Bijna 70 jaar vóór de Lijnbaan AMSTERDAMSE GALERIJ is van illustere cosmopolitische afkomst Gr and-seigneur van het fin-de-siècle sterft als een verslonsde Pierrot IVaar de schutters oefenden Ook in Nederland urgent vraagstuk Industrie, huisbrand en verkeer verontreinigen de atmosfeer T Intensieve research is in volle gang LOF DER ZOTHEID T V B ZATERDAG 30 JANUARI 1960 De Galerij sterft als een ver- slonste Pierrot, met zijn armen uitgestrekt naar het vluchtende weemoedige leven. Als de betraande .wimpers boven bijna gedoofde ogen zijn vanaf het Fre- deriksplein de vuilwitte bogen tussen de eendere pilaartjes zicht baar. Het Adieu valt de Amster dammer zwaar. Hij was vertrouwd geraakt met de aftands geworden Galerij. In zijn snit was hij nog lang een grand-seigneur en in zijn melancholie kon men een reeks van mislukte goede bedoelingen raden. De Galerij was van een illustere cosmopolitische afkomst. In het fin de siècle was hier het leven bont en bezig als op de Petersburgse Njefski Prospekt. De boutiques vertoonden de chic van de Rue du Faubourg St. Ho- noré. Af en aan reden de rijtuigen waaruit de lieftallige dames met haar queue de Paris en de zwie rige heren met hun glanzende hoge zij je stapten. Ze kwamen er om te flaneren langs de winkels of om elkaar te ontmoeten bij een promenadeconcert. Maar de nieuwe eeuw verborg een boze toeleg. Over het marmer onder de Galerij-overkapping drentel den later de ongeduldig wachtende steuntrekkers van Sociale Zaken. Zelfs de plannen voor een kloek stadhuis of voor een schone opera op deze plek mochten in het ster vensuur geen troost brengen. Nu Zit er tegenover ons in het Gale rijcafé een fletse koffiedrinker, die zegt: „Ik zie die kast van de Nederlandse Bank al helemaal uitgetekend: van boven recht, op zij recht en verder niks". tot een plicht dagelijks de lucht in bet Nieuwe W aterweg gebied en elders te controleren. Hun uitkomsten zijn verbazi"!- wekkend en op het eerste gezicht zelfs verontrustend. Maar zola11'' de schadelijke werking van verontreinigde lucht op mens, dier plant nog onvoldoende is vastgesteld de research is in volle ga11* maar neemt veel tijd in beslag kan feitelijk nog niet van veren1' rustend gesproken worden. Intussen groeit wel de behoefte °nl doeltreffender dan tot nu toe mogelijk is tegen vervuiling van atmosfeer op te treden. Want ook al is liet verband tussen vef ontreinigde lucht en ziekteverschijnselen slechts in enkele geval" overtuigend aangetoond, ook bier geldt bet principe, met enk*' afschrikwekkende voorbeelden in bet buitenland voor ogen, d3 voorkomen beter is dan genezen. 55 55 Er stond die menslievende en plan nenrijke dokter Sarphati iets groots voor ogen toen hij in 1851 van de Lon- dense wereld-tentoonstelling terugkeer de. Hij wandelde mijmerend naar het schuttersveld, dat daar tussen Amstel en Buitensingel bij de Utrechtsepoort lag. Onder de bewonderende blikken van hun familieleden hielden de schut ters hun wapenoefeningen. Maar dok ter Sarphati merkte het niet op. In zijn gedachten zag hü op het veld een triomfantelijk bouwwerk verrijzen, dat in alles leek op het Londense Crystal Palace. Hij dacht aan tentoonstellingen waarop dé nieuwe wonderen van de moderne industrie, al die indrukwek kende voorbodes van het toekomstige paradijs, uitgestald zouden worden. En terwijl d» schutters, de martiaal ste baarden voorop, zich in colonne schaarden voor een daverende slot- exercitie. doemden voor het geestes oog van Samuel Sarphati stromen be zoekers op, uit binnen- en buitenland, door hobbelende koetsen over brede wegen aangevoerd. De dokter raakte in vervoering en sloeg aan het werk. De architect Oudshoorn bouwde het Paleis voor Volksvlijt. Zijn ontwerp stak verre uit boven de