GROTE FOTOWEDSTRIJD MET VELE KANSEN Motto: De plaats waarin wij wonen ONMETELIJK JACHTTERREIN De prijzen Grootste sluis ter wereld Villa Knabbel m f MIJNHEER SUUP en ZIJN TRAM M M Voorwaarden SM m KLEIN MISSAAL door Kees Fens Het jongetje dat wou groeien V B ZATERDAG 23 APRIL 1960 PAGINA 13 Ar' Wij dagen u weer uit voor een Orote fotowedstrijd. Onze fotowed- "trijd van vorig jaar heeft zo'n ver assend grote deelneming opgewekt, dat wij weten hiermee een uitgebreid de schare liefhebbers een plezier te doen. Sterker: wij kunnen er zelfs ''pet meer onderuit. Zo druk als de totografie wordt er geen liefhebberij beoefend en een wedstrijd waaraan j'edereen met box of super-camera kan deelnemen zal altijd welkom zijn. Liturgische weekkalender asèn- ^s' 2 g van -2e zonc*aê ÜAAAAAAAAAJ PTVTTTYTYYfi kAAAAAAAAAi:-': VILIA kNA&EL Een markante inzending uit een vorige wedstrijd. Ter aanmoediging. lililllllllllllllltllllllllllllliillllllllillllillillllllllliiililllllilliiii OM NIET DE INITIATIEVEN van Gelijke aard in de weg te zitten heb ben wij weer met de groep bladen toaartoe wij behoren de samenwerking berkregen van de Stichting tot Bevor dering van de Amateurfotografie 9.eze stichting heeft samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeen- en een nationale wedstrijd uitge- tohreven. De opdracht voor deze toedstrijd luidt: „de plaats waarin wij tootien" te fotograferen. Hetzelfde potto leggen wij u voor voor onze totowedstrijd. VOOR HET GOEDE BEGRIP dus het volgende. Wij nodigen onze lezers hit ons hun beste foto's van „de stad toaarin wij wonen" te sturen. Een uit °nze redactie gevormde jury (be gaande uit de heren A. Rutten, H. *uèr en A. Welling) maakt uit wie de eerste, tweede of derde prijs van bnze groep bladen verdient. En alle toto's die wij voor onze wedstrijd ont- vangen, zenden wij door naar de Ver- pliging van Nederlandse Gemeenten. Baar zetelt een heel andere jury, die benieuw de foto's tezamen met de premplaren die buiten onze groep bladen om worden ingezonden) aan pn keuring onderwerpt. De foto's onze lezers dingen ook nog naar de prijzen die door de Stichting en de Vereniging worden uitgeloofd. U MERKT HET AL: mooier kan v,et nauwelijks geregeld worden. °ordat u nu speurend en knippens- Gereed de straat in trekt, gelieve u de toedstrijdvoorwaarden rustig te lezen. (Advertentie) Rondas 24 aprll: Beloken Pasen: eigen s; credo; pref. van Pasen; wit— jA^aandag: H. Marcus, evangelist, eigen v.i' 2 geb. van Kruisdagen; credo; pref. v.I: A apostelen; roodofwel: Mis n Kruisdagen. l.P'asdag: H. Liduina, maagd: mis Di- Brcr 2 geb. H.H. Cletus en Marcellinus; van Pasen; wit— 3 A'bensdagH. Petrus Canisius, belij- "kerkleraar; mis In medio; credo; van Pasen; —wit Wij?,? derdag: H. Paulus van het Kruis, belij2 ™ag: H. Paulus van het Kruis, t>réf r; eigen mis; 2 geb. H. Vitalis; Van Pasen; wit H. Petrus van Verona, -róód™ ProtexistL pref. van *^erdag: H. Catharina van m*s Dilexisti; P*ef. van marte- Pasen; Siëna, Pasen; •Li/'YrAS 1. meiJosef» bruidegom van 1. De wedstrijd is voor jong en oud, maar niet voor vakfotografen. De foto's móeten wij uiterlijk 20 juni in ons bezit hebben. 2. De wedstrijd is voor twee groepen: Groep A, voor de leeftijd t/m 18 jaar; Groep B, voor alle overige amateurs. 3. De ingezonden foto's moeten betrek king hebben op „de plaats waar wij wonen" en in Nederlandse gemeen ten gemaakt zijn. 4. Maximaal mogen 5 foto's worden in gezonden, zowel in zwart-wit als in kleuren. 5. Het formaat van de foto's moet mi nimaal 9 x 9 en maximaal 18 x 24 zijn. Op elke foto dient duidelijk aan de achterzijde vermeld te worden: naam en adres van de inzender, het totaal aantal ingezonden foto's, de groep (A of B) en of men meedingt naar een der premies genoemd in artikel 6 (plaats vermelden s.v.p.). 