Vermeerdering
geloofskennis
In Haifa leidt Tobias Friedmann de jacht op
de bloedhond
van Europa
E
Lijf december
's Lands Kroniek-
Intendant van
HERVATTING VAN NEURENBERGS PROCES?
m
Slotzusters
Albert van Dalsum
Naar stichting van
een astmacentrum
Een baldakijn voor
de koningin
V
Jhr. Mr. C. Dedel
ZATERDAG 5 DECEMBER 1959
PAGINA 5
55
55
4Lj asters achter slot en grendel
Luistert naar mijn goede raad:
Zegt geen dingen aan de wereld,
Die de wereld niet verstaat.
Bakschipper uit Urk
verdronken
an Dalsum moet gelauwerd
worden,
de wereld is een schouwtoneel,
zijn leven werd een zinrijk spelen,
geen rol vroeg ooit zijn kunst
te veel.
Beurzen opera-opleiding
IK
iiiiiiiiiiimiiHiimmiiuiimiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiimmiimii
Waterdamp rondom
planeet Venus
Sinterklaas is anders in Friesland Ver
momde Sundeklazen Halers, geen brengers
-
Iedereen, zo mag men toch wel
aannemen, maar zeker elke
Christen weet, dat de heden
daagse mensheid een geloofscrisis
doormaakt van een omvang en een
intensiteit, zoals tot dusver in de ge
schiedenis niet is voorgekomen. In
feite en zonder gevaar voor overdrij-
v*ng mag men stellen, dat het „voor
df tegen Christus" de inzet is van
de strijd der geesten in de tegen
woordige wereld. De voorspelling
van de oude Simeon: „Deze is ge
steld tot een teken van tegenspraak"
's in onze dagen tastbare werkelijk
heid geworden. Elke Christen, voor
Wie het geloof geen woord zonder
mhoud is, ervaa-rt aan den lijve de
Waarheid van Jezus' uitspraak, dat
de dienaar niet beter is dan zijn
heer. Hij zal zich daarom moeten
afvragen, cf hij de moed heeft van
Ain overtuiging, of hij het aandurft,
Zelf in deze wereld een teken van te
genspraak te zijn.
Elk jaar opnieuw vieren wij met
Pasen de verrijzenis van de Heer.
Zonder Christus' opstanding uit de
dood heeft ons geloof geen zin. Sint
Paulus wijst uitdrukkelijk daarop.
Maar de zekerheid van die opstan
ding is voor ons een zuivere geloofs
kwestie. Daarop baseren wij onze he-
le levenshouding. En met dat geloof
df°et „de wereld overwonnen wor
den". Christus heeft de voorzegging
van Zijn verrijzenis waar gemaakt
Gh daarmee tevens alle bestaans
recht ontnomen aan ook maar de
hfinste twijfel over de goddelijkheid
van Zijn persoon en leer. Wij, Zijn
Wflgelingen, staan met deze opvat
ting alleen in een vijandige wereld.
Daar komt nog bij, dat wij ervan
°vertuigd zijn, enkel en uitsluitend
van het Christendom de redding der
Wereld te mogen verwachten.
Terwille van deze overtuiging wor
den wij tegenwoordig of* bestreden
°f niet au sérieux genomen. In zeke
re zin is dat onze eigen schuld. Orn
aat de eenheid tussen leer en leven
d'j ons te vaak ontbreekt. Beoor
deeld naar de levenshouding van de
doorsnee-Christen acht men de pre
tenties van zijn leer belachelijk. Die
redenatie gaat niet op, daar is geen
twijfel aan. Maar ze ligt wel voor de
nand en is niet helemaal onrechtvaar
dig. Van wie zulk een goddelijke leer
aanhangt, mag men toch immers
Wel verwachten, dat hij op zijn
[hinst tracht ernaar te leven. Het
daarom juist te zeggen, dat de
Christenen zelf voor een zeer groot
deel verantwoordelijk zijn voor wat
duitenstaanders over hun godsdienst
denken.
Gelukkig breekt dit besef hoe
langer hoe meer door. Het
brengt echter tevens op be
schamende wijze aan het licht, wel
ke betreurenswaardige afmetingen
de godsdienstige onverschilligheid
'n eigen kring heeft aangenomen.
Ens grote probleem in deze tijd is
daarom de verdieping van het ge-
'°ofsleven en het tegengaan van de
geloofsafval.
Men is het algemeen erover eens,
dat de traditieonele levenshouding
['an de Christenen geen partij meer
's voor de mentaliteit der moderne
Wereld. Men kan dit verstaan in on-
geveer dezelfde zin als het herhaal
delijk beklemtoonde feit, dat men
diet mag verwachten met een ka-
wchismuskennis der lagere of zelfs
daiddelbare school in staat te zijn
een houding te vinden tegenover de
Problemen, waarmee men op weten-
Bchappelijk-volwassen leeftijd in
aanraking komt. Het eerste vereiste
's en blijft daarom het vermeerde
ren der geloofskennis. Hoe dan ook!
