AMERIKA berooft van nationale Spanje sport i Gespreid persoonlijk bezit 1. J. LINKE AFVALLEN in de vloedgolven en bandjirs BASTU van Götebon Transpireren een Zweedse deugd mf 'A fel 8 D w w commentaar WtÊÈÊÊKki ff+e/edefoi+fi" Bevorderlijk voor gezonde maatschappij rivieren, mmr In Miami en Palmbeach levert „pelota" meer op m NIJMEGEN MEN MOET LEREN BEZITTEN voetspoor van Caracalla en Diocletianus V B American lunchroom Plein 1944 NIJMEGEN EEN ZWAKSTROOM ONDERDEKEN zwakstroom ONDER DEKEN BON Naam: ZATERDAG 21 NOVEMBER 19:v. PAGINA 11 IlllilPmmmmmmw I J MET TRANSFORMATOR VERSCHILLENDE MATEN Dit alles terstond verdwenen Alleenverkoo'p voor Nederland|J :.-p* r «$5 Liturgische weekkalender (Van een correspondent in Spanje) Terwijl het voetbal thans in Spanje een ongekende popu- >1 ^staan. Tot voor enkele jaren trokken de zogenaamde feiteit geniet, lijdt een van de van "oudsher nationale spor- k_°. het Baskische balspel, het „pelota vasca" een kwijnend j'n °ntons", waar dit fascinerende spel wor-t gespeeeld dag Bactag uit in alle steden van Spanje, maar vooral in het C^enland, vele duizenden mensen. Maar thans ligt meer Van helft van de frontons verlaten. Het merendeel daar- n Wordt nog wel gebruikt voor enkele clubs, maar het euohejj blijft er weg. Van de vele tientallen frontons die Spanje bezit worden er nog maar acht geëxploiteerd, waar van drie in San Sebastian, twee in Barcelona en de resteren de drie in Las Palmas, Madrid en Saragossa. Enkele tien tallen beroepsspelers verdienen daar een naar Spaanse be grippen behoorlijke boterham, maar de opbrengst loopt jaar lijks terug. De „loop" is eruit. De Spanjaard gokt liever in de voetbalpool dan in de fronton. Desondanks levert de „pelota vasca" gelegenheid tot gokken te over en zelfs tijdens de huidige malaise zet de totalisator in de Madrileense fronton nog altijd op zaterdagen en zondagen meer dan een miljoen pesetas om. 3II1IIIIIIIIIMIIIIIIII1IIIIIIIIII1 Urruty, wereldkam pioen „pelota vas ca" in 1948, in actie tijdens een demon stratie in Parijs. Hij heeft de keiharde bal behendig opge vangen in de „ces- ta", de halve maan. vormige smalle kort, die met een leren handschoen aan de hand bevestigd is. iiiHiiiiiiiuiiniiiiimniiiMiii wapen. Hij is har der dan een golf-, baseball- of hockey bal. Ik herinner mij hoe wij vroeger, bij gebrek aan beter een bal maakten van een oude fiets band. Wij frommel den een prop papier stijf in elkaar en deden daar elastiek jes over die wij uit die oude band knip ten oorsprong van dit fascinerende I Het principe van de „pelota" is hetzelf- 's moeilijk vast te stellen. Se- 1 de. Met dit verschil dat het hart van 'ana eeuwen wordt het in het Basken- jaaa gespeeld en al meer_ dan honderd als beroepssport. Er wordt be- tEr®rd dat de oude Aztekenvolken het qyjhs kenden en dat het door de coh- rïoces naar Spanje is overge- bjj c"t. Men neemt aan dat dit spel \v vroegere Indianenstammen een °d bedrjjf was, dat regelmatig met van een der „spelers" eindigde, 'efta ..duel" trachtten de twee spe- elkaar te raken met een steen of biet Uit llout gesneden „kogel", die zij pr de hand wierpen. Men mocht dit VoJ^etiei niet ontwijken, want dat zou bioi c'e grootste lafheid getuigen. Men «St Ilof- fi'QnViton to vnncon PTT ÏT10t Van SvE *let trachten te vangen en n v?. haat flikkerende ogen teruggooien. g6 16 moordlust is van lieverlee vredi- (je sportbeoefening geworden. Men ging «en i met de' hand kaatsen, men