Geloofsvisie natuur van de mens Voor geen kleintje vervaard gratis®» griep hoort in huis MAANDAG 9 NOVEMBER 1959 Geen aanbeveling herbenoeming van Von Papen Prof. Stolte ridder St.-Gregorius ..i„wenhouder ^J/, tiuwenho^ Centrale van hogere ambtenaren „Onjuist om lijn te volgen van C.A.O.'s bedrijfsleven" Woningsubsidies door ïiiiiiimiiiiiiiiiiii MARGUERITE BOURCET Feestelijk licht... GOUDA kaarsen 1 AMSTERDAM, 9 nov. In een b®" richt over de herbenoeming van Von Papen tot geheim-kamerheer van "e paus. dat wij op 2 november publiceer; den, is beweerd, dat de H. Stoel zich bU haar beslissing zou hebben laten leiden door het aandringen van de bisschop va" Limburg, mgr. dr. Wilhelm Kempf, die de herbenoeming zou hebben aanbevo len Van de rechtskundige adviseur van de bisschop, dr. Kurt Kauffmann ul Wiesbaden, hebben wij vandaag ee brief ontvangen met de mededeling, da' iede re grond voor de beweerde i°' menging van e bisschop ontbreekt. uit werken gaan, dan blijkt toch meest al het gezin weer hét doel te zijn: men wil verdienen om een prettig „home" in te richten, doch identificeert gezins geluk te veel met gezellig samen genie ten. Hier openbaart zich reeds de mate rialistische inslag van de moderne geest. In dit verband citeerde de heer De Goeij het woord van Paul Claudel: .,1e Mariage n'est pas le plaisir mais c'est le sacrifice du plaisir". De automatisering van de produktie zal op den duur afvloeien van arbeids krachten veroorzaken. Dan keert de vrouw terug tot haar gezin en veel meisjes zullen in het huishouden of in vrouwelijke beroepen een plaats vin den. Of er dan weer een gezond ge zinsleven zal opbloeien, hangt sterk af van de vraag of het gezin zich in de voorgaande periode heeft weten te ver zetten tegen de geest van materialisme en genot. Voor wat het gebruik dor technische goederen betreft, wees de heer De Goeij er op, dat het huis nog te veel produkt is van verouderde inzichten, zowel naar ruimtelijke structuur als naar de am bachtelijke vervaardiging. Hier moet op korte termijn baanbrekend werk ver richt worden om de nood van vele ge zinnen te verlichten. Verder zijn de huishoudelijke apparaten meestal niet geschikt voor intensief gebruik door on- deskundigen. Ceen „technische denkwijze" Advertentie De helikopter Sikorsky S-60 is voor geen i minder dan een flinke personenwagen kleintje vervaard. Hier licht hij niets van de grond. Techniek, zo vervolgde dr. ir. De Goeij, is op zichzelf een Godsgave, met eerbied te gebruiken om nader tot God te komen. In het algemeen kan echter overvloed aan technische goederen de mens brengen tot een leven zonder as cese en tot geloof aar een aardse heil staat. De „technische denkwijze", die het gezin binnendringt, maakt de kin derzegen los van de echtelijke liefde; zij heeft geen begrip voor mysterie en sacrament en kent niet meer de betekenis van onthechting, offer en lijden. Daarom ook komt zij in ver zet tegen de traditionele leer van de Kerk over de huwelijksbeleving. Het christendom kan een nieuwe op bloei beleven van een hernieuwde hu welijks- ên gezinsbeleving uit. Een nieu we, sterk theologisch gefundeerde ge- zinsethiek moet daarom gepropageerd worden, in een geest die diametraal staat tegenover de „technische denkwij ze". Dan zal het gezin weer gezien wor den als voortschrijdend in de tijd, als exemplarisch voor het „onderweg zijn"; want het is nooit af, doch werd ge vormd en groeit en wordt geconfron teerd met de grote geheimen van le ven en dood. Als beeld en werking van de Godde lijke Drieëenheid kan het gezin alleen bestaan uit en door de liefde; tegen over de rationele kennis en kunde van het technisch tijdperk zij dan het woord van St. Paulus ook zijn woord: „Al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, maar ik zou de liefde missen, dan ben ik niets". Dr. F. J. A. Huygen liet de belang rijke functie van de huisarts in het ge zin uitkomen, die we] duidelijk in het licht wordt gesteld, als men bedenkt, dat dagelijks 5-7 p"Ocent van de gezin nen de hulp van de huisarts inroept. Hij wees na een uitvoerige schets van de zorg. die de huisarts continu aan het gezin moet bestéden, op het feit, dat zijn opleiding niet is aangepast aan zijn taak in de huidige samenleving. Met name zou de huisarts veel meer moeten en willen leren van de psycholo gische, sociologische en pedagogische aspecten van de problematiek, die hem door de gezinnen wordt voorgelegd. Hij ziet hier een belangrijke taak voor de R.