Lichte muziek op
zwarte schijven
u
Bridgeboek aan
de markt
STOOMPAARD
I
Vuurvliegjes
Schaap of geit?
Vliegtuig met
„wapper'-vleugels
BRABANT
Jeroen in
HazevoetsBjifc
De heks van
Scherpenzeel
Brassens, zingende poet van
de Parijse boulevards
van.
Feestplaat
oude successen
Zingende paters
Jazz-serie
Eentonige Duke
Oké
ZATERDAG 17 OKTOBER 1959
*CoS»etPB»»te is ie
Handelsakkoord tussen
Benelux en Bulgarije
Operette-klanken
Liturgische weekkalender
INDEX
BENADERINGS
POLIS
„Aurora"
Herengracht 62, Amsterdam.
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimimiiiimimiiiiimmiiiiiitniimiiiiiiiiii
-
Er zijn lieden, zo is ons verteld, die bij een plaat van George Brassens de
kamer uit vluchten. Zij vinden zijn, op het eerste gehoor, eentonige en
Melancholieke liedjes onuitstaanbaar. Men moet zulke mensen beklagen,
Want George Brassens is voor de liefhebbers het beste merk in de over-
talrijke Franse chansons-produktie. Hun aantal is gelukkig bijzonder groot,
getuige de tiende serie liedjes, die nu van hem is verschenen. Brassens heeft
Met meer dan de helft van de noten van het octaaf nodig om, met de pin
kelende begeleiding van zijn gitaar, zijn poëtisch gemoed uit te storten. Hij
's, ondanks zijn zwaar besnord uiterlijk en zijn rond Zuidfrans accent, volop
een jongen van de Parijse boulevards. Zijn liedjes zijn soms baldadig, dik
wijls vrijmoedig en bijna cynisch^ en soms hartverwarmend lyrisch. Zijn
Produktiviteit schijnt onuitputtelijk en zij handhaaft schijnbaar zonder
Moeite een zeer hoog niveau.
De tiende serie omvat een gevarieerd menu. De luidruchtige en nauwelijks
tragische „Cocu", die bij de opening zijn moeilijkheden bezingt, staat wel in
sterke tegenstelling tot de zielige dood van „Bonhomme" aan het slot. George
Drassens springt niet zachtzinnig met de problemen van het leven om. Maar
hij doet het muzikaal en „echt" en daar gaat het om. Daarom, voor de tiende
keer, van harte aanbevolen.
11
Deze liedjes van Georges Brassens
zÜn vastgelegd op het 45-toerenplaatje
432.359 BE, dat een van de twee z.g,
„feestplaatjes" is, waarvoor Philips op
de platenmarkt terecht de aandacht
Vraagt, Want evenals Brassens' tiende
serie, noemen wij graag Tien jaar Ne
derlandse Successen, een muzikale
cocktail, onder het motto van: ,,Kent
u ze nog?", samengesteld uit 24 melo
dieën, die het alle in ons muzikale we
reldje ver hebben geschópt. Men kent
ze vast nog wel: „Malle vent ja", van
Tobi Rix en zijn Toeteriks. „De „Orgel-
Man" en „Poen, poen, poen" van Wil-
lem Parel, of ,,'t Huiske" dat Frits Ra-
demacher op z'n Limburgs zo'n specia
le bekoring gaf. En dan „Kijk eens in
de poppetjes van mijn ogen" van An
nie de Reuver of „Zijn het je ogen"
door Black and White, „Ik heb maling
aan geld" op muziek en zang van De
Ramblers of het „Naar de speeltuin"
dat de kleine Heleentje en de Karekie-
ten zo'n grote bekendheid bezorgde. Al
lemaal liedjes, die ons nog niet zo heel
lang geleden soms wel iets te veel wer
den opgedrongen, maar die het bij de
ze door Philips georganiseerde come
back, toch weer verrassend goed doen.
P. I09II R heeft een uitstekende ge-
geluidsweergave en is voorzien van een
aardige omslag.
De supporters van de Nederlandse
„Italiaan" Willy Alberti zullen met ge
noegen constateren dat nu ook „Mari
na" en „Cesarella" op de plaat zijn
vastgelegd. Willy is een vakman en
men hoeft aan de kwaliteit van Philips
318.292 PF dan ook niet te twijfelen.
Zo af en toe duikt er een plaatje op,
waar men nog zonder het beluisterd te
hebben, al vreemd tegen aankijkt. „Hoe
is het mogelijk" en „Kan dat wel iets
zijn" is men dan gauw geneigd te zeg
gen. Van het plaatje, dat wij enigszins
aarzelend op de draaischijf deponeer
den, vermeldt het etiket dat de liedjes
„Doem, doem, doem", en „M'n jam-
merplankie" gezongen worden door
Zingende Franciscanen. Wii bekennen
het eerlijk: 318.278 PF van Philips heeft
ons hart gestolen. De Franciscanen zin
gen met een overrompelend enthouSi-
Ssme en het orkest van Arnold Kleyn
sluit daar uitstekend bij aan. Laat Pere
Duval dan uit Frankrijk komen, wij
hebben onze Zingende Franciscanen en
hun volgende muzikale surprise zien
wij met belangstelling tegemoet.
