Hoe schrijft men tegenwoordig
aardrijkskundige namen
POLITIEK OP DE ATLAS:
PERM-MOLOTOF-PERM
Uniek treffen
en cultuur in
Bowl-bezoekers beginnen
de avond met een picnic
van kunst
de V. S.
r
Omstreden reliëf gereed
Het aanpassingsvermogen
de b ruine rat
van
E:
R
EEN AVOND IN DE HOLLYWOOD BOWL
BEHOUDEN THUIS
Diepe kom in Santa Monica-bergen
vormt groots openluchttheater
Atomen voor de vrede
Djawa (Java), Sumatera (Sumatra), Kalimantan (Borneo), Sulawesi (Celebes)
SMAKELIJKE DRUKINKT
DE VEERTIGSTE ..BOS-ATLAS
(Van onze onderwijsredacteur)
Java, Sumatra, Borneo, Celebes;
zo zijn van generatie op generatie
de eilanden van Nederlandsch-In-
dië geleerd. Het kan echter gebeuren,
dat u uw kinderen zo dadelijk hoort
leren: Djawa, Sumatera, Kalimantan,
Sulawesi. In enkele nieuwere school
atlassen worden tussen haakjes nog
wel de oude benamingen vermeld,
maar de Indonesische namen staan
voorop. De politieke ontwikkeling die
zich voltrokken heeft, laat zich ook
op de kaart gelden. Aan de naam
Djakarta zijn we inmiddels wel ge
wend. Aan Sulawesi zullen we nog
moeten wennen. Er werken voorals
nog eep aantal vertragende factoren
bij de omschakeling: er zijn nog tal
van atlassen, kaarten en boeken in
omloop met de oude namen en dat
zal voorlopig wel zo blijven; boven
dien pleegt „de maatschappij" dkt-
gene wat de jeugd meebrengt van
school niet direct te accepteren. Doch
dit neemt niet weg, dat op de lange
duur de invloed van zo'n schoolatlas
in het dagelijkse schrijf- en spraak
gebruik toch wel zal gaan doorwer
ken. Om te beginnen worden er nu
al twee namen naast elkaar gepre
senteerd.
Met dit duidelijk sprekende voor-
beeld zitten we midden in een kwestie
die in en buiten de school hoogst on
overzichtelijk ligt. Bij de uitgeverij Wol-
ters te Groningen zijn kortgeleden ver
schenen een nieuwe atlas in 32 kaarten
voor het lager onderwijs en de 40ste
druk van de „Schoolatlas der gehele
aarde", de welbekende „Bos", ver
trouwd aan reeds drie generaties Ne
derlanders. Wanneer men in deze atlas
sen eens speciaal let op de aardrijkskun
dige namen en de wijze, waarop ze ge
schreven worden; wanneer men voorts
een vergelijking maakt met de namen
en schrijfwijzen in oudere atlassen en
wanneer men dan ook nog kijkt naar
hetgeen er, al dan niet los van deze
atlassen, door officiële en niet-officiële
instanties wordt geschreven, dan blijkt
er bij deze zaken een grootscheepse
vervvarring te bestaan. Het is geen dra
matische kwestie, maar een tikje meer
overzichtelijkheid en logica zou bepaald
wel te appreciëren zijn.
Vooreerst in Nederland. In atlassen
van een paar decennia terug vindt men
Drente en Twente zonder h geschreven;
sedert een aantal jaren is het echter
weer Drenthe en Twenthe. Overijsel is
Overijssel met dubbel-s geworden. Gor-
kum en Kuilenburg werden Gorinchem
en Culemborg. Tessel veranderde- in
Texel en Venraai in Venray. Zutphen
en Alphen zijn van de schrijfwijze met
een f teruggekeerd naar de schrijfwijze
met ph enz. Het lijkt er op alsof men
de omgekeerde weg van vereenvoudi
ging heeft gevolgd, maar daarmee klopt
dan weer niet, dat Ermeloo en Otter-
loo een o verloren hebben en nu met één
o te boek staan. Wanneer men naar de
ze veranderingen informeert, dan hoort
men links en rechts, dat er „eigenlijk
niets vaststaat". Het Koninklijk
Nederlands Aardrijkskundig Genoot
schap heeft ruim twintig jaar geleden
een lijst van aardrijkskundige namen
samengesteld, maar die lijst is van di
verse zijden aangevochten en het ge
nootschap schijnt er weinig voor te voe
len zich nog eens in dit wespennest te
steken. Het meeste houvast bieden op
dit moment de namen, die bij de volks
telling van 1947 zijn gebruikt door het
C.B.S., namen, waarmee de gemeenten
destijds accoord zijn gegaan, hetgeen
overigens niet wil zeggen, dat zij er aan
gehouden zijn evenmin als iemand an
ders er aan gebonden is.
