Korps Mariniers onderging
grondige verjongingskuur
AMERIKAANS episcopaat tegen
bevordering geboortebeperkin
Aanwas wereldbevolking moet gepaard
gaan met verhoging voedselproductie
Jongens van
Jan de
Probleem voor eventuele
katholieke president
Historisch onderdeel van Marine
Minder theorie en
meer harding
GESCHIL TUSSEN KATHOLIEKEN EN PROTESTANTEN IN DE V.S.
Het woord van
de Paus
Prehistorie
Antwoord van
Kennedy
Lagune van het geluk
Europese samenleving
ZATERDAG 12 DECEMBER 1959
(Van een onzer redacteuren)
Rotterdam, 10 dec.
'$\JA PATET ORBIS": „Zo wijd
fie wereld strekt". Dat is de
Wapenspreuk van het korps Mari
ners. Dit oudste korps van de
•Nederlandse strijdkrachten, dat
j-0 december 1665 twee hon-
eerdvierennegentig jaar geleden
9üs werd opgericht, heeft on
opvallend een soort verjongings
kuur ondergaan. Een commissie,
rke onder leiding stond van de
ckef-staf van het korps, de kolo-
0el der mariniers J. G. M. Nass,
{jeeft alle opleidingen bij het
kleine, maar bijzonder goed geor
ganiseerde korps herzien en meer
de praktijk afgestemd. Dit
komt in het kort neer op meer
Velddienst, meer nachtoefeningen,
ïlJeer wapeninstructie, meer
^hietoefeningen en in het alge
meen meer lichamelijke training,
juet alle beschikbare middelen
hebben de instructeurs de herzie
ning van de opleidingen doorge-
voerd. Voor sommigen was mis
schien het gevolg van de herzie-
In de Verenigde Staten is op het ogenblik een
heftige discussie gaande over de vraag, of de
Amerikaanse hulp aan de onderontwikkelde
gebieden gepaard moet gaan met propaganda
voor kunstmatige geboortebeperking. Het Ameri
kaanse episcopaat heeft in deze kwestie krachtig
stelling genomen tegenover opvattingen die voor
al door bepaalde protestantse autoriteiten zijn ver
kondigd. De affaire speelt ook een rol in het
voorspel van de komende verkiezingscampagne.
Onder de gegadigden voor het presidentschap be
vindt zich namelijk een katholieke senator, en
van niet-katholieke zijde heeft men de kwestie
aangegrepen om nog eens de vraag te stellen of
een katholiek wel een goed president van Ame
rika kan zijn, en of zijn trouw aan de leer van de
Kerk hem niet in conflict zal brengen met zijn
grondwettelijke verplichtingen. Als de Democra
ten op hun partijconventie van volgend jaar een
katholiek candidaat stellen voor het Witte Huis
hetgeen niet uitgesloten geacht moet worden
- dan zullen de discussies ongetwijfeld ook in
1960 nog voortgezet worden. Het bewogen ge
sprek over deze zaak heeft de bestaande tegen
stellingen tussen katholieken en protestanten in
Amerika vergroot. De vrijzinnige opvattingen
van vele Amerikaanse protestanten zijn bij de
openbare behandeling van het vraagstuk weer
eens duidelijk in het licht gesteld.
hing, het verminderen van het
^ntal theorielessen, moeilijk te
^rwerken. Maar de reacties bij
kader en mariniers zijn, over de
Sehele lijn genomen, gunstig.
>>Ren op de zeven lessen bevat
*Keorie en een op de zeven ook
Wordt aan sport besteed. De vijf
^terende zijn praktijklessen",
verzekerde ons een trainings-
°fficier in het opleidingscentrum
t® Doom. Zo kunnen de mariniers
kun wapenspreuk, een soort van
Plofte, wellicht beter dan ooit
bestand doen.
amfibische karakter van het korps Mariniers maakt, dat de mariniers bijzonder goed moeten kunnen omgaan met
^toerboten. Op de foto, die gemaakt werd door de commandant van het korps Mariniers, is een landing op een van de
stranden van Nieuw-Guinea vastgelegd.
"^mmtiiniiHiHiiiiiniiimiuimiiiiiHininiNiniiiiniiiiu
MiimiiiiniiiiiiimiiiiimminmmiiiiniiMiiiiiiiiHimiitiiiii)
In zijn encycliek „Casti Connubii"
heeft Zijne Heiligheid Paus Pius de
Elfde over de „kinderbeperking" ge
schreven. „Daar nu de huwelijksdaad
uiteraard gericht is op de voortbren
ging van het kind, handelen dus zij,
die bij het stellen ervan deze met
opzet van haar natuurlijke kracht be
roven, tegennatuurlijk en bedrijven
zij iets, dat schandelijk en in zich
onzedelijk is."
