van Houte, heeft vandaag op
de algemene vergadering van zijn ver
eniging in het conferentieoord Woud-
schoten een redevoering gehouden waar
in hij zeer kritische geluiden deed ho
ren over de huidige onderwijssituatie.
Het onbevoegdenvraagstuk bespre
kend zei de heer van Houte, dat de toe
stand van jaar tot jaar slechter
wordt. Er zijn thans scholen, waar be
halve de directeur en de leraar licha
melijke opvoeding büur het gehele corps
bestaat uit niet-bevoegde docenten.
Aan de veeltermighcid in de onder-
vvjjswetgeving mag men wel een
nieuw woord toevoegen: een v.h.m.o.-
school met zoveei onbevoegden kan men
bezwaarlijk anders kwalificeren dan
als z.u.l.o.zeer uitgebreid lager onder
wijs.
De sterke uitbreiding van het aan
tal studiebeurzen en renteloze voorschot
ten is toe te juichen, maar men is met
deze maatregel veel te laat gekomen,
aldus spr. De voorzitter van de A.V.
M.O. vroeg zich af of het beroep, 4at
minister Cals op de leraren heeft ge
daan om de z.g. over-overuren belang
rijk hoger te honoreren, wel in het be
lang van het onderwijs is. Zou het la
ten vervallen van lesuren, desnoods het
wat indammen van de stroom naar het
v.h.m.o., niet meer in overeenstem
ming zijn met de reële belangen van
het onderwijs?. Dergelijke maatrege
len zullen op weerstanden stuiten, doch
zij zijn te verkiezen boven een verdoe
zelingsmethode. Spr. heeft begrip voor
de moeilijkheden, waar de minister van
Onderwys voor gesteld wordt, maar
naar zijn mening let het departemen
tale or.de* wijsbeleid te iel op de kwan-
teit.
Drs. van Houte zei, dat hij de nieuwe
regeling van de positie van de onbe
voegde leraren weinig kan waarderen.
Bij de huidige ingewikkelde salarisver-
houdingen gaat een u.l.o.-onderwijzer,
die acht of tien uren les geeft op een
school voor .h.m.o., in salaris ver uit
boven ec leraar met een doctorstitel.
Wanneer men het probleem van het le
rarentekort toch met kleine middelen te
lijf wil gaan, waarom dan niet in de
eerste plaats gedacht aan een behoor
lijke honorering van de lichamelijk fit
te gepensioneerden?. Leraren, die ge
pensioneerd uit Indonesië zi.'n gekomen
en in het moederland weer aan het
werk zijn gegaan, behouden hun Indo
nesisch pensioen, terwijl bovendien hun
dienstjaren meetellen bij de berekening
van hun Nederlands salaris. Dit maakt
■de situatie nog wat krommer, tenzij
men de stelling aanvaardt, dat Indone
sische ervaring voor de Nederlandse
scholen van meer belang is dqn de Ne
derlandse onderwijspraktijk.
De voorzitter van de A.V.M.O. sloot
zich in zijn openingsrede aan bij de
suggestie, die door de voorzitter van
de katholieke lerarenvereniging „St.
Bonaventura" is gedaan om in een nood
wet voor het v.h.m.o. de huidige moei-
lijkhëden duidelijk te karakteriseren.
Sprekend over de toelating van de vol
ledig bevoegde onderwijzers tot de uni
versitaire examens in de psychologie
en de pedagogiek zei de heer van Hou
te: wjj kunnen in deze wet niet veel
anders zien dan een zwichten voor de
eisen van de grote onderwijzersorga
nisatie, wier leiders, niet gehinderd
door, de ervaringen van de werkelijk
heid, hun pleitbezorgers in de Kamers
der Staten-Generaal vonden.
