I Uitbreiding van bestaande instellingen nieuwe in Deventer en bij Noordzeekanaal Naderende geboortegolf eist op korte termijn voorzieningen Commissaris Houben:Limburg dubbel teleurgesteld Spreiding van hoger onderwijs Trap-op, trap-af sfvnc COMMISSIES SPREIDING HOGER ONDERVIIS ADVISEREN: UITSPRAAK TEN GUNSTE VAN] ROTTERDAM PREMATUUR REACTIES OP HET SPREIDINGSRAPPORT Vreugde in Deventer, vasthoudendheid in Twente, beraad in Rotterdam Omvangrijk werk Aanbod en behoefte 85 jaar: steeds hogere eisen Kees van Bruggen V B Kiespijn-prognose De bevolking van universiteiten en hogescholen WOENSDAG 11 NOVEMBER 1959 PAGINA 5 OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE VOORNAAM EN AANGENAAM Geen rijkere glans dan kaarslicht... GOUDA kaarsenI kom Nederlandse in Engeland omgekomen nl: Een kleine twee en een halt jaar nadat zij werd ingesteld heeft de commissie spreiding hoger nel er wijs een advies aan minister V(~ s uitgebracht, waarin een reeks (j 0rstellen worden gedaan inzake uitbreiding van het hoger onder- fis. De commissie heeft nauw sa- engewerkt met een tweede com- issie, die zich ruim anderhalf jaar ?er in het bijzonder heeft bezig ipOuden met de spreiding van het dp isch hoger onderwijs. Deze bei- commissies hebben voorts een ®btal subcommissies aan het werk Va*' er LÜn gegevens verkregen hp? •*let interfacultair overleg en et interuniversitair contactorgaan, .nen heeft kennis genomen van de °.nclusies van een episcopale com- Hissie, die de belangen van Nijme- <fen, Tilburg en Maastricht onder zocht heeft, en men heeft adviseurs ^"getrokken van het C.B.S., de Uksdienst voor het nationale plan cn het centraal planbureau. Het uit- °erige advies, dat na al dit onder- en overleg voor de dag geko- fnen is, laat zich uiteraard niet stan- r® Pede geheel beoordelen, maar Hen kan toch na de eerste lezing /Tl enkele voorlopige kanttekenin- geh maken. De eerste indruk is, dat het advies spreidingsidee gematigd uit werkt. In de afgelopen jaren hebben -°veel streken en steden zich kandi daat gesteld voor de vestiging van ?eb universiteit of hogeschool, dat net wel eens ging lijken alsof er met ^stellingen van hoger onderwijs ge strooid zou kunnen worden, waarbij Hen wel erg gemakkelijk hëen wan delde zowel over de kwestie van de Hanciering als over de vraag hoe ?e, begeerde instellingen weten schappelijk bemand zouden kunnen w°rden. Zoals te verwachten viel hebben commissie-Piekaar en de com- bUssie-Neher zich door de diverse cgionale pleidooien niet van de wijs Aten brengen, doch ook terdege ge- et op de mogelijkheden van het be gaande hoger-onderwijs-apparaat. tlet advies bevat een aantal sugges ts tot uitbreidingen aan de be staande universiteiten en hogescho- ;?h, hetgeen van een verstandige vi- T getuigt. Daarnaast worden voorstellen ge- uaan voor de vestiging van twee nieuwe instellingen van hoger on derwijs en hiermee zit men dan hidden in de eigenlijke spreidings- NVestie zoals die in het spraakge- buik verstaan wordt. De suggestie hl in de omgeving van het Noord- eekanaal een nieuwe T.H. te vesti- fe.n komt als een verrassing. Het ;eit, dat dit gebied is aangewezen ,.°bder dat er uit deze streek gesol- uciteerd is naar een instelling van hoger onderwijs, mag men zien als ?u teken, dat de spreidingscommis- Jj'cs onafhankelijk van de diverse Ogionale pleidooien hun keuze be laid hebben. De conclusie is geba kerd op de berekeningen over de l°ckomstige vraag naar en het aan bod van ingenieurs. Intussen zal het oor velen, die nog niet zo ver bouwd zijn met dit cijfermateriaal, Ui moeilijk zijn te aanvaarden, dat /bon nu een stuk spreiding wil gaan c^liseren in de randstad en niet in '•overig Nederland" dit te meer hbadat het advies zich van sommige kfdonale sollicitaties ietwat gemak- /eli.jk afmaakt. Zo kan men het r?er wel verstaan, dat de commis sies vrezen, dat een tweede instel- jhig van hoger onderwijs in het Horden schade zou doen