Hoe schrijft men tegenwoordig aardrijkskundige namen POLITIEK OP DE ATLAS: PERM-MOLOTOF-PERM Uniek treffen en cultuur in Bowl-bezoekers beginnen de avond met een picnic van kunst de V. S. r Omstreden reliëf gereed Het aanpassingsvermogen de b ruine rat van E: R EEN AVOND IN DE HOLLYWOOD BOWL BEHOUDEN THUIS Diepe kom in Santa Monica-bergen vormt groots openluchttheater Atomen voor de vrede Djawa (Java), Sumatera (Sumatra), Kalimantan (Borneo), Sulawesi (Celebes) SMAKELIJKE DRUKINKT DE VEERTIGSTE ..BOS-ATLAS (Van onze onderwijsredacteur) Java, Sumatra, Borneo, Celebes; zo zijn van generatie op generatie de eilanden van Nederlandsch-In- dië geleerd. Het kan echter gebeuren, dat u uw kinderen zo dadelijk hoort leren: Djawa, Sumatera, Kalimantan, Sulawesi. In enkele nieuwere school atlassen worden tussen haakjes nog wel de oude benamingen vermeld, maar de Indonesische namen staan voorop. De politieke ontwikkeling die zich voltrokken heeft, laat zich ook op de kaart gelden. Aan de naam Djakarta zijn we inmiddels wel ge wend. Aan Sulawesi zullen we nog moeten wennen. Er werken voorals nog eep aantal vertragende factoren bij de omschakeling: er zijn nog tal van atlassen, kaarten en boeken in omloop met de oude namen en dat zal voorlopig wel zo blijven; boven dien pleegt „de maatschappij" dkt- gene wat de jeugd meebrengt van school niet direct te accepteren. Doch dit neemt niet weg, dat op de lange duur de invloed van zo'n schoolatlas in het dagelijkse schrijf- en spraak gebruik toch wel zal gaan doorwer ken. Om te beginnen worden er nu al twee namen naast elkaar gepre senteerd. Met dit duidelijk sprekende voor- beeld zitten we midden in een kwestie die in en buiten de school hoogst on overzichtelijk ligt. Bij de uitgeverij Wol- ters te Groningen zijn kortgeleden ver schenen een nieuwe atlas in 32 kaarten voor het lager onderwijs en de 40ste druk van de „Schoolatlas der gehele aarde", de welbekende „Bos", ver trouwd aan reeds drie generaties Ne derlanders. Wanneer men in deze atlas sen eens speciaal let op de aardrijkskun dige namen en de wijze, waarop ze ge schreven worden; wanneer men voorts een vergelijking maakt met de namen en schrijfwijzen in oudere atlassen en wanneer men dan ook nog kijkt naar hetgeen er, al dan niet los van deze atlassen, door officiële en niet-officiële instanties wordt geschreven, dan blijkt er bij deze zaken een grootscheepse vervvarring te bestaan. Het is geen dra matische kwestie, maar een tikje meer overzichtelijkheid en logica zou bepaald wel te appreciëren zijn. Vooreerst in Nederland. In atlassen van een paar decennia terug vindt men Drente en Twente zonder h geschreven; sedert een aantal jaren is het echter weer Drenthe en Twenthe. Overijsel is Overijssel met dubbel-s geworden. Gor- kum en Kuilenburg werden Gorinchem en Culemborg. Tessel veranderde- in Texel en Venraai in Venray. Zutphen en Alphen zijn van de schrijfwijze met een f teruggekeerd naar de schrijfwijze met ph enz. Het lijkt er op alsof men de omgekeerde weg van vereenvoudi ging heeft gevolgd, maar daarmee klopt dan weer niet, dat Ermeloo en Otter- loo een o verloren hebben en nu met één o te boek staan. Wanneer men naar de ze veranderingen informeert, dan hoort men links en rechts, dat er „eigenlijk niets vaststaat". Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genoot schap heeft ruim twintig jaar geleden een lijst van aardrijkskundige namen samengesteld, maar die lijst is van di verse zijden aangevochten en het ge nootschap schijnt er weinig voor te voe len zich nog eens in dit wespennest te steken. Het meeste houvast bieden op dit moment de namen, die bij de volks telling van 1947 zijn gebruikt door het C.B.S., namen, waarmee de gemeenten destijds accoord zijn gegaan, hetgeen overigens niet wil zeggen, dat zij er aan gehouden zijn evenmin als iemand an ders er aan gebonden is. Er kunnen respectabele historische, aardrijkskundige, taalkundige en ge voelsargumenten pro en contra bepaal de schrijfwijzen aangevoerd worden, maar men zal een aantal knopen moe ten doorhakken. Het gezaghebbende woord moet komen van een subcommis sie van de Woordenlijstcommissie, doch die commissie is nog niet aan het werk. En zo zien we bijvoorbeeld dat de nieu we Bosatlas Babberik schrijft, doch dat de eveneens pas verschenen telefoon gids het op Babberich houdt; dat in de atlas (evenals trouwens in het spoor boekje) Wijchen met ij geschreven wordt, doch dat het nieuwe telefoonboek is overgegaan van Wijchen op Wychen. Enz. Een aparte complicatie geven namen zoals Hollandsch Diep en Hoogeveen- sche Vaart. Volgens de officiële regels moeten de sch en de twee. o's hier nog geschreven worden, maar men stelle zich eens voor hoe een kind op school de zin van Geldersche Vallei naast Gel derse worst duidelijk gemaakt moet worden. Men kan zeggen: die namen op de kaart houden we vast zoals ze vroe ger werden geschreven. Jawel, maar op de atlas voor de lagere school staat dan ineens de Hoge Veluwe met één o. In de Bos-atlas, die bij dezelfde uitgever verschijnt, vinden we evenwel de Hooge Veluwe weer met twee o's, terwijl op hetzelfde blad de Drielse uiterwaar den zonder sch vermeld staan. Een en ander wordt hier niet geconstateerd om wie dan ook een verwijt te maken; al- die men maakt bjj de beantwoording van de vraag of we de vreemde namen, waar mogelijk, door Nederlandse moe ten vervangen, dan wel dat we de na men, die in de andere landen zelf ge bruikt worden, moeten aanhouden. Bij de Indonesische eilanden opteren de hier genoemde atlassen duidelijk voor de tweede weg. Die beslissing behoeft niet alleen genomen te zijn op grond van de staatkundige ontwikkeling: er is ook los van alle politieke overwegingen wat voor te zeggen de vreemde namen te volgen. Men hoort bijvoorbeeld als mo tivering, dat we, zeker nu het internatio nale verkeer zo sterk is toegenomen, het ons uiteindelijk heel wat gemakke lijker maken, wanneer we de andere landen met hun namen accepteren zoals ze zich nu eenmaal aan ons voordoen. Dus; Niirnberg in plaats van Neuren berg, Sardegna in plaats van Sardinië enz. Het is een interessante stelling, maar over de gehele linie is ze bijna niet uit te werken. Er zijn nu eenmaal tal van Nederlandse namen voor plaatsen in het buitenland, die een stevig bur gerrecht hebben gekregen. We moeten leen zullen we moeten aanvaarden, dat als de ouderen er ook niet goed meer uitkomen, de jongeren er wel vrolijk met de pet naar zullen gooien. De moeilijkheden met de Nederlandse aardrijkskundige namen zijn intussen nog niets vergeleken bij die, welke zich bij de buitenlandse namen voordoen. Bjj ons althans geen politieke verwikkelin gen - we nemen tenminste aan, dat de vooruitstrevendheid van een kabinet niet afgemeten zal worden naar een fi at op de naam Culemborg of Kuilen burg. Maar met de veranderingen op het politieke toneel in bijvoorbeeld de Sov jet-Unie heeft een Nederlandse uitge ver van atlassen het zijne te stellen. Op de oude atlassen hadden we in de S.U. de stad Perm. In de jongste Wol- ters-atias voor de lagere school draagt deze