Elders zegt de paus in zijn ency
cliek: „dat elk_ huwelijksgebruik, bij
welks uitoefening de handeling door
menselijke opzet van haar natuur
lijke kracht om leven voort te bren
gen beroofd wordt, ingaat tegen de
wet van God en die van de natuur
en dat degenendie een dergelijke
misdaad begaan, zich met de vlek
van zware zonden besmetten."
Tenslotte verklaart de H. Vader:
„Ook gaan ons zeer ter harte de klach
ten van die echtgenoten, die, ge
drukt door harde armoede, de aller
grootste moeite hebben om hun kin
deren te voeden. Maar tot elke prijs
moet voorkomen worden, dat de heil
loze toestanden op stoffelijk gebied
aanleiding zouden worden tot een nog
veel heillozer dwaling."
Van een Nederlandse uitdrukking:
kan men min of meer de tjjd af
leiden, waarin het korps Mariniers
is gevormd. „Jongens van Jan de
Witt" is een uitdrukking, die ont
stond toen het advies van admiraal
De Ruyter om echte zeesoldaten in
dienst te nemen door de raadpen
sionaris Johan de Witt werd ge
steund. De Staten van Holland be
sloten op grond van 4tft advies tot de
vorming van het „Regiment de
Marine".
nniiimimiiimifHiiiiiHitiHiiiiiiiitiiiiiimmmi!
„••Inderdaad heeft de commissie de
aangegeven om de herziening
P°ndig te doen zijn," zo verklaarde
J1® de commandant van het korps Ma
aiers, de generaal-majoor der mari-
vl ers H. Lieftinck. „Waar het mogelijk
de theorie te verminderen is dit
pvbeurd, zodat meer zorg kan worden
lusteed aan de harding van de man."
geeft dus veel meer aandacht aan
Ij? bedrevenheid in het harde mari-
.''erswerk dan aan de kennis van de
?6orie, tenzij deze theorie rechtstreeks
vR de praktijk van toepassing is, zoals
Uvoorbeeld de theorie-velddienst.
ijHet oefenprogramma voor lichamelij-
2? gehardheid is verzwaard, onder
^eer door het Invoeren van zwaardere
?brsen en het bivakkeren onder alle
^hstandigheden voor alle rangen en
standen," aldus generaal-majoor Lief
tinck. „Ook de schietopleiding werd op
de helling geplaatst en er worden meer
nachtoefeningen gehouden."
Het hoofdkwartier van de mari
niers is gevestigd in Rotterdam, de
stad, waar deze „zwarte duivels" in
de meidagen van 1940 geschiedenis
schreven. De opleiding van de be
roepsmariniers geschiedt eveneens in
Rotterdam in de Van Ghent-
kazerne, genoemd naar de eerste
commandant van het korps, dat toen
nog „Regiment de Marine" heette. In
de Van Braam Houckgeestkazerne
naamgever was hier de officier der
mariniers die zich in de negentiende
eeuw sterk onderscheidde, onder
meer door het invoeren van sociale
verbeteringen in het korps in
Doom worden merendeels dienst
plichtigen opgeleid. De amphibische
opleiding, een van de spectaculaire
onderdelen van de mariniersoplei
ding, heeft plaats op Texel, in een
speciaal trainingskamp. Maar niet
alleen in eigen land worden de mari
niers opgeleid voor hun gevechts-
taak. Want na de gevorderde oplei
ding in Nederland volgt voor velen
vaak nog een voortgezette opleiding
overzee, in Nederlands Nieuw-Guinea
of op de Nederlandse Antillen. En
heel wat mariniers werken verder
aan boord van diverse oorlogssche
pen van de Marine.
