AMERIKA berooft
van nationale
Spanje
sport
i
Gespreid persoonlijk bezit
1. J. LINKE
AFVALLEN in de
vloedgolven en bandjirs
BASTU van Götebon
Transpireren een Zweedse deugd
mf
'A
fel
8
D
w
w
commentaar
WtÊÈÊÊKki
ff+e/edefoi+fi"
Bevorderlijk voor gezonde
maatschappij
rivieren,
mmr
In Miami en Palmbeach levert „pelota" meer op
m
NIJMEGEN
MEN MOET LEREN
BEZITTEN
voetspoor van Caracalla
en Diocletianus
V B
American lunchroom
Plein 1944 NIJMEGEN
EEN ZWAKSTROOM ONDERDEKEN
zwakstroom
ONDER
DEKEN
BON Naam:
ZATERDAG 21 NOVEMBER 19:v.
PAGINA 11
IlllilPmmmmmmw
I J
MET TRANSFORMATOR
VERSCHILLENDE MATEN
Dit alles terstond verdwenen
Alleenverkoo'p
voor Nederland|J
:.-p* r
«$5
Liturgische weekkalender
(Van een correspondent in Spanje)
Terwijl het voetbal thans in Spanje een ongekende popu-
>1
^staan. Tot voor enkele jaren trokken de zogenaamde
feiteit geniet, lijdt een van de van "oudsher nationale spor-
k_°. het Baskische balspel, het „pelota vasca" een kwijnend
j'n °ntons", waar dit fascinerende spel wor-t gespeeeld dag
Bactag uit in alle steden van Spanje, maar vooral in het
C^enland, vele duizenden mensen. Maar thans ligt meer
Van helft van de frontons verlaten. Het merendeel daar-
n Wordt nog wel gebruikt voor enkele clubs, maar het
euohejj blijft er weg. Van de vele tientallen frontons die
Spanje bezit worden er nog maar acht geëxploiteerd, waar
van drie in San Sebastian, twee in Barcelona en de resteren
de drie in Las Palmas, Madrid en Saragossa. Enkele tien
tallen beroepsspelers verdienen daar een naar Spaanse be
grippen behoorlijke boterham, maar de opbrengst loopt jaar
lijks terug. De „loop" is eruit. De Spanjaard gokt liever in
de voetbalpool dan in de fronton. Desondanks levert de
„pelota vasca" gelegenheid tot gokken te over en zelfs tijdens
de huidige malaise zet de totalisator in de Madrileense
fronton nog altijd op zaterdagen en zondagen meer dan een
miljoen pesetas om.
3II1IIIIIIIIIMIIIIIIII1IIIIIIIIII1
Urruty, wereldkam
pioen „pelota vas
ca" in 1948, in actie
tijdens een demon
stratie in Parijs. Hij
heeft de keiharde
bal behendig opge
vangen in de „ces-
ta", de halve maan.
vormige smalle kort,
die met een leren
handschoen aan de
hand bevestigd is.
iiiHiiiiiiiuiiniiiiimniiiMiii
wapen. Hij is har
der dan een golf-,
baseball- of hockey
bal. Ik herinner mij
hoe wij vroeger, bij
gebrek aan beter
een bal maakten
van een oude fiets
band. Wij frommel
den een prop papier
stijf in elkaar en
deden daar elastiek
jes over die wij uit
die oude band knip
ten
oorsprong van dit fascinerende I Het principe van de „pelota" is hetzelf-
's moeilijk vast te stellen. Se- 1 de. Met dit verschil dat het hart van
'ana eeuwen wordt het in het Basken-
jaaa gespeeld en al meer_ dan honderd
als beroepssport. Er wordt be-
tEr®rd dat de oude Aztekenvolken het
qyjhs kenden en dat het door de coh-
rïoces naar Spanje is overge-
bjj c"t. Men neemt aan dat dit spel
\v vroegere Indianenstammen een
°d bedrjjf was, dat regelmatig met
van een der „spelers" eindigde,
'efta ..duel" trachtten de twee spe-
elkaar te raken met een steen of
biet Uit llout gesneden „kogel", die zij
pr de hand wierpen. Men mocht dit
VoJ^etiei niet ontwijken, want dat zou
bioi c'e grootste lafheid getuigen. Men
«St Ilof- fi'QnViton to vnncon PTT ÏT10t
Van SvE *let trachten te vangen en n
v?. haat flikkerende ogen teruggooien.
