GROTE FOTOWEDSTRIJD MET
VELE KANSEN
Motto: De plaats waarin wij wonen
ONMETELIJK JACHTTERREIN
De
prijzen
Grootste sluis ter wereld
Villa Knabbel
m
f
MIJNHEER SUUP en ZIJN TRAM
M
M
Voorwaarden
SM
m
KLEIN MISSAAL
door Kees Fens
Het jongetje dat
wou groeien
V B
ZATERDAG 23 APRIL 1960
PAGINA 13
Ar'
Wij dagen u weer uit voor een
Orote fotowedstrijd. Onze fotowed-
"trijd van vorig jaar heeft zo'n ver
assend grote deelneming opgewekt,
dat wij weten hiermee een uitgebreid
de schare liefhebbers een plezier te
doen. Sterker: wij kunnen er zelfs
''pet meer onderuit. Zo druk als de
totografie wordt er geen liefhebberij
beoefend en een wedstrijd waaraan
j'edereen met box of super-camera
kan deelnemen zal altijd welkom zijn.
Liturgische weekkalender
asèn- ^s' 2 g van -2e zonc*aê
ÜAAAAAAAAAJ
PTVTTTYTYYfi
kAAAAAAAAAi:-':
VILIA kNA&EL
Een markante inzending uit een vorige wedstrijd. Ter aanmoediging.
lililllllllllllllltllllllllllllliillllllllillllillillllllllliiililllllilliiii
OM NIET DE INITIATIEVEN van
Gelijke aard in de weg te zitten heb
ben wij weer met de groep bladen
toaartoe wij behoren de samenwerking
berkregen van de Stichting tot Bevor
dering van de Amateurfotografie
9.eze stichting heeft samen met de
Vereniging van Nederlandse Gemeen-
en een nationale wedstrijd uitge-
tohreven. De opdracht voor deze
toedstrijd luidt: „de plaats waarin wij
tootien" te fotograferen. Hetzelfde
potto leggen wij u voor voor onze
totowedstrijd.
VOOR HET GOEDE BEGRIP dus
het volgende. Wij nodigen onze lezers
hit ons hun beste foto's van „de stad
toaarin wij wonen" te sturen. Een uit
°nze redactie gevormde jury (be
gaande uit de heren A. Rutten, H.
*uèr en A. Welling) maakt uit wie
de eerste, tweede of derde prijs van
bnze groep bladen verdient. En alle
toto's die wij voor onze wedstrijd ont-
vangen, zenden wij door naar de Ver-
pliging van Nederlandse Gemeenten.
Baar zetelt een heel andere jury, die
benieuw de foto's tezamen met de
premplaren die buiten onze groep
bladen om worden ingezonden) aan
pn keuring onderwerpt. De foto's
onze lezers dingen ook nog naar
de prijzen die door de Stichting en
de Vereniging worden uitgeloofd.
U MERKT HET AL: mooier kan
v,et nauwelijks geregeld worden.
°ordat u nu speurend en knippens-
Gereed de straat in trekt, gelieve u de
toedstrijdvoorwaarden rustig te lezen.
(Advertentie)
Rondas 24 aprll: Beloken Pasen: eigen
s; credo; pref. van Pasen; wit—
jA^aandag: H. Marcus, evangelist, eigen
v.i' 2 geb. van Kruisdagen; credo; pref.
v.I: A apostelen; roodofwel: Mis
n Kruisdagen.
l.P'asdag: H. Liduina, maagd: mis Di-
Brcr 2 geb. H.H. Cletus en Marcellinus;
van Pasen; wit—
3 A'bensdagH. Petrus Canisius, belij-
"kerkleraar; mis In medio; credo;
van Pasen; —wit
Wij?,? derdag: H. Paulus van het Kruis,
belij2 ™ag: H. Paulus van het Kruis,
t>réf r; eigen mis; 2 geb. H. Vitalis;
Van Pasen; wit
H. Petrus van Verona,
-róód™ ProtexistL pref. van
*^erdag: H. Catharina van
m*s Dilexisti; P*ef. van
marte-
Pasen;
Siëna,
Pasen;
•Li/'YrAS 1. meiJosef» bruidegom van
1. De wedstrijd is voor jong en oud,
maar niet voor vakfotografen. De
foto's móeten wij uiterlijk 20 juni in
ons bezit hebben.