ging orte stok gebruiken om de bal te- te slaan en later een uit teen ge- at," "ten korfje met een handschoen ér- Deze drie vormen worden in het vasca' a&n. vasca" nog steeds gebruikt; t;e 1 de hand, een stok of een „cesta", i-qiT^orf. Het vrije veld heeft men ver- Slot voor een door drie wanden om- teh ruimte, de fronton. $T.elota is nog steeds een gevaarlijk jfjj1» dat naast grote behendigheid veel he*cht vereist. De Basken zijn van ouds- t0p Verzot op het uithalen van kracht- ïioin> Vermoeiende bezigheden als ]jj,uthakken en het torsen van ondraag- tCe lasten noemen zij sport. Zij hou- t( ook van gevaar en adopteerden ti&kr°m de pelota met ongekende gre- Cjfbeid. In alle steden en dorpen ver- t) ®h frontons en tot voor kort zagen Via V?'e industrieën in Êilbao en Vitto- isn u genoodzaakt een fronton te la- bouwen omdat hun arbeiders tijdens V, Schafttijd van niets anders wilden \va n- In het begin van de vorige eeuw dit spel zo populair dat enkele spe- 'sn -mUn sPort tot hun beroep maak- t0A" Er werden scholen opgericht, waar stP .^tige „pelotaris" al van bun acht rQp laar af opgeleid werden. Alle be- Z0 vsspeiers die Spanje nu nog kent zijn vroeg begonnen. WTe. hal waarmee gespeeld wordt is "hg minder dan 'n eenvoudig moord- Advertentie *oor reizigers «aar Ook in Nijmegen bent U thans hartelijk welkom bij Ruteck s. Waar U vlot en voorkomend becteend wordt. Wt dit gloednieuwe 17e Ruteck's bedrijf tito het Plein *944 (in het centrum van de stad) zijn de prijzen voor de lunches, diners, koffie en andere dranken eveneens Populair. Zowel 's middags als 's avonds treden internationaal bekende orkesten op in de moderne en sfeervolle lunchroom. Op de 1e étage bevindt zich een intiem restaurant, waar U uit lal van smakelijke schotels een keus kunt maken. Het zal ons een genoegen zijn U daar te mogen ontvangen. levens gevesiigd te: Amsterdam Haarlem Leiden Den Haag Rotterdam Dordrecht Breda Arnhem Utrecht Amersfoort lood is en de elastiekjes, zuivere caout- chouck, die zo strak mogelijk rond het loden hart wordt gewikkeld. Deze gum mikogel wordt bekleed met leer en ziet er dan op een afstand uit als een tennisbal. Het ding is echter bikkelhard, maar kaatst desondanks zeer fel terug. Deze kogel suist tjjdens een goede wed strijd met een snelheid van 375 tot 450 km per uur door de fronton en een ces- ta-speler zou hem in de vrije ruimte 400 meter ver weg slingeren. De muren van een fronton zijn van graniet, want geen beton zou de moker slagen van de pelota verdragen. De speelruimte is 54 meter lang en 9 meter breed. De spelregels van pelota vasca lijken een beetje op die van tennis. Men kan een „enkel" of een „dubbel" spelen. De bal moet van de service af tegen de korte wand van de fronton kaatsen en dan binnen bepaalde lijnen terugke ren, of onmiddellijk teruggeslagen wor den. Het tempo ligt veel hoger dan bij tennis. Vooral wanneer met de „cesta" wordt gespeeld. De cesta is een halve maan-vormige smalle korf, die met een leren handschoen aan de hand wordt bevestigd. Het geval is een halve meter lang en ziet er uit als een grote, rieten, holle banaan. De bal die hiermee wordt weggeslingerd krijgt een enorme snel heid. Bij de goede spelers lijkt deze korf een natuurlijk verlengstuk van hun arm. En het publiek gokt, als gold het een paardencóursê. Bookmakers schreeuwen de noteringen van de verschillende spe lers rond. Grote bedragen gaan er per spel om. In Madrid soms 