MARTINI
Kentering sedert 1956
KERKEN VAN DEZE TIJD
Meer samenwerking nodig
met ziekenfondsen
Verpleegprijs in acht jaar tot
het drievoudige gestegen
's Lands Kroniek
Groet
Bokma
Tekenen is leven en omgekeerd
Om meer geloof
'n Verjaardag?
Tentoonstelling in Bisschoppelijk
Museum te Haarlem
Brood maandag al
een cent duurder
Peter Vos
AUTOMATISCH
WASMACHINE
J
ROTTERDAM
V B
ZATERDAG 12 DECEMBER 1959
PAGINA 5
t'l1'
dan iets bijzonders - dan
Kentering
Wat is traditie
Modern en „modieus''
Hervormde Kerkbouw
Al ruim negen miljoen
gulden bijeen
De West gefilmd door
Herman v. d. Horst
Vereniging Katholieke Ziekenhuizen
Prins Bernhard slaat alarm-Sergeant-majoor
antwoordt met „o" Drieduizend man in touw
Wervelstorm treft twee
Afrikaanse dorpen
Minstens 24 doden
In Dordrecht en Dubbeldam
koel- en
luchttechniek
i
11
Naar een vermaard geworden
woord van kardinaal Suhard
wordt Christus in de moderne
gereld hoe langer hoe meer de Grote
Afwezige. De waarheid van deze uit
spraak, althans met betrekking tot
"et bewustzijn der mensen, waarop
S1.), gericht is, valt helaas niet te be-
twijfeien. Zij wordt dan ook alge
meen erkend. Toch kan men, geluk
jes. anderzijds evenmin ontkennen,
"at tevens het besef doorbreekt van
een uitdaging, die de toenemende
ontkerstening inhoudt voor de Chris
tenen. Drijven wij met de stroom
thee, of is onze overtuiging sterk ge-
hoeg om ons de handen ineen te doen
slaan en de wereld in en door ons
Persoonlijk leven het beeld voor te
houden van het echte, ware christen
dom? Wat dit precies inhoudt is niet
eenvoudig onder woorden te brengen
Men zou dan trouwens eerst een hel
der begrip daarvan moeten hebben.
Zonder een poging te willen doen hier
een verantwoorde bepaling van dat
begrip te geven, menen wij in het al
gemeen wel te mogen stellen, dat het
echte Christendom vóór alles zal
hioeten blijken uit de juiste houding
van de mens tegenover God en zijn
htedemensen. De moderne theologie
pn de daarmee samenwerkende we
tenschappen over de mens leggen in
elk geval juist op deze twee aspec
ten. als zijnde het essentiële, alle na
druk. Vele goedwillenden, die eerlijk
bewogen zijn met de mensheid-in-
hood, zien steeds duidelijker in, dat
hun bereidheid tot echt-christen zijn
yan deze basis dient uit te gaan. Men
is ervan overtuigd geraakt, dat de
juiste geloofs belevingde rugge
steun behoeft van een degelijke ge
loofs kennis. Maar ook, dat de
traditionele geloofsbeleving, die voor
een zeer aanzienlijk deel is vastgelo
pen in bloedarm en levendodend for-
htalisme, zeer zeker niet in staat is
het christendom voor buitenstaanders
aantrekkelijk te maken. Hierover be
staat geen verschil van mening, al
thans niet bij hen, die de tekenen
Van de tijd verstaan. In de veronder
stelling echter, dat eenmaal de ge
loofskennis over het algemeen het ge-
Wenste peil heeft bereikt, dringt zich
een dubbele vraag op.
Wanneer men, als gevolg daar
van, een beter inzicht heeft verkre
gen in de eigenlijke aard van het
Christendom, zal men ook dan be
reid zijn daarop zijn persoonlijk le
ven geheel en al af te stemmen?
En op de tweede plaats: acht men
het christendom, waarin immers aan
het kruis een wezenlijke plaats toe
komt, nog geschikt voor de huidige
Wereld met haar op alle gebied ge-
Perfectioneerde techniek, die zich
ten doel stelt alle pijn en leed als
gelukverstoorders uit te bannen?
De eerste vraag sluit een grondige
koerswijziging in: het echte christen
dom is radicaal. Het eist een totale
gerichtheid op, een volledige overga
ve aan God. En wel uit zuivere liefde.