Bjj ministeriële beschikking van 27
november 1954 werden karakter en
doelstelling van het korps Mariniers
vastgesteld en werd het Admiraliteits-
besluit van 1947 ingetrokken. „Het
Korps Mariniers", aldus deze beschik
king, „is een historisch gegroeid en in
tegrerend onderdeel van de Koninklijke
Marine, van een infanteristisch-amphi-
bisch en expeditionnair karakter." En
volgens de doelstelling is het korps be
stemd voor diensten ter zee, te land en
op de grens van zee en land. waarvoor
het gebruik van andere delen van de
strijdkrachten niet of minder geschikt
wordt geacht, en voor diensten die de
Koninklijke Marine behoeft. Bovendien
kunnen aan het korps ter bescherming
van Rijksbelangen waar ook ter wereld
aan het korps incidentele opdrachten
worden gegeven, buiten de vorige pun
ten vallend. Het korps heeft een vredes-
en een oorlogstaak. Deze laatste is
uiteraard geheim, maar in vredestijd is
de taak van de mariniers onder meer
het leveren van eenheden voor
de Nederlandse Antillen, het leveren
vaj oudere eenheden voor Nieuw-
Guinea en, voorwaar een belangrijk
he Deense journalist Jörgen Ander-
ffh heeft voor zijn reisverhaal over de
,,dzji-eilanden in Johan Winkeler een
'°Ortreffelijke Nederlandse vertaler
5®vonden, die niet weinig bijdraagt tot
ij® aangename leesbaarheid van deze
-®elkleurige belevenissen. Het boek is
vrij luchtige en nogal oppervlak
ke beschrijving van het leven op de
fbidzee-eilanden. Of men zich aan de
And van Andersens opvattingen een
£®trouwbaar beeld van deze mensen
i*n vormen, betwijfelen wij. Dat neemt
A'Ussen niet weg, dat men met plezier
?aar de vlotte verteller luistert, die er
Ander moeite in slaagt zijn eigen en-
'n°usiasme over dit „aards paradijs"
0 de lezer over te hevelen. Interes-
taht js zijn verhaal over de bekende
T°ningin Salote, over wiens bezoek aan
iE°hden de wereldpers destijds vele ko-
hirnen volschreef. Droeve ernst ech-
Is zijn relaas over het melaatsen-
i^and Makagai, dat schrijnend bewijst
V°® „aards" die paradijselijke streken
i°ch in wezen zijn. Het boek is, met
,®rtig foto's geïllustreerd goed ver-
V?.rgd uitgegeven bij H. P. Leopolds
■itge versmaatschappij N.V. te Den
"®ag.
Ook het overstappen van de grotere marinevaartuigen in de kleine landingsboten
vereist veel oefening. Bij kalme zee is dit voor de mariniers waarschijnlijk een
peuleschilletje.
punt ook, het instandhouden van de
Marinierskapel der Koninklijke Mari
ne. De vredessterkte van het korps is
aan mariniers vierduizend man, aan
tamboers, pijpers en muzikanten hon
derdvijftien man en aan vlootpersoneel
driehonderdzeventig man.
Amerikaanse ervaring
Voor een deel is de herziening van
de opleiding der mariniers gebaseerd op
ervaringen, die de chef-staf, kolonel
Nass, tijdens een bezoek van zeven
maanden aan de Verenigde Staten
heeft opgedaan. Voor wat betreft de sa
menstelling van het korps mariniers
heeft Nederland meer moeilijkheden
dan Amerika. Dit land kent geen wer
vingsmoeilijkheden meer, al was dat
twee jaar geleden anders. Maar in Ne
derland tobt men nog steeds met het
probleem hoe voldoende beroepsmari
niers aan te trekken. De verhouding
tussen de aantallen beroeps- en dienst
plichtige mariniers is al verscheidene
jaren niet de juiste. Men heeft veel
meer beroepsmariniers nodig. Er is
een groot verloop, dat het hoofdkwar
tier met zorg vervult. Er komen niet
veel meer beroepsmensen in het korps
dan er uit vertrekken. Daarom is het
korps nog voör een groot deel samen
gesteld uit dienstplichtigen. Dienst
plichtigen overigens, die een uitsteken
de opleiding krijgen.
Want de Van Braam Houckgeest
kazerne beschikt over uitgebreide
trainingsmogeUjkheden. Maar trai
ning is dan ook hard nodig. Al is de
Nederlandse jeugd kwalitatief beslist
beter dan bij voorbeeld de Ameri-
compagnieën der mariniers. Dit zijn
versterkte compagnieën die erop ge
traind zijn incidentele opdrachten, waar
ook ter wereld, uit te voeren als het
landsbelang daarom vraagt. Het zijn
eenheden die binnen vierentwintig uur
gereed kunnen staan om naar elders te
worden overgebracht en ingezet. Er
zijn geen moeilijkheden met inentings
papieren of paspoorten. De inentingen
gebeuren al bij het begin van de dienst
tijd en de andere papieren worden altijd
volkomen in orde gehouden. Deze Qua-
Patet-Orbis-compagnieën zijn wel heel
speciaal berekend op het voortzetten
van de traditie van het korps Mari
niers. Over deze traditie en de ge
schiedenis van dit korps zou nog zeer
veel te zeggen zijn. Het noemen van wat
namen van plaatsen waar de mariniers
in de loop van de eeuwen hebben ge
vochten kan hier echter volstaan:
Chatham, Soiebay, Kijkduin, Gibraltar,
Doggersbank, Rotterdam en Oost-In-
dië.