Er kunnen respectabele historische,
aardrijkskundige, taalkundige en ge
voelsargumenten pro en contra bepaal
de schrijfwijzen aangevoerd worden,
maar men zal een aantal knopen moe
ten doorhakken. Het gezaghebbende
woord moet komen van een subcommis
sie van de Woordenlijstcommissie, doch
die commissie is nog niet aan het werk.
En zo zien we bijvoorbeeld dat de nieu
we Bosatlas Babberik schrijft, doch dat
de eveneens pas verschenen telefoon
gids het op Babberich houdt; dat in de
atlas (evenals trouwens in het spoor
boekje) Wijchen met ij geschreven
wordt, doch dat het nieuwe telefoonboek
is overgegaan van Wijchen op Wychen.
Enz.
Een aparte complicatie geven namen
zoals Hollandsch Diep en Hoogeveen-
sche Vaart. Volgens de officiële regels
moeten de sch en de twee. o's hier nog
geschreven worden, maar men stelle
zich eens voor hoe een kind op school
de zin van Geldersche Vallei naast Gel
derse worst duidelijk gemaakt moet
worden. Men kan zeggen: die namen op
de kaart houden we vast zoals ze vroe
ger werden geschreven. Jawel, maar op
de atlas voor de lagere school staat
dan ineens de Hoge Veluwe met één o.
In de Bos-atlas, die bij dezelfde uitgever
verschijnt, vinden we evenwel de Hooge
Veluwe weer met twee o's, terwijl op
hetzelfde blad de Drielse uiterwaar
den zonder sch vermeld staan. Een en
ander wordt hier niet geconstateerd om
wie dan ook een verwijt te maken; al-
die men maakt bjj de beantwoording
van de vraag of we de vreemde namen,
waar mogelijk, door Nederlandse moe
ten vervangen, dan wel dat we de na
men, die in de andere landen zelf ge
bruikt worden, moeten aanhouden. Bij de
Indonesische eilanden opteren de hier
genoemde atlassen duidelijk voor de
tweede weg. Die beslissing behoeft niet
alleen genomen te zijn op grond van de
staatkundige ontwikkeling: er is ook los
van alle politieke overwegingen wat
voor te zeggen de vreemde namen te
volgen. Men hoort bijvoorbeeld als mo
tivering, dat we, zeker nu het internatio
nale verkeer zo sterk is toegenomen,
het ons uiteindelijk heel wat gemakke
lijker maken, wanneer we de andere
landen met hun namen accepteren zoals
ze zich nu eenmaal aan ons voordoen.
Dus; Niirnberg in plaats van Neuren
berg, Sardegna in plaats van Sardinië
enz.
Het is een interessante stelling, maar
over de gehele linie is ze bijna niet
uit te werken. Er zijn nu eenmaal tal
van Nederlandse namen voor plaatsen
in het buitenland, die een stevig bur
gerrecht hebben gekregen. We moeten
leen zullen we moeten aanvaarden, dat
als de ouderen er ook niet goed meer
uitkomen, de jongeren er wel vrolijk
met de pet naar zullen gooien.
De moeilijkheden met de Nederlandse
aardrijkskundige namen zijn intussen
nog niets vergeleken bij die, welke zich
bij de buitenlandse namen voordoen. Bjj
ons althans geen politieke verwikkelin
gen - we nemen tenminste aan, dat de
vooruitstrevendheid van een kabinet
niet afgemeten zal worden naar een fi
at op de naam Culemborg of Kuilen
burg. Maar met de veranderingen op het
politieke toneel in bijvoorbeeld de Sov
jet-Unie heeft een Nederlandse uitge
ver van atlassen het zijne te stellen.
