Nieuws uit stad en omtrek
VASTENCONFERENTIE
VOOR DE JONGEREN
Een portret van Meester
Servaes Pietersz Fabri
W
wÈê
ONDER DE DRIE KRONEN...
■f
OVER DE DAM
A7 -IlltSAA 7
Veel belangstelling in
stijlvolle sfeer
m 'A V
Interessante studie van de
gemeentearchivaris
Als alles mezza voce
gaat
een
Arij Prins (II)
Zwemexamens in het
Sportfonclsenbacl
BURGERLIJKE
STAND
v
.J
Drukbezochte receptie
van O. B. K.
HUIS voor Scooters
Trekkingslij st
Toneelwedstrijd S. G.
(Vervolg Stadsnieuw?
elders in dit blad)
N SC
DONDERDAG 10 MAART 1960.
Damwachtpv
l,w» scfiieJamsctie courani
Telefoon 66152
p°strekening nr. s 9 0 9 4 3
- A DTIRTUTIIS
K-Jr3 Per mm-hoogte. BtJ contract
tarieven.
.vG:a;a: v
NA- li.' A;
AA; Tr- T A
'p v. t
lA-AA" 'v.: 'A.
w'ma- A-AAv 1 u
Er
Ten halve,
hoi
Vele
katholieke jongeren hebben gc-
°r gegeven aan de oproep om naar de
^astenconferenties, die in de Havenkerk
worden gegeven te komen. Drie- tot vier
honderd jongelui hebben gisteravond de
eei"ste conferentie met als thema „Elke
steen een biechtstoel" met een enthou
siasme de tegenwoordige jeugd eigen be-
'uisterd. Opmerkelijk was dat het aan-
"l jongens dat van de meisjes verre
overtrof, maar dat zal waarschijnlijk te
Vtjten zijn aan het avondlijk uur. De be
kende pleinpredikant kapelaan H. W. A.
"rans uit Rotterdam heeft gedurende
cen half uur zijn jonge toehoorders in
sterke mate kunnen boeien. Zijn toe
spraak vormde de kern van een modem,
"Och sfeervol programma.
Reeds bij de binnenkomst in de kerk
t^erd' men getroffen door een voor een ka
tholieke kerk ongewoon samengaan van
°rgel en hobo. Op waarlijk devotievolle
wijze werd de sonate no. 1 van G. F.
Kanctel uitgevoerd door de heren J. van
Berg en T. Vijverberg, Kapelaan
J?fans sprak eerst als zegewens uit, dat
he jongeren in deze vastentijd even tot
®en innerlijke rust mochten komen tij-
??bs en door deze conferenties. Daarna
hield een van de aanwezigen een korte
lezing, waarin het verlangen uitgespro
ken werd om Gods wil te volbrengen en
hat daarbij Jahweh.de grote helper en
®dder is. Gezamenlijk zong men toen
"ik wil mij gaan vertroosten".
Kapelaan Brans begon zijn conferen-
he met drie gebeurtenissen te verhalen,
waarin drie jonge mensen op totaal ver-
chiUenidie mandor geconfronteerd werden
met God als schepper en als redder. De
IN HET STERK PERSOONLIJKE
,°orbericht, hetwelk Herman Robbers bij
6 tweede ruk van „De Heilige Tocht"
'chreef, vestigt hij er de aandacht op,
al de schrijver bij de conceptie van ver.
schillende verhalen ook door jeugdherin.
yjhgen aan Schiedam geïnspireerd werd.
..at geldt wel in het bijzonder voor een
'ertal door hem in ,,De Nieuwe Gids"
?®PubIiceerd en wel „Fantasie", „Een
jacht", „Hamburg" (waar Prins onge-
eer dertien jaar woonde) en „Exe-
Utie". Deze vier proza-stukken verte-
fenwoorddge de Poe-aanse periode in de
kunst van Arij Prins, merkt hij op. Deze
jhd de bekende griezelverhalen van de
Amerikaanse schrijver Edgar Allen Poe
fjclezen en was er ongetwijfeld door be
nvloed. „Prins", aldus Herman Robbers
Aende het oude Schiedam door en door,
U hield veel van het donkere stadje
Was tevens, en vooral, gevoelig voor de
Geheimzinnige somberheid van zijn een
voudige straatjes, zijn als verlaten
Tphtjes.
Hoe menigmaal heb ik, in later jaren,
t?et Prins gedwaald door het avondlijk
®niedam. en heeft hij ze mij getoond,
Un geliefde-buurtjes, die hij dan „mooi"
u°emde, maar dat met wijd-getfokken
fjSen en zekere griezel want, inder-
Aad, ze waren somber geheimzinnig en
Ijveringwekkend".
