Geloofsvisie
natuur van de mens
Voor geen kleintje vervaard
gratis®»
griep
hoort in huis
MAANDAG 9 NOVEMBER 1959
Geen aanbeveling
herbenoeming van
Von Papen
Prof. Stolte ridder
St.-Gregorius
..i„wenhouder ^J/,
tiuwenho^
Centrale van hogere
ambtenaren
„Onjuist om lijn te volgen
van C.A.O.'s bedrijfsleven"
Woningsubsidies
door
ïiiiiiimiiiiiiiiiiii MARGUERITE BOURCET
Feestelijk licht... GOUDA kaarsen 1
AMSTERDAM, 9 nov. In een b®"
richt over de herbenoeming van Von
Papen tot geheim-kamerheer van "e
paus. dat wij op 2 november publiceer;
den, is beweerd, dat de H. Stoel zich bU
haar beslissing zou hebben laten leiden
door het aandringen van de bisschop va"
Limburg, mgr. dr. Wilhelm Kempf, die
de herbenoeming zou hebben aanbevo
len Van de rechtskundige adviseur van
de bisschop, dr. Kurt Kauffmann ul
Wiesbaden, hebben wij vandaag ee
brief ontvangen met de mededeling, da'
iede re grond voor de beweerde i°'
menging van e bisschop ontbreekt.
uit werken gaan, dan blijkt toch meest
al het gezin weer hét doel te zijn: men
wil verdienen om een prettig „home"
in te richten, doch identificeert gezins
geluk te veel met gezellig samen genie
ten. Hier openbaart zich reeds de mate
rialistische inslag van de moderne
geest. In dit verband citeerde de heer
De Goeij het woord van Paul Claudel:
.,1e Mariage n'est pas le plaisir mais
c'est le sacrifice du plaisir".
De automatisering van de produktie
zal op den duur afvloeien van arbeids
krachten veroorzaken. Dan keert de
vrouw terug tot haar gezin en veel
meisjes zullen in het huishouden of in
vrouwelijke beroepen een plaats vin
den. Of er dan weer een gezond ge
zinsleven zal opbloeien, hangt sterk af
van de vraag of het gezin zich in de
voorgaande periode heeft weten te ver
zetten tegen de geest van materialisme
en genot.
Voor wat het gebruik dor technische
goederen betreft, wees de heer De Goeij
er op, dat het huis nog te veel produkt
is van verouderde inzichten, zowel naar
ruimtelijke structuur als naar de am
bachtelijke vervaardiging. Hier moet
op korte termijn baanbrekend werk ver
richt worden om de nood van vele ge
zinnen te verlichten. Verder zijn de
huishoudelijke apparaten meestal niet
geschikt voor intensief gebruik door on-
deskundigen.
Ceen „technische denkwijze"
Advertentie
De helikopter Sikorsky S-60 is voor geen i minder dan een flinke personenwagen
kleintje vervaard. Hier licht hij niets van de grond.
Techniek, zo vervolgde dr. ir. De
Goeij, is op zichzelf een Godsgave, met
eerbied te gebruiken om nader tot God
te komen. In het algemeen kan echter
overvloed aan technische goederen de
mens brengen tot een leven zonder as
cese en tot geloof aar een aardse heil
staat.
De „technische denkwijze", die het
gezin binnendringt, maakt de kin
derzegen los van de echtelijke liefde;
zij heeft geen begrip voor mysterie
en sacrament en kent niet meer de
betekenis van onthechting, offer en
lijden. Daarom ook komt zij in ver
zet tegen de traditionele leer van de
Kerk over de huwelijksbeleving.
Het christendom kan een nieuwe op
bloei beleven van een hernieuwde hu
welijks- ên gezinsbeleving uit. Een nieu
we, sterk theologisch gefundeerde ge-
zinsethiek moet daarom gepropageerd
worden, in een geest die diametraal
staat tegenover de „technische denkwij
ze". Dan zal het gezin weer gezien wor
den als voortschrijdend in de tijd, als
exemplarisch voor het „onderweg zijn";
want het is nooit af, doch werd ge
vormd en groeit en wordt geconfron
teerd met de grote geheimen van le
ven en dood.
