MARTINI Kentering sedert 1956 KERKEN VAN DEZE TIJD Meer samenwerking nodig met ziekenfondsen Verpleegprijs in acht jaar tot het drievoudige gestegen 's Lands Kroniek Groet Bokma Tekenen is leven en omgekeerd Om meer geloof 'n Verjaardag? Tentoonstelling in Bisschoppelijk Museum te Haarlem Brood maandag al een cent duurder Peter Vos AUTOMATISCH WASMACHINE J ROTTERDAM V B ZATERDAG 12 DECEMBER 1959 PAGINA 5 t'l1' dan iets bijzonders - dan Kentering Wat is traditie Modern en „modieus'' Hervormde Kerkbouw Al ruim negen miljoen gulden bijeen De West gefilmd door Herman v. d. Horst Vereniging Katholieke Ziekenhuizen Prins Bernhard slaat alarm-Sergeant-majoor antwoordt met „o" Drieduizend man in touw Wervelstorm treft twee Afrikaanse dorpen Minstens 24 doden In Dordrecht en Dubbeldam koel- en luchttechniek i 11 Naar een vermaard geworden woord van kardinaal Suhard wordt Christus in de moderne gereld hoe langer hoe meer de Grote Afwezige. De waarheid van deze uit spraak, althans met betrekking tot "et bewustzijn der mensen, waarop S1.), gericht is, valt helaas niet te be- twijfeien. Zij wordt dan ook alge meen erkend. Toch kan men, geluk jes. anderzijds evenmin ontkennen, "at tevens het besef doorbreekt van een uitdaging, die de toenemende ontkerstening inhoudt voor de Chris tenen. Drijven wij met de stroom thee, of is onze overtuiging sterk ge- hoeg om ons de handen ineen te doen slaan en de wereld in en door ons Persoonlijk leven het beeld voor te houden van het echte, ware christen dom? Wat dit precies inhoudt is niet eenvoudig onder woorden te brengen Men zou dan trouwens eerst een hel der begrip daarvan moeten hebben. Zonder een poging te willen doen hier een verantwoorde bepaling van dat begrip te geven, menen wij in het al gemeen wel te mogen stellen, dat het echte Christendom vóór alles zal hioeten blijken uit de juiste houding van de mens tegenover God en zijn htedemensen. De moderne theologie pn de daarmee samenwerkende we tenschappen over de mens leggen in elk geval juist op deze twee aspec ten. als zijnde het essentiële, alle na druk. Vele goedwillenden, die eerlijk bewogen zijn met de mensheid-in- hood, zien steeds duidelijker in, dat hun bereidheid tot echt-christen zijn yan deze basis dient uit te gaan. Men is ervan overtuigd geraakt, dat de juiste geloofs belevingde rugge steun behoeft van een degelijke ge loofs kennis. Maar ook, dat de traditionele geloofsbeleving, die voor een zeer aanzienlijk deel is vastgelo pen in bloedarm en levendodend for- htalisme, zeer zeker niet in staat is het christendom voor buitenstaanders aantrekkelijk te maken. Hierover be staat geen verschil van mening, al thans niet bij hen, die de tekenen Van de tijd verstaan. In de veronder stelling echter, dat eenmaal de ge loofskennis over het algemeen het ge- Wenste peil heeft bereikt, dringt zich een dubbele vraag op. Wanneer men, als gevolg daar van, een beter inzicht heeft verkre gen in de eigenlijke aard van het Christendom, zal men ook dan be reid zijn daarop zijn persoonlijk le ven geheel en al af te stemmen? En op de tweede plaats: acht men het christendom, waarin immers aan het kruis een wezenlijke plaats toe komt, nog geschikt voor de huidige Wereld met haar op alle gebied ge- Perfectioneerde techniek, die zich ten doel stelt alle pijn en leed als gelukverstoorders uit te bannen? De eerste vraag sluit een grondige koerswijziging in: het echte christen dom is radicaal. Het eist een totale gerichtheid op, een volledige overga ve aan God. En wel uit zuivere liefde. De echte evangelische moraal is geen verzameling geboden en