stad de naam Molotof, maar in de nieuwe Bos-atlas, die wat later ge drukt werd, is men nog weer wat meer „Bij": Molotof is verdwenen en Perm is teruggekeerd. In het nieuwe Polen vin den we Szczecin voor Stettin, Wroclaw voor Breslau enz. De oud-: Duitse namen staan er tussen haakjes nog wel bij, maar de Poolse namen zijn groter ge drukt. Een stippellijn geeft aan hoe de grens vroeger liep; een dergelijke stip pellijn is er echter niet voor de oude grens tussen Polen en Rusland en de vroeger Poolse, thans Russische stad die wij als Lemberg hebben geleerd, heet zonder toevoeging van de oude naam Lwow. Men ziet wat voor poli tieke complicaties een atlasmaker op zijn tafel krijgt... Op de kaarten van de Sovjet-Unie doet men soms wonderlijke ontdekkingen. Ri ga ligt aan de mond van een rivier, die in de Letlandse tijd Duna heette. De atlas voor de lagere school geeft hiervoor thans de naam Daugawa, maar de „Bos" geeft Westelijke Dwina. In de schrijfwijze zijn er ook verande ringen. De Russen hebben zelf Latijnse transcripties gemaakt van hun cyril lisch schrift en daar tracht men zich, zo goed en zo kwaad als het gaat, nu maar aan te houden. Zo is Astrakan veranderd in Astrachan en Charkow in Charkof. Bij het geval-Archangel zien we in de naam een samenvallen van politie ke en schrijfveranderingen. Vroeger was het Archangel. De atlas voor het lager onderwijs geeft thans Stalinport met tussen haakjes Archangelsk en dé nieuwe Bos-atlas zegt Archangelsk zon der meer. We zullen maar afwachten wat een volgende schoolgeneratie weer zal moeten leren. Deze kleine wijzigingen zijn tenslotte niet zo schokkend. Ingrijpend is echter wel de keuze, nog zien, dat men algemeen overscha kelt van Parijs op Paris, van Wenen op Wien. In de grote Times-atlassen wordt dit systeem consequent gevolgd, maar dat zijn tenslotte geen schoolat lassen. Wel een voorbeeld uit de onder wijspraktijk zij het dan een zeer jon ge praktijk levert het aardrijkskunde- leerboek, dat gebruikt wordt op de Eu ropese school in Luxemburg. Daarin ziet men op één kaart bijvoorbeeld bijeen staan de namen Vosges, Schwarzwald en Vesuvio. De school in Luxemburg is echter een instituut met een zeer uit zonderlijk karakter. De verzorger van de Bos-atlas, dr. F. J. Ormeling voelt in principe wel voor de overschakeling (hjj heeft er nog een aanvullend argument van prakti sche aard bij: de namen zouden veelal P. R. Bos, de man van de „Bos-atlas". korter worden K31n in plaats van Keulen en iedere letter die je op een kaart kunt uitsparen betekent winst) maar bij de uitwerking van de gedachte is onmiskenbaar geaarzeld. Belgrado heet op de lagere school-atias Beograd tout court, op de Bos-atlas is -het ech ter nog Belgrado met Beograd tussen haakjes. De Lofodden staan op beide atlassen vermeld als Lofoten, voor Ier land is Eire gesteld en voor Warschau vinden we Warszawa - maar dan houdt het ook ineens weer op. Men zou zo zeggen: als voor Warschau de Poolse naam komt, waarom dan ook niet Kö- benhavn in plaats van Kopenhagen en Praha in plaats van Praag, maar voor deze en andere consequenties blijkt men te zijn teruggeschrokken. Overigens zal het de ouders, die straks hun kinderen gaan overhoren, toch al niet meevallen. Wat vroegere schoolgeneraties leerden als Tiflis is nu, om welke reden dan ook Tbilisi geworden, de Oder heet Odra en Warschau aan de Weichsel is omge doopt in Warszawa aan de Wisla... Van de nieuwe Bos-atlag valt uiter aard nog heel wat meer te zeggen dan dat hij duidelijk illustreert, dat aan de aardrijkskundige