Lichte muziek op zwarte schijven u Bridgeboek aan de markt STOOMPAARD I Vuurvliegjes Schaap of geit? Vliegtuig met „wapper'-vleugels BRABANT Jeroen in HazevoetsBjifc De heks van Scherpenzeel Brassens, zingende poet van de Parijse boulevards van. Feestplaat oude successen Zingende paters Jazz-serie Eentonige Duke Oké ZATERDAG 17 OKTOBER 1959 *CoS»etPB»»te is ie Handelsakkoord tussen Benelux en Bulgarije Operette-klanken Liturgische weekkalender INDEX BENADERINGS POLIS „Aurora" Herengracht 62, Amsterdam. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimimiiiimimiiiiimmiiiiiitniimiiiiiiiiii - Er zijn lieden, zo is ons verteld, die bij een plaat van George Brassens de kamer uit vluchten. Zij vinden zijn, op het eerste gehoor, eentonige en Melancholieke liedjes onuitstaanbaar. Men moet zulke mensen beklagen, Want George Brassens is voor de liefhebbers het beste merk in de over- talrijke Franse chansons-produktie. Hun aantal is gelukkig bijzonder groot, getuige de tiende serie liedjes, die nu van hem is verschenen. Brassens heeft Met meer dan de helft van de noten van het octaaf nodig om, met de pin kelende begeleiding van zijn gitaar, zijn poëtisch gemoed uit te storten. Hij 's, ondanks zijn zwaar besnord uiterlijk en zijn rond Zuidfrans accent, volop een jongen van de Parijse boulevards. Zijn liedjes zijn soms baldadig, dik wijls vrijmoedig en bijna cynisch^ en soms hartverwarmend lyrisch. Zijn Produktiviteit schijnt onuitputtelijk en zij handhaaft schijnbaar zonder Moeite een zeer hoog niveau. De tiende serie omvat een gevarieerd menu. De luidruchtige en nauwelijks tragische „Cocu", die bij de opening zijn moeilijkheden bezingt, staat wel in sterke tegenstelling tot de zielige dood van „Bonhomme" aan het slot. George Drassens springt niet zachtzinnig met de problemen van het leven om. Maar hij doet het muzikaal en „echt" en daar gaat het om. Daarom, voor de tiende keer, van harte aanbevolen. 11 Deze liedjes van Georges Brassens zÜn vastgelegd op het 45-toerenplaatje 432.359 BE, dat een van de twee z.g, „feestplaatjes" is, waarvoor Philips op de platenmarkt terecht de aandacht Vraagt, Want evenals Brassens' tiende serie, noemen wij graag Tien jaar Ne derlandse Successen, een muzikale cocktail, onder het motto van: ,,Kent u ze nog?", samengesteld uit 24 melo dieën, die het alle in ons muzikale we reldje ver hebben geschópt. Men kent ze vast nog wel: „Malle vent ja", van Tobi Rix en zijn Toeteriks. „De „Orgel- Man" en „Poen, poen, poen" van Wil- lem Parel, of ,,'t Huiske" dat Frits Ra- demacher op z'n Limburgs zo'n specia le bekoring gaf. En dan „Kijk eens in de poppetjes van mijn ogen" van An nie de Reuver of „Zijn het je ogen" door Black and White, „Ik heb maling aan geld" op muziek en zang van De Ramblers of het „Naar de speeltuin" dat de kleine Heleentje en de Karekie- ten zo'n grote bekendheid bezorgde. Al lemaal liedjes, die ons nog niet zo heel lang geleden soms wel iets te veel wer den opgedrongen, maar die het bij de ze door Philips georganiseerde come back, toch weer verrassend goed doen. P. I09II R heeft een uitstekende ge- geluidsweergave en is voorzien van een aardige omslag. De supporters van de Nederlandse „Italiaan" Willy Alberti zullen met ge noegen constateren dat nu ook „Mari na" en „Cesarella" op de plaat zijn vastgelegd. Willy is een vakman en men hoeft aan de kwaliteit van Philips 318.292 PF dan ook niet te twijfelen. Zo af en toe duikt er een plaatje op, waar men nog zonder het beluisterd te hebben, al vreemd tegen aankijkt. „Hoe is het mogelijk" en „Kan dat wel iets zijn" is men dan gauw geneigd te zeg gen. Van het plaatje, dat wij enigszins aarzelend op de draaischijf deponeer den, vermeldt het etiket dat de liedjes „Doem, doem, doem", en „M'n jam- merplankie" gezongen