verboden, in het min of meer geslaagde onder houden waarvan voor de meesten tot nog toe de geloofsbeleving bestaat. Het program voor het leven van de Ware christen ligt in de Bergrede (Mt. 5), die essentieel neerkomt op liefde en rechtvaardigheid, op de vol komen oprechtheid van een door de liefde geïnspireerde levenshouding. Zo ergens, dan slaat hierin het christendom met zijn wezen lijk-sociale zending ten voeten uit getekend. Liefde en rechtvaardig heid zijn de beide pijlers, waarop heel dé verlossingsboodschap voor de gevallen mens op aarde steunt. Te Weinig wordt Jezus' Bergrede met aandacht gelezen en overwogen. Wie een handleiding zoekt voor een gron dige gewetenscontrole, vindt daar al les, wat hij nodig heeft, en op de eer ste plaats aanleiding tot verbazing en zelfverwijt. Zó heeft nooit iemand gesproken! Dat constateerden reeds de eerste toehoorders: „Toen Jezus deze toespraak beëindigd had", schrijft de Evangelist (Mt. 7.28) „ston den de scharen verbaasd over Zijn leer. Want Hij leerde hen als een, die gezag heeft en niet zoals hun schriftgeleerden". Hier voelt men zich direct en persoonlijk aangespro ken door Gods eigen Woord, de enige basis voor authentiek christelijk le ven en ware menselijkheid, de enige mogelijkheid tevens voor een vreed zame samenleving. De Bergrede, individueel en collec tief toegepast en beleefd, dat is echt christendom. Wij moeten echter toe geven nog ver daarvan verwijderd te zijn. Hier wordt radicaal roekeloze liefde en rechtvaardigheid geëist. En als wij, gehoorzaam aan onze roe ping de wereld willen verbeteren, dan dienen wij te beginnen met van- hit een zo zuiver mogelijk Gods-besef eerst zelf de Bergrede tot norm voor onze levenshouding te kiezen. De vraag is niet overbodig, of wij daar toe de moed bezitten, of wij, gemak kelijke verontschuldigingen ter zijde latend, het aandurven in deze vijan dige wereld door nauwgezette navol ging van Christus zelf een teken van tegenspraak te worden, zoals onze Heer dat is geweest. En toch is dat de absolute voor- Waarde voor de herkerstening van de Wereld Wij steunen daarbij op het Woord van God zelf. De dienaar is immers niet beter dan zijn lieer. Christus is niet de vrede komen bren gen, maar het zwaard. Het kruis is liet weg te denken uit zijn verlos singswerk. En daar de verlossing wordt voortgezet tot aan de jongste dag, zal het kruis tot aan het. einde der wereld de enige hoop blijven van alle mensen. Tot zolang zal Christus, Zoals Pascal het uitdrukte, in doods strijd verkeren en het enige verlos sende woord spreken voor heel de mensheid. Het kan dan ook geen vraag zijn of het christendom met het kruis van de Verlosser nog geschikt is voor de moderne wereld. Na Christus' dood heeft diezelfde wereld nooit méér be hoefte gehad aan Zijn kruis dan juist nu, omdat het allen de weg naar het licht wijst. Maar dit alles is in wezen een kwestie van geloof. Het voornaamste en meest nodige gebed van de huidige christenheid is dan ook een dagelijks herhaald smeken om vermeerdering van dat geloof. De weduwe van de radiopionier Mar- coni heeft in Rome een vijftig hoge obelisk onthuld die ter nagedae - tenis van haar man is opgericht D Plechtigheid werd door president Gronchi en kabinetsministers buge- woond. Advertentie t/l Ifes 16.95 - 1/2 Res 3.55 Maquette van de thans in Groningen in aanbouw zijnde Maria-kerk-architect C. H. Bekink). Een uitermate belangrijke tentoon stelling met aantrekkingskracht voor geheel westelijk Nederland wordt gehouden in het Bisschoppe lijk Museum te Haarlem. Het is de tentoonstelling van moderne kerk bouw in ons