50.000 pesetas. Maar langzaam komt er in Spanje de klad in dit luidruchtige bedrjjf. Want de Spaanse frontons kunnen hun spe lers ten hoogste een maandsalaris bie den van 10.000 pesetas. De laatste ja ren is dit spel in korte tijd zeer popu lair geworden in de zuidelijke streken van Amérika, vooral in Florida, waar jaarlijk# nieuwe fro'ntops verrazen. En die zuigen alle goede Spaanse spelers weg. Per avond verdient een goed pro fessional in Miami bijvoorbeeld 800 dol lar Contractsalarissen van 1500 dollar per maand zijn geen uitzondering. En Spanje is het enige land dat goede spe lers in voorraad heeft. Van de 36 spe lers die een van de grootste Spaanse impresario's, Theodoro Jauregui, tot zijn beschikking heeft, vertrekken er deze maand niet minder dan veertien naar Miami en Palmbeach. Spanje moet het met de nogal schamele rest doen en daar gaan weinigen naar kijken. Advertentie GEEN 220 VOLTDEKEN, maar..',;". i* Koude, vochtige bedden gebruik van te veel bovendekens lekkende kruiken enz., enz. met de met transformator op 5 standen regelbaar. Gelieve mij vrijblijvend te zenden uw uitgebreide folder over de ERIK-zwakstroom onderdekens. Straat: Plaats: TMP w O Y. +YlVlMvlfc ji. 11 HEEREWEG 7 li LIS SE Tel. 02530-3185 De Basken spelen „pelota vasca" ook met een soort slaghout, dat bij het begin van de wedstrijd net als bij het schermen wordt gekruist. (Van een medewerker) T n de jongste Troonrede kondigde de I regering een nota aan over de be- zitsvorming. En het is met dit zo als met meerdere andere punten: dat de regering het niet bij woorden laat, maar deze spoedig door daden doet volgen. Zo is dus op 6 november van dit jaar verschenen een „nota over de hoofdlijnen van het in de eerstkomende jaren te voeren beleid ter bevordering van de vorming van duurzaam per soonlijk bezit in brede kring". Deze wat brede omschrijving geeft vrij nauwkeurig weer wat sinds een grote reeks van jaren meer in het bijzonder in het katholieke kamp leefde als idee die zou kunnen bijdragen tot vernieu wing van ons maatschappijbeeld. Meer en meer zijn we gewend ons land welvarend te noemen, en we mo gen met een zekere trots ervan getui- gep, dat in Nederland een massale armoede meer wordt geleden; dat ook de werknemers behoorlijk gekleed gaan, behoorlijk gehuisvest zijn en re delijk goed gevoed zijn. Door een stel sel van sociale zekerheidsmaatregelen is tevens de garantie geschapen van een zeker niet al te laag minimum bestaan in geval van arbeidsonge schiktheid of werkloosheid, zij het dan, dat ten aanzien van de arbeidsonge schiktheid tengevolge van invaliditeit er nog zeer beslist wensen zijn. En toch, wanneer men zo in gesprek is met arbeiders, zelfs met hen die gere kend kunnen worden tot de beter be taalde arbeidskrachten, ondervindt men men meer dan in woorden tot uitdruk king is te brengen, dat er nog altijd een gevoel van onzekerheid bestaat, een soort vrees van: als er eens „wat" ge beurt, zijn we direct op anderen aange wezen. En met dat „wat" wordt dan vooral gedoeld op gevallen van langdu rige ziekte of langdurige werkloosheid, maar ook: extra hoge eisen, die in het moderne gezin kunnen groeien, studie van kinderen, noodzakelijke hulp bij de vestiging van een zaak, of anderszins. En daarbij komt, dat de sociale zeker heden en met name die van de oude dag, zoals boven gezegd, niet meer zijn dan minimum-garanties. En tenslotte is er het sociaal-psycho logisch verschijnsel, dat