constructies van die in gemeentedienst gekomen oud-genie-officieren. Zijn glazen paleis oogstte tot over de grenzen lof toen het na veel verwikkelingen in '64 geopend kon worden. De nieuwe dageraad gloorde. Maar op de dag dat de poor ten voor de eerste grote nijverheids- tentoonstelling open zwaaiden, stierf dr. Sarphati." Veel industrieels is er daarna in het Paleis voor Volksvlijt niet meer ge toond. Geen nood echter, Amsterdam leefde niet van brood alleen. Temidden van de uiterst statige woningen aan Oost- en Westeinde ontstond er iets dat wij nu grif een ..cultureel centrum" zouden noemen. J. M. Coenen sloeg in de concertzaal de dirigeerstok: Eduard de Vries vertoonde er rijkelijk opgedofte theaterstukken. Het was mooi, het was fraai, vooral toen de welvaart in de jaren Tachtig met schepels werd uit gestort. Het ene luxueuze project na het andere groeide in de breinen van de ontwerpers, die intussen snuffe lend de grote Europese steden afreis den. Over de Amstel kwam een brug te liggen die niet hoefde onder te doen voor een Pont de Zus of Zó doel, soms beklemmend door de suggestief opgeroepen herinnering, maar vooral door de entourage die sterker dan iets anders de verganke lijkheid der dingen beklemtoonde. „Onze huur loopt 1 september af," zegt de heer Kweksilber, „dr meeste van onze buren zijn al vertrokken." Nog een paar maanden is de .Galerij het domein van vrijende paartjes, die met hun glinsterende ogen niet anders dan elkaar zien. van sloffende oude mannetjes met hun illusieloze dromen, van rolschaatsende jongens die met hels geratel voorbijschieten. En in de stoffige friezen nestelen nog de dui ven. He' geratel schrikt ze op: er gens heel ver doet hun vleugelgeflad- der aan het vertragende ritme van uit uitwervelende can-can denken. ..Adieu Colombine, .mijn duifje", fluistert Pierrot. HENK SUÊR Om wille van onze nationale economie moeten de schoorstenen blijven roken. In zijn snit was hij nog lang een grand-seigneur. over de Seine. Mijnheer Zocher ging op het Frederiksplein eventjes een tuin aanleggen, waarin de rhododen drons weelderiger dan waar ook zouden pronken. Hij ontwierp het nieuwste van het niéuwste! er ver hoogde voetpaden bij, waarop hij vastberaden de gaslantaarns situeer de. Voor het eerst in Nederland ein digde vde rekening niet met een halve cent. En dan had de V.V.V. nog een plannetje waar iedereen steil van achterover sloeg nl. een fontein in het park. De pers rumoerde net zo lang tot de gemeenteraad ook die duizend gulden (f1000.-) had gevo teerd. Bij het Paleis voor Volks vlijt liep het storm, ook al tochtte het binnen zo erg, dat Eduard de Vries slecht- een duffelse jps op het MiiiifkiiiiiiitHiiiitiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiitititiiiiiiiiiiittiiitiiiiiiiiiiiiiiiitiiniiiiiiiiiiiititiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiuiiiniiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiii mee hij van de Paleis-toegangen af gescheiden was geweest. Heesters en linden sponnen een waas om de mis troostige verweesdheid en aftakeling van de Galerij te verhullen. Hij ging niet ten onder, maar veranderde van de grand-seigneur in een slecht ge schminkte Pierrot. Het wit van de plafonds kreeg Iets morsigs als oude, beregende sneeuw. De pilaartjes werden fossiele lijkcy- pressen. Het gezeefde licht week voor een grijze schemering. De win kels boden een onbestemde negotie. Hier stofzuigers, daar koperen hang lampen, halverwege een linnensto- merij, op het hoekje een postzegel- handel. Sociale Zaken nam een reeks winkels tot kantoor. De Drankbestry- portret wilde dat na zijn dood in het gebouw werd gehangen. Inmiddels was de Galerij al enige jaren de trots van heel dit glorieuze centrum. De galerij had de peristyle