worden door Zingende Franciscanen. Wii bekennen het eerlijk: 318.278 PF van Philips heeft ons hart gestolen. De Franciscanen zin gen met een overrompelend enthouSi- Ssme en het orkest van Arnold Kleyn sluit daar uitstekend bij aan. Laat Pere Duval dan uit Frankrijk komen, wij hebben onze Zingende Franciscanen en hun volgende muzikale surprise zien wij met belangstelling tegemoet. Gezellige volkswijsjes bevat ook Phi lips 422.323 PE, waarop Jean Lahaye en zijn orkest enorm hun best doen. De resultatenzijn beslist niet onver dienstelijk. Naar Jean, zijn musici de vocaiisten Jennie, Lizette, Peter van Os en Jantje Hendrikz is het goed luis teren. Philips heeft succes met zijn z.g. Popular Favorites. Inmiddels is de 17de editie verschenen en ofschoon wij echt niet al deze Amerikaanse top-hits met een juichkreet aan u willen voor- stellen, kan toch wel worden vastge steld dat de bijdragen van Stonewall Jackson, Joyce Shock en Jimmy Dean, die kordaat en fris van de lever rós^ pectievelijk „Waterloo", Personality en Mv hart is an open door" zingen, duidelijk op de voorgrond treden, ter wijl wij voor ons het ietwat melancho lieke .^Goodbye Jimmy, goodbye" van The Kaye Sisters niet onaardig vinden. Verve is bezig met het uitgeven van een aantal 45-toeren-EP's waarop men de ene na de andere jazz-beroemdheid op zijn best kan beluisteren. Oscas Pe tersen, Gerry Mulligan, Amstrong en Fitzgerald, enzovoort, komen in deze aantrekkelijke jazz-serie voor. Van de zelfde serie hebben wij nu in handen ge kregen „Kid Ory in Europe" (EPV 5095) en „The swinging Count" (EPV 5095>- v. Kid Orv is n°S een trombonist van de oude garde, een talentvolle musicus die al spelend, zijn hart durft te laten spreken Hij laat twee dixieland-num- merties' horen, n.l. „Mahogany Hall Stomp" en aan de andere kant „Toot toot tootnie". Dat Ory zelf met zijn trombone aan het woord komt, is ove rigens maar eventjes, maar dat is dan ook het subliemste moment uit de hele Plaat Dat Orv de rest van de eer gunt aan de andere instrumentalisten, is be- priinpliik want ook zij zijn van net é?og~ IeUCzikantaenn-r°as, vooral Marty Mar sala op trompet en Cedric Haywood wel kun- toch van de andere vunet. up .c.jr v «Pee"^_v"E beat", „KC Organ blues t,Stan b!hort hair" en „Blue and sentimental. Op de eerste twee nummertjes sp t„d befaamde Boogie-piamst van eernjas voor de verandering eens op kun_ mondorgel. Dat doet hij dan we) kun stig en speels, maar geef ons maar liever de andere kant Plaat, waarop weer zijm heldere eve wichtige pianospel klinkt. Het bekenae „Bleu and sentimental W0"R tte door de saxofonist Paul Qumich mooi en weemoedig geblazen. Tian hebben wij nog een Verve-piaai je on 45 toeren (VV 20055), dat met in deze serie thuishoort en eigenlijk ook een stuk minder van kwaliteit is. Op ons exemplaar is de geluidsweergave rond uit slecht. „Norman Granz at the Phil harmonie" U de titel en meni krtlg het welbekende „Pendo te ®'d tijd heeft Norman Gran zeen uitstekend stel bij elkaar gebracht, show is deze keer voor de Pettist Howard McGhee. kunnen maken voor zijn in perfectie verstijfde spel. Het nieuwe Philips- plaatje 322468 BF bevestigt de indruk die wij de laatste jaren van zijn spel hebben. Wij krijgen- te„horen „Walkin maar de dolle trom- and singin' the blues" en „Hand me down love", beide ook gezongen door Lil Greenwood. Het is knap, effectvol en weloverwogen. Maar dat weten wij nu langzamerhand wel van de Duke. Heeft hij ons niets nieuws meer te zeg gen? Een grote plaat (Decca LK 4311) vol met het orkest van Frank Chachsfield: dat zijn de Academy Award Songs, de liedjes die tussen 1946 en 1957 een Ame rikaanse onderscheiding hebben gekre gen. En omdat die songs ons oök hier niet zijn ontgaan, komen we dus twaalf oude bekenden