Kier herinnert Arij Prins aan een an-
5®re. in belangrijke mate Schiedamse
hrij versfiguur van het heden, Borde-
obï die hier veR iaren ziJn Praktijk uit
etende en zelfs op hoge leeftijd nog uit-
o6tunt en evenals Prins door het oude
°hiedam gefascineerd werd. We mo-
J er de aandacht op vestigen, dat hij
v' a- in zijn „Verbrande Erven" een beeld
het oude Schiedam en zijn mensen
utoept.
b JUIST IN ONZE DAGEN, nu de oude
'hnenstad steeds meer voor de sanering
K?et wijken, menig oud. typisch en
Vp aans karakteristiek buurtje reeds
„?fdwenen is, lijkt een enigszins weemoe-
-ëe herdenking van Arij Prins' honderd
en van zijn werk des te
f'? geboorteda
lueler.
.Kaarbij blijft de persoonlijkheid van de-
v 2akenman boeien, die aan het hoofd
Dh een voor die tijd vrij grote onderne-
(jj Ug stond en desondanks tijd vond voor
IuePgaande studie, niet alleen van de
tufatuur van zijn tijd, maar van het cul-
tenibeeld der Middeleeuwen, waarin hij
"slotte zijn bestemming vond.
hiiSerman Robbers achtte het intussen
tj0® onmogelijk, dat Arij Prins_ evena_ls de
hem zo hogelijk bewonderde Flau
wt hij schreef gelijk deze zijn verha-
%*acht, ja tienmaal over naast histo-
Zij^'he werken eigentijdse verhalen zou
Vat, "lijven schrijven. Hiertoe heeft hem
"Uioedelijk de tijd ontbroken, deze druk
zakenman,
omdat een zakenman-schrijver .vol
BaaiierlÜkheid in onze literatuur niet be-
4r;fd een alledaagse figuur is, verdient
tiin Prins onze belangstelling en die van
A stadgenoten,
hen? zou kem wellicht als pionier kun-
ïqA beschouwen, wat Schiedam betreft,
ft^ t dat we zouden willen beweren, dat
Sao1 Weer zijn werken weer zou moeten
blo.? lezen afgezien dan voor studie
?al Wel. dat hij als 'n lichtend voorbeeld
Iw Worden beschouwd in een Schiedam,
te >elk bezig is tot geestelijke rijpheid
levpv?Iïl.en en waar een eigen cultureel
Tf,n zich aan ihet ontwikkelen is.
I^t}® kunnen ons moeilijk voorstellen: de
twji van de momenteel zo de trom roe-
biy?6 leugdsociëteiten met culturele am-
We] s' verdiept in „De Heilige Tocht",
e6rI echter zien we de mogelijkheid dat
'NraJ8 ui' ^it of andere milieu's een de
zelscv, Ur beoefenend of waarderend ge-
va- "up zou kunnen opbloeien pendant
StMde Vereniging „Vrienden van het
Museum" die zich dan met
B0ii vaardigde trots naar Arij Prins
hoemen.
Ooohlorf «vv Schledom ao omOfok»
82ste Jaargang No. 24234
DAM 18
SCHIEDAM
f «"ÏG^eeonden mededelingen
.«•30 pej. nun-hoogte. Bij contract
tarieven.
Kampioenen
tttt
woorden f 0J0 bil vooruit.be-
60
woorden.
advertentie-orders woorden afge-
Oe eïl uitgevoerd overeenkomstig
Wezen^gelen voor het Advertentie"
.-ABOltltIMENTIN
Per kwartaal, f 2-54
en f 0.59 per weok.
per
jongeren, aldus de predikant, hebben
echter al deze drie wijzen tot hun be
schikking: de tijd. om God te ontdekken,
de kans, om de schuld te bekennen en de
gave van het doorleven. De gelukkige
mens ziet in alles God, in alles het licht
van God, dat is het wezen, de kern.
De predikant, die zijn toehoorders aan
sprak als „beste vrienden", zei, dat het
niet normaal is, dat men zich bezon op
het lijden. Lijden, pijn en al wat bloe
derig is ligt ons niet; dit geldt niet, alleen
voor de jeugd, maar ook voor de volwas
senen. Waarom duiken wij dan in zo'n
groten getale tot vijf keer toe in het lijden
van Christus, vroeg de predikant zich af.
Is het de reclame, die er voor gemaakt
is, een pakkende affiche of de predikant?
Natuurlijk niet. we worden immers over
stroomd niet folders en Toon Hermans
is veel interessanter. Het antwoord op
de vraag is voor ieder verschillend. Bij
de een zal het de volgzaamheid zijn, de
gehoorzaamheid aan de ouders, die aan
sporen om naar de conferenties te gaan,
bij een ander zal het zijn uit verdriet of
zorg of uit protest. Er zijn er ook die
komen, omdat het toch zo goed is voor
de ander. Bij deze laatsten is vooral de
preek over Judas geliefd, Hoe zwarter
deze man afgebeeld wordt, hoe witter
men zichzelf waant.
Het lijden is meer aangeboren dan het
leven, dat onder ons kan wegschieten.
Met Kerstmis zijn we blij dat er een
mens is bij gekomen, zoals wij zijn, het
is het feest van de onschuld, iedereen
wordt er min of meer lichtelijk door ont
roerd; de deugd wordt mens, het licht
krijgt gestalte. Wij hebben van de Kerst
nacht een idylle gemaakt, maar dat is
het niet. Christus heeft zich door mens
te worden vernederd, maar meer nog is
hij vernederd door de dood en juist door
de dood aan het kruis is hij oneindig ver
nederd geworden.