naamgeving nogal wat haken en ogen zitten. We werden toe vallig getroffen door dat namenpro- bleem, doch er zijn andere dingen, die ze ker zo belangrijk zijn. De jubileumdruk van deze atlas houdt een reputatie van meer dan tachtig jaar hoog. In het voor woord bij de eerste druk In 1877 werd een devies van Alexander von Hum boldt overgenomen: „Nur leer schei- nende Karten pragen sich dem Gedacht- nis ein". Dr. Ormeling, die de „ver zorgers" P. Iï. Bos, prof. dr. J. F. Niermeyer, B. A. Kwast en P. Eiber gen is opgevolgd, heeft ook in de jongste uitgave by de selectie van de topogra fische gegevens aan dit devies vastge houden; hij heeft de kunst van het weg laten beoefend. Dat is één kant van de zaak. De andere is, dat de geografische kaartinhoud toch zoveel mogelijk afge stemd moet worden op de actualiteit. Deze laatste eis leidde in de jongste druk van de „Bos" tot circa 12.000 ver anderingen en aanvullingen. Men vindt thans de concessiegebieden van de Nederlandse mijnen over de grens in Duitsland aangegeven; Dron- ten, het eerste dorp in Oostelijk Flevo land, ligt op zijn plaats en de E-wegen ztjn in Nederland afzonderlijk aange duid. In Engeland is de atoomcentrale Calder Hall opgenomen, in Florida Cape Canaveral. De tocht van Fuchs mocht op de kaart van Antarctica niet ontbreken, evenmin de route van de Nautilus op de Noordpoolkaart. De hui dige stand van zaken bij de Europese integratie is in kaart gebracht enz. enz. Het bekijken van een atlas, ook al is het dan „maar" een gewone schoolat las, is nog altijd een boeiende bezig heid. Men maakt een ontdekkingsreis in zijn huiskamer en droomt zijn eigen we- relddroom. Men raakt er ook bij aan het peinzen over de wisselvalligheid van de politiek en over die moeilijke kunst van de aardrijkskundige naamgeving. „What is in a name?" Het antwoord is bij Perm-Molotof-Perm nogal veelzeg gend. Het vooruitzicht van een mogelijke atoomoorlog beheerst zozeer de gees ten, dat er soms wel eens wat weinig aandacht overblijft voor de kolossale mogelijkheden, die de vreedzame toe passing van kernernergie in zich bergt. In de „Bibliotheek voor Algemene Ont wikkeling" (Uitgave van G. J. A. Ruys' uitgeversmaatschappij te Bussum en Diogenes te Antwerpen) is - thans de Nederlandse vertaling verschenen van een Duits boek over dit onderwerp, dat in 1958 in Italië is onderscheiden met een prijs voor het beste populair-weten- schappelijke werk. „Wir werden durch Atome leben" van G. Löwenthal en dr. J. Hausen heet in de Nederlandse ver taling „Atomen voor de vrede". Het ls populair-wetenschappelijk in de beste zin van het woord. Het begint met een heldere uiteenzetting over de beginse len van de „atoomwereld" en langza merhand ontvouwt zich dan het gewel dige panorama van de toepassingsmo gelijkheden van deze nieuwe energie bron. Wie zich over de vreedzame toe passing van atoomenergie wil beginnen te oriënteren, zal met vrucht dit boek ter hand kunnen nemen. jv. Hollywood Bowl, een van de grootste openluchttheaters van Amerika, aangelegd in een door de natuur geschapen diepe kom in de uitlopers van de Santa Monica-bergen. Het is niet alleen omringd door parkeerplaatsen, die plaats bieden aan achtduizend auto's, maar ook door prachtige bossages, bloemperken en grasvlakten, waar de bezoekers voor het begin van de voorstelling kunnen picknicken. edere bezoeker van Los Angeles moet de Hollywood Bowl gaan zien. Is hij hier in de zomer, dan bij voorkeur als er „iets te doen" is. De Hollywood Bowl is een openluchttheater, misschien het