Alanbrooke over eind van
de oorlog in Indonesië
„Nederlanders beseffen sterkte van
nationalistische beweging niet
i
's Lands Kroniek-
roomboter
Landgoed bij Het Loo moet
een gaaf geheel blijven
Motief van prinses Wilhelmina
voor schenking aan de staat
Heldentenor tachtig jaar
Churchill wilde op Sumatra landen
Trein botst op
dragline
SCHEPPING VAN PRINS HENDRIK
Prioriteit houdt
niet in „alles
Twee locomotieven en
15 wagens ontspoord
Besluiten eilandraad
Curagao vernietigd
AKKERTJES
Stillevens van Jan van
Huysum ontdekt
V B
DONDERDAG 5 NOVEMBER 1959
PAGINA 5
Ravage ot> overweg
Koleuinvoer in België
Belemmeringen wellicht
binnenkort opgeheven
Normen voor straatnamen en huisnummers
- Bordjes lager - Meer bordjes moeten
de weg wijzen
- :4:
Dit beschuitje smaakt als
een taartje en dat komt
door... de roomboter.
Verkiezing gedeputeerden
niet in algemeen belang
VOBTBALTOTO
Brochure o.a. naar
kabinet en parlement
neem bij
pijn
het zekere
voor
het onzekere:
Zware verwonding
Jongen experimenteert
met projectielen
55
Nederlandse ministers in Londen om daar de Indonesische kwestie te bespreken.
"•l.tl.r. de Nederlandse ambassadeur in Londen, mr. E. F. M. J. baron Michiels
ban Verduynen, mr. J. H. van Roy en (optredende namens de minister van
yi'tenlandse zaken. mr. E. N. van Kleffens), de minister voor overzeese gebieds-
uelen, prof. cIr. J. H. A. Logemaan, de minister-presidentprof. ir. W. Schermer-
horn, en de luitenant-gouverneur-generaal, dr. H. J. van Mook.
'A)NDEN, 5 nov. (UJPI). In zijn
«ock „Triomf in het Westen" staat de
voormalige chef van de Engelse gene-
ra'e staf, veldmaarschalk Alanbrooke
i "t stil bij de Nederlandse politiek
JPn aanzien van Indonesië. Een van de
'oofdproblemcn, waar de veldmaar
schalk in september en oktober 1915
i oor stond was de eis van geallieerden,
'''e in het Verre Oosten koloniën had-
ven welke Engeland mede had bevrijd,
"it de Engelsen de nationalistische be
wegingen die tijdens de Japanse be
zetting waren ontstaan, moesten on
derdrukken. Op 2 oktober, zo zegt de
bewerker van Alanbrooke's mémoires,
l"r Arthur Briant, Werd Alanbrooke de
hele dag achtervolgd door de Neder
landse ambassadeur (mr. E. F. M. baron
hl'chiels van Verduynen Red.), die
hem smeekte meer troepen naar Java
zenden. De Britse troepen op Java
'J» Sumatra, die de taak hadden de
•'opanse garnizoens op te rollen en de
"Spanners naar Japan te repatriëren,
Werd nu gevraagd door de Nederland-
se autoriteiten om plaatselijke opstan
den neer te slaan en de vooroorlogse
toestand op de eilanden te herstellen,
aldus Alanbrooke.
..De enige troepen, die ter beschik
king stonden, vyaren Afkomstig uit In
dië en de onderkoning van Indië stond
a' aan hevige aanvallen van het Con
gres bloot, dat de Indische troepen
Werden gebruikt om nationale aspira
ties te onderdrukken."
.Op g oktober schreef Alanbrooke in
zijn dagboek: ,,De Nederlanders besef
ten de sterkte van de nationalistische
beweging niet en laten het aan ons
over om Java voor hen aan kant te
brengen. Dat is ongeveer hetzelfde als
W-"at er in Frans Indo-China gebeurt."
Een week later, noteerde Alanbrooke,
"at Java het onderwerp was geweest
Van drie vergaderingen en dat er was
besloten er nog een divisie naar toe
te sturen. Ook was besloten dat „de
Nederlanders Van Mook, die toen lui-
Jennnt-gouverneur-generaal van Neder-
iandsch Oost-Indië was, zouden opdragen
een ontmoeting met de Indonesische
Quisling (Soekarno Red.) te hebben.