aan de roningse universiteit, doch enig /egrip voor de gewestelijke interes ts van Friesland had in het advies °ch wel mogen doorklinken. Verder h.. er een slip of the pen gemaakt Al de afwijzing van Maastricht. /Jen verwacht, dat vele Limburgse tudenten de voorkeur zullen geven aan een volledige opleiding in het buitenland en men noemt dan onder )?eer Hasselt, maar die volledige foademische opleiding in Hasselt bataat niet. Een wat subtieler be nadering van de regionale interes ts op deze en andere punten had de ^afhankelijkheid ten opzichte van Vve regionaie pleidooien niet in de eg behoeven te staan. n één opzicht doet het advies wel een flinke stap naar regionale lf^spreiding buiten het westen des ging Advertentie Et voila - daar staan wij onder aan de trap. Wie gaat er voor, naar boven? Geen twijfelpunt, de héér. Dat weet en begrijpt een ieder. Bij tram of trein zou dat eigenlijk óók moeten, maar ja wie gelooft tegen woordig dat U dat charmant bedoelt, vooral als het heel vol is? Nu naar beneden: hier gaat de dame weer voor. Behalve bij tram, trein, boot of rijtuig - dan wil daar de heer zijn dame natuurlijk galant de hand reiken bij het uitstappen! Ziet U? 't Is een kwestie van bekijken. Maar waar het sigaretten betreft, gaat altijd Gladstone voor! Want Gladstone is - met of zonder Silk Filter - een sigaret die iedereen voldoening schenkt. KING SIZE Het oosten des lands (Van onze onderwijsredacteur) DEN HAAG, 11 nov. Tegen 1975 zal het totale aantal studenten in ons land 60.000 a 66.000 bedragen, d.i. ruim het dubbele van het aantal in 1957. De prognoses laten zien, dat er in 1980 voor alle studierichtingen tezamen geen groot verschil zal bestaan tussen de vraag naar en het aan bod van afgestudeerden, doch dat er per studierichting wel belangrijke verschillen te verwachten zijn. Volgens de prognoses zal er in de periode tot 1980 een groot tekort ontstaan aan tandartsen en aan afgestudeerden in de technische wetenschappen, vooral in de werktuigbouwkunde, de elektrotechniek en de scheikundige technologie. In het algemeen is in de komende jaren een aanzienlijke verschuiving in de belangstelling van de eerstejaarsstudenten van dé a-wetenschappen naar de b-wetenschappen geboden. De gezamenlijke capaciteit van de twee technische hogescholen in ons land zal dan evenwel niet voldoende zijn om de verwachte aantallen studenten op te leiden. Met de capaciteit van de universiteiten en overige hogescholen zal men wel uitkomen, maar dan moeten tijdig de nodige materiële en personele voorzieningen getroffen worden. Aldus schrijven de spreidingscommissies voor het hoger onderwijs in hun kortgeleden aan minister Cals aangeboden rapport. 20 STUKS F 1." De commissie-Neher (spreiding technisch hoger onderwijs) meent, dat het nog aanvaardbare maximum voor een technische hogeschool ligt bij een aantal van 6000 tot 7500 stu denten. Het optimum zou zijn: 4000 a 5000 studenten. De commissie-Pie kaar (spreiding hoger onderwijs) acht het wenselijk, dat de uitzonderlijk sterke groei van enkele instellingen van hoger onderwijs wat wordt af geremd. Vooral voor de gemeente- lijke universiteit van Amsterdam en de rijksuniversiteit te Utrecht denkt men aan een „numerus fixus" voor een of meer studierichtingen. Met uitzondering van de Vrije Universiteit te Amsterdam en de Landbouwhogeschool te Wageningen vervullen de instellingen van hoger onderwijs in Nederland een over wegend regionale functie. Deze fac tor speelt een belangrijke rol in het „spreidingsbeleid". Buiten de rand stad Holland woont 52 procent van de Nederlandse bevolking, maar dit bevolkingsdeel levert slechts 40 pro cent van het totale aantal studenten. Rond tachtig procent van alle Neder landse studenten studeren aan instel lingen, die gevestigd zijn in de rand stad. Groningen en Friesland Het advies stelt, dat het noorden des lands in de rijksuniversiteit te Gronin gen een instelling bezit, die zonder