Op de oude atlassen hadden we in de
S.U. de stad Perm. In de jongste Wol-
ters-atias voor de lagere school draagt
deze stad de naam Molotof, maar in
de nieuwe Bos-atlas, die wat later ge
drukt werd, is men nog weer wat meer
„Bij": Molotof is verdwenen en Perm is
teruggekeerd. In het nieuwe Polen vin
den we Szczecin voor Stettin, Wroclaw
voor Breslau enz. De oud-: Duitse namen
staan er tussen haakjes nog wel bij,
maar de Poolse namen zijn groter ge
drukt. Een stippellijn geeft aan hoe de
grens vroeger liep; een dergelijke stip
pellijn is er echter niet voor de oude
grens tussen Polen en Rusland en de
vroeger Poolse, thans Russische stad
die wij als Lemberg hebben geleerd,
heet zonder toevoeging van de oude
naam Lwow. Men ziet wat voor poli
tieke complicaties een atlasmaker op
zijn tafel krijgt...
Op de kaarten van de Sovjet-Unie doet
men soms wonderlijke ontdekkingen. Ri
ga ligt aan de mond van een rivier,
die in de Letlandse tijd Duna heette.
De atlas voor de lagere school geeft
hiervoor thans de naam Daugawa,
maar de „Bos" geeft Westelijke Dwina.
In de schrijfwijze zijn er ook verande
ringen. De Russen hebben zelf Latijnse
transcripties gemaakt van hun cyril
lisch schrift en daar tracht men zich,
zo goed en zo kwaad als het gaat, nu
maar aan te houden. Zo is Astrakan
veranderd in Astrachan en Charkow in
Charkof. Bij het geval-Archangel zien we
in de naam een samenvallen van politie
ke en schrijfveranderingen. Vroeger
was het Archangel. De atlas voor het
lager onderwijs geeft thans Stalinport
met tussen haakjes Archangelsk en dé
nieuwe Bos-atlas zegt Archangelsk zon
der meer. We zullen maar afwachten
wat een volgende schoolgeneratie weer
zal moeten leren. Deze kleine wijzigingen
zijn tenslotte niet zo schokkend.
Ingrijpend is echter wel de keuze,
nog zien, dat men algemeen overscha
kelt van Parijs op Paris, van Wenen
op Wien. In de grote Times-atlassen
wordt dit systeem consequent gevolgd,
maar dat zijn tenslotte geen schoolat
lassen. Wel een voorbeeld uit de onder
wijspraktijk zij het dan een zeer jon
ge praktijk levert het aardrijkskunde-
leerboek, dat gebruikt wordt op de Eu
ropese school in Luxemburg. Daarin ziet
men op één kaart bijvoorbeeld bijeen
staan de namen Vosges, Schwarzwald
en Vesuvio. De school in Luxemburg is
echter een instituut met een zeer uit
zonderlijk karakter.
De verzorger van de Bos-atlas, dr.
F. J. Ormeling voelt in principe wel
voor de overschakeling (hjj heeft er nog
een aanvullend argument van prakti
sche aard bij: de namen zouden veelal
P. R. Bos, de man van de „Bos-atlas".
korter worden K31n in plaats van
Keulen en iedere letter die je op
een kaart kunt uitsparen betekent winst)
maar bij de uitwerking van de gedachte
is onmiskenbaar geaarzeld. Belgrado
heet op de lagere school-atias Beograd
tout court, op de Bos-atlas is -het ech
ter nog Belgrado met Beograd tussen
haakjes. De Lofodden staan op beide
atlassen vermeld als Lofoten, voor Ier
land is Eire gesteld en voor Warschau
vinden we Warszawa - maar dan houdt
het ook ineens weer op. Men zou zo
zeggen: als voor Warschau de Poolse
naam komt, waarom dan ook niet Kö-
benhavn in plaats van Kopenhagen en
Praha in plaats van Praag, maar voor
deze en andere consequenties blijkt men
te zijn teruggeschrokken. Overigens zal
het de ouders, die straks hun kinderen
gaan overhoren, toch al niet meevallen.