land, die in iets andere samenstelling voor het eerst te Nij megen te zien was ter gelegenheid van het oecumenisch gesprek over kerkelijke architectuur, kunst en li turgie, vorige maand op plaatselijk initiatief van enige dominees aldaar onder de naam „Voorhof" gehouden. In haar Haarlemse reprise, die gaat onder de naam „Kerkbouw nu", is de kerncollectie bewaard gebleven, maar het aantal geëxposeerde pro jecten is nagenoeg verdubbeld, onder andere door toevoeging van lokale projecten in het bisdom Haarlem. Voor de verzorging van het op de katholieke kerkbouw betrekking heb bend deel van het expositiemateriaal werd de redactie van „Kunst en Religie", het orgaan van het Sint Bernulphusgilde, reeds voor de Nij meegse opzet aangewezen. In een dubbel nummer van dit vooruitstre vende tijdschrift (nrs. 2 en 3 van jaargang 41) is de behandelde mate rie door een uitvoerige fotodocumen tatie nog belangrijk verruimd. Het tijdschrift „Kunst en Religie" dat reeds direct na zijn ontstaan uit „Het Gildeboek", waarvan het de voortzet ting is, een duidelijk positief standpunt heeft ingenomen in de actuele kwesties van katholieke cultuur, is met deze aflevering in één slag evenwaardig ge worden aan het tijdschrift Forum, dat betrokken werd bij de grote manifesta ties der architectuur in Nederland. Voor de tentoonstellingen „Opdracht" en „De Ark" bijvoorbeeld heeft het als catalo gus gefungeerd. De Haarlemse tentoonstelling is -te danken aan de conservator van het Bisschoppelijk Museum, de heer H. J. A. M. van Haaren, die als re dactielid van „Kunst en Religie" bij de Nijmeegse opzet reeds betrokken ge weest is. Door hem ook is zij uit „Voor hof" ontwikkeld, voor wat het prote stantse aandeel betreft in overleg met de Prof. van den Leeuw-stichting. Bij een onderzoek naar de problemen van de kerkelijke architectuur die in de na-oorlogse ontwikkeling aan den dag traden, bleek de redactie van „Kunst en Reiigie", dat met name in de ka tholieke kerkbouw in de jaren 1955-'56 een opmerkelijke kentering valt waar te nemen. Een vrij plotseling algemeen besef dat het theoretiseren op theologi sche gronden geen bouwvorm oplevert en dat traditie een minder enge inter pretatie dient te hebben, breekt, dan baan. Aldus op eigen idioom en vindings kracht teruggeworpen, richtten de ont werpende architecten hun blik op het buitenland, waar reeds in de vooroor logse jaren werd gestreefd naar een nieuwe norm en naar integratie van de kerkelijke architectuur in de totaliteit der nieuwe bouwkunst met haar eigen materiaalgebruik, constructiemiddelen en uitdrukkingskracht. De tekst die de fotodocumentatie in de eerder genoemde aflevering van „Kunst en Religie" begeleidt is dermate puntig geformuleerd, dat wij niet kunnen nala ten door middel van enkele ontleningen daaraan de onderhavige tentoonstelling te typeren. Van de keuze der projecten geldt dat bewust gekozen is uit wat sinds de ge- gekomen is, in uitvoerdokenring(let955- signaleerde kentering (1955-'56) tot stand gekomen is, in uitvoering verkeert of als goedgekeurd project de liturgische com missies is gepasseerd. Van de werken in het eerste decen nium na de wereldoorlog was de bouw stijl weifelmoedig en men bleef afwij zend staan tegenover de materialen die, niet eeuwenlang beproefd, voor on waardig werden gehouden. Prof. Holt en ir. Peutz hebben, ieder afzonderlijk, de doorbraak naar de werkelijk moder ne kerkelijke architectuur rond 1950 bewerkstelligd. „Werken volgens de tra ditie dat is werken met eigentijdse mid delen en in de algemeen gangbare taal volgens de fudamentele regels van de architectuur, die