KILTDRAGERS: HEEMSCHUTTERS
In de Schotse Hooglanden vindt
men nog een geheimzinnige wereld
Finnen hebben in Porkkala
laatste wonde plek geheeld
Beste jaar van deze eeuw
voor Rijn- en Moezel wijn
Laatste pauselijk vlaggeschip
H°
Bergen zijn als
overdekt met
geronnen bloed
uit het wrede
Auld lang syne
mmm.
(Van een verslaggever)
Ze had gloeiend rood haar. Ze
was vrij lang, droeg een
verschoten rijbroek met
leren stukken en een groene
blouse. Voor ze haar whisky in
één teug naar binnen sloeg, moest
ze het haar naar achteren schud
den. Want ze verborg er bijna
heel haar mooie gezicht achter,
als „Drambuie", de kampioens
pony van de Royal Highlands
Show, het zijne achter zijn grijze
manen. Wij hoorden dat zij Au
drey Shields heette en twintig
jaar was. Zich wat afzijdig hou
dend, leunde zij tegen de tapkast
van het Balavil Arms hotel, in
Newtonmore, in het centrum van
de Schotse Hooglanden. Haar
verschijning boeide ons, want zij
had iets van die wilde, onvermoe
de en ook geheimzinnige pracht
van Schotland. Dat gloeiende rood
van het haar was ook het rood
van de bergen. Men kon denken:
dat over de bergen het bloed ge
ronnen lag uit het wrede, oorlogs
zuchtige verleden van Schotland.
De ogen van Audrey waren bruin,
herfstig bruin als de valleien, die
na elke heuveltop opnieuw in de
diepte liggen uitgespreid. En ze
glansden als de meren, als het
koele water van de lochs. Wij
zochten met Audrey het gezel
schap op, dat zich in diepe zetels
een plaats had gekozen om het
vonkende houtvuur van het hotel.
Een donkere terrier schurkte zich
langs onze knieën en strekte zich
uit aan de voeten van Audrey.
Steun van andere
Scandinavische landen
(Van onze correspondent in Bonn)
Het most-gewicht van een wijn wordt uitgedrukt in öchsle. Het geeft
aan, hoeveel grammen een liter most zwaarder is dan een liter water.
Honderd graden Öchsle is een resultaat, waarover de wijnboer al tevreden
glimlacht. 150 graden öchsle is ^en soort belofte en 200 graden öchsle een
geschenk des hemels. Hoe hoger de öchsle-graad, hoe beter de most en
hoe smakelijker de wijn. Daarnaar gemeten staat West-Duitsland dank zij
de prachtige en langdurige zomer voor een waarlijk sensationeel wijnjaar.
Aan de rivier de Moezel is n.l. dezer dagen de hoogste Öchsle-graad sinds
mensenheugenis gemeten, n.l. 286. Soortgelijke hoge graden heeft men
in de Rheingau gemeten. In kringen der wijnboeren spreekt men thans
openlijk de verwachting uit, dat de oogst van dit jaar de „wijn dezer
eeuw" zal opleveren, die in kwaliteit alle andere goede jaargangen verre
zal overtreffen en zich vooral daardoor zal onderscheiden, dat hij „natur-
rein" zal zijn, d.w.z. een hoog eigen suikergehalte zal hebben, dat chemisch
niet meer behoeft te worden opgevoerd om de wijn drinkbaarder te maken.
Militaire opleiding
voor journalisten
in Indonesië
EEUW CELEDEN TE WATER GELATEN
Sixfus V richtte in 1587 de
,Congregazione Navale" op
V
Er werd verteld en gedronken. Wij
wisten buiten in het duister, ergens ver
in het westen, het schuimende oceaan
water dat met klappend geweld tegen
de hoekige rotskust opspatte. Als men
daar over de uitgebleekte rotsen klom,
proefde men de zilte smaak van de
lucht op de lippen. Op dit ogenblik
klonk er in het elegante Edinburgh een
hoornsignaal, zoals op elk heel uur. Nu
was het tien uur en de pubs werden ge
sloten. De barkeeper van het North
British hotel zou met een ironische
glimlach tot zijn gasten zeggen: „Gen
tlemen, ik kan u de buitenlucht van
avond bijzonder aanbevelen".