2. De wedstrijd is voor twee groepen:
Groep A, voor de leeftijd t/m 18 jaar;
Groep B, voor alle overige amateurs.
3. De ingezonden foto's moeten betrek
king hebben op „de plaats waar wij
wonen" en in Nederlandse gemeen
ten gemaakt zijn.
4. Maximaal mogen 5 foto's worden in
gezonden, zowel in zwart-wit als in
kleuren.
5. Het formaat van de foto's moet mi
nimaal 9 x 9 en maximaal 18 x 24
zijn.
Op elke foto dient duidelijk aan de
achterzijde vermeld te worden: naam
en adres van de inzender, het totaal
aantal ingezonden foto's, de groep
(A of B) en of men meedingt naar
een der premies genoemd in artikel
6 (plaats vermelden s.v.p.).
6. De inzenders die wonen in Baaren
(Zld), Bierum (Gr), Geleen, Gouda,
Halfweg, gemeente Haarlemmerliede-
Spaarnwoude, Leeuwarden, h-Aastrich'i,
Schoonhoven en Vèlsen kunnsn mee
dingen naar de premies die d-\se ge
meenten extra beschikbaar hebben
gesteld, voor de beste foto's bfctrek
king hebbende op deze gemeenten.
7. De keuze van de bekroonde foto'n is
voor alle partijen bindend. Corres
pondentie kan er niet over gevoerd
worden. De jury's behouden zich het
recht voorniet alle prijzen toe te
kennen als de kwaliteit van de foto's
daartoe aanleiding mocht geven.
8. Wie prijs stelt op terugzending van
de foto's dient een stevige enveloppe,
met daarop naam en adres, gefran
keerd met voldoende postzegels, me
de te zenden. Terugzending geschiedt
na 30 augustus.
9. Alle bekroonde foto's worden het ei
gendom van de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten en de Stichting
ter Bevordering van de Amateurfo
tografie. Zij hebben het recht deze
te publiceren of te doen publiceren,
ook zonder bronvermelding en zon
der vergoeding van auteursrechten.
Op verzoek dient het negatief te
worden ingezonden. Dit zal, 'met
zorg behandeld, direct na 30 septem
ber worden teruggezonden.
10. Uitsluitend foto's die in het jaar 1960
gemaakt zijn, kunnen worden inge
zonden. Ze dienen natuurlijk eigen
werk te zijn, maar het afwerken of
vergroten mag door een ander zijn
geschied.
11. De organisatoren zijn niet aanspra
kelijk voor beschadiging van welke
aard dan ook, ontstaan bij zending
of terugzendng van foto's.
12. Deelnemers worden geacht akkoord
te gaan met de wedstrijdvoorwaar-
den en geen bezwaar te hebben te
gen publikatie in ons blad van één
of meer van hun inzendingen.
Advertentie
credo; eigen pref.; wit-
'"'""llltllliniHnilllltllllflIlllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllMlllllllllllllllliullilllllliHiiiliililiiiimimiim,,..»
motto van de foto-
Va^triicl „De plaats
velp wiJ wonen" zal
■'den ,gernoed aanspreken.