g6 16 moordlust is van lieverlee vredi-
(je sportbeoefening geworden. Men ging
«en i met de' hand kaatsen, men ging
orte stok gebruiken om de bal te-
te slaan en later een uit teen ge-
at," "ten korfje met een handschoen ér-
Deze drie vormen worden in het
vasca'
a&n.
vasca" nog steeds gebruikt;
t;e 1 de hand, een stok of een „cesta",
i-qiT^orf. Het vrije veld heeft men ver-
Slot voor een door drie wanden om-
teh ruimte, de fronton.
$T.elota is nog steeds een gevaarlijk
jfjj1» dat naast grote behendigheid veel
he*cht vereist. De Basken zijn van ouds-
t0p Verzot op het uithalen van kracht-
ïioin> Vermoeiende bezigheden als
]jj,uthakken en het torsen van ondraag-
tCe lasten noemen zij sport. Zij hou-
t( ook van gevaar en adopteerden
ti&kr°m de pelota met ongekende gre-
Cjfbeid. In alle steden en dorpen ver-
t) ®h frontons en tot voor kort zagen
Via V?'e industrieën in Êilbao en Vitto-
isn u genoodzaakt een fronton te la-
bouwen omdat hun arbeiders tijdens
V, Schafttijd van niets anders wilden
\va n- In het begin van de vorige eeuw
dit spel zo populair dat enkele spe-
'sn -mUn sPort tot hun beroep maak-
t0A" Er werden scholen opgericht, waar
stP .^tige „pelotaris" al van bun acht
rQp laar af opgeleid werden. Alle be-
Z0 vsspeiers die Spanje nu nog kent zijn
vroeg begonnen.
WTe. hal waarmee gespeeld wordt is
"hg minder dan 'n eenvoudig moord-
Advertentie
*oor reizigers «aar
Ook in Nijmegen bent U thans
hartelijk welkom bij Ruteck s.
Waar U vlot en voorkomend
becteend wordt.
Wt dit gloednieuwe 17e
Ruteck's bedrijf tito het Plein
*944 (in het centrum van de
stad) zijn de prijzen voor de
lunches, diners, koffie en
andere dranken eveneens
Populair.
Zowel 's middags als 's avonds
treden internationaal bekende
orkesten op in de moderne en
sfeervolle lunchroom. Op de
1e étage bevindt zich een
intiem restaurant, waar U uit
lal van smakelijke schotels
een keus kunt maken.
Het zal ons een genoegen zijn
U daar te mogen ontvangen.
levens gevesiigd te: Amsterdam
Haarlem
Leiden
Den Haag
Rotterdam
Dordrecht
Breda
Arnhem
Utrecht
Amersfoort
lood is en de elastiekjes, zuivere caout-
chouck, die zo strak mogelijk rond het
loden hart wordt gewikkeld. Deze gum
mikogel wordt bekleed met leer en
ziet er dan op een afstand uit als een
tennisbal. Het ding is echter bikkelhard,
maar kaatst desondanks zeer fel terug.
Deze kogel suist tjjdens een goede wed
strijd met een snelheid van 375 tot 450
km per uur door de fronton en een ces-
ta-speler zou hem in de vrije ruimte
400 meter ver weg slingeren.
De muren van een fronton zijn van
graniet, want geen beton zou de moker
slagen van de pelota verdragen. De
speelruimte is 54 meter lang en 9 meter
breed. De spelregels van pelota vasca
lijken een beetje op die van tennis. Men
kan een „enkel" of een „dubbel" spelen.
De bal moet van de service af tegen
de korte wand van de fronton kaatsen
en dan binnen bepaalde lijnen terugke
ren, of onmiddellijk teruggeslagen wor
den. Het tempo ligt veel hoger dan bij
tennis. Vooral wanneer met de „cesta"
wordt gespeeld. De cesta is een halve
maan-vormige smalle korf, die met een
leren handschoen aan de hand wordt
bevestigd. Het geval is een halve meter
lang en ziet er uit als een grote, rieten,
holle banaan. De bal die hiermee wordt
weggeslingerd krijgt een enorme snel
heid. Bij de goede spelers lijkt deze korf
een natuurlijk verlengstuk van hun arm.