Bij de raamwet voor het voortgezet
onderwijs werd de vrees uitgesproken,
dat het geheel een architectuur in
luchtkastelen zal blijken te zijn. Te ho
pen .s, dat aan dit belangrijke wets
ontwerp nog veel zal worden bijge
schaafd. De „planprocedure" in de
raamwet zal aanleiding geven tot moei
lijkheden; de huidige guerilla bij de
stichting van scholen belooft weinig
goeds voor een plansysteem. Ook ten
aanzien van de verruiming van onder
wijskundige en pedagogische mogelijk
heden uitte de heer van Houte zich kri
tisch. Hij vreest de invloed van onge
wenste amerikanismen.
Spr. vroeg voorts bijzondere aandacht
voor de belangen van de begaafde
leerlingen. Men is nog niet zover, dat
er begaafdenklassen zijn, waar het ta
lentvolle kind zich moet inspannen te
midden van zijn gelijken, hetgeen voor
zijn karakter betere uitzichten biedt
dan het verveeld meelopen met de ge
middelde leerling van de familie Door
snee. De woorden intellectueel, intel
lectualisme en parate kennis zijn voor
ons nog geen soort scheldwoorden, ge
lijk voor vele pedagogen, die a.h.w.
een instinctieve vrees 'koesteren voor
hersens, aldus de voorzitter van de
A.V.M.O.
iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii^
9
Het wijde meer van Starnberg, onpeilbaar diep en
van een onbeschrijfelijk mooi diep-blauw. Dichte
wouden dennen en peuken omzomen, deze
reusachtige lap moiré als met donker fluweel. Diep
op de achtergrond de kristallen gletsjers van
Innsbruck, die de einder afsluiten. Aan de oever een
kasteel van rode steen met duidelijk zichtbare
voegen: vier torentjes met kantelen die je verplaat
sen naar de tijd van de troubadours, een kapel waar
een helder klokje klepelt, een verwilderd park met
een ouderwetse Calvarieberg, waaraan een legende
verbonden is.
„Posenhofen".
Een romantisch slot, woonplaats van een bekoorlijk
kwintet. De drie broers die hun speelkameraadjes
waren Lodewijk, Karei Theodoor en Max Emma
nuel worden door de geschiedschrijvers gewoonlijk
verwaarloosd. Des te vaker stellen zij ons de vijl
lieve dochtertjes voor die, rond 1850 in dit oude
gebouw opgegroeid, Europa zouden fascineren mei
hun charme en met de vijfvoudige tragedie van hun
lot. In hun grove wollen jurken en hun rose boeze
laars, met hun lange vlechten, de belofte van
schoonheid en gratie op hun ronde kindergezichten
vormden zij een vrolijk groepje, onbewust van de
drama's, welke de toekomst voor hen verborg.
Hélène, een flink meisje „1, verstandig en keurig
Haar wacht als prinses van Thurn en Taxis dt
rouwsluier, als ze pas dertig jaar oud is.
Elisabeth met het rossig-gouden haar, fijnbesnaard
en overgevoelig. Haar wacht als keizerin van Oosten
rijk de geheimzinnige dood van haar zoon, als een
voorteken van haar eigen gruwelijk levenseinde.
Marie Sofie, de mooiste van allen, met haar slanke
hals, haar vurige diepe blik en haar wilskrachtige
gelaatstrekken. Haar wacht als koningin van Napels
de stalen zondvloed van de burgeroorlog, die haar
troon onder bommen zal vergruizelen.
Mathilde, tenger maar vitaal, met een guitig
gezicht. Haar wacht als de gravin van Trani, in een
hotelkamer het ontzielde lichaam van haar man,
die zich verhangen heeft.
Sofie Charlotte met haar blozende wangen, heldere
diepblauwe ogen en gouden krullen. Haar wacht als
hertogin van Alen pon een jammerlijk levenseinde op
een liefdadigheidsfeest.
