en spaart uw linnenkast
Te weinig katholieken in
hogere ambtelijke functies
O.a. wegens intellectuele achterstand
en indirecte discriminatie
Goede jeugdvoorlichting is
van het grootste belang
Overheid moet voor ambtenaren eigen
loonmaatstaven trachten te vinden
Spoedige loonsverhoging voor
overheidspersoneel geëist
VORMING VAN DUUR
ZAAM PRODUKTIEF BEZIT
Over bepaalde details zal
SER-advies worden gevraagd
Pullovers
VRON koopt Duits lichtschip
Verzameling schilderijen
na 44 jaar naar Ierland
PeeksCioppenburg
WITTER DAN HET
WITSTE LAM
CONCLUSIE IN ARKA-RAPPORT
Touwtrekkerij in
de politiek
Vergelijk in kibbelpartij met Londen
Spelregels gevraagd
elke
woensdag
jongensmarkt
Voor Sinterklaas uitzendingen?
4711 Sirfix (ixtwt uw haar
ARKA-VOORZITTER OP CONGRES:
DINSDAG 10 NOVEMBER 1959
PAGINA 5
v>
Hier is met Sunil gewassen,dat hemels
blauwe Sunil, waarin al het wasgoed
stralend wit wordt, werkelijk stralend
witl
Bleken en blau'wen kunt u zelfs ver
geten, met Sunil hebt u minder was-
werk, minder te wringen, dus... minder
slijtage.
Waar Sunil de was doet,blijft alles
veel langer nieuw, ook wasmachine
en wringer varen er wel bijl
Neem meteen
het voordelige
reuzenpak
-~- - -
zware kwaliteit)
zuiver wol,
luxe afwerking met
dubbele boorden,
Italiaans importmodel,
met extra kraag.
speciale JM. prijs
5 Jaar
Sirfix - met hel actieve "CaptolT" tegen roos - verzorgt uw haar!
Sirfix regelmatig goed in de haarbodem ingemasseerd - dit
beschermt tegen roos en is een radicale verzorging voor uw haar.
Het wordt zacht en glanzend, is gemakkelijk te friseren en ver
krijgt vorm en vastheid.
Sirfix is werkelijk een hoarverzorgings-middel
Voor gezond haar en een onbe
rispelijke coiffure
Sirfix Friseercreme van het
wereldhuis '4711'
Grote tube f 1.95
Monumentale polder
molen uitgebrand
A 58 153
Advertentie
rr v r yCP' gfg C"
(Van onze speciale verslaggever)
fcöTTERDAM, 10 nov. Hoe men het
Wendt of keert, de achterstand in
.getting van de hogere ambtelijke
s''"cties door katholieken is er nog
J^eds, zelfs als men even zou kunnen
fdenken, dat er nog steeds niet meer
j n één katholieke secretaris-generaal
de katholieken bij de rechterlijke
S)®c"t en het officierencorps wel heel
®cht vertegenwoordigd zijn en som-
jj.'Se instellingen de indruk geven, dat
n:J °ok in de toekomst uitsluitend door
hp katholieken kunnen worden be-
dJjfd. Het moet toch voor iedere wel-
hp, nde Nederlander duidelijk zijn dat
1 een landsbelang is, dat Belangrijke
g oePeringen zich niet als tweederangs
d.urgers beschouwd zien, doch vohvaar-
'Ss, h«n bijdrage kunnen leveren aan
dii nds bestuur en 's lands welzijn. Al-
Ka ®chrjjft het hoofdbestuur van de Alt-
da» ln een ten geleide bij het rapport,
v„: ('e vereniging over het probleem
sten <le achterstand heeft laten samen-
Coi, en dat vandaag op het jaarlijkse
'gres is vrijgegeven.
rapport is samengesteld door de
Goi n F. a. A. M. Fiévez, mr. ar. L. de
j majoor mr. M. J. Koeken, mr.
ypft. M. Nas, prof. dr. J. Ponsioen
j ï- Prof. dr. L. J. Rogier, dr. H. P.
tiin van Waesberghe SJ en de ARKA-
e- c),lonarissen mr. E. J. N. M. Bo-
o' dr. mr. J. B. Sens en ar. W. J.
j-'dsseibloem.