En het publiek gokt, als gold het een
paardencóursê. Bookmakers schreeuwen
de noteringen van de verschillende spe
lers rond. Grote bedragen gaan er per
spel om. In Madrid soms 50.000 pesetas.
Maar langzaam komt er in Spanje
de klad in dit luidruchtige bedrjjf. Want
de Spaanse frontons kunnen hun spe
lers ten hoogste een maandsalaris bie
den van 10.000 pesetas. De laatste ja
ren is dit spel in korte tijd zeer popu
lair geworden in de zuidelijke streken
van Amérika, vooral in Florida, waar
jaarlijk# nieuwe fro'ntops verrazen. En
die zuigen alle goede Spaanse spelers
weg. Per avond verdient een goed pro
fessional in Miami bijvoorbeeld 800 dol
lar Contractsalarissen van 1500 dollar
per maand zijn geen uitzondering. En
Spanje is het enige land dat goede spe
lers in voorraad heeft. Van de 36 spe
lers die een van de grootste Spaanse
impresario's, Theodoro Jauregui, tot zijn
beschikking heeft, vertrekken er deze
maand niet minder dan veertien naar
Miami en Palmbeach. Spanje moet het
met de nogal schamele rest doen en
daar gaan weinigen naar kijken.
Advertentie
GEEN 220 VOLTDEKEN, maar..',;".
i*
Koude, vochtige bedden gebruik van
te veel bovendekens lekkende kruiken
enz., enz.
met de
met transformator op 5 standen regelbaar.
Gelieve mij vrijblijvend te zenden
uw uitgebreide folder over de
ERIK-zwakstroom onderdekens.
Straat:
Plaats: TMP
w
O Y. +YlVlMvlfc ji.
11 HEEREWEG 7
li LIS SE Tel. 02530-3185
De Basken spelen „pelota vasca" ook met een soort slaghout, dat bij het begin
van de wedstrijd net als bij het schermen wordt gekruist.
(Van een medewerker)
T n de jongste Troonrede kondigde de
I regering een nota aan over de be-
zitsvorming. En het is met dit zo
als met meerdere andere punten: dat
de regering het niet bij woorden laat,
maar deze spoedig door daden doet
volgen. Zo is dus op 6 november van
dit jaar verschenen een „nota over de
hoofdlijnen van het in de eerstkomende
jaren te voeren beleid ter bevordering
van de vorming van duurzaam per
soonlijk bezit in brede kring". Deze
wat brede omschrijving geeft vrij
nauwkeurig weer wat sinds een grote
reeks van jaren meer in het bijzonder
in het katholieke kamp leefde als idee
die zou kunnen bijdragen tot vernieu
wing van ons maatschappijbeeld.
Meer en meer zijn we gewend ons
land welvarend te noemen, en we mo
gen met een zekere trots ervan getui-
gep, dat in Nederland een massale
armoede meer wordt geleden; dat ook
de werknemers behoorlijk gekleed
gaan, behoorlijk gehuisvest zijn en re
delijk goed gevoed zijn. Door een stel
sel van sociale zekerheidsmaatregelen
is tevens de garantie geschapen van
een zeker niet al te laag minimum
bestaan in geval van arbeidsonge
schiktheid of werkloosheid, zij het dan,
dat ten aanzien van de arbeidsonge
schiktheid tengevolge van invaliditeit
er nog zeer beslist wensen zijn. En
toch, wanneer men zo in gesprek is
met arbeiders, zelfs met hen die gere
kend kunnen worden tot de beter be
taalde arbeidskrachten, ondervindt men
men meer dan in woorden tot uitdruk
king is te brengen, dat er nog altijd een
gevoel van onzekerheid bestaat, een
soort vrees van: als er eens „wat" ge
beurt, zijn we direct op anderen aange
wezen. En met dat „wat" wordt dan
vooral gedoeld op gevallen van langdu
rige ziekte of langdurige werkloosheid,
maar ook: extra hoge eisen, die in het
moderne gezin kunnen groeien, studie
van kinderen, noodzakelijke hulp bij de
vestiging van een zaak, of anderszins.