Een van de deugden, waarin wij te
kort schieten, is de nederigheid, aldus
spreker.. De jongeren groeien meer en
meer naar zelfstandigheid, het gezag
wordt afgestoten, we zullen het zelf wei
doen wordt er gezegd; dit alles leidt tot
de tyrannie van de trots, dit is de eigen
liefde.
God zet. zich schrap tegen de hoog
moed. maar aan de nederige mens geeft
hij genade. Hoe meer we onszelf over
schatten in onze krachten, hoe dieper
Christus wordt neergedrukt in de Hof
van Olijven. Laat de ellende van de lij
dende Christus toch niet toenemen door
onze houding, riep de predikant uit. De
moderne tijd vraagt ontzaglijke over
winningen. Hele volkeren, vele regerin
gen leven zonder God. Het is dan. dat
God straft, veelal in het klein, maar
soms in het groot, zoals we nu kort gele
den weer gemerkt hebben met ene ramp
van 8000 doden. God zal de mens leren
zich te ontplooien naar zijn wil.
Wij zijn pas gelukkige mensen, aldus
besloot kapelaan Brans, als we in alles
de wil van God kunnen zien en ook zien.
Na een korte st.ilte voor overweging
van de conferentie zong een jongenskoor
psalm 130 in een bewerking van Geli-
neau. Met het gezamenlijk bidden van
het Onze Vader werd deze eerste vasten-
bijeenkomst voor jongeren gesloten.
Reeds nu is het duidelijk, dat deze
conferenties, - evenals dit in andere ste
den in vorige jaren het geval was, een
groot succes zullen worden. Voor de jon
geren vanaf 17 jaar, die met dit èport
moderne kerkoefeningen nog geen ken
nis hebben gemaakt, vermelden we nog
dat op iedere woensdagavond van de
vasten deze conferenties worden gege
ven in de Havenkerk aanvang 8 uur.
Woensdagavond werden in het sport-
fondsenbad de examens afgenomen voor
de diploma's 3, 4, 5 en 6. De examinandi
bestonden grotendeels uit leerlingen van
de cursus „Hulp v. d. Zwemonderwij
zer" en oud-leerlingen voor deze cursus.
De examens werden ^afgenomen door de
heer J. v. d. Pluym, official van de
K.N.Z.B. cn J. J. A. Garnaat, chef-instruc
teur van het sportfondsenbad. Slechts één
kandidaat moest worden afgewezen.
Geslaagd zijn voor het diploma 3, A.
v. d. Put, Rotterdam; voor diploma 4:
Nellie Veltman, W. F., Schiedam, Willie
te Wiel en Lucie v. d. Puym, beiden van
L.A.C.. Rotterdam, Lydia Eikenbroek,
Start, Schiedam, Herma Visser, Marian
Trompper, Ria van Baarle, Ineke Roodcn-
rijs en Vera Kok, allen van S.Z.C., Schie
dam; voor diploma 5: Alie de Ligt S.B.R.
en Andries Sonnevcld, S.Z.C., Schiedam;
voor diploma 6: Jacques Speelmeijcr cn
Q. van Dijke, Schiedam, Carla' de Jong,
Start, Schiedam, Alex de Raay, S.Z.C.,
Schiedam. Time van Arnhem en Annet
Verheyden, beiden van W. F. Schiedam.
Op woensdag 16 maart worden eveneens
in het sportlondsenbad de examens „Hulp
van de Zwemonderwijzer" afgenomen,
terwijl op 11, 12 en 13 april, voor de eer
ste maal te Schiedam, de examens voor
zwemonderwijzer van de K.N.Z.B. wor
den gehouden.
GEBOREN: Nicolaas, zoon van N.
Meuldijk en F. van Kooten; Cornells J.,
zoon van H. J. van Litsenburg en J.
L. van der Graaff; Josephina F. M.,
dochter van P. J. van de Wege en D.
A. de Pauw; Johan W„ zoon van M.
Elderkamp en J. w. Statz; Maarten,
zoon van J. A. Brevet en G. Lems.
- V
i -
VAiW;."'. Avv:;..' v;
.A'" - .7--A'.-' 'a K
■p.. -■
V 1 v
A-U ;A AAAaA7:AA3;Aw-:
sv;.s|: AAAA; /A7.
7."au
-'AA 7;?"v. 7 7
'A|A'A^7A;A
Zoals we reeds mededeelden, bevat het jaarverslag van het Stedelijk
Museum een beschrijving van een zich daar bevindend portret door de
gemeentearchivaris drs. Kuijer. We zijn zo vrij deze interessante studie
hier grotendeels weer te geven.
Op 1 februari 1564 „ontrent zeven uuijren voor den noene" ontving
de Schiedamse priester Meester Servaes Pietersz Fabri de notaris
Alart Jacopssen van der Wijellen aan zijn ziekbed, om ten overstaan
van deze zijn testament te maken. Daarin beschikte hij onder meer,
dat een belangrijk deel van zijn vermogen moest worden aangewend
tot de stichting van het gasthuis, dat in Schiedam algemeen hekend is
geworden onder de naam van Oude Manhuis.