Als beeld en werking van de Godde
lijke Drieëenheid kan het gezin alleen
bestaan uit en door de liefde; tegen
over de rationele kennis en kunde van
het technisch tijdperk zij dan het woord
van St. Paulus ook zijn woord: „Al ken
ik alle geheimen en alle wetenschap,
maar ik zou de liefde missen, dan ben
ik niets".
Dr. F. J. A. Huygen liet de belang
rijke functie van de huisarts in het ge
zin uitkomen, die we] duidelijk in het
licht wordt gesteld, als men bedenkt,
dat dagelijks 5-7 p"Ocent van de gezin
nen de hulp van de huisarts inroept.
Hij wees na een uitvoerige schets van
de zorg. die de huisarts continu aan
het gezin moet bestéden, op het feit,
dat zijn opleiding niet is aangepast aan
zijn taak in de huidige samenleving.
Met name zou de huisarts veel meer
moeten en willen leren van de psycholo
gische, sociologische en pedagogische
aspecten van de problematiek, die hem
door de gezinnen wordt voorgelegd.
Hij ziet hier een belangrijke taak voor
de R.-k. Artsenvereniging weggelegd.
Ter Inleiding van het onderwerp van
deze jubileumvergadering wees de voor
zitter van de R.-k. Artsenvereniging,
prof. dr. A. Mertens, erop, dat de ver
eniging zich in de jaren van haar be
staan telkens weer heeft bezig gehou
den met de gezinsproblematiek. De ver
schillende door hem met name aange
duide medische problemen zijn ten nauw
ste verbonden met ethische waarde
oordelen. Ongetwijfeld is het nooit de
taak van de arts aldus prof. Mer
tens te moraliseren, de zedenmees
ter te spelen; ieder probleem dient h;j
van de medische kant te benaderen.
Dit neemt echter niet weg, dat hij de
morele opvattingen wel degelijk en
zeer goed dient te kennen opdat hij er
rekening mee kan houden bij zijn me
dische hulp. Ook, en juist op tiet ter
rein van de gezinsvorming het krij
gen en opvoeden van kinderen is het
de taak van de katholieke arts zijn
hulpverlening te baseren op juiste prin
cipiële inzichten.
Het hoofdbestuur der R.-k. Artsen-
vereniging meende nu de gezinsproble
matiek aan de orde te moeten stellen,
omdat het van mening is, dat de art
sen hieT momenteel het meest te kort
schieten. Immers vele artsen, katho
lieke artsen, geven geen of onvoldoende
antwoord op de vragen van hun pa
tiënten inzake hun huwelijks- en gezins
leven, op vragen ten deze waarop al
leen de arts hun antwoord kan geven.
Een stap in de goede richting meent
het hoofdbestuur te zetten door tezamen
met het hoofdbestuur der Katholieke
Gezinsbeweging een Medisch Gezins
instituut op te richten als para-univer
sitair instituut by de katholieke univer
siteit.
De taak van dit instituut zou zijn de
bestudering en daarop gebaseerde voor
lichting van de biologische en sociaal-
medische aspecten van het huweiyks-
en gezinsleven, van de „human repro
duction"; documentatie op dit terrein;
bijscholingscursussen; desgevraagde spe
cialistische adviezen. De nog noodzake
lijke organisatorische voorbereidingen
zullen niet verhinderen, dat reeds bin
nenkort iets gedaan kan worden de
voorbereidingen hiertoe zijn in volle
gang zoals een bijscholingscursus
voor huisartsen en een katholiek ge-
zinsboek.
Prof. dr. L. Stolte hield een inleiding
over „Biologische grondslagen van de
gezinsvorming in toekomstperspectief"
gewetensnood van zoveel gehuwden
soms de verwachting koestert, dat de
Kerk haar inzichten in deze zal her
zien en haar wetten zal verzachten
Indien het haar eigen wetten waren,
zou zy dit misschien wel doen, zoals
zti dat met andere zuiver kerkelijke
voorschriften, als vastenwet en nuch
terheidsvoorschriften, heeft gedaan.