Wat vroegere schoolgeneraties leerden
als Tiflis is nu, om welke reden dan ook
Tbilisi geworden, de Oder heet Odra en
Warschau aan de Weichsel is omge
doopt in Warszawa aan de Wisla...
Van de nieuwe Bos-atlag valt uiter
aard nog heel wat meer te zeggen dan
dat hij duidelijk illustreert, dat aan de
aardrijkskundige naamgeving nogal wat
haken en ogen zitten. We werden toe
vallig getroffen door dat namenpro-
bleem, doch er zijn andere dingen, die ze
ker zo belangrijk zijn. De jubileumdruk
van deze atlas houdt een reputatie van
meer dan tachtig jaar hoog. In het voor
woord bij de eerste druk In 1877 werd
een devies van Alexander von Hum
boldt overgenomen: „Nur leer schei-
nende Karten pragen sich dem Gedacht-
nis ein". Dr. Ormeling, die de „ver
zorgers" P. Iï. Bos, prof. dr. J. F.
Niermeyer, B. A. Kwast en P. Eiber
gen is opgevolgd, heeft ook in de jongste
uitgave by de selectie van de topogra
fische gegevens aan dit devies vastge
houden; hij heeft de kunst van het weg
laten beoefend. Dat is één kant van de
zaak. De andere is, dat de geografische
kaartinhoud toch zoveel mogelijk afge
stemd moet worden op de actualiteit.
Deze laatste eis leidde in de jongste
druk van de „Bos" tot circa 12.000 ver
anderingen en aanvullingen.
Men vindt thans de concessiegebieden
van de Nederlandse mijnen over de
grens in Duitsland aangegeven; Dron-
ten, het eerste dorp in Oostelijk Flevo
land, ligt op zijn plaats en de E-wegen
ztjn in Nederland afzonderlijk aange
duid. In Engeland is de atoomcentrale
Calder Hall opgenomen, in Florida
Cape Canaveral. De tocht van Fuchs
mocht op de kaart van Antarctica niet
ontbreken, evenmin de route van de
Nautilus op de Noordpoolkaart. De hui
dige stand van zaken bij de Europese
integratie is in kaart gebracht enz. enz.
Het bekijken van een atlas, ook al
is het dan „maar" een gewone schoolat
las, is nog altijd een boeiende bezig
heid. Men maakt een ontdekkingsreis in
zijn huiskamer en droomt zijn eigen we-
relddroom. Men raakt er ook bij aan
het peinzen over de wisselvalligheid van
de politiek en over die moeilijke kunst
van de aardrijkskundige naamgeving.
„What is in a name?" Het antwoord is
bij Perm-Molotof-Perm nogal veelzeg
gend.
Het vooruitzicht van een mogelijke
atoomoorlog beheerst zozeer de gees
ten, dat er soms wel eens wat weinig
aandacht overblijft voor de kolossale
mogelijkheden, die de vreedzame toe
passing van kernernergie in zich bergt.
In de „Bibliotheek voor Algemene Ont
wikkeling" (Uitgave van G. J. A. Ruys'
uitgeversmaatschappij te Bussum en
Diogenes te Antwerpen) is - thans de
Nederlandse vertaling verschenen van
een Duits boek over dit onderwerp, dat
in 1958 in Italië is onderscheiden met
een prijs voor het beste populair-weten-
schappelijke werk. „Wir werden durch
Atome leben" van G. Löwenthal en dr.
J. Hausen heet in de Nederlandse ver
taling „Atomen voor de vrede". Het ls
populair-wetenschappelijk in de beste
zin van het woord. Het begint met een
heldere uiteenzetting over de beginse
len van de „atoomwereld" en langza
merhand ontvouwt zich dan het gewel
dige panorama van de toepassingsmo
gelijkheden van deze nieuwe energie
bron. Wie zich over de vreedzame toe
passing van atoomenergie wil beginnen
te oriënteren, zal met vrucht dit boek
ter hand kunnen nemen. jv.