Wr~e samenstellers zeggen in hun voor-
f,;"0rd, dat zij niet de pretentie hebben
Boa We gezichtspunten te openen na het-
Sin de ARKA-voorzitter, mr. G. A. A.
ReVo °ot» in 1954 over de achterstand
stnf .d heeft, welke rede toen veel
t,.n7 heeft doen opwaaien. Men heeft
UitpWens de gegevens uit deze rede als
hiB?,anSspunt aangehouden en geen
sa,. feitelijk onderzoek ingesteld. De
pV^nsteiiers hebben zich voorts be"
hp, l°t de sociologische aspecten van
M,,i,Vraagstuk en hieraan een probleem-
qi. 'ehde nota gewijd, waarin zij con-
thnieren- dat de onderbezetting der ka-
tip„ Hen in de hogere overheidsfunc-
Wet aan één enkele oorzaak kan
aen toegeschreven.
- f»een der eerste zeer wezenlijke
keh» wordt genoemd de intellectuele
n0p. rstand der katholieken, die zich
hjjs, s'eeds doet gevoelen. In verband
pr 'nee moet een aandeel van twintig
ties 'n de hogere ambtelijke func-
ee„ v°or de katholieken thans nog als
de 'naximaal plafond gelden, gelet op
geVn ercentages katholieke academisch
Cent '"deu. uit welke groep zestig pro-
crut van bedoelde ambtenaren gere-
hekl wordt. Het percentage katho-
v®err onder hen bedraagt echter slechts
v»n in? Pr°cent (volgens Ce gegevens
Doe M5*)> hetgeen er op wijst, dat ook
ten ??dere factoren ter verklaring moe-
Worden aangevoerd.
tracht de andere factoren betreft, be-
port de samenstellers van het rap-
ach»B®rote voorzichtigheid. Zo er al van
is k felling en discriminatie sprake
°örza ven deze niet meer vooral hun
v0er!r te vinden in een bewust ge
stellij, beleid van uitsluiting en achter-
er "'nS- in de negentiende eeuw heeft
tie t der twijfel een directe discrimina-
staa„0 nadele van de katholieken be
de mi 1?aar mede door de stijging van
lieko en het prestige van de katho-
'tl dl ,8roeP is de spanningsverhouding
dat aatste decennia zodanig verzwakt,
directe achterstelling door-
s moeilijk aantoonbaar meer is.
u-pit sluit echter de mogelijkheid niet
Wp'.Ajdus het rapport, dat er thans
ren» j1: noë sprake is van een indi-
ml-t discriminatie, d.w.z. ,,het in de
dei?J.haPPeli,ke bedrijvigheid zon-
niet directe opzet nuitensluiten van
dirn"8roePsleden en het zich zonder
ecte opzet voornamelijk oriënteren
ejgen groepsleden".
De samenstellers menen te mogen
stellen, „dat het verschil tussen het per
centage katholieken onder de acade
misch gevormden en onder de hogere
ambtenaren wellicht voor een deel ver
klaard kan worden door indirecte dis
criminatie. De katholieken behoeven de
„steun" van objectieve selectiemetho
den voor hun accres in het ambtenaren
apparaat. Op de meeste departementen
immers kunnen de katholieken de fac
tor onbewuste discriminatie niet te hun
nen gunste aanwenden en is deskundig
heid hun enige wapen".
Een derde factor, die de katholie
ken de gelegenheid ontneemt om in
het ambtenarenkorps een belangrjjk
aandeel te hebben, noemen de samen
stellers de sociaal-geografische struc-
tnui van het overheidsapparaat.
„Waar ongeveer vijftig procent van
de katholieke bevolking in het zuiden
des lands woonachtig is (in het ver
leden nog meer) vormt de sterke con
centratie van het centrale overheids
apparaat in het westen des lands (zes
tig procent) een natuurlijke omstan
digheid, die de werfkracht van het
overheidsapparaat op het katholieke
volksdeel beperkt. Dit geldt te meer,
daar de katholieken zelf zich niet
aangetrokken voelen tot het ambte
lijk beroep, dat in zijn typisch Hol
landse gestalte een levensstijl verte
genwoordigt, die hen weinig aan
spreekt".