De vader van dit gelukkige gezin was Max Jozef,
een afstammeling van het Beierse vorstenhuis. Door
zijn aderen stroomde, het roemruchte bloed van
Wittelsbach, maar hij behoorde slechts tot een
verwijderde tak, die in tamelijk behoeftige omstan
digheden was geraakt. Pas sinds drie of vier jaar
had men hem on zijn nageslacht het recht verleend
de titel Koninklijke Hoogheid te voeren. #Maar hjj
dreef met dit cadeau danig de spot. Zelden zag men
een Koninklijke Hoogheid zo weinig belust op forma
liteiten. Hij leidde op zijn landgoed deels het leven
van een heer, deels van een bohémien, jaagde, reed
op zijn paard rond als een pikeur in een circus, zette
volksconcerten op touwen vond het veel plezieriger
achter een glas bier samen met enkele burgervrien
den, zich noemende de „Ridders van de Tafelronde",
verzen te improviseren, dan mooi weer te spelen
aan het hof van zijn vorstelijke neef in Munchen.
Want hij stelde een eer in de beoefening van de
letterkunde. Zijn produkt.en ondertekende hij met de
schuilnaam Phantasius, wat bewijst, dat hij zichzell
wel kende. Als de sleur van het alledaagse leven
hem te machtig werd, trok hij de wijde wereld in.
Kortom, een van die persoonlijkheden wier oorspron
kelijkheid betoverend is, wanneer men hen van
verre gadeslaat zonder iets van hun dwaasheden te
lijden te hebben
Tussen deze avontuurlijke klant en zijn opvallende
iochters lijkt zijn gemalin, hertogin Ludovicia, in hel
oog van het nageslacht een eerzame eendemoeder,
die zwanen heeft uitgebroed. Ook zij stamde van hel
Huis Wittelsbach, maar dan van de tak die het be
wind in handen had. Zij was een zuster van -de
zonderlinge Lodewijk I, die, nadat hij Munchen met
afgietsels van Griekse beelden bevolkt had, ridder
lijk zijn kroon prijsgaf voor de liefde van de schone
Lola Montés. De talrijke zusters van Ludovicia
bezetten de tronen van Centraal Europa. Zij waren
schitterend geslaagd en Ludovicia kon het niet ver
kroppen, dat alleen zij zich tevreden had moeten
stellen met een slecht bemiddelde, zij het pittoreske,
vertegenwoordiger van een jonger geslacht, die enkel
recht had op de titel hertog in Beieren 2). Op de
enige foto die er van haar bewaard gebleven is, ziet
men haar met het goedhartige en vermoeide
gelaat van vrouwen die vee] tegen het leven hebben
moeten vechten. Bekrompen omstandigheden, een
snel groeiend gezin, een onberekenbare, bijna excen
trieke man, dat zijn geenszins voorwaarden voor
een vredig bestaan. In de raadgevingen waarmee
zij haar tweede dochter, de opstandige Elisabeth,
terzijde meende te-moeten staan, openbaart zich
haar filosofie een mengsel van berusting en
aanpassing —en ook haar volslagen onbegrip ten
opzichte van gevoelsdrama's, die met stoffelijke
moeilijkheden weinig te maken hadden.
„Waarover beklaag je je? Wat zou je wel niet
zeggen, als je in mijn schoenen stond? Ik heb altijd
in een bijna onhoudbare toestand geleefd, ik heb
moeten tellen en rekenen om de eindjes aan elkaar
te knopen. Toch ben ik niet ongelukkig geweest, ik
heb noch je vader, noch het leven iets verweten
Dat was inderdaad wijsheid, maar een wijsheid
zonder intugtie die reeds bij de eerste tragedies
ondoeltreffend zou blijken. De grootste fout van
raadgevingen is over het algemeen, dat ze uitstekend
zijn voor degene die ze uitdeelt, maar niet voor
degene die ze ontvangt.
Max Jozef was nauwelijks bij machte het telkens
verstoorde evenwicht te herstellen. Tussen zijn
reizen door nam hij nu en dan de opvoeding van zijn
acht kinderen ter hand. Maar de eigenaardige
méthoden die hij daarbij gebruikte, zouden een
beroepspedagoog met verbijstering geslagen hebben.