Hollywood Bowl, een van de grootste openluchttheaters van Amerika, aangelegd in een door de natuur geschapen diepe
kom in de uitlopers van de Santa Monica-bergen. Het is niet alleen omringd door parkeerplaatsen, die plaats bieden aan
achtduizend auto's, maar ook door prachtige bossages, bloemperken en grasvlakten, waar de bezoekers voor het begin
van de voorstelling kunnen picknicken.
edere bezoeker van Los Angeles moet
de Hollywood Bowl gaan zien. Is hij
hier in de zomer, dan bij voorkeur
als er „iets te doen" is. De Hollywood
Bowl is een openluchttheater, misschien
het grootste ter wereld. Tenminste, dat
zeggen de promotors, maar dat wordt
van veel dingen gezegd ir, de V.S. Men
heeft hier graag de dingen het grootst,
snelst, mooist in de wereld. Maar van
de Hollywood Bowl kan niet gauw te
veel gezegd worden. Het is enorm groot,
dat kan niemand ontkennen, twintig
duizend mensen kunnen er een zitplaats
vinden op de amphitheatersgewijs op
lopende banken. De parkeerplaatsen
k; nen naar schatting een zeven- of acht
duizend auto's bergen. Er is een enorm
toneel, waar een paar honderd mensen
elkaar niet in de weg behoeven te
staan.
Maar behalve dat alles heeft het een
heel eigen charme. Zoals de naam reeds
aanduidt is het een diepe kom, een kom
in de uitlopers van de Santa Monica-
bergen, door de natuur geschapen. Men
senhanden hadden slechts te helpen, te
ordenen, en zij hebben eer van hun
werk. Alle rangen zijn gemakkelijk be
reikbaar langs eigen, geleidelijk oplo
pende brede toegangswegen. De rijen
zitplaatsen lopen steil genoeg op om
een ieder een goed uitzicht op het toneel
te gunnen. Een schelpvorimge koepel
over het toneel zorgt voor een prachtige
acoustiek.
Naast en boven de bankenrijen is een
park aangelegd met bosschages, bloemen
en open grasvlakten, waarop alle fa
ciliteiten worden geboden voor familie-
picnics. Het is dan ook haast een tra
ditie geworden van vele Bowl-bezoekers
om, wanneer een der geregelde grote
uitvoeringen zal plaats hebben, een con
cert, een balletavond, enige uren tevoren
aanwezig te zijn met de benodigde pic-
nic-uitrusting en er het avondmaal te ge
bruiken, terwijl de zon wegzinkt achter
het Piatnitsky Volkskoor en van de
Staatsopera in Moskou.
Het simpele bereiken van de gere
serveerde plaatsen in de Hollywood
Bowl bij een bijzondere gebeurtenis als
deze is een avontuur op zichzelf. F.erst
de rit erheen, die voor ons maar drie
kwartier duurde. Het parkeren nam nog
een kwartier. De auto's stonden zo dicht
opeen, 2 tot 3 inch van bumper tot bum
per, en de doorgangen tussen de rijen
waren zo smal, dat het uitstappen een
zekere mate van acrobatiek vergde, ter
wijl de „feelers", de voelsprieten aan
de linkerwielen, die de afstand tot de
trottoirband moeten aftasten, een voort
durende bedreiging voor onze nylons
vormden. Een enkele kleine geïmpor
teerde wagen, een Fiat of Volkswagen,
vormde hier en daar een welkome oase
van ruimte.
Wat mij hier in de V.S telkens weer
opvalt is de rust, waarmee het publiek
TTans Wiesman legt de laatste hand aan het kleuren van het door hem
J~1 ontworpen betonreliëf aan de St. Henricus-uloschool te Heemstede.
Het reliëf, dat uit één stuk gegoten is aangebracht aan de
buitenkant van de verbindingshal tussen het oude en nieuwe gedeelte
der school, heeft als pendant een reliëf aan de binnenzijde van de hal. Beide
reliëfs vormen een integrerend bestanddeel van de muur.
De voorstelling die men op de foto ziet, duidt in schetsmatige stilering
aan een groep kinderen rond de onderwijzer. Een aardige vondst is, dat
de tegenkant van de onderwijzer aan de binnenzijde de figuur van een
uil te zien geeft, het zinnebeeld der wijsheid. Beide figuren zijn door
broken door enkele glastegels.