6. De inzenders die wonen in Baaren (Zld), Bierum (Gr), Geleen, Gouda, Halfweg, gemeente Haarlemmerliede- Spaarnwoude, Leeuwarden, h-Aastrich'i, Schoonhoven en Vèlsen kunnsn mee dingen naar de premies die d-\se ge meenten extra beschikbaar hebben gesteld, voor de beste foto's bfctrek king hebbende op deze gemeenten. 7. De keuze van de bekroonde foto'n is voor alle partijen bindend. Corres pondentie kan er niet over gevoerd worden. De jury's behouden zich het recht voorniet alle prijzen toe te kennen als de kwaliteit van de foto's daartoe aanleiding mocht geven. 8. Wie prijs stelt op terugzending van de foto's dient een stevige enveloppe, met daarop naam en adres, gefran keerd met voldoende postzegels, me de te zenden. Terugzending geschiedt na 30 augustus. 9. Alle bekroonde foto's worden het ei gendom van de Vereniging van Ne derlandse Gemeenten en de Stichting ter Bevordering van de Amateurfo tografie. Zij hebben het recht deze te publiceren of te doen publiceren, ook zonder bronvermelding en zon der vergoeding van auteursrechten. Op verzoek dient het negatief te worden ingezonden. Dit zal, 'met zorg behandeld, direct na 30 septem ber worden teruggezonden. 10. Uitsluitend foto's die in het jaar 1960 gemaakt zijn, kunnen worden inge zonden. Ze dienen natuurlijk eigen werk te zijn, maar het afwerken of vergroten mag door een ander zijn geschied. 11. De organisatoren zijn niet aanspra kelijk voor beschadiging van welke aard dan ook, ontstaan bij zending of terugzendng van foto's. 12. Deelnemers worden geacht akkoord te gaan met de wedstrijdvoorwaar- den en geen bezwaar te hebben te gen publikatie in ons blad van één of meer van hun inzendingen. Advertentie credo; eigen pref.; wit- '"'""llltllliniHnilllltllllflIlllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllMlllllllllllllllliullilllllliHiiiliililiiiimimiim,,..» motto van de foto- Va^triicl „De plaats velp wiJ wonen" zal ■'den ,gernoed aanspreken. \v6l, *an in eenfoto be- \vA wat men van zijn "Plaats denkt. Sommi- an., zUn er heel trots op, tedeV-en sPreken met ver- Plaat g over hun woon" hieo„ ,de een voelt zich tain^'eept door de vi- andp- van z«n stad- de do0r -weet zich geboeid en """biedwaardige rie schilderachtige histo- ert h zi-'n dorp. Steden ver„didrPen vertonen de venr)„denheid van le gde wezens. der h °nderwerpen die on- strii 2 Wtto van de wed- 1VQ vallen, zijn talloos. der?nW9Hen' scholen, kin- hon\^fe P atsen- Parken, ken erken, havenwer- Voor U dergelijke liggen de hand. De ver keersagent in de drukte, de trouwplechtigheid op het stadhuis, de rij wach tenden voor het loket, de brand in de boerderij, de tandarts op school, de elektricien bij de straat verlichting, de burgemees ter in de raadsvergade ring, kunnen fotografisch leven schenken aan een stad of dorp. Bedenkt dat als u met de camera langs het oude grachtje zwerft of door de nieuwbouw trekt, naar driehoog klau tert of geduldig de wacht houdt op een straathoek. Uw onderwerp kan al uw bedoelingen duidelijk maken, maar markante silhouetten, spanning en beweging, stemmig licht en schaduw of een karak teristieke houding zijn uw „taalmiddelen'Nu school meesteren wij u wat voor, maar wij weten sinds vo rig jaar dat wij u niets hoeven te vertellen, dat u met een ontvankelijk gemoed en een open oog aan het fotograferen slaat. Laat u zich dus maar niets door ons aanpraten, maar komt u met uw per soonlijke visie voor de dag. Wij staan er hele maal voor open. Of u wel of niet met telelenzen, filters, delra- ma-objectieven. elektro- nenblitz e.d. werkt, blijft ons om het' even. De len zen van alle tegenwoor dige fototoestellen zijn goed genoeg om te ver wezenlijken wat u zich, met hoofd en zinnen het