be zwaar zou kunnen uitgroeien tot het dubbele van haar huidige omvang. De invoering van toegepast wetenschappe lijke studierichtingen in de faculteit der wis- en natuurkunde opent voor deze universiteit nieuwe perspectieven. De vestiging van een instelling van ho ger onderwijs in Friesland wijzen de spreidingscommissies af: men zou hierdoor geheel onnodig studenten ont trekken aan Groningen en de instelling zelf zou weinig kans hebben tot een goede ontwikkeling te komen. In het oosten van het land is men thans geheel verstoken van instellingen van hoger onderwijs. Indien deze situatie zou blijven zoals ze nu is zul len in 1980 circa 8500 studenten buitei) hun gebied van herkomst studeren. De oprichting van een instelling van ho ger onderwijs in het oosten des lands zal kunnen bijdragen tot verbetering van de algemene structuur en de so ciaal-economische ontplooiing van dit gebied. Bij het advies tot oprichting van een universiteit in Overijssel is men er zich van bewust, dat de aan bevolen opbouw van studierichtingen in feite de betiteling „universiteit" nog niet rechtvaardigt. Men wil echter met deze naam de mogelijkheid en wense lijkheid van verdere groei tot uitdruk king brengen. Het rapport adviseert de nieuwe universiteit in 1962 te openen. Bij haar aanbeveling om aan de r.-k. universiteit een tandheelkundige sectie te vestigen spreekt de com missie spreiding hoger onderwijs uit, dat er „met betrekking tot de patiën tentoevoer geen vrees voor tekorten behoeft te bestaan." Ook in Gronin gen verwacht men na de verdubbe ling van de capaciteit der tandheel kundige sectie „geen moeilijkheden met betrekking tot het minimaal be nodigde patiënten". het kernwetenschappelijk Petten. centrum te Rotterdamnog bezien Een van de grote rapporten, die bij de behandeling van het spreidings- vraagstuk ter tafel kwamen, was af komstig uit Rotterdam. Het Rotter damse pleidooi voor een universiteit is echter in het advies niet overgenomen. Men erkent, dat de met grote snelheid s. Voorgesteld wordt de vesti- ^lng van een nieuw type instelling an hoger onderwijs in Overijssel, "Tar men de technische weten- ric"aPPen en de a-wetenschappen on- ?er één dak wil brengen. Als er in /Gt oosten des lands geen voorzie- lngen zouden worden getroffen, aeeft dit gebied in 1980 8600 studen- Gh. die elders moeten gaan stude- I e9- De suggestie van de meerder- .,eid der spreidingscommissies om Le nieuwe universiteit té vestigen in nventer betekent echter wel een nnstige teleurstelling voor Twente, rf commissie Holst, die destijds ge viseerd heeft over de oprichting an de T.H. te Eindhoven, noemde is vestigingsplaats voor een derde V.H. Twente. De opmerkelijke acti- X'Tit, die men sindsdien in Twente ntwikkeld heeft om een maatschap- nnbjk-technische hogeschool in dit 5®bled te krijgen, is tot nu toe niet j succes bekroond. Tot nu toe regering moet namelijk over het //mes (dat op dit punt uiteenvalt |-/Ten meerderheids- en een minder- G1dsuitspraak) nog haar standpunt Palen en daarna is het oordeel /an de Kamers. Men komt bij deze C/Tstie en trouwens bij het gehele mpiex van voorstellen voor een ri.^Rike situatie te staan. Het is &01 -ik. dat er spoedig beslissin- spoedig ,m genomen moeten worden: om "lernationaal bij te blijven moet land zijn studentenpotentieel zo goed - - (Van onze onderwijsredacteur) DEN HAAG, 11 nov. TWENTE geeft de moed niet op. De meerderheid van de spreidingscommissies heeft voor de vestiging van een nieuwe instelling van hoger onderwijs in Overijssel de voorkeur gegeven aan Deventer, maar het laatste woord over de vestigings plaats is nog niet gesproken. Onze actie zal voortgezet moeten worden, zo zegt men in Enschede, Hengelo en Almelo. Die vasthoudendheid komt wel het dui delijkst tot uitdrukking In de woorden van rar. A. Molenaar, voorzitter van de fabrikantenkring van Almelo en om streken. Hij zegt: „Wij zijn ervan over tuigd, dat het derde