Twee maanden later stelde Alanbroo
ke in een conferentie met Nederland
se en Franse burgerlijke en militaire
autoriteiten de grote lijnen van zijn
aanbevelingen voor het Engelse kabi-
het vast ten aanzien van de problemen
van Nederlands Oost-Indië, Indo-China
eh Siam. Wat de laatste twee betreft,
zo merkt Briant op, „waren er geen
bijzondere moeilijkheden."
Generaal Leclerc, die door Alanbroo
ke ais het beste type Frans soldaat
W'erd beschouwd, zou twee divisies
haar Indo-China brengen om er de or
de te herstellen. Hij vroeg de Engel-
Jen alleen maar om wat landingsma
teriaal.
„Met Java en Sumatra was het an
ders gesteld. De Nederlanders ver
wachtten nog steeds, dat Engeland
voor hen de kastanjes uit het vuur
zou halen", aldus Briant, de bewer
ker van Alanbrooke's mémoires.
..Men was het er over eens gewor
den, dat Surabaja voor het ogenblik
bezet zou blijven en dat aanvullende
troepen naar Batavia zouden worden
gestuurd om er een vreedzame zone
te scheppen waarbinnen onderhandelin
gen voor een overeenkomst zouden
kunnen worden gevoerd." Alanbrooke
stond echter op drie principes ten aan
zien van deze zaak, principes die hij
op een middernachtelijke bijeenkomst
van de Engelse commandanten had
vastgesteld, onmiddellijk na zijn aan
komst op Java en die hij meteen de
volgende dag in zijn dagboek had ge
noteerd.
Deze drie principes waren:
1. Het probleem van het gebruik van
Indische troepen in Java, hetgeen toe
nemende moeilijkheden in Indië veroor
zaakt, staat ons niet toe enige groot
scheepse actie te overwegen om het
Nederlandse gezag over Indonesië te
herstellen, ook al omdat er geen En
gelse troepen beschikbaar zijn.
2. Daarom moet de Nederlanders dui
delijk worden gemaakt, dat wij niet in
staat zijn hen te helpen, tenzij zij be-
reizijn Nederlandsch Oost-Indië de
status van dominion toe te staan of al
thans een status die acceptabel voor de
Indonesiërs is.
3. Gaan de Nederlanders hier niet
mee akkoord, dan zullen we hen ervan
op de hoogte stellen dat wij geen ander
alternatief hebben dan ons volkomen
UTRECHT, 5 nov. Op een met knip
perlichten beveiligde onbewaakte over-
Peg tussen Oss en Bercbcm is vaJ}"
Pacht om ongeveer een uur een draglt-
"e bljjven steken. Het gevolg hiervan
P'as een botsing met een goederentrein,
f r ontstond een enorme ravage, twee
'ncomotieven en vijftien wagens ont
spoorden, vijftig meter rails werden ont-
P richt en een deel van de bovenleiding
v'el op de trein.
De dragline is waarschijnlijk met zyn
ot'ede draagvlak klem gelopen op de
spoorwegovergang, die ter plaatse ho-
j?pr ligt dan de weg. De bestuurder zag
'lpt ongeluk aankomen en hij had ttjcl
°hi zich in veiligheid te stellen. De ma
chinist van de voorste locomotief kwam
eop een ontwrichte schouder na, even
ts goed af. Vanmorgen zou het rei-
^'gersvervoer tussen Oss en Ravenstein
biet bussen worden onderhouden.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 5 nov. - Minister de
L°us verwacht dat er een einde zal
tornen aan de administratieve moeiLjk-
yeden, die de invoer van Nederlandse
kolen in Belgie in de weg staan. De
bewindsman heeft hierover een gesprek
Kehad met zijn Belgische ambtgenoot,
in zoverre door de Belgische administra
tieve maatregelen de afzet van Neder
landse kolen naar België wordt verhin
derd, is er naar het oordeel van minis
ter de Pous inderdaad sprake van strij
digheid met het KSG-verdrag.
Veldmaarschalk ALANBROOKE
van hen los te maken. We zullen ons dart
in Indonesië uitsluitend beperken tot 't
afwikkelen van de oorlog, door de Ja
panners te ontwapenen, hen terug te
zenden naar Japan en hun gevangenen
te bevrijden. Zouden de Indonesiërs
hierin tussenbeide willen komen, dan
zullen we hun duidelijk maken dat elke
vorm van weerstand die zij zullen bie
den, slechts als samenwerking met de
Japanners zou worden beschouwd en
dienovereenkomstig behandeld. Alle
aanwezigen waren het erover eens dat
dit de Ijjn was die we moesten volgen
en die we aan de (Engelse) regering
zouden voorleggen.