Men zal zich herinneren, dat het al dan niet beschikbaar stellen van
gelden door Heemsteeds gemeentebestuur voor dit decoratieve kunstwerk,
voorwerp van levendige discussie is geweest, met als naar men mag
hopen niet definitief besluit afwijzing van de financiering. Wij hebben
destijds uitvoerige kritische aandacht aan deze kwestie gewijd en bij die
gelegenheid de ontwikkelingsfasen van het omstreden ontwerp in een
fotoserie afgedrukt.
Het reliëf is tot stand gekomen door samenwerking van Hans Wiesman
met de architect Nico H. Andriessen.
(Van onze Romeinse
correspondent)
In 1938 werd het regiment,
waarbij uw correspon
dent de eer had te die
nen, in verband met de in
ternationale toestand op stel
en sprong naar Delft over
geplaatst. De stad was al lang
geen garnizoensplaats meer
en dus poogde de staf de
toenmalige sterkte van 500
man zo goed en zo kwaad
als het ging onder te bren
gen om zich daarna ruim
schoots het hoofd te gaan
breken over de legering van
het regiment op oorlogs
sterkte, als het onverhoopt
tot een mobilisatie zou ko
men. Van de gemeente kre
gen wij een modern inge
richte gaarkeuken, die even
wel een groot nadeel had:
het wemelde er van de rat
ten. Toen hebben wij mee
gemaakt, wat het wil zeggen
tegen ratten te vechten. Aan
een offensief was niet te
denken, in de verdediging
slaagde men met vereende
krachten. De ratten werden
afgegrendeld, ratten zo groot
als katten, die in één nacht
de kans zagen een beton-
harde baksteenvloer op te
breken. Het zal met deze
herinnering te maken heb
ben, dat ons oog viel op drie
kleine gemengde berichten,
die onlangs binnen één week
in de Italiaanse pers ver
schenen.
Een gepensioneerde alleen
wonende man in Turijn leef
de op een zolderkamer van
een allesbehalve knaagdier-
vrij huis. Op een goede dag
misten de medebewoners der
huurkazerne de 74-jarige.
Men brak zijn deur open en
vond hem in extremis. Een
verlamming had hem getrof
fen, hij had in twee dagen
zijn stoel niet meer kunnen
verlaten. De doodsoorzaak
op het officiële attest luidde:
gedood door ratten. Wij be
sparen u nadere bijzonder
heden.
Twee dagen later stond in
een Florentijnse krant een
half dorps-, half komkom
mertij dverhaal van een me
vrouw, die op de eerste ver
dieping van een fraai palazzo
woonde. Midden in de nacht
was zij wakker geworden
door een scherpe pijn: een
muis had een deel van een
harer vingertoppen afgebe
ten.
Het laatste bericht: een
meisje van de vierde klas
L.O. te Savona kwam op
Turgai logeerde in 1727 er
gens aan de onderloop van
de Wolga. „Voor mij", schreef
hij, „zag ik ineens een onaf
zienbaar grijs veld in bewe
ging, een veld van ratten-
lijken, die door de stroom
zuidwaarts gevoerd werden."
Bij het oversteken van de
Dnjepr werden de horden
wederom gedecimeerd. De
Boeg en de Dnjestr namen
zij in de winter, toen alles
bevroren was. In 1740 ver
overden zij Rusland, in 1753
werden zij in Parijs aange
troffen.
De bruine (of riool) rat is
Ratten en muizen zijn kwa
lijke overbrengers van ziek
ten. Dit werd wetenschappe
lijk eerst een halve eeuw ge
leden geconstateerd, maar in
de gehele historie worden
epidemieën in één zin ge
noemd met ratten en muizen.
scho-l met een ernstige won
de aan de neus. Het kind, uit
een zeer behoeftige familie,
die in een kelderwoning
leefde, vertelde, dat de
avond te voren haar moeder
te moe was geweest om de
gewone jacht op ratten te
maken. Al verschillende ma
len was het gezin door de
ratten aangevallen, deze maal
had het het kind de helft van
haar neus gekost.
atten en muizen zijn m
de la ttste eeuwen voor
Christus Europa bin
nengekomen vanuit Azië. Het
antieke handelsverkeer over
zee heeft er het zijne toe bij
gedragen. Zestien eeuwen is
de zwarte rat er de opper
machtige geweest onder de
vele soorten en ondersoorten
der familie. In de tijd der
eerste kruistochten huisde in
Noord-Italië de grootste ko
lonie van ons werelddeel. De
zwarte rat was o.m. verant
woordelijk voor de pestepi
demie van 1348, die de helft
der toenmalige Italiaanse be
volking uitroeide.