Ongeveer honderd en zestig jaar later, in 1725, stelden drie regenten
van dit huis, Maarten Cambier, Kornelis Penning en Jan Fockendijk,
een genealogie van de stichter op in twee „tafereelen", waarvan het
eerste de afstammelingen vermeldt van de drie zoons, het tweede die
van de twee dochters van Jacob Arentsz Fabri en Aagjen Hendriks,
de grootouders van Meester Servaes Pietersz.
In het Weeshuis der Hervormden „Lindenhof", te Schiedam, bevindt
zich het eerste en voor ons onderzoek belangrijkste van deze heide
stukken. De naam van Meester Servaes, zoon van Pieter Jacobsz Fabri
en diens vrouw Goeltgen Ysbrandtsdr, is er met opvallende zorg op
aangebracht, volgend de ronding van het wapenschild dat boven de
naam prijkt, het enige op het hele „tafereel".
Erepenning voor drie leden
De bestuursleden van het harmonie
orkest Oefening Baart Kunst hebben
gisteravond in gebouw Tivoli vele han
den moeten drukken op een receptie,
die gehouden werd ter gelegenheid van
het 60-jarig bestaan van deze op één
na oudste muziekvereniging in Schie
dam. Vele organisaties en verenigingen
zowel van in als van buiten Schiedam
hebben door middel van hun afgevaar
digden blijk van waardering gegevn.
Vele goede woorden en wensen zijn er
ook op deze avond uitgesproken, vaak
vergezeld van cadeaus.
Als eersie heeft de vertegenwoordi
ger van het gemeentebestuur mr. M.
J. M. van Kinderen gesproken namens
burgemeester J. W. Peek, die ziek is.
„Als men zioh de toestand van rond
1900 realiseert", aldus onze wethouder,
„dan moeten we groot respect hebben
voor de mensen, die toen het initiatief
hebben durven nemen o,m een harmo
nie-orkest te stichten. In de 60 jaren
welke nu achter ons liggen is O. B. K.
voor de Schiedamse burgerij een begrip
geworden, bij ieder evenement is u on
misbaar. Daarom vieren wij als ge
meentebestuur dit feest gaarne met u
mee, omdat gij mede een van de dragers
zijt van de gemeenschapsgedachte. Wij
kunnen u slechts veel succes voor de
toekomst wensen",' aldus mr. .Van Kin
deren.
Vervolgens sprak de heer G. W. van
Bergen Walraven, 2e voorzitter van
de Schiedamse Gemeenschap. In deze
tijd van zinvolle vrijetijdsbesteding, al
dus spr. staan velen langs het lijntje.
Ook hij roemde O. B. K. als een voort
drager van de gemeenschapsgedachte
en besloot met de wens dat de ver
eniging tot nog hogere prestaties
mocht komen mede in het belang van
de samenleving.
De penning van verdienste mocht de
heer Van Bergen Walraven aan drie
leden van O. B. K. uitreiken: aan de
heer J. v. d. Hoek, die vanaf de op
richting lid is en 40 jaar penning
meester is geweest, aan de heer J. van
Unen, die reeds 55 jaar lid is en aan
secretafis P. L. Verlinde.
De voorzitter van de jubilerende
vereniging, de heer A. de Bruijn, dankte
beide sprekers voor de vriendelijke
woorden, verder sprak hij nog over
de financiën en over de samenwerking
S.G.-O.B.K.
Als afgevaardigde van het hoofd
bestuur van de Kon. Ned. Federatie van
Harmonie- en Fanfarekorpsen sprak J.
Groenendaal, die zei trots te zijn op
O. B. K., dat altijd een goed lid was
geweest van de ruim 600 aangesloten
korpsen. Als herinnering reikte hij een
legpenning uit.
Nog zeer velen van de aanwezigen
hebben waarderende woorden gespro
ken. De heer C. Lansbergen namens
de S. G. sectie muziek; de heer Van
der Kamp namens het comité Ned. Ver.
voor Gedenkdagen, de voormalige
Namens de burgemeester van Schiedam, Mr. Peckdie door ziekte verhinderd
nas, sprak Mr. M. J. M. van Kinderen tot het bestuur van de jubilerende muziek
vereniging Oefening Baart Kunst gisteravond op de in Tivoli gehouden receptie
een gelukwens uit. Links mr. Van Kinderen en de heer De Bruyn.
Oranjevereniging, de heer Sterk, na
mens de Rott. Politie Harmoniever.
Hermandad, de heer Verburg namens
Voorwaarts (Vlaardingen).
Als laatste sprak mevr. Braat van het
damescomité namens de donateurs, de
middenstand en het bedrijfsleven. Zij
bood 50 nieuwe muziekstandaards aan
en enige knielappen voor de trommel
slagers.
Advertentie
ROTTERDAMSEDIJK 146
Op ons kantoor Dam 18 ligt de trek-
kingslijst ter inzage van de R.K. Jeugd
vereniging „Tot ons Plezier", gehouden
op 1 maart jl.