Grenzen van God
(Van onze Utrechtse redacteur)
UTRECHT, 7 nov, „De christelij
ke huwelyksbeleving is een opgave
van God zelf. Zij vraagt om een ge
lovige benadering en zij zal nooit ver
vuld kunnen worden zonder grote of
ferbereidheid. zonder zelftucht en zelf
beheersing.
Maar is het niet de genade van het
sacrament, die de liefde en de vreugde
van het huweiyk heiligt, maai die ook
de bedoeling heeft de gehuwden te
sterken in die liefde, waarin zij samen
God moeten zoeken, strijdend en bid
dend, misschien ook vallend en biddend,
maar altijd bereid tot de opdcacht van
het Evangelie: „Ga en zondig niet
meer." Die opgave is werkelijk niet
eenvoudig. Zij is alleen mogeiyk met
God. Maar het is een schone taak op
dit alles een christelijk-gelovige visie
te openen, die leert dat ook moeiten
en lasten opgenomen zijn in de liefde
en de vreugde die God voor de mens
heeft bedoeld. Deze bemoedigende
woorden sprak de aartsbisschop, mgr.
dr. B. J. Alfrink, aan het einde van
zün rede vanmiddag voor de r.-k.
Artsenvereniging, waarin hij getuigde
van het meeleven der 'rerk met de hu-
welpksnood in deze tyd.
De „gezinsproblematiek in deze tjjd
het onderwerp, dat de r.-k. Artsen
vereniging bij de herdenking van
haar veertigjarig bestaan ter behan
deling stelde is, zo verklaarde mgr.
Alfrink, een van de grootste heden
daagse noden van de individuele mens.
van de samenleving, en van de Kerk.
De bewering, dat de Kerk geen an
der antwoord zou kennen op de huwe-
lijksnood dan de verplichting om zo
veel mogelijk kinderen te verwekken
liefst nog uit een streven naar
macht door het grootste getal be
hoeft nauwelijks enige beschouwing.
Als het alleen om het getal zou gaan,
zou de Kerk misschien nauwelijks eni
ge schade lijden, als zij zich zóu aan
sluiten bij de huwelijksopvatting van
de wereld en helaas andere kerk
genootschappen rondom haar. Door
haar vasthouden aan de wetten, c.ie
zij verkondigt als door God gesteld,
verliest zij waarschijnlijk meer aan
hangers dan z\j er door wint. Maar
haar bekommernis geldt niet het ge
tal.
De Kerk komt haar gelovigen graag
tegemoet, overal waar zy kan. Maar
voor grenzen, die God heeft gesteld,
kan zij alleen maar eerbiedig haar
trouw belijden en beleven. De huwe-
lijksnood, die zich speciaal na de tweede
wereldoorlog bij ons zo sterk heeft doen
voelen, is in andere landen reeds na de
eerste wereldoorlog een brandend ziel
zorgelijk probleem geworden. De kerk
wordt er niet pas in deze laatste jaren
mee geconfronteerd. Zij heeft altijd ge
meend aan haar traditionele leer vast
te moeten -ouden, omdat zij weet hier
te raken aan Goddelijke inzettin n, die
in de mens zelf verankerd liggen en die
zij niet om menselijke gronden zelfs
niet uit bekommernis en liefde kan
en mag verbasteren. Ook nieuwere op
vattingen over de functie van de liefde
in het huwelijksleven kunnen niet voor
bij gaan aan de consequenties die aan de
functie van de voortplanting inhaerent
zijn. Zoals bij zovele andere problema-
tieken van deze moderne tyd, gaat het
ook hier niet om een öfof, maar om een
ènèn.
Voor een christen houdt iedere liefde
op werkelijke liefde te zijn, als daar
bij geen rekening wordt gehouden
met het eerste van alle geboden:
God beminnen. Christus heeft ons wel
geleerd dat het tweede gebod van al
le geboden, de liefde voor de
evenmens, gelijk staat aan het eerste, de
liefde tot God. Maar Hij heeft ons nooit
gezegd, dat dit tweede gebod voorgaat
op het eerste.