Gezellige volkswijsjes bevat ook Phi
lips 422.323 PE, waarop Jean Lahaye
en zijn orkest enorm hun best doen.
De resultatenzijn beslist niet onver
dienstelijk. Naar Jean, zijn musici
de vocaiisten Jennie, Lizette, Peter van
Os en Jantje Hendrikz is het goed luis
teren. Philips heeft succes met zijn
z.g. Popular Favorites. Inmiddels is de
17de editie verschenen en ofschoon wij
echt niet al deze Amerikaanse top-hits
met een juichkreet aan u willen voor-
stellen, kan toch wel worden vastge
steld dat de bijdragen van Stonewall
Jackson, Joyce Shock en Jimmy Dean,
die kordaat en fris van de lever rós^
pectievelijk „Waterloo", Personality
en Mv hart is an open door" zingen,
duidelijk op de voorgrond treden, ter
wijl wij voor ons het ietwat melancho
lieke .^Goodbye Jimmy, goodbye" van
The Kaye Sisters niet onaardig vinden.
Verve is bezig met het uitgeven van
een aantal 45-toeren-EP's waarop men
de ene na de andere jazz-beroemdheid
op zijn best kan beluisteren. Oscas Pe
tersen, Gerry Mulligan, Amstrong en
Fitzgerald, enzovoort, komen in deze
aantrekkelijke jazz-serie voor. Van de
zelfde serie hebben wij nu in handen ge
kregen „Kid Ory in Europe" (EPV
5095) en „The swinging Count" (EPV
5095>- v.
Kid Orv is n°S een trombonist van
de oude garde, een talentvolle musicus
die al spelend, zijn hart durft te laten
spreken Hij laat twee dixieland-num-
merties' horen, n.l. „Mahogany Hall
Stomp" en aan de andere kant „Toot
toot tootnie". Dat Ory zelf met zijn
trombone aan het woord komt, is ove
rigens maar eventjes, maar dat is dan
ook het subliemste moment uit de hele
Plaat Dat Orv de rest van de eer gunt
aan de andere instrumentalisten, is be-
priinpliik want ook zij zijn van net é?og~
IeUCzikantaenn-r°as, vooral Marty Mar
sala op trompet en Cedric Haywood
wel kun-
toch
van de
andere
vunet. up .c.jr v «Pee"^_v"E
beat", „KC Organ blues t,Stan b!hort
hair" en „Blue and sentimental. Op
de eerste twee nummertjes sp t„d
befaamde Boogie-piamst van eernjas
voor de verandering eens op kun_
mondorgel. Dat doet hij dan we) kun
stig en speels, maar geef ons
maar liever de andere kant
Plaat, waarop weer zijm heldere eve
wichtige pianospel klinkt. Het bekenae
„Bleu and sentimental W0"R tte
door de saxofonist Paul Qumich
mooi en weemoedig geblazen.
Tian hebben wij nog een Verve-piaai
je on 45 toeren (VV 20055), dat met in
deze serie thuishoort en eigenlijk ook
een stuk minder van kwaliteit is. Op ons
exemplaar is de geluidsweergave rond
uit slecht. „Norman Granz at the Phil
harmonie" U de titel en meni krtlg het
welbekende „Pendo te ®'d
tijd heeft Norman Gran zeen uitstekend
stel bij elkaar gebracht,
show is deze keer voor de
Pettist Howard McGhee.
kunnen maken voor zijn in perfectie
verstijfde spel. Het nieuwe Philips-
plaatje 322468 BF bevestigt de indruk
die wij de laatste jaren van zijn spel
hebben. Wij krijgen- te„horen „Walkin
maar de
dolle trom-
and singin' the blues" en „Hand me
down love", beide ook gezongen door
Lil Greenwood. Het is knap, effectvol
en weloverwogen. Maar dat weten wij
nu langzamerhand wel van de Duke.
Heeft hij ons niets nieuws meer te zeg
gen?