Aan geschikte lectuur daarvoor
's gelukkig geen gebrek. Wie op de
hoogte is van wat er op dit gebied
'h woord en geschrift aan geletter
den zowel als aan minder ontwikkel
den wordt geboden, zal ons zeker
hdzeggen, dat daar de moeilijkheid
diet ligt. Het is veeleer een gebrek
aan belangstelling, een verzwakking
v'an de godsdienstige geest, een te
rugdringen en beperken der gods
dienstigheid tot de korte tijd die
daen, vaak nog slechts uit een res-
'ant van vaag plichtsbesef, eens per
^'eek in de kerk doorbrengt.
In de opvatting van zeer velen is
het Christendom alleen maar een
'evens- en wereldbeschouwing, een
'eer zoals talrijke andere.
Maar het Christendom is veel
Deer dan dat. Het is vóór alles een
evenshouding, een héél leven. Het
R?%t en wijzigt de mens in zijn
diepste wezen, het maakt hem totaal
dnders.
Altijd en overalDe eenmaal ge
doopte mens wordt door het ontvan
gen van het eerste Sacrament lid
maat van het Lichaam van Christus,
}n en door en met Wie hij voortaan
eeft en werkt. De verantwoordelijk
heid, die deze bevoorrechting op on-
?e schouders legt, is ontzagwek
kend. Niet alleen voor ons zelf,
haaar eerst en vooral ten aanzien
^an de hele mensheid. Want ons
deelgenootschap aan Christus' god
delijk leven maakt ons tevens tot
deelgenoten aan Zijn voortgezette,
Universele verlossingstaak. Dat leert
dós het geloof. Maar juist dit geloof
Ijent men helaas veel te weinig,
'herin verbetering aan te brengen
Ja dat zonder de minste twijfel „das
Eebot der Stunde".
Eet onlangs gestichte toporgaan voor
Ee astmabestrijding in Nederland, de
jWderlandse Astma Stichting, heeft op
nieuw een belangrijke stap gedaan in
,,e richting van een verdere coordina
te van de bestrijding van het astma.
;h een vergadering van het hoofdbe
stuur is de medische raad van deze
hchting geïnstalleerd.
o Ee voorzitter, jhr. mr, A. Feith, deel-
de in zijn installatierede mede, dat de
^hchting in de korte tijd van haar be
gaan allerwegen veel steun en mede-
Werking heeft ontvangen, o.a. in de
>°rm van financiële bijdragen van het
bedrijfsleven, waaronder zeer grote.
£wt eerste doel der Nederlandse Astma
^hchting, zijnde het vormen van een
Centrum, waarin organisaties, die zich
]Eet de bestudering en met de behande-
'ng van het astma en van de lijders
.?h deze volksziekte samenwerken, is
"lans praktisch bereikt.
EICHMANN'S achtervolger
HAIFA, dec. Sheivat-Tsion, de Terugkeer naar
Zion; zo heet de weg, die ons van de haven om
hoog voert, langs de hellingen van de Karmel, naar
het sociale en culturele centrum van Haifa. De hart
ader van de stad is de Herzlstraat. Da„r vindt men de
mooiste winkels en de grootste bioscopen. Elke straat,
die in dit centrum van noord naar zuid loopt, is eigen
lijk een nieuw terras. De gebouwen aan de westelijke
kant moeten als het ware op hun tenen staan om het
niveau van de straat te bereiken. Aan de oostelijke
kant daarentegen heeft het de grootste moeite ge
kost om voldoende parterre-vertrekken in de flanken
van de berg te drukken. Het is altijd druk in de Herzl
straat en zeker op dit ogenblik, nu de ochtendzon nog
mild en matig is. Tussen twee winkels aan de west
kant bevindt zich de toegang tot een grote flat, die
zich hoog boven de winkels en de bioscopen verheft.
Wij beklimmen een paar trappen en bellen aan. Enkele
ogenblikken later zitten wij tegenover Tobias Fried
mann, een tengere man met een brede, kalende sche
del. Hij is president en directeur van een merkwaar
dige instelling, het Historisch Instituut voor de Op
sporing van Nazi-oorlogsmisdaden. Aan de ene kant
is het een soort particulier instituut voor oorlogs
documentatie, maar aan de andere kant beweegt het
zich nadrukkelijk, en niet zonder succes, op het ter
rein van het gerechtelijk vooronderzoek. Negen van
de tien berichten, die in de wereldpers verschijnen
over de affaire-Eichmann, vinden op de een of andere
manier hun oorsprong in de sobere kantoorkamer,
waar wij ons bevinden. Over de jongste ontwikkelin
gen in de zaak-Eichmann wil Friedmann, die zelf
afkomstig is uit Oostenrijk, liever niet veel zeggen.