moeten vervangen die langs het Pa leis liep. De architect A. van Gendt had in de wereldsteden zijn ogen duch tig de kost gegeven voordat hij zijn te keningen onthulde. Tussen twee fanfa reconcerten in opende de burgemees ter op 26 september 1883 de Galerij, bjjna zeventig jaar voordat de Rotter damse Lijnbaan met minder betove ring. maar meer succes met de re prise kwam. Heel Nederland kwam zich aan de Galerij vergapen, het ele gantste snufje van mondain Amster dam. Onder een leisteengrijze overkap ping, in een carré om het Paleis, blon ken z\j aan zij de grote spiegelrui ten van de winkels. Gaslampen be lichtten de met exquise smaak uitge stalde waren. Het was alles even kost baar en distinct, vond men. Onder de plafonds, die met romig kant opge smukt leken, kon men zich wanen in de balzaal van een Borghia-paleis. Op enkele meters van elkaar hingen bo ven in de passage kunstig gesmede, ook weer romig wit gespoten friezen. Men kon in die eindeloos krullende motieven twee zeepaardjes met drakenkoppen onderscheiden, die opzwommen naar een maconniek-lijkepd embleem. Mar mer, versierde tegels en zwaar glan zend hout vormden de lage winkel puien. In het verheerlijkende gezel schap van de charmante Italiaan Vin- cenzo Carlo, die edelstenen en siera den verkoehf in zijn bijouterie, en van de dure apotheker uit de Pharmaeie Frangais noemde de haarsnijder Van Velzen zich coiffeur des dames. Wie misschien niet zo gelukkig was in de Galerij te kunnen kopen, kon er allicht flaneren om zo te kunnen ge nieten van de flonkering der weelde en het gezwatel der menigte. Maar och, wat is het de winkeliers slecht vergaan. De klandizie daalde een stand. Het Paleis Weef zijn bezig heid nog trouw, maar ook niet zonder geregeld volkse voorstellingen op het repertoire te nemen. De kristallen droom van Sarphati. of liever: de gla zen schebping van Oudshoorn verging in '29 opder een verzengende vuurgloed tot as. ,De Galerij bleef onaangetast, maar kaal aan een open terrein liggen. Men zag nu pas goed de sierlijke ijze ren hekken en slanke pilaartjes. waar- ding hing in een vitrine affiches waar men dorst van kreeg. De Gale rij leidde een ongrijpbaar leven. In de oorlog was hij een argeloos arse naal van wapens en ondergronds werk. Niemand ?ocht iets achter zijn melancholieke verschijning. Hij had zich waardig teruggetrokken van de razende drukte op het Frede- (Van een verslaggever) er wijl de tuinbouwers in Kennemerland verlicht ademhalen in een betrekkelijk zuivere atmosfeer, die bun gewassen weer voorspoedig doet gedijen, zucht tiet Westland nog altijd onder de rook van Rotterdam. En niet te vergeten onder zijn eigen rook, die meer zwaveldioxyde en roet bevat dan de gezamenlijke buis- brand in Rotterdam. Schiedam. Vlaardingen en Maassluis. N oor dit tussen Den Haag. Dellt en Rotterdam beknelde gebied zijn er al heel lang tal vari vuiltjes aan de lucht en de industriële ontwik keling op Rozenburg beeft bij de tuinders nieuwe bezorgdheid ge wekt. Zij vrezen bel lot te moeten gaan delen van bun collega s in bet Roergebied, waar de schade aan gewassen per jaar al tot 100 miljoen mark is gestegen. Zo n vaart zal bet bij ons wel niet lopen, maar tal van instanties zijn toch gealarmeerd en rekenen bet zich Het besef, dat behoud van een zui vere atmosfeer nog ooit eei. vraagstuk zou worden, is in ons land pas na de oorlog doorgedrongen. Andere landen, zoals Duitsland, Engeland, Rusland en Amerika hadden al veel eerder kennis gemaakt met de kwalijke gevolgen van vervuilde lucht op bloemen en planten en, in enkele catastrofen, ook üe Galerij sterft als een verslonste Pierrot. op mensen. Mistvorming droeg in deze laatste gevallen bij tot de fataie afloop. In de Maasvallei bij Luik stierven in 