Een grote plaat (Decca LK 4311) vol
met het orkest van Frank Chachsfield:
dat zijn de Academy Award Songs, de
liedjes die tussen 1946 en 1957 een Ame
rikaanse onderscheiding hebben gekre
gen. En omdat die songs ons oök hier
niet zijn ontgaan, komen we dus twaalf
oude bekenden tegen, waaronder Mona
Lisa, High Noon, en Que Sera, niet in
de meest bekende uitvoering uiteraard,
maar allemaal gespeeld door het pri
ma orkest van Chacksfield. Op Capitol
EAP B-922 kunnen we The Four Fresh
men beluisteren, die met hun close-
harmony bii de Zuidamerikaanse rit
men zijn beland, en o.a. op „3 he
Breeze and I" en „Frenesi hun visie
geven.
De sinds 14 september j.l. gevoerde
handelsbesprekingen te Sofia tussen een
Benelux-delegatie enerzijds en een Bul
gaarse delegatie anderzijds hebben op
13 oktober jl. geleid tot parafering van
een Benelux handels- en befalingsak-
koord voor de jaarperiode 1960. Alvo
rens in werking te treden zullen de ak
koorden de goedkeuring der betrokken
regeringen behoeven.
Voor wie van operet
tes houdt, en vooral
van die van Johann
Strauss jr., brengt Phi
lips twee 45-toeren-
plaatjes, waarop se
lecties uit „Eine Nacht
in Venedig" en „Der
Zigeunerbaron" zijn opgenomen. Het
Weens Kamerkoor en de Wiener
Symphoniker onder leiding van Ru-
dolf Moralt zorgen voor de begelei
ding, solisten zijn o.a. Dorothea Sie-
bert, Sari Barabas en Rudolf Christ.
Misschien is het aardig te weten, dat
„Eine Nacht in Venedig", bij de
première op 3 oktober 1883 in Ber
lijn, een volledig fiasco werd.
De Weense première echter, zes
dagen later, was een groot succes. De
Lagune-wals uit de derde acte, die
ook op het plaatje voorkomt, werd
destijds door Strauss haastig ge
schreven er vervanging van de oor
spronkelijke muziek, die in Berlijn
was uitgefloten.
Ook uit de Zigeunerbaron zijn de
„sappigste" gedeelten bijeengebracht.
De nummers: Philips 402 103 en
402 102.
Op Philips P 08035 L speelt de
pianist Juan Salvato met het Concert
Hall Orchestra onder leiding van
Antonio Selva een aantal „Melodies
from Masterworks". Dat wil zeggen,
dat we uit bekende stukken, zoals
het eerste pianoconcert van Tschai-
kowsky, het vijfde van Beethoven,
de concerten van Grieg en Schu
mann de bekendste melodieën ten
gehore krijgen. Wie de werken beter
kent, zal zich waarschijnlijk ergeren,
omdat wat zo veelbelovend begonnen
is, ineens ophoudt. Voor wie met de
muziek niet zo op de hoogte is, is
deze plaat misschien aanleiding om
zich ook eens in een geheel concert
te verdiepen En dat is dan weer
meegenomen.
Zondag 18 oktober: H. Lucas, evangelist;
eigen mis; 2 geb. van di 22e zondag na
Pinksteren; 3 geb. v. voortplanting v.
rood cret*°: Pre^- v. d. apostelen;
MAANDAG: H. Petrus van Alcanta-
eigen mis; wit.
DINSDAG: H. Joannes Gantius, belij
nen; eigen mis; wit.
WOENSDAG: Mis van de 22e zon
dag na Pinksteren; 2 geb. H. Hila-
rion; 3 geb. HH. Ursula en gez.; groen;
Ilaariem: HH. Broers Ewald, martela
ren; mis Intret; 2 geb. H. Hilarion; 3
geb. HH. Ursula en gez.; rood.
DONDERDAG: Mis van de 22e zon
dag na Pinksteren; groen.
VRIJDAG: Mis van de 22e zondag na
Pinksteren; groen.
ZATERDAG: H. Rafaël, aartsengel;
eigen mis; wit.
Zondag 25 oktober: Feest van O. H.
Jesus Christus, Koning; eigen mis; 2
geb. van de 23e zondag na Pinksteren;
credo; eigen pref.; wit.