tegen, waaronder Mona Lisa, High Noon, en Que Sera, niet in de meest bekende uitvoering uiteraard, maar allemaal gespeeld door het pri ma orkest van Chacksfield. Op Capitol EAP B-922 kunnen we The Four Fresh men beluisteren, die met hun close- harmony bii de Zuidamerikaanse rit men zijn beland, en o.a. op „3 he Breeze and I" en „Frenesi hun visie geven. De sinds 14 september j.l. gevoerde handelsbesprekingen te Sofia tussen een Benelux-delegatie enerzijds en een Bul gaarse delegatie anderzijds hebben op 13 oktober jl. geleid tot parafering van een Benelux handels- en befalingsak- koord voor de jaarperiode 1960. Alvo rens in werking te treden zullen de ak koorden de goedkeuring der betrokken regeringen behoeven. Voor wie van operet tes houdt, en vooral van die van Johann Strauss jr., brengt Phi lips twee 45-toeren- plaatjes, waarop se lecties uit „Eine Nacht in Venedig" en „Der Zigeunerbaron" zijn opgenomen. Het Weens Kamerkoor en de Wiener Symphoniker onder leiding van Ru- dolf Moralt zorgen voor de begelei ding, solisten zijn o.a. Dorothea Sie- bert, Sari Barabas en Rudolf Christ. Misschien is het aardig te weten, dat „Eine Nacht in Venedig", bij de première op 3 oktober 1883 in Ber lijn, een volledig fiasco werd. De Weense première echter, zes dagen later, was een groot succes. De Lagune-wals uit de derde acte, die ook op het plaatje voorkomt, werd destijds door Strauss haastig ge schreven er vervanging van de oor spronkelijke muziek, die in Berlijn was uitgefloten. Ook uit de Zigeunerbaron zijn de „sappigste" gedeelten bijeengebracht. De nummers: Philips 402 103 en 402 102. Op Philips P 08035 L speelt de pianist Juan Salvato met het Concert Hall Orchestra onder leiding van Antonio Selva een aantal „Melodies from Masterworks". Dat wil zeggen, dat we uit bekende stukken, zoals het eerste pianoconcert van Tschai- kowsky, het vijfde van Beethoven, de concerten van Grieg en Schu mann de bekendste melodieën ten gehore krijgen. Wie de werken beter kent, zal zich waarschijnlijk ergeren, omdat wat zo veelbelovend begonnen is, ineens ophoudt. Voor wie met de muziek niet zo op de hoogte is, is deze plaat misschien aanleiding om zich ook eens in een geheel concert te verdiepen En dat is dan weer meegenomen. Zondag 18 oktober: H. Lucas, evangelist; eigen mis; 2 geb. van di 22e zondag na Pinksteren; 3 geb. v. voortplanting v. rood cret*°: Pre^- v. d. apostelen; MAANDAG: H. Petrus van Alcanta- eigen mis; wit. DINSDAG: H. Joannes Gantius, belij nen; eigen mis; wit. WOENSDAG: Mis van de 22e zon dag na Pinksteren; 2 geb. H. Hila- rion; 3 geb. HH. Ursula en gez.; groen; Ilaariem: HH. Broers Ewald, martela ren; mis Intret; 2 geb. H. Hilarion; 3 geb. HH. Ursula en gez.; rood. DONDERDAG: Mis van de 22e zon dag na Pinksteren; groen. VRIJDAG: Mis van de 22e zondag na Pinksteren; groen. ZATERDAG: H. Rafaël, aartsengel; eigen mis; wit. Zondag 25 oktober: Feest van O. H. Jesus Christus, Koning; eigen mis; 2 geb. van de 23e zondag na Pinksteren; credo; eigen pref.; wit. Advertentie Oude genever' Bessenrood Citroen jenever iiiiiiiimimiiwminim^:$:jj iiiiiiiiiiiniiiiiimiiiiiiiii;:::::^ fXv iiiniiiiiMiiiiinHiHmini tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHmi mrnmtöm Locomotief ir doorsnee Zo noemde men honderd jaar gele den een „snelheidsmonster" dat een paar wagons kon voorttrekken. Deze maand is het namelijk honderd jaar ge leden dat de engelse iocomotiefbouwer Robert Stephenson, uitvinder van de vorkbeweging, waardoor locomotieven n de Amerikaanse bridgewereld is het nog niet zo lang geleden verschenen boek „How to play winning bridge" van Edgar Kaplan en Alfred Sheinwold een véél gelezen werk geworden. Ook vele vooraanstaande Amerikaanse spe lers gebruiken thans het door Kaplan- Sheinwold aanbevolen