In het kader van de toneelwedstrijd
van de Schiedamse Gemeenschap voert
de arbeiders toneelvereniging „Tot steun
in de strijd" vrijdagavond in Musis
Sacrum de thriller „Gaslicht" op; schrij
ver Patrick Hamilton, vertaling Cruys
Voorberg.
De kleuren van dit schild zijn tenge
volge van sterke verbleking, die ook het
ontcijferen van de vele namen vaak ern
stig bemoeilijkt, niet steeds met zeker
heid te onderscheiden; de figuren daar
entegen zijn nog duidelijk herkenbaar.
Het wapen is gevierendeeld en ver
toont 1 drie aanziende ossekoppen van
zilver op een veld van blauw, geplaatst
2 1; II een klimmende leeuw van rood
op een veld van, goud; III zeven rode
merletten, zoomsgewijze geplaatst op
een veld van zilver met in de rechter
bovenhoek een vrij kwartier van rood;
IV een denneboom op een terras van
blauw op een veld van zilver. Het valt
buiten het bestek van dit artikel een
analyse te geven van dit samengestelde
wapen. Wat ons hier interesseert is voor.
al het feit, dat wij het, volkomen gelijk,
aantreffen op een schilderij in het Ste
delijk Museum te Schiedam, waarop een
voornaam manspersoon in staande hou
ding staat afgebeeld, kennelijk gezien zijn
kleding en attributen, een geestelijke of
een geleerde. In de rechterbovenhoek
van het schilderij lezen wij Anno 1552,
en daaronder; Aetatis 52
Een overigens niet meer te herleiden
traditie zag tot op heden in dit werk het
portret van Cornelis Jacobsz Fabri, een
zoon van Mr Servaes, broer Jacob Pie
tersz en burgemeester van Schiedam in
de jaren 1575 tot 1578. Deze Fabri zou dus
op 'n zeker voor die tijden onwaarschijn
lijk hoge leeftijd nog een zeer belangrijke
magistraatsfunctie hebben vervuld.
is meer
Mogen wij dus op deze grond de juist
heid der genoemde traditie in twijfel trek
ken, de reeds vermelde identiteit der wa
penafbeeldingen op geslachtstafel en
schilderij, maakt het, aantrekkelijk in de
voorgestelde figuur de bekende Meester
Servaes te zien.
Er is echter meer. Wij bezitten een
ordonnantie, die het opnemen van com
mensaals en de inwendige dienst in het
Oude Manhuis regelt en die aan het slot
in duidelijke en plechtige bewoordingen
bekrachtigd wordt door baljuw, burge
meester en vroedschappen van Schie
dam. Deze bekrachtiging eindigt met de
woorden: „Aldus gedaen bij 't Collegie
van de Vroetschappen der Stede Schije-
dam opten XXVIIJen Julij des jaers
XVc zeven ende tnegentich" Dit is nu
juist het jaartal, dat wij op het schil
derij onder de afbeelding van het wapen
aantreffen.
Wij mogen dus thans wel aannemen,
dat wij hier het portret van meester
Servaes Pietersz Fabri voor ons hebben.
Zeer waarschijnlijk hadden de toenma
lige regenten de afbeelding van de stich
ter een plaats gegeven in de regentenka
mer van het Oude Manhuis en de plech
tig garantie van de stedelijke overheid
voor de goede gang van zaken in dit
huis hebben zij in herinnering willen hou
den, door het jaartal waarin zij gegeven
werd op diens portret onder zijn wapen
te laten aanbrengen.
Zoals altijd en overal na de carnaval- Voor dat oversteken -kreeg verd. 4.. oi
festiviteiten, was het deze week ook hier
in de rechtszaal: de dood in de pot.
Traag en nu cn dan stokkend vloei
de de stroom der schuldenaren langs
de groene tafel, waar de getoogde en
gebefte heren de drieschaar spanden.
Allen waren min of meer nette verdach
ten, (eigenlijk meer beklaagden) met
overigens weinig spectaculaire delicten
en U weet, daaraan is voor de verslag
gever weinig vreugde te beleven.
Zelfs de officier, wij hebben de laat
ste weken een invaller voor mr. Schim
mel, leek onder invloed te verkeren van
....de heersende malaise. Althans, hij
prevelde zijn akten van beschuldiging en
requisitoirs met zulk perfect „mezza
voce", dat het er op leek, dat de ver
dachten zélf niet mochten horen, wat zij
misdreven hadden. Dat dit onze arbeid
niet vereenvoudigde, zult U wel willen
begrijpen en om deze reden vragen wij
voor eventuele onvolledigheden excuus.