industriële centrum van ons land recht heeft op een tech nische hogeschool. De vorige keer heeft men met Eindhoven de juiste keuze ge daan, waarom niet dit keer met Twente? Wij hebben getoond wat over te hebben voor een maatschappelijk-technische ho geschool, ook financieel." In DEVENTER klinkt uiteraard een geheel ander geluid. De heer H. J. An kersmit, lid van het „Comité Stich ting Univeriteit" en oud-lid van de Tweede Kamer, steekt zijn enthousias me niet onder stoelen of banken. „Het rapport spreekt duidelijke taal en wij zuilen niet in gebreke blijven te bewij zen, dat Deventer een goede keus is. We hebben ook een terrein ter beschik king, waar goedkoop gebouwd kan wor den (vaste zandbodem)". Deventer had in de zestiende eeuw al bijna een uni versiteit gehad. Is men niet bevreesd, dat er nu vederom wat tussen zal ko men? De :ieer Ankersmit: „Wij kunnen ons niet voorstellen, dat de bezwaren tegen het meerderheidsadvies nu nog veel gewicht in de schaal zullen leg gen, maar als Twente gaat vechten, dan zal Deventer terugvechten". Een kalme reactie noteren we uit de Friese hoek. Prof. dr. S. Bloembergen, secretaris van de „Commissie tot on derzoek naar de mogelijkheid en wense lijkheid van hoger onderwijs in FRIES LAND", acht het oordeel inzake Fries land teleurstellend. „In het rapport van de Friese commissie is gesteld, dat een universiteit te Leeuwarden een geleide lijke groei van de Groningse universi teit niet zou behoeven te belemmeren. Ik weet nog niet of onze actie voortge zet zal worden. Er zijn in Friesland zelf ook uiteenlopende meningen over de vestiging van een universiteit". In ROTTERDAM geeft de burgemees ter, mr. G. E. van Walsum, kort en krachtig dit commentaar: „Het advies, dat de spreidingscommissies aan minis ter Cals hebben gegeven, betekent een teleurstelling voor Rotterdam. Ik weet nog niet welke stappen we verder zul le" doen. We zullen ons hierover nog beraden". Onder de eerste reacties op het sprei- inte: tP? hogelijk benutten en er moe- tijdig de nodige voorzieningen dp .ffen worden, wil het hoger on- k„^iiS de naderende geboortegolf sta opvangen. Daarmee ont- bp i echter het gevaar, dat de aan- Vep gen van het advies aanbe- bpHgen' die bi-i realisering kapitale ep??agen zuhen vergen een dwin- 5/nae kracht krijgen. De sprei dings- jaterie is zo veelomvattend en in- di^ ld, dat men in de korte tijd, Eprv,n°g Ier beschikking staat, niet Hakkelijk tot verantwoorde afwij- dingsrapport is die uit LIMBURG het volledigst, ook al wordt daarbij dan ge zegd, dat men de spreidingsmaterie zo gecompliceerd acht, dat het Limburgse standpunt slechts nauwkeurig bepaald kan worden als men de zaak nauwkeurig bestudeerd heeft. De commissaris der koningin, dr. F. J. M. A. H. Houben, geeft als zijn algemene indruk, dat het rapport zeer sterk bepaald is door andere premissen ten aanzien van de richting, waarin de toeneming van het aantal studenten dient plaats te vinden dan door de premissen, waarop het Lim burgse rapport gebaseerd was. Op grond van de prognose van de behoef te aan academici wensen de adviescom missies de uitbreiding van het hoger onderwijs-apparaat zeer sterk te concen treren op de exacte wetenschappen. „Wjj zullen", zo zegt de gouverneur, „met deze toekomstverwachting ze ker ernstig rekening moeten houden, maar onze eerste indruk is, dat vol gens deze zelfde prognose toch ook de maatschappij-wetenschappen ver sterking behoeven. Dit laat ruimte voor de vis' van het Limburgse rap port, dat de wenselijkheid op de voor grond stelde om de instelling te Maas tricht sterk te richten op de maat schappelijke en culturele problema tiek van 'de Europese eenwording. We zullen de mogelijkheden op dit punt nog nader bezien." In de verklaring wordt verder gezegd, dat men er door getroffen is. dat de doelstelling het westen des lands te ont lasten en de wetenschappelijke en cul turele krachten van overig Nederland te activeren