-k. Artsenvereniging weggelegd. Ter Inleiding van het onderwerp van deze jubileumvergadering wees de voor zitter van de R.-k. Artsenvereniging, prof. dr. A. Mertens, erop, dat de ver eniging zich in de jaren van haar be staan telkens weer heeft bezig gehou den met de gezinsproblematiek. De ver schillende door hem met name aange duide medische problemen zijn ten nauw ste verbonden met ethische waarde oordelen. Ongetwijfeld is het nooit de taak van de arts aldus prof. Mer tens te moraliseren, de zedenmees ter te spelen; ieder probleem dient h;j van de medische kant te benaderen. Dit neemt echter niet weg, dat hij de morele opvattingen wel degelijk en zeer goed dient te kennen opdat hij er rekening mee kan houden bij zijn me dische hulp. Ook, en juist op tiet ter rein van de gezinsvorming het krij gen en opvoeden van kinderen is het de taak van de katholieke arts zijn hulpverlening te baseren op juiste prin cipiële inzichten. Het hoofdbestuur der R.-k. Artsen- vereniging meende nu de gezinsproble matiek aan de orde te moeten stellen, omdat het van mening is, dat de art sen hieT momenteel het meest te kort schieten. Immers vele artsen, katho lieke artsen, geven geen of onvoldoende antwoord op de vragen van hun pa tiënten inzake hun huwelijks- en gezins leven, op vragen ten deze waarop al leen de arts hun antwoord kan geven. Een stap in de goede richting meent het hoofdbestuur te zetten door tezamen met het hoofdbestuur der Katholieke Gezinsbeweging een Medisch Gezins instituut op te richten als para-univer sitair instituut by de katholieke univer siteit. De taak van dit instituut zou zijn de bestudering en daarop gebaseerde voor lichting van de biologische en sociaal- medische aspecten van het huweiyks- en gezinsleven, van de „human repro duction"; documentatie op dit terrein; bijscholingscursussen; desgevraagde spe cialistische adviezen. De nog noodzake lijke organisatorische voorbereidingen zullen niet verhinderen, dat reeds bin nenkort iets gedaan kan worden de voorbereidingen hiertoe zijn in volle gang zoals een bijscholingscursus voor huisartsen en een katholiek ge- zinsboek. Prof. dr. L. Stolte hield een inleiding over „Biologische grondslagen van de gezinsvorming in toekomstperspectief" gewetensnood van zoveel gehuwden soms de verwachting koestert, dat de Kerk haar inzichten in deze zal her zien en haar wetten zal verzachten Indien het haar eigen wetten waren, zou zy dit misschien wel doen, zoals zti dat met andere zuiver kerkelijke voorschriften, als vastenwet en nuch terheidsvoorschriften, heeft gedaan. Grenzen van God (Van onze Utrechtse redacteur) UTRECHT, 7 nov, „De christelij ke huwelyksbeleving is een opgave van God zelf. Zij vraagt om een ge lovige benadering en zij zal nooit ver vuld kunnen worden zonder grote of ferbereidheid. zonder zelftucht en zelf beheersing. Maar is het niet de genade van het sacrament, die de liefde en de vreugde van het huweiyk heiligt, maai die ook de bedoeling heeft de gehuwden te sterken in die liefde, waarin zij samen God moeten zoeken, strijdend en bid dend, misschien ook vallend en biddend, maar altijd bereid tot de opdcacht van het Evangelie: „Ga en zondig niet meer." Die opgave is werkelijk niet eenvoudig. Zij is alleen mogeiyk met God. Maar het is een schone taak op dit alles een christelijk-gelovige visie te openen, die leert dat ook moeiten en lasten opgenomen zijn in de liefde en de vreugde die God voor de mens heeft bedoeld. Deze bemoedigende woorden sprak de aartsbisschop, mgr. dr. B. J. Alfrink, aan het einde van zün rede vanmiddag voor de r.