Iedere mededeling kan per slot van rekening een na
delige invloed uitoefenen op het opsporingswerk. En
dat zou Friedmann bijzonder betreuren, want Eich-
mann is het grote wild, waarop hij nu al jaren jaagt;
zó groot zelfs, dat men zich volgens Friedmann
ernstig kan afvragen of voor Eichmann, wanneer hij
gevangen wordt, het Internationaal Militair Tribunaal
van Neurenberg niet weer bijeen moet komen.
Tobias Friedmann werkt verder op
de grondslagen, die in 1943 door de
Haganah, de voorloper van het Isra
ëlische leger, zijn gelegd. In dat jaar
is er namelijk een speciale afdeling
gesticht voor het opsporen van misda
den tegen het Joodse volk. Toen de
oorlog afgelopen was, heeft deze afde
ling een tijdlang een filiaal gehad in
Wenen en daar is toen een lijst met
700 namen van oorlogsmisdadigers op
gesteld, die via de Jewish Agency aan
de Britse regering te Londen ter hand
is gesteld. Van deze 700 delinquenten
heeft men er ongeveer 150 gearres
teerd en veroordeeld. Het vermoeden
bestaat, dat een vrij groot percentage
van de resterende 550 thans nog in de
communistische landen verblijft.
Het is dus niet de bedoeling van de
Haganah geweest eigen rechter te
spelen. Men wilde de delinquenten
zeer bepaald voor de rechter bren
gen en uit hun eigen mond vernemen,
hoe al deze sinistere aanslagen op
het Joodse volksbestaan zich hebben
afgespeeld. In vele gevallen immers
zijn er geen Joodse overlevenden, die
over de donkerste diepten van het
Hitler-rijk kunnen rapporteren. Het
enige, wat men terwille van de histo
rie nog kan doen, is het ondervragen
van de beulen. De strafmaat is dan
niet eens meer van primair belang.
„Wij weten heel goed," zegt Tobias
Friedmann, „dat de meeste oorlogs
misdadigers, die thans in West-Duits-
land worden veroordeeld tot 20 en 25
jaar gevangenisstraf, na een jaar of
drie weer op vrije voeten komen. Waar
het om gaat, is dat de bondsregering
met zo'n half miljoen oud-SS-ers zit en
dat zij ernstig van plan is door het
aanspannen van enkele processen de
Duitse jeugd te laten zien, wat het oude
regime op zijn geweten heeft. Vandaar,
dat de Westduitse justitie, en dan voor
namelijk de Zentralstelle der Landes-
justizverwaltungen in Ludwigsburg,
thans met de vervolging is begonnen
van 300 a 400 voormalige Gestapo-chefs
en SS-of£icieren. Zij doet regelmatig
een beroep op mij voor het verschaffen
van inlichtingen en het verzamelen van
getuigenverklaringen'. Nogmaals: ik
weet, dat de strafmaat in Duitsland
niet het voornaamste is, maar dat is
zij voor mij ook niet en daarom speel
ik dit spel gaarne mee."
Een wat groezelige kaart van Euro
pa hangt aan de rechterzijde van
Friedmann's schrijfbureau. Ruwe
gekleurde cirkels geven de plaatsen
aan, waar zich de „Shoa", de Joodse
ondergang, heeft voltrokken. Ausch
witz, Maidanek, Sobibornamen, die
het oor treffen als een vloek.
Naast de kaart is een reeks cij
fers aangebracht en daarachter staan in
Hebreeuwse karakters de namen van
achttien Europese landen aangegeven.
Voor de oorlog woonden in die acht
tien landen, aldus de statistiek van
Friedmann, 9.737.500 Joden. Daarvan
zijn er door de nazi's 6.061.000 omge
bracht. Een van de voornaamste be
werkers van dit onheil, door Friedmann
„de bloedhond van Europa" genoemd,
is de lang gezochte en nog altijd niet
gevonden Eichmann.
Er doet een hardnekkig verhaal de
ronde, dat Adolf Eichmann in Palesti
na geboren is. In het volumineuze Jood-
se epos „Exodus" van Leon Uris kan
men dat verhaal ook lezen. Maar het
is niet juist. Eichmann is op 19 maart
geboren te Solingen in het Rijnland. Hij
had vier broers en een zuster. Op vrij
jeugdige leeftijd verhuisde hij met het
hele gezin naar Linz aan de Donau.