Omtrent 1700 deed een
nieuw soort zijn intrede, de
bruine rat. Deze kwam uit
de steppen van Sinkiang.
Met miljardenlegers kwa
men zij op zoek naar nieuwe
jachtterreinen. Er is een oog-
getuigeverslag van deze in
vasie. De Russische schrijver
perfecter dan de zwarte en
zo werd de hegemonie van
de zwart' rat gebroken. Hij
nam de wijk en wij treffen
hem nog aan als de zolder-
rat.
De geleerden zijn tot de
conclusie gekomen, dat de
bruine rat een der meest
volmaakte levende wezens
is en het perf metste onder de
zoogdieren. Hij heeft een on
gelofelijk aanpassingsvermo
gen. Daarvan weten Pool-
vaarders even sterke verha
len te vertellen als bijvoor
beeld de legers in Noord-
Afrika tijdens de laatste we
reldoorlog. Zijn voortplan
tingsvermogen is adembene
mend. Twintig dagen na de
geboorte is de rat volwassen.
Het nest van de stamvader
is dan twaalf ratten groot.
Indien deze dieren niet con
stant verdelgd werden door
vogels, katten, honden, slan
gen, door vergif, verdrinking
'en brand, dan zou een rat-
tenpaar in drie jaar 250.000
nakomelingen hebben en na
wederom drie jaar 31 miljard
250 miljoen.
Een rat kan letterlijk van
alles leven: een recent be
richt meldt, dat deze beesten
in een drukkerij te Napels
zich in leven hielden met
kleurstoffen en drukinkt. In
één etentje kan de rat aan
meel zijn eigen gewicht naar
binnen werken.
r heerst in de natuur
een zeker evenwicht,
zodat wij niet onder
gaan door ratten- en muizen
rampen. Maar dat de mens
in staat is dit evenwicht
te verbreken en een knaag
dierenexplosie te veroorza
ken, leert het geval Dijon.
In 1949 zag men daar plot
seling de betonnen start
banen van het vliegveld af
brokkelen, verzakken en /er-
kruimelen. Het bleek, dat
honderdduizenden muizen het
vliegveld volkomen onder
graven hadden. De autori
teiten, maar nog meer de
natuurhistorici, braken zich
het hoofd, waar deze mui
zenuitbarsting ineens van
daan kwam en waarom deze
zich alleen rond het vlieg
veld voordeed.
De oplossing bleek de vol
gende: sinds kort werd het
veld gebruikt door straal
jagers. Het heidens kabaal
der motoren had in de om
trek de vogels verdreven, er
werden geen muizen meer
opgegeten en binnen enkele
maanden groeide hun leger
tot astronomische getallen
De gewone insectendoden-
de middelen, die op het land
gebruikt worden, vergiftigen
tevens het voer van verschil
lende vogelsoorten, die ge
dwongen worden naar elders
te verhuizen. In Italië be
staat de al zo vaak gelaakte
sport om zondags vogels te
gaan schieten. 800.000 jagers
zijn wekelijks op pad en zij
schieten wat hun voor de
loop van hun geweer komt.
Er is al meermalen op
gewezen, dat zulke dingen
het bovengenoemde even
wicht zouden kunnen ver
breken en een krankzinnige
aanwas van ratten en mui
zen ten gevolge kunnen heb
ben, die de economie onbe
rekenbare schade zou be
rokkenen. En dat ls dan nog
het gunstigste geval.
de omringende bergen. En als het laatste
daglicht wegsterft gloeit, als een van
verre zichtbaar baken, het kruis aan, dat
op een der hoogste toppen staat.
Er is een andere traditie in de Bowl,
de zonsopgong-kerkdienst, die er jaar
lijks op Paasmorgen wordt gehouden.
Duizenden verzamelen er zich in de
nachtelijke duisternis, velen vertrekken
om een, twee uur in de nacht van huis
om tijdig aanwezig te zijn. En wanneer
de eerste stralen van de zon het hoge
kruis raken zet het koor een Paas-
hymne in.