Dit geldt van alle menselijke lief
de, ook van de huwelijksliefde. Dat
kan in bepaalde omstandigheden een
uiterst zware opgave zijn. En iede
re zielzorger weet, dat in deze tijd
deze omstandigheden zeer frekwent
aanwezig zijn. Dat weet ook Degene,
die harten en nieren van iedere
mens doorgrondt. Daarom is Hij
zoals de Kerk niet ophoudt te ver
kondigen altijd bereid om te ver
geven en rekening te houden met
iedere menselijke zwakheid. Maar
Hij vraagt daarbij wel naar de goede
wil, naar het oprechte streven de
liefde voor de levenspartner eerlijk
te verbinden met de liefde tot Hem,
die in alle uitingen van het mense
lijk leven in liefde onze eerste le
venspartner wil zijn en moet zijn.
Ziet de Kerk dan niet de nood van
de hedendaagse mens? En heeft ze
daarop geen ander antwoord dan het
vasthouden aan de oude nonnen? Wan
neer men zou verwachten dat de Kerk
mgr. wenste de zaken onomwonden
te noemen coitus interruptus en het
gebruik van voorbehoedmiddelen als
geoorloofd zal verklaren, dan gelooft
de aartsbisschop dat men in de Kerk
zal worden teleurgesteld. Deze metho
dieken zijn door de constante leer van
de universele Kerk zeer duidelijk ver
worpen. Mgr. neemt aan dat vak-theo-
logen aan de. opvattingen van de Kerk
in deze een zodanige theologische ze
kerheid toekennen, dat er nauwelijks
intrinsieke behoefte is aan een duide
lijker uitspraak van het leergezag in
de Kerk. Als de Kerk van mening zou
zijn, dat zij deze opvattingen zou kun
nen veranderen, naargelang hieraan
behoefte zou bestaan, zou zij reeds
lang in de nood van zeer velen daar
toe reden en gelegenheid hebben kun
nen vinden.
Hef kind weer hef slachfoffer
Het buitenshuis werken van de ge
huwde vrouw wordt vooral veroor
zaakt door de begeerlijkheid van de
overvloed aan produkten, waarvan
Het sluitstuk was een theologische be
schouwing van mgr. drs. H. J. H. M.
Fortmann, president van het philoso-
phicum „Dijnselburg" te Huis ter Hei
de. n.l. over „Het gezin, gezien van de
Openbaring uit".
Het samenzijn van de mensen met
God, zo merkte mgr. Fortmann op, is
een integrerend deel van Gods Heils
plan. De mens staat door zijn sexuali-
teit, zijn genitale sexualiteit, in dienst
van Gods heilsplan. De voortplanting
van het menselijk geslacht is geen lou
ter numerieke aangelegenheid, maar
schept nieuwe mogelijkheden binnen
het samenzijn met God. Dit wil niet
zeggen, dat een zinloze uitbreiding van
het menselijk geslacht nodig is of elke
geboorteregeling ongeoorloofd is. De
mens is geschapen als een wezen in sa
menzijn met God, maar deelt dan ook
in de vrijheid van God. De tweede func
tie van het gezin in Gods heilsplan is
bodem van liefde te zijn, wanneer de
nieuwe mens wordt ontvangen en kan
opgroeien.
De liefdesverhouding tussen man en
vrouw als zodanig is ook een functie
in Gods heilsplan als een beeld van de
liefdesgemeenschap die God onder de
mensen wil vestigen.
Mgr. Fortmann zette dan met grote
nadruk uiteen, waarom de Kerk haar
verbod tot het gebruik van anti-con-
ceptionele middelen niet kan laten va
ren Het is een kerkelijk oordeel over
een Goddelijke Wet. Wanneer men
vraagt of het een definitieve onfeilbare
uitspraak van de Kerk is. kan mgr.