-k. Artsenvereniging, waarin hij getuigde van het meeleven der 'rerk met de hu- welpksnood in deze tyd. De „gezinsproblematiek in deze tjjd het onderwerp, dat de r.-k. Artsen vereniging bij de herdenking van haar veertigjarig bestaan ter behan deling stelde is, zo verklaarde mgr. Alfrink, een van de grootste heden daagse noden van de individuele mens. van de samenleving, en van de Kerk. De bewering, dat de Kerk geen an der antwoord zou kennen op de huwe- lijksnood dan de verplichting om zo veel mogelijk kinderen te verwekken liefst nog uit een streven naar macht door het grootste getal be hoeft nauwelijks enige beschouwing. Als het alleen om het getal zou gaan, zou de Kerk misschien nauwelijks eni ge schade lijden, als zij zich zóu aan sluiten bij de huwelijksopvatting van de wereld en helaas andere kerk genootschappen rondom haar. Door haar vasthouden aan de wetten, c.ie zij verkondigt als door God gesteld, verliest zij waarschijnlijk meer aan hangers dan z\j er door wint. Maar haar bekommernis geldt niet het ge tal. De Kerk komt haar gelovigen graag tegemoet, overal waar zy kan. Maar voor grenzen, die God heeft gesteld, kan zij alleen maar eerbiedig haar trouw belijden en beleven. De huwe- lijksnood, die zich speciaal na de tweede wereldoorlog bij ons zo sterk heeft doen voelen, is in andere landen reeds na de eerste wereldoorlog een brandend ziel zorgelijk probleem geworden. De kerk wordt er niet pas in deze laatste jaren mee geconfronteerd. Zij heeft altijd ge meend aan haar traditionele leer vast te moeten -ouden, omdat zij weet hier te raken aan Goddelijke inzettin n, die in de mens zelf verankerd liggen en die zij niet om menselijke gronden zelfs niet uit bekommernis en liefde kan en mag verbasteren. Ook nieuwere op vattingen over de functie van de liefde in het huwelijksleven kunnen niet voor bij gaan aan de consequenties die aan de functie van de voortplanting inhaerent zijn. Zoals bij zovele andere problema- tieken van deze moderne tyd, gaat het ook hier niet om een öfof, maar om een ènèn. Voor een christen houdt iedere liefde op werkelijke liefde te zijn, als daar bij geen rekening wordt gehouden met het eerste van alle geboden: God beminnen. Christus heeft ons wel geleerd dat het tweede gebod van al le geboden, de liefde voor de evenmens, gelijk staat aan het eerste, de liefde tot God. Maar Hij heeft ons nooit gezegd, dat dit tweede gebod voorgaat op het eerste. Dit geldt van alle menselijke lief de, ook van de huwelijksliefde. Dat kan in bepaalde omstandigheden een uiterst zware opgave zijn. En iede re zielzorger weet, dat in deze tijd deze omstandigheden zeer frekwent aanwezig zijn. Dat weet ook Degene, die harten en nieren van iedere mens doorgrondt. Daarom is Hij zoals de Kerk niet ophoudt te ver kondigen altijd bereid om te ver geven en rekening te houden met iedere menselijke zwakheid. Maar Hij vraagt daarbij wel naar de goede wil, naar het oprechte streven de liefde voor de levenspartner eerlijk te verbinden met de liefde tot Hem, die in alle uitingen van het mense lijk leven in liefde onze eerste le venspartner wil zijn en moet zijn. Ziet de Kerk dan niet de nood van de hedendaagse mens? En heeft ze daarop geen ander antwoord dan het vasthouden aan de oude nonnen? Wan neer men zou verwachten dat de Kerk mgr. wenste de zaken onomwonden te noemen coitus interruptus en het gebruik van voorbehoedmiddelen als geoorloofd zal verklaren, dan gelooft de aartsbisschop dat men in de Kerk zal worden teleurgesteld. Deze metho dieken zijn door de constante leer van de universele Kerk zeer duidelijk ver worpen. Mgr. neemt aan dat vak-theo- logen aan de. opvattingen van de Kerk in deze een zodanige theologische ze kerheid toekennen, dat er nauwelijks intrinsieke behoefte is aan een duide lijker uitspraak van het leergezag in de Kerk. Als de Kerk van mening zou zijn, dat zij deze opvattingen zou kun nen veranderen, naargelang hieraan behoefte zou bestaan, zou zij reeds lang in de nood van zeer velen daar toe reden en gelegenheid hebben kun nen vinden. Hef kind weer hef slachfoffer Het buitenshuis werken van de ge huwde vrouw wordt vooral veroor