Het is nog niet zo lang geleden, dat
de Bowl niet meer was dan een die
inzinking in de bergen, de hellingen
begroeid met ruw gras, cactussen en
brem. Een eenzame farmer, Griekse
George bijgenaamd, bewoonde er een af
gelegen ranch te midden van ontelbare
vogels, wilde geiten en konijnen. Een
beruchte bandiet, Tiburcio Vasquez, on
derging er het lot van de meeste ban
dieten en viel, na langdurig verstopper
tje spelen, in handen van de autori
teiten.
Nu staan er dragers van wereldbe
roemde namen in de kunstwereld op
het toneel, Mischa Elman en Andres Se
govia, Herbert von Karajan en onze, ook
hier diep betreurde, Eduard van Bei-
num, José Iturbi en Isaac Stern. Elke
zomer, gedurende acht weken, wordt
een serie concerten gegeven onder de
naam „Symphonies under the Stars", af
gewisseld door andere evenementen op
kunstgebied.
Zo traden er onlangs in het kader
van het Russisch-Amerikaanse cultu
rele uitwisselingsprogram een groep
artisten uit de Sovjet-Unie op, die
zelfs de Russen zelf in eigen land
nooit in één programma tezamen heb
ben gezien. Er waren solisten van het
Bolshoi en Kiev Staats ballet, van de
Moisejev Dansgroep en dansers uit
Ggorgië en Armeniëë, Kazakstan en
Oezbekistan, zangers en solisten van
zich gedraagt. Geen claxon doet zich
horen, slechts nu en dan het schrille
fluitje van de verkeerspolitie, die de
vloed van auto's in de gewenste banen
leidt. Twintigduizend mensen zaten daar
na geduldig te wachten tot sterke schijn
werpers het toneel in gloed zetten, en
de krekels, die in het omringende struik
gewas ook bij duizenden de voorstelling
kwamen bijwonen overstemden met hun
gezang het onderdrukte stemgeroes. De
omringende bergen tekenden zich als ge
weldige coulissen tegen de lichtere
nachthemel af en enorme zoeklichten
kruisten hun lichtbanen boven de Bowl,
een „Niet storen s.v.p."-sein voor de
voortdurend over Los Angeles ronken
de vliegtuigen. En het lichtend kruis
verhief zich eenzaam en sereen boven
het toneel, waar de culturele afgezanten
van communistisch Rusland enige uren
lang optraden voor het kapitalistische
Amerikaanse publiek.
Na de pauze werd nog een nummer
ingelast, dat niet op het programma
was vermeld. Het betrof een gebruik
in de Hollywood Bowl om geëerde
gast-artiesten gelegenheid te geven een
foto te maken van hun publiek. Te
dien einde werd ons verzocht, nadat
alle lichten waren gedoofd, bij een
bepaald sein allen tegelijk een lucifer
of aansteker te ontsteken. Het fantas
tische feeieke schouwspel van de
duizenden en nog eens duizenden mi
niatuur toortsen ontlokte een langge
rekt „Aaah" aan het publiek en ook
de krekels gaven uiting aan hun be
wondering door een hernieuwd for
tissimo gesjirp.
De terugtocht naar de auto's duurde
bijna drie kwartier te midden van de
langzaam voortschuifelende mensen
menigte. Nog een half uur was nodig
om ons uit de automassa los te werken.
Om half twee waren wij thuis, moe maar
dankbaar voor een avond om nooit te
vergeten.
LOUISE BURGHARDT
Bij het licht van de ondergaande zon is de Scheveningse logger 275 Arendje na
een bang avontuur op de Noordzee, maandagavond thuisgevaren. Zaterdag een
week geleden werd de Arendje op de Noordzee in de buurt van Edinburgh zo
zwaar beschadigd bij een aanvaring met de Zweedse Fyrun, dat men vreesde dat
het scheepje zou zinken. In de haven van Leith, waar het scheepje werd heen-
gesleept, kon het een noodreparatie ondergaan, welke de tocht naar huis mogelijk
maakte. De vijftienjarige Maarten Middendorp maakte als „afhouder" op de
Arendje zijn eerste reit. Zijn moeder wachte haar zoon met een fikse zoen op.