grootste ter wereld. Tenminste, dat zeggen de promotors, maar dat wordt van veel dingen gezegd ir, de V.S. Men heeft hier graag de dingen het grootst, snelst, mooist in de wereld. Maar van de Hollywood Bowl kan niet gauw te veel gezegd worden. Het is enorm groot, dat kan niemand ontkennen, twintig duizend mensen kunnen er een zitplaats vinden op de amphitheatersgewijs op lopende banken. De parkeerplaatsen k; nen naar schatting een zeven- of acht duizend auto's bergen. Er is een enorm toneel, waar een paar honderd mensen elkaar niet in de weg behoeven te staan. Maar behalve dat alles heeft het een heel eigen charme. Zoals de naam reeds aanduidt is het een diepe kom, een kom in de uitlopers van de Santa Monica- bergen, door de natuur geschapen. Men senhanden hadden slechts te helpen, te ordenen, en zij hebben eer van hun werk. Alle rangen zijn gemakkelijk be reikbaar langs eigen, geleidelijk oplo pende brede toegangswegen. De rijen zitplaatsen lopen steil genoeg op om een ieder een goed uitzicht op het toneel te gunnen. Een schelpvorimge koepel over het toneel zorgt voor een prachtige acoustiek. Naast en boven de bankenrijen is een park aangelegd met bosschages, bloemen en open grasvlakten, waarop alle fa ciliteiten worden geboden voor familie- picnics. Het is dan ook haast een tra ditie geworden van vele Bowl-bezoekers om, wanneer een der geregelde grote uitvoeringen zal plaats hebben, een con cert, een balletavond, enige uren tevoren aanwezig te zijn met de benodigde pic- nic-uitrusting en er het avondmaal te ge bruiken, terwijl de zon wegzinkt achter het Piatnitsky Volkskoor en van de Staatsopera in Moskou. Het simpele bereiken van de gere serveerde plaatsen in de Hollywood Bowl bij een bijzondere gebeurtenis als deze is een avontuur op zichzelf. F.erst de rit erheen, die voor ons maar drie kwartier duurde. Het parkeren nam nog een kwartier. De auto's stonden zo dicht opeen, 2 tot 3 inch van bumper tot bum per, en de doorgangen tussen de rijen waren zo smal, dat het uitstappen een zekere mate van acrobatiek vergde, ter wijl de „feelers", de voelsprieten aan de linkerwielen, die de afstand tot de trottoirband moeten aftasten, een voort durende bedreiging voor onze nylons vormden. Een enkele kleine geïmpor teerde wagen, een Fiat of Volkswagen, vormde hier en daar een welkome oase van ruimte. Wat mij hier in de V.S telkens weer opvalt is de rust, waarmee het publiek TTans Wiesman legt de laatste hand aan het kleuren van het door hem J~1 ontworpen betonreliëf aan de St. Henricus-uloschool te Heemstede. Het reliëf, dat uit één stuk gegoten is aangebracht aan de buitenkant van de verbindingshal tussen het oude en nieuwe gedeelte der school, heeft als pendant een reliëf aan de binnenzijde van de hal. Beide reliëfs vormen een integrerend bestanddeel van de muur. De voorstelling die men op de foto ziet, duidt in schetsmatige stilering aan een groep kinderen rond de onderwijzer. Een aardige vondst is, dat de tegenkant van de onderwijzer aan de binnenzijde de figuur van een uil te zien geeft, het zinnebeeld der wijsheid. Beide figuren zijn door broken door enkele glastegels. Men zal zich herinneren, dat het al dan niet beschikbaar stellen van gelden door Heemsteeds gemeentebestuur voor dit decoratieve kunstwerk, voorwerp van levendige discussie is geweest, met als naar men mag hopen niet definitief besluit afwijzing van de financiering. Wij hebben destijds uitvoerige kritische aandacht aan deze kwestie gewijd en bij die gelegenheid de ontwikkelingsfasen van het omstreden