Advertentie
Oude genever' Bessenrood Citroen jenever
iiiiiiiimimiiwminim^:$:jj
iiiiiiiiiiiniiiiiimiiiiiiiii;:::::^
fXv
iiiniiiiiMiiiiinHiHmini
tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHmi
mrnmtöm
Locomotief ir doorsnee
Zo noemde men honderd jaar gele
den een „snelheidsmonster" dat een
paar wagons kon voorttrekken. Deze
maand is het namelijk honderd jaar ge
leden dat de engelse iocomotiefbouwer
Robert Stephenson, uitvinder van de
vorkbeweging, waardoor locomotieven
n de Amerikaanse bridgewereld is het
nog niet zo lang geleden verschenen
boek „How to play winning bridge"
van Edgar Kaplan en Alfred Sheinwold
een véél gelezen werk geworden. Ook
vele vooraanstaande Amerikaanse spe
lers gebruiken thans het door Kaplan-
Sheinwold aanbevolen systeem, hetwelk
men een samenvatting zou kunnen noe
men van moderne bridgebegrippen - ten
dele van de schrijvers, ten dele van
anderen.
Binnenkort zal bij de uitgeverij Kos
mos een goede Nederlandse vertaling
(mevr. J. Lenders-Savelbergh) van dit
boek verschijnen. Men heeft het EKAS
gedoopt (naar de initialen van de schrij
vers), het telt ongeveer 230 pagina's en
zal f 8,90 gaan kosten.
Wedstrijdbridgers doen er goed aan
het te lezen; zelfs als men niet alles zou
willen gaan spelen wat de schrijvers
aanbevelen, is het nuttig van de talrijke
goede moderne ideeën die er in gepro
pageerd worden kennis te nemen.
Hier volgt een gedeelte, dat u zeker
zal interesseren:
„Zwakke 2-openingen.
De zwakke 2-openingen van 2 ruiten,
2 harten, 2 schoppen, verschillen in een
fundamenteel opzicht van de uitsluit-
biedingen, alreeds besproken. Dat zijn
allemaal tactische biedingen, niet be
doeld om samen met de maat het beste
contract te vinden, maar om de tegen
partij te beletten het hare te vinden.
De zwakke 2-biedingen zijn beschrij
vend, niet tactisch. Zij beloven speci
fieke waarden, zowel offensieve als de
fensieve en ze zijn bedoeld om zelf tot
het hoogste bod te geraken alswel om
de vijand te beletten te spreken. Een
spel moet aan twee vereisten voldoen,
wil men de zwakke 2 openen.
1. Sterkte. Je sterkte moet even onder
het openingsbod liggen - 9-11 punten,
distributiepunten meegerekend en het
spel mag niet meer dan l%-2 quick
tricks bevatten.
2. De kleur. De kleur moet een zes-
kaart zijn en semi-stevig: dat wil zeg
gen, speelbaar, óók als de maat er een
singleton in heeft Zoals men ziet, bij
deze voorwaarden is de zwakke 2-ope-
nmg in feite een zwak openingsbod met
een sterke Vleur. Bijv.:
HVBxxx Hxx Oxx «ft xx
Uit is een echte 2 schoppen-opening.
Men zal de tegenstanders het bieden be
letten, maar als zij bieden, kan de part
ner bij u op ongeveer twee verdedi
gingsslagen rekenen."
Nog méér wordt in EKAS over dit
onderwerp gezegd - een onder
werp. dat de bridgewereld de
laatste jaren voortdurend heeft bezig ge-
Advertentle
Inlichtingen omtrent deze
nieuwe vorm van levensverze
kering, gebaseerd op kosten
vun levensonderhoud, wor
den verstrekt door de erkende
assurantie tussenpersonen en
de
N.V. Levensverzekering-Mij
houden: de zwakke twee-openingen. De
schrijvers blijken hun onderwerpen uit
stekend te kennen en herhaaldelijk
wordt men ook getroffen door de objec
tiviteit, waarmede ij hun nieuwigheden
aanprijzen. Zij blijken zich welbewust
te zijn, dat aan nieuwigheden óók nade
len kunnen kleven en zij aarzelen niet
de lezers daarop te wijzen. Zodat men
in staat is een duidelijk oordeel te vor
men wat men er voor terug krijgt als
men oude opvattingen zou loslaten.
MIMIR
Toch was het een „machtig" gezicht een
stoomlocomotief te zien aankomen.
In de tropen en in tal van landen
buiten de keerkringen ziet men in de
zomermaanden 's avonds de vuur
vliegjes" in groten getale als voortdu
rend oplichtende vonkjes rond vliegen
en altijd en overal wordt door kinde
ren druk jacht op deze diertjes ge
maakt. In het oude Rome en Grieken
land vingen slaven vuurvliegjes voor
hun meesteressen, die ze in het haar
droegen en nog heden ten dage laten
Japanse kinderen voor het keizerlijk
paleis in Tokio duizenden vuurvliegjes
ter ere van hun keizer los.