De katholieke Democratische senator John F. Kennedy uit
Massachusetts, die kans maakt om op de komende conven
tie van zijn partij gekozen te worden tot kandidaat voor
het presidentschap.
Als men wil nagaan hoe deze con
troverse zo plotseling ontstaan is, moet
men teruggaan tot het begin van dit
jaar, toen een commissie van de Ver
enigde Naties voor bevolkingsvraag
stukken in een rapport verklaarde, dat
in Afrika en Azië in de toekomst hon
gersnood zou ontstaan tengevolge van
de toename van het geboortecijfer en
de daling van de sterfte. De voedsel
voorraad zou voor deze volkeren niet
toereikend zijn, zo verklaarde de com
missie, als de groei van de bevolking
niet op kunstmatige wijze zou worden
beperkt. Naar aanleiding van dit rap
port verklaarde de (Protestantse) We
reldraad van Kerken, dat geboortebe
perking noodzakelijk is in de onderont
wikkelde gebieden, en vervolgens heeft
enkele maanden geleden een Ameri
kaanse presidentiële commissie ge
rapporteerd, dat landen, die om bui
tenlandse hulp vragen, geholpen zou
den moeten worden met de oplossing
van het probleem van de snelle bevol
kingsaanwas.
Tot nog toe is overigens uit de Ame
rikaanse fondsen voor buitenlandse hulp
nog geen cent uitgegeven voor de be
vordering van de kunstmatige geboor
tebeperking, en Washington heeft nog
van geen enkel land het verzoek ge
kregen om steun bij het tegengaan van
de bevolkingsgroei. Wel heeft echter de
Indische gedelegeerde bij de Verenigde
Naties onlangs gezegd, dat Indië gaar
ne buitenlandse hulp zou ontvangen
voor de beperking van de geboorte-
aanwas, en men acht het in Amerika
dan ook niet onwaarschijnlijk, dat het
nu nog theoretische vraagstuk van de
geoorloofdheid van liet verlenen van
dergelijke hulp spoedig praktische be
tekenis zal krijgen.
Meer dan tweehonderd Amerikaan
se bisschoppen hebben vorige
maand over dit vraagstuk ge
sproken tijdens een conferentie die ge
houden werd in de gebouwen van de
katholieke universiteit van Amerika te
Washington. Na afloop van hun confe
rentie hebben zij, op 25 november, een
verklaring uitgegeven, waarin zij uit
drukkelijk het gebruik van openbare
gelden veroordelen voor de bevorde
ring van kunstmatige geboortebeper
king in Amerika zelf en in het buiten
land. Het Amerikaanse episcopaat laat
weten, dat katholieken geen steun mo
gen verlenen aan enig openbaar
hulpprogramma voor het binnenland
of het buitenland, ter bevordering
van kunstmatige geboortebeper
king, abortus, of sterilisatie, hetzij
door middel van rechtstreekse hulp, het
zij via internationale organisaties." Als
er een wereldsituatie dreigt te ontstaan
waarin er niet genoeg voedsel is voor
de bevolking, dan moet de logische op
lossing niet gezocht worden in het ver
minderen van de bevolking, maar in
een vergroting van de voedselproduk-
tie, omdat de potentiële voedselvoor
raad bijna onbeperkt is, aldus de bis
schoppen.
Vervolgens heeft de hoogleraar in de
moraal-theologie aan het West Baden
College in de staat Indiana, Prof. John
R. Connery S.J., een artikel geschre
ven voor het gezaghebbende Amerikaan
se Jezuïetenweekblad „America", waar
in hij stelde dat een katholieke presi
dent van de V.S. geen programma mag
lanceren voor geboortebeperking. Met
een sprekend voorbeeld illustreerde hij
zijn betoog, dat de eventuele doelmatig
heid van een bepaalde methode geen
toenemen dan de bevolking ran de V.S.