onder de werk nemers veelal het gevoel heeft, dat zij de mensen zijn, die met een minimum worden afgescheept, terwijl bij „ande- Göteborg, aan de brede monding van de Göte AlV, is het stiefkind onder de Zweedse steden. Haar internatio nale aanzien, cultuur en atmosfeer wijken sterk af van het vaderlandse karakter, en dat heeft elders in het land nogal wat kwaad- bloed gezet. Met name in Stockholm, waar men smalend spreekt van: „Het vissersdorpje, daar ginds aan de west kust". De 380.000 inwoners van Göteborg verwerken opmerkingen als deze met een glimlachje. Zij kennen de grote economi sche betekenis van hun stad. Zij zijn zich er zeer wel van bewust, dat zij de belang rijkste havenwerken van heel Scandinavië hebben, hun kunstleven dat van Stockholm overtreft en hun woonplaats haar bijzondere charme en schoonheid dankt aan een unieke ligging op rotsen en aan zee, wat eens de beroemde Zweedse botanicus Linnaeus in spireerde, toen hij Göteborg, met de hand op het hart, „de schoonste onder alle 's rijks steden" noemde. Maar al mogen zij dan in tal van opzichten verschillen met hun landgenoten, zij zijn onmiskenbaar solidair als het gaat om de beoefening van een nationale deugd; hevig en langdurig trans pireren in de bastu, de Zweedse sauna, waarin een abominabele hitte wordt onder broken voor een rigoreuze afkoeling en waar een geweldige uittocht van leger scharen bacteriën plaatsvindt. Göteborg bouwde er het Valhallabadet voor, eën reusachtige badtempel waarin zijri bewo ners allemaal op hun tijd zich als „zweet- Zweden" gedragen. In Zweden gaat men niet zover als in Finland, waar men zijn gasten de sauna offreert als het meest welgevallige wat men te bieden heeft. Men volstaat er met een stille wenk door middel van een schriftelijke invitatie aan de sleutel van de hotelkamer, reclame op de balies van toeristen- en reis- bureaux of aanplakbiljetten. Is de sauna voor de Fin een duizend jaar oude, sacrale plaats waar het leven tot een ritus wordt, de Zweed gaat in zijn liefde tot de bastu aanzienlijk minder ver. Hij haalt er een „lichamelijk opkikkertje" uit, wat hij noemt, gezondheidsoverwegingen. Voor hem geldt de diepere betekenis welke de Fin er aan hecht zeker niet. De meeste Zweden nemen hun bastu eenmaal per week, waarbij de zaterdag, als het werk er op zit, veruit favoriet is. De schoolkinderen gaan klassikaal, omdat het een vast onderdeel van hun lesrooster is, de ouderen op eigen gelegenheid, als zij tenminste niet in het bezit zijn van een privé-bastu. Op het platteland maakt zo'n bastu een primitieve indruk. Het bad huis is gewoonlijk gebouwd van vrij zware balken en het dak is met mos bedekt. Het huis bevindt zich meestal aan de oever van een meer. In de grote steden is de bastu echter ondergebracht in uitge breide, hypermoderne gebouwen, Wij hebben de goede raad, afgedrukt op een kaartje dat de hotelportier ons zonder enige toelichting over handigde, opgevolgd en in Valhallabadet een bastu genomen. Romeinse krachtpat sers als Caracalla en Diocletianus waren er al weg van, stond op het kaartje, en dit prikkelde onze nieuwsgierigheid. Tegen betaling van zes kronen (ongeveer ƒ4.15) wat ons behalve tot de bastu ook toegang tot het „Romerskt" oftewel Romeins bad gaf, sloten wij aan in de rij van manne lijke badiustigen om onze handdoeken en zwembroekje in ontvangst te nemen. Ver lichte pijlen wezen ons de weg naar het omkladingslokal. Als mannen onder elkaar is