De echte evangelische moraal is geen
verzameling geboden en verboden,
in het min of meer geslaagde onder
houden waarvan voor de meesten tot
nog toe de geloofsbeleving bestaat.
Het program voor het leven van de
Ware christen ligt in de Bergrede
(Mt. 5), die essentieel neerkomt op
liefde en rechtvaardigheid, op de vol
komen oprechtheid van een door de
liefde geïnspireerde levenshouding.
Zo ergens, dan slaat hierin het
christendom met zijn wezen
lijk-sociale zending ten voeten
uit getekend. Liefde en rechtvaardig
heid zijn de beide pijlers, waarop
heel dé verlossingsboodschap voor
de gevallen mens op aarde steunt. Te
Weinig wordt Jezus' Bergrede met
aandacht gelezen en overwogen. Wie
een handleiding zoekt voor een gron
dige gewetenscontrole, vindt daar al
les, wat hij nodig heeft, en op de eer
ste plaats aanleiding tot verbazing
en zelfverwijt. Zó heeft nooit iemand
gesproken! Dat constateerden reeds
de eerste toehoorders: „Toen Jezus
deze toespraak beëindigd had",
schrijft de Evangelist (Mt. 7.28) „ston
den de scharen verbaasd over Zijn
leer. Want Hij leerde hen als een,
die gezag heeft en niet zoals hun
schriftgeleerden". Hier voelt men
zich direct en persoonlijk aangespro
ken door Gods eigen Woord, de enige
basis voor authentiek christelijk le
ven en ware menselijkheid, de enige
mogelijkheid tevens voor een vreed
zame samenleving.
De Bergrede, individueel en collec
tief toegepast en beleefd, dat is echt
christendom. Wij moeten echter toe
geven nog ver daarvan verwijderd te
zijn. Hier wordt radicaal roekeloze
liefde en rechtvaardigheid geëist. En
als wij, gehoorzaam aan onze roe
ping de wereld willen verbeteren,
dan dienen wij te beginnen met van-
hit een zo zuiver mogelijk Gods-besef
eerst zelf de Bergrede tot norm voor
onze levenshouding te kiezen. De
vraag is niet overbodig, of wij daar
toe de moed bezitten, of wij, gemak
kelijke verontschuldigingen ter zijde
latend, het aandurven in deze vijan
dige wereld door nauwgezette navol
ging van Christus zelf een teken van
tegenspraak te worden, zoals onze
Heer dat is geweest.
En toch is dat de absolute voor-
Waarde voor de herkerstening van de
Wereld Wij steunen daarbij op het
Woord van God zelf. De dienaar is
immers niet beter dan zijn lieer.
Christus is niet de vrede komen bren
gen, maar het zwaard. Het kruis is
liet weg te denken uit zijn verlos
singswerk. En daar de verlossing
wordt voortgezet tot aan de jongste
dag, zal het kruis tot aan het. einde
der wereld de enige hoop blijven van
alle mensen. Tot zolang zal Christus,
Zoals Pascal het uitdrukte, in doods
strijd verkeren en het enige verlos
sende woord spreken voor heel de
mensheid.
Het kan dan ook geen vraag zijn
of het christendom met het kruis van
de Verlosser nog geschikt is voor de
moderne wereld. Na Christus' dood
heeft diezelfde wereld nooit méér be
hoefte gehad aan Zijn kruis dan
juist nu, omdat het allen de weg naar
het licht wijst. Maar dit alles is in
wezen een kwestie van geloof. Het
voornaamste en meest nodige gebed
van de huidige christenheid is dan
ook een dagelijks herhaald smeken
om vermeerdering van dat geloof.
De weduwe van de radiopionier Mar-
coni heeft in Rome een vijftig
hoge obelisk onthuld die ter nagedae -
tenis van haar man is opgericht D
Plechtigheid werd door president
Gronchi en kabinetsministers buge-
woond.
Advertentie
t/l Ifes 16.95 - 1/2 Res 3.55
Maquette van de thans in Groningen in aanbouw zijnde Maria-kerk-architect C. H. Bekink).