steeds aanpassing aan de realiteit van het leven verlangt, doel matigheid en rechtstreeks verstaanba re uitdrukkingskracht". Daarbij zouden de verworvenheden van het nieuwe bouwen in het algemeen toegepast moeten worden op de kerke lijke bouwkunst. Zo zou, volgens de re dactie van het tijdschrift, meer aandacht voor goede woningbouw toch noodzakelijk hebben moeten leiden tot het verlangen om in de kerkbouw een atmosfeer te scheppen die niet in tegen spraak is met alle positiefs dat in het beeld van de nieuwe mens en de nieu we maatschappij zonder moeite te ont dekken is. Want de kerk is op de eer ste plaats niet een gebouw, maar de vergaderde menigte daarin, die haar eigen dagelijkse behoeften en gewoon ten geen moment vergeet, ook niet, wan neer zij zich tot God richt. Haar beste eigenschappen en verlangens dienen door de architectuur die haar opneemt, op een of andere manier gereflecteerd te worden". De redactie van het tijdschrift con stateert, dat er in de moderne kerk niet veel is overgebleven aan dingèn, die de aandacht van het wezenlijke af leiden. Dit architectonisch zuivèrstel- len van de wezenlijke waarden is een begunstigende factor voor het oecume- Advertentle rtisch verlangen van de christenheid. In de expositie heeft men willen laten zien, dat protestantse en katholieke kerkgebouwen thans beschikken over de zelfde taalmiddelen, hetgeen vooral een gevolg is van het feit dat de katholieke kerkelijke architectuur veel van haar pretenties heeft moeten laten varen door het veranderde tijdsbeeld. Niettegenstaande de positieve instel ling van de organisatoren der tentoon stelling blijven zij de ontwikkeling kri tisch observeren. „De angst om voor achterlijk aangezien te worden, doet evenveel schade als de angst om mo derne elementen te aanvaarden. Nieu we constructiemethoden en nieuwe mid delen van expressie worden bij ondoor dacht en willekeurig gebruik tot een caricatuur van de moderne aspiraties". En dit kunnen zij schrijven, terwijl in hun documentatie in maquette en foto beeld een zodanige objectiviteit heerst dat de bezoeker bij zijn rondgang meer malen op projecten zal stuiten waar in derdaad de conceptie kennelijk niet uit, innerlijke noodzaak is voortgekomen, maar uit bekendheid met het interna tionale vormenspel. Opvallend is dat de katholieke ar chitect voor deze modieuze pretenties meer gevoelig is dan zijn protestant se vakgenoot. Voor een deel is dit wel te verklaren uit de omstandig heid dat deze laatste minder traditio nele bindingen heeft en minder tradi tie overboord hoeft te zetten. Hij heeft deswege reeds eerder richting geko zen waar de eerste zich nog vermeit in het spelend doorkruisen van het nieuwe gebied. De tentoonstelling is voor vakmensen in de bouwkunde en in de zielzorg maar ook voor het belanghebbende kerkvolk bedoeld. Velen, vanuit ver schillende geestelijke milieu's, zullen in de komende weken het Bisschoppelijk Museum te Haarlem bezoeken en als zij het goed doen, intensief contact kun nen opnemen met de huidige kerkbouw in zijn doelstellingen en problemen. (Behalve op de gebruikelijke bezoek tijd van 10 tot 5 uur, zal de tentoonstel ling ook geopend zijn op donderdag avonden van 7 tot 9.30 u. en op zondagen (behalve Nieuwjaarsdag) van 1 tot 4 uur. De sluitingsdatum is gesteld op 10 januari. Voordien is nog een forum avond geprojecteerd waaaaan de heren W. A. L. Beeren en C. J. A. C. Peeters hun medewerking zullen verlenen. L.T. DEN HAAG, 11 dec. De opbrengst van de hervormde kerkbouwactie heeft vandaag de negen miljoen gulden over schreden. Naar de organiserende com missie