Een paar dagen vóór deze conferen
tie had Alanbrooke een aantal be
sprekingen met Engelse autoritei
ten in Indië gevoerd over de onafhan
kelijkheidsbewegingen in Burma en Ne
derlandsch Oost-Indië. „Besloten was
toen om een praktisch akkoord met de
Indonesische leider Soekarno te bereiken
zodat, indien troepen van liet Empire
zouden moeten worden gebruikt, dit zou
gebeuren ten gunste van Soeksrno's re
gering tegen de <*tremisten die hü zelf
niet in de hand kon houden".
Toen Alanbrooke op 27 december in
Engeland terug was, werd hij door de
toenmalige minister-president Attlee
ontboden naar diens officiële residentie
Chequers voor een conferentie met de
Nederlandse minister-president, de
waarnemend minister van buitenland
se zaken, de minister voor overzeese
gebiedsdelen en de luitenant-gouver
neur-generaal voor Oost-Indië (resp.
prof. ir. W. Sehermerhorn. mr. J. H.
van Royen, prof. dr. J. H. A. Logc-
mann en dr. H. J. van Mook.-red.)
om een Indonesische overeenkomst te
bespreken.
„We hebben de hele middag met hen
gesproken," aldus het dagboek, „en
gingen na de thee en het diner door
tot ongeveer elf uur 's avonds. We
maakten echter enige vooruitgang en
werden het eens over een algemene
verklaring voor de pers. Het belang
rijkste deel vormde de nieuwe conces
sies, waartoe de Nederlanders bereid
waren en die wellicht een lange weg
betekenden naar het regelen van de
zaken in Java."
Telkens opnieuw keren in Alan
brooke's dagboeknotities Churchills
pleidooien terug voor grote operaties
in Sumatra. Churchill eiste operaties in
de Indische Oceaan en bij de Burmese
kust, in het bijzonder ook op Noord-
Sumatra teneinde, zoals hij hoopte, de
vijandelijke zeeverbindingen met Bur
ma af te snijden.
Alanbrooke hield zich ook bezig met
Nederland zelf. Besprekingen zonder
resultaat worden in zijn notities ge
noemd, besprekingen in november 1944
en 22 februari 1945 om voedsel naar
Nederland te sturen. „Vanmiddag heeft
de Nederlandse ambassadeur me ge
vraagd om twee schepen ten behoeve
van de Nederlanders in bezet gebied.
De hemel weet, dat ze het nodig heb
ben, maar de moeilijkheid is waar we
die twee schepen
vandaan moeten
halen".
Op 9 maart schreef
Alanbrooke: „Het
hoofdprobleem op
de bespreking van
de generale staf
was vanmorgen de
klacht van de Ne
derlandse minister
president (prof. mr.
P. S. Gerbrandy -
Red.) aan Church
ill betreffende de
uithongering van
de Nederlandse be
volking. De Neder
landse minister
president heeft ge
pleit voor een her
ziening van onze
strategie zodat een
eerdere bevrijding
van Nederland tot
stand kan komen -
alweer een van die
voortdurende reper
cussies van politie
ke beschouwingen
ten aanzien van
strategische doel
einden.
Het is echter zo
klaar als een
klontje dat onze
huidige plannen om
Montgomery de
Rijn te laten over
steken, niet meer
kunnen worden ge
wijzigd. Als dat is
gebeurd, is er van
militair gezichts
punt uit gezien
geen twijfel aan,
dat we de vernieti
ging van Duitsland
ter hand nemen en
dat we deze zaak
niet laten uitstellen
teneinde Nederland
te bevrijden".
Advertentie
HET NEDERLANDS ZU1VELBUREAU RIJSWIJK (Z.H.)
(V an onze verslaggever)
APELDOORN, 5 nov. Enkele maan
den geleden, op 25 juli, werd een wet
bekrachtigd, waarbij prinses Wilhelmi-
na de Staat der Nederlanden het groot
ste deel van haar onroerende bezit
tingen op Het Loo ten geschenke deed.