systeem, hetwelk men een samenvatting zou kunnen noe men van moderne bridgebegrippen - ten dele van de schrijvers, ten dele van anderen. Binnenkort zal bij de uitgeverij Kos mos een goede Nederlandse vertaling (mevr. J. Lenders-Savelbergh) van dit boek verschijnen. Men heeft het EKAS gedoopt (naar de initialen van de schrij vers), het telt ongeveer 230 pagina's en zal f 8,90 gaan kosten. Wedstrijdbridgers doen er goed aan het te lezen; zelfs als men niet alles zou willen gaan spelen wat de schrijvers aanbevelen, is het nuttig van de talrijke goede moderne ideeën die er in gepro pageerd worden kennis te nemen. Hier volgt een gedeelte, dat u zeker zal interesseren: „Zwakke 2-openingen. De zwakke 2-openingen van 2 ruiten, 2 harten, 2 schoppen, verschillen in een fundamenteel opzicht van de uitsluit- biedingen, alreeds besproken. Dat zijn allemaal tactische biedingen, niet be doeld om samen met de maat het beste contract te vinden, maar om de tegen partij te beletten het hare te vinden. De zwakke 2-biedingen zijn beschrij vend, niet tactisch. Zij beloven speci fieke waarden, zowel offensieve als de fensieve en ze zijn bedoeld om zelf tot het hoogste bod te geraken alswel om de vijand te beletten te spreken. Een spel moet aan twee vereisten voldoen, wil men de zwakke 2 openen. 1. Sterkte. Je sterkte moet even onder het openingsbod liggen - 9-11 punten, distributiepunten meegerekend en het spel mag niet meer dan l%-2 quick tricks bevatten. 2. De kleur. De kleur moet een zes- kaart zijn en semi-stevig: dat wil zeg gen, speelbaar, óók als de maat er een singleton in heeft Zoals men ziet, bij deze voorwaarden is de zwakke 2-ope- nmg in feite een zwak openingsbod met een sterke Vleur. Bijv.: HVBxxx Hxx Oxx «ft xx Uit is een echte 2 schoppen-opening. Men zal de tegenstanders het bieden be letten, maar als zij bieden, kan de part ner bij u op ongeveer twee verdedi gingsslagen rekenen." Nog méér wordt in EKAS over dit onderwerp gezegd - een onder werp. dat de bridgewereld de laatste jaren voortdurend heeft bezig ge- Advertentle Inlichtingen omtrent deze nieuwe vorm van levensverze kering, gebaseerd op kosten vun levensonderhoud, wor den verstrekt door de erkende assurantie tussenpersonen en de N.V. Levensverzekering-Mij houden: de zwakke twee-openingen. De schrijvers blijken hun onderwerpen uit stekend te kennen en herhaaldelijk wordt men ook getroffen door de objec tiviteit, waarmede ij hun nieuwigheden aanprijzen. Zij blijken zich welbewust te zijn, dat aan nieuwigheden óók nade len kunnen kleven en zij aarzelen niet de lezers daarop te wijzen. Zodat men in staat is een duidelijk oordeel te vor men wat men er voor terug krijgt als men oude opvattingen zou loslaten. MIMIR Toch was het een „machtig" gezicht een stoomlocomotief te zien aankomen. In de tropen en in tal van landen buiten de keerkringen ziet men in de zomermaanden 's avonds de vuur vliegjes" in groten getale als voortdu rend oplichtende vonkjes rond vliegen en altijd en overal wordt door kinde ren druk jacht op deze diertjes ge maakt. In het oude Rome en Grieken land vingen slaven vuurvliegjes voor hun meesteressen, die ze in het haar droegen en nog heden ten dage laten Japanse kinderen voor het keizerlijk paleis in Tokio duizenden vuurvliegjes ter ere van hun keizer los. Teneinde inzicht te krijgen in de wij ze waarop het licht door het dier wordt „gemaakt" heeft een Ameri kaanse professor proeven genomen met deze diertjes en het is gebleken dat door het zenuwstelsel van het insect een prikkel wordt uitgezonden, die de afscheiding an chemische verbindin gen regelt, die door oplichten en uitdoven tot uiting komen. voor- en achteruit kunnen rijden, over leed. In 1825 werd in Engeland de eer ste spoorlijn geopend en dat was een feit van