Teneinde inzicht te krijgen in de wij
ze waarop het licht door het dier
wordt „gemaakt" heeft een Ameri
kaanse professor proeven genomen met
deze diertjes en het is gebleken dat
door het zenuwstelsel van het insect
een prikkel wordt uitgezonden, die de
afscheiding an chemische verbindin
gen regelt, die door oplichten en
uitdoven tot uiting komen.
voor- en achteruit kunnen rijden, over
leed.
In 1825 werd in Engeland de eer
ste spoorlijn geopend en dat was een
feit van wereldbetekenis. Maar, zoals
het met vele nieuwigheden gaat, waren
de meningen over de spoortrein erg ver-
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!
Ken je het verschil tussen een
schaap en een geit? Domme vraag
zult je misschien zeggen! Dat weet im
mers iedereen! Toch kan ik je verzeke
ren dat het niet altijd even eenvoudig
is. In het Verre en het Nabije Oosten
kan men tenminste soms kudden tegen
komen, samengesteld uit een mengsel
van dieren, die ten dele aan geiten, ten
dele aan schapen herinneren en waar
bij er een aantal zijn waarvan men op
het eerste gezicht niet kan uitmaken
wat het nu eigenlijk zijn. Een dieren
arts op Java, waar men dit probleem
ook soms tegenkwam, gaf mij het vol
gende ezelsbruggetje mee. Als ze hun
staart recht omhoog dragen zijn het
geiten, als ze de staart laten hangen
zijn het schapen. Sindsdien heb ik dat
lesje geregeld toegepast en ik moet
zeggen, het bleek vrij aardig op te
gaan. Dat wil zeggen, staartjes die
naar de hemel wezen bleken steeds
aan geiten toe te behoren. Maar het
omgekeerde is helaas niet altijd waar.
Er zijn nog een hele massa andere
kenmerken, die echter heel wat min
der eenvoudig zijn. Geiten hebben een
sikje onder de kin, de hoorns zijn op
doorsnede ovaal. Schapen hebben geen
sikje en de hoorns zijn op doorsnede
driehoekig. En dan zijn er nog hele
moeilijke kenmerken de ligging van
allerlei huid- en voetklieren en derge
lijke, aldus „Blijdorp geluiden".
Nu loopt er in vrijwel alle dierentui
nen een diersoort rond, waarvan men
zich lange jaren heeft afgevraagd of
dit nu een schaap of een geit moest
voorstellen. Dat dier is het Manen
schaap, ook wel Tedal genoemd. Een
fors dier, groter dan de grootste geit,
van een typisch geelbruine effen kleur,
die men in het algemeen bij woestijn-
dieren aantreft. Het vaderland van de
ze dieren ligt in Noord Afrika, van Ma
rokko in het westen tot Egypte in het
oosten en naar het zuiden toe aan de
zuidrand van de Sahara. Het zijn geen
woestijndieren in de letterlijke zin van
het woord, want ze bewonen alleen de
ruwe droge gebergten aan de noordzij
de van de Sahara en die woeste, kurk
droge berggebieden, die in de Sahara
verspreid liggen, zoals Hoggar, Tibesti,
het Aïr-gebied en Kordofan in de Soe
dan. De dieren zijn zowel aan het le
ven in de bergen als aan de extreme
droogte aangepast. Ze klauteren met
een onbegrijpelijke zekerheid langs de
meest onbegaanbare hellingen omhoog.
Drinken doen ze in hun vaderland ver
deeld. Over de locomotief sprak men
van „het onheil dat de helse machine
over de wereld zou brengen"! Er gin
gen stemmen op over het lot van koet
siers, hoefsmeden en zadelmakers, de
mensen zouden geestelijk en lichame
lijk achteruit gaan door de rustversto
ring van het stoompaard, een snelheids
monster.
Stephenson heeft heel wat
vreemde dingen moeten horen over zijn
„tovenarij". Men geloofde hem eerst
niet eens, „en zeker zullen de mensen
zich niet in een trein wagen", schreven
de kranten. Maar ondanks alle tegen
werking reed in Engeland de eerste
trein dan toch in 1825 en in Nederland
was de aanleg van de eerste spoorlijn
tussen Amsterdam en Haarlem in 1839
tot stand gekomen. Het duurde niet zo
heel lang of een tweede lijn werd in En
geland geopend, n.l. die tussen Man
chester en Liverpool, waar de locomo
tief van Stephenson reeds een uursnel
heid van 55 km. wist te bereiken, voor
die tijd ongetwijfeld een enorm resul
taat. Deze laatste prestatie vooral maak
te Stephenson in één dag wereld
beroemd. Natuurlijk was dit geen loco
motief zoals wij die kennen; o nee.