En in Dundee werd op dit moment
de 53-jarige Donald Allan MacDonald,
een weerbarstige keuterboer van de
Hebriden, gekroond en tot de bard van
het jaaruitgeroepen. Op deze „Mod"
werden Keltische liederen gezongen
door het publiek, dat van overal uit de
Highlands naar Dundee was getrokken,
ieder met de kilt en het kleed van zijn
eigen clan: van de MacLeods, de Mac-
kenzies, de Camerons, de Mackinvens.
Want bij plechtigheden als deze ko
men de geruite kilts weer te voorschijn.
Dan kan men ieders naam lezen in het
kleurenpatroon van de rok. En dan zal
zeker niemand die MacGregor heet een
Campbell een blik verwaardigen,
want sinds deze twee clans eeuwen
geleden elkaar bloedig bestookten, be
staat er eeri vete tussen de Camp
bells en de MacGregors. Overigens zijn
de Schotten in rok gedurende de rest
van het jaar met enkele duizendtallen
te tellen. Ontmoet men er een, dan
weet men zich meestal met een heem
schutter geconfronteerd.
Weer schudde Audrey het rode
haar naar achteren om een whisky
in één keer te laten verdwijnen. Dat
is gewoon' in het iand van Whisky
Galore. Toch behoort de drankzuchti
ge Schot al enkele tientallen jaren
tot de legenden. Men hoort van hem
zingen in balladen. Men hoort van
Loch Drunky, het meer dat door een
dronken reiziger werd ontdekt. Maar
whisky is nu anderhalf keer zo duur
als bij ons de borrel en dat terwijl
do prijzen in de Hooglanden zo matig
zijn.
Wij probeerden Audrey aan het ver
tellen te krijgen. Op dit uur klonken
aan vele houtvuren in de Hooglanden
van Schotland de verhalen. De nevel
ging liggen tussen de bergen. De scha
pen daalden van de hellingen af op
zoek naar de warmere asfaltweg. Zo
halverwege de herfst durfde geen
vreemdeling de tocht door de mistige
moerassen meer aan. De bevolking van
de afgelegen valleien was op zichzelf
aangewezen, en op het vuur van de
haard, de oude liederen, de accordeon,
of, bij dorpsfeesten, de danswijsjes van
de doedelzak. Ergens in een beschutte
boerderij haalde de stokoude Jock
MacGillivray herinneringen op aan
de rijke, machtige heerser van weleer,
MacBrayne, die voertuigen van het ene
naar het andere dorp liet rijden, sche
pen naar de eilanden liet varen, de
postbestelling in eigen handen had,
weiden en viswateren kocht, en vele
duizenden van die zwartgekopte scha
pen liet grazen. En anderen wisten te
verhalen van despotische presbyteri
aanse predikanten, die opstanden ont
ketend hadden en te langen leste ge
vierendeeld werden.
In de Schotse Hooglanden kwam de
elektriciteit eerder dan 's Konings wet.
De Engelse bijbelvertaling en de BBC
vaagden het Keltische spraakgebruik
meer en meer weg, maar de gewoonten
en opvattingen bleven. En ook het bij
geloof. In dit land kan men nog altijd
vee vinden met rode wol om de staart:
rood geeft een beveiliging tegen het
„boze oog". En dat in bijvoorbeeld Kil-
lin het kerkhof geïsoleerd ligt op een
eilandje in de rivier heeft tot verkla
ring dat heksen nimmer het water over
steken.