Een uitermate belangrijke tentoon
stelling met aantrekkingskracht
voor geheel westelijk Nederland
wordt gehouden in het Bisschoppe
lijk Museum te Haarlem. Het is de
tentoonstelling van moderne kerk
bouw in ons land, die in iets andere
samenstelling voor het eerst te Nij
megen te zien was ter gelegenheid
van het oecumenisch gesprek over
kerkelijke architectuur, kunst en li
turgie, vorige maand op plaatselijk
initiatief van enige dominees aldaar
onder de naam „Voorhof" gehouden.
In haar Haarlemse reprise, die gaat
onder de naam „Kerkbouw nu", is
de kerncollectie bewaard gebleven,
maar het aantal geëxposeerde pro
jecten is nagenoeg verdubbeld, onder
andere door toevoeging van lokale
projecten in het bisdom Haarlem.
Voor de verzorging van het op de
katholieke kerkbouw betrekking heb
bend deel van het expositiemateriaal
werd de redactie van „Kunst en
Religie", het orgaan van het Sint
Bernulphusgilde, reeds voor de Nij
meegse opzet aangewezen. In een
dubbel nummer van dit vooruitstre
vende tijdschrift (nrs. 2 en 3 van
jaargang 41) is de behandelde mate
rie door een uitvoerige fotodocumen
tatie nog belangrijk verruimd.
Het tijdschrift „Kunst en Religie" dat
reeds direct na zijn ontstaan uit „Het
Gildeboek", waarvan het de voortzet
ting is, een duidelijk positief standpunt
heeft ingenomen in de actuele kwesties
van katholieke cultuur, is met deze
aflevering in één slag evenwaardig ge
worden aan het tijdschrift Forum, dat
betrokken werd bij de grote manifesta
ties der architectuur in Nederland. Voor
de tentoonstellingen „Opdracht" en „De
Ark" bijvoorbeeld heeft het als catalo
gus gefungeerd.
De Haarlemse tentoonstelling is -te
danken aan de conservator van het
Bisschoppelijk Museum, de heer
H. J. A. M. van Haaren, die als re
dactielid van „Kunst en Religie" bij de
Nijmeegse opzet reeds betrokken ge
weest is. Door hem ook is zij uit „Voor
hof" ontwikkeld, voor wat het prote
stantse aandeel betreft in overleg met
de Prof. van den Leeuw-stichting.
Bij een onderzoek naar de problemen
van de kerkelijke architectuur die in de
na-oorlogse ontwikkeling aan den dag
traden, bleek de redactie van „Kunst
en Reiigie", dat met name in de ka
tholieke kerkbouw in de jaren 1955-'56
een opmerkelijke kentering valt waar
te nemen. Een vrij plotseling algemeen
besef dat het theoretiseren op theologi
sche gronden geen bouwvorm oplevert
en dat traditie een minder enge inter
pretatie dient te hebben, breekt, dan baan.
Aldus op eigen idioom en vindings
kracht teruggeworpen, richtten de ont
werpende architecten hun blik op het
buitenland, waar reeds in de vooroor
logse jaren werd gestreefd naar een
nieuwe norm en naar integratie van de
kerkelijke architectuur in de totaliteit
der nieuwe bouwkunst met haar eigen
materiaalgebruik, constructiemiddelen
en uitdrukkingskracht.
De tekst die de fotodocumentatie in de
eerder genoemde aflevering van „Kunst
en Religie" begeleidt is dermate puntig
geformuleerd, dat wij niet kunnen nala
ten door middel van enkele ontleningen
daaraan de onderhavige tentoonstelling
te typeren.
Van de keuze der projecten geldt dat
bewust gekozen is uit wat sinds de ge-
gekomen is, in uitvoerdokenring(let955-
signaleerde kentering (1955-'56) tot stand
gekomen is, in uitvoering verkeert of als
goedgekeurd project de liturgische com
missies is gepasseerd.
Van de werken in het eerste decen
nium na de wereldoorlog was de bouw
stijl weifelmoedig en men bleef afwij
zend staan tegenover de materialen
die, niet eeuwenlang beproefd, voor on
waardig werden gehouden. Prof. Holt
en ir. Peutz hebben, ieder afzonderlijk,
de doorbraak naar de werkelijk moder
ne kerkelijke architectuur rond 1950
bewerkstelligd. „Werken volgens de tra
ditie dat is werken met eigentijdse mid
delen en in de algemeen gangbare taal
volgens de fudamentele regels van de
architectuur, die steeds aanpassing aan
de realiteit van het leven verlangt, doel
matigheid en rechtstreeks verstaanba
re uitdrukkingskracht".