weliswaar uitdrukkelijk voorop is gesteld, doch dat deze doel stelling in de concrete conclusies slechts zwak haar neerslag heeft gevonden. „In dien men rekening houdt met de voor een wat verdere toekomst in het uitzicht gestelde instelling te Rotterdam, zou men zelfs eerder van 't tegendeel kunnen spreken. Het is daarom dubbel teleur stellend, dat de commissies voor Lim burg niet tot een positief advies zijn gekomen", aldus dr. Houben. Advertenti, Ten van het advies zal kunnen vJ?0c? blijft een voortgaande studie de? r?et spreidingsvraagstuk gebo- Vo?' 11 geidt ook, last but not least r de kwestie-Rotterdam. Het nieuwe Rotterdam is, naar veler op vatting, toe aan een universiteit. Een volledige universiteit in Rotter dam zou volgens de berekeningen 7500 tot 8500 studenten kunnen trek ken. De grootst mogelijke meerder heid van de spreidingscommissies acht het evenwel prematuur een antwoord te geven op de vraag in hoeverre straks de hoger-onderwijs- voorzieningen aangepast moeten worden aan de ontwikkeling van de Rotterdamse agglomeratie. Dat men in het geval-Rotterdam de aan wezigheid van verschillende andere instellingen van hoger onderwijs in de andere steden van het westen zwaar heeft laten meespreken, is te begrijpen, maar op zichzelf geno men doet de terughoudendheid ten opzichte van de Rotterdamse agglo meratie nogal mager aan. DEN HAAG, 11 nov. In het rap port van de spreidingscommissies wordt er enige malen op gewezen, dat er in de verdeling van de studenten over de verschillende studierichtingen een ver schuiving zal moeten komen, wil men in de toekomst niet enerzijds een groot overschot houden en anderzijds een ern stig tekort. Zo zal volgens de berekenin gen in de jaren 1968-1972 de behoefte aan afgestudeerden uit de faculteit, der letteren en wijsbegeerte beperkt blijven tof 4 pet. van het totale aantal afgestu deerden; in de jaren 1955-1957 werd de ze studierichting echter gekozen door 13 pet van de eerstejaarsstudenten. 1 'aartegenover staat bi; de technische wetenschappen in de jaren 1955-1957 een aanbod van 21 pet en in de jaren 1968- 1972 een behoefte van 26 pet. Volgens de voorzitter van de commissie sprei ding hoger onderwijs, dr. A. J. Piekaar, behoeft men uit deze cijfers niet af te leiden, dat de humaniora tnet onder gang bedreigd worden. Er is thans een grote toestroming naar de faculteit der ietteren en wijsbegeerte in verband met het tekort aan leraren. Wanneer de ge boortegolf door het v.h.m.o. is heenge gaan, zou bij handhaving van het hui dige percentage studenten in de lette ren en wijsbegeerte een overschot aan leraren ontstaan. Intussen is men er zich van bewust, dat de prognoses voort durend gecorrigeerd zullen moeten wor den. Zaterdag hoopt de auteur Kees var. Bruggen zijn Hóste verjaardag te vieren in zijn ruime woonark, gelegen aan de hoofdstedelijke Sarphati- kade ter hoogte van de Amstel- brug. Het schip biedt een prach tig uitzicht op de brede Amstel en er is zoveel comfort aan boord, dat het verblijf op het water best meevalt. Aan het schommelen van de boot, dat ons tijdens het gesprek in de gezellige huiskamer nogal eens onbehaaglijk aandeed, zijn hij en zijn vrouw al lang gewena. Sterker nog, ze zouden het niet meer willen missen. Ze zien eigenlijk een beetje op tegen het ongetwijfeld grote aantal bezoe kers dat zaterdag op verjaars visite zal komen. Zal de boot het wel houden? is de vraag die zij zich nu reeds met enige bezorgdheid stellen. Bij het vo rige feest vijf jaar geleden waren er op een gegeven mo ment tachtig gasten aanwezig. Mevrouw Van Bruggen ging toen regelmatig controleren of de ark niet te diep kwam te lig gen, maar gelukkig is het mee gevallen. En dat zal ook dit keer wel het geval zijn. Kees van Bruggen is vooral onder de ouderen bekend. Hetzij als de gezaghebbende toneelcriticus van weleer, hetzij als de schrijver van een enor me hoeveelheid feuilletons in een grote landelijke