ontwerp in een fotoserie afgedrukt. Het reliëf is tot stand gekomen door samenwerking van Hans Wiesman met de architect Nico H. Andriessen. (Van onze Romeinse correspondent) In 1938 werd het regiment, waarbij uw correspon dent de eer had te die nen, in verband met de in ternationale toestand op stel en sprong naar Delft over geplaatst. De stad was al lang geen garnizoensplaats meer en dus poogde de staf de toenmalige sterkte van 500 man zo goed en zo kwaad als het ging onder te bren gen om zich daarna ruim schoots het hoofd te gaan breken over de legering van het regiment op oorlogs sterkte, als het onverhoopt tot een mobilisatie zou ko men. Van de gemeente kre gen wij een modern inge richte gaarkeuken, die even wel een groot nadeel had: het wemelde er van de rat ten. Toen hebben wij mee gemaakt, wat het wil zeggen tegen ratten te vechten. Aan een offensief was niet te denken, in de verdediging slaagde men met vereende krachten. De ratten werden afgegrendeld, ratten zo groot als katten, die in één nacht de kans zagen een beton- harde baksteenvloer op te breken. Het zal met deze herinnering te maken heb ben, dat ons oog viel op drie kleine gemengde berichten, die onlangs binnen één week in de Italiaanse pers ver schenen. Een gepensioneerde alleen wonende man in Turijn leef de op een zolderkamer van een allesbehalve knaagdier- vrij huis. Op een goede dag misten de medebewoners der huurkazerne de 74-jarige. Men brak zijn deur open en vond hem in extremis. Een verlamming had hem getrof fen, hij had in twee dagen zijn stoel niet meer kunnen verlaten. De doodsoorzaak op het officiële attest luidde: gedood door ratten. Wij be sparen u nadere bijzonder heden. Twee dagen later stond in een Florentijnse krant een half dorps-, half komkom mertij dverhaal van een me vrouw, die op de eerste ver dieping van een fraai palazzo woonde. Midden in de nacht was zij wakker geworden door een scherpe pijn: een muis had een deel van een harer vingertoppen afgebe ten. Het laatste bericht: een meisje van de vierde klas L.O. te Savona kwam op Turgai logeerde in 1727 er gens aan de onderloop van de Wolga. „Voor mij", schreef hij, „zag ik ineens een onaf zienbaar grijs veld in bewe ging, een veld van ratten- lijken, die door de stroom zuidwaarts gevoerd werden." Bij het oversteken van de Dnjepr werden de horden wederom gedecimeerd. De Boeg en de Dnjestr namen zij in de winter, toen alles bevroren was. In 1740 ver overden zij Rusland, in 1753 werden zij in Parijs aange troffen. De bruine (of riool) rat is Ratten en muizen zijn kwa lijke overbrengers van ziek ten. Dit werd wetenschappe lijk eerst een halve eeuw ge leden geconstateerd, maar in de gehele historie worden epidemieën in één zin ge noemd met ratten en muizen. scho-l met een ernstige won de aan de neus. Het kind, uit een zeer behoeftige familie, die in een kelderwoning leefde, vertelde, dat de avond te voren haar moeder te moe was geweest om de gewone jacht op ratten te maken. Al verschillende ma len was het gezin door de ratten aangevallen, deze maal had het het kind de helft van haar neus gekost. atten en muizen zijn m de la ttste eeuwen voor Christus Europa bin nengekomen vanuit Azië. Het antieke handelsverkeer over zee heeft er het zijne toe bij gedragen. Zestien eeuwen is de zwarte rat er de opper machtige geweest onder de vele soorten en ondersoorten der familie. In de tijd der eerste kruistochten huisde in Noord-Italië de grootste ko lonie van ons werelddeel. De zwarte rat was o.m. verant woordelijk voor de pestepi demie