1930 ongeveer 60 personen door een niet direct te achterhalen oorzaak. Na een uitgebreid onderzoek moest men tot de ontstellende conclusie komen, dat deze mensen het slachtoffer waren geworden van een vergiftiging van de buitenlucht, 'eweeggebracht door de talrijke róók en gas spuwende schoor stenen in dit gebied. De mist had de verontreinigde lucht vastgehouden. „Smog", een pregntnte samentrekking van fog en smoke, leidde in 1948 in de Amerikaanse industriestad Dolora tot rampzalige gevolgen. Bij niet minder dan 5.000 personen traden vergiftigings verschijnselen op, voor een twintigtal zelfs in dodelijke mate. Het jongste voorbeeld is de ramp van 1952 in Lon den, toen een ongekend dikke mist zich over de stad uitspreidde en alle onzui vere bestanddelen van de lucht gevan gen hield. Toen de smog optrok, bleek het statistisch sterftecijfer het gemid delde met 4.000 te overschrijden. Onze klimatologische omstandighe den zijn een vrij betrouwbare garan tie, dat dergelijke catastrofale lucht verontreinigingen Nederland bespaard zullen blijven. Slechts in enkele ge vallen vermoedt men .een causaal verband tussen vergiftiging van de buitenlucht en bepaalde ziektever schijnselen, maar wel is in de streek rond Beverwijk overtuigend bewezen, dat de gassen der hoogovens voor de te velde staande gewassen een scha delijk effect hebben. Gladiolen, tul pen en andere bolgewassen werden riksplein, was tevreden met zijn vrienden. Vrienden had hij genoeg, zoals Ida Lasts levendige jongens van het circus Elleboog die er altijd oefenden, zoals de kunstenaars Huub van Lith, Herbert Fiedler, Gerard Sluijter en Jét Last die er werkten, en zoals de heer Kweksilber die van de culturele dienst van sociale zaken iets aparts wist te maken en vijf jaar lang onder de overkapping ten toonstellingen organiseerde. Die ten toonstellingen waren altijd heel bij zonder, soms vertederend onbeholpen bij het nastreven van een gesteld Waar eens het Paleis voor Volksvlijt stond, spelen nu de kinderen. oen Erasmus in het begin van de zestiende eeuw, op reik zijnde van Italië naar Engeland, over de bergpassen van de Alpen reed, bedacht hij zjjn lofrede op de zotheid, die kort daarna, in boekvorm verschenen, we reldberoemd werd. De titel van het hoek, namelijk „Lof der Zotheid", heeft tot veel misverstand aanleiding gegeven. Wellicht zou Lof van de Humor een belangrijk deet van Erasmus' bedoelingen beier dekken. Het is zeker waar, dat Erasmus de dwaasheid ziet als een macht die heel de samenleving beheerst, die tot lach wekkende situaties aanleiding geeft, en de mens vaak in een belachelijk daglicht stelt. Maar niet minder erkent hij haar ais een verzoenende kracht, als eén ele ment waardoor leven en samenleven mogelijk wordt. Onze samenleving, meent hij, zou niet mogelijk zijn als Ie mensen niet wederkerig onder elkaar nu eens dwalen, dan elkaar vleien, nu eens verstandig iets 'of veel) door de vingers zien, dan weer „met wat io- ning van dwaasheid zich smeren." Ook Erasinus ziet het leven als oen schouw toneel, de mensen als toneelspelern; men kan niet altijd de nuchtere waar heid ten tonele voeren, maar heeft zijn rol te spelen in telkens wisselende om standigheden, waaraan men zich neeft aan te passen. Men hééft zich te voe gen naar de situatie. Wie altijd het spel des levens zou willen ontmaskeren tot zijn „waarheid", zou met zjjn averecht se wijsheid slechts ellende verwekken. Zo gezien is de dwaasheid, waaraan Erasmus zijn lofrede wijdt, de humor, die zich boven de feitelijke werkelijk heid verheft in een begrip voor de re lativiteit van dingen, verschijnselen, stemmingen, situaties. Daarnaast beschouwt Erasmus de dwaasheid maar dan in een andere zin dus dan de humor als instinc tieve levensdrift tegenover