Zo'n stoompaard was voor onze tegen
woordige begrippen een raar geval, het
was meer een stoomketel op wielen met
een grote schoorsteen voorop, waaruit
dikke en zwarte rookwolken kwamen,
zodat de passagiers in de open wagens
daarachter soms danig onder het roet
kwamen. Thans vinden wij het al heel
gewoon dat er geen stoomlocomotieven
meer bij de Nederlandse Spoorwegen
worden gebruikt, doch electrische en
diesellocomotieven.
De Douglas C-133 Cargomaster, het
grootste vrachtvliegtuig ter wereld met
een lengte van 46 m en een vleugel-
spanwijdte van 54 m, heeft bij belasting-
proeven op de vleugels een uitzonderlij
ke buigzaamheid getoond. Hierbij ble
ken de vleugeltips een verschil van
meer dan twee meter met de normale
stand te weerstaan, toen gedemon
streerd werd hoe ver de uiteinden naar
boven en beneden konden afwijken.
Bij deze proefnemingen werden o"k
vluchten nagebootst, waarbij „gestart"
werd met 130.000 kg totaalgewicht.
Overigens onnodig te zeggen, dat der
gelijke krachtproeven in het normale
gebruik niet voorkomen.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiitiiiiiiiiiiii
Oké, een woord, dat een goedkeuring
of het eens zijn met iets uitdrukt, komt
eigenlijk van een foutieve schrijfwijze
van het Engelse woord all correct (al
les in orde). Een generaal in de Ame
rikaanse Vrijheidsoorlog (1775—1783)
gaf op de hem ter goedkeuring voorge
legde stukken, zijn bewilliging met de
afkorting o(ll) k(rekt), zoals hij in het
Amerikaans de woorden „all correct"
uitsprak.
muil
De oude locomotief door Stephenson gebouwd is nog in een Engels museum te zien.
iHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
produkten: witte bouwsteen en profier
voor de bestrating, papierwaren, bouw
materialen, metaalprodukten, garens,
weefsels, kunstzijde, suiker en suiker
werken. Een bedrijvige zeehaven in het
centrum zelf van het land, waar sche
pen van grote tonnemaat kunnen aan
leggen.
Doch Brabant is vóór alles een land-
bouwland, Tarwe, suikerbieten, hoppe en
aardbeien, asperges, druiven en niet te
vergeten de grote hoeven, waar de we
reldvermaarde paarden worden gefokt.
Al deze landouwen vormen één uitge-
W|j bedoelen niet onze zuidelijke pro
vincie Noord-Brabant, maar in verband
met de zojuist gehouden Belgische
week willen wij enkele bijzonderheden
geven over de Belgische provincie Bra
bant, welke, omringd door acht andere
provincies, het midden van België be
slaat, met als hart; Brussel, de hoofd
stad.
Een dicht net van spoorweglijnen en
wegen en ook kanalen die de vervoers
wegen vormen van talrijke industrie-
iiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiii
moedeiijk zelden, als ze er al ooit de
kans toe krijgen. Het is eigenlijk merk
waardig, dat dieren uit zulke hete, dro
ge streken het in dierentuinen met al
lerlei klimaat zo goed doen. Maar ze
zijn sterk en planten zich ook in dier
gaarden regelmatig voort.
Haze voet _ing zitten aan het hoofd
van de lange tafel en nodigde Jeroen
uit plaats te nemen aan zijn rechter
hand. Doch ai de hovelingen bleven
eerbiedig staan achter hun stoelen met
hun beide handen rustend op de leu
ning van de stoel. Het werd doodstil,
en Baron Knoflook, de Kanselier van
koning Hazevoet, die achter zijn stoel
stond aan het andere eind van de tafel
tegenover de koning, vroeg met luide
stem :„Majesteit, mag ik u namens u
ons allen toezingen."
En Hazevoet antwoordde langzaam
en met grote waardigheid: „Kanselier,
gij moogt rnjj namens u allen toezin
gen."
De kanselier nam zijn rechterhand
van de stoelleuning en bracht haar aan
zijn borst. En, zijn mond wijc opensper
rend, begon hij te zingen met een diepe
basstem. Jeroen herkende het wijsje
terstond. Hij had het horen zingen in
een heel vreemd land waarin hij op
doorreis een dag had vertoefd. En
hjj meende zich te herinneren dat, toen
hij het lied voor het eerst had gehoord,
het heel andere woorden had gehad en
een refrein dat begon met de woorden:
„Jij komt vanavond de deur niet meer
uit."