van 1348, die de helft der toenmalige Italiaanse be volking uitroeide. Omtrent 1700 deed een nieuw soort zijn intrede, de bruine rat. Deze kwam uit de steppen van Sinkiang. Met miljardenlegers kwa men zij op zoek naar nieuwe jachtterreinen. Er is een oog- getuigeverslag van deze in vasie. De Russische schrijver perfecter dan de zwarte en zo werd de hegemonie van de zwart' rat gebroken. Hij nam de wijk en wij treffen hem nog aan als de zolder- rat. De geleerden zijn tot de conclusie gekomen, dat de bruine rat een der meest volmaakte levende wezens is en het perf metste onder de zoogdieren. Hij heeft een on gelofelijk aanpassingsvermo gen. Daarvan weten Pool- vaarders even sterke verha len te vertellen als bijvoor beeld de legers in Noord- Afrika tijdens de laatste we reldoorlog. Zijn voortplan tingsvermogen is adembene mend. Twintig dagen na de geboorte is de rat volwassen. Het nest van de stamvader is dan twaalf ratten groot. Indien deze dieren niet con stant verdelgd werden door vogels, katten, honden, slan gen, door vergif, verdrinking 'en brand, dan zou een rat- tenpaar in drie jaar 250.000 nakomelingen hebben en na wederom drie jaar 31 miljard 250 miljoen. Een rat kan letterlijk van alles leven: een recent be richt meldt, dat deze beesten in een drukkerij te Napels zich in leven hielden met kleurstoffen en drukinkt. In één etentje kan de rat aan meel zijn eigen gewicht naar binnen werken. r heerst in de natuur een zeker evenwicht, zodat wij niet onder gaan door ratten- en muizen rampen. Maar dat de mens in staat is dit evenwicht te verbreken en een knaag dierenexplosie te veroorza ken, leert het geval Dijon. In 1949 zag men daar plot seling de betonnen start banen van het vliegveld af brokkelen, verzakken en /er- kruimelen. Het bleek, dat honderdduizenden muizen het vliegveld volkomen onder graven hadden. De autori teiten, maar nog meer de natuurhistorici, braken zich het hoofd, waar deze mui zenuitbarsting ineens van daan kwam en waarom deze zich alleen rond het vlieg veld voordeed. De oplossing bleek de vol gende: sinds kort werd het veld gebruikt door straal jagers. Het heidens kabaal der motoren had in de om trek de vogels verdreven, er werden geen muizen meer opgegeten en binnen enkele maanden groeide hun leger tot astronomische getallen De gewone insectendoden- de middelen, die op het land gebruikt worden, vergiftigen tevens het voer van verschil lende vogelsoorten, die ge dwongen worden naar elders te verhuizen. In Italië be staat de al zo vaak gelaakte sport om zondags vogels te gaan schieten. 800.000 jagers zijn wekelijks op pad en zij schieten wat hun voor de loop van hun geweer komt. Er is al meermalen op gewezen, dat zulke dingen het bovengenoemde even wicht zouden kunnen ver breken en een krankzinnige aanwas van ratten en mui zen ten gevolge kunnen heb ben, die de economie onbe rekenbare schade zou be rokkenen. En dat ls dan nog het gunstigste geval. de omringende bergen. En als het laatste daglicht wegsterft gloeit, als een van verre zichtbaar baken, het kruis aan, dat op een der hoogste toppen staat. Er is een andere traditie in de Bowl, de zonsopgong-kerkdienst, die er jaar lijks op Paasmorgen wordt gehouden. Duizenden verzamelen er zich in de nachtelijke duisternis, velen vertrekken om een, twee uur in de nacht van huis om tijdig aanwezig te zijn. En wanneer de eerste stralen van de zon het hoge kruis raken zet het koor een Paas- hymne in. Het is nog niet zo lang geleden, dat de Bowl niet meer was dan een die inzinking in de bergen, de