In welke intensiteit elk van deze fac
toren de ondervertegenwoordiging be-
invloedt, valt moeilijk te zeggen, aldus
de samenstellers. Ook valt moeilijk te
voorspellen, welke invloed elk van de
ze factoren in de toekomst zal blijven
uitoefenen. Wel zijn er verschillende aan
wijzingen voor de veronderstelling, dat
elk der genoemde factoren geleidelijk
aan betekenis inboet. Voor de wellicht
belangrijkste factor, namelijk de intel
lectuele achterstand der katholieken,
behoeft dit nog nauwelijks afzonderlijk
te worden gestipuleerd.
Ook de discriminatie ten nadele van
de katholieken neemt ongetwijfeld steeds
verder af, niet alleen omdat de benoe
ming der ambtenaren in toenemende
mate steunt op objectieve selectiemid
delen, maar ook omdat het groepsex-
clusivisme van levensbeschouwelijke
groepen in ons land steeds meer ver
zwakt.
De ambtelijke levensstijl en de soci
aal-geografische structuur van het amb.
tenarenkorps gaan eveneens een be
langrijk deel van hun frustrerende wer
king verliezen. De ambtelijke levens
stijl heeft onder invloed van een toene
mende sociale en geografische mobili
teit en van de uitbreiding van het over
heidsapparaat in de laatste halve eeuw
veel van zijn scherpte verloren. Het is
deze zelfde ontwikkeling in sociaal-
geografisch opzicht, die de regionale
verschillen in levensstijl doet verzwak
ken en die met name ook de voor ka
tholieken nadelige positie in betekenis
doet verminderen.
Desalniettemin aarzelen de samen
stellers te concluderen, dat de te gerin
ge vertegenwoordiging van de katholie
ken in de hogere ambtelijke functies in
de onmiddellijke toekomst staat te ver
dwijnen en dat deze dus in feite geen
reëel probleem meer vormt. Zij noe
men dit een al te optimistische conclu
sie. Weliswaar worden de omstandig
heden voor de katholieken steeds beter
en is er om die reden aanleiding tot een
zeker optimisme. Maar dit neemt met
weg, dat de frustrerende werking van
de genoemde factoren nog geruime tijd
kan blijven bestaan, tenzij men erin
zou slagen het ontwikkelingsproces te
versnellen.
Deze mogelijkheden zijn voor elk der
genoemde factoren verschillend. Ten
aanzien van. verwezenlijking der basis
voorwaarde, namelijk een evenredig
aandeel der katholieken onder de aca
demisch gevormden, zijn de beïnvloe
dingsmogelijkheden van de A.R.K.A.
uiteraard gering. Hetzelfde geldt voor
de consequenties van de sociaal-geogra
fische structuur van het overheidsappa
raat.
Ten aanzien van de beide andere fac
toren zijn de beïnvloedingsmogelijkhe
den groter, aldus de samenstellers. Wat
betreft de factor discriminatie, zowel
bewuste als onbewuste, ligt er, voorzo
ver hierbij de machtsfactor een rol
speelt, ongetwijfeld ook een taak voor
de politiek. De katholieken zjjn overi
gens meer dan andere bevolkingsgroe
pen gebaat bij een zo objectief moge
lijke selectie bij de benoemingen en be
vorderingen.
De belangrijkste beïnvloedingsmoge
lijkheid voor de A.R.K.A. ligt vermoe
delijk in de sfeer van de ambtelijke le
vensstijl. Een goede voorlichting aan de
jeugd omtrent het beroep van ambte
naar is van het grootste belang, omdat
daardoor in de toekomst meer capabe
le katholieken in de hogere overheids
functies zouden kunnen worden be
noemd. Hiermede is een factor aange
wezen, die aan een instantie als o.a. de
A.R.K.A. een belangrijk programma
punt in handen geeft en welke als volgt
is te omschrijven: door middel van
voorlichting en propaganda de bij katho-
lieken bestaande reserve tegen over
heidsfuncties weg te nemen.