Daarbij zouden de verworvenheden
van het nieuwe bouwen in het algemeen
toegepast moeten worden op de kerke
lijke bouwkunst. Zo zou, volgens de re
dactie van het tijdschrift, meer
aandacht voor goede woningbouw toch
noodzakelijk hebben moeten leiden tot
het verlangen om in de kerkbouw een
atmosfeer te scheppen die niet in tegen
spraak is met alle positiefs dat in het
beeld van de nieuwe mens en de nieu
we maatschappij zonder moeite te ont
dekken is. Want de kerk is op de eer
ste plaats niet een gebouw, maar de
vergaderde menigte daarin, die haar
eigen dagelijkse behoeften en gewoon
ten geen moment vergeet, ook niet, wan
neer zij zich tot God richt. Haar beste
eigenschappen en verlangens dienen
door de architectuur die haar opneemt,
op een of andere manier gereflecteerd
te worden".
De redactie van het tijdschrift con
stateert, dat er in de moderne kerk
niet veel is overgebleven aan dingèn,
die de aandacht van het wezenlijke af
leiden. Dit architectonisch zuivèrstel-
len van de wezenlijke waarden is een
begunstigende factor voor het oecume-
Advertentle
rtisch verlangen van de christenheid. In
de expositie heeft men willen laten
zien, dat protestantse en katholieke
kerkgebouwen thans beschikken over de
zelfde taalmiddelen, hetgeen vooral een
gevolg is van het feit dat de katholieke
kerkelijke architectuur veel van haar
pretenties heeft moeten laten varen
door het veranderde tijdsbeeld.
Niettegenstaande de positieve instel
ling van de organisatoren der tentoon
stelling blijven zij de ontwikkeling kri
tisch observeren. „De angst om voor
achterlijk aangezien te worden, doet
evenveel schade als de angst om mo
derne elementen te aanvaarden. Nieu
we constructiemethoden en nieuwe mid
delen van expressie worden bij ondoor
dacht en willekeurig gebruik tot een
caricatuur van de moderne aspiraties".
En dit kunnen zij schrijven, terwijl in
hun documentatie in maquette en foto
beeld een zodanige objectiviteit heerst
dat de bezoeker bij zijn rondgang meer
malen op projecten zal stuiten waar in
derdaad de conceptie kennelijk niet uit,
innerlijke noodzaak is voortgekomen,
maar uit bekendheid met het interna
tionale vormenspel.
Opvallend is dat de katholieke ar
chitect voor deze modieuze pretenties
meer gevoelig is dan zijn protestant
se vakgenoot. Voor een deel is dit
wel te verklaren uit de omstandig
heid dat deze laatste minder traditio
nele bindingen heeft en minder tradi
tie overboord hoeft te zetten. Hij heeft
deswege reeds eerder richting geko
zen waar de eerste zich nog vermeit
in het spelend doorkruisen van het
nieuwe gebied.
De tentoonstelling is voor vakmensen
in de bouwkunde en in de zielzorg
maar ook voor het belanghebbende
kerkvolk bedoeld. Velen, vanuit ver
schillende geestelijke milieu's, zullen
in de komende weken het Bisschoppelijk
Museum te Haarlem bezoeken en als
zij het goed doen, intensief contact kun
nen opnemen met de huidige kerkbouw
in zijn doelstellingen en problemen.
(Behalve op de gebruikelijke bezoek
tijd van 10 tot 5 uur, zal de tentoonstel
ling ook geopend zijn op donderdag
avonden van 7 tot 9.30 u. en op zondagen
(behalve Nieuwjaarsdag) van 1 tot 4
uur. De sluitingsdatum is gesteld op 10
januari. Voordien is nog een forum
avond geprojecteerd waaaaan de heren
W. A. L. Beeren en C. J. A. C. Peeters
hun medewerking zullen verlenen.
L.T.
DEN HAAG, 11 dec. De opbrengst
van de hervormde kerkbouwactie heeft
vandaag de negen miljoen gulden over
schreden. Naar de organiserende com
missie mededeelt is de stand tot en
met vrijdag geworden 9.000.808 gulden.