Het zou vergeefse moeite zijn er lenig systeem in
te willen ontdekken, dat maar in de verste verte
lijkt op de lesrooster waaraan „kleine Sonnet" op
„Claremont" onderworpen werd.
(Wordt vervolgd).
Onder de varkensstapel van de vee
houder A. Benning te Ten M*lo. in de
gemeente Zuidwolde. Drente, is varkens
pest geconstateerd. De gehele varkens
stapel, in totaal tweeënzeventig stuks
waaronder een aantal biggen, is op
last van de vee-artsenijkundige dienst
naar het abattoir te Assen overgebracht
en daar afgemaakt. Van gemeentewe
ge zijn de varkenshokken en de overige
bedrijfsgebouwen ontsmet.
Op een voor hem dierbare plek,
het klein-seminarie Rolduc te Kerkra-
de, heeft de emeritus-bisschop van
Roermond, mgr. dr. G. Lemmens,
woensdag zijn gouden priesterfeest
gevierd. Op uitdrukkelijke wens van
de jubilaris waren hierbij alleen de
priesters van het diocees Roe. nond
aanwezig. Hoewel er van veel uiter
lijk feestvertoon geen sprake was,
heeft de Limburgse clerus, door
meer dan 350 geestelijken vertegen-
Op de centrale begraafplaats in Loe-
nen up de Veluwe zijn woensdag tien
Nederlanders, die tijdens de oorlog zijn
omgekomen in het concentratiekamp
te Dachau, herbegraven, 's Ochtends
geschiedde de herbegrafenis van de
Hagenaars P. P. van Grimbergen en
P. A. van de Rostijne. 's Middags
werden in Nederlandse grond ter ruste
gelegd ir. J. J. F. Bartels en B. de
Huyzen ujt Den Haag, R. J. de Vries
uit Delft, J. A. Monnicicendam uit Eind
hoven, H. Hout uit Haarlem, J. de
Haan en F. B. W. M. Urbanus, beiden
uit Rotterdam en J. Bunschoten uit
Delft.
Er bestond voor deze plechtigheid
zeer grote belangstelling. Alvorens de
stoffelijke overschotten wérden bijge
zet werden in de kapel van de begraaf
plaats enkele woorden gesproken door
de directeur van de Ned. Oorlogsgraven
stichting, de he r P. W. de Hertog, een
afgevaardigde van de verzetsgroep Da
chau, de heer H. J. Teengs Gerritsen uit
Wassenaar, en de heer W. Bakker, die
het hoofdbestuur van de vereniging van
ex-politieke gevangenen uit de bezet
tingstijd vertegenwoordigde.
Vervolgens trok men naar de groe
ven, waar de ruw houten zwarte kis
ten stonden, die met vele bloemstuk
ken en bloemen werden bedekt. Fami
lieleden van dc herbegravenen spra-ken
woorden van dank jegens de oorlogs
gravenstichting.
Ook vandaag en morgen zal een aan
tal Nederlanders die tijdens de oorlog
de dood vonden in Loenen worden her
begraven.
Vandaag zou de herbegrafenis geschie
den van de stoffelijke resten van
J. M. Jansen uit Gramsbergen, ds. R.
H. Kuiper uit Warnswerd, W. Uithof
uit Zwammerdam K. de Vries uit
Winschoten, P. J. Gébel uit Amster
dam, dr. G. Geertsema uit Borger, W.
Idenburg uit Gouda, H Mulder uit
Wolvega en A. van der Velden uit
Delft.
Vrijdag worden nog begraven H. M.
Bats uit Groningen E. Fransen uit
Groningen, E. Leverpoll van der Veen
uit Rotterdam en J. Smid uit Den Haag.
woordigd. dit vijftigjarig priesterjubi
leum voor haar emeritus-bisschop tot
een onvergetelijke dag gemaakt.