\v6l, *an in eenfoto be-
\vA wat men van zijn
"Plaats denkt. Sommi-
an., zUn er heel trots op,
tedeV-en sPreken met ver-
Plaat g over hun woon"
hieo„ ,de een voelt zich
tain^'eept door de vi-
andp- van z«n stad- de
do0r -weet zich geboeid
en """biedwaardige
rie schilderachtige histo-
ert h zi-'n dorp. Steden
ver„didrPen vertonen de
venr)„denheid van le
gde wezens.
der h °nderwerpen die on-
strii 2 Wtto van de wed-
1VQ vallen, zijn talloos.
der?nW9Hen' scholen, kin-
hon\^fe P atsen- Parken,
ken erken, havenwer-
Voor U dergelijke liggen
de hand. De ver
keersagent in de drukte,
de trouwplechtigheid op
het stadhuis, de rij wach
tenden voor het loket, de
brand in de boerderij, de
tandarts op school, de
elektricien bij de straat
verlichting, de burgemees
ter in de raadsvergade
ring, kunnen fotografisch
leven schenken aan een
stad of dorp. Bedenkt dat
als u met de camera langs
het oude grachtje zwerft
of door de nieuwbouw
trekt, naar driehoog klau
tert of geduldig de wacht
houdt op een straathoek.
Uw onderwerp kan al
uw bedoelingen duidelijk
maken, maar markante
silhouetten, spanning en
beweging, stemmig licht
en schaduw of een karak
teristieke houding zijn uw
„taalmiddelen'Nu school
meesteren wij u wat voor,
maar wij weten sinds vo
rig jaar dat wij u niets
hoeven te vertellen, dat
u met een ontvankelijk
gemoed en een open oog
aan het fotograferen slaat.
Laat u zich dus maar
niets door ons aanpraten,
maar komt u met uw per
soonlijke visie voor de
dag. Wij staan er hele
maal voor open.
Of u wel of niet met
telelenzen, filters, delra-
ma-objectieven. elektro-
nenblitz e.d. werkt, blijft
ons om het' even. De len
zen van alle tegenwoor
dige fototoestellen zijn
goed genoeg om te ver
wezenlijken wat u zich,
met hoofd en zinnen het
beeld opnemend, voorstelt
te fotograferen. Wij zijn"
benieuwd naar de resul
taten van uw ontdek
kingstochten en hopen ze
uiterlijk 20 juni te heb
ben ontvangen.
Er zijn in de gecombineerde
fotowedstrijd van onze bla
dengroep enerzijds en de
Stichting tot Bevordering van de
Amateurfotografie en de Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten
anderzijds heel wat prijzen te
behalen. Zoals men ook in de
wedstrijdvoorwaarden kan lezen
zijn er voor de nationale wed
strijd van de Stichting en de
Vereniging twee groepen van
deelnemers. De jeugdgroep,
Groep A, biedt:
Eerste prijs 109
Tweede prijs 75
Derde prijs 50
Tien prijzen van 10
Tien prijzen van 5
De prijzen die in Groep B,
voor achttienjarigen en ouder,
verdeeld worden, zijn:
Eerste prijs 1000
Tweede prijs 500
Derde prijs 250
Vijf prijzen van 50
Tien prijzen van 10
Vijfentwintig
prijzen van 5
Al deze prijzen zijn in de vorm
van waardebonnen die men naar
keuze voor fotografisch mate
riaal bij de erkende fotohandel
in Nederland kan besteden.
De Vereniging van Neder
landse Gemeenten stelt als pre
mie beschikbaar voor de beste
foto met betrekking tot de taak
of de activiteiten van de ge-
meente(n) een betjrag in con
tanten beschikbaar van
250.
Ten overvloede vermelden wij
dat de deelnemers aan de foto-
wedstrijd van ons blad ook mee
dingen naar bovengenoemde
prijzen.
Dan heeft de groep bladen
waartoe wij behoren zelf een
drietal geldprijzen uitgeloofd,
die onze jury zal toekennen aan
de beste inzendingen van onze
gezamenlijke lezers.
29 april is het dertig jaar geleden
dat le IJmuiden de officiële ingebruik
stelling plaats had van de grootste sluis
van de gehele wereld. Dat was een his
torische dag voor Nederland, voor de
hoofdstad vooral. Want voor Amsterdam
heeft deze sluis heel eigene betekenis,
omdat immers IJmuiden de voorhaven
van Amsterdam kan genoemd worden.