Fortmann slechts één antwoord geven,
n 1. dat het een definitieve bindende on
feilbare uitspraak van het kerkelpk
gezag is. Deze afwijzing heeft geen aar
zelen gekend en is uitdrukking van de
wet van de natuur en van God. Het we
reldepiscopaat met als centrum de bis
schop van Rome heeft unaniem en zon
der meer net gebruik van anti-concep-
tionele middelen in strijd met Gods wet
afgewezen. Het is een onfeilbare ge
loofsvisie op wat in de natuur van de
mens is gelegd. Vraagt men om een
uitspraak va.i een algemeen concilie,
dan zou deze afwijzing slechts meer
plechtig maar niet minder bindend ge
schieden. De hele sexuele moraal van
de Kerk zou bij intrekking van het ver
bod op losse schroeven komen te staan.
De pastorale zorg zal Gods bedoe
ling ten aanzien van het gezin wel op
aangepaste wijze moeten verkondi
gen, met mildheid en geduld. Pasto
raal zal men ook soepel moeten zijn
om onderscheid te maken tussen hen.
die willen, maar niet kunnen en hen,
die uit een materialistische instelling
niet willen.
Het is mgr. Fortmann wel opgeval
len. dat men nog zo weinig komt tot ge
bruik van geneeskundige preparaten ter
selectieve onderdrukking van de libi
do Hij kan moeilijk veronderstellen,
dat er op dit terrein niet aan research
gedaan wordt of men hier met een uto
pie heelt te doen. Mgr. Fortmann vroeg
zie, af of er voor de medische weten
schap in deze richting niet een belang
rijke mogelijkheid ligt om in moeilijke
gevallen hulp te bieden.
Bij de gedachtenwisseling bleken niet
allen het met de aanbeveling van me
dische preparaten als door mgr. Fort
mann bedoeld, eens te zijn. Er klonk
zelfs de opmerking: „pharmacologische
echtscheiding".
Mgr. Fortmann was het eens met de
opvatting, dat de psychische gesteld
heid hier het alles bepalende is Hij gaat
er ook van uit, dat er redenen moeten
zijn om grenzen aan de gezinsvermeer
dering te stellen, dat het echtpaar de
intentie moet hebben zijn huwelijk goed
te beleven. Verder betoogde mgr. Fort
mann nog, dat de huwelijksnood vooral
ontstaan is door cultuur-omstandighe
den, waardoor de Kerk het nodig acht
telkens op haar beginselen terug te ko
men. Wel is er een andere pastorale
houding aan het groeien.
Advertentie
Deze geldt de mens, die zij krach
tens goddelijke opdracht langs de we
gen die God heeft afgebakend moet
voeren naar zijn waarachtig levens
geluk, dat alleen te vinden is bij God.
Het is heel begrijpelijk, dat men in
zo grote en echte bekommernis om de
ör, 500 g«m^
ir de vdkkels vc
sprookje5"
borduurkaartjes
Advertentie
UTRECHT, 7 nov. In Utrecht is
vandaag de vergadering gehouden van
de verenigingsraad van de centrale van
hogere ambtenaren.
Het grootste deel van de besprekingen
was gewijd aan de pas verschenen me
morie van antwoord op de rijksbegro
ting 1960 en de belangen van het over
heidspersoneel. Verschillende leden
zeiden, de indruk te hebben dat het ge
organiseerd overleg de laatste tijd, dank
zij de invloed van de minister van
Binnenlandse Zaken, een verbetering
ondergaat. Daartegenover staat echter»
volgens hen, dat de herziening van ver
schillende rechtspositieregelingen en
enkele salarisregelingen nog steeds op
zich laten wachten.
Met betrekking tot de verwachte sa
larisverhoging voor het overheidsper
soneel werd opgemerkt, dat het onjuist
is om voor de hogere ambtenaren de
lijn te volgen van de collectieve arbeids
overeenkomsten in het bedrijfsleven.
Tegen de gepremieerde spaarregeling
uitte men het bezwaar, dat deze voor de
salarissen boven ƒ7000- een lagere pre
mie kent dan voor die daaronder.
DEN HAAG, 9 nov. De voornaam
ste bezwaren tegen de nieuwe regeling
voor de subsidiëring van de woningbouw
zijn afkomstig van de gehele Kamer
commissie van Volkshuisvesting. Door
het wegvallen van een regel wordt
echter in het bericht over het Kamer
verslag (in onze krant van zaterdag)
een geheel andere indruk gewekt.