hellingen begroeid met ruw gras, cactussen en brem. Een eenzame farmer, Griekse George bijgenaamd, bewoonde er een af gelegen ranch te midden van ontelbare vogels, wilde geiten en konijnen. Een beruchte bandiet, Tiburcio Vasquez, on derging er het lot van de meeste ban dieten en viel, na langdurig verstopper tje spelen, in handen van de autori teiten. Nu staan er dragers van wereldbe roemde namen in de kunstwereld op het toneel, Mischa Elman en Andres Se govia, Herbert von Karajan en onze, ook hier diep betreurde, Eduard van Bei- num, José Iturbi en Isaac Stern. Elke zomer, gedurende acht weken, wordt een serie concerten gegeven onder de naam „Symphonies under the Stars", af gewisseld door andere evenementen op kunstgebied. Zo traden er onlangs in het kader van het Russisch-Amerikaanse cultu rele uitwisselingsprogram een groep artisten uit de Sovjet-Unie op, die zelfs de Russen zelf in eigen land nooit in één programma tezamen heb ben gezien. Er waren solisten van het Bolshoi en Kiev Staats ballet, van de Moisejev Dansgroep en dansers uit Ggorgië en Armeniëë, Kazakstan en Oezbekistan, zangers en solisten van zich gedraagt. Geen claxon doet zich horen, slechts nu en dan het schrille fluitje van de verkeerspolitie, die de vloed van auto's in de gewenste banen leidt. Twintigduizend mensen zaten daar na geduldig te wachten tot sterke schijn werpers het toneel in gloed zetten, en de krekels, die in het omringende struik gewas ook bij duizenden de voorstelling kwamen bijwonen overstemden met hun gezang het onderdrukte stemgeroes. De omringende bergen tekenden zich als ge weldige coulissen tegen de lichtere nachthemel af en enorme zoeklichten kruisten hun lichtbanen boven de Bowl, een „Niet storen s.v.p."-sein voor de voortdurend over Los Angeles ronken de vliegtuigen. En het lichtend kruis verhief zich eenzaam en sereen boven het toneel, waar de culturele afgezanten van communistisch Rusland enige uren lang optraden voor het kapitalistische Amerikaanse publiek. Na de pauze werd nog een nummer ingelast, dat niet op het programma was vermeld. Het betrof een gebruik in de Hollywood Bowl om geëerde gast-artiesten gelegenheid te geven een foto te maken van hun publiek. Te dien einde werd ons verzocht, nadat alle lichten waren gedoofd, bij een bepaald sein allen tegelijk een lucifer of aansteker te ontsteken. Het fantas tische feeieke schouwspel van de duizenden en nog eens duizenden mi niatuur toortsen ontlokte een langge rekt „Aaah" aan het publiek en ook de krekels gaven uiting aan hun be wondering door een hernieuwd for tissimo gesjirp. De terugtocht naar de auto's duurde bijna drie kwartier te midden van de langzaam voortschuifelende mensen menigte. Nog een half uur was nodig om ons uit de automassa los te werken. Om half twee waren wij thuis, moe maar dankbaar voor een avond om nooit te vergeten. LOUISE BURGHARDT Bij het licht van de ondergaande zon is de Scheveningse logger 275 Arendje na een bang avontuur op de Noordzee, maandagavond thuisgevaren. Zaterdag een week geleden werd de Arendje op de Noordzee in de buurt van Edinburgh zo zwaar beschadigd bij een aanvaring met de Zweedse Fyrun, dat men vreesde dat het scheepje zou zinken. In de haven van Leith, waar het scheepje werd heen- gesleept, kon het een noodreparatie ondergaan, welke de tocht naar huis mogelijk maakte. De vijftienjarige Maarten Middendorp maakte als „afhouder" op de Arendje zijn eerste reit. Zijn moeder wachte haar zoon met een fikse zoen op.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 4