wereldbetekenis. Maar, zoals het met vele nieuwigheden gaat, waren de meningen over de spoortrein erg ver- iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! Ken je het verschil tussen een schaap en een geit? Domme vraag zult je misschien zeggen! Dat weet im mers iedereen! Toch kan ik je verzeke ren dat het niet altijd even eenvoudig is. In het Verre en het Nabije Oosten kan men tenminste soms kudden tegen komen, samengesteld uit een mengsel van dieren, die ten dele aan geiten, ten dele aan schapen herinneren en waar bij er een aantal zijn waarvan men op het eerste gezicht niet kan uitmaken wat het nu eigenlijk zijn. Een dieren arts op Java, waar men dit probleem ook soms tegenkwam, gaf mij het vol gende ezelsbruggetje mee. Als ze hun staart recht omhoog dragen zijn het geiten, als ze de staart laten hangen zijn het schapen. Sindsdien heb ik dat lesje geregeld toegepast en ik moet zeggen, het bleek vrij aardig op te gaan. Dat wil zeggen, staartjes die naar de hemel wezen bleken steeds aan geiten toe te behoren. Maar het omgekeerde is helaas niet altijd waar. Er zijn nog een hele massa andere kenmerken, die echter heel wat min der eenvoudig zijn. Geiten hebben een sikje onder de kin, de hoorns zijn op doorsnede ovaal. Schapen hebben geen sikje en de hoorns zijn op doorsnede driehoekig. En dan zijn er nog hele moeilijke kenmerken de ligging van allerlei huid- en voetklieren en derge lijke, aldus „Blijdorp geluiden". Nu loopt er in vrijwel alle dierentui nen een diersoort rond, waarvan men zich lange jaren heeft afgevraagd of dit nu een schaap of een geit moest voorstellen. Dat dier is het Manen schaap, ook wel Tedal genoemd. Een fors dier, groter dan de grootste geit, van een typisch geelbruine effen kleur, die men in het algemeen bij woestijn- dieren aantreft. Het vaderland van de ze dieren ligt in Noord Afrika, van Ma rokko in het westen tot Egypte in het oosten en naar het zuiden toe aan de zuidrand van de Sahara. Het zijn geen woestijndieren in de letterlijke zin van het woord, want ze bewonen alleen de ruwe droge gebergten aan de noordzij de van de Sahara en die woeste, kurk droge berggebieden, die in de Sahara verspreid liggen, zoals Hoggar, Tibesti, het Aïr-gebied en Kordofan in de Soe dan. De dieren zijn zowel aan het le ven in de bergen als aan de extreme droogte aangepast. Ze klauteren met een onbegrijpelijke zekerheid langs de meest onbegaanbare hellingen omhoog. Drinken doen ze in hun vaderland ver deeld. Over de locomotief sprak men van „het onheil dat de helse machine over de wereld zou brengen"! Er gin gen stemmen op over het lot van koet siers, hoefsmeden en zadelmakers, de mensen zouden geestelijk en lichame lijk achteruit gaan door de rustversto ring van het stoompaard, een snelheids monster. Stephenson heeft heel wat vreemde dingen moeten horen over zijn „tovenarij". Men geloofde hem eerst niet eens, „en zeker zullen de mensen zich niet in een trein wagen", schreven de kranten. Maar ondanks alle tegen werking reed in Engeland de eerste trein dan toch in 1825 en in Nederland was de aanleg van de eerste spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem in 1839 tot stand gekomen. Het duurde niet zo heel lang of een tweede lijn werd in En geland geopend, n.l. die tussen Man chester en Liverpool, waar de locomo tief van Stephenson reeds een uursnel heid van 55 km. wist te bereiken, voor die tijd ongetwijfeld een enorm resul taat. Deze laatste prestatie vooral maak te Stephenson in één dag wereld beroemd. Natuurlijk was dit geen loco motief zoals wij die kennen; o nee. Zo'n stoompaard was voor onze tegen woordige begrippen een raar geval, het was meer een stoomketel op wielen met een grote schoorsteen voorop, waaruit dikke en zwarte rookwolken kwamen, zodat de passagiers