mededeelt is de stand tot en met vrijdag geworden 9.000.808 gulden. AMSTERDAM, 11 dec, Waar schijnlijk eind januari zal de ruim een uur durende documentaire, die de ci neast Herman van der Horst over de We$t heeft gemaakt, in een van de Tuschinski-bioscopen in première gaan. De film is getiteld „Faja Lob- bie" (D<> vurige liefde) en is ongeveer anderhalf jaar geleden door Herman van der Horst opgenomen. (Van onze Utrechtse redacteur) UTRECHT, 11 dec. Het valt niet in te zien waarom de overheid de prijzen van de niet op wiust gerichte ziekenhui zen nog moet vaststellen, terwijl zfj bij na overal elders de directe prijsvorming aan de bedrijven zelf overlaat en daar volstaat met een globaal toezicht. De ziekenhuizen zullen hun eigen verant woordelijkheid op dit terrein weer moe ten dragen, hetgeen hun dan ook zeke re verplichtingen oplegt. Dit betoogde drs. JLupgens, die verbonden is aan het secretariaat van de Vereniging van katholieke ziekenhuizen in de jaarver gadering. Hij wees erop. dat de kosten van ziekenhuisverzorging per Nederlan der de laatste jaren aanzienlijk zjjn ge stegen: een stijging, die velen terecht verontrust. De verpleegprijs per dag steeg van ƒ7,62 in 1951 tot ƒ24.40 in 1958, tot het drievoudige dus In acht jaar. Een com plex van factoren, veelal van structu rele aard, is van deze prijsstijging de oorzaak, waardoor zjj een internatio naal verschijnsel is. Het aantal opna men in de ziekenhuizen per duizend per sonen is sterk toegenomen (1949: 55; 1955: 74); vele ziekenhuizen zijn lang voor de oorlog gebouwd en moesten ge moderniseerd worden, waarbij verpleeg stershuizen noodzakelijk werden; de ziekenhuizen zijn zeer arbeidsintensief, meer dan helft van de exploitatiekosten bestaat uit personeelskosten, zodat el ke procent loonsverhoging in de zieken huizen een half procent prijsverhoging betekent. Onder de vele contacten, die de ziekenhuizen naar buiten hebben, is het contact met de ziekenfondsen een van de belangrijkste. De ziekenfondsen spenderen thans een derde van hun in komsten aan de ziekenhuizen, terwijl vijftig a zestig procent van de inkom sten van de ziekenhuizen afkomstig is van de ziekenfondsen. De juridische en sociale status van de ziekenfondsen acht te de heer Lupgens echter bijzonder on duidelijk; met name over de vraag of de ziekenfondsverzekering een publiek rechtelijke sociale voorziening is of niet wordt tot in de hoogste rechtskringen in ons land verschillend geoordeeld. In studie is de vraag of een „orde ning" op het gebied van het ziekenhuis noodzakelijk is om een gezonde ontwik, keling van het ziekenhuiswezen te be vorderen. De ziekenhuisorganisaties, zo zei de heer Lupgens, hebben reeds thans tot taak een „ordening in eigen kring" en samenwerking tusseu de zie kenhuizen te stimuleren. Vooral zal ook nodig zijn samenwerking van de zieken huizen met de organisaties van de me dische specialisten; de meningsvorming in die kring is in vele opzichten rich tinggevend voor het beleid in het zie kenhuiswezen. Samenwerking is ook gewenst met de ziekenfondsen gezien de gemeenschap pelijke belangen: een zo goed mogelijke verzorging van de patiënten voor een prijs (dus een premie), die niet hoger is dan noodzakelijk. De ziekenhuizen ne men in dit overleg een andere plaats in dan de medewerkers van de zieken fondsen (artsen, apothekers), die „on derhandelen" over hun inkomen. Over leg met de ziekenfondsen is op zijn plaats over de belangrijke ontwikkelin gen op ziekenhuisgebied, die de ge- „Ik zei: er is alarm. Hij zei: „O". Daarna heeft hij de telefoon gegre pen en alles gedaan wat hij