Dit gebied, een oppervlakte van onge
veer 6700 hectare, kwam van die datum
af onder beheer van het kroondomein,
dat aan de bestaande situatie niets ver
anderde en de zorg voor de houtopstand
en de overige gewassen op dezelfde voet
bleef voortzetten. Misschien is dit wel
de reden, waarom het besluit van de
prinses destijds zo weinig de publieke
aandacht heeft getrokken. Speciaal op
haar verzoek echter is gisteren de Ne
derlandse pers op paleis Het Loo Uitge
nodigd om iets meer te vernemen om
trent de motieven, die prinses Wilhel-
mina tot deze schenking hebben bewo
gen.
De vraag, die velen zal interesseren,
namelijk, welke gevolgen de overdracht
van dit enorme gebied aan de Staat
voor hot Nederlandse volk zal hebben,
werd door de opperhoutvester van de
prinses, ir. E. Reinders, kort en krach
tig beantwoord: geen enkel. Er zullen,
zoals wel is gemeend, dus geen extra
recreatiemogelijkheden worden gescha
pen, noch andere speciale voorzieningen.
Alles blijft zoals het was. Grote gebie
den zullen toegankelijk blijven, hetzij
gratis, hetzij een wandelkaart. Door
zijn grote uitgestrektheid, zijn variatie
in bodembegroeiing en niet het minst
door de vrij dichte wildstand is dit vroe
gere privé-bezit van prinses Wilhelmina
een waar dorado voor de natuurliefheb
ber, de minnaar van stilte en eenzaam
heid. Op dezelfde schaal als voorheen
zal deze de toegang behouden tot dit
deel van de Veluwe, zoals ook de ter
reinen die in verband met de hier gere
geld georganiseerde koninklijke jachten
ais wildreservaat dienen, voor het pu
bliek gesloten blijven.
Bovendien worden* bezoekers van 15
september af, wanneer de bronsttijd be
gint en daarna de drijfjachten gehou
den worden, niet meer toegelaten. 1
mei gaat het vroegere bezit van de
prinses, dat van noord naar zuid een
lengte heeft van 17 kilometer en van
oost naar west een grootste breedte
van 12 kilometer, dan weer open.
Stadhouder Willem III heeft in 1676
de basis gelegd van het koninklijk goed
bij Het Loo door een jachtterrein bij
Hoog Soeren aan te kopen, later uitge
breid met het eigenlijke Het Loo. De
aankopen werden de volgende jaren
voortgezet totdat in 1766 een boscom-
plex was verkregen, dat met het huidi
ge „oude" kroondomein vrijwel overeen
stemt. Toen de Bataafsche republiek
achter de rug was, kwamen de goede
ren opnieuw in beheer van de koning.
Koning Willem III vertrouwde ze in
1863 toe aan het kroondomein.
Prins Hendrik breidde het bezit
aanzienlijk uit, gebruik makend van
de Markenwet. die in 1886 in werking
trad. In betrekkelijk korte tijd slaag
de hij er in de houtvesterijen van
Het Loo tot de huidige omvang te
vergroten. Tussen 1900 en 1915 werd
vrijwel de gehele houtvesterij „Gor-
tel" alsmede de boswachterij „Uddel"
aangekocht. Prins Hendrik volstond
evenwel niet met aankopen, maar
nam het initiatief om grote delen van
zijn nieuw verworven bezittingen, die
tot dan toe geheel verwaarloosd wa
ren. te laten ontginnen. Duizenden
bunders heide werden onder zijn per-
In totaal beslaan tie Koninklijke Hout
vesterijen een oppervlakte van ruim
10.000 hectare, gelegen in de gemeen
ten Apeldoorn, Epe en Ermelo. Daar
van is dus nu ongeveer 6700 ha aan
het kroondomein geschonken, waarop
gemiddeld 200 personen werkzaam zijn
in de bosbouw. Tot de schenking beho
ren ook het Oranjehotel in Uddel en
een aantal boerderijen. Verschillende
streken, zoals Niersen en Gortel, heb
ben nog geen gas en elektra. Het is de
bedoeling hier volgend jaar in te voor
zien. Zelf beeft prinses Wilhelmina nu
nog het park rondom paleis Het Loo
behouden, dat een oppervlakte heeft
van ongeveer 400 hectare. Wanneer de
prinses niet op haar woonstede vertoeft,
is ook dit park voor het publiek toe
gankelijk.
Een van de mooie bospartijen bij Hoog
Soeren, een deel van de schenking van
Prinses Wilhelmina.