Deze grootste sluis van de wereld werd
op 29 april 1930 door H. M. Koningin
Wilhelmina geopend. Z. IC. H. Prins
Hendrik en H. K. H. Prinses Juliana
waren er bij tegenwoordig.
De oudste sluizen werden tegelijker
tijd met het Noordzeekanaal in novem
ber 1876 voor het scheepvaartverkeer
geopend. Een nieuwere grotere sluis
werd in het jaar 1896 in dienst gesteld.
(225 meter lang, 25 meter breed en
10.5 meter diep)
De voortdurende en snelle toeneming,
zowel van het aantal als van de afme
tingen der schepen, welke te IJmuiden
passeerden, maakte bovendien dat al
spoedig, ondanks de aangebrachte be
langrijke verbeteringen, welke in 1896
tot stand kwamen, de vraag naar ver
dere verruiming van de toegang uit
zee opnieuw aan de orde kwam.
De tegenwoordige sluis is 402 meter
lang, 50 meter breed en 15 meter diep.
Haar schutkolkoppervlak bedraagt der
halve 2 H.A. Noch het Panamakanaal
noch welke andere gelegenheid voor de
grote zee-scheepvaart ook, biedt ruimer
schutgelegenheid dan deze sluis.
De - werkzaamheden voor deze sluis
zijn geheel ,,in het droge" uitgevoerd.
Men heeft namelijk een geweldige bouw
put gegraven, waarbij, in totaal, twintig
miljoen kubieke meter grond is verzet!
De bouwput werd omringd door een
ijzeren damwand welke tot aan een op
35 meter beneden A.P. (Amsterdams
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiii
Eerste prijs
Tweede prijs
Derde prijs
400
250
100
De winnaar krijgt bovendien
een verzilverde plaquette met
inscriptie.
De wedstrijd biedt dus een
meervoudige kans op een prijs.
Een groot passagiersschip in de sluis te IJmuiden.
peil) gelegen waterdichte kleilaag lag. nield en de ingang geblokkeerd door
De sluis rust op 15.500 palen en 3500 wrakken van een achttal schepen, doch
damplanken. In de oorlog werd een ge- sedert 1948 is de sluis weer geheel her-
deelte van de sluis door de Duitsers ver- steld en gemoderniseerd.
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiii
Pas in de 16e eeuw begint de boter
A I? enigszins in de handel te komen en be-
AvA c* VJ- IV 1, I N X-j gint er een „ontwikkeling", die nauw
verbonden is met de welstand van de
Boterpotten verjoegen in 1830 de mensen want werd er niet gezegd, dat
vijand voor Oostburg omdat deze in de er mensen waren die hun brood zonder
waan verkeerde, dat het kanonnen wa- boter aten en dat er mensen waren, die
ren, ook Michiel de Ruyter smeerde boter op hun brood smeerden? Een sym-
eens zijn schepen met boter in zodat bolisch onderscheid voor de welstand en
de vijand geen houvast vond en aldus dit laatste moest men wel bezitten wil
de strijd verloor. Ziehier een paar ge- de men aan de boter toe komen want
beurtenissen al of niet betrouwbaar, uit boter was duur en er was niets wat de
het roemruchte verleden van de boter, boter vervangen kon.
Een verleden, dat reeds zeer oud èn Dat grote moment werd geboren in
kostbaar is want in de middeleeuwen 1869 toen Napoleon III een prijsvraag
was de boter een zeer duur bezit en nog uitschreef voor een volksvoedsel dat
vroeger vond men de boter alleen op gezond, goedkoop en voedzaam moest
de schoonheidstafels van de oosterse wezen. Mège-Mouriès won deze prijs-
vrouwen die er een voortreffelijk mid- vraag en daarmede begon de margari-
del voor haar huidjes in zagen. ne het rijk van de boter te veroveren.
Kijk, kijk, kijk!
Daar springen de konijntjes.'
Ze hollen naar hun moedertje
en maken dolle gijntjes.
„Waar is Papa?" vraagt Moe Konijn,
Moe Snuf, geboren Snabbel.