moest doen," Dit zei vrijdagmiddag prins Berphard, in compleet gevechtstenue in net Leuvenumse bos nabij Nun- speet, toen hij vertelde van zijn erva ringen tijdens het begin van de oefe ning „Alarm I". die gisternacht om vier uur begon. De prins was om kwart voor drie van Soestdyk vertrokken voor deze alarmoefening, die hij zelf had gelast in zijn functie van inspecteur-generaal van de Koninklijke Landmacht. Hij kwam even voor vieren bij de Oran-* jekazerne te Schaesbergen aan, van waaruit enkele onderdelen de oefening dienden te beginnen. Slechts de prins en een klein aantal stafofficieren wis ten van deze manoeuvres af. De prins wekte zelf de officier van piket, de functionaris die bij alarm alle nodige maatregelen dient te nemen. De offi cier van piket was in dit geval een sergeant-majoor, die wel verbaasd was over het feit dat Z.K.H. plotseling aan zijn bed stond, maar verder alles deed wat gedaan moest worden. „Het liep uitstekend. In een kleine vier uur was de hele zaak op de weg. De eerste voertuigen rukten binnen twee uur uit". De Prins vertelde dat hij langs de kazernegebouwen was ge lopen om te zien hoe de soldaten rea geerden op het alarm. Hy was zeer 'tevreden. „De stemming is goed", zo zei hij. AI eerder in het jaar heeft de Prins een dergelijke alarmoefening gelast, toen in Zuid-Laren. Bij die ge- Iegenheid waren er fouten gemaakt die nu niet werden begaan. Drieduizend man namen aan de oefening deel. Een gardebataljon ja gers, een gardebataljon grenadiers, een afdeling veldartillerie bestaan de uit achttien 25-ponders en 600 man aan personeel, een deel van de le gerkorpsstaf, een afdeling aan- en af- voertroepen, een verbindingspeloton en twee compagnieën van het korps commandotroepen. De commandotroe pen fungeerden als vijand en waren dan ook donderdag al op het Elspeter veld aangekomen. Op deze heide zou den vrijdagmiddag namelijk vriend en vijand slaags raken. De commandotroepen gingen in de verdediging en hadden de taak de gro te, elfde gevechtsgroep, die uit de ge alarmeerde onderdelen was samenge steld en onder leiding stond van kolo nel F. von Lindheim, met vertragende acties op te houden en af te matten. Want het doel vaij de oefening was niet alleen te weten te komen hoe snel de gealarmeerde onderdelen ge- veehtsklaar waren, maar ook te zien hoe hun reacties waren op opdrach ten voor onmiddellijke actie. Het feit dat prins Bernhard niet toe keek bij deze alarmoefening, maar zelfs mét de troepen meeging, gaf aan deze oefening „Alarm I" een speciaal cachet. 'In het terrein maak te de Prins gebruik van een jeep, op de weg reed hij in z\jn grote, zwarte Bentley-personenauto. Het gevechts tenue stond hem goed. .In compleet gevechtstenue. De gevechtsgroep had op het Elspe- terveld een zware dobber aan de com mandotroepen die zich hier en daar hadden genesteld. Het werd geen strijd tot de laatste man, want de commando's ruimden het veld als de onderdelen van de gevechts groep dicht naderden. Zij namen op een gegeven moment een vertrouwde dominee en een luitenant gevangen, die verdwaald waren. De dominee bleek niet zo goed met de kaart te kunnen omgaan. „Wij hebben de do minee maar weer losgelaten, maar de luitenant hebben wij gehouden om wat inlichtingen van hem los te krij gen", zei overste Ranft van de com mandotroepen. meenschap financieel aanzienlijk belas ten. Bjj de discussies maande een der spre kers tot voorzichtigheid met het om hals brengen van het instituut van de prijsbeheersing, zo lang er geen even waardig orgaan voor is gevonden. Een ander merkte op. dat bij de uitgaven voor de