zaakt door de begeerlijkheid van de overvloed aan produkten, waarvan Het sluitstuk was een theologische be schouwing van mgr. drs. H. J. H. M. Fortmann, president van het philoso- phicum „Dijnselburg" te Huis ter Hei de. n.l. over „Het gezin, gezien van de Openbaring uit". Het samenzijn van de mensen met God, zo merkte mgr. Fortmann op, is een integrerend deel van Gods Heils plan. De mens staat door zijn sexuali- teit, zijn genitale sexualiteit, in dienst van Gods heilsplan. De voortplanting van het menselijk geslacht is geen lou ter numerieke aangelegenheid, maar schept nieuwe mogelijkheden binnen het samenzijn met God. Dit wil niet zeggen, dat een zinloze uitbreiding van het menselijk geslacht nodig is of elke geboorteregeling ongeoorloofd is. De mens is geschapen als een wezen in sa menzijn met God, maar deelt dan ook in de vrijheid van God. De tweede func tie van het gezin in Gods heilsplan is bodem van liefde te zijn, wanneer de nieuwe mens wordt ontvangen en kan opgroeien. De liefdesverhouding tussen man en vrouw als zodanig is ook een functie in Gods heilsplan als een beeld van de liefdesgemeenschap die God onder de mensen wil vestigen. Mgr. Fortmann zette dan met grote nadruk uiteen, waarom de Kerk haar verbod tot het gebruik van anti-con- ceptionele middelen niet kan laten va ren Het is een kerkelijk oordeel over een Goddelijke Wet. Wanneer men vraagt of het een definitieve onfeilbare uitspraak van de Kerk is. kan mgr. Fortmann slechts één antwoord geven, n 1. dat het een definitieve bindende on feilbare uitspraak van het kerkelpk gezag is. Deze afwijzing heeft geen aar zelen gekend en is uitdrukking van de wet van de natuur en van God. Het we reldepiscopaat met als centrum de bis schop van Rome heeft unaniem en zon der meer net gebruik van anti-concep- tionele middelen in strijd met Gods wet afgewezen. Het is een onfeilbare ge loofsvisie op wat in de natuur van de mens is gelegd. Vraagt men om een uitspraak va.i een algemeen concilie, dan zou deze afwijzing slechts meer plechtig maar niet minder bindend ge schieden. De hele sexuele moraal van de Kerk zou bij intrekking van het ver bod op losse schroeven komen te staan. De pastorale zorg zal Gods bedoe ling ten aanzien van het gezin wel op aangepaste wijze moeten verkondi gen, met mildheid en geduld. Pasto raal zal men ook soepel moeten zijn om onderscheid te maken tussen hen. die willen, maar niet kunnen en hen, die uit een materialistische instelling niet willen. Het is mgr. Fortmann wel opgeval len. dat men nog zo weinig komt tot ge bruik van geneeskundige preparaten ter selectieve onderdrukking van de libi do Hij kan moeilijk veronderstellen, dat er op dit terrein niet aan research gedaan wordt of men hier met een uto pie heelt te doen. Mgr. Fortmann vroeg zie, af of er voor de medische weten schap in deze richting niet een belang rijke mogelijkheid ligt om in moeilijke gevallen hulp te bieden. Bij de gedachtenwisseling bleken niet allen het met de aanbeveling van me dische preparaten als door mgr. Fort mann bedoeld, eens te zijn. Er klonk zelfs de opmerking: „pharmacologische echtscheiding". Mgr. Fortmann was het eens met de opvatting, dat de psychische gesteld heid hier het alles bepalende is Hij gaat er ook van uit, dat er redenen moeten zijn om grenzen aan de gezinsvermeer dering te stellen, dat het echtpaar de intentie moet hebben zijn huwelijk goed te beleven. Verder betoogde mgr. Fort mann nog, dat de huwelijksnood vooral ontstaan is door cultuur-omstandighe den, waardoor de Kerk het nodig acht telkens op haar beginselen terug te ko men. Wel is er een andere pastorale houding aan het groeien. Advertentie Deze geldt de mens, die zij krach tens goddelijke opdracht langs de we gen die God heeft afgebakend moet voeren naar zijn waarachtig levens geluk, dat alleen te vinden is bij God. Het is heel begrijpelijk, dat men in zo grote en echte bekommernis om de ör, 500 g«m^ ir de vdkkels vc sprookje5" borduurkaartjes Advertentie UTRECHT, 7 nov. In Utrecht is vandaag de vergadering gehouden van de verenigingsraad