De meest felle reactie op de verkla
ring van het Amerikaans episcopaat i«
tenslotte geleverd door de Episcopale
bisschop van San Francisco, A. Pike,
een afgevallen katholiek. Bisschop Pike
verklaarde, dat de katholieke bisschop
pen de snel groeiende miljoenen in de
minder fortuinlijke delen van de we
reld veroordelen tot „hongersnood, sla
vernij, ellende en wanhoop". Bisschop
Pike, die voorzitter is van de Ameri
kaanse nationale adviescommissie voor
„planned parenthood" kan beschouwd
worden als een van de voornaamste
voorstanders van het propageren van de
kaanse, volgens de mening van de
staf van het korps, er mankeert wel
veel aan de lichamelijke geoefend
heid van de Nederlandse jongens, als
zij in dienst komen. Dit is natuurlijk
een probleem waar ook Land- en
Luchtmacht mee zitten. In Doorn
denkt men er nuchter over. „Wij spij
keren het tekort aan lichamelijke
oefening bij. De resultaten zijn fan
tastisch". Dertig tot veertig procent
van de dienstplichtigen, die bi) de
Mariniers in dienst komen, kunnen
geen zwemproef afleggen. Vijftig pro
cent is zo stijf, dat er gevaar is voor
sleutelbeenbreuken bij het vallen.
Maar zwemmen en vallen, dat leren
de mariniers. En marsen lopen. In de
basisopleiding vijfendertig kilometer
met bepakking in één dag. In de ver
volgopleiding zeventig kilometer in
twee dagen met volledige bepakking,
dat wil zeggen met drieëntwintig ki
lo. In de eerste opleiding leren de
^a^tóe^e^n veldoo^^^ küo-
U de mening van chefs
Versterkte compagnieën De mariniers leren in hun voortgezette opleiding overzee het karakter en de
gevaren van het oerwoud kennen. Zij moeten zich er even gemakkelijk in
Dit alles is van groot belang voor de bewegen als in de bossen bij het opleidingscentrum te Doorn. Deze foto werd
vorming van de zogenaamde Q.P.O.- °V Hieuw-Guinea genomen.
garantie is voor de zedelijke geoorloofd
heid van die methode. Men zou, op
goede gronden, kunnen beweren, zo
schreef hij, dat de medici, die het leven
van de mensen verlengen en die de kin
dersterfte bestrijden, vooral verant
woordelijk zijn voor de bevolkingsaan
was. Maar niemand zal hieruit de con
clusie willen trekken, dat de artsen hun
arbeid zouden moeten staken, al zou
dit een „doelmatige" oplossing van
het probleem kunnen zijn.
De hoogleraar gaf overigens ook een
lesje aan hen die in het algemeen van
mening zijn, dat een katholiek nooit
een goed president van Amerika zou
kunnen zijn. „Het Amerikaanse pu
bliek moet beseffen, dat het enig risi
co loopt wanneer het een gewetensvol
man tot president kiest, aldus pater
Connery. „Aangezien de grondwet de
president het vetorecht geeft, hebben
de stichters van de natie kennelijk ge
wild, dat hij persoonlijke besluiten
neemt als hij met nieuwe wetten wordt
geconfronteerd. Hij is niet slechts een
stempel. Ieder gewetensvol man kan
tenslotte voor een moreel of godsdien
stig probleem komen te staan als hij
een wet moet ondertekenen. Een Me
thodist zou in moeilijkheden kunnen
komen, als hij bijvoorbeeld een wet
zou moeten ondertekenen, waarin het
leger van rook- en drinkwaren zou
worden voorzien, een aanhanger van
Christian Science zou zich kunnen af
vragen of hij een programma voor
openbare gezondheidszorg kan goed
keuren, en een Quaker zou moeite
kunnen hebben met een defensiebegro
ting. Niet alleen katholieken hebben
gewetensproblemen. Men kan zich
zelfs afvragen, of een katholieke pre
sident meer godsdienstige problemen
zou hebben dan welke andere presi
dent ook". Pater Connery wijst er in
zijn artikel tenslotte op, dat er in de
V.S., sinds tientallen jaren, al heel
wat katholieke burgemeesters en
gouverneurs zijn, en dat dit niet tot
bijzondere moeilijkheden heeft geleid.
Er is, zijns inziens, dan ook geen re
den waarom een katholiek geen pre
sident zou kunnen zijn.