Teneinde de vraag te kunnen beant
woorden of langs deze weg een belang
rijke bijdrage kan worden geleverd ter
oplossing van het probleem van de ach
terstand, zou het gewenst zijn, zowel
onder katholieke als niet-Katholieke in
tellectuelen (of studenten) de beeld
inhouden te peilen, die bij hen ten aan
zien van het bekleden van functies be
staan. Het komt de commissie voor,
dat het aanbevolen onderzoek van groot
nut kan zijn bij de oplossing van het
vraagstuk. Een dergelijk onderzoek is
echter zo veelomvattend en vertoont zo
veel aspecten, dat het niet kan worden
gerekend tot een exclusieve taak van
de A.R.K.A. De commissie beveelt
daarom aan, dat op dit punt een zo
groot mogelijke samenwerking tot
stand komt tussen alle bij bet vraag
stuk geïnteresseerde instanties. Hier
ligt niet alleen een taak voor de sociale
en politieke organisaties, maar ook
voor de regering.
(Van onze speciale verslaggever)
ROTTERDAM, 10 nov. Het gevaar,
dat de gedifferentieerde loonvorming
voor het overheidspersoneel te sterk af
hankelijk zal worden gemaakt van de
ontwikkeling in het particuliere bedrijfs
leven, was een van de thema's, waarop
de voorzitter van de Algemene R.-K.
Ambtenarenvereniging, mr. G. A. A. M.
Boot, de rede gebouwd had, die hij he
denmorgen alhier heeft uitgesproken bij
de opening van het jaarlijkse ARKA-
congres. De overheid zal samen met
de belanghebbenden moeten streven
naar een eigen methodiek van loonvor
ming en eigen maatstaven moeten
trachten te vinden, weike deze loonvor
ming beheersen. Pas daarna zal de co
ördinatie van deze loonvorming met die
van het particuliere bedrijfsleven ge
zocht moeten worden. De voorzitter kon
er niet mee akkoord gaan, dat de mi
nister zijn maatstaven en normen van
het loonbeleid met betrekking tot het
overheidspersoneel zal ontlenen aan het
particuliere bedrijfsleven omdat de
maatstaven van produktiviteit en ren
tabiliteit in de meeste sectoren v».n het
overheidsapparaat geen rol spelen.
Mr. Boot juichte een doorvoering van
grotere efficiency, simplificatie en zui
nigheid in het overheidsapparaat ten
zeerste toe, maar benadrukte tevens,
dat de ARKA nooit ofte nimmer kan
gedogen, dat de bezuiniging eenzijdig
lllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllliiiillliiiiilllliiiiiiiiiiiiiii
(Van onze speciale verslaggever)
ROTTERDAM. 10 nov. Het is
dringend noodzakelijk dat er spelregels
worden opgesteld, welke de verhouding
tussen de sociale organisaties en de
politiek soepel maar duidelijk regelen.
Dit verklaarde hedenmorgen mr. G.
A. A. M. Boot, voorzitter van de
ARKA, tijdens de opening van het
ARKA-congres.
Hij wees in dit verband op spannin
gen rond de kandidaatstelling in de KVP
(voorkeurstemmen voor mr. Van Rij-
ckevorsel en dr. Sens) en zei te vre
zen, dat zonder spelregels wel eens
een touwtrekkerij zou kunnen ontstaan,
welke voor de politiek en voor de so
ciale organisaties funest zou kunnen
worden. Erkennend, dat het een uiterst
moeilijk probleem betreft, vroeg mr.
Boot zich af of het niet op de weg van
de KVP ligt een initiatief te ontwikke
len en zo mogelijk gemeenschappelijk
met de organisaties spelregels op te
stellen.
op de schouders van het overheidsper
soneel wordt gelegd. Zjj kan dit niet ge
dogen om wille van de ambtenaren en
hun gezinnen zelf, maar evenzeer om
wille van het algemeen belang, dat niet
gediend is met een overheidskorps, dat
voor een belangrijk deel zou gaan be
staan uit maatschappelijke kneusjes,
omdat het beter gekwalificeerd perso
neel er op de duur niet aan denkt bü
een werkgever in dienst te treden, die
wèl meent te weten hoe andere werk
gevers met het personeel moeten om
gaan, doch die zelf omtrent de arbeids
voorwaarden met zijn eigen personeel
voortdurend overhoop ligt".
Mede omwille van het algemeen be
lang moest de voorzitter dan ook eisen,
dat er „een spoedige bevredigende op
lossing valt omtrent de loonsverhoging
voor het gehele overheidspersoneel en
moeten wij op grond van het beginsel
der rechtvaardigheid blijven staan op
het inhalen van de achterstand".