De K.L.M. vloog ons vlugger naar
Schotland dan de N.S. ons naar Maas
tricht rijdt. Maar in het Schotse hoog
land komt men in een heel andere we
reld. De namen herinneren er nog vaak
aan de rollen in Shakespeares Mac
beth. De kastelen vindt men bewoond
door hertogen en graven, wier voorou
ders het land sinds Richard Leeuwen
hart van de ene krijg naar de andere
hebben gevoerd. Hier vindt men nog
wonderbaarlijke paarden of stieren
waarin men misschien de zwervende
eenhoorn herkent, hier jagen nog vos
sen als weerwolven, vliegt hoog boven
de Grampians de adelaar, die even la
ter als een zwarte vampier langs de
gloeiend rode hellingen scheert. Wij
reden bij avond langs het eindeloos
lange Loch Ness, waar de maan bleek
over de metalige watervlakte scheen.
De zwarte slagschaduwen van de ber
gen leken te bewegen. Soms trokken
dichte sparren een hoge muur op, soms
lieten de witte berken een dun licht
schijnsel door. „Het monster was er
niet", konden wij de volgende morgen
lachen. Maar in de buurt van Inverness
zijn er velen die je de plaats kunnen
aanwijzen waar zii het monster gezien
hebben. Neil Gunn bijvoorbeeld, de
schrijver van de Highlands, de man
die een paar keer per week de zalmen
die hij gevangen heeft in een mandje
langs de weg zet om die in Inverness
te laten verkopen, Neil Gunn schermt
met literatuur uit vroeger eeuwen
waarin het monster al figureert en hij
wijst erop hoe Loch Ness zowel met de
oceaan ais met de Noordzee in verbin
ding staat, zodat een baarlijke zeedui
vel ooit wel eens een verkeerde route
genomen kan hebben. Het monster
blijkt niet louter het geestesprodukt
van een verkomkommerde pers.
In het Balavil Arms hotel wierp men
nog een vers blok op het vuur. Men
sprak over een volgende „ceilidh",
waarop een befaamde doedelzakband
voor de muziek zou zorgen, en over de
volgende grote spelen in Braemar,
waar oersterke herders en boeren uit
de Highlands elkaar weer zullen be
kampen in het torsen van de zwaarste
boom, het werpen van de grootste kei,
waar jongelieden elkaar op hun pony's
in behendigheid de loef trachten af te
steken en woeste zwaarddansen uitvoe
ren. Daar komt de vreemdeling nauwe
lijks. De vreemdeling dwaalt met een
boekje in zijn hand en daarin leest hij
waar het huis van de hervormer John
Knox staat, waar Bonnie Prince Char
lie overnachtte op zijn krijgstochten,
waar R. L. Stevenson zijn onvermijde
lijke tea gebruikte, waar Rob Roy, de
door Sir Walter Scott beschreven held,
een bloeddorstige Highlander aan zijn
mes reeg en waar de bard der barden
Robert Burns zich aan zijn whisky te
buiten ging.
Maar verder naar het noorden kan
het de vreemdeling overkomen dat hjj
laat bij een kroeg aanklopt, waar het
lawaai tegelijk met een zwak licht
schijnsel uit de scheuren in de muren
dringt. Binnen zal hjj kerels met har
de, verweerde koppen vinden en hij zal
er misschien even van schrikken, wat
eigenlijk een belachelijke reactie is.
Want er zal zo'n kerel bij hem aan
het tafeltje komen zitten die zijn mes
uit zijn kous trekt en naast het glas
van de vreemdeling legt, ten teken dat
de vriendschap gesloten is. Men zal on
dervinden dat het in Schotland nooit te
laat, altijd te vroeg is. De whisky
wordt er met water aangelengd, waar
door de smaak geheel verdwijnt, maar
de geest van de drank geheel en al
zijn verhelderende en verwarmende in
vloed kan uitoefenen.
Zomin als het begraafplaatsje voor
(militaire) regimentshonden in Edin-
burg bepalend is voor Schotland, zo
min is het de afgelegen kroeg in het
ruige Argyll of Sutherland. Maar het
is weergaloos in zijn oneindig gevari
eerde natuurschoon en om zijn spor
tieve attracties, die in andere Euro
pese landen of duurder, of in het ge
heel niet te vinden zijn. En overal
leeft nog de geest van het „auld lang
syne", van de dagen van weleer,
toen er bloed vloeide en het spookte
in Schotland. Rijdend over goede
wegen (waarop nog wel eens een koe
of een schaap wil lopen) en wande
lend naar de behoorlijke hotels kan
men ervan genieten. Wij vernamen
in Schotland dat dezer dagen een
groot plan gelanceerd is ter ontwik
keling van het tourisme. Schotlands
machtige man, de miljonair Hugh Fra-
ser, stelt aantrekkelijke kredieten be
schikbaar aan hoteliers, VW-afde-
lingen en besturen van touristische
centra.