De opmerkingen van de geleerde
Jezuïet over het presidentschap
hadden uiteraard vooral betrek
king op de mogelijkheid, dat de katho
lieke democratische senator John F.
Kennedy (Massachusetts) bij de presi
dentsverkiezingen van november vol
gend jaar tot opvolger van Eisenhower
wordt gekozen. (Het is eenendertig jaar
geleden, dat een katholiek, de demo
craat, Al Smith, kandidaat was voor het
Witte Huis. Bij de verkiezingen van 1928
werd Smith echter door de protestant
Hoover verslagen, en de kwestie van de
godsdienst heeft bij deze uitslag zeker
een rol gespeeld).
Kennedy is door het hoofd van het bu
reau van de New York Times in Was
hington, James Reston, met het pro
bleem van de geboortebeperking gecon
fronteerd. De katholieke senator heeft,
in antwoord op de hem gestelde vra
gen, verklaard, dat hij van mening is dat
de Amerikaanse regering geen geboor
tebeperking zou moeten propageren in
andere landen. Aangezien de regering
nooit geboortebeperking heeft gepredikt
in Amerika zelf of in West-Europa, zou
het, volgens Kennedy, een grote psycho
logische fout zijn om de schijn te wek
ken, dat Amerika de beperking zou wil
len bevorderen van de zwarte, bruine
of gele volkeren, die sneller in omvang
geboortebeperking in de onderontwikkel
de gebieden.
President Eisenhower tenslotte, een
Presbyteriaan, heeft zich op zijn pers
conferentie van vorige week woensdag
duidelijk gedistanciëerd van die protes
tanten, die vinden dat het op de weg van
de Amerikaanse regering ligt om de be
volkingsaanwas in het buitenland te
helpen bestrijden. „Zo lang ik hier ben",
aldus de president, „zal deze regering
geen positieve politieke leer in haar pro
gramma hebben die betrekking heeft
op de geboortebeperking. Dit is niet on
ze zaak".
Voor de Amerikaanse regering is
daarmee de kwestie afgedaan, maar
bisschop Pike en andere protestanten
zijn niet tevreden met de verklaring
van de president en zij willen de affaire
nog niet laten rusten.
6 H. Br.
In de Prisma-serie verscheen een vlot
te vertaling van een Engels werk
over de europese prehistorie, dat
zich ten doel stelt aan te tonen, dat de
europese samenleving als één geheel
bezien al in vóórhistorische tijden is ont
staan. Prof. Glasbergen schreef er een
Voorwoord in. Daarin schetst hij de fi
guur van de auteur, V. Gordon Childe.
Hij zegt, dat deze het als zijn taak zag
voortdurend het oog gevestigd te hou
den op de relaties tussen het hoog-ont-
vvikkelde Nabije Oosten waar bv.
rond 1500 al culturen van grote beteke
nis bestonden en het in die dagen nog
barbaarse Europa, waar slechts aller
lei volkeren rondzwierven, die het
schrift niet kenden, amper regelmatige
landbouw en veeteelt beoefenden en nog
geheel en al in het stenen tijdperk leef
den.
Het zou interessant geweest zijn, in
dien de schrijver er inderdaad in ge
slaagd was duidelijk te maken hoe het
bv. met de handel in die dagen verliep
en indien hij de vraag beantwoord had
of het Nabije Oosten op een of andere
wijze invloed op Europa had gehad.
Zulks blijkt evenwel niet het geval te
zijn, noch in het boek, noch in werkelijk
heid.
Trouwens, de hele these volgens wel
ke Europa reeds in de vóórhistorie een
soort culturele eenheid vormde, is wel
niet levensvatbaar. Daarvoor levert het
boekje zelf het bewijs, want het geeft
weinig vaststaande positieve feiten en
des te meer waarschijnlijkheden; iets
wat de auteur zelf in zijn eerste hoofd
stuk onomwonden toegeeft. Het boek be
rust dus, zoals prof. Glasbergen zegt,
„op een wankele basis" en heeft weinig
wetenschappelijke overtuigingskracht.
Dit neemt evenwel niet weg, dat er
hier en daar boeiende stukken te vin
den zijn, bv. over de vermoedelijk re
ligieuze betekenis van de megalithen
langs de Europese kust.
DR. B. A. VERMASEREN
N.a.v.: V. Gordon Chiide, De prehis
torie der europese samenleving.
Utrecht-Antwerpen, Prisma-boeken, 1959.