gezondheidszorg het gevaar be staat, dat een groter aandeel van het nationaal inkomen hiervoor geclaimd wordt dan verantwoord is. Een zekere beperking zou nodig zjjn. De heer Lup gens zei het mogelijk te achten, dat niet alleen de ziekenfondsen, maar ook de particuliere patiënten, via de ziekenkos- tenverzekeringen ten aanzien van de ziekenhuizen een woord meespreken. Tariefsverhoging niet te vermijden De voorzitter, de heer Jos Maenen zei ook in zjjn openingsrede, dat uit loons verhogingen in de ziekenhuizen onher roepelijk tariefsverhogingen zullen voortvloeien. Aangaande een salarisverhoging zal, zoals gebruikelijk is, zoveel mogelijk aanpassing worden gezocht bij de loon ontwikkeling in de overheidssector. De nodige contacten met prijsbeheersing, college van rijksbemiddelaars, werkne mersorganisaties en de ziekenfondsor ganisaties zijn gelegd om tot spoedige beslissingen te kunnen komen, zodra het overleg omtrent de salariëring van het overheidspersoneel tot een definitief re sultaat heeft geleid. De heer Maenen verwacht, dat voor 1 februari overeen stemming is bereikt. Verwacht wordt, zo deelde hij verder mee, dat indien er geen uitbreidings plannen meer komen hetgeen on- Dat bericht over de heer Jozef Perl in Miinchen, die tot vijf maanden is veroor deeld. omdat hij bij de be grafenis van een vroegere nazi-functionaris de Hitler groet had gebracht, heeft wel weer iets bij mij wak- -ker gemaakt. Het aardigste vind ik overigens de verklaring van de verdachte dat hij zijn arm „bij ver gissing een poosje in de lucht" had ge houden. Als ik mij niet vergis kwam het excuus van vele oorlogsmisdadi gers, die in Nürnberg terecht hebben gestaan, daar ook zo ongeveer op neer. Ik, voor mij, heb daar altijd tegen over gesteld: dan hadden jullie ook maar niet zo'n rare manier van groe ten moeten uitvinden, wij zeiden en zeggen bij voorkomende gelegenheden altijd gewoon: „Goeie dag" of zelfs „de mazzel". Dat de heer Perl voorts te zijner verontschuldiging aanvoerde dat hij niet wist dat de Hitlergroet in West- Duitsland verboden was kan ik be grijpen. Dat wist ik ook niet. Niettemin zie ik in die straf van vijf maanden voor het opheffen van een arm een element van bijkomstige en ongezochte rechtvaardigheid. Wij heb ben per slot van rekening vijf jaar gehad door het niet te doen. ümiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiimuHiuii LOURENCO MARQUES, 12 dec. (Reuter) Tengevolge van de wervel storm, die woensdagnacht twee dorpen in Portugees Oost-Afrika heeft getrof fen, zijn minstens 24 mensen om het le ven gekomen. Het dorp Mocimba de Praia aan de - Afrikaanse oostkust ten noordoosten van Lourence Marques werd geheel verwoest. In het andere dorp. Taboenda, bleef maar één huis overeind staan. Ir dit huis schuilen de dorpelingen nu. Het aantal gewonden in beide dorpen is nog niet bekend. DORDRECHT, 12 doe. Vooruitlo pend op het onderzoek van het minis terie van Economische Zaken inzake de prjjzcn van het volks- en witbrood hebben de bakkers in Dordrecht en Dubbeldam besloten om niet ingang van maandag de prijzen van alle soor ten brood met één cent te verhogen. Zij hebben de bewindsman van dit be sluit in kennis gesteld. Advertentie waarschijnlijk is dat in b.v. 1970 de ziekenhuizen ten opzichte van 1947 een vermeerdering van 22.751 bedden te zien zullen geven. In de katholieke zie kenhuizen !s er dan over b.v. tien jaar 43,3 pet van het aantal bedden; in 1947 was dat 44,6 pet. Procentueel dus een geringe achteruitgang, maar er is een verheugende oorzaak, want van de 36 zeer kleine en slecht geoutilleerde zie kenhuizen, die