krant. Overigens heeft hij niet minder naam gemaakt als auteur van talrijke romtins. noemen: „Een goed huwelijk", „Zondvloed e Welgemoed". j De heer Van Bruggen, geboren in Den Helder, heeft al vroeg geleerd met de pen om te gaan. Na zijn middelbare schoolopleiding en een korte loop baan als kantoorbediende, ging hij in de journalistiek, aanvankelijk als volontair. Vrij spoedig reeds werd hij redacteur bij een in Amsterdam ver schijnend dagblad. Dat is overigens maar kort geweest. Drie jaren heeft hij vervolgens de Dehli Courant geredigeerd. Aan het daarmee gepaard gaande verblijf in Indonesië bewaart hij onvergetelijke herinneringen, al was nel alleen maar aan het verschil in politieke inzichten tussen hem en andere figuren, dat hem deed besluiten naar Nederland terug te keren. Hy ts toen jarenlang toneelrecensent geweest. Een prachtbaan, waarin hij jeugd liefde voor het toneel ten volle kon uitleven. „Zelf heb ik ook enkele stuk ken geschreven, maar een bepaald succes is dat niet geworden, zei nij ons Zijn mooiste periode is zeker wel zijn verblijf in het buitenland geweest. Met zijn vrouw en twee kinderen heeft hij, van 1921 tot 1927, door Frankrijk en Italië gezworven. Niet voor eigen rekening, maar met een dienstverband bij een krant als financiële ruggesteun. Wekelijks moest hij wel voor enkele artikelen en een feuilleton zorgen, maar dat ging hem bijzonder gemak kelijk af. Hij zag zelfs nog kans om in die periode enkele boeken op stapel te zetten en te voltooien. Kees van Bruggen debuteerde in 1916 met zijn roman „Hel verstoorde mierennest". Hoewel hij, zoals hij ons vertelde, dit boek niet zo geslaagd vond, werd het toch een bestseller. Zijn laatste publikn.tie „Ontbonden gar ven". die enkele jaren geleden is verschenen, behandelt de problematiek van het. naoorlogse gezin. Ondanks zijn hoge leeftijd zit Van Bruggen geen moment stil. Hij trekt zich graag terug in zijn studeerkamer om aan een nieuw boek te werken, ofschoon hij het niet met zichzelf eens is over de conceptie. Gekscherend zei hij: „Als een mens ouder wordt, gaat hij aan zijn arbeid steeds hogere eisen stellen. Maar met het voortschrijden der jaren nemen ook zijn capa citeiten af en daarom vraag ik me wel eens af of ik niet iets onderneem dat. boven mijn petje gaat." Kees van Bruggen gaat, als het kan, jaarlijks met zijn vrouw een of twee buitenlandse reisjes maken. Bij voorkeur naar het zonnige zuiden. Deze zomer zijn zij geruime tijd in Italië op vakantie geweest. Mijn man heeft zelfs nog gezwommen in het Lago Maggiore," zei mevrouw Van Bruggen niet zonder enige trots. Het is bijna niet te geloven, maar op haar gezag nemen wij het graag aan. Het tekent zijn vitaliteit. Om er slechts enkele te n „Het leven van Joost Aantal studenten in 1959 Rijksuniversiteit te Leiden 4842 Rijksuniversiteit te Utrecht 5730 Rijksuniversiteit te Groningen 2796 Gemeentelijke universiteit te Amsterdam 6594 Vrije Universiteit te Amsterdam 2621 Rooms-Katholieke universiteit te Nijmegen 2459 Universiteit in Overijssel Technische hogeschool te Delft 6104 Technische hogeschool te Eindhoven Technische hogeschool Noordzeekanaal Landbouwhogeschool te Wageningen Nederlandsche Economische Hoogeschool te R'dam Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg 513 917 1556 758 Raming voor 1980 8000 9750 4200 9750 4500 5750 3400 9500 3300 2100 2000 3600 2100 Totaal 34890 68000 Men acht het niet verantwoord aan deze universiteit meteen een faculteit der letteren en wijsbegeerte te verbin den. Wel wil men de leerstoelen "voor vakken, die behoren tot deze faculteit en die gedoceerd worden in het kader van de opleidingen in de maatschap pij-wetenschappen, zo bezet zien, dat daarin steunpunten gevonden kunnen worden voor een ontwikkeling tot een volledige faculteit der letteren en wijs begeerte in de toekomst. Zoals reeds eerder werd gemeld wijst het spreidingsadvies op de gedachten, die in de rapporten-Groenman