Naar eigen inzicht en met adviezen
van een architect, een accountant, een
hotelier en de Scottish Tourist Board
kan men m vernieuwingen en uitbrei
dingen beginnen. Vorig jaar reisden
er ruim 4,5 miljoen vreemdelingen
naar Schotland. Men dient hierbij ech
ter te bedenken dat de Schotten ook de
Engelsen onder de vreemdelingen rang
schikken en dat slechts een tiende ge
deelte van overzee kwam.
Schotland zal onder de grootste toe
vloed van vreemdelingen zichzelf blij
ven. Het is lang genoeg met zichzelf
alleen geweest. Wij hoefden Audrey
maar aan te zien. Ze was nog altijd
met haar gedachten ver weg, vermoe
delijk bij haar lievelingspony Silvana.
Vanaf haar vierde levensjaar, zo had
ze verteld, had ze paard gereden. Men
kon zich afvragen of zij wel ooit liever
wezens had gekend.
Morgen zouden wij haar in haar ele
ment zien. Zij zou ons op een pony
commanderen en ons met „hurry ups"
naar de bergtop leiden.
In dit landschap van bergen, meren en kastelen gaat een paard op een eenhoorn
lijken, een vos op een weerwolf en een vogel op een vampier.
Op de grote spelen in de Highlands stroomt het volk uit de bergdistricten toe. Dan komen ook de geruite kilts weet
voor de dag en kan men de clan-namen uit de kleurenpatro ons aflezen. Wie MacGregor heet, zal geen Campbell met een
blik verwaardigen.
Kerkje van Kyrkslatten weer in gebruik
(Van een bijzondere correspondent)
Het middeleeuwse Lutherse kerkje
van Kyrskslatten in Porkkala, Fin
land, is dezer dagen na uitgebreide
restauratiewerkzaamheden op plechti
ge en feestelijke wijze weer in gebruik
genomen. Deze gebeurtenis, die de be
langstelling trok van talrijke kerkelijke
en wereldlijke autoriteiten in heel
Noord-Europa, en die vooral door het
Finse volk werd gezien als een natio
nale gebeurtenis, had in meer dan een
opzicht een symbolische betekenis.
Toen de Sovjet-Unie in 1956 besloot
het gebied van Porkkala na elf
jaar bezetting terug te geven aan Fin
land veroorzaakte dit uiteraard grote
blijdschap en opluchting, niet alleen on
der dé Finnen zelf, maar ook onder de
andere Scandinavische volken. De Rus
sische militaire basis gelegen op slechts
enkele tientallen kilometers afstand
van de hoofdstad Helsinki, was des
tijds beschreven als een pistool gericht
op het hart van Finland.
Dok al zag men in dat de strategische
waarde van deze basis in verband met
de nieuwe krijgsmiddelen aanzienlijk
was gedaald en dat de teruggave aan
Finland dus geen groot offer beteken
de voor de Sovjet-Unie, toch beschouw
den de Finnen het Russische gebaar
als een verlichting van de militaire
druk. Bovendien zag men er een be
wijs in voor het succes van de Finse
buitenlandse politiek, die er sinds het
einde van de oorlog voortdurend op ge
richt was geweest goede relaties te
onderhoud- met het machtige buur
land, terv. -elijktijdig toch een zekere
zelfstandig J kon worden behouden.