WILLEMSTAD, 4 nov. By lands-
besluit zün de besluiten van de eiland-
raad van Curagao tot verkiezing van
de heren Leon en Schlag tot gedepu
teerden, vernietigd omdat zij „in strijd
zün met het algemeen belang der Ne
derlandse Antillen".
55
In een brochure, getiteld „Om het
spel en om de knikkers" heeft het co
mité „instellingen voor overleg inzake
sportprijs vragen" nogmaals geopen
baard welke regelingen zijns inziens ge-
getroffen moeten worden bij een evt.
sportprysvragen-monopolie. De brochu
re is toegezonden aan alle njinsters en
staatssecretarissen, de leden van de
Eerste en Tweede Kamer, de stichting
Nederlandse Sporttotalisator, een aantal
sportorganisaties en voorts aan de bij
het comité aangesloten instellingen van
charitatieve, sociale en culturele aard.
Zoals bekend heeft de commissie lo-
terijwezen de ministers van Justitie en
van O.K. en W. voorgesteld, dat ook
andere instellingen dan die op het ge
bied van sport en lichamelijke opvoe
ding van de baten moeten profiteren.
Aan instellingen van sport en lichame-
ïyke' opvoeding zou echter wel priori
teit moeten worden toegekend. Hierover
zegt de brochure Als er door toedoen
van de overheid een monopolie komt
voor sportprijsvragen één nationale
sporttoto dus waarvan de opbrengst
bedoeld is het algemeen belang te die
nen met een prioriteit voor de sport,
dan kan de sport niet zonder enig over
leg alles voor zich opeisen zonder in
breuk te maken op gerechtvaardig
de andere belangen. Daaraan dient de
sport duideiyk te worden herinnerd.
CHERBOURG, 5 nov. (U.P.I.) De
Franse kustwacht heeft gisteren een
Duits vrachtschip opgebracht naar
Cherbourg op verdenking dat het wa
pens vervoerde naar Noord-Afrika. Het
schip, de „Bilbao", naar aangenomen
wordt afkomstig uit Hamburg, werd on
derschept voor het schiereiland Cotentin
in Noord-Frankryk. Het schip werd op
gebracht omdat het vanwege de ruwe
zee buiten niet onderzocht kon worden.
soonlijk toezicht in bos hervormd.
Veel gezinnen op de Veluwe beurden
uit deze exploitatie welkome neven
inkomsten.
Speciaal om dit uitgestrekte gebied
zo ongerept mogelijk te handhaven
heeft prinses Wilhelmina haar bezit
tingen overgedaan aan de Staat, er op
vertrouwende, dat het kroondomein de
schepping van haar gemaal in ere zal
houden en ook voor komende genera
ties in ongeveer de huidige staat zal be
waren.
Het gebied is rük aan landschaps- en
natuurschoon en behoort zonder twijfel
tot de mooiste gedeelten van ons land.
De begroeiing Is zeer gevarieerd. Ree
wild komt veel voor, maar ook herten,
damherten en wilde zwijnen behoren tot
de fauna der koninklijke bezittingen.
Het jagen is evenwel slechts voorbehou
den aan leden van het koninkiyk huis
en hun gasten.
Advertentie
flitsen de pijn weg
Het zoeken van straten is in sommi
ge steden een ingewikkelde bezigheid,
omdat de gemeentelijke overheden
daar byzonder karig geweest zjjn met
het aanbrengen van straatnaambord
jes. Bii een kruising is het in vele ge
vallen niet mogelijk om van te voren
al te zien hoe een zijstraat heet. aan
gezien de bordjes geplaatst zijn aan
de kant waar men vandaan komt. Men
is dan verplicht oir langzaam de krui
sing over te steken en achterom te kij
ken, of de gok t.e wagen en de zij
straat in te slaan, om achter de naam
te komen. In vele gemeenten rijdt men
heel wat keren mis, doordat naam
bordjes ontbreken op plaatsen waar
men ze redelijkerwijs verwacht. Afge
zien van het gevaar, dat al die omkij
kende en weifelende weggebruikers
voor het verkeer opleveren, wordt er
veel tijd en moeite mee verspild. In
norm N.E.N. 1771 beveelt daarom het
Nederlands Normalisatie Instituut aan
om op kruisingen "an straten met ver
schillende namen, waar het verkeer in
alle richtingen is toegestaan, op alle
hoeken naambordjes aan te brengen.