beeld opnemend, voorstelt te fotograferen. Wij zijn" benieuwd naar de resul taten van uw ontdek kingstochten en hopen ze uiterlijk 20 juni te heb ben ontvangen. Er zijn in de gecombineerde fotowedstrijd van onze bla dengroep enerzijds en de Stichting tot Bevordering van de Amateurfotografie en de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten anderzijds heel wat prijzen te behalen. Zoals men ook in de wedstrijdvoorwaarden kan lezen zijn er voor de nationale wed strijd van de Stichting en de Vereniging twee groepen van deelnemers. De jeugdgroep, Groep A, biedt: Eerste prijs 109 Tweede prijs 75 Derde prijs 50 Tien prijzen van 10 Tien prijzen van 5 De prijzen die in Groep B, voor achttienjarigen en ouder, verdeeld worden, zijn: Eerste prijs 1000 Tweede prijs 500 Derde prijs 250 Vijf prijzen van 50 Tien prijzen van 10 Vijfentwintig prijzen van 5 Al deze prijzen zijn in de vorm van waardebonnen die men naar keuze voor fotografisch mate riaal bij de erkende fotohandel in Nederland kan besteden. De Vereniging van Neder landse Gemeenten stelt als pre mie beschikbaar voor de beste foto met betrekking tot de taak of de activiteiten van de ge- meente(n) een betjrag in con tanten beschikbaar van 250. Ten overvloede vermelden wij dat de deelnemers aan de foto- wedstrijd van ons blad ook mee dingen naar bovengenoemde prijzen. Dan heeft de groep bladen waartoe wij behoren zelf een drietal geldprijzen uitgeloofd, die onze jury zal toekennen aan de beste inzendingen van onze gezamenlijke lezers. 29 april is het dertig jaar geleden dat le IJmuiden de officiële ingebruik stelling plaats had van de grootste sluis van de gehele wereld. Dat was een his torische dag voor Nederland, voor de hoofdstad vooral. Want voor Amsterdam heeft deze sluis heel eigene betekenis, omdat immers IJmuiden de voorhaven van Amsterdam kan genoemd worden. Deze grootste sluis van de wereld werd op 29 april 1930 door H. M. Koningin Wilhelmina geopend. Z. IC. H. Prins Hendrik en H. K. H. Prinses Juliana waren er bij tegenwoordig. De oudste sluizen werden tegelijker tijd met het Noordzeekanaal in novem ber 1876 voor het scheepvaartverkeer geopend. Een nieuwere grotere sluis werd in het jaar 1896 in dienst gesteld. (225 meter lang, 25 meter breed en 10.5 meter diep) De voortdurende en snelle toeneming, zowel van het aantal als van de afme tingen der schepen, welke te IJmuiden passeerden, maakte bovendien dat al spoedig, ondanks de aangebrachte be langrijke verbeteringen, welke in 1896 tot stand kwamen, de vraag naar ver dere verruiming van de toegang uit zee opnieuw aan de orde kwam. De tegenwoordige sluis is 402 meter lang, 50 meter breed en 15 meter diep. Haar schutkolkoppervlak bedraagt der halve 2 H.A. Noch het Panamakanaal noch welke andere gelegenheid voor de grote zee-scheepvaart ook, biedt ruimer schutgelegenheid dan deze sluis. De - werkzaamheden voor deze sluis zijn geheel ,,in het droge" uitgevoerd. Men heeft namelijk een geweldige bouw put gegraven, waarbij, in totaal, twintig miljoen kubieke meter grond is verzet! De bouwput werd omringd door een ijzeren damwand welke tot aan een op 35 meter beneden A.P. (Amsterdams iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiii Eerste prijs Tweede prijs Derde prijs 400 250 100 De winnaar krijgt bovendien een verzilverde plaquette met inscriptie. De wedstrijd biedt dus een meervoudige kans op een prijs. Een groot passagiersschip in de sluis te IJmuiden. peil) gelegen waterdichte kleilaag lag. nield en de ingang geblokkeerd door De sluis rust op 15.500 palen en 3500 wrakken van een achttal schepen, doch damplanken. In de oorlog werd een ge- sedert 1948 is de sluis weer geheel her- deelte van de sluis door de Duitsers ver- steld en