We beginnen dan maar met M. S. uit
Schiedam. Hij kwam met een vracht
auto vanuit de Kreupelstraat de Lange
Kerkstraat inrijden. Nu zijn beide stra
ten, zoals bekend, niet erg breed. Hier
door kwam verd. op de linker weghelft
van de Lange Kerkstraat, wat volgens
verd. hier onvermijdelijk is. S. die reed
met een snelheid van plm. 5 km p. u.
werd door een van de rechts komende
wagen aangereden. „U had beter in de
Kreupelstraat naar links kunnen gaan
en dan de bocht nemen", doceerde de
kantonrechter. Inderdaad. Weliswaar
zou verd. dan de plaats van zijn over
treding verplaatst hebben, maar aange
zien in de Kreupelstraat geen auto na
derde. zou een aanrijding achterwege
zijn gebleven en zou bij afwezigheid van
een politieman ook een bekeuring we
gens rijden op de linkerweghelft in
de Kreupelstraat) achterwege zijn geble
ven. Nu lagen de zaken anders. Verd.
kreeg voor zijn overtreding 15- of 6
dagen Omdat hij ook een passagier aan
boord had, die op een plaats zat, waar hij
niet zitten mocht, kreeg hij er nog 5..
of 2 dagen bij.
Mevr. C. S. te Vlaardingen negeerde
bij het oversteken van een voetgangers,
pad het rode stoplicht. Toen zij terzake
werd geverbaliseerd gaf zij bovendien
een valse naam op. Zo'n mevrouw toch!
2 dagen en voor dat pseudoniem 20.-
of 8 dagen. De officier had voor dit laat.
ste 25.. of 10 dagen gevraagd.
J. V. te Vlaardingen reed met cen
vrachtauto, waarvan de koppeling los
was en waarvan verschillende onderde
len zich in staat van verwaarlozing be
vonden. Hij kreeg hiervoor 30.- of 12 da
gen en zijn opdrachtgever v. W., op
dit punt recidivist, 75.. of 30 dagen
Safety first!
H. te 's-Gravenhage deed een kind van
bijna vijftien jaar arbeid verrichten. Hij
deed zulks, zoals hij mededeelde, uit
menslievende overwegingen. Later werd
hem daartoe door de arbeidsinspectie,
zoal niet om menslievende, dan toch uit
sociale overwegingen vergunning ver
leend. Wegens die arbeid zonder vergun
ning gaf de rechter hem 4.. of 2 dagen.
Als U op de markt in Vlaardingen gaat
wandelen, doe dit dan niet met een rij
wiel aan de hand. M. S. te Vlaardingen
deed zulks wel. Dit kost hem nu 2.50
of 1 dag.
Slechte viering
Op 26 december 1.1. vierde C. T. te
Schiedam, Tweqde Kerstdag. Hij zocht
de feestvreugde met zo zeer in het spi
rituele, als wel in de spiritualiën. Had
verd. het nu maar gelaten bij een hui
selijk festijn.... maar hij wilde per se
anderen in de pret laten delen en be
gaf zich in de openbaarheid! Zo werd
hi.i bekeurd wegens openbare dronken
schap en nu voor dit feit veroordeeld
tot 15.- of 6 dagen.
Nou ja. agge maor leut 'et!Zo
dacht ook H. B. te Vlaardingen. Hij
maakte met zijn gade een wandeling
in de Maassluise dreven. Zijn pad voer
de hem op een terrein, met een bord,
„Verboden toegang". Hij had dat bord
wel gezien, maar verkeerde klaarblijke
lijk in de mening, dat dit verbod niet
gold voor een wandelend paartje. De
officier en vervolgens de kantonrechter
toonden begrip te hebben voor de situa
tie en zo kwam verdachte er af met
5.- of 2 dagen.
C. S. té Schiedam reed op een brom
mer, waarvan de ketting was losgelo
pen Verd verklaarde, dat dit juist ge
beurd was, toen de verbalisant hem aan-
U had beter
hield. Hij kon door dH euvel echter niet
direct remmen en moest het voertuig
eerst laten uitlopen. Het mankement
werd stante pede hersteld. Omdat de
rem niet geheel in orde bleek, kreeg
verd. 7.50 of 3 dagen en daar ook de
bel stuk was. nog eens 2.. of 1 dag.
Een chauffeur van J. v. D. te Schie
dam reed met een vrachtauto. Naast
hem zat een monteur van het bedrijf,
die ook het volledige rijbewijs bezit.
Voor afwisseling nam deze laatste het
stuur eens over maar. deze monteur
had geen werkboekje!.. Bij controle
werd procesverbaal opgemaakt en nu
werd de werkgever, J. v. D. veroordeeld
tot 2.50 boete of 1 dag hechtenis!.
Een soortgelijk iets overkwam H. B.
te Schiedam. Van twee van zijn chauf
feurs was het werkboekje niet in orde.
Dit kost B. twee maal 5.. of twee maal
5 dagen.
Door het niet verlenen van voorrang
veroorzaakte J. v. B. te Schiedam met
zijn auto een aanrijding. De aangered ene
liep daarbij een ernstige blessure op, ni.
een grote hoofdwond en een hersenschud
ding. Verd. werd veroordeeld tot 40.-
boete subs. 16 dagen hechtenis.
Geen straf
W. H. R. te Rotterdam had op de Hoog
straat het stopverbod overtreden. Hij
was n.l. bezig met zijn auto de klanten te
bedienen. Op de Hoogstraat dan, had
verd. er drie naast elkaar (klanten na
tuurlijk). Hij verkeert dus wel in moei
lijke omstandigheden. De rechter ver
klaarde hem schuldig zonder oplegging
van straf.