En daarbij komt, dat de sociale zeker
heden en met name die van de oude
dag, zoals boven gezegd, niet meer zijn
dan minimum-garanties.
En tenslotte is er het sociaal-psycho
logisch verschijnsel, dat onder de werk
nemers veelal het gevoel heeft, dat zij
de mensen zijn, die met een minimum
worden afgescheept, terwijl bij „ande-
Göteborg, aan de brede monding van
de Göte AlV, is het stiefkind onder
de Zweedse steden. Haar internatio
nale aanzien, cultuur en atmosfeer wijken
sterk af van het vaderlandse karakter, en
dat heeft elders in het land nogal wat kwaad-
bloed gezet. Met name in Stockholm,
waar men smalend spreekt van: „Het
vissersdorpje, daar ginds aan de west
kust". De 380.000 inwoners van Göteborg
verwerken opmerkingen als deze met een
glimlachje. Zij kennen de grote economi
sche betekenis van hun stad. Zij zijn zich
er zeer wel van bewust, dat zij de belang
rijkste havenwerken van heel Scandinavië
hebben, hun kunstleven dat van Stockholm
overtreft en hun woonplaats haar bijzondere
charme en schoonheid dankt aan een unieke
ligging op rotsen en aan zee, wat eens de
beroemde Zweedse botanicus Linnaeus in
spireerde, toen hij Göteborg, met de hand
op het hart, „de schoonste onder alle 's rijks
steden" noemde. Maar al mogen zij dan
in tal van opzichten verschillen met hun
landgenoten, zij zijn onmiskenbaar solidair
als het gaat om de beoefening van een
nationale deugd; hevig en langdurig trans
pireren in de bastu, de Zweedse sauna,
waarin een abominabele hitte wordt onder
broken voor een rigoreuze afkoeling en
waar een geweldige uittocht van leger
scharen bacteriën plaatsvindt. Göteborg
bouwde er het Valhallabadet voor, eën
reusachtige badtempel waarin zijri bewo
ners allemaal op hun tijd zich als „zweet-
Zweden" gedragen.
In Zweden gaat men niet zover als in
Finland, waar men zijn gasten de sauna
offreert als het meest welgevallige wat men
te bieden heeft. Men volstaat er met een
stille wenk door middel van een schriftelijke
invitatie aan de sleutel van de hotelkamer,
reclame op de balies van toeristen- en reis-
bureaux of aanplakbiljetten. Is de sauna
voor de Fin een duizend jaar oude, sacrale
plaats waar het leven tot een ritus wordt,
de Zweed gaat in zijn liefde tot de bastu
aanzienlijk minder ver. Hij haalt er een
„lichamelijk opkikkertje" uit, wat hij
noemt, gezondheidsoverwegingen.
Voor hem geldt de diepere betekenis
welke de Fin er aan hecht zeker niet. De
meeste Zweden nemen hun bastu eenmaal
per week, waarbij de zaterdag, als het
werk er op zit, veruit favoriet is. De
schoolkinderen gaan klassikaal, omdat het
een vast onderdeel van hun lesrooster is,
de ouderen op eigen gelegenheid, als zij
tenminste niet in het bezit zijn van een
privé-bastu. Op het platteland maakt zo'n
bastu een primitieve indruk. Het bad
huis is gewoonlijk gebouwd van vrij zware
balken en het dak is met mos bedekt.