in de open wagens daarachter soms danig onder het roet kwamen. Thans vinden wij het al heel gewoon dat er geen stoomlocomotieven meer bij de Nederlandse Spoorwegen worden gebruikt, doch electrische en diesellocomotieven. De Douglas C-133 Cargomaster, het grootste vrachtvliegtuig ter wereld met een lengte van 46 m en een vleugel- spanwijdte van 54 m, heeft bij belasting- proeven op de vleugels een uitzonderlij ke buigzaamheid getoond. Hierbij ble ken de vleugeltips een verschil van meer dan twee meter met de normale stand te weerstaan, toen gedemon streerd werd hoe ver de uiteinden naar boven en beneden konden afwijken. Bij deze proefnemingen werden o"k vluchten nagebootst, waarbij „gestart" werd met 130.000 kg totaalgewicht. Overigens onnodig te zeggen, dat der gelijke krachtproeven in het normale gebruik niet voorkomen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiitiiiiiiiiiiii Oké, een woord, dat een goedkeuring of het eens zijn met iets uitdrukt, komt eigenlijk van een foutieve schrijfwijze van het Engelse woord all correct (al les in orde). Een generaal in de Ame rikaanse Vrijheidsoorlog (1775—1783) gaf op de hem ter goedkeuring voorge legde stukken, zijn bewilliging met de afkorting o(ll) k(rekt), zoals hij in het Amerikaans de woorden „all correct" uitsprak. muil De oude locomotief door Stephenson gebouwd is nog in een Engels museum te zien. iHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii produkten: witte bouwsteen en profier voor de bestrating, papierwaren, bouw materialen, metaalprodukten, garens, weefsels, kunstzijde, suiker en suiker werken. Een bedrijvige zeehaven in het centrum zelf van het land, waar sche pen van grote tonnemaat kunnen aan leggen. Doch Brabant is vóór alles een land- bouwland, Tarwe, suikerbieten, hoppe en aardbeien, asperges, druiven en niet te vergeten de grote hoeven, waar de we reldvermaarde paarden worden gefokt. Al deze landouwen vormen één uitge- W|j bedoelen niet onze zuidelijke pro vincie Noord-Brabant, maar in verband met de zojuist gehouden Belgische week willen wij enkele bijzonderheden geven over de Belgische provincie Bra bant, welke, omringd door acht andere provincies, het midden van België be slaat, met als hart; Brussel, de hoofd stad. Een dicht net van spoorweglijnen en wegen en ook kanalen die de vervoers wegen vormen van talrijke industrie- iiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiii moedeiijk zelden, als ze er al ooit de kans toe krijgen. Het is eigenlijk merk waardig, dat dieren uit zulke hete, dro ge streken het in dierentuinen met al lerlei klimaat zo goed doen. Maar ze zijn sterk en planten zich ook in dier gaarden regelmatig voort. Haze voet _ing zitten aan het hoofd van de lange tafel en nodigde Jeroen uit plaats te nemen aan zijn rechter hand. Doch ai de hovelingen bleven eerbiedig staan achter hun stoelen met hun beide handen rustend op de leu ning van de stoel. Het werd doodstil, en Baron Knoflook, de Kanselier van koning Hazevoet, die achter zijn stoel stond aan het andere eind van de tafel tegenover de koning, vroeg met luide stem :„Majesteit, mag ik u namens u ons allen toezingen." En Hazevoet antwoordde langzaam en met grote waardigheid: „Kanselier, gij moogt rnjj namens u allen toezin gen." De kanselier nam zijn rechterhand van de stoelleuning en bracht haar aan zijn borst. En, zijn mond wijc opensper rend, begon hij te zingen met een diepe basstem. Jeroen herkende het wijsje terstond. Hij had het horen zingen in een heel vreemd land waarin hij op doorreis een dag had vertoefd. En hjj meende zich te herinneren dat, toen hij het lied voor het eerst had gehoord, het heel andere woorden had gehad en een refrein dat begon met de woorden: „Jij komt vanavond de deur niet meer uit." Baron Knoflook