Later beroemde hjj er zich op, dat
hij daar op school dezelfde geschiede
nisleraar heeft gehad als Adolf Hitler.
Na de technische school kreeg Eichmann
een baantje bij een oliemaatschappij.
Als vertegenwoordiger tufte hjj op zijn
motorfiets door Opper-Oostenrjjk. Hjj
trad ondertussen toe tot de illegale na-
tionaal-socialistische partij in Oostenrijk
en als zodanig werd hij o.a. een goede
bekende van de Linzer advocaat Kal-
tenbrunner. Eichmann's werkgevers
schenen deze relaties niet op prijs te
stellen en zij stuurden hem in 1932 de
laan uit.
Hjj trok nu over de Duitse grens en
trad daar toe tot de SS. Tobias Fried
mann heeft zowel zijn partij- als zijn
SS-nummer zorgvuldig geregistreerd:
respectievelijk 899895 en 45326. Eich
mann was een poosje actief in het Oos
tenrijkse Legioen, een militante organi
satie van uit Oostenrijk gevluchte na-
tionaal-socialisten, en ontving vervol
gens in Dachau een volledige SS-oplei-
ding. Van 1934 tot 1937 was hij verbon
den aan het SD-Hauptamt te München.
Hij werd ingedeeld bij de afdeling „Ju-
dentum und Zionismus" en kreeg in
1936 de leiding van een museum, waar
in de SS allerlei Joodse curiosa bij
elkaar had gebracht.
Friedmann bezit een brief, waarin
namens de SS aan de rabbi te Mün
chen wordt gevraagd tegen betaling
van 3 Rijksmarken per uur He
breeuws en Jiddisch te leren aan „Re
ferent" Adolf Eichmann.
In september 1937 speelde zich de
episode af, die tot zoveel verwarring
heeft geleid. Eichmann en een collega-
SS-er, Hagen, werden ter voltooiing van
hun opleiding naar Palestina gestuurd.
Zjj gaven zich uit als redacteuren van
de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Zij
arriveerden in Haifa, maar de autoritei
ten van de Britse mandaatsregering
lieten zich niet om de tuin leiden en
brachten de beide heerschappen reeds
na drie dagen over naar Cairo.
Na zijn terugkeer in Duitsland, in
1938. werd Adolf Eichmann bevorderd
tot Obersturmführer en in Berlijn be
last met de léiding van de „Zentralstelle
für jüdische Auswanderung". Dit insti
tuut, dat al spoedig filialen kreeg in
Wenen en Praag, ontleende zijn naam
aan een plan, dat enige tijd door de
hoofden van de nazi-groten heeft ge
spookt en dat de gedwongen emigratie
beoogde van alle Joden in Europa naar
ADOLF EICHMANN
een bepaald gebied, bijvoorbeeld het
eiland Madagascar. Aan Eichmann viel
de taak toe de Joden in het door de
nazi's beheerste deel van Europa sa
men te drijven en te beroven.
In een rapport, dat een van zijn meer
deren later heeft opgemaakt om hem
in aanmerking te brengen voor promo
tie, wordt gezegd, dat Adolf Eichmann
„met de gewenste hardheid" is opge
treden en dat hjj alleen in Oostenrijk
voor een bedrag van 2.041.828.00 R.M.
aan geld en goederen in de wacht heeft
gesleept.
De fictie van het Madagascar-plan is
tot eind juli 1941 volgehouden. Toen be
paalde Hitier, dat er naar andere op
lossingen moest worden omgezien. In
het zg. Ulmer Prozess is gebleken, dat
de eerste executies van Joden in de
tweede helft van 1941 in Rusland zjjn
uitgevoerd. Aanvankelijk werd het voor
gesteld, alsof de slachtoffers wegens
sabotage of spionage werden terecht
gesteld. In de instructies aan de SS
commandanten stond toen al, dat zij
voor „eine kleine Unterschiebung" niet
behoefden terug te deinzen. Maar lang
zamerhand namen de executies een dus
danige omvang aan, dat het bestaan
van een desbetreffend Führerbefehl in
SS en SD een publiek geheim werd.
Het ombrengen van Joden door mid
del van de kogel was niet alleen be
trekkelijk duur en tijdrovend, het was
ook een methode, die de Reichsführer
SS Heinrich Himmler persoonlijk te
genstond. Vondem Bach-Zelewski
heeft verteld, dat Himmler tijdens een
massaexecutie in Nikolajev flauw
viel. De conclusie, die de nazi's trok
ken, was, dat er voortaan gas moest
worden gebruikt.