de rede, als spontane scheppende energie tegenover de onaandoenlijkheid van de volmaakt ernstige, alleen maar verstandige mens. Deze alleen-maar-verstandige mens mist de soepelheid en onbevangenheid die werkelijk ieven mogelijk maakt. Ge makkelijkheid van leven wordt ons ver schaft door de dwaasheid. Zjj doet dit onder andere, doordat zij blind maakt voor wat het leven ondraaglijk zou doen zijn. Deze dwaasheid maakt de mens toegeeflijk, welwillend, bereid tot goed keuren en bewonderen, bereid ook de dingen te aanvaarden zoals ze zich voor doen. Verderfelijk daarentegen zijn de wetenschappen, die immers de mens af leiden van natuur en instinct. En deze stelling laat Stultitia óók gelden voor de theologische wetenschap van zijn dogma Zijn onderwerp bood Erasmus dank bare stof voor tal van satiren, waaraan hij het dan ook niet heeft laten ontbre ken. Maar belangrijker dan deze satire op wat slechts wijsheid lijkt maar in werkelijkheid dwaasheid is, is de psy chologisch goed gefundeerde iof van de heilzame dwaasheid die wijsheid is. In zjjn „Lof der Zotheid"kreeg een van de typische trekken van de renais sance gestalte, namelijk haar humor, al blijft hel waar. dat Erasmus zeer uiteenlopende verschijnselen misschien al te gemakkelijk' onder een en dezelfde naam vangt. Huizinga heeft dit boek van Erasmus onvergankelijk genoemd. Het heeft, wel licht meer nog dan andere geschriften van deze auteur, een enorme invloed uitgeoefend op zijn tijdgenoten, en blijft, zii het met telkens grote tussenpozen, de aandacht vragen van het boekenlezend publiek. Zo verscheen thans weer bij de uitgever H. «1. Paris te Amsterdam een nieuwe Nederlandse vertaling, be zorgd door mr. A. Dirkzwager en A. C. Nielson. Naast de Nederlandse tekst is de Latijnse afgedrukt, terwijl illustra ties in de marge werden aangebracht naar de originele tekeningen van Hans Ilolbein de jóngere,zoals die voorko men in het befaamde Bazelse exem plaar van 1515. G. K. ernstig aangetast, terwijl hoeveelhe den vliegas en ijzeroxyde de kassen bedekten en aldus de lichttoetreding verhinderden. Na lange studie is ten slotte een bevredigende oplossing be reikt, zodat het euvel thans geheel is bezworen. De directies van de hoogovens en van de PEN-centrale hebben aan het onderzoek grote steun verleend, omdat het duidelijk was, dat vooral deze be drijven voor de luchtverontreiniging aansprakelijk gesteld moesten worden. Hogere schoorstenen, het gebruik van zwavelarme olie en speciale stofvan- gers, samen zeer kostbare voorzienin gen, beperken de schade nu tot. een minimum. Dagrnaast zijn aanzienlijke vergoedingen uit: -keerd, in 1954 nog ruim f 283.000. het jaar daarop ƒ90.000 en in 1958 nog slechts 125. Voor de moeilijkheden in de IJmond is destijds een commissie gevormd, waarin alle belanghebbenden zitting- hadden, te ver gelijken met de groep personen, die momenteel de situatie in het. gebied van de Nieuwe Waterweg bestudeert. Hier dateert het. probleem eigenlijk al van voor de oorlog. In 1938 bereik ten de provinciaal inspecteur van de volksgezondheid, de heer M. J. N. Schuursma, klachten over de melkgift. van een aantal koeien in de buurt van Capelle a. d. IJssel. Een onderzoek bracht aan hét».licht, dat het gras en het slootwater ter plaatse fluorverbin dingen bevatten, een giftig afvalpro- dukt van de in de nabijheid gevestigde superfosfaatfabriek. Fluor tast het beendergestel van dieren c.an en is ook voor de mens gevaarlijk. Na de oorlog zjjn in de omgeving van Pernis ook ziekteverschijnselen waargenomen bij grazend vee, eveneens een gevolg van vergiftigd gras. Door het onstuimig toenemen van de industriële bedrijvigheid rond Rotter dam werden ook de klachten over luchtverontreiniging talrijker en in 1957 sloot