„Die zit nog op het wortelveld"
lacht kleine Heintje Babbel.
„O, is 't weer zo?" roept Moe Konijn.
Maar daarna zegt ze goedig:
„Wat Paatje doet, is altijd goed:
Hij is zo flink en moedig!"
„Hoi" roept Papa, „hier ben ik al.
Was kolossaal hoor vrouwtje!
Nu ga ik dutten in het hol.
Kom geef me eens een douwtje!"
Maar o, Papaatje is zo zwaar.
Wat moeten ze beginnen?
Zijn ronde buikje is te dik.
Hij kan niet meer naar binnen.
„Komaan" zegt Moeder Snuf kordaat.
,.m» heeft er sterke poten?"
Dan gaan ze gauw. met noan en macht
het holletje vergroten.
„Zo gaat het goed!" roept Moe verheugd,
Moe Snuf, geboren Snabbel.
,,'t Wordt net een villa uit een droom.
Ik noem het „Villa Knabbel".
En dan krijgt elk een worteltje.
Nou, wie zou dat niet lusten?
Ze smullen fijn! Maar Pa Konijn
kreunt enkel Wel te rusten!"
Een kijkje in een margarinefabriek waar in talrijke machines de margarine
wordt gekneed.
VERA WITTE
IIUIIIIIIIIlllHllllllllliillliiiiliiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiillllllllilllllllllllllliimiiilllllllllllllliiiiiiiiiiiiiniii Ken bloeitijd voor een produkt, dat te
genwoordig meer dan een kwart van
de als voedsel gebruikte vetten inneemt.
In de 20e eeuw slaagde men er in
om walvistraan reukloos te maken en
aangezien men voor de margarinepro-
duktie vrijwel alle eetbare oliën en vet
ten kan gebruiken, werd de walvisolie
groot door de margarine en de marga
rine op haar beurt groot door de wal
vis. 85 jaar geleden werd de eerste
margarine in ons land geïntroduceerd
en thans bezit ons land een margarine
industrie die tot de belangrijkste ter
wereld mag worden gerekend.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIUIIIIIII
Toen klonk zijn fluit, zijn goede tramfluit,
jubelend als een merel in het park. Zó mooi
had de fluit nog nooit gefloten: hij ging van
laag naar hoog, hij trilde, hij rolde, hij kwin-
kelde. En dan was het weer, of in alle tuinen
gouden druppeltjes geluid vielen.
Nu kon mijnheer Suup de woorden van het
lied, dat de kinderen zongen, ook verstaan.
De kinderen zongen met volle kelen:
Hij liet voor ons de zon steeds schijnen,
De regen in het bos verdwijnen.
Hij bracht ons zingend naar de zee,
Een zachte wind liep met ons mee.
Wij groeven kuilen op het strand,
En maakten forten van het zand.
Wij aten ijsjes bij de vleet,
Want op het strand daar is het heet.
Tjoep, tjuup, tjoep, tjuup,
En leve mijnheer Suup!
Ineens gingen de struiken aan het einde van
de tuin uit elkaar. Er verscheen een grote
lamp, toen een trambalkon, toen een hele
tram. Vol kinderen, in rode, blauwe, gele jur
ken, in witte, groene en bonte bloeses, jongens
en meisjes. ,Ze hingen uit de ramen en zwaai
den met vlaggetjes alsof de Koningin of Sin
terklaas 1 voorbij kwam.
Met een hoge stoot van de fluit bleef de tram
achter in de tuin staan. ,,Ho, ho, ha, ha, we
zijn er," riep 'een deftige mijnheer met een
hoge hoed op. Boven op die hoed zat een gro
te witte bloem.
hoge hoed af en kwam naar mijnheer Suup
toe. De kiezelsteentjes kraakten onder zijn
zwarte lakschoenen. Het was een lange mijn
heer met een klein snorretje. In zijn ene hand
droeg hij de hoge hoed en witte handschoenen.