De voorzitter zei vanzelfsprekend
de bedenkingen te kennen, welke te
gen een loonsverhoging bestaan (ge
vaar voor inflatie), maar benadrukte,
dat het overheidspersoneel niet een
zijdig dit gevaar kan bezweren. „Opk
wij geven de voorkeur aan kostprijs
verlaging. Maar men moet niet op
twee gedachten hinken. Men kiest
al te gemakkelijk de weg van de min
ste weerstand ten nadele van het over
heidspersoneel. Het eind zal de las
ten dragen. Wij kunnen dan ook niet af
zien van de eis tot inhaling van de
achterstand en zullen kost wat kost
strijden tegen een verder afglijden
door verbreding van de achterstand.
Wq zijn vastbesloten de vooruitgang
ook hier te blijven nastreven en wij
zijn ervan overtuigd, dat een bevre
digende vooruitgang ook hier kan wor
den bereikt als bij de regering en de
volksvertegenwoordiging de wil hier
toe aanwezig is", aldus mr. Boot.
Sprekend over de secundaire arbeids
voorwaarden herhaald' de voorzitter de
wens van een eigen ziektekosterege
ling voor het overheidspersoneel, geba
seerd op het verrichtingenstelsel, tegen
betaling van een redelijke premie, wel
ke dient te worden gedragen door de
ambtenaren en de overheid. „Wij begrij
pen", aldus mr. Boot, „dat het gemeen
schappelijk overleg van ziekenfondsor
ganisaties bezwaren heeft tegen de
eigen ziektekostenregeling voor het over
heidspersoneel, zoals het dit in een
adres aan de regering tot uiting heeft
gebracht, doch wij begrijpen niet, dat
het 't daarbij doet voorkomen alsof
het beter de ambtenarenbelangen kan
behartigen op dit gebied dan alle orga
nisaties van overheidspersoneel teza
men. Het gemeente- en provinciaal per
soneel, voor wie reeds een eigen ziek
tekostenregeling bestaat, is hierover in
het algemeen zeer voldaan. Het is toch
een redelijke eis, dat het Rijksperso
neel eindelijk eens dezelfde voldoening
wil genieten". Zijn voldoening erover
uitsprekend dat er thans een gepremi
eerde spaarregeling voor Rljksambtena-
ven op komst is, noemde mr. Boot het
echter een grote schaduw op de vreug
de, dat er nog steeds geen objectieve
spaarcapaciteit voor alle lagere en mid
delbare ambtenaren aanwezig is. Ge
noemde maatregelen tot bezitsvorming
accentueren de onbevredigende toe
stand, omdat de nood in vele, vooral
jongere, ambtenarengezinnen blijft en
zij bovendien de voordelen van de spaar
regeling zullen moeten missen.
Tevoren waarschuwde de voorzit
ter tegen het gevaar, dat men de om
vang van de deelname van de lagere
en middelbare ambtenaren aan de
spaarregeling zal uitspelen. Als men
bijvoorbeeld stelt, dat zestig procent
van het lagere personeel aan reeds
geldende spaarregelingen deelneemt,
mag hieruit niet de conclusie worden
getrokken, dat het dus met de sala
riëring wel goed zit. Daarom moet de
ARKA haar eis tot inhaling van de
achterstand in bezoldiging van de la
gere en middelbare ambtenaren hand
haven.
Met betrekking tot het georganiseerd
overleg herhaalde mr. Boot zijn plei
dooi van verleden jaar voor een zelf
standig bureau, dat gelijkelijk ten dien
ste staat van de regeringsdelegatie.
Een dergelijk bureau kan een belangrq-
ke bijdrage leveren om een beter wer
kend overleg in de ware betekenis van
het woord mogelijk te maken. Wanneer
het een bezwaar is, dat de minister
hiervoor geen ambtenaren zou kunnen
afstaan, meende mr. Boot, dat dit niet
doorslaggevend behoeft te zijn, omdat
de ambtenarenorganisaties ongetwijfeld
het deskundig personeel zullen willen
leveren. Een onafhankelijk bureau be
hoeft immers niet per se door ambte
naren van de minister bezet te worden.