Himmler ontbood een zekere Rudolf
Höss bij zich en stelde hem op de hoog
te van de nieuwe plannen. De détails
zou hij vernemen van Sturmbannführer
Adolf Eichmann. Samen hebben Höss
en Eichmann het gebied uitgezocht,
waar het nieuwe Vernielttungslager"
zou worden gebouwd, dat de geschiede
nis is ingegaan onder de naam „Ausch
witz". Höss beheerde het kamp en Eich
mann zou de Joden leveren, bij wagons
tegelijk.
Men heeft eerst gedacht aan gewoon
gas en dat is ook geprobeerd op 100 a
150 Russische politieke commissarissen.
Maar deze methode werd afgekeurd.
Het duurde zeker drie kwartier, voor
dat de slachtoffers dood waren. Daarop
kwam de A.G. Kaliwerke Köln met een
ander gas, het beruchte Zyklon B, dat
aanvankelijk was bedoeld voor de ver
nietiging van muizen e.d. Het bleek,
dat het met Zyklon B mogelijk was gro
te aantallen mensen in een kwartier te
doden. Aldus bespaarde men een half
uur.
ichmann was een geniale duivel.
Met de uiterste efficiency werkten
hij en zijn staf van honderd me
dewerkers aan het verzamelen en uit
schudden van duizenden, ja miljoenen
Joden. „Vernichtungslager" als Ausch
witz, Maidanek en Sobibor konden, als
zij op volledige snelheid werkten 15.000
Joden per dag,,entlausen",zoals de eufe
mistische term luidde. De grote vraag,
die zich opdringt, is: Waarom heeft het
dan nog tot het eind van de oorlog ge
duurd, voordat die meer dan zes mil
joen Joden waren omgebracht? Zuiver
technisch gesproken had datzelfde af
schuwelijke resultaat reeds in 75 dagen
bereikt kunnen worden. Het antwoord
is, dat er krachtige meningsverschil
len bestonden tussen de z.g. groep-Hey-
drich, die een snelle liquidatie wenste,
en de groep-Pohl, die nog zoveel moge
lijk profijt wilde trekken van Joods in
tellect en Joodse werkkracht. Daar
kwam dan nog bjj. dat duizenden SS-ers
in het onopgelost zijn van „die Judenfra-
ge" 'n veilig excuus vonden om weg te
blijven van het front. Tobias Fried
mann schat, dat de dood van Reinhard
Heydrich, SS-Gruppen-führer, chef van
de Sicherheitspolizei en de SD, en
plaatsvervangend Reichsprotektor van
Bohemen en Moravië, zeker tien mil
joen Joden en andere vervolgden in
Europa het leven heeft gered.
Maar dat heeft Eichmann niet belet
om zijn Jodenjacht tot het bittere einde
voort te zetten. In maart 1944, toen de
naderende nederlaag zijn schaduwen
reeds vooruit wierp, verlegde hij zijn
werkterrein nog naar Hongarije, waar
hij in zeven maanden tijds nog een half
miljoen Joden naar
de verdoemenis
hielp.
Adolf Eichmann
is op het eind van
de oorlog als Ober-
sturmbannführer
door de Amerika
nen gevangen ge
nomen, maar zij
wisten niet precies
wie en wat hij was.
In mei 1945, lang
voordat de lijst met
de 700 namen van
de Haganah in Lon
den was overhan
digd, zag hij kans
te vluchten, ver
moedelijk in gezel
schap van zijn su
perieur, SS-Grup-
pen-Führer Hein
rich Müller, die
door Höss is be
schreven als een
„Eiskalte Volks-
trecker". Höss zelf
is in 1947 te War
schau ter dood ver
oordeeld en terecht
gesteld.
Eerst dacht men,
dat Eichmann dood
was. Zijn vrouw,
die met hun drie
kleine kinderen in
Bad Aussee woon
de, noemde zich
weduwe. Maar
sindsdien zijn er
allerlei berichten
gekomen, dat hij
door voormalige
kameraden is ge
zien en in 1950
verdween zijn gezin
spoorloos uit Bad
Aussee. Waar Adolf Eichmann zich op
dit ogenblik bevindt, is niet met zeker
heid te zeggen. Men heeft beweert, dat
hij onder een Arabische naam in Koe
weit woont en teert op de buit, die hij
in de oorlog heeft verzameld. In ieder
geval is hij een gezochte. Als de Duitse
justitie eenmaal in actie komt, pleegt
zij bijzonder doeltreffend te werken. En
zij bezit een vurig bondgenoot in deze
tengere man, hier in Haifa
H. J. NEUMAN
URK, 4 dec. Vanmorgen is de 57-
jarige bakschipper A. v. Meun uit Urk
op weg naar de dijk bij Marken, van
zijn schip overboord geslagen en ver
dronken. Een mede-opvarende zag de
schipper in het water vallen en wierp
hem nog een reddingsboei toe, maar
schipper. Van Meun zag geen kans, de
boei te grijpen.