gemoderniseerd. iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiii Pas in de 16e eeuw begint de boter A I? enigszins in de handel te komen en be- AvA c* VJ- IV 1, I N X-j gint er een „ontwikkeling", die nauw verbonden is met de welstand van de Boterpotten verjoegen in 1830 de mensen want werd er niet gezegd, dat vijand voor Oostburg omdat deze in de er mensen waren die hun brood zonder waan verkeerde, dat het kanonnen wa- boter aten en dat er mensen waren, die ren, ook Michiel de Ruyter smeerde boter op hun brood smeerden? Een sym- eens zijn schepen met boter in zodat bolisch onderscheid voor de welstand en de vijand geen houvast vond en aldus dit laatste moest men wel bezitten wil de strijd verloor. Ziehier een paar ge- de men aan de boter toe komen want beurtenissen al of niet betrouwbaar, uit boter was duur en er was niets wat de het roemruchte verleden van de boter, boter vervangen kon. Een verleden, dat reeds zeer oud èn Dat grote moment werd geboren in kostbaar is want in de middeleeuwen 1869 toen Napoleon III een prijsvraag was de boter een zeer duur bezit en nog uitschreef voor een volksvoedsel dat vroeger vond men de boter alleen op gezond, goedkoop en voedzaam moest de schoonheidstafels van de oosterse wezen. Mège-Mouriès won deze prijs- vrouwen die er een voortreffelijk mid- vraag en daarmede begon de margari- del voor haar huidjes in zagen. ne het rijk van de boter te veroveren. Kijk, kijk, kijk! Daar springen de konijntjes.' Ze hollen naar hun moedertje en maken dolle gijntjes. „Waar is Papa?" vraagt Moe Konijn, Moe Snuf, geboren Snabbel. „Die zit nog op het wortelveld" lacht kleine Heintje Babbel. „O, is 't weer zo?" roept Moe Konijn. Maar daarna zegt ze goedig: „Wat Paatje doet, is altijd goed: Hij is zo flink en moedig!" „Hoi" roept Papa, „hier ben ik al. Was kolossaal hoor vrouwtje! Nu ga ik dutten in het hol. Kom geef me eens een douwtje!" Maar o, Papaatje is zo zwaar. Wat moeten ze beginnen? Zijn ronde buikje is te dik. Hij kan niet meer naar binnen. „Komaan" zegt Moeder Snuf kordaat. ,.m» heeft er sterke poten?" Dan gaan ze gauw. met noan en macht het holletje vergroten. „Zo gaat het goed!" roept Moe verheugd, Moe Snuf, geboren Snabbel. ,,'t Wordt net een villa uit een droom. Ik noem het „Villa Knabbel". En dan krijgt elk een worteltje. Nou, wie zou dat niet lusten? Ze smullen fijn! Maar Pa Konijn kreunt enkel Wel te rusten!" Een kijkje in een margarinefabriek waar in talrijke machines de margarine wordt gekneed. VERA WITTE IIUIIIIIIIIlllHllllllllliillliiiiliiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiillllllllilllllllllllllliimiiilllllllllllllliiiiiiiiiiiiiniii Ken bloeitijd voor een produkt, dat te genwoordig meer dan een kwart van de als voedsel gebruikte vetten inneemt. In de 20e eeuw slaagde men er in om walvistraan reukloos te maken en aangezien men voor de margarinepro- duktie vrijwel alle eetbare oliën en vet ten kan gebruiken, werd de walvisolie groot door de margarine en de marga rine op haar beurt groot door de wal vis. 85 jaar geleden werd de eerste margarine in ons land geïntroduceerd en thans bezit ons land een margarine industrie die tot de belangrijkste ter wereld mag worden gerekend. