De gruwel der Jodenvervolging DINSDAG 3 MEI 1960 PAGINA 7 WAAROM MOEST ROSETJE BRILLENSLIJPER OP HAAR ZEVENDE VERJAARDAG —NAAR DE GASKAMER?— Maandag 6 juli 1942 wandelde een Joods echtpaar met zijn jongste dochter in alle vroegte door de straten van Amsterdam. Er stroomde een warme re gen; desondanks had het meisje zich dik aange kleed als was zij van plan in een ijskast te over nachten. Haar gelaats trekken zouden nu door haast iedereen worden herkend: Anne Frank begaf zich met haar ouders naar het Achter huis aan de Prinsengracht. Daar zouden zij verber gen blijven tot 4 augustus 1944. Op die dag deed de Duitse Grüne Polizei-' na melijk een overval in het Achterhuis en arresteerde om. de hele familie Frank. Alleen de vader keerde uit het concen tratiekamp terug. Anne Frank ,wier roerende dag boek door zovele mil joenen in de hele' wereld is gelezen moet in maart 1945 in het concentratie kamp Bergen-Belsen zijn omgekomen, twee maan den voor de bevrijding van Nederland. De figuur van dat meisje uit een ge zin van Duits-Joodse émi- gré's in Amsterdam con fronteert ons met het officiële anti-semitisme, dat tegelijk een van de gruwelijkste en een van de intrigerendste kenmer ken is geweest van de na- tionaal-socialistische po litiek. Toch zou het ver keerd zijn te geloven, da-t het geval-Anne Frank karakteristiek is geweest voor de Joden-vervol ging der Hitlerbenden. Als motieven vgof an- ti-semitisme worden dikwijls aangevoerd broodnijd en winzucht. Inderdaad zijn dit factoren, die het handelen van menige nationaal-socialist mede hebben bepaald. Maar het op het eerste gezicht onverklaarbare feit doet zich voor, dat Hitier en zijn handlangers met even grote, ja haast grotere verbetenheid de Joden hebben vervolgd, die weinig of niets beza ten, de Joodse kleine man, de Joodse pauper. Daarom waren voor het lot der Joden in Europa niet de Franks karakteristiek, die, zoal niet schatrijk, dan toch welgesteld wa ren en konden onderduiken. Karakteristiek wa^en veeleer de figuren, die mr. Abel Herzberg op-, roept in zijn „Kroniek der Jodenvervolging": Ba rendje Menist uit de Lepelkruisstraat en Izak Sjouwerman van de Tugelaweg, eenvoudige men sen die na de Duitse inval nog slechts illusies had den staan tussen hen en de marteldood. Karak teristiek was ook het arme Poolse Jodenjongetje David Rubinowicz uit Krajno, dat net als Anne Frank een dagboek heeft achtergelaten (een En gelse vertaling verschijnt bij MacGibbon Kee te Londen) Waarom heeft Hitler met zoveel fanatisme de Joden vervolgd, waarom heeft hij de kleine Ro- setje Brillenslijper weer een naam van Herz berg op haar zevende verjaardag de gaska mer ingestuurd, waarom heeft hij aan de ver wezenlijking van zijn anti-semitisme de kolossale energieën gespendeerd, die Nazi-Duitsland in een oorlog op twee, later drie fronten nauwelijks kon missen Anne Frank schreef in haar dagboek: „We leven nog wel, maar we weten niet waarvoor. /MiiHmmiiiiumimiHimMiiHiiimniiiHMiiiiiiiiiiimimiiiiiwiMHimiHimiii Het anti-semitisme is door Hitier niet uitgevon den, noch is het met hem gestorven. Eeuwenlang Is de Jodenhaat geweest wat Friedrich Engels moet hebben genoemd „het socialisme der im becielen". Adolf Hitler is de eerste geweest, die deze ruwe substantie heeft gesmeed tot een poli tiek breekijzer. Het anti-semitisme heeft hij eerst gehanteerd om in Duitsland zelf de gevolgen van de Marxistische klassenleer overboord te zetten; in een volgend stadium heeft hij het Duitse volk de Jood voorgehouden als de enige oorzaak van alle ongerief, opoffering en beestachtigheid, die hij het zelf had opgelegd; tenslotte trachtte hij door de praktijk van zijn anti-semitisme in Duits land en dveral in