een grote groep belanghebbenden zich aaneen om gezamenlijk het kwaad te beteugelen. Intussen waren de moeilijkheden in Kennemerland zo goed als opge lost en men kon dus een dankbaar gebruik maken van de daar opgeda ne ervaringen.Maar door de veel soortigheid van de Rotterdamse in dustriekern bleek niet direct een sleutelvoorhanden om giftige stoffen de toegang tot de buitenlucht te ont nemen. Analyses moesten eerst dui delijk maken, welke stoffen bij de verschillende processen vrijkomen, welke daarvan schadelijk zijn voor de gewassen, voor het vee en meer rechtstreeks voor de volksgezond heid, en tenslotte waar deze stofdeel tjes en gassen terechtkomen. Al in 1951 is het T.N.O. met een onderzoek in deze streek begonnen, dus lang voordat de belanghebbenden el kaar in een commissie vonden. Wel had .(otterdam intussen een gemeentelijke commissie in het leven geroepen, die met het toezicht op de hygiëne van water, bodem en lucht was belast. Er heerst dus in brede kring belangstel ling voor dit in actualiteit groeiende vraagstuk, en de i lustrieën van hun kant tonen voldoende bereidheid om aan de bezwaren tegemoet te komen. Absoluut zuivere lucht zal vermoede lijk altijd wel een fictie geweest zijn. Natuurlijke verontreinigingen treden van oudsher op, maar zodra de mens heid het vuur had ontdekt, drongen de eerste hoeveelheden roet de atmosfeer binnen. In de veertiende eeuw is in Engeland tijdelijk een verbod van kracht geweest om kolen te stoken, daar enkele verstikkingsverschijnselen waren geconstateerd. In de zeventien de eeuw schreef eeh Engelsman, dat men in Londen door rook en roet de overkant van de straat niet meer zien kon. Koningin Victoria heeft eens ge- Tal van personen en instanties 1 Nederland blijken zich bezig te hot den met het vraagstuk van de luC L verontreiniging, een vraagstuk dat laatste jaren van hoge actualiteit gervorden. Naarmate het industrie1^ satieproces zich voortzet, wordt om atmosfeer meer belaagd door stof!? die daarin van nature niet t.hui ren. Over de mate, waarin die ve~' ontreiniging optreedt, welke gassef en stoffen schadelijk zijn voor rnen' dier en plant, en - i methode waarav dit euvel kan worden bestreden, zt? vragen te stellen, die nog slechts een enkel geval van een pasklaar an-1 woord hier kunnen worden voorzie df' weigerd de stad binnen te gaan oni' ze het daar te benauwd vond. oP Het is er later niet veel beier j geworden, en men heeft bereke dat de thans aanwezige verontre ging van de Londense atmosfeer de helft te wijten is aan de "Ui brand en voor de andere helft a r, de Industrie. Hieruit blijkt al jfi dat het stoken van olie en kolen de woningen voor een zeer be'.a,er rijk deel debet is aan de onzun heid. van de buitenlucht. Naast de industrie en de huisbraJt is een derde verontreinigingsbron verkeer, voorzover dat van verbra dingsmotoren gebruik maakt. Tai eji stoffen in onverbrande benzine vena.eI* dagelijks miljoenen uitlaatpijpen, \ep spreiden zich door de lucht en door iedereen ingeademd. Men "Ujf berekend, dat in New-York ieder 40.000 liter onverbrande benzine a f de lucht wordt afgegeven, terwijl ia stad als Los Angeles, waar zich oV"(v veer 25 miljoen motorvoertuigen v°fgj- bewegen, dagelijks 1.000 ton koobva G- stof vrijkomt. Daar het vermoeden staat, dat sommige benzineres p carcinogene elementen bevatten, z"„f benzpyreen, is het van het hoogste lang om t(^en dit euvel op te treAjd' maar helaas schieten hiertoe de na delen nog te kort. Slechts een vef^ making van de motor, waardoor „aii brandstof volledig wordt verbruikt, hier uitkomst brengen. ,ri' De bladeren van deze gladiool zijn e gf stig verminkt door inwerking van j' waterstof en zwaveldioxyde.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 8