men daar volkomen sans gêne, het eerste in de bastu, waar de vreemdeling aan wennen moet. Hij djkt schichtig rond, om zich er van te overtuigen, of het nu echt wei moet en het niet de bedoeling is om het zwembroekje aan te trekken, in plaats van het samen met zijn kleding in het kastje op te bergen. Het broekje dient echter voor hem, die in aansluiting op de bastu wil zwemmen, maar het nu reeds bleek. De bastu had nog iets speciaals in petto, een pijnlijke verrassing, die zich na een bocht in de gang aan onze blote voeten uitstrekte: een bassin ter grootte van een normale huiskamer, gevuld met rimpelloos water, waarin kleine miniatuur-ijsschotsjes ons niet ontgingen. We huiverden en aar zelden.Er langs of er overheen was niet mogelijk. De weg naar de volgende etappe-plaats liep door het bassin. In Val hallabadet is men op reacties als de onze kennelijk berekend. In de gruwelijke fractie van een seconde, dat wij boven het diep groene water zweefden, beseften wij dat de forse schouderduw van een „onzichtbare" badman bij het bedrag van zes kronen moet zijn inbegrepen. De volgende gewaar wording was ontzettend. Een snijdende kou joeg van hoofd tot voeten, een kwelling Trap der transpiratie. aantrekken betekent zondigen tegen de regels, die door de Zweden fluitend en zin gend worden opgevolgd. Het kritieke mo ment is dan ook, als men met haastige bewegingen de laatste bedekselen heeft af gelegd en zich in volledig Adamscostuum op pad zal begeven. Omdat echter niemand op iemand let, berust de nieuweling snel in zijn lot, om het tenslotte even gewoon als vanzelfsprekend te vinden. Dan begint het, ritueel dat voor ons de allure had van een zeldzaam avontuur, een ongekende be levenis, waarbij wij ons nu eens als een super-held, dan weer als een beklagens waardige lafaard voelden. Het begon met een intensieve waspartij in de tvattrum, een geweldige ruimte met wasbakken, die men niet eerder mocht ver laten, alvorens een üskoude douche het lichaam op de juiste temperatuur had ge bracht voor de z.g. voorverwarmingska- mer. Hier werd het menens, dat kon men aan alles zien. Een grote weegschaal re gistreerde voor het laatst het oude ge wicht. Achter de glazen wanden ontdekten we twee ruimten van dezelfde afmetingen, beide voorzien van een amphitheater met acht uit lange, dunne latten bestaande tre den. Alleen de opschriften boven de toe gangsdeuren verschilden. Het ene luidde torr-bastu, of te wel droge hitte, het andere vatt-bastu, wat neerkwam op een vochtige warmte. Wij lieten onze keuze vallen op liet tórr-bastu, wat ons als beginneling het meest lokte. Wij traden binnen, behoedzaam en voor zichtig als verwachtten wij iets verschrik kelijks. En inderdaad, het eerste moment was het alsof onze adem in de keel stokte. Een geweldige hitte viel op ons neer, zwaar en droog, zoals op het simpele bordje stond aangegeven. Snakkend naar lucht vielen wij neer op de eerste trap van het amphi theater, de handen plat op onze borst, waarin alles scheen tegen te werken. De moeilijkheden duurden slechts even, lang zaam maar zeker pasten wij ons aan een temperatuur van 80 graden Celsius aan, die nog hoger werd naarmate men steeg op het amphitheater. Wij brachten het tot de vierde trede. Hier beleefden wij de grote uittocht.van al het kwade, dat zich in de poriën verzamelde om te worden wegge spoeld. Het kleine druppeltje dat langzaam over onze rug naar beneden kroop, was er de voorbode van. Overal