de bezette gebieden het z^g. „biologisch denken" ingang te doen vinden. Dit denken, beter gezegd: deze op hol geslagen emo tie, beoogde niet alleen de wetenschappelijke, analytische benadering van de werkelijkheid te ondermijnen, maar uiteindelijk ook de gehele christelijke moraalcode. Zo opgevat vormde het anti-semitisme van Hitier de speerpunt van het nationaal-socialistische gevaar. Aan de basis van het geheel zal b.j Hitier die zelf zijn „Arische", d.w.z. niet-Joodse af komst nimmer had kunnen bewijzen wel een ordinaire afkeer van Joden hebben bestaan. Dat was in zijn geboorteland, Oostenrijk, zo iets bij zonders niet. Maar nogmaals hij heeft zich deze afkeer, die hij ook bij anderen wist of ver onderstelde, zeer bewust en heel cynisch ten nut te gemaakt. De Jood was de enige, zij het fic tieve vijand, die hij het Duitse volk voorschotel de. Alle andere vijanden, die Duitsland belaag den, waren in wezen verschijningsvormen van dat ene Semitische kwaad. „Yankee, Engelsman en Bolsjewiek dansen naar het pijpen van de Joden- kliek", stond er in de oorlog op de N.S.B.-affiches. Hitler had de Jodenhaat nodig om het Duitse volk in die toestand van genadeloosheid en razernij te brengen, die hij nodig achtte ter verwezenlij king van zijn eigen machtsdronken plannen. Als er geen Joden waren, zou ik ze moeten uitvinden," heeft hij eens gezegd, en tegen het eind van de oorlog kwam hij bijna in die noodzaak te verkeren. Zes miljoen Joden had hij toen in Europa laten opjagen en doden. Zes mil joen, die in de afzichtelijke kampen van Duits land, Oostenrijk en Polen opzettelijk en in koelen, bloede zijn vermoord. Het is een aantal dat eigenlijk niemand zich werkelijk kan indenken. Het is al zo moeilijk om ons de meer dan 100.000 Joodse Nederlanders bewust te maken, die zijn omgebracht. Hebben Hitier c.s. deze gruwelijke „Endlösung" van den beginne af bewust gewild? Misschien niet. Er is althans gesproken van an dere mogelijkheden, zoals het fameuze Madagas- carplan. Maar deze aanvankelijke onbestemdheid droeg er weer toe bij de Joden zelf een rad voor ogen te draaien. Zelfs de naam van de in stelling, die in Amsterdam de vernietiging van de Joden voorbereidde, de „Zentralstelle für jüdi- sche Auswanderung" (d.i. emigratie), was nog camouflage. Met een eigenaardige mengeling van niet-weten en eigenlijk-toch-wel-weten zijn de Joodse Nederlanders, na daartoe te zijn gesom meerd door Rauter, Aus der Fünten, Fischer, juffrouw Slotke en hoe ze verder hebben gehe ten, de dood ingegaan. Niet direct, o neen, het ging in stadia: registratie, isolering van de rest van de Nederlandse gemeenschap, Jodenster, maatschappelijke ballingschap, economische uit plundering, tewerkstelling, „vrijwillige" sterilisa tie soms en aan het slot bijna onveranderlijk ar restatie, Westerbork en daarna een of ander do denkamp. Joden hebben wel degelijk verzet gepleegd. Joodse „knokploegen" hebben behoord tot de eerste van hun soort in den lande. Maar uiteindelijk was verzet de houding van slechts een minderheid. Eén keer hebben andere volks groepen massaal de kant van de vervolgde Joden gekozendat was bij de februaristaking van 1941 objectief een mislukking, moreel een schitteren de overwinning. Nadat deze volksbeweging was neergeslagen, is het verzet in Nederland zich het lot der Joden blijven aantrekken. Duizenden on verschrokken landgenoten hebben Joden uit de handen van hun beulen weten te houden. Maar wij mogen nimmer vergeten, dat ook dit het werk van een minderheid was. Want de massa ging 's zondags naar het voetballen kijken. Met loden schoenen maken Joodse mensen de gang naar hun onderduik-adres.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 7