Slechts de later vermelde vragen wor
den niet door de gehele commissie maar
door „een of meer leden" gesteld.
berokkend. Bij nader onderzoek blijkt de hertog
van Alengon een gevoeliger mens te zijn geweest dan
degenen die met hem in contact kwamen zich konden
indenken, om de tuin geleid als zij werden door zijn
gelijkmoedig en beheerst voorkomen. Nemen we
bijvoorbeeld zijn meermalen herschreven testament,
waarin hij telkens opnieuw vraagt, dat men zijn
lichaam pas in de kist zal sluiten na absolute zeker
heid omtrent zijn dood verkregen te hebben. De her
tog zelf heeft deze wtoorden onderstreept. De
angst levend begraven tè worden is mèt het ge
vaar voor besmetting, het grootste spookbeeld van
nerveuze naturen. Deze zinsnede uit zijn testament
zegt genoeg. Een man met een onbewogen gemoeds
leven zou aan een dergelijke mogelijkheid niet eens
gedacht, laat staan er verschillende keren uitdruk
king aan gegeven hebben. Maar in zijn gewone leven
had de hertog van Alengon nauwelijks tijd om met
zijn zenuwen rekening te houden. Hij moest zich
integendeel doorlopend inspannen om een kalme
indruk te maken op zijn overgevoelige vrouw en
haar een gemoedsrust voor te wenden die hij diep
in zijn binnenste lang niet altijd bezeten heeft.
Zelfs nu Sofie Charlotte goeddeels van haar angsten
genezen was, bleef hij zich instinctief zorgen
maken over haar gezondheid. Als zij op haar werk
kamer gebogen zat over haar corréspondentie, kon
hij niet nalaten de deur op een kier te openen en
baar gade te slaan, want hij wist, dat zij, aan zich
zelf overgelaten, haar krachten te buiten zou gaan.
„Alweer brieven? Altijd maar brieven! Maak je
toch niet zo moe, Sofie!" Met het kleine handgebaar
en de leuke stembuiging die hem zo vertrouwd wa
ren, wees zij hem terug. ,,Daag! Laat me even
met rust! Je houdt me van het werk." Gehoorzaam
ging hij weg om een kwartier later terug te
komen.
Nog meer zorgen baarde hem haar armenbezoek.
Als zij van haar dagelijkse tocht thuiskwam, stond
alle ellende die zij onderweg had ontmoet, op haar
vermoeid gezicht te lezen. „Ik smeek je, Sofie, ontzie
jezelf toch een beetje. Je houdt dat zo niet vol!" Eén
keer per week bezocht zij het ziekenhuis „Perpétuel
Secours". Tegen de tijd dat zij terug kon komen,
stelde hij zich op achter de deur om haar te verras
sen en haar meteen in een aangenamer stemming te
verplaatsen.
„Hij is altijd een uiterst hartelijke man geweest,"
schreef pater Stanislas, die de hertog van Alengon
ongetwijfeld het beste heeft gekend. „Gedurende heel
het leven van de hertogin van Alengon heeft hij haar
met voorkomendheden en de tederste attenties om
ringd."
Het was al weer drie jaar geleden, dat zij hun
zilveren bruiloft hadden gevierd.
Zij droeg geen sieraden meer, maar zij had goed
gevonden, dat hij haar bij gelegenheid van dat feest
naast haar gouden trouwring een ring van oud zil
ver aan de vinger schoof, waardevol voor haar als
herinnering aan het feest en als nieuw blijk van
haar mans genegenheid.
Zij waren dus nu achtentwintig jaar getrouwd.
Zij bereikten de leeftijd waarop meer dan eén huwe
lijk door wederzijdse afkeer te niet gaat, omdat
de verrukking van het samenleven onverstandig is
verkwist. Hun liefde, waarvan zij een christelijk
gebruik hadden gemaakt, zou geen verzadiging ken
nen. Tot op de dag dat hun gemeenschappelijk leven
verbroken werd, hadden zij haar weten te bewaren
in do frisheid en het vuur van vroeger.