J. v. d. L. te Schiedam nam met zijn
auto een bocht met een uursnelheid
van 50 km!!. Daardoor nam hij die
bocht ook te groot met als gevolg een
aanrijding De uitspraak was, conform
de eis, 40._ of 16 dagen.
Allerhande
J. H. te Vlaardingen gaf met zijn auto
geen voorrang aan twee voetgangers,
die aich op bet knippenboüenpad bij het
Rubensplein bevonden: 15.- of 6 dagen.
J. K. te Rotterdam begaf zich op pad
„gewapend" met cen alarmpistool, maar
alarmpistolen vallen nu eenmaal onder
de vuurwapenwet. Het vonnis was 15.-
of 6 dagen plus verbeurdverklaring van
het pseudowapen.
De piraten
Ook de piraten van de weg waren
weer vertegenwoordigd: C. v. B. te
Vlaardingen haalde uit zijn brommer
42 km. per uur. Dat kostte hem nu 25
of 10 dagen. J B. te Rotterdam haal
de er maar 40 km. per uur uit. Daarom
kreeg hij maar 20.- of 8 dagen.
Wegens het niet verlenen van voorrang
kregen de autobestuurders A. de J. te
Schiedam 25- of 10 dagen en J. v. d.
L. eveneens te Schiedam, ook eveneens
25- of 10 dagen. J. V. te Vlaardingen
én J. W, te Schiedam reden bij avond
op een brommer, zonder achterverlich
ting: 5.. of 2 dagen elk. L. v. P.
te Schiedam reed met auto door stop
licht. Dezelfde overtreding pleegde M.
te Schiedam. Dit kosttte hun f20 of
dagen. J- H. te Vlaardingen zette een
door hem bestuurde auto achteruit, waar.
bij een bromfiets sneuvelde. Behalve de
scbadevel-'gpedd'ng zal H. 25 moeten
betalen of 10 dagen brommen. Voor het
negeren van een stopverbod zag M. K.
te Rotterdam zich veroordeeld tot 7.50
of 3 dagen. Tenslotte: J. H. te Schie
dam begaf zich met zijn rijwiel op ver
boden paden. Zoals dp meesten onzer
bekend zal zijn, mag zulks ook niet zon
der rijwiel! Verd. kreeg voor zijn over
treding 3 of 1 dag, terwijl J. K. te Rot
terdam. die zijn auto te dicht bij een hoek
had geparkeerd, hiervoor 10 of 4 da
gen incasseerde.
Meester Servaes Pietersz Fabri was
priester. Wij vinden hem vermeld als be
zitter van een beneficie, dat verbonden
was aan de bediening van het altaar, toe
gewijd aan de H. H. Christophorus en
Erasmus, in de parochiekerk te Schie
dam. Zijn band met het kerkelijk gezag
kan mede blijken uit het feit. dat hij van
zijn bisschop Georg van Egmond en van
aartsdiaken, de domproost Johannes Sla-
check, toestemming had verkregen om bij
testament te beschikken over gelden, die
hij uit kerkelijke inkomsten had verwor
ven. In deze zogenaamde licentia tes-
tandi, staat hij, evenals in zijn testament,
vermeld als magister, meester. Stellig
wijst deze titel niet op een graad in de
theologie of de rechten voor de bezit
ters daarvan bood Schiedam geen werk
terrein maar op een aan de een of
andere universiteit afgelegd examen
in de faculteit der artes, een propae-
deuse van min of meer philosophische
aard op de hogere faculteiten van de
theologie, de rechten of ook van de me
dicijnen. Verreweg de meeste clerici, die
toen aan een universiteit studeerden
stelden zich met het behalen van de ti
tel magister artium tevreden en keerden
dan naar huis terug. Wij treffen hen
ten onzent aan in de kapittels der ka
nunniken, onder de eigenlijke zielzorg-
gers. de pastoor, en onder de benefi
cianten der grote kerken, zoal onze mr.
Servaes er een was.
Omvangrijk testament
Deze Fabri was ook welgesteld. Het
feit zelf van zijn universitaire studie zou
wellicht al in die richting kunnen wijzen.
Maar ondubbelzinnig getuigt hiervan zijn
omvangrijk testament, waarin hij gewag
maakt van goederen, die „hem eensdeels
aengecomen sijn bij successie van zijn
ouders ende andere sijne vrienden, ende
eensdeels bij fortuijne ende zijn dili-
gentie deur die gratie ende hulpe van
onsse Heere ten voorsten geconquesteert
ende veroevert zijn".
Wij zouden willen weten wat wel het
voorwerp van zijn „diligentie" geweest
Is. Welnu, hierover verschaffen ons, naar
wij menen, aanwijzingen de registers
van de lüe penning van de huurwaarde
van onroerende goederen uit de jaren
1553, 1556 en 1561 Mr Servaes blijkt daar.
In eigenaar te zijn van een „schuijr".
een „plaats" en een „taenhuijs". Hij was
dus, moeten wij aannemen, eigenaar van
een haringrederij. Dit zou dan tevens
zijn voorliefde voor het zeevarend volk
verklaren, die uit zijn testament spreekt.