van de centrale van hogere ambtenaren. Het grootste deel van de besprekingen was gewijd aan de pas verschenen me morie van antwoord op de rijksbegro ting 1960 en de belangen van het over heidspersoneel. Verschillende leden zeiden, de indruk te hebben dat het ge organiseerd overleg de laatste tijd, dank zij de invloed van de minister van Binnenlandse Zaken, een verbetering ondergaat. Daartegenover staat echter» volgens hen, dat de herziening van ver schillende rechtspositieregelingen en enkele salarisregelingen nog steeds op zich laten wachten. Met betrekking tot de verwachte sa larisverhoging voor het overheidsper soneel werd opgemerkt, dat het onjuist is om voor de hogere ambtenaren de lijn te volgen van de collectieve arbeids overeenkomsten in het bedrijfsleven. Tegen de gepremieerde spaarregeling uitte men het bezwaar, dat deze voor de salarissen boven ƒ7000- een lagere pre mie kent dan voor die daaronder. DEN HAAG, 9 nov. De voornaam ste bezwaren tegen de nieuwe regeling voor de subsidiëring van de woningbouw zijn afkomstig van de gehele Kamer commissie van Volkshuisvesting. Door het wegvallen van een regel wordt echter in het bericht over het Kamer verslag (in onze krant van zaterdag) een geheel andere indruk gewekt. Slechts de later vermelde vragen wor den niet door de gehele commissie maar door „een of meer leden" gesteld. berokkend. Bij nader onderzoek blijkt de hertog van Alengon een gevoeliger mens te zijn geweest dan degenen die met hem in contact kwamen zich konden indenken, om de tuin geleid als zij werden door zijn gelijkmoedig en beheerst voorkomen. Nemen we bijvoorbeeld zijn meermalen herschreven testament, waarin hij telkens opnieuw vraagt, dat men zijn lichaam pas in de kist zal sluiten na absolute zeker heid omtrent zijn dood verkregen te hebben. De her tog zelf heeft deze wtoorden onderstreept. De angst levend begraven tè worden is mèt het ge vaar voor besmetting, het grootste spookbeeld van nerveuze naturen. Deze zinsnede uit zijn testament zegt genoeg. Een man met een onbewogen gemoeds leven zou aan een dergelijke mogelijkheid niet eens gedacht, laat staan er verschillende keren uitdruk king aan gegeven hebben. Maar in zijn gewone leven had de hertog van Alengon nauwelijks tijd om met zijn zenuwen rekening te houden. Hij moest zich integendeel doorlopend inspannen om een kalme indruk te maken op zijn overgevoelige vrouw en haar een gemoedsrust voor te wenden die hij diep in zijn binnenste lang niet altijd bezeten heeft. Zelfs nu Sofie Charlotte goeddeels van haar angsten genezen was, bleef hij zich instinctief zorgen maken over haar gezondheid. Als zij op haar werk kamer gebogen zat over haar corréspondentie, kon hij niet nalaten de deur op een kier te openen en baar gade te slaan, want hij wist, dat zij, aan zich zelf overgelaten, haar krachten te buiten zou gaan. „Alweer brieven? Altijd maar brieven! Maak je toch niet zo moe, Sofie!" Met het kleine handgebaar en de leuke stembuiging die hem zo vertrouwd wa ren, wees zij hem terug. ,,Daag! Laat me even met rust! Je houdt me van het werk." Gehoorzaam ging hij weg om een kwartier later terug te komen. Nog meer zorgen baarde hem haar armenbezoek. Als zij van haar dagelijkse tocht thuiskwam, stond alle ellende die zij onderweg had ontmoet, op haar vermoeid gezicht te lezen. „Ik smeek je, Sofie, ontzie jezelf toch een beetje. Je houdt dat zo niet vol!" Eén keer per week bezocht zij het ziekenhuis „Perpétuel Secours". Tegen de tijd dat zij terug kon komen, stelde hij zich op achter de deur om haar te verras sen en haar meteen in een aangenamer stemming te verplaatsen. „Hij is altijd een uiterst hartelijke man geweest," schreef pater Stanislas, die de hertog van Alengon ongetwijfeld het beste heeft gekend. „Gedurende heel het leven van de hertogin van Alengon heeft hij haar met voorkomendheden en de tederste attenties om ringd." Het was al weer drie jaar geleden, dat zij hun zilveren bruiloft hadden gevierd. Zij droeg geen sieraden meer, maar zij had goed gevonden, dat hij haar bij gelegenheid