Do vreugde over de teruggave van
Porkkala veranderde evenwel spoedig
in verontwaardiging en droefheid, toen
bleek hoe de hézetters in het gebied
hadden huisgehouden. Toen het Rode
Leger in 1945 Porkkala was binnenge
trokken, was het een vruchtbaar land
met goed-georganiseerde, verzorgde
gehuchten en dorpen. Elf jaar later
was het een woestijn. De akkers wa
ren verwaarloosd, de wegen waren
verdwenen of vernield, de bossen Wd'
ren dichtgegroeid of omgehakt en de
boerderijen waren vervallen of uitge'
woond.
Wat de terugkerende bevolking ech
ter nog het meest aangreep was da®
het kerkje van Kyrkslatten, be®
grootste dorp in Porkkala, door d®
Russische soldaten was gebruikt al®
speelzaal en volkomen kaal en leeg'
geplunderd door hen was achterg®'
laten. De graven op het bijbehorend®
kerkhof waren geschonden en
grafstenen lagen her en der vef'
spreid over de akkers of waren 111
sommige gevallen geheel verdwenen-
Geen bank, geen beeld en ge®"
schilderstuk was in het kerkje ach
tergelaten, aan niets was te zien dat
het eeuwenlang het bedehuis was g®*
weest van de Porkkala-bewoners.
Met dezelfde energie als waarmee d®
Finse bevolking in 1945 was begonn®"
aan de wederopbouw, gingen ook d®
Pony-trektocht m Newtonmore, Schotlanas aantrekkelijkste (goedkope) sport.
Wie nog nooit op een paard heeft gezeten, trekt in Newtonmore al na een paar
uur door rivieren en bossen en langs ravijnen. Geen betrouwbaarder en kalmer
vriend dan de pony van de Hooglanden.
Zeker is, dat de jaargang-1959 wijn-
geschiedenis zal maken, dat hij een
wijn zal opleveren waarover wellicht in
de komende eeuw nog zal worden ge
sproken, hoewel er dan geen 1959-er
meer in de 21e eeuwse wijnkelders zal
liggen. Een zo natuur-zuivere wijn kan
men n.l. niet lang bewaren: hij moet
in hoogstens enkele jaren worden
opgedronken. Hij is wat de Duitsers
met weinig eerbied noemen een „zuip-
wijn", en geen wijn waarvan men nu
ijl paar honderd flessen moet kopen
om ze twee decennia te bewaren en ze
daardoor in kwaliteit en waarde te la
ten toenemen.
Na de goede jaargang-1953 heeft de
Westduitse wijnboer hij is eigen
lijk maar een boer-tje vergeleken met
zijn veel meer producerende Franse
en Italiaanse collega's magere ja
ren moeten doormaken. Toen kwam
het vorige jaar de 1958-er met zijn
record-oogst van bijna 5 miljoen hec
toliter, die hij tot nu op de huidige
dag niet geheel heeft kunnen slijten,
en die ook nu nog de vaten in de kel
ders om zo te zeggen „verstoppen",
terwijl de 1959-er op het punt staat
binnen te stromen. Na de 1958-er is
de Duitse wijnboer voorzichtig gewor
den met superlatieven, maar de feiten
omtrent de 1959-er, zoals die tot dus
verre bekend zijn geworden, laten
Journalisten in Indonesië, die belast
zijn met de berichtgeving over mili
taire zaken in hun bladen, zullen een
militaire recrutenopleiding krijgen, al
dus een legerwoordvoerder. Dit besluit
is genomer. na overleg tussen de leger
leiding en de vakvereniging von Indo
nesische journalisten. De betrokkenen
zullen les krijgen in militaire uitdruk
kingen, exercitie en de bewapening
wel geen andere voorconclusie meer
toe: hij wordt de „wjjn dezer eeuw",
die zich zal scharen in de rij der „gro
te" wijnen uit de-'jaren 1911, 1921, 1937,
1949 en 1953. (Zit er dus toch iets in
die bewering van kenners, dat men
bij goede wijnen altijd de oneven ja
ren moet kiezen?). Nog een voordeel
heeft de 1959-er: de hoeveelheid te
oogsten wijnen zal niet zo verschrik
kelijk groot worden als irt 1958. Men
schat de oogst op 3.1 miljoen hecto
liter, een ongeveer (voor Westduits-
land) normale en daardoor makkelijk
af te zetten kwantiteit. Een beschei
den oogst dus van een meer dan uit
stekende kwaliteit, een dubbele zegen
zoals de wijnboeren die maar zelden
beleven.