Immers het gasthuis dat hij wil stich
ten. zal wel allereerst bevolkt moeten
worden door „dengheenen. die van zijnen
bloede tot armoede zoude moghen co-
men ende tselve begheren", maar, bij ont
stentenis van zulke gegadigden, door
„die schamele reeders deser stede
ende zoeverre daer gheen reders en
waeren totten voorscreven getaele toe.
sal tvoorschreven getal vervult werden
uuijte schamele stijerlui.iden ende boots-
gesellen ofte andere seh#mele luijden
der voorscreven stede.
Priester-haringreder
Dat deze in onze ogen zonderlinge com.
binatie; priester-haringreder in die ja
ren opzien heeft gebaard of wrevel heeft
gewekt blijkt nergens. Wij moeten hierbij
«venwel het volgende in het oog houden.
De haringrederij was in die jaren voor
Schiedam de stedelijke nering bij uit
stek en een waarbij de bevolking van
hoog tot laag betrokken was. Dat dus een
Schiedamse priester door erfenis of
schenking eigenaar van zo'n bedrijf werd
of belanghebbende, daarin ligt onder de
gegeven omstandigheden niets verwon
derlijks. Van minstens nog één andere
priester uit deze jaren Jacop Hugesz,
weten wij dat hij in een haringrederij ge
ïnteresseerd was. En het is geenszins
uitgesloten, dat een nader onderzoek in
de archieven nog meer dergelijke geval
len aan het licht zou brengen. Vervolgens
moeten wij bedenken, dat er voor ruim
zestig procent van de toenmalige gees
telijken geen sprake was van nauw con
tact met het gelovige volk. daar zij geen
functie in de zielzorg vervulden: deze
was in hoofdzaak toevertrouwd aan de
pastoor van de parochiekerk. Hun gees
telijke taak bestond uitsluitend in het le
zen van een vastgesteld aantal mis
sen aan het altaar waaraan hun benefi
cie verbonden was. een beneficie, dat
hun echter meestentijds beslist niet ver
oorloofde in welstand te leven. Dit alles
geldt ook voor onze mr. Servaes. en
de welstand die wij bij hem ontwaren
dankte hij dan ook aan hetgeen hij ge-
erfd had en voornamelijk wel aan zijn
bedrijf.
Het register van de 10e penning uit
het jaar 1561 veroorlooft ons die wel
stand enigermate te peilen. Hij bewoon
de, aan de tegenwoordige Nieuwstraat,
een eigen huis, dat in 1561 getaxeerd
werd op een huurwaarde van 24 pond
Hollands per jaar. Een gelijke taxatie tref
fen wij aan voor nog slechts één ander
huis, dat aan de Goystraat, de tegenwoor
dige Hoogstraat, stond en bewoond werd
door Christina Joostendr.
Het beeld nu dat de kunstenaar ons
voorstelt, schijnt slechts ten halve de
voorstelling te dekken die de geschreven
bronnen voor ons oproepen. Deze Fabri
hechtte bij al de maatschappelijke wel
stand die zijn bedrijf hem bracht toch
blijkbaar meer aan zijn titel van ma
gister artium. Wat het schilderij ons laat
zien is de humanist, niet de reder. De
kleding laat hieromtrent geen twijfel be.
staan; zij vertoont, om slechts een enkel
voorbeeld te noemen, een treffende gelij
kenis met die van Erasmus op 't bekende
portret door Hans Holbein de Jonge uit
1523 (Parijs, Louvre). De attributen die
nen om de indruk te versterken dat wij
hier een man voor ons hebben, die van
de bonae literae zijn dagelijks werk
maakt; en het nogal opvallend aange
brachte citaat uit Terentius' Eunuchus;
„omnium rerum vicissitudo" (vrij ver
taald: „niets is bestendig").
Dit citaat moet ons hem doen kennen
als iemandt die de wisselvalligheid van
dit aardse bestaan heeft ervaren en er de
inspiratie voor zijn wereldbeschouwing
in heeft gevonden. Toch vermogen kle
ding, attributen en citaat niet de indruk
weg te nemen die vorm en expressie van
't gelaat op ons maken; deze Fabri lijkt
ons niet van het type, dat zijn dagen sleet
in het studeervertrek, gebogen over foli
anten. En hier is de kunstenaar dus blijk
baar waarheidlievender geweest dan
zijn opdrachtgever, een verrassing, die
de portretkunst ons vaker biedt.
Met betrekking tot het wapen en het
engelebkopje daarboven nog een enkele
opmerking. Bij de restauratie van dit
schilderij kwam vast te staan, dat beide
ter zelfder tijd als het portret geschilderd
en niet eerst later op het paneel zijn aan
gebracht. Voor deze oorspronkelijkheid
pleit ook, dat de vier kwartieren van de
opdrachtgever in het wapenschild zijn
weergegeven; in de zeventiende eeuw ge
raakte deze wijze van afbeelding in on
bruik. Aan het engelenkopje boven het
wapenschild tenslotte, is geen andere dan
decoratieve betekenis toe te kennen.