van dat feest naast haar gouden trouwring een ring van oud zil ver aan de vinger schoof, waardevol voor haar als herinnering aan het feest en als nieuw blijk van haar mans genegenheid. Zij waren dus nu achtentwintig jaar getrouwd. Zij bereikten de leeftijd waarop meer dan eén huwe lijk door wederzijdse afkeer te niet gaat, omdat de verrukking van het samenleven onverstandig is verkwist. Hun liefde, waarvan zij een christelijk gebruik hadden gemaakt, zou geen verzadiging ken nen. Tot op de dag dat hun gemeenschappelijk leven verbroken werd, hadden zij haar weten te bewaren in do frisheid en het vuur van vroeger. „Wees gezegend, mijn welbeminde Sofie, voor al hel geluk dat je gegeven hebt Opgehouden door talrijke plichten verlieten zij Parijs die zomer tamelijk laat. Bijna ieder jaar hielden zij een paar dagen vrij om zich te Lourdes aan de liefdedienst van de zieken te wijden. Tegelijkertijd haalden zij in het naburige Tarbes de banden van hun meer dan twintig jaar oude vriendschap met de zusters van de Carmel weer wat strakker aan. „Ik mean te mogen zeggen, dat ik nu geheel en ai aan God toebehoorvertrouwde Sofie Charlot te bij haar laatste bezoek de Zusters toe. Tenslotte vertrokken zij naar Mentelberg. „Mentelberg" Foto's tonen ons een klein kasteel, gerestaureerd in renaissancestijl, gelegen halverwege een met dennen begroeide helling boven het dal van de Inn. Tussen het slot en de bijbehorende kapel ligt een door oude lindebomen overschaduwd terras, dat een prachtig uitzicht biedt op de omgeving. Aan de overkant van het dal ziet men het getande profiel van een bergrug, die de einder afsluit. (Wordt vervolgd). Eerbiedige geloofshouding Er is alle reden zich te bezinnen op de natuurlijke giondslagen van deze kerkelijke leer en ze te confronteren met de moderne visie op de mens en zijn huwelijkssamenleving; de tegen woordige tijd benadert deze zaken nu eenmaal anders dan vroeger. Maar vóór alles zal gevraagd moeten wor den. dat men ze in die eerbiedige ge loofshouding benadert, die de gelovige mens past en niet alleen past, maar die door het geloof wordt geëist ten opzichte van alle zaken, waarover de Kerk zich zo duidelijk heeft uitgespro ken. Mgr. Alfrink waarschuwde er voor een discussie over deze materie niet al te vroeg voor het forum van de publie ke belangstelling te brengen om de verwarring niet te vergroten. Maar als de Kerk zo blijft vast houden, moet blijven vasthouden zo vervolgde de aartsbisschop aan haar visie op deze zaken, mag dan Na haar vermoeiende dagtaak bracht de avond baai' de enige ontspanning die zij zich gunde: hel gezellig samenzijn onder de met kant versierde lampekap in hun kleine salon, altijd rijkelijk voor zien van bloemen bij voorkeur theerozen of Par mezaanse viooltjes en waar elke bijzonderheid de verfijnde levensgewoonten van de bewoners ver ried Dichters en geschiedschrijvers in alle talen droegen bij tot hun ontspanning. Of zij zette zich aan de piano. Of zij noteerde aan haar schrijftafel in haar vloeiend schrift een overpeinzing of een droom. En Ponto, de geliefkoosde hond, kwam haai een streling afbedelen. Sofie Charlotte vermaakte zich met het zwarte, krulharige, maar vreselijk verwende dier als een kind met een stuk speelgoed en zij vond het de mooiste hond van de wereld. „U hebt mijn zuster d'Alengon gezien?" vroeg Elisabeth in een brief. „Dan hoop ik maar, dat u ook haar hond hebt opgemerkt. En wie van de twee leek u nu het aardigst? Zij zou het u niet vergeven, als u geen toespeling op de schoonheid van haar hond had gemaakt!" De hertog van Alen*on was in dat jaar juist vijftig geworden. Zijn blonde baard kreeg een grijze tint en naarmate hij ouder werd, nam zijn treffende gelijkenis met zijn voorzaat Henri IV steeds toe. Maar hij had een peinzende blik en uit zijn blauwe ogen straalde een licht, dat de ander nooit had gekend. Ook zijn levensweg was allerminst een geëffend pad geweest. Zowel gebeurtenissen van uiterlijke aard als inwendige strijd hadden hem Advertentie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 4