De schipper was gehuwd en had twee
kinderen. Hij was verbonden aan de
dienst Zuiderzeewerken.
AMSTERDAM, 3 dec. Ter gele
genheid van het 75-jarig bestaan van
het Amsterdams conservatorium heeft
het bestuur twee extra schoolgeldbeur
zen, een voor een lyrische tenor en een
voor een heldentenor, ter beschikking
gesteld ter opleiding in de opera klasse.
Maximum leeftijd 25 jaar, aanmelding
voor 20 december a.s.
RUDOLF HöSS
Omdat u mij vanavond
tóch niet leest moest ik,
dacht, ik zo, maar eens de
gelegenheid te baat nemen
om nu eens uiteen te zetten
wat ik er écht van denk.
Potentiële brievenschrijvers-
die-het-niet-met-mij-eens
zijn zitten toch allen be-
kruimeld verward in een boterletter
en ik kan dus mijn gang gaan.
Welnu, ik geloof al sinds enige tijd
niet meer in de Goede Sint. Ik heb
hem al lang door. Zijn baard is nep
en zijn cadeautjes moet ik zélf beta
len. En hij strooit in het geheel geen
lekkers, maar houtwol en wanorde,
waar ik overigens niet zo heel veel
tegen heb, maar ik aanvaard ze slechts
onverplicht. Ook ben ik bereid mij
iedere dag van het jaar te laten fop
pen ik ben er zelfs van overtuigd
dat zulks inderdaad gebeurt maar
op 5 december houd ik het been stijf.
Voor mij op Pakjesavond geen sur
prise, al zal het de honderdduizend-
verpakt-in-een-belastingbiljet wezen.
Voor mij geen nachtspiegel van cho
colade, al zit er een ras-echte diamant
Ik schérts niet op 5 dec.; ik neem
op die datum het leven ernstig, al zal
ik dusdoende de indruk wekken van
te foppen. Op 29 maart kunt u mij
desgewenst in die vis van zeep laten
bijten en ik zal u prijzen om uw geni
ale inval. Op 5 december kunt u mij
niet eens verlokken tot een glimlach,
al zou u er in slagen Jacques Gans te
bewegen tot het zingen van een socia
listisch strijdlied. Hoogstens zou u mij
enige bijval kunnen ontlokken wan
neer u Sinterklaas in de zak zou stop
pen. Ofschoon u dan natuurlijk wel
even moet wachten tot alle Neder
landse kindertjes hun spoortjes en
poppetjes hebben weggegrist.
Maar goed. Omdat u mij vanavond
tóch niet leest durf ik wel zeggen:
dames en heren laten wij elkaar nu
eens recht in de ogen kijken en tegen
elkaar zeggen: wij vinden het
eigenlijk helemaal niet leuk
en wij doen er dan ook niets
meer aan. Daarna kunnen wij altijd
nog overgaan tot het elkaar onopval
lend toespelen van gepaste geschenken.
DEN HAAG, 4 dec. Het korps officie
ren van zee-, land- en luchtmacht heeft
het plan gevormd aan 4e koningin een
baldakijn aan te bieden, bestemd voor
gebruik bij plechtigheden. De koningin
heeft haar goedkeuring aan dit plan ge
hecht en uit enkele ontwerpen een keu
ze gemaakt. Als regerend vorstin be
schikte prinses Wilhelmina over een
baldakijn, haar aangeboden door de
officieren van de krijgsmacht. Dit ging
tijdens de tweede wereldoorlog verlo
ren. Het voornemen bestaat om het
baldakijn aan te bieden voor de dag
van het derde lustrum der bevrijding,
5 mei 1960.
SALIN A(Kansas), 4 de£. De ge
leerden kunnen definitief zeggen dat er
zich waterdamp rondom, de planeet Ve
nus bevindt, aldus heeft dr. John Strong
van de John Hopkins universiteit in
Baltimore verklaard. Dr. Strong leidde
de onderneming waarbij in het afgelo
pen weekeinde twee ballonvaarders
tot een hogte van ruim zesentwintig ki
lometer stegen om waarnemingen van
de planeet Venus te doen. Dat er wa
terdamp om de planeet was had men
met de spectroscope kunnen vaststel
len.
Sinterklaas heeft het in deze dagen
zo druk als een oud baasje. Hij
kwam vrijwel tegelijk in Amster
dam aan en in Harlingen, in Leeuwar
den en in Heerenveen en ja, overal
voer de stoomboot een juichende kin
derschaar tegemoet. En overal zei men:
„Wat is'ie mooi". Het moet gezegd, dat
Sinterklaas ook overal precies op Sint
Nicolaas lijkt. Maar toch is Sinterklaas
in Friesland anders. Over enkele da
gen zullen op Ameland de Sundekla
zen rondwaren als demonen uit my
then en sagen. Zij zullen toeterend op
buffelhoorns rondgaan door de dorpen,
waar zich naar overoud gebruik geen
vrouw mag vertonen, als zij er zijn.