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIUIIIIIII Toen klonk zijn fluit, zijn goede tramfluit, jubelend als een merel in het park. Zó mooi had de fluit nog nooit gefloten: hij ging van laag naar hoog, hij trilde, hij rolde, hij kwin- kelde. En dan was het weer, of in alle tuinen gouden druppeltjes geluid vielen. Nu kon mijnheer Suup de woorden van het lied, dat de kinderen zongen, ook verstaan. De kinderen zongen met volle kelen: Hij liet voor ons de zon steeds schijnen, De regen in het bos verdwijnen. Hij bracht ons zingend naar de zee, Een zachte wind liep met ons mee. Wij groeven kuilen op het strand, En maakten forten van het zand. Wij aten ijsjes bij de vleet, Want op het strand daar is het heet. Tjoep, tjuup, tjoep, tjuup, En leve mijnheer Suup! Ineens gingen de struiken aan het einde van de tuin uit elkaar. Er verscheen een grote lamp, toen een trambalkon, toen een hele tram. Vol kinderen, in rode, blauwe, gele jur ken, in witte, groene en bonte bloeses, jongens en meisjes. ,Ze hingen uit de ramen en zwaai den met vlaggetjes alsof de Koningin of Sin terklaas 1 voorbij kwam. Met een hoge stoot van de fluit bleef de tram achter in de tuin staan. ,,Ho, ho, ha, ha, we zijn er," riep 'een deftige mijnheer met een hoge hoed op. Boven op die hoed zat een gro te witte bloem. hoge hoed af en kwam naar mijnheer Suup toe. De kiezelsteentjes kraakten onder zijn zwarte lakschoenen. Het was een lange mijn heer met een klein snorretje. In zijn ene hand droeg hij de hoge hoed en witte handschoenen. In de andere een grote tas, die zo geel was als een kanarie. Hij bleef vlak voor mijnheer Suup staan en boog toen heel diep. „Bent u mijnheer Suup, wagenvoerder van de tram, die van' de stad naar de zee rijdt?" vroeg de mijnheer eerbiedig. „Ik was wagenvoerder," zei mijnheer Suup langzaam. De woorden bleven op zijn tong plakken, want hij was erg zenuwachtig. Mijn heer Suup haalde diep adem: „En de tram rijdt ook niet meer," zei hij toen snel, „die is nu bij de sloper. Hij wordt als oud-ijzer ver kocht. Er rijden nu grote autobussen met plat te neuzen en een lelijke toeter." „Van die droeve gebeurtenis heb ik ge hoord," zei de mijnheer met een zware stem. En hij veegde met zijn witte handschoen een kleine traan weg die over zijn wang bijna in HOOFDSTUK III ijnheer Suup was erg geschrokken. Hoe wel hij rood was van de zon, werd hij zo wit als een beddelaken en de warme zweetdruppeltjes wérden koud als ijswater. Mijnheer Suup rilde. Zijn benen hingen slap. Hij kon niet uit de oranje ligstoel komen. Twee keer probeerde hij het, twee keer viel hij te rug in de stoel. „Wat een rare tram it, dat," dacht mijnheer Suup. De tram leek veel op zijn oude tram, maar was nóg mooier. Hij was in allerlei kleu ren geschilderd. De ramen waren heel groot. Midden in de tram stond eèn grote groene versierde stoel. In de rug van de stoel waren allemaal oranje mandarijntjes aangebracht Die vormden sarhen de letters „M. S." En voor in de Lam stond een grote witte toon bank met blauwe krukjes ervoor. Achter de toonbank stond een juffrouw met een witte schort voor en een rode muts op. En op de toonbank stonden een heleboel flesjes limona de; rode, gele, witte, oranje. Maar het gekst vond mijnheer Suup, dat de tram geen wagen voerder had. En op rails reed de tram ook niet Hij was zo maar, vanzelf, de tuin binnenge komen. De kinderen waren nu stil geworden. De def tige mijnheer zette met een wijde zwaai zijn het snorretje rolde. „En ik weet ook, dat u niet meer bij de tram bent," zei de mijnheer. „U rust." Mijnheer Suup knikte van ja. „Vijfenveertig jaar heb ik naar de zee gereden. Nu mag ik doen wat ik wil. Verleden week heb ik afscheid genomen van de tram. Voorgoed," zuchtte mijnheer Suup. „Maar dat gaat zo maar niet," riep de mijn heer met het snorretje. „Nietwaar jongens?" „Nee," riepen alle kinderen tegelijk door de grote open ramen. En toen hieven ze een spreekkoor aan, waarbij de juffrouw achter de toonbank de maat aangaf. "Ze riepen; Vandaag geen lezen, schrijver, of verme nigvuldigen. Wij hebben vrij om mijnheer Suup te iiul- digen. ijnheer Suup was nu uit zijn stoel geko men en hij boog tweemaal heel diep, eerst naar de mijnheer met het snor retje en toen naar de kinderen. ,]En nu, mijnheer Suup". zei de mijnheer met het