Het huis bevindt zich meestal aan de
oever van een meer. In de grote steden
is de bastu echter ondergebracht in uitge
breide, hypermoderne gebouwen,
Wij hebben de goede raad, afgedrukt
op een kaartje dat de hotelportier
ons zonder enige toelichting over
handigde, opgevolgd en in Valhallabadet
een bastu genomen. Romeinse krachtpat
sers als Caracalla en Diocletianus waren
er al weg van, stond op het kaartje, en
dit prikkelde onze nieuwsgierigheid. Tegen
betaling van zes kronen (ongeveer ƒ4.15)
wat ons behalve tot de bastu ook toegang
tot het „Romerskt" oftewel Romeins bad
gaf, sloten wij aan in de rij van manne
lijke badiustigen om onze handdoeken en
zwembroekje in ontvangst te nemen. Ver
lichte pijlen wezen ons de weg naar het
omkladingslokal. Als mannen onder elkaar
is men daar volkomen sans gêne, het
eerste in de bastu, waar de vreemdeling
aan wennen moet. Hij djkt schichtig rond,
om zich er van te overtuigen, of het nu
echt wei moet en het niet de bedoeling is
om het zwembroekje aan te trekken, in
plaats van het samen met zijn kleding in
het kastje op te bergen. Het broekje dient
echter voor hem, die in aansluiting op de
bastu wil zwemmen, maar het nu reeds
bleek. De bastu had nog iets speciaals in
petto, een pijnlijke verrassing, die zich na
een bocht in de gang aan onze blote voeten
uitstrekte: een bassin ter grootte van een
normale huiskamer, gevuld met rimpelloos
water, waarin kleine miniatuur-ijsschotsjes
ons niet ontgingen. We huiverden en aar
zelden.Er langs of er overheen was
niet mogelijk. De weg naar de volgende
etappe-plaats liep door het bassin. In Val
hallabadet is men op reacties als de onze
kennelijk berekend. In de gruwelijke fractie
van een seconde, dat wij boven het diep
groene water zweefden, beseften wij dat de
forse schouderduw van een „onzichtbare"
badman bij het bedrag van zes kronen
moet zijn inbegrepen. De volgende gewaar
wording was ontzettend. Een snijdende kou
joeg van hoofd tot voeten, een kwelling
Trap der transpiratie.
aantrekken betekent zondigen tegen de
regels, die door de Zweden fluitend en zin
gend worden opgevolgd. Het kritieke mo
ment is dan ook, als men met haastige
bewegingen de laatste bedekselen heeft af
gelegd en zich in volledig Adamscostuum
op pad zal begeven. Omdat echter niemand
op iemand let, berust de nieuweling snel
in zijn lot, om het tenslotte even gewoon
als vanzelfsprekend te vinden. Dan begint
het, ritueel dat voor ons de allure had van
een zeldzaam avontuur, een ongekende be
levenis, waarbij wij ons nu eens als een
super-held, dan weer als een beklagens
waardige lafaard voelden.
Het begon met een intensieve waspartij
in de tvattrum, een geweldige ruimte met
wasbakken, die men niet eerder mocht ver
laten, alvorens een üskoude douche het
lichaam op de juiste temperatuur had ge
bracht voor de z.g. voorverwarmingska-
mer. Hier werd het menens, dat kon men
aan alles zien. Een grote weegschaal re
gistreerde voor het laatst het oude ge
wicht. Achter de glazen wanden ontdekten
we twee ruimten van dezelfde afmetingen,
beide voorzien van een amphitheater met
acht uit lange, dunne latten bestaande tre
den. Alleen de opschriften boven de toe
gangsdeuren verschilden. Het ene luidde
torr-bastu, of te wel droge hitte, het andere
vatt-bastu, wat neerkwam op een vochtige
warmte. Wij lieten onze keuze vallen op
liet tórr-bastu, wat ons als beginneling het
meest lokte.
Wij traden binnen, behoedzaam en voor
zichtig als verwachtten wij iets verschrik
kelijks. En inderdaad, het eerste moment
was het alsof onze adem in de keel stokte.
Een geweldige hitte viel op ons neer, zwaar
en droog, zoals op het simpele bordje stond
aangegeven. Snakkend naar lucht vielen
wij neer op de eerste trap van het amphi
theater, de handen plat op onze borst,
waarin alles scheen tegen te werken. De
moeilijkheden duurden slechts even, lang
zaam maar zeker pasten wij ons aan een
temperatuur van 80 graden Celsius aan, die
nog hoger werd naarmate men steeg
op het amphitheater. Wij brachten het tot
de vierde trede. Hier beleefden wij de grote
uittocht.van al het kwade, dat zich in de
poriën verzamelde om te worden wegge
spoeld. Het kleine druppeltje dat langzaam
over onze rug naar beneden kroop, was
er de voorbode van. Overal op onze huid
ontsprongen geheimzinnige bronnen, beek
jes begonnen te vloeien, uitlopend in brede
rivieren met stroomversnellingen, de boze
sappen reddeloos met zich meevoerend.