Want, 't feest van de Sundeklazen is 'n
feest van manlijke overheersing, ge
stoeld op heidense riten. De Sundekla
zen zullen door de donkere dorpen
gaan in vermommingen, waaraan we
kenlang is gewerkt. Op Terschelling
zullen de Sunderums de ronde doen.
Misschien zullen zij een meisje, dat
het waagt zich op straat te vertonen,
met een ketting aan een boom veran
keren Op Schiermonnikoog zullen de
verklede Klozums een soort eilands
carnaval vieren en op Vlieland zal het
opkleden voor de kinderen vreugde
vefschaffen. En op het vasteland is
Sinterklaas ook al anders.
In Grouw komt hij nauwelijks. Daat
zal pas in februari Sint Pieter arrive
ren, als de Grouwster kinderen niet
hun schoen, maar mandjes hebben op
gezet. Hier geldt nog het oude ver
haal. dat Sinterklaas en Sint Pieter
broers waren, die eens ruzie kregen
over de vraag of zij eerst naar Leeu
warden en dan naar Grouw zouden
gaan of omgekeerd. Sinterklaas werd
boos en ging met alle cadeaus naar
Leeuwarden. Sint Pieter reisde terug
naax Spanje en kwam met een nieuwe
serie cadeaus terug in februari en zo
is het gebleven, al krijgt Sinterklaas
ook in Grouw steeds steviger de voe
ten aan de grond. Doch ook elders in
Friesland is Sinterklaas niet zelden an
ders. In de Friese wouden en ook al
daarbuiten komen in deze dagen, zo
dra de duisternis is gevallen, kleine
figuren op straat, gehuld in witte la
kens en met baarden, die veel op die
van Sinterklaas lijken. Ze hebben bij
na allemaal knechts bij zich, die een
jute zak of wit sloop meedragen cn
zelfs een roe. Zo trekken ze huis aan
huis. Heel bedeesd roepen ze dat er
„vollek'' is en als de deur opengaat
houdt de knecht uitnodigend het sloop
open. In de wouden kost het bezoek
van de Sinterklazen een stuiver of wat
snoepgoed. Dit zijn Friese Sinterkla
zen die niets komen brengen, die
slechts iets komen halen. Die vreed
zame kleine klaasjes zijn nakomelin
gen van woeste wezens, die ook in de
Friese wouden als angstaanjagende we
zens rondwaarden. Ze droegen afschu
welijke maskers en kettingen aan de
benen, die ze met veel kabaal achter
zi :h aansleepten. In Dokkum droegen
ze horens en gingen ze rond met ke
telmuziek en toeters en met bellen
aan de benen. In Leeuwarden ver
toonden de klazen vroeger kluchten
op het bolwerk. En in Franeker heb
ben zij zich eens zo afschrikwekkend
als duivels vermomd, dat de burge
meester hun de toegang tot de stad
ontzegde. In Tietjerksteradeel joegen
de klazen eens in witte lakens gehuld
zo woest op paarden langs de boer
derijen om zich te laten tracteren op
ieder erf, dat de burgemeester er ook
daar een eind aan maakte. Hun ver
schijning joeg andere paarden dusda
nig de stuipen op het lijf, dat onge
lukken niet uitgesloten geacht wer
den.
Het gebruik van het klazejagen ken
de men ook in Groningen, Drente,
Overijssel en Gelderland en zelfs in
Amsterdam, waar volgens de annalen
„jonge vuysers" langs de Zeedijk gin
gen. De vermommingen hadden na
tuurlijk overal tot doel de kwade gees,
ten te weren, maar weten de klaasjes
uit de Friese wouden vandaag de dag
van kwade geesten? Zij houden onge
weten een oud gebruik in stand, een
van de weinige oude gebruiken die
Friesland nog kent. Zij helpen ook de
stelling te verdedigen, dat Sinterklaas
in Friesland toch anders is en..dik
wijls minder duur
De kleine Friese Sinterklazen komen
nie.s brengen; zij bellen alleen maar aan
om te halen.
De zorg voor het paleis Soest
dijk en de bijbehorende gebou
wen en terreinen is door Hare
Majesteit de Koningin toever
trouwd aan Jhr. Mr. C. Dedel,
die zich met grote toewijding
van deze verantwoordelijke taak
kwijt. Het zijn overigens niet
alleen de leden van de Konink
lijke Familie en de hofhouding
die van de activiteiten van Jhr.