In de andere een grote tas, die zo geel was
als een kanarie. Hij bleef vlak voor mijnheer
Suup staan en boog toen heel diep.
„Bent u mijnheer Suup, wagenvoerder van
de tram, die van' de stad naar de zee rijdt?"
vroeg de mijnheer eerbiedig.
„Ik was wagenvoerder," zei mijnheer Suup
langzaam. De woorden bleven op zijn tong
plakken, want hij was erg zenuwachtig. Mijn
heer Suup haalde diep adem: „En de tram
rijdt ook niet meer," zei hij toen snel, „die is
nu bij de sloper. Hij wordt als oud-ijzer ver
kocht. Er rijden nu grote autobussen met plat
te neuzen en een lelijke toeter."
„Van die droeve gebeurtenis heb ik ge
hoord," zei de mijnheer met een zware stem.
En hij veegde met zijn witte handschoen een
kleine traan weg die over zijn wang bijna in
HOOFDSTUK III
ijnheer Suup was erg geschrokken. Hoe
wel hij rood was van de zon, werd hij
zo wit als een beddelaken en de warme
zweetdruppeltjes wérden koud als ijswater.
Mijnheer Suup rilde. Zijn benen hingen slap.
Hij kon niet uit de oranje ligstoel komen. Twee
keer probeerde hij het, twee keer viel hij te
rug in de stoel.
„Wat een rare tram it, dat," dacht mijnheer
Suup. De tram leek veel op zijn oude tram,
maar was nóg mooier. Hij was in allerlei kleu
ren geschilderd. De ramen waren heel groot.
Midden in de tram stond eèn grote groene
versierde stoel. In de rug van de stoel waren
allemaal oranje mandarijntjes aangebracht
Die vormden sarhen de letters „M. S." En
voor in de Lam stond een grote witte toon
bank met blauwe krukjes ervoor. Achter de
toonbank stond een juffrouw met een witte
schort voor en een rode muts op. En op de
toonbank stonden een heleboel flesjes limona
de; rode, gele, witte, oranje. Maar het gekst
vond mijnheer Suup, dat de tram geen wagen
voerder had. En op rails reed de tram ook niet
Hij was zo maar, vanzelf, de tuin binnenge
komen.
De kinderen waren nu stil geworden. De def
tige mijnheer zette met een wijde zwaai zijn
het snorretje rolde. „En ik weet ook, dat u
niet meer bij de tram bent," zei de mijnheer.
„U rust."
Mijnheer Suup knikte van ja. „Vijfenveertig
jaar heb ik naar de zee gereden. Nu mag ik
doen wat ik wil. Verleden week heb ik afscheid
genomen van de tram. Voorgoed," zuchtte
mijnheer Suup.
„Maar dat gaat zo maar niet," riep de mijn
heer met het snorretje. „Nietwaar jongens?"
„Nee," riepen alle kinderen tegelijk door de
grote open ramen. En toen hieven ze een
spreekkoor aan, waarbij de juffrouw achter de
toonbank de maat aangaf. "Ze riepen;
Vandaag geen lezen, schrijver, of verme
nigvuldigen.
Wij hebben vrij om mijnheer Suup te iiul-
digen.
ijnheer Suup was nu uit zijn stoel geko
men en hij boog tweemaal heel diep,
eerst naar de mijnheer met het snor
retje en toen naar de kinderen.
,]En nu, mijnheer Suup". zei de mijnheer met
het snorretje, zo luid, dat een vogel verschrikt
uit de boom wegvloog, „vraag ik u namens
het feestcomité met ons mee 'te gaan in de
tram. Een mooie stoel staat voor u klaar. We
maken er een fijne dag van. Nietwaar, kin
deren?" „Ja", riepen alle kinderen luid jui
chend. „In deze tas", vervolgde de mijnheer
met het snorretje, en hij wees op de kanarie
gele tas, „zit het hele programma. We hebben
veel te doen, mijnheer. Mag ik u uitnodigen?
En de mi,jnheer maakte een zwierige buiging,
alsof hij wou gaan dansen.