■Advertentie
(Vervolg van pagina 1)
De nota geeft een samenvatting van
de betekenis van de wijde verbreiding
van duurzaam persoonlijk bezit, waarbij
de nadruk wordt gelegd op de wense
lijkheid van de vorming van duurzaam
produktief bezit, uit sociaal oogpunt en
uit economisch eoverwegingen. Vervol
gens wordt aandacht besteed aan de ont
wikkeling van het looninkomen, de con
sumptie en de besparingen in de laat
ste tien jaren. Dit de cijfers wordt
o.m. de conclusie getrokken, dat het met
het oog op de groei van de sociale voor-
AMSTERDAM, 10 nov. De N.V.
„Vrije Radio Omroep Nederland" i.o.
heeft voor ƒ65.000,- het 400 brt meten
de Duitse lichtschip „Borkum-Riff",
bouwjaar 1912, aangekocht. Daarop zal
de zendinstaliatie worden gebouwd,
waarmede men buiten de territoriale
wateren reclameuitzendingen naar Ne
derland wil gaan geven. Het schip, dat
zich in goede staat bevindt, krijgt de
naair „VRON" en zal onder Panamese
vlag in de vaart komen. Een jaar gele
den was het als reserve lichtschip te
Emden opgelegd en anderhalve maand
geleden aan een rederij aldaar verkocht.
Vandaag gaat het schip in dok om op-
Ir m «ui
gekalefaterd te worden. Tegelijkertijd
zullen de vijf kilowatt kortegolf-, de
FM-zender en twee hulpzenders met bij
behorende apparatuur worden Inge
bouwd. Verwacht wordt, dat met de
werkzaamheden ongeveer 4 weken ge
moeid zullen zijn. Getracht zal worden
het schip nog voor Sinterklaas op zee te
krijgen. Mocht de minister van Ver
keer en Waterstaat niet goedgunstig op
de aanvraag van de VRON om 'n zend
vergunning voor van Huizen uit te ver
zorgen reclameuitzendingen beschikken,
dan kan het schip door de N.V. VRON
zonder verlies worden verkocht.
zieningen en de stijging van het ïnko-
menspeil zaak is, dat tijdig de vraag
aan de orde komt hoe een groter deel
van de bevolking geleidelijk enig duur
zaam bezit zal kunnen vormen.
Wat de vermogensvorming in de
volkshuishouding aangaat, kan in het
totaal van een belangrijke groei worden
gesproken. Zo stegen de nationale be
sparingen van ƒ1.714.000,— in 1949 tot
ƒ6.490.000.000,— in 1958, resp. van 11,1
pet tot 19,7 pet van het nationale inko
men. De ontwikkeling van de vermo
gensvorming in de N.V.'s hield met die
algemene stijging gelijke tred, de ver
mogensvorming door de overheid bleef
hierbij duidelijk ten achter. De vermo
gensvorming in de gezinnen (incl. be
drijven in niet-N.V.-vorm) ontwikkelde
zich daarentegen vrij snel. Er is echter
aanleiding te veronderstellen dat bij de
lagere inkomens afgezien van aan
spraken op sociale voorzieningen, pen
sioen e.d. nauwelijks sprake is ge
weest van enige vermogensvorming.
Vervolgens wordt opgemerkt dat een
beleid, gericht op de bevordering van de
vorming van duurzaam bezit, beoogt
mede bij te dragen tot het bereiken van
een meer evenwichtige ontwikkeling in
de vermogensverhoudingen. Gestreefd
wordt naar een wijdere verbreiding van
het vermogen, dat in de toekomst bin
nen de volkshuishouding nieuw wordt
gevormd.
De bevordering van de be
zitsvorming is wel allereerst een taak
voor de burgers persoonlijk en van het
maatschappelijk leven zelf, maar de
regering heeft daarbij een eigen verant
woordelijkheid. Zij wil met een alge
meen sociaal-economisch beleid de voor
waarden en het klimaat scheppen,
waardoor bezitsvorming in brede kring
mogelijk wordt. Met name wil zij stre
ven naar zo hoog mogelijke inkomens
bij brede lagen van het volk, waarde
vastheid van het geld en de ontwikke
ling van de persoonlijke verantwoorde
lijkheid ook in het sociaal-economisch
leven. Ook vindt de regering specifie
ke, op bezitsvorming gerichte, maatre
gelen gewenst. Een gunstig algemeen
sociaal-economisch klimaat acht zij niet
voldoende. Naast de bestaande con
sumptieprikkels zijn spavprikkels no
dig, die de aandacht vestigen op het be
lang van duurzaam persoonlijk bezit.