Alleen voor uitblinkers
We waren enthousiast en leunden be
haaglijk achterover tegen de vijfde
trede, nu volkomen op ons gemak
en vertrouwd met de rustige, men zou
haast zeggen vredige sfeer in het torr-
bastu. Achter ons lagen de Anderssons en zonder weerga. Half versuft stegen we naar
de Johanssons als doorgewinterde bastu- de oppervlakte en kwamen gelukkig dicht
gangers broederlijk naast elkaar op dé 1
zesde trede, een soort demarcatielijn in
deze bastu. De twee treden er boven had
den in onze ogen iets onheilspellends en
gevaarlijks en leken uitsluitend geschikt
voor „uitblinkers". De eenzame Zweed, die
wij omringd door dichte stoomdampen op
de bovenste trede zagen zitten, moet ook
echt wel hot-proof" zijn geweest. Hij zat
daar met een rood en gezwollen gezicht,
alsof hij uren voor een kachel had „gepoft",
zoals dat in de volksmond heet. Zijn hou
ding had iets krampachtigs en zijn gezicht
vertoonde een smartelijke uitdrukking. Het
kostte hem zichtbaar de grootste moeite,
maar hij hield dapper vol en met succes.
Wat bij ons beekjes en rivieren waren,
leken bij hem bandjirs en vloedgolven. Zo
nu en dan diende hij zichzelf vinnige
klapjes toe en liet hij een lange, diepe
zucht alsof er stoom moest worden afge
blazen.
bij het verlossende trapje aan de overkant
boven, eerlijk gezegd verbaasd dat ons
hart déze krachttoer zonder meer had door
staan.
e grote finale, een intensieve was
beurt, bood echter alle gelegenheid
om, zoals dat heet, bij te komen.
Openbare bastu's mogen dan nergens ge
mengd zijn, het personeel is bijna overal
vrouwelijk. Zorgvuldig geselecteerde da
mes en dit ter geruststelling wier
leeftijd ver gevorderd is, nemen uitsluitend
de houders van ,,Romerskt"-kaarten duch
tig onderhanden. Zij wrijven en boenen tot
hun „cliënt" er genoeg van heeft, zijn
roodgeboende huid laat bedekken door een
witte, majestueuze mantel, om even later
op de weegschaal een verlies van minstens
twee pond te constateren.
Eenmaal weer buiten in de openlucht,
voelt hij zich een totaal ander mens. Het
'ie het torr-bastu met al zijn sensaties
verlaat, komt via de pijl opnieuw bij
een koude douche, die hem echter
niet kan verontrusten. Het water loopt sis
send en bruisend langs zijn gloeiend hete
rug, die de overgang van warm naar koud
niet onmiddellijk kan verwerken. En toch
is dit noodzakelijk, zoals ons even later
Ben ik afgevallen?
is alsof er een grote uitbreiding en her
groepering van krachten heeft plaatsgevon
den, Men krijgt de neiging om alles om
te trekken of op te tillen en men wordt
serieus gevaarlijk door een grenzeloos ver
trouwen in eigen kunnen.
Rustig eten en drinken is het onofficiële
verlengstuk van de bastu. Wij kozen daar
voor het sfeervolle havencafé „Fregatten",
waarin de sterke arm van de wet de orde,
netheid enmatigheid regelt. Tussen
de tafeltjes door schrijdt elke dag waardig
en trots een politieagent, die iedereen
scherp in de gaten houdt en direct bereid
is om te straffen met uitzetting. Een bru
tale, uitdagende blik, een simpel woord dat
hem niet bevalt, een glaasje dat naar zijn
mening de grens van het toelaatbare over-
schrijdt, is al voldoende om de bezoeker
met een dreigende beweging van zijn vinger
de deur te wijzen.