zong met zijn diepe basstem, terwijl iedereen aandachtig luisterde „Hoe rusteloos rammelt mijn maag, Majesteit. Ach, heer, ik heb honger. Gij weet hoe ik lijd. Ik haak naar een kip of een vette kapoen. Hebt gij niet een kok die hier iets aan kan doen?" (Wordt vervolgd). iiiiiiiuiiiiiiiinnuMiniiiiiiniiiiiiininiiiiiiiuuiiiiiiuiiiiuiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiniuiiiiiiiiiiiiiinnMiiniiiiiiinniiniiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiinuiiuiiiiiHiiiniiMiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiminiiiiiiiiiiiuiii „Ik ben gek op hardgekookte eieren," fluisterde Jeroen. „Doe maar net als wij," fluisterde Hazevoet. „Die eieren zijn maanden, misschien wel jaren oud, omdat nie mand ze ooit eet." Tot op dat ogenblik was het erg rustig geweest in de koninklijke eetzaal. Maar opeens begon iedereen luidruchtig en zenuwachtig met zijn buren te praten, en sommigen van de hovelingen begonnen verschrikkelijk hard te lachen alsof ze zo juist van een tafelbuur een erg grappig verhaal hadden gehoord. Ook koning Hazevoet begon zenuwach tig te doen en begon haastig een gesprek met Jeroen. Hij had een schichtige blik in zijn ogen. „Je weet wel," zei hij zenuwachtig, „toen Hendrik de Haas kwam met die brief, -ie dachten allemaal dat ze verdronken waren. Maar het was hele maal niet waar. Dat kwam later pas. Ik wil maar zeggen, toen Kees en al dat water en die echo en de gevangenis en zo. En toen kwam Gonda de Nachtegaal. Weet je nog wel? Het was geloof ik 's avonds, want het is gewoonlijk des avonds bij nachtegalen. Maar het kan ook 's middags geweest zijn .Het is al lemaal zo moeilijk ,vind jij ook niet?" Terwijl Hazevoet zenuwachtig voortra- telde met een vuurrood gezicht, en ter wijl in de hele zaal luidruchtige gesprekken plaats vonden en hardop door sommigen werd gelachen, zag Jeroen var. terzijde dat een lakei met een grote schaal vol eieren plaats had genomen bij de stoel van koning Haze voet en de schaal aanbood. Maar koning Hazevoet deed alsof hij niets zag en ratelde verder. Na een ogenblik liep de lakei naar de volgende stoel en toen naar de volgende Maai iedereen was zo diep in gesprek met zijn buren dat hij de lakei en de eieren niet zag. Eindelijk verliet de lakei met de schaal de eetzaal, en er weerklonk een luide zucht van opluchting. Iedereen streek zich dankbaar la„gs net rode voorhoofd en de gesprekken werden weer kalm en gewoon. „Je moet me niet kwalijk nemen," zei Hazevoet. „Dit is iedere dag voor ons allemaal een heel moeilijk ogenblik. De eieren moeten opgediend worden volgens de grondwet, maar we lusten ze niet. We worden allemaal misselijk van hardgekookte eieren. En daarom doen wij maar alsof wij ze niet zien." „Kun je dan de grondwet niet veran deren?" vroeg Jeroen. „Daar zit hem de kneep," zei Haze voet met een zucht. „Ik zou natuurlijk graag de grondwe' veranderen en ieder een zou het toejuichen. Maar niemand weet waar de grondwe* is. Ze is zoek geraakt. Tientallen jaren geleden heb ik een ministerie opgericht waarvan de ambtenaren niets anders doen dan zoeken naar de verloren grondwet Maar niemand heeft het domme ding tot heden kunnen vinden. En zolang de grondwet niet gevonden en veranderd is, zitten wij met de hardgekookte eieren." c (Wordt vervolgd) Nauwelijks had hij geëindigd of koning iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiumiiiiiiiiiiii „Hoei," riep de heks van Scherpenzeel, en wipte op haar bezemsteel. „Wat donders alle draken. We vliegen naar het griezelbos. Daar laat ik alle spoken los. Wat zal ik me vermaken!" Ze suisde gierend door de nacht, gedreven door haar toverkracht. Maar plots'ling moest ze niezen. Van schrik liet ze haar bezem los en tuimelde in 't griezelbos. Ze knarste op haar kiezen. Want