„Ja maar, mijnheer", zei mijnheer Suup
zachtjes en verlegen, „dat gaat zo maar niet,
mijnheer. Ik heb niet eens een das om, want
ik was aan het rusten en het is heet. En ,k
ben op mijn pantoffels." En mijnheer Suup
keek met een kleur op zijn wangen naar zijn
bruine pantoffels.
„Ha, ha, ho, ho", zei de mijnheer met het
snorretje lachend, zodat zijn snorretje rond
werd als een half hoepeltje. „Daar is voor ge
zorgd, mijnheer Suup. U krijgt van ons een
prachtig uniform. Nietwaar kinderen?
Het lijkt wel een pak van een generaal,
Een schout-bij-nacht of een admiraal,
riepen de kinderen.
De mijnheer knipperde nu drie keer met zijn
vingers in de lucht. Uit de tram kwam een
rijtje kinderen, die keurig achter elkaar lie
pen. De voorste jongen droeg een prachtige
zwarte broek met gouden biezen, de tweede
een zwarte jas met gouden knopen, op de schou
ders zaten epauletten met allemaal gouden
kwastjes en op iedere mouw zaten wel zeven
gouden banden, bijna tot de elleboog. Het derde
kind was een meisje met een blond paarde-
staartje. Zij droeg in iedere hand een zwarte
lakschoen met een lange punt. Het vierde kind
was een klein jongetje. Hij droeg een paar
sneeuwwitte handschoenen. Het vijfde en laat
ste kind droeg een pet. Wat was dat een mooie
pet. De zon vlamde eruit, zoveel goud zat er
op. Boven op de pet was een grote witte pluim
gestoken. Wat een deftige pet, dacht mijnheer
Suup. Onder zo'n pet mag je vast nooit een
sigaartje bewaren.
De vijf kinderen bogen voor mijnheer Suup,
waarbij het kleine jongetje een handschoen
liet vallen, op de kiezelstenen. Snel raapte hij
de handschoen op. Er zat een zwarte vlek op.
De mijnheer met het snorretje keek zo boos.
dat er wel twintig brede rimpels in zijn voor
hoofd kwamen. Hij zei heel langzaam en heel
streng; „Pietje". Pietje kreeg een kleur en
keek naar de grond.
Mijnheer Suup had nog nooit zo'n mooi pak
gezien. Vroeger droegen ministers wel eens
zo'n uniform. Dat wist mijnheer Suup uit de
krant. Maar dat was ai lang geleden. Mijn
heer Suups ogen begonnen te glinsteren van
pret. Want-een klein beetje iidel was hij wel.
Het eerste kind bood de broek aan. Mijnheer
Suup sprong er snel in. Toen volgden de jas,
de lakschoenen en de handschoenen. Binnen
vijf minuten stond daar een heel andere mijn
heer Suup. Een heel deftige mijnheer Suup.
Mijnheer Suup kreeg een gevoel, alsof het
vandaag een plechtige zondag was. De witte
handschoenen deed mijnheer Suup niet aan. Hij
hield ze losjes in zijn hand. Dat had hij wel eens
gezien. Zulke handschoenen droeg je niet.
(Wordt vervolgd)
Er was eens een jochie
uit Annaparochie,
dat dolgraag een man wezen wou.
Hij at volle borden
om groter te worden.
Wat groeide dat kereltje gauw!
En steeds na het eten
moest Moeder hem meten.
Dat deden ze vlug in de gang.
Dan zuchtte het jochie
uit Annaparochie:
„O Moeder, wat word ik al lang!"
Hij werd alsmaar groter
:n yoghurt en boter,
van erwten en bonen en brij.
En eens, na het eten,
toen Moeder wou meten,
toen kon ze er echt niet meer bij.'
Toen lachte het jochie
uit Annaparochie:
„Nu zult u eens zien wat ik kan.
Bedankt voor het eten.
Bedankt voor het meten.
Ha Moeder, nu ben ik een man!"
VERA WITTE