"ij maakten een praatje met hem, en
zo op het oog leek hij toch echt geen
kwade kerel. Het verhaal over onze
heldendaad in Valhalla, de, verschrikkelijke
onderdompeling in het ijsbad, maakte echter
niet de minste indruk op hem. De agent
haalde minachtend de schouders op. In zijn
ogen was onze belevenis kinderspel. Nee, wat
nij deed, dat was pas het grote werk. Hem
kon je 's winters aan de kust vinden ais
het water tussen de rotseilandjes was
dichtgevroren. Vlak bij de bastu hakte men
dan een gat in het ijs, waarin hij zijn brede
korpus zonder aarzelen liet zakken, een
onderdompeling in hartje winter, bij 20,
zelfs 30 graden onder nul. Nee, wij moes
ten het maar van hem aannemen, bij zijn
ijsbad vergeleken was dat van ons in hel
goed verwarmde Valhallabadet echt niet
meer dan een lauw spoelseltje.
HAYE THOMAS
-ren" als vruchten mede van hun werk
nemersaandeel in de onderneming, een
bezitsvorming kan plaatsvinden, die
sohrs het reuelijke overschrijdt. Terecht
verdedigen we het maken van grote
winsten in ondernemingen, omdat van
daaruit de nieuwe investeringen moeten
geschieden, zoals het bouwen van nieu
we fabrieken, de aanschaf van moderne
machines, enz., waaruit op haar beurt
nieuwe werkgelegenheid voortspruit.
Maar het persoonlijk'prorijt van dat gro
te bezit ontgaat tot op het ogenblik de
werknemers vrijwel geheel. We hebben
dezer dagen weer net merkwaardige
staaltje m de krant gelezen van een
groep commissarissen, die met belas
tingvrije douceurtjes van 25.000,- en
meer per jaar worden verblijd. Het mag
niet verbazen, dat zulke dingen verbit
tering wekken.
Nu is het met deze kwesties zoals
met vele verbeteringen, die zich
de laatste halve eeuw hebben vol-
ti unxen; men moet niet verwachten,
dat door middel van een of andere wet
of van een of ander besluit deze zaken
kunnen worden gecorrigeerd ten gunste
van allen. Ook nier heoben we te doen
met een groeiproces. Er zijn nog men
sen, ook overigens heel brave christe
nen, die menen dat het allemaal volko
men in orde is. Zij zijn toch de geïnte
resseerden in die of die onderneming,
zjj zjjn het toch die met hun geld aan
vankelijk de goede bedrijfsresultaten
hebben mogelijk gemaakt, zij waren en
zijn het, die door hun goede relaties de
verkoop op een hoger peil hebben ge
bracht, zij met hun scherp inzicht en
goed zakenmanschap hebben een be
heer kunnen bepalen, waardoor dit
prachtige resultaat mogelijk werd. Dit
is allemaal goed en wel, maar het blijft
onaanvaardbaar, dat voor de individu
ele medewerking van zulke, natuur''jke
knappe, mensen vaak voor een betrek-
kelfik geringe prestatie vele tienduizen
den worden uitgekeerd, terwijl over de
lonen van de economisch zwaksten
wordt gedelibereerd over tiende procen
ten. Maar nogmaals, dit alles is niet te
veranderen in een handomdraai of door
middel van een of ander besluit. Hier
zal een groeiproces van twee kanten
moeten plaatsvinden.
Er zijn thans geen werkgevers meer,
die van oordeel zijn, dat het er niet op
aankomt, hoe lang men een arbeider
laat werken, of dat men hem moet la
ten zitten in een krotwoning, of hem
een willekeurige fooi in zijn handen mag
drukken bij wijze van loon. Toch heb
ben we die situatie gekend. Hier is, en
waarachtig niet alleen met de wet in de
hand, een wijziging ontstaan in het den
ken en in het inzien. We twijfelen er
geen seconde aan, dat ook ten aanzien
van het medebeheer en het mede-bezit
van de ondernemingen door de werkne
mers een wijziging zich aan het voltrek
ken is, die uiteindelijk zal resulteren in
de dóór elk gezond denkend mens ge
wenste situatie.
Maar ook bij de werknemers zal een
inzichtswijziging moeten plaatsvinden.