Baron Knoflook zong met zijn diepe
basstem, terwijl iedereen aandachtig
luisterde
„Hoe rusteloos rammelt mijn maag,
Majesteit.
Ach, heer, ik heb honger. Gij weet
hoe ik lijd.
Ik haak naar een kip of een vette
kapoen.
Hebt gij niet een kok die hier iets
aan kan doen?"
(Wordt vervolgd).
iiiiiiiuiiiiiiiinnuMiniiiiiiniiiiiiininiiiiiiiuuiiiiiiuiiiiuiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiniuiiiiiiiiiiiiiinnMiiniiiiiiinniiniiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiinuiiuiiiiiHiiiniiMiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiminiiiiiiiiiiiuiii
„Ik ben gek op hardgekookte eieren,"
fluisterde Jeroen.
„Doe maar net als wij," fluisterde
Hazevoet. „Die eieren zijn maanden,
misschien wel jaren oud, omdat nie
mand ze ooit eet."
Tot op dat ogenblik was het erg
rustig geweest in de koninklijke eetzaal.
Maar opeens begon iedereen luidruchtig
en zenuwachtig met zijn buren te
praten, en sommigen van de hovelingen
begonnen verschrikkelijk hard te lachen
alsof ze zo juist van een tafelbuur een
erg grappig verhaal hadden gehoord.
Ook koning Hazevoet begon zenuwach
tig te doen en begon haastig een
gesprek met Jeroen. Hij had een
schichtige blik in zijn ogen.
„Je weet wel," zei hij zenuwachtig,
„toen Hendrik de Haas kwam met die
brief, -ie dachten allemaal dat ze
verdronken waren. Maar het was hele
maal niet waar. Dat kwam later pas.
Ik wil maar zeggen, toen Kees en al dat
water en die echo en de gevangenis en
zo. En toen kwam Gonda de Nachtegaal.
Weet je nog wel? Het was geloof ik
's avonds, want het is gewoonlijk des
avonds bij nachtegalen. Maar het kan
ook 's middags geweest zijn .Het is al
lemaal zo moeilijk ,vind jij ook niet?"
Terwijl Hazevoet zenuwachtig voortra-
telde met een vuurrood gezicht, en ter
wijl in de hele zaal luidruchtige
gesprekken plaats vonden en hardop
door sommigen werd gelachen, zag
Jeroen var. terzijde dat een lakei met
een grote schaal vol eieren plaats had
genomen bij de stoel van koning Haze
voet en de schaal aanbood. Maar koning
Hazevoet deed alsof hij niets zag en
ratelde verder. Na een ogenblik liep de
lakei naar de volgende stoel en toen
naar de volgende Maai iedereen was
zo diep in gesprek met zijn buren dat
hij de lakei en de eieren niet zag.
Eindelijk verliet de lakei met de schaal
de eetzaal, en er weerklonk een luide
zucht van opluchting. Iedereen streek
zich dankbaar la„gs net rode voorhoofd
en de gesprekken werden weer kalm en
gewoon.
„Je moet me niet kwalijk nemen,"
zei Hazevoet. „Dit is iedere dag voor
ons allemaal een heel moeilijk ogenblik.
De eieren moeten opgediend worden
volgens de grondwet, maar we lusten
ze niet. We worden allemaal misselijk
van hardgekookte eieren. En daarom
doen wij maar alsof wij ze niet zien."
„Kun je dan de grondwet niet veran
deren?" vroeg Jeroen.
„Daar zit hem de kneep," zei Haze
voet met een zucht. „Ik zou natuurlijk
graag de grondwe' veranderen en ieder
een zou het toejuichen. Maar niemand
weet waar de grondwe* is. Ze is zoek
geraakt. Tientallen jaren geleden heb
ik een ministerie opgericht waarvan de
ambtenaren niets anders doen dan
zoeken naar de verloren grondwet
Maar niemand heeft het domme ding
tot heden kunnen vinden. En zolang de
grondwet niet gevonden en veranderd
is, zitten wij met de hardgekookte
eieren."
c (Wordt vervolgd)
Nauwelijks had hij geëindigd of koning
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiumiiiiiiiiiiii
„Hoei," riep de heks van Scherpenzeel,
en wipte op haar bezemsteel.
„Wat donders alle draken.
We vliegen naar het griezelbos.
Daar laat ik alle spoken los.
Wat zal ik me vermaken!"
Ze suisde gierend door de nacht,
gedreven door haar toverkracht.
Maar plots'ling moest ze niezen.
Van schrik liet ze haar bezem los
en tuimelde in 't griezelbos.
Ze knarste op haar kiezen.
Want oei, haar toverhoed woei af.