sinds 1947 een andere be stemming kregen, waren er 26 met bij na 1000 bedden uit katholieke kring. Advertentie Oude genever Bessenrood Citroen jenever r f e midden van vogelkooien, waarin vier duiven, twee loodbekjes, twee nonnen en de muis Caligula rondsput- teren, zit Peter Vos en tekent. Hij begon met dat tekenen vier jaar na zijn geboorte (15 sep tember 1935) en is er sindsdien nauwelijks meer mee opgehou den. De routine die hij daarmee opdeed, gepaard met veel talent, leidde tot de opdracht naar aanleiding waarvan dit interview is gemaakt: het illus treren van de novelle „De za lenman", die bij de Boekenweek 1960 als geschenk wordt uitge reikt. Peter Vos doorliep (zoals men dat noemt) de lagere school en het Sint Bonifacius-lyceum in Utrecht, en l.eeft. van die tijd een grote gehechtheid overge houden aan die stad. Op allerlei tekeningen ziet men de bochtige grachten en de oude huizen van het Sticht als achtergronden voor zijn mensen. Want behalve dieren (soms minder beestach tig dan de mens, zegt hij zijn het toch vooral de mensen die hij verbeeldt. Na zijn eindexamen gymna sium alpha ging hij op acht tien jarige leeftijd naar de Rijks academie voor beeldende kun sten in Amsterdam. Vijf jaren volgden van etsen, lithograferen, tekenen en schilderen, en alle technieken die de verschillende hoogleraren doceren. Zijn voorkeur ging vooral naar de grafiek, en daarvan in het bijzonder naar de etskunst. Intussen tekende hij onafgebroken door, naast de op drachten die hij voor de academie te vervullen had. Toen al maakte hij voortdurend illustraties, soms naar verhalen en poëzie van anderen, soms bij teksten die hij zelf schreef. Hij gaf boeken in één exemplaar weg aan talloze vrienden en vriendinnen. Het katholieke dagblad „Het Centrum" in Utrecht begon illustraties van hem te plaatsen. „Vrij Nederland" en het „Hollands Weekblad" volgden. Hij werkte aan verschillende nummers van „Ruimte" mee. met tekeningen en een artikel. Zijn gehechtheid aan Utrecht was niet zo sterk of hij trok voor lange reizen weg naar de landen die al bij overlevering geschapen heetten te zijn voor kunstenaars: Frankrijk en Italië. In Bretagne leefde hij tijden lang te midden t:an de even brute als vriendelijke vissersbevolkingschetste en tekende, want zegt hij „wat doe je anders op vakantie?" en dat ge zegde .is typerend voor hem: tekenen is leven en omgekeerd. Zijn werk is nu eens spottend en ironisch, dan weer op de eenvoudigste manier aangrijpend: bizarre cartoons maar ook uiterst gevoelig getekende en geëtste portretten: sarcastische spotprenten en dreigende landschappen met kleine, schichtige mensen: honderden tekeningen naar de Kruisafname, maar ook potsierlijke dieren en caricaturale mensen. Voor de zowel in Nederland als daarbuiten beroemde bibliofiele serie „De Roos" kreeg hij de opdracht een zelf te kiezen novelle of verhaal te illustreren; een opdracht zoals maar spaarzaam en alleen aan de besten wordt gegeven. „Mijn voorkeuren," zegt Vos„Misschien vooral muziek, na tekenen natuurlijk Mulligan, Parker, Konitz.Dieren ook, neushoorns, olifan ten, beesten die uit de mode zijnen daarom ook heel erg de verhalen van Koolhaas. Bij de tekenaars? Toulouse-Lautrec, Rembrandt, Goya, de Venetianen.Als je dat ziet denk je dat je er zelf net zo goed mee kunt ophouden. Gelukkig dat je dat om de een of andere reden nooit doet. En Peter Vos zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit ophouden met tekenen. Ten gerieve van zichzelf en binnenkort van heel kunstminnend Nederland. i 1 i.t I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5