In het recente verleden is met een
drietal specifieke maatregelen een
begin gemaakt (Jeugdspaarwet, de
in voorbereiding zijnde premiespaar
regeling rijksambtenaren en de vrij
stelling van sociale en fiscale lasten
van werkgeversbijdragen ln bouw-
spaarfondsen). Thans wordt het ge
wenst geacht enige nieuwe maatrege
len uit te werken. Het gaat om brede
lagen van ons volk (dus werknemers
en zelfstandigen) en om produktief
bezit.
Het schijnt de bedoeling van de rege
ring te zjjn, dat over bepaalde de
tails nog het advies van de S.E.R. wordt
gevraagd Eerst zal echter de Kamer
zich over dit algemene plan-de-campag-
ne moeten uitspreken, waarin op de
eerste plaats de staatssecretaris voor
de bezitsvorming, drs. Schmelzer, de
hand heeft gehad Bij ^e behandeling in
de Kamer zal hij vooral de verdediging
voeren. Het is de bedoeling van de re
gering om een eventueel nader advies
van de S.E.R. over concrete nader uit
te werken punten aan een bepaalde ter
mijn te binden, om de wettelijke voor
bereiding in zo kort mogelijke tijd te
1 doen verlopen.
(Van onze Londense correspondent)
LONDEN, 10 nov. Gedurende 44
jaren hebben de regeringen van Groot-
Brittannië en Ierland gekibbeld ?.ver
een kostbare verzameling schilderijen,
de zogenaamde Lane-collectie. Deze
bestaat uit 39 waardevolle Franse
schilderijen, van de impressionistische
school, o.a. van Renoir, Manet en De-
gas.
De verzameling was het eigendom
van Sir Hugh Lane, die in de eerste
wereldoorlog omkwam bü de ramp van
de Lusitania. Lane heeft de verzame
ling indertijd bü testament vermaakt
aan de Britse staat. Maar aan dit tes
tament was een clausule toegevoegd,
waarin dit besluit werd herroepen en
de verzameling werd nagelaten aan
Ierland. Lane had evenwel verzuimd
deze clausule te ondertekenen, en de
Britse regering hield zich aan de let
ter van de wet, en nam bezit van de
verzameling.
Na jaren van twist en wederzüdse
verwüten is nu eindelük een vergelük
in het zicht. Donderdag wordt een me
dedeling verwacht van zowel de pre
mier van Groot-Brittannië als van die
van Ierland, waarin büzonderheden
omtrent het bereikte compromis zul
len worden meegedeeld. Het Is waar-
schünlük dat Engeland het eigendom
van de verzameling zal blüven behou
den, maar dat het de schilderijen, of
althans een groot deel van de verza
meling, ln permanente lening zal af
staan aan Ierland.
BOLSWARD, 9 nov. Vanmiddag is
in korte tijd de monumentale polder
molen van de Aylvapolder, de oudste
polder van Friesland, door brand ver
woest. Voor deze molen, die enkele ja
ren geleden dreigde te verdwünen, door
dat windkracht niet rendabel bleek en
de onderhoudskosten te groot werden, is
destüds een grote actie gevoerd, waar
door met steun van het rük, de provin
cie en de gemeente Hennaarderadeel de
molen behouden kon blüven. Vanmorgen
heeft de molen gemalen, doch daarbij is
hü vermoedelük te warm gelopen. Van
middag, toen de molen stil stond, ont
dekte men dat er vlammen boven uit de
rieten kap sloegen. Onmiddellijk werd de
brandweer van de gemeente Hennaar
deradeel, gestationeerd in Wommels,
gewaarschuwd, doch deze kon niet voor
komen, dat de molen binnen een kwar
tier tot de grond toe afbrandde, Per-
soonlijke ongevallen deden zich niet
voor. De Friese molens worden niet be
woond.