De wijn-drinker, die van Westduitse
wijnen houdt, kan dus van de jaargang
1959 een „edel drupje" verwachten te
gen een prijs, die behalve voor de
dure „Trockenbeerauslese" niet ho
ger zal zijn dan in de afgelopen jaren.
Hjj zal echter tot medio 1960 moeten
wachten: eerder zal de 1959 wel niet
op de markt komen. Zoveel tijd heeft
hij nog nodig om tot volle wasdom te
komen.
In januari 1956 trokken Finse troe
pen over de grens van Porkhala,
nadat met Rusland een akkoord
was bereikt over de teruggave van
het gebied van Finland. Aan een
bezetting, die elf jaar had geduurd,
kwam daarmee een einde.
(Van onze
Romeinse correspondent)
onderd jaar geleden werd
op de werven van de
Thames Ironworks te
Blackwall de „Immacolata
Concezione" te water gela
ten. Dit 627 ton metende vol
opgetuigde schip met een
160 p.k. hulpmotor en een
bewapening van acht bronzen
achttienponders was gebouwd
in opdracht van paus Pius IX.
In het Statesman's Year Book
van 1870 stond z« aangege
ven als liet vlaggeschip van
de bescheiden pauselijke
vloot, die toen uit drie stoom
schepen en een aantal kleine
zeilschepen bestond. Het En
gelse weekblad The Tablet
haalde onlangs de geschiede
nis van de Immacolata Con
cezione op naar aanleiding
van een bericht in dit blad
van 100 jaar geleden, dat
kardinaal Wiseman uitgeno
digd was om te Blackwall een
bezoek te brengen aan „het
fraaie stoomjacht, dat thans
voltooid en geëquipeerd is
voor Z.H. de Paus, alvorens
het zijn eerste reis naar Ro
me gaat maken". De kardi
naal nam de invitatie aan en
„na de inspectie nodigde ad
miraal Manners Zijne Emi
nentie en het gehele gezel
schap aai een diner bij Love-
"tovc. Couverts waren ge
legd voor 35 personen". Op
15 augustus .859 meldde de
Times onder zijn scheepvaart-
berichten, dat de „Immacula-
ta Concepconi"(!) Deal in
westelijke richting gepasseerd
was.
De geschiedenis van de
deze weer hersteld. De Im
macolata Concezione was
geen plezierjacht; met haar
bemanning van 46 koppen
en haar bewapening was zij
bestemd voor de bescher
ming ier visserij, Zij had
echter een statiekabinet aan
pauselijke marine gaat terug
tot de achtste eeuw. Sixtus V
richtte in 1587, zestien jaar
nadat een pauselijk smal
deel bijgedragen had tot de
overwinning bij Lepanto, een
speciaal ministerie op, de
Congregaz'one Navale, die
leiding moest geven bij het
beschermen van de Kerke
lijke Staat tegen de zeerove
rij. De beide in de 18e eeuw
in Engeland gebouwde dertig
kanons-fregatten, de S. Pietro
en de S. Paolo, deden nog
convooidiensten in de Middel
landse Zee om de schepen
tegen de Algerijnse korsaren
te beschermen. Na de ver
overing van het Apennijnse
schiereiland door Napoleon
verdween de kleine pause
lijke marine, maar later werd
het dek, voor het geval de
paus er een reis mee wilde
maken.
In tegenstelling tot de vele
jachten, die de Britse werven
in de Victoriaanse tijd voor
gekroonde hoofden bouwden,
jachten, die bijna alle spoor
loos verdwenen zijn in de
geschiedenis, is het wel en
wee van dc Immacolata Con
cezione bekend tot haar
roemloos einde toe. Het vlag
geschip is zijn protectiedien-
sten blijven verrichten, tot
het in de laatste jaren voor
de val van Rome ingezet
werd voor patrouillering
langs de kust om landingen
van troepen van Garibaldi te
verhinderen. In 1863 dokte
het te Toulon. De Punch
spotte: „Waar heeft de paus
een korvet voor nodig? Soms
als oorlogsbodem om het
scheepje van St. Pieter te
convoyeren?"