Dedel profiteren, zijn werk
ivordt ook in hoge mate gewaar
deerd door allen die nu en dan
verpozing zoeken in de prach
tige bossen van het domein. Het
Baarnse Bos, het Roosterbos en
het Paardenbos hebben in de
tweede wereldoorlog veel te lij
den gehad, maar zij staan er nu
weer heel mooi bij. Jhr. Dedel
heeft gemeend deze terreinen
niet in de oude toestand te moe
ten herstellen. Hij heeft de bos
sen een nieuw aanzien willen
geven en hoewel een groot deel
van de aanplant nog niet vol
groeid is, kan men toch al con
stateren, dat de nieuwe opzet
niet minder fraai zal worden
dan de vooroorlogse. In het be
gin van deze herfst hebben weer
talloze Baarnse en andere wan
delaars genoten van het felle rood van de jonge eiken en de andere kleuren
van de oude en nieuwe gewassen van de koninklijke bossen.
Jhr. Dedel heeft plezier in zijn werk. Enthousiast praat hij over zijn
bosbouwkundige en andere werkzaamheden. „Ik ben een buitenman"zegt
hij van zich zelf en men kan hem dat aanzien. Morgen zal hij in zijn villa
aan de Wilhelminalaan te Baarn zijn vijfenzestigste verjaardag vieren, maar
als men dat niet wist, zou men hem veel jonger schatten. Het leven in de
vrije natuur heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen, dat hij-ven goede gezond
heid geniet, hoewel hij gedurende bijna de hele oorlog de gevangene van
de Duitsers is geweest. Reeds enkele maanden na het begin van de bezetting
is hij als zogenaamde Indië-gijzelaar naar het concentratiekamp Buchen-
walde gevoerd. Later heeft hij gevangen gezeten in Haaren en in St. Mi-
chiels-Gestel. Maar hij wenst zich daar vooral niet op te beroemen. Als men
er over begint, wijst hij er met nadruk op, dat hij niet als illegaal werd
vastgehouden en dat zijn gevangenschap niet vergeleken kan worden met
die van de opgepakte ondergrondse strijders. Het is echter een feit, dat
Jhr. Dedel indertijd een zware beproeving heeft moeten doorstaan, vooral
omdat hij voortdurend het risico liep, dat de Nazi's hem, als represaille
maatregel tegen verzetsdaden, zouden executeren, zoals zij dat met andere
gijzelaars hebben gedaan.
Jhr. Dedel, die in Amsterdam geboren werd en die in Utrecht rechten
heeft gestudeerd, is van 1924 tot 1934 burgemeester van Abcoude geweest
en hij denkt nog altijd met genoegen aan deze tijd terug. Het burgemeesters
ambt heeft hem steeds aangetrokken en het deed hem dan ook plezier, dat
hij na de oorlog nog enige tijd achtereenvolgens waarnemend burgemeester
heeft mogen zijn van Loosdrecht en Soest.
Jhr. Dedel heeft zijn carrière echter vooral gemaakt als hoffunctionaris.
Het was deze zomer vijfentwintig jaar geleden dat hij kamerheer werd van
de toenmalige, koningin. Hij was werkzaam op de secretarie van Koningin
Wilhelmina en Prinses Juliana en heeft zich in de crisisjaren onder meer
bezig gehouden met het voorbereiden van de koninklijke „werkbezoeken"
aan de werkverschaffingsoorden. Later werd hij particulier secretaris van
de Prins, een functie die hij tot mei 1940 heeft uitgeoefend.
Na de oorlog heeft Jhr. Dedel zijn werkzaamheden voor de Koninklijke
Familie weer kunnen hervatten en op het ogenblik bekleedt hij een drietal
belangrijke functies. Behalve intendant van het koninklijk particulier paleis
en domein Soestdijk - zoals dit „rentmeesterschap" officieel heet - is hij ook
thesaurier van de Prins en kamerheer in buitengewone dienst.
Buiten de sfeer van de hofhouding is hij nog op verscheidene andere
terreinen actief. Zijn bijzondere interesse voor de waterschappen maakt hij
ten nutte in een aantal vooraanstaande functies. Hij is dijkgraaf van Zee
burg en Diemerdijk, hoogheemraad van Amstelland, watergraaf van het
waterschap de Pijnenburgergrift en heemraad van Eemnes.
Daarnaast geeft hij zich met hart en ziel aan het voorzitterschap van
„Valkenheide"het bekende „opvoedingsgesticht voor jongens vanwege de
Nederlands Hervormde Kerk".
Jhr. Dedel heeft een druk leven. Aan de vooravond van zijn vijfenzestigste
verjaardag toont hij nog een werklust die een veel jongere man niet zou
misstaan.