„Wees gezegend, mijn welbeminde Sofie, voor al
hel geluk dat je gegeven hebt
Opgehouden door talrijke plichten verlieten zij
Parijs die zomer tamelijk laat.
Bijna ieder jaar hielden zij een paar dagen vrij om
zich te Lourdes aan de liefdedienst van de zieken
te wijden. Tegelijkertijd haalden zij in het naburige
Tarbes de banden van hun meer dan twintig jaar
oude vriendschap met de zusters van de Carmel
weer wat strakker aan.
„Ik mean te mogen zeggen, dat ik nu geheel en
ai aan God toebehoorvertrouwde Sofie Charlot
te bij haar laatste bezoek de Zusters toe.
Tenslotte vertrokken zij naar Mentelberg.
„Mentelberg"
Foto's tonen ons een klein kasteel, gerestaureerd
in renaissancestijl, gelegen halverwege een met
dennen begroeide helling boven het dal van de Inn.
Tussen het slot en de bijbehorende kapel ligt een
door oude lindebomen overschaduwd terras, dat
een prachtig uitzicht biedt op de omgeving. Aan de
overkant van het dal ziet men het getande profiel
van een bergrug, die de einder afsluit.
(Wordt vervolgd).
Eerbiedige geloofshouding
Er is alle reden zich te bezinnen op
de natuurlijke giondslagen van deze
kerkelijke leer en ze te confronteren
met de moderne visie op de mens en
zijn huwelijkssamenleving; de tegen
woordige tijd benadert deze zaken nu
eenmaal anders dan vroeger. Maar
vóór alles zal gevraagd moeten wor
den. dat men ze in die eerbiedige ge
loofshouding benadert, die de gelovige
mens past en niet alleen past, maar
die door het geloof wordt geëist ten
opzichte van alle zaken, waarover de
Kerk zich zo duidelijk heeft uitgespro
ken. Mgr. Alfrink waarschuwde er voor
een discussie over deze materie niet al
te vroeg voor het forum van de publie
ke belangstelling te brengen om de
verwarring niet te vergroten.
Maar als de Kerk zo blijft vast
houden, moet blijven vasthouden
zo vervolgde de aartsbisschop aan
haar visie op deze zaken, mag dan
Na haar vermoeiende dagtaak bracht de avond
baai' de enige ontspanning die zij zich gunde: hel
gezellig samenzijn onder de met kant versierde
lampekap in hun kleine salon, altijd rijkelijk voor
zien van bloemen bij voorkeur theerozen of Par
mezaanse viooltjes en waar elke bijzonderheid
de verfijnde levensgewoonten van de bewoners ver
ried Dichters en geschiedschrijvers in alle talen
droegen bij tot hun ontspanning. Of zij zette zich
aan de piano. Of zij noteerde aan haar schrijftafel
in haar vloeiend schrift een overpeinzing of een
droom. En Ponto, de geliefkoosde hond, kwam haai
een streling afbedelen. Sofie Charlotte vermaakte
zich met het zwarte, krulharige, maar vreselijk
verwende dier als een kind met een stuk speelgoed
en zij vond het de mooiste hond van de wereld.
„U hebt mijn zuster d'Alengon gezien?" vroeg
Elisabeth in een brief. „Dan hoop ik maar, dat u ook
haar hond hebt opgemerkt. En wie van de twee leek
u nu het aardigst? Zij zou het u niet vergeven, als
u geen toespeling op de schoonheid van haar hond
had gemaakt!"
De hertog van Alen*on was in dat jaar juist vijftig
geworden. Zijn blonde baard kreeg een grijze tint
en naarmate hij ouder werd, nam zijn treffende
gelijkenis met zijn voorzaat Henri IV steeds toe.
Maar hij had een peinzende blik en uit zijn blauwe
ogen straalde een licht, dat de ander nooit had
gekend.
Ook zijn levensweg was allerminst een geëffend
pad geweest. Zowel gebeurtenissen van uiterlijke
aard als inwendige strijd hadden hem
Advertentie