op onze huid ontsprongen geheimzinnige bronnen, beek jes begonnen te vloeien, uitlopend in brede rivieren met stroomversnellingen, de boze sappen reddeloos met zich meevoerend. Alleen voor uitblinkers We waren enthousiast en leunden be haaglijk achterover tegen de vijfde trede, nu volkomen op ons gemak en vertrouwd met de rustige, men zou haast zeggen vredige sfeer in het torr- bastu. Achter ons lagen de Anderssons en zonder weerga. Half versuft stegen we naar de Johanssons als doorgewinterde bastu- de oppervlakte en kwamen gelukkig dicht gangers broederlijk naast elkaar op dé 1 zesde trede, een soort demarcatielijn in deze bastu. De twee treden er boven had den in onze ogen iets onheilspellends en gevaarlijks en leken uitsluitend geschikt voor „uitblinkers". De eenzame Zweed, die wij omringd door dichte stoomdampen op de bovenste trede zagen zitten, moet ook echt wel hot-proof" zijn geweest. Hij zat daar met een rood en gezwollen gezicht, alsof hij uren voor een kachel had „gepoft", zoals dat in de volksmond heet. Zijn hou ding had iets krampachtigs en zijn gezicht vertoonde een smartelijke uitdrukking. Het kostte hem zichtbaar de grootste moeite, maar hij hield dapper vol en met succes. Wat bij ons beekjes en rivieren waren, leken bij hem bandjirs en vloedgolven. Zo nu en dan diende hij zichzelf vinnige klapjes toe en liet hij een lange, diepe zucht alsof er stoom moest worden afge blazen. bij het verlossende trapje aan de overkant boven, eerlijk gezegd verbaasd dat ons hart déze krachttoer zonder meer had door staan. e grote finale, een intensieve was beurt, bood echter alle gelegenheid om, zoals dat heet, bij te komen. Openbare bastu's mogen dan nergens ge mengd zijn, het personeel is bijna overal vrouwelijk. Zorgvuldig geselecteerde da mes en dit ter geruststelling wier leeftijd ver gevorderd is, nemen uitsluitend de houders van ,,Romerskt"-kaarten duch tig onderhanden. Zij wrijven en boenen tot hun „cliënt" er genoeg van heeft, zijn roodgeboende huid laat bedekken door een witte, majestueuze mantel, om even later op de weegschaal een verlies van minstens twee pond te constateren. Eenmaal weer buiten in de openlucht, voelt hij zich een totaal ander mens. Het 'ie het torr-bastu met al zijn sensaties verlaat, komt via de pijl opnieuw bij een koude douche, die hem echter niet kan verontrusten. Het water loopt sis send en bruisend langs zijn gloeiend hete rug, die de overgang van warm naar koud niet onmiddellijk kan verwerken. En toch is dit noodzakelijk, zoals ons even later Ben ik afgevallen? is alsof er een grote uitbreiding en her groepering van krachten heeft plaatsgevon den, Men krijgt de neiging om alles om te trekken of op te tillen en men wordt serieus gevaarlijk door een grenzeloos ver trouwen in eigen kunnen. Rustig eten en drinken is het onofficiële verlengstuk van de bastu. Wij kozen daar voor het sfeervolle havencafé „Fregatten", waarin de sterke arm van de wet de orde, netheid enmatigheid regelt. Tussen de tafeltjes door schrijdt elke dag waardig en trots een politieagent, die iedereen scherp in de gaten houdt en direct bereid is om te straffen met uitzetting. Een bru tale, uitdagende blik, een simpel woord dat hem niet bevalt, een glaasje dat naar zijn mening de grens van het toelaatbare over- schrijdt, is al voldoende om de bezoeker met een dreigende beweging van zijn vinger de deur te wijzen. "ij maakten een praatje met hem, en zo op het oog