Verder acht men het wenselük, dat de
bordjes tegen bestaande bebouwing op
een hoogte van ongeveer twee meter
van de rooilijn zo dicht mogelijk bij
de straathoek worden geplaatst. In
straten met voortuinen komt het nog
al eens voor, dat een bordje in plaats
van tegen de gevel ergens tussen de
heesters verscholen zit. Vooral de
automobilisten hebben ei belang bij.
dat de straatnaambordjes lager ge
plaatst vorden. Tol nu toe zijn zij
verplicht om uit te stappen of zich
in hun wagen in de meest vreemde
bochten te wringen om de namen te
kunnen lezen.
Over de Leesbaarheid van de straat
namen zegt de norm, dat deze niet
door reclame, opschriften of begroei
ing verstoord mag worden. Bovendien
verdient het aanbeveling, dat bordjes
op drukke verkeerswegen alleen de
naam vermelden van de persoon naar
wie ze genoemd zijn en niet of in
kleine lettors (28 mm) - de kwali
teit of de levensloop. Men dringt er
in dc norm op aan de namen zo kort
mogelijk te houden en lange achter
voegsels als Generaal, Professor en
Schout bij Nacht achterwege te la
ten. Het is de vraa< of de gemeenten
het financieel mogelijk achten om
spoedig over te gaan tot uitvoering
van de verbeteringen, die in de norm
worden voorgesteld. Voorlopig zullen
degenen, die een straat of weg zoeken
zich wel met „omkyken" moeten be
helpen.
Naast norm N.E.N. 1771 heeft het
Normalisatie Instituut ook nog een an.
dere uitgegeven n.l. N.E.N. 1773, die
nandelt over de wijze van nummeren
en plaatsen vaf huisnummerbordjes.
In de meeste gemeenten nummert
men dc buizen van uit het Centrum
(stadhuis, markt, station e.d.). Als
een stad een randgemeente annexeert,
doet zich dt moeilijkheid voor, dat de
huisnummers tegengesteld lopen, om
dat beide hun centrum als uitgangs
punt genomen hebben. Ook zitten niet
in alle gemeenten de even en oneven
nummers respectieveiyk aan de rech
ter en linkerkant van-de straat tegen
de gevels. In norm N.E.N. 1773 wordt
voorgesteld >m de huizen te numme
ren van Noord naar Zuid en van West
naar Oost. Voor bestaande gemeen
ten zal dit praktisch wel niet meer
uitvoerbaar zijn, omdat een wijziging
in de nummering van de huizen enorm
veel kosten met zich meebrengt. Af
gezien van de nummerbordjes zouden
alle lefoon-en adresoocken, kaart
systemen e.d. veranderd moeten wor
den. Bij de bouw van nieuwe plaatsen
oijvoorbecld in de N.O. polder of sa
tellietsteden zal men de nieuwe metho
de v el kunnen uitvoeren.
HENGELO, 4 nov. Een 15-jarige
jongen liep vandaag ernstige verwon
dingen aan zün hand op, toen hij bezig
was met het maken van projectielen.
De knaap vulde tien centimeter lange
bulzen met zwavelkali en houtwol. Bij
het dichtslaan van de einden ontplofte
een der projectielen, met het gevolg dat
de jongen aan een der handen zeer ern
stig werd gewond. De knaap is in het
ziekenhuis opgenomen.
DELFT, 5 nov. De restaurateur
van schilderijen de heer A. F. van
Beek te Delft heeft, in opdracht van
de N.V. Amsterdamsc.he Bank, aldaar,
vijf schilderijen met bloemen en vruch-
tenstillevcns, zijnde één groot schoor
steenstuk en vier kleinere deurstukken,
'in restauratie. Deze schilderijen zün af
komstig uit. een der lokalen van het
bankgebouw, een oud patriciërshuis
aan de Oude Delft, dat momenteel
een inwendige verbouwing ondergaat.
Bij het schoonmaken van de schilde
rijen die van het bijkans verteerde lin
nen op panelen worden overgebracht
een werk dat gedeeltelijk al is vol
tooid is de restaurateur gebleken,
dat het schoorsteenstuk en een der klei
nere schilderijen van de hand zijn van
de stillevenschilder uit het begin der
achttiende eeuw Jan van Huvsum, voor
wiens werk tijdens zijn leven ai grote
bedragen werden betaald. Op het deur
stuk is de signatuur van de schilder
duidelijk voor de dag gekomen hij het
schoonmaken, aldus de restaurateur.