AMSTERDAM, 11 dec, Waar
schijnlijk eind januari zal de ruim een
uur durende documentaire, die de ci
neast Herman van der Horst over de
We$t heeft gemaakt, in een van de
Tuschinski-bioscopen in première
gaan. De film is getiteld „Faja Lob-
bie" (D<> vurige liefde) en is ongeveer
anderhalf jaar geleden door Herman
van der Horst opgenomen.
(Van onze Utrechtse redacteur)
UTRECHT, 11 dec. Het valt niet in
te zien waarom de overheid de prijzen
van de niet op wiust gerichte ziekenhui
zen nog moet vaststellen, terwijl zfj bij
na overal elders de directe prijsvorming
aan de bedrijven zelf overlaat en daar
volstaat met een globaal toezicht. De
ziekenhuizen zullen hun eigen verant
woordelijkheid op dit terrein weer moe
ten dragen, hetgeen hun dan ook zeke
re verplichtingen oplegt. Dit betoogde
drs. JLupgens, die verbonden is aan
het secretariaat van de Vereniging van
katholieke ziekenhuizen in de jaarver
gadering. Hij wees erop. dat de kosten
van ziekenhuisverzorging per Nederlan
der de laatste jaren aanzienlijk zjjn ge
stegen: een stijging, die velen terecht
verontrust.
De verpleegprijs per dag steeg van
ƒ7,62 in 1951 tot ƒ24.40 in 1958, tot het
drievoudige dus In acht jaar. Een com
plex van factoren, veelal van structu
rele aard, is van deze prijsstijging de
oorzaak, waardoor zjj een internatio
naal verschijnsel is. Het aantal opna
men in de ziekenhuizen per duizend per
sonen is sterk toegenomen (1949: 55;
1955: 74); vele ziekenhuizen zijn lang
voor de oorlog gebouwd en moesten ge
moderniseerd worden, waarbij verpleeg
stershuizen noodzakelijk werden; de
ziekenhuizen zijn zeer arbeidsintensief,
meer dan helft van de exploitatiekosten
bestaat uit personeelskosten, zodat el
ke procent loonsverhoging in de zieken
huizen een half procent prijsverhoging
betekent. Onder de vele contacten, die
de ziekenhuizen naar buiten hebben, is
het contact met de ziekenfondsen een
van de belangrijkste. De ziekenfondsen
spenderen thans een derde van hun in
komsten aan de ziekenhuizen, terwijl
vijftig a zestig procent van de inkom
sten van de ziekenhuizen afkomstig is
van de ziekenfondsen. De juridische en
sociale status van de ziekenfondsen acht
te de heer Lupgens echter bijzonder on
duidelijk; met name over de vraag of
de ziekenfondsverzekering een publiek
rechtelijke sociale voorziening is of niet
wordt tot in de hoogste rechtskringen in
ons land verschillend geoordeeld.
In studie is de vraag of een „orde
ning" op het gebied van het ziekenhuis
noodzakelijk is om een gezonde ontwik,
keling van het ziekenhuiswezen te be
vorderen. De ziekenhuisorganisaties, zo
zei de heer Lupgens, hebben reeds
thans tot taak een „ordening in eigen
kring" en samenwerking tusseu de zie
kenhuizen te stimuleren. Vooral zal ook
nodig zijn samenwerking van de zieken
huizen met de organisaties van de me
dische specialisten; de meningsvorming
in die kring is in vele opzichten rich
tinggevend voor het beleid in het zie
kenhuiswezen.
Samenwerking is ook gewenst met de
ziekenfondsen gezien de gemeenschap
pelijke belangen: een zo goed mogelijke
verzorging van de patiënten voor een
prijs (dus een premie), die niet hoger
is dan noodzakelijk. De ziekenhuizen ne
men in dit overleg een andere plaats in
dan de medewerkers van de zieken
fondsen (artsen, apothekers), die „on
derhandelen" over hun inkomen. Over
leg met de ziekenfondsen is op zijn
plaats over de belangrijke ontwikkelin
gen op ziekenhuisgebied, die de ge-
„Ik zei: er is alarm. Hij zei: „O".