Zij zullen moeten begrijpen, dat niet elk
inkomen consumptief kan worden aan
gewend. Zij zullen moeten leren te be
zitten, te beheren. Het mag niet verba
zen, dat deze geestelijke eigenschap
over het algemeen zeker nog niet het
bezit is van "de werknemers. Laten we
niet vergeteh, dat het voor het eerst in
de wereldgeschiedenis is, dat we over
medebezit aan arbeiderszijde spreken.
Gedurende 2000 jaar westerse bescha
ving was op een of andere wijze de
werknemer altijd de onderliggende par
tij. En heel het spraakgebruik, zowel in
de werknemerswereld als in die van de
„andere" partijen getuigt nog van on
voldoende wederzijds begrip. Hier zal
zich derhalve een ontwikkelingsproces
moeten voltrekken langs een weg van
geleidelijkheid.
We zijn van oordeel; dat reeds de vo
rige regering en met name staatssecre
taris Drs. Schmelzer daartoe een kost
bare bijdrage heeft geleverd in de
Jeugdspaarwet. Daar was de inzet niet
de vorming van duurzaam bezit, daar
was de inzet de geld- en spaargewoon-
ten van de jeugd te helpen wijzigen.
Een langzaam aan wennen aan het feit,
dat een stuk van het inkomen opzij ge
legd moet worden. Het nieuw voorlig
gende plan beoogt wel degelijk een ex
tra prikkel te geven aan de vorming
van duurzaam bezit. Wie nu als bezit
loze kans ziet om gedurende 5 jaar
400,opzij te leggen, krijgt aan het
eind van deze rit behalve zijn normale
spaarbankrente nog eens 20 pet of 1
jaar besparing extra. Dat is tenminste
als start de moeite waard. Het wordt
dan inderdaad een bijdrage in een ge
voel van grotere persoonlijke vrijheid.
We begrijpen, dat deze nota verschil
lende reacties heeft opgeroepen. De
linkse pers is vol zure, hatelijke opmer
kingen, al kunnen we ons niet onttrek
ken aan het gevoel, dat hierachter een
zekere jaloezie steekt: waren wij maar
eerder met deze gedachte gekomen.
Maar er zijn opmerkingen, die het kri
tisch overwegen waard zijn. We den
ken daarbij vooral aan de afwezigheid
van spaarmogelijkheid bij de mensen
met de lage en de laagste inkomens.
We achten deze zaak wei zo belangrijk,
dat we hierop in een volgende beschou
wing willen terugkomen.
Advertentie
UW METGEZEL IN ELK SEIZOEN
Bij krjebelhoest en opkomende verkoud
heid vlug een paar Pottertjes in de mond.
Dit voorkomt veel narigheid i Geven een
frisse adem na een cigaret of een borreltje.
In har
platte doosjes a 55 c
I". II "HUL «,V. KILVXKSUM
ZONDAG 22 november: 27e zondag na
Pinksteren; eigen mis; 2 geb. H. Cecilia-
credo; pref. v. d. H. Drièëéhheid; groen.
MAANDAG: H. Clemens, paus-martelaar;
mis Si diligis; róód. DINSDAG: H. Joan
nes van- het Kruis, belijder-kerkleraar;
mis In medio; 2 geb. H. Chrysogonus;
credo; wit. WOENSDAG: H. Catharina,
maagd-martelares: mis Loquebar; (Utrecht:
credo)rood. DONDERDAG: H. Silvester
abt; eigen mis; 2 geb. H. Petrus; wit!
VRIJDAG: Mis van zondag; groen. Haarlem:
H. Albricus, bisschop-belijder; mis Sacer-
dotes; wit. Den Bosch: H. Oda. maagd;
mis Vulturo; wit. Breda: H. Aehanus. bis
schop-belijder; mis Sacerdotes: wit Roer
mond: K. Amelberga, maagd: mis Dilixisti;
wit. ZATERDAG: Mis van O L Vr op
zaterdag; (Roermond: 2 geb H Oda)-
pref. van O. L. Vr.; wit. ZONDAG 29
november: le zondag van.de Advent;
eigen mis: credo; pref. v. d. H. Drieëen-
heid; paars.