De drie andere stukken zijn, volgens
de heer Van Beek, van een zekere Ro-
baert, die een leerling van Van
Huysum was.
m
I"Z rijdag viert de oud-opera-
1/ zanger Jules Moes zijn
tachtigste verjaardag. Na
de oorlog heeft zijn stem nage
noeg niet meer in het openbaar
geklonken. Toch is er een lange
tijd geweest de oudere mu
ziekliefhebbers zullen dit stellig
nog weten dat zijn solistische
prestaties als heldentenor zeer
grote bekendheid genoten. Zijn
kracht lag vooral in de ver
tolking van dramatische par
tijen. Er zijn maar weinig ope
ra's die hij niet heeft gezongen,
vertelde de heer Moes ons tij
dens een gesprek in zijn wo
ning aan de Amsterdamse Ad
miraal de Rufjterweg 264. Om
deze bewering met bewijzen te
staven maakte hij een kast
open, waarin we twee flinke
stapels partituren ontdekten.
„Toen ik nog regelmatig zong
kende ik ze allemaal van buiten.
Ik had een ijzersterk geheugen
en kon bovendien goed muziek
op het eerste gezicht van het
papier af lezen. Dit laatste is
me dikwijls van pas gekomen,
omdat ik ook herhaaldelijk in
geval van. ziekte voor anderen
heb moeten invallen." Tl 1%
De heer Moes. van huis uit JUlCS jVLOCS
Maastrichtenaar, kwam op twintigjarige leeftijd naar de hoofdstad om
zich als leerling aan het Amsterdamse Conservatorium te laten inschrijven.
Door hard werken kon hij de studie aanzienlijk bekortenzodat hij reeds
na drie jaren met succes eindexamen deed. In 1902 debuteerde hij bij het
Amsterdams Lyrisch Toneel, een bekend operagezelschap in die dagen.
Een seizoen heeft hij er gewerkt; toen vertrok hij naar het buitenland.
Zeven jaren lang ivas hij een gevierd zanger in Gent en Antwerpen, zong
enkele seizoenen tal van hoofdrollen in Praag en Wenen en werkte ook
veel in Frankrijk. De eerste wereldoorlog bracht hem en zijn gezin weer
naar Nederland terug. Ijij kreeg o.a. een engagement bij de Coöp. Opera-
veremging onder leiding van Albert van Ra.alte en Lex Poolman en werd
tevens benoemd tot hoofdleraar van het Rotterdamse Conservatorium en
directeur van de daaraan verbonden operaklas. Kort na afloop van de
tweede wereldoorlog trok hij zich terug uit het muziekleven.
De heer Moes bewaart vele prettige herinneringen aan de K.R.O. Goed
beschouwd behoort hij ook tot de werkers van het eerste uur, want direct
na de oprichting werd hij door pastoor Perquin z.g. aangezocht om als
muzikaal leider voor bepaalde programmaonderdelen op treden. Hij was
bijzonder handig in het organiseren van wedstrijden voor dubbelmannen-
kwartetten en gemengde koren. „Het bracht wel ontzettend veel werk met
zich mee, maar als ik dan later de enorme stapels schriftelijke reacties
doornam, schonk me dat veel voldoening." zei hij ons.
Wat hij ook altijd zo heeft geapprecieerd is het feit, dat de muziek
recensenten hem in hun kritieken steeds zeer fijn hebben behandeld Hij
heeft genoeg in hun belangstelling gestaan, maar heeft zich gelukkig nooit
behoeven te beklagen over incorrect optreden.
In maart van dit jaar is de heer Moes enige tijd verpleegd geweest In
het Amsterdamse Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Niemand minder dan de
bisschop van Haarlem, mgr. J. P. Huibers, heeft hem eens een keer aan
zijn ziekbed opgezocht. Het zijn oude vrienden van elkaar, uit de periode
clat Haarlems kerkvoogd nog pastoor was in Amsterdam en beiden werkten
aan de belangen van het parochiële r.-k. zangkoor „Cantemus Domino".
Gelukkig is de heer Moes weer voldoende hersteld om morgen zijn tachtigste
verjaardag in de intieme huiselijke kring te vieren. Hij hoopt, en wij met
hem, dat er nog vele goede jaren zullen volgen.