Daarna heeft hij de telefoon gegre
pen en alles gedaan wat hij moest
doen," Dit zei vrijdagmiddag prins
Berphard, in compleet gevechtstenue
in net Leuvenumse bos nabij Nun-
speet, toen hij vertelde van zijn erva
ringen tijdens het begin van de oefe
ning „Alarm I". die gisternacht om
vier uur begon.
De prins was om kwart voor drie
van Soestdyk vertrokken voor deze
alarmoefening, die hij zelf had gelast
in zijn functie van inspecteur-generaal
van de Koninklijke Landmacht. Hij
kwam even voor vieren bij de Oran-*
jekazerne te Schaesbergen aan, van
waaruit enkele onderdelen de oefening
dienden te beginnen. Slechts de prins
en een klein aantal stafofficieren wis
ten van deze manoeuvres af. De prins
wekte zelf de officier van piket, de
functionaris die bij alarm alle nodige
maatregelen dient te nemen. De offi
cier van piket was in dit geval een
sergeant-majoor, die wel verbaasd
was over het feit dat Z.K.H. plotseling
aan zijn bed stond, maar verder alles
deed wat gedaan moest worden.
„Het liep uitstekend. In een kleine
vier uur was de hele zaak op de weg.
De eerste voertuigen rukten binnen
twee uur uit". De Prins vertelde dat
hij langs de kazernegebouwen was ge
lopen om te zien hoe de soldaten rea
geerden op het alarm. Hy was zeer
'tevreden. „De stemming is goed", zo
zei hij. AI eerder in het jaar heeft de
Prins een dergelijke alarmoefening
gelast, toen in Zuid-Laren. Bij die ge-
Iegenheid waren er fouten gemaakt
die nu niet werden begaan.
Drieduizend man namen aan de
oefening deel. Een gardebataljon ja
gers, een gardebataljon grenadiers,
een afdeling veldartillerie bestaan
de uit achttien 25-ponders en 600 man
aan personeel, een deel van de le
gerkorpsstaf, een afdeling aan- en af-
voertroepen, een verbindingspeloton
en twee compagnieën van het korps
commandotroepen. De commandotroe
pen fungeerden als vijand en waren
dan ook donderdag al op het Elspeter
veld aangekomen. Op deze heide zou
den vrijdagmiddag namelijk vriend
en vijand slaags raken.
De commandotroepen gingen in de
verdediging en hadden de taak de gro
te, elfde gevechtsgroep, die uit de ge
alarmeerde onderdelen was samenge
steld en onder leiding stond van kolo
nel F. von Lindheim, met vertragende
acties op te houden en af te matten.
Want het doel vaij de oefening was
niet alleen te weten te komen hoe
snel de gealarmeerde onderdelen ge-
veehtsklaar waren, maar ook te zien
hoe hun reacties waren op opdrach
ten voor onmiddellijke actie.
Het feit dat prins Bernhard niet toe
keek bij deze alarmoefening, maar
zelfs mét de troepen meeging, gaf
aan deze oefening „Alarm I" een
speciaal cachet. 'In het terrein maak
te de Prins gebruik van een jeep, op
de weg reed hij in z\jn grote, zwarte
Bentley-personenauto. Het gevechts
tenue stond hem goed.
.In compleet gevechtstenue.
De gevechtsgroep had op het Elspe-
terveld een zware dobber aan de com
mandotroepen die zich hier en daar
hadden genesteld. Het werd geen
strijd tot de laatste man, want de
commando's ruimden het veld als
de onderdelen van de gevechts
groep dicht naderden. Zij namen op
een gegeven moment een vertrouwde
dominee en een luitenant gevangen,
die verdwaald waren. De dominee
bleek niet zo goed met de kaart te
kunnen omgaan. „Wij hebben de do
minee maar weer losgelaten, maar de
luitenant hebben wij gehouden om
wat inlichtingen van hem los te krij
gen", zei overste Ranft van de com
mandotroepen.
meenschap financieel aanzienlijk belas
ten.