En hup! Daar ging haar toverstaf.
Hij brak voor goed in stukken.
„Ach," riep de heks. „Mijn goed fatsoen!
Hoe kan ik nu nog kunsten doen?
Het zal me nooit meer lukken!"
Ze sjokte met gebog -.. rug
verdrietig weer naar huis terug.
Daar zit ze nu te kniezen:
„Eens was ik een l eroemae heks.
Nben ik niets. Het is iets geks:
Alleen maar door dat niezen.
VERA WITTE
iiiuiuiiuiiiiiiiiiuiiiuiiiiiiiiimiiiiiiiiuiiiiiiuiimiiiiiiiiiiuiiiiiniinuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuuiiuiiiiiiiiiiiMiiiiiiiuiiiiMi
iiiiiiiii
Hazevoet verhief zich van zijn stoel en
zong luid en met een heel mooie stem:
„Gij krijgt een kip of een vette
kapoen,
Boterfanthasjee of een snee
glappioen,
Soep, vermicelli en schelvis en ei,
Spruitjes en knoflook en knolraap
en prei."
Vervolgens ging koning Hazevoet
weer zitten en alle hovelingen namen
eveneens plaats. En de maaltijd begon.
Jeroen herkende aan zijn eind van de
tafel verschillende hovelingen met wie
hij bij zijn aankomst aan het koninklijk
paleis kennis had gemaakt. Links van
de koning zat met een erg vriendelijk
en zelfs medelijdend gezicht Markies
Meevaller. Aan Jeroens rechterhand zat
Markies Margarina. En verder herken
de hij tegenover zich Graaf Roodvonk,
Baron Blus van Brandweer en Baron
Achterklap. Aan het eind van de tafel,
dicht bij Baron Knoflook, herkende hij
Haakje en Oogje, Kurkje en Flesje, en
Schroefje en Moertje.
Ondertussen hadden in zwart fluweel
geklede lakeien de soepborden gevuld.
Jeroen keek nieuwsgierig naar zijn bord
om te zien wat voor soep zij voor zich
hadden. Het leek wel water, dacht
Jeroen. Hij keek naar de borden van
koning Hazevoet en Markies Meevaller.
Maar'hun dampende soep leek even
eens op water. Jeroen nam zijn lepel
en proefde voorzichtig .Het was water,
warm water, én het smaakte naar niets
anders dan warm water.
Maar Jeroen zei niets, want hij was
netjes opgevoed. En hij at zijn bord
leeg.
Toen het warm water op was,
kwamen dé kabouterlakeien opnieuw
rond met dampende schalen en dienden
soepballetjes op, alleen maar soepbal
letjes. Jeroen volgde het voorbeeld van
de anderen en at ze op met zijn lepel.
Vervolgens kregen ze vermicelli, enkel
vermicelli. En toen de vermicelli op
was, werd er soepgroente, alleen maar
soepgroente, opgediend. En iedereen at
ze opgewekt en met grote eetlust, alsof
het zo hoorde.
Toen Hazevoet zijn bord leeggegeten
had, boog hij zich voorover naar Jeroen
en fluisterde: „Je moet niet opkijken
van wat er nu gaai gebeuren. Ze komen
met de hardgekookte eieren, want onze
grondwet gebiedt dat iedere dag hard
gekookte eieren moeten worden opge
diend aan de koninklijke dis. Maar nie
mand lust hier hardgekookte eieren.
Feestverlichting te Brussel.
strekte tuin, bron van rijkdom en wel
vaart.
De geschiedenis van Brabant met
haar ontelbare wederwaardigheden is
één lange strijd om de vrijheid. De
grond draagt de getuigenissen van de
opeenvolgende regeringsstelsels waar
onder de Brabanders leefden. Kerken,
stadhuizen, monumenten spreken dui
delijk van hun lijden en hun opbloei.
Maar de provincie Brabant heeft ook
talrijke bossen, vlakten en kleine dalen.
Van de talrijke bezienswaardigheden
noemen wij het Slagveld bij Waterloo,
waar zes monumenten aan de oorlog
voerenden zijn gewijd. De heuvel, waar
op de naar Frankrijk gekeerde leeuw,
overheerst de omgeving. In het Pano
rama van het Slagveld zal de bezoeker
de herhaalde aanvallen van de Franse
ruiterij bijwonen. In het museum van
de wassen beelden in natuurlijke groot
te: de gestalten van Wellington, Blü-
cher, de Prins van Oranje en de gene
rale staf van de keizer. Twee musea
vullen dit treffend geheel aan.
De leeuw van Waterloo", monument op
het slagveld aldaar.