oei, haar toverhoed woei af. En hup! Daar ging haar toverstaf. Hij brak voor goed in stukken. „Ach," riep de heks. „Mijn goed fatsoen! Hoe kan ik nu nog kunsten doen? Het zal me nooit meer lukken!" Ze sjokte met gebog -.. rug verdrietig weer naar huis terug. Daar zit ze nu te kniezen: „Eens was ik een l eroemae heks. Nben ik niets. Het is iets geks: Alleen maar door dat niezen. VERA WITTE iiiuiuiiuiiiiiiiiiuiiiuiiiiiiiiimiiiiiiiiuiiiiiiuiimiiiiiiiiiiuiiiiiniinuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuuiiuiiiiiiiiiiiMiiiiiiiuiiiiMi iiiiiiiii Hazevoet verhief zich van zijn stoel en zong luid en met een heel mooie stem: „Gij krijgt een kip of een vette kapoen, Boterfanthasjee of een snee glappioen, Soep, vermicelli en schelvis en ei, Spruitjes en knoflook en knolraap en prei." Vervolgens ging koning Hazevoet weer zitten en alle hovelingen namen eveneens plaats. En de maaltijd begon. Jeroen herkende aan zijn eind van de tafel verschillende hovelingen met wie hij bij zijn aankomst aan het koninklijk paleis kennis had gemaakt. Links van de koning zat met een erg vriendelijk en zelfs medelijdend gezicht Markies Meevaller. Aan Jeroens rechterhand zat Markies Margarina. En verder herken de hij tegenover zich Graaf Roodvonk, Baron Blus van Brandweer en Baron Achterklap. Aan het eind van de tafel, dicht bij Baron Knoflook, herkende hij Haakje en Oogje, Kurkje en Flesje, en Schroefje en Moertje. Ondertussen hadden in zwart fluweel geklede lakeien de soepborden gevuld. Jeroen keek nieuwsgierig naar zijn bord om te zien wat voor soep zij voor zich hadden. Het leek wel water, dacht Jeroen. Hij keek naar de borden van koning Hazevoet en Markies Meevaller. Maar'hun dampende soep leek even eens op water. Jeroen nam zijn lepel en proefde voorzichtig .Het was water, warm water, én het smaakte naar niets anders dan warm water. Maar Jeroen zei niets, want hij was netjes opgevoed. En hij at zijn bord leeg. Toen het warm water op was, kwamen dé kabouterlakeien opnieuw rond met dampende schalen en dienden soepballetjes op, alleen maar soepbal letjes. Jeroen volgde het voorbeeld van de anderen en at ze op met zijn lepel. Vervolgens kregen ze vermicelli, enkel vermicelli. En toen de vermicelli op was, werd er soepgroente, alleen maar soepgroente, opgediend. En iedereen at ze opgewekt en met grote eetlust, alsof het zo hoorde. Toen Hazevoet zijn bord leeggegeten had, boog hij zich voorover naar Jeroen en fluisterde: „Je moet niet opkijken van wat er nu gaai gebeuren. Ze komen met de hardgekookte eieren, want onze grondwet gebiedt dat iedere dag hard gekookte eieren moeten worden opge diend aan de koninklijke dis. Maar nie mand lust hier hardgekookte eieren. Feestverlichting te Brussel. strekte tuin, bron van rijkdom en wel vaart. De geschiedenis van Brabant met haar ontelbare wederwaardigheden is één lange strijd om de vrijheid. De grond draagt de getuigenissen van de opeenvolgende regeringsstelsels waar onder de Brabanders leefden. Kerken, stadhuizen, monumenten spreken dui delijk van hun lijden en hun opbloei. Maar de provincie Brabant heeft ook talrijke bossen, vlakten en kleine dalen. Van de talrijke bezienswaardigheden noemen wij het Slagveld bij Waterloo, waar zes monumenten aan de oorlog voerenden zijn gewijd. De heuvel, waar op de naar Frankrijk gekeerde leeuw, overheerst de omgeving. In het Pano rama van het Slagveld zal de bezoeker de herhaalde aanvallen van de Franse ruiterij bijwonen. In het museum van de wassen beelden in natuurlijke groot te: de gestalten van Wellington, Blü- cher, de Prins van Oranje en de gene rale staf van de keizer. Twee musea vullen dit treffend geheel aan. De leeuw van Waterloo", monument op het slagveld aldaar.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 13