Bjj de discussies maande een der spre
kers tot voorzichtigheid met het om
hals brengen van het instituut van de
prijsbeheersing, zo lang er geen even
waardig orgaan voor is gevonden. Een
ander merkte op. dat bij de uitgaven
voor de gezondheidszorg het gevaar be
staat, dat een groter aandeel van het
nationaal inkomen hiervoor geclaimd
wordt dan verantwoord is. Een zekere
beperking zou nodig zjjn. De heer Lup
gens zei het mogelijk te achten, dat niet
alleen de ziekenfondsen, maar ook de
particuliere patiënten, via de ziekenkos-
tenverzekeringen ten aanzien van de
ziekenhuizen een woord meespreken.
Tariefsverhoging niet te vermijden
De voorzitter, de heer Jos Maenen zei
ook in zjjn openingsrede, dat uit loons
verhogingen in de ziekenhuizen onher
roepelijk tariefsverhogingen zullen
voortvloeien.
Aangaande een salarisverhoging zal,
zoals gebruikelijk is, zoveel mogelijk
aanpassing worden gezocht bij de loon
ontwikkeling in de overheidssector. De
nodige contacten met prijsbeheersing,
college van rijksbemiddelaars, werkne
mersorganisaties en de ziekenfondsor
ganisaties zijn gelegd om tot spoedige
beslissingen te kunnen komen, zodra het
overleg omtrent de salariëring van het
overheidspersoneel tot een definitief re
sultaat heeft geleid. De heer Maenen
verwacht, dat voor 1 februari overeen
stemming is bereikt.
Verwacht wordt, zo deelde hij verder
mee, dat indien er geen uitbreidings
plannen meer komen hetgeen on-
Dat bericht over de heer
Jozef Perl in Miinchen, die
tot vijf maanden is veroor
deeld. omdat hij bij de be
grafenis van een vroegere
nazi-functionaris de Hitler
groet had gebracht, heeft
wel weer iets bij mij wak-
-ker gemaakt. Het aardigste
vind ik overigens de verklaring van
de verdachte dat hij zijn arm „bij ver
gissing een poosje in de lucht" had ge
houden. Als ik mij niet vergis kwam
het excuus van vele oorlogsmisdadi
gers, die in Nürnberg terecht hebben
gestaan, daar ook zo ongeveer op neer.
Ik, voor mij, heb daar altijd tegen
over gesteld: dan hadden jullie ook
maar niet zo'n rare manier van groe
ten moeten uitvinden, wij zeiden en
zeggen bij voorkomende gelegenheden
altijd gewoon: „Goeie dag" of zelfs
„de mazzel".
Dat de heer Perl voorts te zijner
verontschuldiging aanvoerde dat hij
niet wist dat de Hitlergroet in West-
Duitsland verboden was kan ik be
grijpen. Dat wist ik ook niet.
Niettemin zie ik in die straf van
vijf maanden voor het opheffen van een
arm een element van bijkomstige en
ongezochte rechtvaardigheid. Wij heb
ben per slot van rekening vijf jaar
gehad door het niet te doen.
ümiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiimuHiuii
LOURENCO MARQUES, 12 dec.
(Reuter) Tengevolge van de wervel
storm, die woensdagnacht twee dorpen
in Portugees Oost-Afrika heeft getrof
fen, zijn minstens 24 mensen om het le
ven gekomen. Het dorp Mocimba de
Praia aan de - Afrikaanse oostkust ten
noordoosten van Lourence Marques
werd geheel verwoest. In het andere
dorp. Taboenda, bleef maar één huis
overeind staan. Ir dit huis schuilen de
dorpelingen nu. Het aantal gewonden in
beide dorpen is nog niet bekend.
DORDRECHT, 12 doe. Vooruitlo
pend op het onderzoek van het minis
terie van Economische Zaken inzake
de prjjzcn van het volks- en witbrood
hebben de bakkers in Dordrecht en
Dubbeldam besloten om niet ingang
van maandag de prijzen van alle soor
ten brood met één cent te verhogen.
Zij hebben de bewindsman van dit be
sluit in kennis gesteld.
Advertentie
waarschijnlijk is dat in b.v. 1970 de
ziekenhuizen ten opzichte van 1947 een
vermeerdering van 22.751 bedden te
zien zullen geven. In de katholieke zie
kenhuizen !s er dan over b.v. tien jaar
43,3 pet van het aantal bedden; in 1947
was dat 44,6 pet. Procentueel dus een
geringe achteruitgang, maar er is een
verheugende oorzaak, want van de 36
zeer kleine en slecht geoutilleerde zie
kenhuizen, die sinds 1947 een andere be
stemming kregen, waren er 26 met bij
na 1000 bedden uit katholieke kring.