snorretje, zo luid, dat een vogel verschrikt uit de boom wegvloog, „vraag ik u namens het feestcomité met ons mee 'te gaan in de tram. Een mooie stoel staat voor u klaar. We maken er een fijne dag van. Nietwaar, kin deren?" „Ja", riepen alle kinderen luid jui chend. „In deze tas", vervolgde de mijnheer met het snorretje, en hij wees op de kanarie gele tas, „zit het hele programma. We hebben veel te doen, mijnheer. Mag ik u uitnodigen? En de mi,jnheer maakte een zwierige buiging, alsof hij wou gaan dansen. „Ja maar, mijnheer", zei mijnheer Suup zachtjes en verlegen, „dat gaat zo maar niet, mijnheer. Ik heb niet eens een das om, want ik was aan het rusten en het is heet. En ,k ben op mijn pantoffels." En mijnheer Suup keek met een kleur op zijn wangen naar zijn bruine pantoffels. „Ha, ha, ho, ho", zei de mijnheer met het snorretje lachend, zodat zijn snorretje rond werd als een half hoepeltje. „Daar is voor ge zorgd, mijnheer Suup. U krijgt van ons een prachtig uniform. Nietwaar kinderen? Het lijkt wel een pak van een generaal, Een schout-bij-nacht of een admiraal, riepen de kinderen. De mijnheer knipperde nu drie keer met zijn vingers in de lucht. Uit de tram kwam een rijtje kinderen, die keurig achter elkaar lie pen. De voorste jongen droeg een prachtige zwarte broek met gouden biezen, de tweede een zwarte jas met gouden knopen, op de schou ders zaten epauletten met allemaal gouden kwastjes en op iedere mouw zaten wel zeven gouden banden, bijna tot de elleboog. Het derde kind was een meisje met een blond paarde- staartje. Zij droeg in iedere hand een zwarte lakschoen met een lange punt. Het vierde kind was een klein jongetje. Hij droeg een paar sneeuwwitte handschoenen. Het vijfde en laat ste kind droeg een pet. Wat was dat een mooie pet. De zon vlamde eruit, zoveel goud zat er op. Boven op de pet was een grote witte pluim gestoken. Wat een deftige pet, dacht mijnheer Suup. Onder zo'n pet mag je vast nooit een sigaartje bewaren. De vijf kinderen bogen voor mijnheer Suup, waarbij het kleine jongetje een handschoen liet vallen, op de kiezelstenen. Snel raapte hij de handschoen op. Er zat een zwarte vlek op. De mijnheer met het snorretje keek zo boos. dat er wel twintig brede rimpels in zijn voor hoofd kwamen. Hij zei heel langzaam en heel streng; „Pietje". Pietje kreeg een kleur en keek naar de grond. Mijnheer Suup had nog nooit zo'n mooi pak gezien. Vroeger droegen ministers wel eens zo'n uniform. Dat wist mijnheer Suup uit de krant. Maar dat was ai lang geleden. Mijn heer Suups ogen begonnen te glinsteren van pret. Want-een klein beetje iidel was hij wel. Het eerste kind bood de broek aan. Mijnheer Suup sprong er snel in. Toen volgden de jas, de lakschoenen en de handschoenen. Binnen vijf minuten stond daar een heel andere mijn heer Suup. Een heel deftige mijnheer Suup. Mijnheer Suup kreeg een gevoel, alsof het vandaag een plechtige zondag was. De witte handschoenen deed mijnheer Suup niet aan. Hij hield ze losjes in zijn hand. Dat had hij wel eens gezien. Zulke handschoenen droeg je niet. (Wordt vervolgd) Er was eens een jochie uit Annaparochie, dat dolgraag een man wezen wou. Hij at volle borden om groter te worden. Wat groeide dat kereltje gauw! En steeds na het eten moest Moeder hem meten. Dat deden ze vlug in de gang. Dan zuchtte het jochie uit Annaparochie: „O Moeder, wat word ik al lang!" Hij werd alsmaar groter :n yoghurt en boter, van erwten en bonen en brij. En eens, na het eten, toen Moeder wou meten, toen kon ze er echt niet meer bij.' Toen lachte het jochie uit Annaparochie: „Nu zult u eens zien wat ik kan. Bedankt voor het eten. Bedankt voor het meten. Ha Moeder, nu ben ik een man!" VERA WITTE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 13