Om economische redenen
werd het kostbare tuig terug
gebracht tot dat van een
kleine bark. Bij de val van
de tijdelijke macht der pau
sen werd het jacht als per
soonlijk eigendom van Pius IX
beschouwd en behoefde niet
overgegeven te worden. Jaren
is de Immacolata Concezione
werkeloos in de haven van
Civita Vecchia blijven liggen,
tot de paus haar in 1878
schonk aan de zeevaartschool
St. Elme te Arcachon (Fr.),
die onder leiding der Domi
nicanen stond. De Franse re
gering nam de kanons in be
slag, maar tot vandaag aan
de dag staat nog een kleine
mortier met het pauselijk
wapen op het terrein van de
school.
Vijf jaar heeft het jacht
als opleidingsschip gefun
geerd, tot het in 1883 naar
Engeland verkocht werd.
Dertien jaar later kwam het
weer in Franse handen en
heeft het onder le naam
„Loire" gevaren. In 1905
brak er brand uit en het
schip, dat eens als laatste de
purper-gouden vlag voerde
en de pauselijke standaard,
ging verloren onder de Cor-
sicaanse kust.
terugkerende bewoners van Porkkala
aan de slag om alle sporen van de RuS'
sische bezetting uit te wissen. Ui te®'
aard had men te worstelen met tali'Ü'
ke moeilijkheden en problemen, ma»®
nu er sinds de teruggave van Porkkala
drie jaar zijn verlopen zijn de bereikt®
resultaten beslist verheugend te noem®"j
Bijna vier vijlde gedeelte van de ak'
kers kan weer worden bebouwd, d
meeste boerderijen en huizen zijn we®®
hersteld of opgebouwd, de bossen zip
voor meer dan de helft weer in cultu®1®
gebracht en het wegennet is weer ij1'
tact. Het bevolkingsaantal in Porkka'®
is evenwel nog steeds niet op hetzelfd®
peil als voor de oorlog; tot nu toe is n®'
welijks de helft van de oorspronkelijk®
bewoners teruggekeerd.
De problemen waarmee de bevolking
werd geconfronteerd bjj de wederop'
bouw van huizen en boerderijen ware11
bijzonder groot. De terugkerende Po®*'
kalabewoners waren het er echter ov®r
eens, dat het kerkje van Kyrkslatten
spoedig mogelijk in zijn oude luiste®
moest worden hei-steld. Reeds tijde®1®
de eerste weken na de ontruiming doo®
het Rode Leger werd men het eens ov®®
de restauratieplannen. Toen bleek da®
de drie andere Scandinavische land®P
er prijs op stelden om aan het herste1
van het kerkje mee te werken, war®11
althans de grootste financiële moeilijk'
heden uit de weg geruimd.
De inter-Scandinavïsche hulp aal®
Kyrkslatten bestond o.a. hieruit, da®
Zweden een grote som g°!ds ter b®*
schikking stelde, Denemarken een ëe'
heel nieuw orgel schonk, en Noorweg®.
een waardevol crucifix liet vervaard1'
gen door de bekende beeldhouwer J°
Suul. Behalve deze officiële hulp ware®
er ook talrijke particulieren die waa®'
devolle schenkingen deden aan h®
kerkje van Kyrkslatten. Daarom werd
de inwijding van het geheel geresta®1'
reerde bedehuis nog meer dan e®JJ
Fins-nationale gebeurtenis het we®®
een manifestatie van de al-oude v®1'*
wantschap tussen de vier landen.
De inwijding van het gerestaureerd®
kerkje van Kyrkslatten is er ook eed
symbool van dat er voor Porkkala we®®
normale tijden zijn aangebroken, en da®
het Finse volk vast besloten is om o®"
onder moeilijke omstandigheden te blij'
ven vasthouden aan de historisc&e tr^"
dities van zijn land.