leek hij toch echt geen kwade kerel. Het verhaal over onze heldendaad in Valhalla, de, verschrikkelijke onderdompeling in het ijsbad, maakte echter niet de minste indruk op hem. De agent haalde minachtend de schouders op. In zijn ogen was onze belevenis kinderspel. Nee, wat nij deed, dat was pas het grote werk. Hem kon je 's winters aan de kust vinden ais het water tussen de rotseilandjes was dichtgevroren. Vlak bij de bastu hakte men dan een gat in het ijs, waarin hij zijn brede korpus zonder aarzelen liet zakken, een onderdompeling in hartje winter, bij 20, zelfs 30 graden onder nul. Nee, wij moes ten het maar van hem aannemen, bij zijn ijsbad vergeleken was dat van ons in hel goed verwarmde Valhallabadet echt niet meer dan een lauw spoelseltje. HAYE THOMAS -ren" als vruchten mede van hun werk nemersaandeel in de onderneming, een bezitsvorming kan plaatsvinden, die sohrs het reuelijke overschrijdt. Terecht verdedigen we het maken van grote winsten in ondernemingen, omdat van daaruit de nieuwe investeringen moeten geschieden, zoals het bouwen van nieu we fabrieken, de aanschaf van moderne machines, enz., waaruit op haar beurt nieuwe werkgelegenheid voortspruit. Maar het persoonlijk'prorijt van dat gro te bezit ontgaat tot op het ogenblik de werknemers vrijwel geheel. We hebben dezer dagen weer net merkwaardige staaltje m de krant gelezen van een groep commissarissen, die met belas tingvrije douceurtjes van 25.000,- en meer per jaar worden verblijd. Het mag niet verbazen, dat zulke dingen verbit tering wekken. Nu is het met deze kwesties zoals met vele verbeteringen, die zich de laatste halve eeuw hebben vol- ti unxen; men moet niet verwachten, dat door middel van een of andere wet of van een of ander besluit deze zaken kunnen worden gecorrigeerd ten gunste van allen. Ook nier heoben we te doen met een groeiproces. Er zijn nog men sen, ook overigens heel brave christe nen, die menen dat het allemaal volko men in orde is. Zij zijn toch de geïnte resseerden in die of die onderneming, zjj zjjn het toch die met hun geld aan vankelijk de goede bedrijfsresultaten hebben mogelijk gemaakt, zij waren en zijn het, die door hun goede relaties de verkoop op een hoger peil hebben ge bracht, zij met hun scherp inzicht en goed zakenmanschap hebben een be heer kunnen bepalen, waardoor dit prachtige resultaat mogelijk werd. Dit is allemaal goed en wel, maar het blijft onaanvaardbaar, dat voor de individu ele medewerking van zulke, natuur''jke knappe, mensen vaak voor een betrek- kelfik geringe prestatie vele tienduizen den worden uitgekeerd, terwijl over de lonen van de economisch zwaksten wordt gedelibereerd over tiende procen ten. Maar nogmaals, dit alles is niet te veranderen in een handomdraai of door middel van een of ander besluit. Hier zal een groeiproces van twee kanten moeten plaatsvinden. Er zijn thans geen werkgevers meer, die van oordeel zijn, dat het er niet op aankomt, hoe lang men een arbeider laat werken, of dat men hem moet la ten zitten in een krotwoning, of hem een willekeurige fooi in zijn handen mag drukken bij wijze van loon. Toch heb ben we die situatie gekend. Hier is, en waarachtig niet alleen met de wet in de hand, een wijziging ontstaan in het den ken en in het inzien. We twijfelen er geen seconde aan, dat ook ten aanzien van het medebeheer en het mede-bezit van de ondernemingen door de werkne mers een wijziging zich aan het voltrek ken is, die uiteindelijk