Toen mgr. Lemmens, wiens gezond
heidstoestand de laatste tijd veel te
wensen overlaat, ondersteund door twee
helpers de aula van het klein-semina
rie betrad, juichten de aanwezige pries
ters de sympathieke, 75-jarige jubila
ris hartelijk toe.
Mgr. Moors, de huidige bisschop van
Roernvnd. trad naar voren oi - als tolk
van alle pripsters uit zijn bisdom de
vroegere herder van Roermond te hul
digen. „Met mgr. Lemmens". aldus de
bisschop „zijn veie Limburgse pries
ters innig verbonden. De meesten zijn
door hem gewijd en vrijwel allen heb
ben onder hem gewerkt." Vanwege de
ze band, zo vervolgde mgr. Moors, heb
ben de geestelijken van het diocees
Roermond het in hoge mate gewaar
deerd, dat hun vroegere bisschop, die
meer dan een kwart eeuw geestelijk
leider van Limburg is geweest, te mid
den van hen zijn gouden priesterfeest
heeft willen vieren.
Naast woorden van hartelijke geluk
wensen bood mar. Moo"j de jubila
ris een tweevoudig geschenk aan: de
belofte van een vurig gebed en vervol
gens een gift van ruim achtduizend gul
den. Deze gelden, bijeengebracht door de
ruim zevenhonderd priesters van Lim
burg, zijn bestemd voor paramenten
voor de kathedrale kerk van Roermond.
Ontroerd door al deze bewijzen van
dankbaarheid en aanhankelijkheid
sprak mgr. Lemmens een kort slot
woord. Hierbij bracht hij dank aan
God, dank aan mgr. Moors, „die mij
met liefde -oedheid omringt", en
tenslotte dank aan alle priesters.
„Blijft één in geloof en liefde", zo
vroeg mgr. Lemmens van zijn pries
ters en „volgt uw bisschop, die Lim
burg voor Christus zal bewaren."
Volgens te New Delhi uit Assam ont
vangen berichten is een afdeling Chine
se communisten over de grens gekomen
en doorgedrongen in het gebied van Ka-
«meng, na een afdeling van de Indische
grenswacht te hebben overmeesterd. De
Indische minister van defensie. Krisjna
Menon, neeft desgevraagd gezegd er
thans niets over te kunnen zeggen. In
ambtelijke kringen noemde men het be
richt onjuist, aldus meldt Reuter.
n bosrijke omgeving van
II Arnhem zal de heer A.
Blankert gaan verlaten om
in Den Haag, dat ook niet arm
is aan bossen, een nieuwe woon
plaats te vinden. De duinen zul
len deze liefhebber van de na
tuur dan waarschijnlijk tot nieu
we bron van inspiratie dienen.
Mevrouw Blankert heeft er niets
op tegen. Zij vindt het erg ple
zierig dahaar man tot hoofd
directeur' van de Koninklijke
Nederlandse Toeristenbond
A.N.W.B. is benoemd. Het lijdt
geen twijfel of de beide kinde
ren van de heer Blankert zul
len met de toekomstige woon
plaats zij:: ingenomen. De zoon
van achttien gaat immers in
Rotterdam studeren, en het
ouderlijk huis is dan niet zo ver
weg. Het verlies van de Arnhem
se vriendinnen zal de tienjarige
dochter wellicht verdrieten, maar
de eugde om de verhuizing
naar de nieuwe en veelbeloven
de agglomeratie zal dat verdriet
waarschijnlijk wel goedmaken.
Overigens, de heer Blankert
heeft nog geen huis in Den Haag. Want de vorige week donderdag pas is
zijn benoeming definitief geworden, en woensdagmiddag om twee uur had
hij zijn eerste oriënterende gesprek niet de huidige hoofddirecteur van de
populaire Nederlandse toeristenbond, de heer H. J. van Balen. Koud een
uur daarna overvielen hem twee verslaggevers. Het zoeken naar een pas
sende woning heeft ook nog even de tijd. Op de eerste dag van het komen
de jaar treedt hij in dienst. En in de loop van dat jaar zal hij dan de
functie van de heer Van Balen, de man die zeer veel voor de A.N.W.B.
heeft gedaan, overnemen.