c.s. zijn ontwikkeld over de integratie van de technische er de maatschappij-weten schappen. Bij dit project werd echter met name aan Twente gedacht en de meerderheid van de commissies geeft nu aan Deventer de voorkeur boven Enschede als vestigingsplaats van de nieuwe instelling van hoger onderwijs. In eerste aanleg heeft men ook ge dacht aan Zwolle en Arnhem, doch deze steden zijn aïgevallen. De min derheid in de commissies houdt en re kening mee, dat de technische facul- teh in de nieuwe universiteit een do minerende plaats zal innemen en spreekt zich daarom uit voor vestiging op het tussen Enschede en Hengelo ge legen landgoed Drienerlo. De meerder heid komt op grond van verschillende berekeningen tot de conclusie, dat ves tiging aan de oostzijde van Deventer te prefereren is. Gesteld wordt onder meer, dat Deventer een grotere ver lichting voor Utrecht zal betekeken dan Drienerlo. Men verklaart inmid dels unaniem bijzonder onder de in druk te zijn gekomen van de initiatie ven, die in Twente ontwikkeld zijn. Geen nieuwe vestiging in het zuiden De spreidingscommissies zijn van oordeel, dat er geen aanleiding bestaat om in Noord-Brabant een volledige in stelling van hoger onderwijs of hoger technisch onderwijs te vestigen. Men meent voorts, dat een vestiging in Zuid-Limburg niet levenskrachtig zou zijn. Een prekandidaten-opleiding in Zuid-Limburg zou slechts mogelijk zijn in een filiaalverhouding met de r.-k. universiteit te Nijmegen en de T.H. te Eindhoven. In verband met de grote afstand tot de moederinstellingen en de omstandigheid, dat beide instellingen zelf nog in het stadium van opbouw verkeren, acht men echter een derge lijke opzet onderwijskundig en organi satorisch weinig aantrekkelijk. Men houdt er voorts rekening mee. dat een aantal studenten een volledige oplei ding in het buitenland (Aken, Luik, Leuven, Hasselt) zal blijven prefereren. Het plan om te Maastricht een „Athe neum Illustre" te vestigen krijgt in het advies dus geen steun. Technisch hoger onderwijs in Noord-Holland Het advies zegt, dat er gezien de reeds bestaande sterke concentratie van hoger onderwijs in de randstad Holland en het achterblijven van de voorzieningen in „overig Nederland" geen reden is bij de spreiding aller eerst aan het westen te denken. Een uitzondering moet evenwel worden ge maakt voor het technisch hoger onder wijs in Noord-Holland en wel vooral in het gedeelte, dat ten noorden van het Noordzeekanaal ligt. De deelne ming aan het technisch hoger onder wijs blijft hier ten achter bij die in an dere delen van het westen des lands en verdient dus gestimuleerd te wor den. In verband met de dringende be hoefte aan ingenieurs wordt dan ook voorgesteld in de omgeving van het Noordzeekanaal op een nader te bepa len plaats een nieuwe T.H. te stichten. Volgens onze aanvankelijke informa ties zou dit slechts het advies van een minderheid zijn: de beide commissies blijken hier echter geheel achter te staan. Geadviseerd wordt de nieuwe technische hogeschool te openen in 1964, dus twee jaar na de start van de technische faculteit van de Overijssel se universiteit. Berekend is. dat de nieuwe T.H. in 1980 voor Delft een verlichting van ongeveer 1400 studen ten kan betekenen. De commissie-Pie kaar en de commissie-Neher achten het ongewenst de voorgestelde studie richtingen in te passen in de gemeen telijke universiteit van Amsterdam, maar zij wijzen wel op het belang van een goede samenwerking tussen de T.H.