zal resulteren in de dóór elk gezond denkend mens ge wenste situatie. Maar ook bij de werknemers zal een inzichtswijziging moeten plaatsvinden. Zij zullen moeten begrijpen, dat niet elk inkomen consumptief kan worden aan gewend. Zij zullen moeten leren te be zitten, te beheren. Het mag niet verba zen, dat deze geestelijke eigenschap over het algemeen zeker nog niet het bezit is van "de werknemers. Laten we niet vergeteh, dat het voor het eerst in de wereldgeschiedenis is, dat we over medebezit aan arbeiderszijde spreken. Gedurende 2000 jaar westerse bescha ving was op een of andere wijze de werknemer altijd de onderliggende par tij. En heel het spraakgebruik, zowel in de werknemerswereld als in die van de „andere" partijen getuigt nog van on voldoende wederzijds begrip. Hier zal zich derhalve een ontwikkelingsproces moeten voltrekken langs een weg van geleidelijkheid. We zijn van oordeel; dat reeds de vo rige regering en met name staatssecre taris Drs. Schmelzer daartoe een kost bare bijdrage heeft geleverd in de Jeugdspaarwet. Daar was de inzet niet de vorming van duurzaam bezit, daar was de inzet de geld- en spaargewoon- ten van de jeugd te helpen wijzigen. Een langzaam aan wennen aan het feit, dat een stuk van het inkomen opzij ge legd moet worden. Het nieuw voorlig gende plan beoogt wel degelijk een ex tra prikkel te geven aan de vorming van duurzaam bezit. Wie nu als bezit loze kans ziet om gedurende 5 jaar 400,opzij te leggen, krijgt aan het eind van deze rit behalve zijn normale spaarbankrente nog eens 20 pet of 1 jaar besparing extra. Dat is tenminste als start de moeite waard. Het wordt dan inderdaad een bijdrage in een ge voel van grotere persoonlijke vrijheid. We begrijpen, dat deze nota verschil lende reacties heeft opgeroepen. De linkse pers is vol zure, hatelijke opmer kingen, al kunnen we ons niet onttrek ken aan het gevoel, dat hierachter een zekere jaloezie steekt: waren wij maar eerder met deze gedachte gekomen. Maar er zijn opmerkingen, die het kri tisch overwegen waard zijn. We den ken daarbij vooral aan de afwezigheid van spaarmogelijkheid bij de mensen met de lage en de laagste inkomens. We achten deze zaak wei zo belangrijk, dat we hierop in een volgende beschou wing willen terugkomen. Advertentie UW METGEZEL IN ELK SEIZOEN Bij krjebelhoest en opkomende verkoud heid vlug een paar Pottertjes in de mond. Dit voorkomt veel narigheid i Geven een frisse adem na een cigaret of een borreltje. In har platte doosjes a 55 c I". II "HUL «,V. KILVXKSUM ZONDAG 22 november: 27e zondag na Pinksteren; eigen mis; 2 geb. H. Cecilia- credo; pref. v. d. H. Drièëéhheid; groen. MAANDAG: H. Clemens, paus-martelaar; mis Si diligis; róód. DINSDAG: H. Joan nes van- het Kruis, belijder-kerkleraar; mis In medio; 2 geb. H. Chrysogonus; credo; wit. WOENSDAG: H. Catharina, maagd-martelares: mis Loquebar; (Utrecht: credo)rood. DONDERDAG: H. Silvester abt; eigen mis; 2 geb. H. Petrus; wit! VRIJDAG: Mis van zondag; groen. Haarlem: H. Albricus, bisschop-belijder; mis Sacer- dotes; wit. Den Bosch: H. Oda. maagd; mis Vulturo; wit. Breda: H. Aehanus. bis schop-belijder; mis Sacerdotes: wit Roer mond: K. Amelberga, maagd: mis Dilixisti; wit. ZATERDAG: Mis van O L Vr op zaterdag; (Roermond: 2 geb H Oda)- pref. van O. L. Vr.; wit. ZONDAG 29 november: le zondag van.de Advent; eigen mis: credo; pref. v. d. H. Drieëen- heid; paars.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 11