Sinds 1952 is de heer Blankert lid van de A.N.W.B. Uit pure noodzaak,
maar zeker ook uit belangstelling voor het werk van de bond. De nood
zaak was er omdat de heer Blankert, die toen nog in Indonesië werkte,
vaak naar Nederland kwam en dan veel gepruik maakte van auto's. De
belangstelling kwam voort uit zijn eigen werkkring in Indonesië. Hij was
werkzaam bij de Deli Spoorweg-Maatschappij, die behalve een spoorweg
net ooktelefoonverbindingen aanlegde en exploiteerde. Een bedrijf dus
dat de mensen service bood en veel met het vervoer te maken had. Twee
overeenkomsten dus met het werk van de A.N.W.B., die zeer zeker invloed
hebben gehad op de beslissing van de heer Blankert om de benoeming
tot hoofddirecteur van deze bond te ambiëren en te aanvaarden. Hij komt
op een goed moment. Volgend jaar hoopt de bond het nieuwe hoofdkan
toor in Den Haag in gebruik te nemen. De inrichting van dit gebouw zal
nog volledig door de heer Van Balen worden geregeld. „Dit nieuwe ge
bouw zal een monumentale bekroning zijn van het werk van de heer Van
Balen." vindt de heer Blankert. Het is plezierig vor. hém dat hij dan het
nieuwe hoofdkantoor zal kunnen betrekken. Het bec ligt, bij wijze van
spreken, gespreid. Overigens zal de heer Blankert er werk vinden, en niet
de rust van het slaapvertrek.
Hij werd in 1914 in Utrecht geboren. Na de lagere en middelbare school
kwam hij terecht bij de Provinciale Utrechtse Electriciteits-Maatschappij.
Daar bleef hij tot 1938 om een betrekking bij het Deli spoor- en telefoon
bedrijf op Sumatra te aanvaarden. Hij ging i.i opleiding bij de Neder
landse Spoorwegen en werd in 1939 naar het toenmalige Nederlands-Indië
uitgezonden. De oorlog heeft de heer Blankert niet kunnen ontlopen.
Drieëneenhalf jaar verbleef hij in een Japans interneringskamp. Daarna
werkte hij enige tijd bij een evacuatie-organisatie. De ervaring, bij dit
werk opgedaan, is hem twee jaar geleden goed van pas gekomen. Want
in 1957, hetzelfde jaar dat hij bedrijfsdirecteur werd voor Indonesië van
de Deli Spoorweg-Maatschappij, werd hij gedwongen het beheer over de
maatschappij over tc dragen aan de Indonesiërs en de betrokken Neder
landse werknemers te repatriëren naar Nederland, Op dezelfde dag dat
de beheersoverdracht plaatsvond, begon men in de werkplaats met het
vervaardigen van kisten om de eigendommen van de Nederlanders naar
het vaderland te verzenden. Eind februari 1958 waren honderddrieëntach
tig mannen, vrouwen en kinderen onder leiding van de heer Blankert
naar Nederland gerepatrieerd. Hij verliet, zoals een kapitein een zinkend
schip, als laatste de grond waar hij vele jaren had gewerkt. De vijfender
tighonderd inheemsei employe's van de Deli Spoorweg-Maatschappij kwa
men onder Indonesische leiding. Eind december 1957 nog had de maat
schappij een automatische telefooncentrale in gebruik gesteld, waarin
vijfentwintig miljoen roepia's was geïnvesteerd.
Na zijn terugkeer in Nederland werkte de hee. Blankert enige tijd bij
de A.K.XJ. Nu gaat hij zich op de hoogte stellen van het werk van de
A.N.W.B.. intern zowel als extern. Hij hoopt nog wat tijd over te houden
voor zijn hobby, het filmen (acht millimeter), en voor lezen, en luisteren
naar klassieke muziek.