-Noordzeekanaal en de in Amster dam gevestigde universiteiten. Verder wordt gewezen op samenwerking met groeiende bevolkingsagglomeratie in de omgeving van de riviermonden een problematiek van geheel eigen karak ter levert, maar de grootst mogelijke meerderheid van de beide commissies acht het prematuur nu al een antwoord te geven op de vraag in hoeverre straks de hoger onderwijsvoorziening zal moeten worden aangepast aan de ontwikkeling van dit gebied. Men geeft toe, dat, een volledige uni versiteit te Rotterdam een aanzienlijk aantal studenten zou trekken, doch men is van oordeel, dat deze vestiging uit het oogpunt van spreiding binnen het westen niet doeltreffend zou wer ken. Zij zou een groot aantal studen ten .onttrekken aan Leiden, terwijl er voor Amsterdam nauwelijks verlich ting zou optreden. Ook een nadere be schouwing per studierichting biedt, al dus het advies, weinig perspectief. De oprichting van een technische hoge school in Rotterdam zou er vrijwel uit sluitend toe leiden, dat er studenten van Delft naar Rotterdam worden overgeheveld. Het advies zegt echter wel, dat in een verdere toekomst de hoger onder wijsvoorziening in de Rotterdamse ag glomeratie onder het oog zal moeten worden gezien. Een der leden van de commissie-Piekaar en een der leden van de commissie-Neher kunnen zich met de interpretatie van de verzamel de gegevens niet verenigen. Hierbij wordt onder meer gesteld, dat het on logisch en onjuist is een bevolkings centrum als Rotterdam, dat het mil joen nadert en waar krachtige initia tieven tot ontwikkeling worden ge bracht, een instelling van hoger onder wijs te onthouden. Men acht het gewenst, dat te Eind hoven naast de technisch wetenschap pelijke studie de mogelijkheid komt van zuiver wetenschappelijke studie in de wis-, natuur- en scheikunde. De facul teit der wis- en natuurkunde te Nijme gen zal dientengevolge in 1980 naar ver wachting rond 800 studenten minder tel len, doch dit wordt niet bezwaarlijk ge acht. Utrecht zal eveneens een aantal studenten aan de nieuwe Eindhovense opleiding verliezen, doch dit is zelfs een bijkomend voordeel. De commissie-Neher wil voor Gronin gen niet een volledige technische facul teit aanbevelen, maar zij geeft wei in overweging, dat aan de Groningse uni versiteit de bevoegdheid wordt verieend onder bepaalde voorwaarden de inge nieurstitel toe te kennen. De voorgestelde uitbreidingen van de economische hogescholen met een juridi sche faculteit dienen geleidelijk te ge schieden en zich in. eerste aanleg als beginjaar wordt genoemd 1961 te be perken tot datgene wat gewenst is om de studie der Belastingwetenschappen mogelijk te maken. Geadviseerd wordt met de sociologische studie aan de Eco nomische Hogeschool niet te beginnen voordat de reële behoefte hieraan is ge bleken. De grootst mogelijke meerderheid van de commissie-Piekaar adviseert in 1961 de rijksuniversiteit te Leiden een econo mische faculteit te geven; de economie mag als zelfstandige studierichting aan een moderne universiteit niet ontbreken. Naast verdubbeling van de capaciteit der tandheelkundige sectie te Gronin gen is de oprichting van een derde sec tie, te vestigen in Nijmegen, gewenst. De r.-k. universiteit zal in 1966 de eerste tandheelkundige studenten moeten kun nen ontvangen. Het rapport wijst er enige malen met nadruk op, dat de nodige voorzieningen getroffen moeten worden voor de invloed van de na-oorlogse geboortegolf in volle omvang in het hoger onderwijs zal door werken. In aansluiting hierop zeiden de voorzitters van de spreidingscommis sies op een persconferentie te Den Haag, dat men voor een wedloop met de tijd staat. In 1962 bereikt de geboor tegolf het hoger onderwijs. Er moeten op korte termijn beslissingen worden genomen; wanneer de Staten-Gencraal oeze zaak niet in de loop van dit zittings jaar afwerken loopt men vast. Van de zijde van het ministerie van O.K. en W. wordt medegedeeld, dat de regering over de spreiding van het hogo.r onder wijs nadere mededelingen zal doen aan de kamers, zodra zij zich een oordeel zal hebben gevormd over het rapport. TER APEL, 10 nov. De 27-jarige mejuffrouw G. Bults uit Ter Apel. die werkzaam was in Engeland, is gisteren bij een verkeersongeval in Engeland om het leven gekomen. Mej. Bults had juist een korte vakantie bij haar moe der in Ter Apel doorgebracht

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5