Advertentie
Oude genever Bessenrood Citroen jenever
r f e midden van vogelkooien,
waarin vier duiven, twee
loodbekjes, twee nonnen
en de muis Caligula rondsput-
teren, zit Peter Vos en tekent.
Hij begon met dat tekenen vier
jaar na zijn geboorte (15 sep
tember 1935) en is er sindsdien
nauwelijks meer mee opgehou
den. De routine die hij daarmee
opdeed, gepaard met veel
talent, leidde tot de opdracht
naar aanleiding waarvan dit
interview is gemaakt: het illus
treren van de novelle „De za
lenman", die bij de Boekenweek
1960 als geschenk wordt uitge
reikt.
Peter Vos doorliep (zoals men
dat noemt) de lagere school en
het Sint Bonifacius-lyceum in
Utrecht, en l.eeft. van die tijd
een grote gehechtheid overge
houden aan die stad. Op allerlei
tekeningen ziet men de bochtige
grachten en de oude huizen van
het Sticht als achtergronden
voor zijn mensen. Want behalve
dieren (soms minder beestach
tig dan de mens, zegt hij
zijn het toch vooral de mensen
die hij verbeeldt.
Na zijn eindexamen gymna
sium alpha ging hij op acht tien
jarige leeftijd naar de Rijks
academie voor beeldende kun
sten in Amsterdam. Vijf jaren volgden van etsen, lithograferen, tekenen en
schilderen, en alle technieken die de verschillende hoogleraren doceren.
Zijn voorkeur ging vooral naar de grafiek, en daarvan in het bijzonder
naar de etskunst. Intussen tekende hij onafgebroken door, naast de op
drachten die hij voor de academie te vervullen had. Toen al maakte hij
voortdurend illustraties, soms naar verhalen en poëzie van anderen, soms
bij teksten die hij zelf schreef. Hij gaf boeken in één exemplaar weg aan
talloze vrienden en vriendinnen. Het katholieke dagblad „Het Centrum" in
Utrecht begon illustraties van hem te plaatsen. „Vrij Nederland" en het
„Hollands Weekblad" volgden. Hij werkte aan verschillende nummers van
„Ruimte" mee. met tekeningen en een artikel.
Zijn gehechtheid aan Utrecht was niet zo sterk of hij trok voor lange
reizen weg naar de landen die al bij overlevering geschapen heetten te zijn
voor kunstenaars: Frankrijk en Italië. In Bretagne leefde hij tijden lang
te midden t:an de even brute als vriendelijke vissersbevolkingschetste en
tekende, want zegt hij „wat doe je anders op vakantie?" en dat ge
zegde .is typerend voor hem: tekenen is leven en omgekeerd.
Zijn werk is nu eens spottend en ironisch, dan weer op de eenvoudigste
manier aangrijpend: bizarre cartoons maar ook uiterst gevoelig getekende
en geëtste portretten: sarcastische spotprenten en dreigende landschappen
met kleine, schichtige mensen: honderden tekeningen naar de Kruisafname,
maar ook potsierlijke dieren en caricaturale mensen.
Voor de zowel in Nederland als daarbuiten beroemde bibliofiele serie
„De Roos" kreeg hij de opdracht een zelf te kiezen novelle of verhaal te
illustreren; een opdracht zoals maar spaarzaam en alleen aan de besten
wordt gegeven.
„Mijn voorkeuren," zegt Vos„Misschien vooral muziek, na tekenen
natuurlijk Mulligan, Parker, Konitz.Dieren ook, neushoorns, olifan
ten, beesten die uit de mode zijnen daarom ook heel erg de verhalen
van Koolhaas. Bij de tekenaars? Toulouse-Lautrec, Rembrandt, Goya, de
Venetianen.Als je dat ziet denk je dat je er zelf net zo goed mee kunt
ophouden. Gelukkig dat je dat om de een of andere reden nooit doet.
En Peter Vos zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit
ophouden met tekenen. Ten gerieve van zichzelf en binnenkort van
heel kunstminnend Nederland.
i
1
i.t
I